Angstbegeleiding in 3 minuten

Tijd is een beperkende factor en de behandeling dient aangepast te worden aan de patiënt en niet andersom. Leonard Wetzels, angsttandarts bij het CBT Fatima, over hoe u een angstige patiënt in drie minuten kunt begeleiden.

Tijd is een beperkende factor. Maar de behandeling dient aangepast te worden aan de patiënt en niet andersom. Daarom vertelde Leonard Wetzels tijdens de netwerkbijeenkomst van het CBT Fatima te Nieuw Wehl hoe u een angstige patiënt in drie minuten kunt begeleiden.

Als u een patiënt uit de wachtkamer ophaalt, kunt u direct zien of iemand bang is. De patiënt slaakt dan bijvoorbeeld een zucht of schudt u een klamme hand. Angst voor de tandarts komt veel voor. Maar liefst 40% van de Nederlanders is angstig voor de tandarts, 20% is erg angstig en 5% vermijdt de behandeling geheel. 800.000 Nederlanders gaan nooit naar een tandarts omdat ze angstig zijn. Leonard Wetzels sprak vooral over de 40% die tandartsen en mondhygiënisten nog prima in de eigen praktijk kunnen behandelen. Tenminste, als zij weten hoe.

Vijf tips
Vijf algemene tips bij behandeling angstige patiënten

  1. Werk altijd vanuit vertrouwen
    Doe dit bij elke patiënt, ook bij niet angstige. Het moet klikken tussen de patiënt en behandelaar. Dat is afhankelijk van chemie tussen patiënt en behandelaar. Maar ook moet de patiënt goede ervaringen krijgen: “Je moet je bewijzen.” Goede afspraken vooraf zijn essentieel. Dat geldt over en weer.
  2. Behandel zo pijnloos mogelijk
    Voer een goed (100%) en betrouwbaar verdovingsbeleid. Eerlijkheid loont: beloof geen gouden bergen. Als u het niet zeker weet, zeg dan: “Ik weet niet of het gaat helpen”. En natuurlijk dient u voorzichtig te behandelen.
  3. Behandel zo voorspelbaar mogelijk
    Maak gebruik van Tell-Show-Do, in niet-bedreigende taal. Doe dit niet te kinderachtig, maar vertel gewoon wat u gaat doen. Laat de patiënt meekijken met een spiegel. Het is aan te bevelen om tijdens de behandeling te vertellen hoe ver u bent en wat de patiënt kan verwachten. Spreek een tijdsduur af per behandeling.
  4. Behandel zo beheersbaar mogelijk
    Mensen krijgen traumatische ervaringen als ze zich hopeloos voelen. Dit is belangrijker dan of het iets zeer doet of niet. Spreek een stopteken af. De wetenschap dat deze er is, is vaak al voldoende geruststellend. Nadeel is wel dat u dit MOET nakomen. Anders is het vertrouwen weer kwijt. Deel de behandeling op in kleinere stukken, van enkele seconden. Geef de patiënt zoveel mogelijk controle over wat u doet.

Do’s en Dont’s
Wetzels gaf ook enkel Do’s en Dont’s:

Do’s

  • Wees voorspelbaar
  • Maak het beheersbaar
  • Zorg ervoor dat de behandeling pijnvrij is
  • Kom afspraken na, ook als het niet goed uitkomt
  • Pas u – als behandelend team – aan de patiënt aan en niet andersom

Dont’s

  • Niet nakomen van afspraken, in het bijzonder het stopteken
  • Bot of boos reageren: “Ik ben bijna klaar”, “Nog een klein stukje, ik heb al zo vaak verdoofd, de kies moet wel verdoofd zijn”, “u vergist zich.” Of nog erger: “Stel u niet zo aan”.
    Dit onthouden patiënten en zij gaan hier doemverhalen van maken.

Communicatie
Wetzels gaf nog enkele tips voor communicatie met uw patiënt.

Let goed op uw taalgebruik. Zeg geen nare woorden zoals pijn, boren, naald en voelen. Laat ook niet het woord “proberen” vallen. Dit is een vervelend woord omdat het insinueert dat het mis kan gaan. Als angstpatiënten dit horen, zijn ze een stuk minder gerust. Gebruik ook geen niet-boodschappen, zoals “het doet geen pijn” of “u hoeft niet bang te zijn”. Veel mensen letten namelijk meer op de woorden “pijn” en “bang” en verwerken het woord “niet” minder.



Protocol
Hieronder vindt u een protocol voor omgang met angstige patiënten.

  • Initiële diagnostiek
    Herken de angstpatiënt
  • Maak het bespreekbaar
    Wees respectvol. Vraag: “ Klopt het dat u hier moeite mee heeft?”
  • Waar is patiënt bang voor?
    Vraag “Waar bent u NU bang voor?”
  • Ramp
    Vraag patiënt wat hij het allerengste vindt wat kan misgaan
  • Doe een interventievoorstel
    “Als ik het nu 100% verdoof, kan het dan nog misgaan? En als u uw vinger opsteekt, dan stop ik en verdoof ik desgewenst bij.”
  • Tijdens behandeling
    Vraag: “En? Is het goed verdoofd?”. Weiger door te behandelen, als ‘het wel gaat’ en verdoof bij. Wees daar zelf koppig in, u houdt zich aan uw afspraak.
  • Post-operatief
    Vraag: “En? Was het nu nog zo spannend? Als we dit nu altijd zo aanpakken?”

Het bovenstaande protocol kost slechts 3 minuten.

Resultaat
De angst daalt vaak al na 2 behandelingen. Misschien zelfs wel blijvend. Dit levert u een tevreden patiënt op, die actief participeert in de behandeling. Er is mogelijk een positief effect op de therapietrouwheid. Door al deze dingen neemt uw arbeidssatisfactie toe. Lukt het niet? Dan kunt u altijd doorverwijzen naar de tweedelijnszorg.

Verslag door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van angsttandarts Leonard Wetzels tijdens denetwerkbijeenkomst van het Centrum Bijzondere Tandheelkunde (CBT) Fatima te Nieuw Wehl.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *