De interprofessionele mondhygiënist: samenwerking met andere professies en professionals
“Mondhygiënisten moeten T-shaped professionals worden die interprofessioneel samenwerken met andere professies en professionals. Zo wordt integraal vanuit verschillende vakgebieden naar een probleem gekeken en gezamenlijk een diagnose en een aanpak opgesteld.” Verslag van de lezing van Wieke van Boxtel over interprofessioneel samenwerken.
Wieke van Boxtel sprak tijdens het mini-symposium De interprofessionele mondhygiënist. Haar passie voor interprofessioneel samenwerken kwam naar voren toen zij de interprofessionele master Health Professions Education volgde in Maastricht. Nu probeert zij dit binnen de op de kaart te zetten als Themaleider Interprofessioneel samenwerken voor gezondheidszorgopleidingen.
Definitie interprofessioneel samenwerken
Interprofessionaliteit analyseert, synthetiseert en harmoniseert de relaties tussen de disciplines in een gecoördineerd en coherent geheel. Er is sprake van interprofessionele samenwerking als men in samenspraak en gedeelde verantwoordelijkheid een gemeenschappelijke visie en een doelgerichte aanpak ontwikkelt zodat de burger goede zorg ontvangt.
Op het moment dat dit gebeurt wordt de zorg optimaal op elkaar afgestemd doordat zorgprofessionals kennis hebben van elkaars expertise. Ook zullen zij regelmatig bijeenkomsten hebben waarin informatie, ideeën en aanbevelingen worden uitgewisseld en er ruimte is voor feedback. De samenwerking zal succesvol verlopen door wederkerigheidspatronen. De focus van de samenwerking ligt dan ook op het duurzaam stimuleren van gezondheid en welbevinden, waarbij de burger veerkrachtig kan zijn en zijn eigen regie kan voeren. De burger, de gezondheid, de zorgcontext en samenwerken zijn vier onderdelen die bij interprofessioneel samenwerken centraal staan.
Burger
Dat de patiënt centraal staat is een uitspraak die veel wordt gehoord, en ook zeker uitgevoerd zou moeten worden. De patiënt hoeft echter niet per sé patiënt te zijn, aangezien iemand niet per sé ziek hoeft te zijn om een hulpvraag te hebben. Daarom gaan we bij interprofessioneel werken uit van de burger in plaats van de patiënt.
Maar, kan de burger eigenlijk wel de eigen regie dragen? Er zal hulp nodig zijn om zaken in het juiste perspectief te zetten, om zo uiteindelijk mee te kunnen beslissen in het zorg- en behandelplan. Daarvoor is een goede relatie met de zorgverlener vereist. Dit wordt shared decision making genoemd.
Ten eerste is het noodzakelijk om te weten hoe de burger in zijn algemeenheid tegen deze zaak aankijkt – wat willen ze en hoe kunnen zij functioneren en participeren in de zorg. We moeten met de burger bespreken wat er mogelijk is en hoe we verder gaan. Deze vorm van samenwerken wordt niet zomaar gefinancierd door de zorgverzekeraar. En toch zegt men dat dit de toekomst is naar kostenbewuste zorg. Zorgen dat dit dan ook vergoed wordt vanuit verzekeringen is nog een zaak waar hard aan gewerkt moet worden. Veel burgers wensen preventieve zorg, wat iets is wat beter vergoed zou moeten worden. Daarnaast moet er met interprofessioneel samenwerken rekening mee worden gehouden dat onze burger zich overal in de maatschappij bevindt en wij als zorgprofessionals naar buiten moeten uit onze praktijken.
Gezondheid
Bij interprofessioneel samenwerken gaan we uit van de nieuwe definitie van gezondheid zoals Huber (2011) deze heeft gesteld: het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen. Gezond zijn betekent zich kunnen aanpassen aan verstoringen, veerkracht hebben, een balans weten te handhaven of zich zowel lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk te hervinden.
Deze definitie betekent dat het hele spectrum van gezondheid veel breder wordt genomen dan voorheen werd gedaan, waarbij interprofessioneel samenwerken noodzakelijk wordt. Er komen veel meer facetten bij en alle punten moeten in acht worden genomen. Hiervoor moet hulp worden ingeschakeld – partners hebben de kennis die jij misschien mist en andersom.
Gezondheid scoringsinstrument van Huber (2016)
Met een scoringsinstrument kan in een web uiteen worden gezet hoe het precies gaat met die specifieke burger. Daarbij wordt als volgt in kaart gebracht:
Vergrote versie: Gezondheid scoringsinstrument van Huber (2016)
Lichaamsfuncties
- Medische feiten
- Medische waarnemingen
- Ervaren gezondheid
- Lichamelijk functioneren
- Klachten en pijn
- Energie
Mentaal welbevinden
- Cognitief functioneren
- Emotionele toestand
- Eigenwaarde en zelfrespect
- Gevoel controle te hebben
- Manage-ability
- Zelfmanagement en eigen regie
- Veerkracht, ‘resilience’
- Je situatie begrijpen, ‘comprehensibility’
Zingeving
- Zingeving, ‘meaningfulness’
- Doelen of doelen nastreven
- Toekomstperspectief
- Acceptatie
Kwaliteit van leven
- Kwaliteit van leven, wel bevinden
- Geluk beleven
- Genieten
- Ervaren gezondheid
- Lekker in je vel zitten
- Levenslust
- Balans
Sociaal maatschappelijk participeren
- Sociale en communicatieve vaardigheden
- Sociale contacten
- Betekenisvolle relaties
- Geaccepteerd worden
- Maatschappelijk betrokkenheid
- Betekenisvol werk
Dagelijks functioneren
- Basis algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)
- Instrumentele ADL
- Werkvermogen
- Gezondheidsvaardigheden
Zorgcontext
De zorgcontext kent geen vaste plaats, maar wordt bepaald door de burger met zorgvraag. We moeten mobieler worden en proberen een te worden met de wijk. We moeten weten waar we de burger kunnen vinden en hoe we deze samen kunnen bedienen. We moeten elkaar leren kennen en dat kan alleen als we met elkaar in gesprek gaan. We moeten dezelfde taal gaan spreken. Op één lijn komen kan soms best een poos duren, maar is noodzakelijk om goed en interprofessioneel te kunnen samenwerken.
Samen moeten we bespreken wat de burgers nodig hebben en dus regelmatig bijeenkomsten organiseren om feedback, ideeën en aanbevelingen uit te wisselen.
“Wees niet bang voor elkaars expertise maar leer van elkaar. Van ieders expertise moet wat op tafel komen en worden bekeken hoe dat te gebruiken is om de beste zorg te leveren. Dat betekent dus één zorgplan en niet drie. Ook binnen tandartspraktijken zie ik gebeuren dat er verschillende zorgplannen zijn. Met slechts één zorgplan weet de burger echt waar hij aan toe is.”
Samenwerken
Samenwerken kan alleen vanuit een gezamenlijke visie en een gemeenschappelijk doel. Daar is het integreren en relateren vanuit verschillende perspectieven voor van belang. Gewerkt wordt naar een gezamenlijk holistisch zorgplan. Hierbij moet de burger nummer één zijn en als eerste naar voren komen in het team: zonder burger geen team. Ook moet er aan mantelzorgers worden gedacht, en moet hun stem naar voren worden gebracht.
“De hiërarchie die er nu ligt is lastig – we moeten dat los gaan laten. Zijn we daar klaar voor? Binnen de HU proberen we dat studenten te leren en over grenzen te werken.”
Mondhygiënisten moeten T-shaped professionals worden die interprofessioneel samenwerken met andere professies en professionals. Zo wordt integraal vanuit verschillende vakgebieden naar een probleem gekeken en gezamenlijk een diagnose en een aanpak opgesteld. Het gaat hierbij om de burger als totale persoon – niet om de burger die is opgeknipt naar deelproblemen die men vanuit verschillende disciplines benadert.
“Dat betekent dat we onze studenten specialistische vaardigheden blijven aanleren zodat ze zich kunnen onderscheiden, zodat ze echt iets speciaals kunnen toevoegen aan het zorgteam. Daarnaast gaan ze ook generalistische vaardigheden leren, dit zijn meer generieke competenties. Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet bekend”
Wieke van Boxtel is Themaleider Interprofessioneel samenwerken voor Gezondheidszorgopleidingen aan de Hogeschool Utrecht
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van Wieke van Boxtel, tijdens het mini symposium van de Hogeschool Utrecht.