Studie

Symposium studievereniging T.M.F.V. Archigenes

Aan het einde van elk jaar organiseert de symposiumcommissie van de Groningse Tandheelkunde en Mondhygiëne faculteitsvereniging Archigenes een symposium bedoeld voor studenten, alumni en andere belangstellenden. Ieder jaar wordt er een ander actueel thema binnen de tandheelkunde en mondzorgkunde belicht.

10 december 2010
Ook dit jaar zal er een interessant symposium georganiseerd worden op 10 december 2010 in de Blauwe Zaal van het UMCG. Het thema van dit jaar is ‘Dental (R)evolution. Hoe ga jij straks te werk?’.

Onderwerpen
Tijdens het symposium zullen onderwerpen als management in de tandheelkundige praktijk, bleken van tanden en het mandibulair repositie apparaat nader belicht worden. Daarnaast zullen de complicaties bij het gebruik van bisfosfonaten, de apexresectie door de endodontoloog en reconstructieve tandheelkunde besproken worden.

Dagvoorzitter
De rol van dagvoorzitter zal vervuld worden door dhr. prof. dr. M.S. Cune, hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder in de Restauratieve en Reconstructieve Tandheelkunde binnen het Centrum Bijzondere Tandheelkunde in het UMCG. Daarnaast is hij actief op het Centrum van Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Blije tand

Uitnodiging Xylitol wetenschappelijk seminar 11 november 2010

Gratis seminar in Museum Boerhaave over de werking van Xylitol. Met aansluitend rondleiding door het museum en bezoek van de tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond.

Donderdagmiddag 11 november 2010
Het seminar wordt op donderdagmiddag 11 november 2010 georganiseerd in samenwerking met Xylifresh en vindt plaats in het kader van het eeuwfeest van het Ivoren Kruis. U bent welkom vanaf 13:45 uur. Het programma duurt tot 16:00 uur. Het aantal plaatsen is beperkt, wilt u daarom op korte termijn laten weten of wij op uw komst mogen rekenen? Wie zich aanmeldt voor het seminar, kan aansluitend genieten van een bijzondere rondleiding door Museum Boerhaave: het Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen en van de Geneeskunde. Uiteraard bezoekt u hier de tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond.

Xylitol
Graag stellen we eerst onze spreker, dr. Hannu Hanhijärvi, aan u voor. Dr. Hanhijärvi studeerde in 1972 af als tandarts aan de Universiteit van Turku in Finland. In 1974 rondde hij zijn doctoraat in de farmacologie af. Tijdens het seminar geeft hij u een uitgebreid overzicht van de werking van xylitol. Deze natuurlijke zoetstof (suikervervanger) is niet cariogeen. Xylitol helpt tandplak voorkomen. De EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) onderschrijft de werking van xylitol op het voorkomen van tandplak.
De spreker gaat met name in op de dentale en orale gezondheid van de mens. Het verhaal van dr. Hannu Hanhijärvi begint met studies naar suiker aan de Universiteit van Turku aan het begin van de jaren zeventig. Daarna belicht hij studies die in Midden-Amerika aan de Universiteit van Michigan in de Verenigde Staten zijn gedaan. Tot slot belicht hij de laatste ontwikkelingen die op het gebied van xylitol hebben plaatsgevonden in de Scandinavische en Baltische landen.

Aanmelden en KRM/KRT-punten

Museum Boerhaave
Lange St. Agnietenstraat 10
2312 WC Leiden

Deelname aan dit seminar is kosteloos en levert 1 KMR/KRT-punt op. De inschrijvingen worden op basis van binnenkomst verwerkt.

Tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond
De mond is dé plek waar onze gevoelens samenkomen: blijdschap, lust, intimiteit, angst, pijn, gulzigheid, vraatzucht, schaamte, afkeer, ijdelheid en trots. Dat is de kracht van de mond. Al die gevoelens zijn een prachtig uitgangspunt voor een publiekstentoonstelling over de emotionele, technische en sociale aspecten van de zorg voor de mond. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis organiseert Museum Boerhaave een tentoonstelling waar aan al die aspecten aandacht wordt gegeven.

Graag tot ziens op 11 november in Museum Boerhaave!


Download brochure xylitol_seminar_inschrijfformulier.pdf
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

GSK motiveert dental team bij Talking Points in Dentistry

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentaties over forensische odontologie, droge mond en stoppen met roken.

Zaterdagochtend 5 juni verkozen zo’n vierhonderd tandheelkundig zorgverleners de Beurs van Berlage in Amsterdam boven een dagje strand. Het prachtige weer weerhield ze er niet van in de zaal plaats te nemen voor al weer de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Marketing manager Noord Europa bij GlaxoSmithKline en moderator Ineke van den Bemt opende het congres met een uitstapje naar motivatie: datgene wat ons beweegt om ons doel te bereiken. Motivatie is een term om uit te drukken dat iemand iets, een zeker doel, tracht te bereiken. Het concept motivatie ontstond pas na de uitvinding van de mechanische klok. Door de veer op te winden, blijft het uurwerk met een gelijkmatig tempo lopen. Om te zorgen dat de klok blijft lopen moet wel de veer regelmatig opgedraaid worden. Gezien deze achtergrond is het dan ook niet verwonderlijk dat drijfveer een synoniem is voor motivatie. “Met ons congres proberen wij u te motiveren met nieuwe inzichten voor u, uw team en uw patiënten.”

Verslag presentaties
‘ Vermist is erger dan dood’

Droge mond: oorzaak en behandeling

Patiënt motiveren te stoppen met roken?

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Vraagteken-roze

‘Vermist is erger dan dood’

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over forensische odontologie: identificatie van onbekende doden aan het hand van het gebit.

Forensische odontologie
Forensische odontologie is het deel van de tandheelkunde dat zich – in het belang van justitie – bezighoudt met de professionele behandeling en onderzoek van tandheelkundig bewijsmateriaal, en met de deskundige interpretatie en documentatie van de gedane bevindingen. Identificatie van onbekende stoffelijke overschotten aan de hand van het gebit is het grootste werkterrein van de forensische odontologie. Ook bij massarampen, waarbij vele slachtoffers zijn, is gebleken dat identificatie aan de hand van het gebit zeer goed toepasbaar is. Hoewel er op dit terrein geen speciale bevoegdheid bestaat, kan de identificatie aan de hand van het gebit niet aan iedere tandarts worden overgelaten. Men dient over de benodigde kennis, vaardigheden, materialen en ervaring te beschikken. In deze presentatie stond de gebitsidentificatie centraal.

Het belang van identificatie
Doreth van de Heuvel besprak samen met haar partner Frithjof Kroon het indrukwekkende onderwerp ‘Vermist is erger dan dood’. Steeds vaker worden onbekende doden aangetroffen. We reizen steeds meer en gaan verder weg. Als er bij een vliegtuig iets fout gaat, gaat het meestal goed fout. Ook kennen we tegenwoordig vaak niet eens meer onze buren, waardoor iemand niet gemist wordt en lijken in huis pas na lange tijd worden gevonden. Forensische tandheelkunde komt om de hoek kijken als slachtoffers niet meer aan nabestaanden kunnen worden getoond voor identificatie. Van de Heuvel waarschuwt het publiek voor de lugubere foto’s tijdens de presentatie. Eigenlijk was er tot voor kort wettelijk niets geregeld bij het identificeren van slachtoffers. Gelukkig zijn er wetten gewijzigd. Ieder mens heeft een juridische persoonlijkheid. Iemand bestaat officieel pas nadat een geboorteakte is opgemaakt. Een overlijdensakte maakt uiteindelijk duidelijk dat iemand dood is. Maar wat als je niet weet wie de dode is? Daarvoor is dus identificatie nodig. Niet alleen om het voor de nabestaanden mogelijk te maken over hun dierbare te rouwen, maar ook voor de afwikkeling van allerlei persoonlijke en juridische zaken van zowel slachtoffer als nabestaande.

Emotionele motieven
Forensische tandheelkundigen worden gedreven door emotionele motieven. Vermist is nu eenmaal erger dan dood. Nabestaanden die in onzekerheid verkeren worden gek van angst en zorg. Bovendien is er een slachtoffer nodig voor de rouwverwerking. Dit is de drijfveer voor hulpverleners. Hiervoor worden verschillende identificatiemethoden toegepast. Allereerst wordt gekeken naar persoonlijke eigendommen. Nadeel hierbij is dat die vaak niet aan het slachtoffer vastzitten. Ze worden soms ver van het lichaam gevonden en worden daardoor niet direct in relatie met de persoon gebracht. Daarna worden lichaamskenmerken bekeken: totaal uiterlijk, operaties, tatoeages, voeten, vingerafdrukken en het gebit, waarbij de laatste twee de belangrijkste informatie leveren. Tandheelkundigen die worden gevraagd patiëntgegevens te leveren, kunnen zich vaak beroepen op veronderstelde toestemming (alsof het slachtoffer toestemming zou hebben gegeven). De gegevens over behandelingen aan het gebit zijn in het onderzoek natuurlijk erg belangrijk. Sinds januari 2010 is vastgelegd dat er ook materiaal van het slachtoffer mag worden afgenomen. Er bestaat een databank met daarin DNA-gegevens van vermisten.
Identificatieproces
Dan neemt Kroon de microfoon over. Hij legt uit dat de wang en tong als het ware als een natte deken over het gebit heen liggen. Het gebit is bestand tegen zowel hoge als lage temperaturen en geeft betrouwbare informatie. Aan de hand van de ramp met de tsunami in Thailand beschrijft hij het identificatieproces dat daar werd gevolgd. Het identificeren van alle slachtoffers was een enorme klus. Eerst werden de persoonlijke eigendommen (denk aan sieraden) bekeken, daarna de kleding en namen ze vingerafdrukken af. Het grondige onderzoek werd tijdens de presentatie met indrukwekkende foto’s verduidelijkt. Om de gebitstatus vast te stellen, halen de onderzoekers de onderkaak in zijn geheel uit het lichaam. Hierdoor is er ook beter zicht op de bovenkaak. De onderzoekers maken foto’s en röntgenfoto’s van het gebit en er wordt op drie manieren DNA-onderzoek gedaan: materiaal uit een rib, uit het bovenbeen (bot) en uit twee gave gebitselementen. Alle gegevens worden zeer nauwkeurig en volgens
vaste protocollen vastgelegd. Per lichaam wordt een post mortem dossier aangemaakt.

Gebitsgegevens uit patiëntendossier
Gelukkig worden behandelingen die in de tandheelkundige praktijk zijn uitgevoerd tegenwoordig goed vastgelegd. Dit zijn de zogenoemde ante mortem gegevens. De post mortem en de ante mortem gegevens worden met behulp van computers vergeleken. In westerse landen waar veel tandheelkundige gegevens worden geregistreerd, wordt met identificatie aan de hand van gebitsgegevens de beste resultaten bereikt. Hier is natuurlijk voor de tandarts en mondhygiënist een rol weggelegd. Familie- inspecteurs van het Forensisch Identificatie Team nemen contact op met de tandheelkundig zorgverleners met de vraag om een kopie van het patiënten dossier af te staan. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt er een oproep worden geplaatst in dentale vakbladen om een slachtoffer te traceren. Te allen tijde kunnen tandarts en mondhygiënist overleg plegen met een forensisch odontoloog. In ieder geval is het zorgverleners niet aan te raden zelf aan de slag te gaan. Laat dat werk maar aan het forensisch instituut over, legt Kroon uit. Wij zijn gewend te puzzelen met gebitsgegevens, maar vaak zijn daarbij de gegevens die tandheelkundig zorgverlener aanlevert van wezenlijk belang!

Lees ook de andere verslagen

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam

Presentatie “Vermist is erger dan dood” door Frithjof Kroon en Doreth van den Heuvel.

Frithjof Kroon voltooide zijn studie tandheelkunde in 1984 en zijn studie geneeskunde in 1990 in Utrecht, waarna hij van 1990 tot 1994 werd opgeleid tot specialist Mondziekten en Kaakchirurgie aan het VU medisch centrum te Amsterdam. Vanaf 1 september 1996 is hij als kaakchirurg verbonden aan het Ruwaard van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse. Sinds 1993 houdt hij zich ook bezig met forensische werkzaamheden. Hij heeft van april 1994 tot en met maart 2004 gewerkt als forensisch geneeskundige bij de GG & GD te Utrecht. Vanaf 1993 tot heden voert hij tevens werkzaamheden uit als forensisch odontoloog voor politie, justitie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Rampen Identificatie Team (RIT). Daarnaast is hij sinds juli 1994 verbonden aan het VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam i.v.m. onderzoek en onderwijs aan studenten Tandheelkunde.

Doreth van den Heuvel voltooide haar studie fysiotherapie in 1983, waarna zij tot 1 januari 1997 als fysiotherapeute werkzaam is geweest. Van 1993 tot 1998 heeft zij in de avonduren rechten gestudeerd. Haar afstudeerscriptie draagt de titel “Onbekende dode, wat dan?” Hierin beschrijft zij wat er dient te gebeuren en hoe een en ander is geregeld indien er een stoffelijk overschot wordt aangetroffen waarvan de identiteit onbekend is. Sinds 1 september 1996 is Doreth in een deeltijdaanstelling als praktijkmanager van de afdeling kaakchirurgie bij Frithjof Kroon werkzaam en is zij verantwoordelijk voor alles wat niet direct met de patiëntenzorg te maken heeft. Vanaf 1 juni 2007 is zij tevens directeur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
water - druppel

Droge mond: oorzaak en behandeling

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over droge mond door professor Michael A.O. Lewis.

Professor Michael A.O. Lewis, werkzaam aan de Cardiff Universiteit in Engeland ontrafelt het publiek alle speekselgeheimen. Allereerst beschrijft hij de drie belangrijkste speekselklieren. De grootste leverancier is de parotis, verantwoordelijk voor 60% van het vooral waterig speeksel. De submandibularis produceert 30% en de sublingualis 5% wat taaier, plakkerig speeksel. De overige 5% van de speekselsecretie (ook dikker en plakkerig van samenstelling) is afkomstig van de ongeveer zeshonderd kleine klieren in onder andere de lip en het verhemelte. De samenstelling van het speeksel (dunner of dikker) is afhankelijk van de speekselvloed, die wordt aangestuurd door de hersenen. Als je iets lekkers ruikt bijvoorbeeld, geven de hersenen aan dat er speeksel nodig is. Het water loopt letterlijk in je mond. Daarnaast kan door middel van mechanische stimuli (kauwen) de speekselvloed worden gestimuleerd. Angst is juist een rem voor de speekselproductie. Ook is de periode van de dag van invloed op de speekselvloed. De top van de productie ligt midden op de dag. ’s Nachts ligt de productie juist stil. Ongestimuleerd produceert een volwassene gemiddeld 0,3 ml speeksel minuut. Gestimuleerd loopt de productie op naar 2 ml/minuut. In 24 uur produceert iemand gemiddeld 700 ml speeksel.

Functies van speeksel
Speeksel bestaat voor 99,4% uit water. Die laatste 0,6% geeft speeksel zijn belangrijke functies en eigenschappen. Met een pH tussen de 6,5 en de 7 heeft speeksel een belangrijke onderhoudsfunctie voor de mond. Er zitten allerlei belangrijke organische en niet-organische stoffen in die aan dat onderhoud bijdragen, variërend van bicarbonaat, calcium, eiwitten, hormonen etc. Speeksel zorgt er niet alleen voor dat we kunnen spreken en slikken, maar ook dat de mond wordt ‘schoongespoeld’ nadat we iets hebben gegeten. Zonder speeksel proef je bovendien niets. We hebben vocht nodig om ons eten te laten smaken. Verder heeft speeksel een antibacteriële werking, waardoor het onze mond kan beschermen tegen bacteriën en heeft het remineralisatiecapaciteiten. Het bicarbonaat in het speeksel zorgt voor een bufferfunctie waarmee het de pH in tandplak kan neutraliseren.

Eerst oorzaak xerostomie achterhalen
Tandheelkundigen zouden allereerst moeten achterhalen waardoor xerostomie bij de patiënt wordt veroorzaakt. Wat ziet u in de mond? Door goed te letten op klinische symptomen als een dikke laag plakkerig, taaie vloeistof, een bobbelige droge tong, schimmels, rode slijmvliezen, en wel of geen vocht op de bodem van de mond kun je al veel te weten komen. Zo is het mogelijk al gedeeltelijk te achterhalen waar het probleem van droge mond vandaan komt. De kwaliteit van leven van een patiënt met een droge mond wordt zeer nadelig beïnvloed. Zo gaan vullingen en andere reparaties in de mond in kwaliteit achteruit, is er een veel groter kans op het ontstaan van gaatjes, vooral langs de tandvleesrand en meer kans op schimmelvorming in de mond (candida). Om nog maar niet te spreken over het slecht(er) kunnen proeven, spreken en slikken.

Mogelijke oorzaken
Veel medicijnen hebben als bijwerking dat de speekselklieren worden geremd in de afgifte van speeksel. Vooral antidepressiva en β-blokkers zijn boosdoeners. Het syndroom van Sjögren (chronische ontsteking van de traan- en speekselklieren) kan een veroorzaker zijn, evenals patiënten die zijn bestraald in het hoofd-halsgebied. Vaak is een nog niet gediagnosticeerde suikerziekte een vergeten oorzaak voor de klachten. Daarnaast zijn uitdroging en angst aanstichters van een droge mond.

Xerostomie komt veel voor. Tussen 17-29% van de populaties in westerse landen hebben er mee te maken. Eerst zijn er de klinische waarnemingen: Wat voor soort speeksel wordt aangetroffen? Plakt de spiegel aan de slijmvliezen? Kijk goed naar uw patiënt als die de praktijk binnenkomt. Loopt iemand bijvoorbeeld moeilijk? Heeft iemand uitslag in het gezicht? Waar kan dat op wijzen? Naast de klinische waarnemingen kan de speekselvloed worden gemeten door gestimuleerd speeksel op te vangen voor nader onderzoek. Doorgaans is het aanbrengen van zuur op de tong een goed middel om speekselsecretie te stimuleren voor onderzoeken. In extremere gevallen kan een bloedtest nodig zijn of is verdergaand onderzoek nodig. Er passeren enkele methoden als röntgen, biopsie van de kleine speekselklieren en traanproductiemeting zoals onder meer nodig voor het diagnosticeren van het Sjögren Syndroom.

Behandeling
Patiënten met een droge mond kunnen baat hebben bij speekselsubstituten (bijvoorbeeld Glandosane, Saliva Orthana, BiotèneOralbalance) in geval de speekselklieren niet meer werken. Deze middelen verlichten de klachten tijdelijk. Lewis adviseert patiënten om regelmatig slokjes water te nemen. Als de speekselklieren nog gedeeltelijk werken kunnen ze worden gestimuleerd door kauw- of smaakstimuli, bijvoorbeeld met suikervrije snoepjes of suikervrije kauwgom. De professor merkt hierbij op dat bij patiënten met eigen dentitie het gebruik van zure snoepjes of het gebruik van glycerine-lemon swaps moet worden ontraden. Er zijn ook medicijnen, zoals pilocarpine, op de markt die de speekselproductie kunnen stimuleren. Maar een neveneffect hiervan is dat de patiënt (overmatig) gaat transpireren, wat doorgaans als zeer onplezierig wordt ervaren.

Preventie
Preventie is bij droge mondpatiënten erg belangrijk. Adviseer uw patiënten tweemaal daags te poetsen en dagelijks interdentaal te reiniging bij voorkeur met een rager. Raad daarnaast aan dagelijks een fluoridespoelmiddel met 0,05% NaF te gebruiken. Adviseer patiënten verder niet te roken, matig te zijn met alcohol en koffie te vermijden. De professor heeft tot slot nog een (onbewezen) middel, waarmee hij goede patiëntervaringen heeft: laat uw patiënt 1 gram Teunisbloemolie per dag gebruiken. Zo besluit professor Lewis zijn, naar hij hoopt niet al te droge betoog.

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie “Droge mond” door Professor Lewis.

Professor Lewis is Professor of Oral Medicine and Associate Dean for Postgraduate Studies in the School of Dentistry at Cardiff University, UK. He is also Dean of the Dental Faculty and a Vice-President of the Royal College of Physicians and Surgeons of Glasgow. He has published over 200 scientific articles and co-authored six medical textbooks. In addition Professor Lewis has delivered more than 500 postgraduate lectures worldwide. He is the immediate-past President of the British Society for Oral Medicine and past Dental Member of the Advisory Council for Misuse of Drugs (Home Office). He is presently the Dental Member of the Scientific Advisory Committee on Antimicrobial Resistance and Healthcare Associated Infection (Department of Health). His research interests include candidal and bacterial pathogenicity, antimicrobial susceptibility, orofacial herpetic infection, therapeutic use of antimicrobial agents and prevention of infection.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
stoppen met roken

Patiënt motiveren te stoppen met roken?

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie van Stephen Hancocks over “Motiveren stoppen met roken: is het onze taak?”

Deze uit Engeland afkomstige tandarts is uitgever, hoofdredacteur van de British Dental Journal en schrijver van dentale artikelen. Daarnaast is hij eigenaar van een eigen theater, waar hij de producties voor schrijft en zelf optreedt. Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.

Werkterrein tandheelkundig team ?
Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten om te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.

Nadelige effecten roken
Roken heeft natuurlijk een nadelig effect op de algemene en mondgezondheid. Bovendien worden de links tussen deze gezondheidsgebieden steeds duidelijker. Alleen al in Nederland sterven per jaar 26.000 mensen aan de (indirecte) gevolgen van roken. Dat is per jaar 18% van de sterfgevallen in heel Nederland! Wereldwijd zijn 5,4 miljoen doden te betreuren, veroorzaakt door roken. De ernstige ziekten hiv en aids veroorzaken minder dodelijke slachtoffers. Over hiv en aids wordt veel meer voorlichting gegeven dan over de gevolgen van roken merkt Hancocks op, terwijl door stoppen met roken de grootste winst valt te behalen. Dat stoppen met roken veel (gemeenschaps)geld bespaart zou een extra reden zijn patiënten te bewegen te stoppen met hun gewoonte.

Rokers hebben vaak last van een slechte adem en tandsteen. Daarnaast zijn er natuurlijk verborgen gevaren zoals het ontstaan van mondkanker, leukoplakie, parodontale ziekten en slechte wondgenezing. De kans dat een implantaat goed in het bot verankert, is bij rokers veel kleiner. Tandheelkundig zorgverleners moeten er tegenwoordig attent op zijn dat ze rokers over de slechte slagingskans van implantaten en over slechte wondgenezing na extracties informeren. Voor u het weet klaagt een patiënt u aan als hij vindt dat de zorgverlener hem niet goed heeft geïnformeerd.

Wat kan het tandheelkundig team doen?
Het tandheelkundig team kan veel doen om patiënten te motiveren op te houden met roken. Zo kan men vragen stellen, adviezen gegeven, hulp om te stoppen organiseren en ondersteuning bieden. Vraag iedere patiënt naar zijn rookgewoonten en leg uw bevindingen vast. Vraag ook of ze gemotiveerd zijn te stoppen en herhaal die vraag bij vervolgbezoeken. Als zorgverlener is het best lastig dergelijke persoonlijke vragen te stellen, maar 81% van de patiënten verwacht die vraag wel! Laat zien dat u begaan bent met uw patiënt. Stel vragen en vraag door. U kunt met behulp van een 30 seconden benadering al veel goed werk verrichten. Stel drie korte vragen waarop u een ja/nee antwoord krijgt: Rookt u? Wilt u stoppen? Zou u hulp bij het stoppen willen krijgen? Vraag door als u meer tijd heeft. Hoeveel sigaretten rookt u per dag? Hoe snel na het ontwaken steekt u er een op? Als iemand 15-20 sigaretten per dag rookt en binnen 30 minuten na ontwaken de eerste opsteekt, is er een hoge nicotine afhankelijkheid.

Zorg ervoor dat de adviezen die u aan uw patiënt geeft duidelijk zijn en aansluiten bij zijn of haar persoonlijke omstandigheden. Waarmee kunt u uw patiënt raken? De een is geïnteresseerd in kostenbesparing en ziet zich al in de nieuwe auto rondrijden, de ander wil er alles aan doen mooi en aantrekkelijk te zijn. Bij zwangere vrouwen is het een absolute must ze te informeren over stoppen met roken, zo benadrukt Hancocks. Zorg voor concrete afspraken en kom er bij uw patiënt op terug. Kijk ook naar het verleden. Is uw patiënt al eerder gestopt? Wat hielp, wat hinderde hem of haar om door te zetten? Attendeer rokers op nicotinevervangers, zoals kauwgoms en pleisters. Hancocks belichtte de verschillende taken binnen het tandheelkundig team om patiënten van het roken af te krijgen. Het hele team kan een steentje bijdragen. 66% van de Europese tandartsen denkt dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken een onderdeel van hun werk is.

Onderdeel patiëntzorg
Ter afsluiting stelt Hancocks dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken wel degelijk onderdeel is van de patiëntzorg. Simpelweg omdat u zich bekommert om uw patiënt. Via vragen, adviseren, motiveren en ondersteunen kunt u ook werkelijk uw patiënt motiveren te stoppen. Op de vraag of het verschil maakt dat u zich als tandheelkundig team druk maakt over het rookgedrag van uw patiënt en hem aanzet tot stoppen is het antwoord simpel en eensluidend: ja! Als iedere tandarts per patiënt 3 minuten aandacht zou besteden aan het stoppen met roken zou 2% langer dan zes maanden niet roken, wat neerkomt op 520 minder doden in Nederland. Als het advies tien minuten zou duren en u zou daarbij nog nicotinevervanging aanraden, loopt de succeskans zelfs op tot 5-8%. Dat komt neer op 2.080 mensen.

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie stoppen met roken door Stephen Hancocks

A qualified dentist, Stephen is also a writer, editor and performer currently working in dentistry and the performing arts. He left clinical practice after fourteen years, preferring to work in dental writing, editing, publishing and public relations. Currently Editor-in-Chief of the British Dental Journal and Editor of the International Dental Journal, Stephen also owns his own publishing company, Stephen Hancocks Limited (www.shancocksltd.com). Having gained an MA at the Central School of Speech and Drama, London, he owns Outlaw Theatre Company (www.outlaw-theatre.com) which he founded and for which he writes, performs and produces. Stephen is also well known for chairing, lecturing and after-dinner speaking. He was appointed Officer of the Order of the British Empire (OBE) by Her Majesty Queen Elizabeth II in the Birthday Honours 1997 for services to the dental profession.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Bugs in concert IV: een leerzaam feest

Twintigjarig jubileum LabOral
Op 9 oktober vond in het Concertgebouw in Amsterdam het symposium Bugs in Concert IV plaats ter gelegenheid van het twintigjarig jubileum van LabOral Diagnostics. Het ochtendprogramma werd ingeluid met een wervelend optreden van het Amsterdams Loeki Stardust Quartet.

Thema
Het symposium werd geopend door prof. dr. Frank Abbas. Hij verwees naar het in juli van dit jaar door The American Journal of Cardiology and Journal of Periodontology gepubliceerde consensusrapport: “Periodontitis and Atherosclerotic Cardiovascular Disease” en introduceerde de eerste spreker en het thema van de dag: parodontale infectie als bron van infectie elders in het lichaam en anderzijds het gunstige effect van het behandelen van parodontitis op de rest van het lichaam.

Biofilm in concert
Voor het wetenschappelijk gedeelte van de ochtend was één van de grondleggers van dit consensusrapport: prof. dr. Steve Offenbacher (School of Dentistry, UNC Chapel Hill Dental Research) verantwoordelijk. Hij gaf de aanwezigen met zijn voordracht “life in the biofilm” een overzicht van de rol van de biofilm in relatie tot ziekten elders in het lichaam en vice versa. Genetische factoren bepalen zowel de ontstekingsreactie als de afweerreactie.

Pleidooi voor niet staken antistolling
Na de lunch was het woord aan vaatchirurg dr. Jorianne de Nie, verbonden aan het RodeKruis ziekenhuis in Beverwijk.
Ook zij ging, vanuit haar achtergrond als vaatchirurg, in op de relatie tussen parodontitis en vaatziekten. Ook stelde zij dat het stoppen met antistollingsmedicatie vaak meer (trombose)risico voor de patiënt (bijv. bij stents) meebrengt dan het risico van een eventuele nabloeding. De zogenaamde International Normalized Ratio-bepaling is een maat voor de stollingstijd van het bloed. Als deze goed is ingesteld zou de antistollingsmedicatie niet gestopt moeten worden.  Als vaatchirurg heeft zij dagelijks te maken met de gevolgen van roken. Haar take home message luidde: antistolling niet stoppen; wel stoppen met roken!

Nederland stopt! met roken
De rest van de middag was voor longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter, allebei werkzaam in het RodeKruis ziekenhuis in Beverwijk en auteurs van het boek “Nederland stopt! met roken” die een prachtige demonstratie gaven van hoe je patiënten kunt motiveren om te stoppen met roken door “motivational interviewing”. Na afloop kregen alle aanwezigen dit boek van LabOral cadeau. “Nederland stopt! met roken” is ook online te bestellen.

Swingende hilarische samenvatting
Het middagprogramma was gelardeerd met optredens van theatergroep “MiER”. Zij verzorgden een, op kunstige wijze geïmproviseerde, hilarische samenvatting van alles wat op deze leerzame en leuke dag door de sprekers aan de orde was gesteld. Op naar Bugs V.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
De mondige patiënt: tips voor versterken van uw patiëntrelatie

Sealen? Ja of nee?

Seminar
Op vrijdag 20 november a.s. organiseert het Ivoren Kruis een seminar voor tandartsen,  mondhygiënisten en (preventie)assistenten met de titel “Sealen? Ja of nee?” .

Risico’s en (on)mogelijkheden van het sealen
Dr. Joana Carvalho zal spreken over de risico’s van sealen voor het doorbrekende element en drs. Miluska Hevinga houdt een voordracht over de (on)mogelijkheden van het sealen.

Standpunt Ivoren Kruis
Het Ivoren Kruis werkt voor het opstellen van een advies sealen nauw samen met het initiatief Richtlijn Kindertandheelkunde (NMT). Prof. dr. C. van Loveren bespreekt het standpunt van het Ivoren Kruis over het gebruik van sealants.

Uw mening
Aan de hand van een conceptadvies krijgt u de gelegenheid het standpunt van het Ivoren Kruis te toetsen op bruikbaarheid in het tandheelkundig team. Uw kennis en ervaring is waardevol bij de totstandkoming van het nieuwe Advies Sealen!
Doorstaat het conceptadvies uw toets der kritiek?

Meer informatie en aanmelden: Ivoren Kruis
of stuur een e-mail naar info@ivorenkruis.nl

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
beker - prijs

Uitreiking eerste Hokwerda-award

Hokwerda Award
Tijdens het NMT Jaarcongres ontving Jurjen van Boheemen (TU Delft) de eerste Hokwerda-award voor een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen. De award is vernoemd naar prof.drs. O. Hokwerda die sinds 1965 ijvert voor gezondere arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Tweejaarlijkse prijs
De prijs bestaat uit een award en een bedrag van  € 15.000,- wordt één keer per twee jaar uitgereikt aan een persoon, instelling of organisatie die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van het verbeteren van de beroepsuitoefening en de arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Winnaar: Design Dental Operating Light
Er waren twee genomineerden. Winnaar Van Boheemen met een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen waarvan de lichtbundel evenwijdig met de blikrichting van de behandelaar kan worden opgesteld. Het ontwerp is uitgetest maar moet nog in productie worden genomen.

Eervolle vermelding:
Een eervolle vermelding ging naar De Bodytray®: een tablet voor een normtray met daaronder een vervormbaar kussen, gevuld met polystyreenkorrels waardoor het tablet op stabiele wijze horizontaal op de borst van de patiënt geplaatst kan worden zodat geen verschuiving van instrumenten kan optreden.

Ergonomische verbetering
Beide inzendingen zijn van belang voor een ergonomische verbetering van de werkwijze.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Ergonomie, Kennis, Thema A-Z
roken

Blowen onschuldig?

Gevolgen blowen in de mond?
Roken is een risicofactor voor het ontstaan en de progressie van parodontitis. Is blowen dat ook? Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” op 17 april 2009 besprak Paula Versteeg (mondhygiënist) de uitkomst van een systematic review op ACTA (Versteeg et al. 2008) waarbij onderzocht werd of het gebruik van cannabis een risicofactor is voor het ontstaan van aandoeningen en afwijkingen in de mond.

Blowen en parodontitis
Cannabisgebruik lijkt een risicofactor voor het ontstaan van parodontitis. Onderzoek uit Nieuw-Zeeland suggereert dat het werkingsmechanisme net als bij roken systemisch is (Thomson et al. 2008). Het is mogelijk dat mensen die vaak blowen andere leef- en voedingsgewoonten hebben die een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis.

Slechtere mondgezondheid
Uit onderzoek blijkt dat langdurig gebruikers van cannabis een slechtere mondgezondheid hebben (hogere DMF-S score, plaque- en gingivitisscore).  Mogelijk is dit een weerspiegeling van de verwaarlozing van de algemene gezondheid (Silverstein et al. 1978).

Xerostomie, leukoedeem en Candida albicans
Het belangrijkste effect dat in de literatuur werd beschreven was een afname van de speekselvloed als systemisch effect. Dit kan de beschermende rol die speeksel heeft binnen de mondholte negatief beïnvloeden.
Xerostomie (droge mond) en leukoedeem (melkachtige grijswitte verkleuring op de mucosa) komt vaker voor bij het roken van cannabis dan bij het roken van sigaretten (Darling & Arendorf 1993). Candida albicans (schimmelinfectie) komt bij cannabisgebruikers vaker voor dan bij tabakrokers (Darling et al. 1990). Dit laatste zou ook kunnen komen door de aanwezigheid van hydrocarbonaten in de rook van cannabis, een verzwakte afweer door het chronisch gebruik, een slechtere mondhygiëne of slechtere voeding.
Bij toename van het cannabisgebruik (Cohen & Sas 1997) moet de tandheelkundige professional zich ervan bewust zijn dat er mondafwijkingen (xerostomie, leukoedeem en een toename in de prevalentie van Candida albicans) kunnen optreden.

Blowen en mondkanker
Carcinogene stoffen komen voor 50% meer voor in de rook van cannabis dan in die van gewone tabak (Tashkin et al. 2002). Er is echter geen verband gevonden tussen het ontwikkelen van mondkanker (plaveiselcelcarcinoom) en het ooit gebruikt hebben van cannabis (Llewellyn et al. 2004, Rosenblatt et al. 2004).

Blowen in het kort:
Wat is het?
Hasj en weed zijn afkomstig van de plant Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands: hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt, krijg je marihuana. Marihuana is groen-bruin van kleur en wordt meestal weed of wiet genoemd. Als je de hars van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. De kleur daarvan varieert van lichtbruin tot zwart. Via een speciale bewerking kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: hasjolie. Weed, hasj en hasjolie verspreiden een heel karakteristieke geur. Wie die eens heeft geroken, herkent hem in het vervolg onmiddellijk.

Wat zit er in?
Het bestanddeel waar het om gaat, wordt kortweg THC genoemd (voluit: delta-9-tetrahydrocannabinol). Hoe warmer het klimaat waarin de hennep groeit, hoe meer THC er in zit. Ook Nederlandse wiet die onder vrijwel ideale omstandigheden in kassen is gekweekt, bevat vaak veel THC. Hasjolie kan zelfs voor meer dan de helft uit THC bestaan.

Wie gebruiken het?
Hasj en weed zijn in Nederland vrij gemakkelijk te krijgen. De prijs die ervoor betaald wordt, varieert van 2 tot 7 euro per gram. Mensen gebruiken het om zich er lekker en ontspannen door te voelen of om de werkelijkheid te ontvluchten.
De interesse is vooral groot in de puberteit omdat dan de behoefte om te experimenteren het grootst is. Verder komt het gebruik van hasj en weed voor onder alle leeftijdsgroepen, rangen en standen. Geschat wordt dat het aantal actuele gebruikers in Nederland 363.000 is.

Bronnen en meer informatie:
Ivoren Kruis
folder: Hasj en Weed, de antwoorden. Uitgave: Drugs Infolijn 
Trimbos-instituut

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Kindergebit

Mondzorg bij het kind

Wie kent ze niet, kinderen die ogenschijnlijk niets mankeren maar die eenmaal in een behandelsetting toch een medische aandoening blijken te hebben die invloed heeft op de tandheelkundige behandeling.

Symposium “Mondzorg bij het kind”
Tijdens het symposium “Mondzorg bij het kind” dat onlangs door SCEM werd georganiseerd voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten, maar ook voor kinder- en JGZ-artsen, passeerden aan de hand van herkenbare casuïstiek een aantal veel voorkomende aandoeningen bij (jonge) kinderen de revue.
Van het kind met astma, het overgevoelige kind, het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap en het kind met kanker, werden op interactieve wijze steeds eerst de algemeen medische aspecten belicht door kinderarts mevrouw drs. J.G.M. Rijntjes en vervolgens de kindertandheelkundige door tandarts-pedodontoloog dr. G. Stel. De nadruk lag hierbij op de vraag hoe voorkomen kan worden dat de aandoening verslechtert.

Tijdens het ochtendprogramma gaf dagvoorzitter R.J.M. Knevel, mondhygiënist B health, volop ruimte voor vragen en interactieve discussie. In de workshops van het middagprogramma werden de aanwezigen nader geïnformeerd over middelen en materialen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van kinderen met een rugzakje. Zo kwamen lokale anesthesie, de toepassing van een adrenaline auto-injector, cariëspreventieve maatregelen en de droge mond aan de orde.

Beknopte samenvatting van de behandelde casus:

Het benauwde kind – het kind met COPD klachten/astma
Bij het kind met astma is het belangrijk stress, één van de oorzaken van een astma-aanval, te beperken door een goede uitleg van de behandeling. Ook het laten innemen en bij zich hebben van de medicatie (verstuiver: bijvoorbeeld salbutamol) is belangrijk. Het gebruik van vernevelende luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie kan leiden tot een verminderde speekselvloed. Ook worden daarbij lagere concentraties eiwitten waargenomen. Het aantal potentieel pathogene micro-organismen – met name S. Mutans – zou daarbij ook verhoogd kunnen zijn.
De vaak gebruikte ontstekingsremmers (inhalatie steroïden) zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor een daling van de pH met aantasting van de harde tandweefsels als gevolg. Welke rol de speekselvloed- en samenstelling daarbij heeft wordt nog volop onderzocht. Wel kan bij kinderen die inhalatiemedicatie gebruiken en die een niet met het medicatiegebruik en de mondhygiëne samenhangend cariësbeeld vertonen een speekseltest worden uitgevoerd. Als een verhoogd cariësrisico blijkt is preventie belangrijk, zie voor meer informatie de adviezen van het Adviescollege Preventie Tand- en Mondziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Fluoride is momenteel in bewerking. Kijk op de websitye van het Ivoren Kruis (www.ivorenkruis.nl) voor de laatste stand van zaken.
Het innemen van een pijnstiller (doorgaans Paracetamol) een uur voor de behandeling kan het effect van de lokale anesthesie versterken en een gunstig effect hebben op de wondgenezing. Een goed overzicht van geschikte orale analgetica biedt het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fkcvz.nl)
Het gebruik van adrenalinehoudende anesthesievloeistof kan in zeldzame gevallen een allergische reactie uitlokken. Bij twijfel over de ernst van de astma of de mate van overgevoeligheid is het raadzaam de behandelend (kinder)arts te raadplegen.

Het gevoelige kind – het kind met een atopische constitutie
Latexallergie komt niet veel voor. Bij kinderen < 5 jaar is nog nooit een latexallergie beschreven. Patiënten met een latexallergie behandelen kan alleen wanneer de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het specifieke type allergie en de ernst van de reactie. De werkruimte en de handschoenen van de operateur moeten latexvrij zijn (vynil of nitrile). Eventueel is verwijzing naar een gespecialiseerd centrum wenselijk. Als behandeling in de eigen praktijk plaatsvindt is het raadzaam een EpiPen® of Anapen® paraat te hebben. Dit is een auto-injecterende “pen” die bij een voorkomende anafylactische reactie de verschijnselen van bloeddrukdaling bij een allergische reactie snel kan behandelen.

Het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap – schisis
Kinderen met een schisis hebben een verhoogde kans op cariës. Het voorkómen van cariës door een goede mondverzorging is dus een belangrijk onderdeel van de preventieve behandeling van een kindje met schisis. Een goede mondreiniging en het gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel.
Als het niet goed mogelijk is het fluoride basis-advies (Advies Fluoride) te volgen kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn zoals fluoridelakken of -vernissen (bijvoorbeeld Duraphat® van Colgate) of chloorhexidinegels of -vernissen.
De middelen waarin chloorhexidine is verwerkt hebben voor kinderen een minder aantrekkelijke smaak en zijn minder eenvoudig aan te brengen dan fluoridelakken of – vernissen. Fluoride zal daarom eerder middel van eerste voorkeur zijn.

Klik hier voor meer informatie over schisis en mondverzorging: www.schisis.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/Schisis

Het kind met een oncologische aandoening
Leukemie, verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker wordt in Nederland in zeven kinderkankercentra behandeld.  Acute leukemie komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Leukemie wordt behandeld met cytostatica, bestraling van het hoofd-halsgebied soms gecombineerd met stamceltransplantatie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen meer of minder uitgesproken effecten op de mondweefsels optreden. Bestraling in het hoofd-halsgebied kan effect hebben op de werking van de in het bestralingsgebied gelegen speekselklieren maar ook de zich ontwikkelende gebitselementen in hun groei remmen. Soms is door behandeling op erg jeugdige leeftijd de gebitsontwikkeling zo verstoord dat multidisciplinaire behandeling in een gespecialiseerd centrum moet plaatsvinden.
Preventie van tandheelkundige problemen is tijdens de behandeling van acute leukemie van groot belang. Mondhygiëne en behandeling van de effecten van een eventuele droge mond staan centraal. Naast de verminderde speekselvloed en het effect daarvan op het ontstaan van cariës kan mucositis optreden. Om slijmvliesproblemen te voorkomen is tenminste 4 keer per dag spoelen met een 0,9% NaCL oplossing aan te raden. Richtlijnen voor tandheelkundige professionals zijn onder meer te vinden op www.oncoline.nl; de landelijke richtlijn met betrekking tot de preventie van orale mucositis (evidence based) is eveneens via deze website te vinden.
De behandeling van effecten van een verminderde speekselvloed is mede afhankelijk van de oorzaak van de droge mond. Over de verschillende oorzaken en de behandelmogelijkheden is recent het Advies Droge Mond uitgebracht door het Ivoren Kruis. Het speekselcentrum biedt nuttige informatie voor professionals én patiënten over oorzaken en behandelingen van droge mond

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z