Zorgzine NPCF over e-health
E-health of digitaal dokteren geeft patiënten meer regie over hun zorg en leven. De patiënt zit er klaar voor. In de Zorgzine van de NPCF leest u wat mogelijk is en wat e-health oplevert.
E-health of digitaal dokteren geeft patiënten meer regie over hun zorg en leven. De patiënt zit er klaar voor. In de Zorgzine van de NPCF leest u wat mogelijk is en wat e-health oplevert.
Milieuvriendelijke mondverzorging kan tandartspatiënten in de Verenigde Staten een award opleveren. Sociale media spelen een belangrijke rol.
Patiënten kunnen punten verdienen als zij anderen aanmoedigen om milieuvriendelijke keuzes te maken op het gebied van mondverzorging. Het stimuleren van de volgende zaken levert punten op:
De award de Eco-Dentistry Badge – is een initiatief van de Eco-Dentistry Association (EDA) en Practically Green, een bedrijf dat sociale media inzet bij het motiveren van mensen om planeetvriendelijke keuzes te maken.
Deelnemers kunnen hun vorderingen in het verdienen van badges delen via hun sociale media. Practically Green laat consumenten weten welke andere deelnemers in hun netwerk ook een Eco-Dentistry badge hebben verdiend.
Vertrouwensband
Mede-oprichter Ina Pockrass van de EDA: De Eco-Dentistry Badge is een leuke en makkelijke manier om duidelijk te maken dat iedere kleine stap een verschil kan maken. Deze actie zal ook de dentale wereld stimuleren milieuvriendelijker te gaan werken. Een milieubewuste tandarts heeft immers de kans een speciale vertrouwensband op te bouwen met patiënten voor wie het milieu belangrijk is.
Meer informatie:
Eco Dentistry Assocation
Bron:
Dentistry
Het Engelse Department of Health heeft bijna 500 nieuwe en bestaande ideeën opgestuurd gekregen voor de Maps en Apps campagne. Met de apps wil het Engelse ministerie voor Volksgezondheid ervoor zorgen dat mensen ook apps gebruiken om hun gezondheid te verbeteren en indien nodig de dichtstbijzijnde gezondheidsinstelling te vinden, stelt Andrew Lansley, minister van Department of Health.
Bron:
Zorgvisie.nl
Philips houdt zich allang niet meer alleen bezig met verlichting en televisies. Ook behandelingen bij de tandarts behoren tot het aandachtsgebied van het Eindhovense merk. Nu hebben ze een ludieke iPhone-applicatie op de markt gebracht, waarmee de Zoom-behandeling wordt gepromoot. Die behandeling moet leiden tot wittere tanden. Met Philips Zoom op de iPhone kan je een foto maken of selecteren en een gebit daarop eenvoudig witter maken.
Reclamestunt
Het is natuurlijk een reclamestuntje, maar wel een leuke. Je selecteert of maakt ter plekke een foto en zoomt de foto vervolgens zover in, dat je het te bewerken gebit groot in beeld hebt. Vervolgens zet je een knop op de linkerkant van het gebit en een op het rechter uiterste. De app zet voorts een paar detectiepunten op het gebit neer, waarmee het wordt geselecteerd. Je kan de punten zelf verschuiven om de vorm correcter te maken. De volgende stap leidt je naar het magische resultaat.
De foto wordt dan weer op zijn originele formaat in beeld gebracht en onderin beeld prijkt een schuifbalk waarmee je de kleur van de tanden kan bepalen. Helemaal rechts in beeld staan de meest mogelijk witte tanden die je kan bedenken. Schuif de slider volledig naar links en je gebit lijkt niet meer te redden, zo geel. Met name de gele of zelfs bruine tanden, zien er vaak afschrikwekkend overtuigend uit. Helemaal rechts zijn de tanden in onze testjes vaak net iets te wit. Schuiven we de slider naar iets minder wit, dan lijkt ook die gebitsaanpassing realistisch.
Als je tevreden bent met het resultaat, sla je de foto op, of zet je hem op Facebook of Twitter. Ook versturen per e-mail is mogelijk. Philips Zoom is een grappige reclamestunt.
Bron:
Iphoneclub
De mogelijkheden voor e-health en selfmanagement worden nog onvoldoende benut. Er valt vooral buiten de zorg een productiviteitswinst van 1 miljard euro te behalen. Dat is de conclusie van twee onderzoeken die in opdracht van VWS zijn gedaan.
Het onderzoeksbureau APE heeft met de Universiteit van Maastricht voor vijf aandoeningen – astma, hartfalen, trombose, diabetes en depressie – in kaart gebracht wat de winst is van online dienstverlening, telezorg en andere ICT-toepassingen. Het leidt tot minder sterftes, minder ziekenhuisopnames en geeft patiënten meer regie over hun eigen leven. De onderzoekers becijferen in het rapport ‘E-health en selfmanagement’ dat grootschalige toepassing 1 miljard euro gezondheidswinst kan opleveren.
Profijt van e-health
Dat er niet voldoende wordt ingezet op e-health komt doordat het vooral partijen buiten de zorg zijn die de financiële voordelen van e-health genieten. Werkgevers, uitkeringsinstanties en verzuimverzekeraars profiteren als werknemers eerder en vaker aan het werk kunnen. Het ligt voor de hand om hen meer te betrekken bij de invoering van e-health en selfmanagement. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn soms huiverig om te investeren in e-health, omdat ze onvoldoende zicht hebben wat hun investering gaat opleveren qua doelmatigheid.
Ggz en e-health
In de ggz lijken de mogelijkheden voor e-health en selfmanagement onbegrensd. Wetenschappers van de Erasmus Universiteit noemen in het rapport ‘E-health: Face to Facebook’ talloze sites waar ggz-patiënten zelf testen kunnen doen. Van patiënten met een zwaardere problematiek, zoals eetstoornissen, is het mogelijk het eetpatroon te volgen. Psychiaters kunnen met die informatie veel sneller tot de kern van het probleem doordringen.
Keerzijde e-health
Maar e-health heeft een keerzijde als er niet goed is nagedacht wat de meerwaarde is voor een bepaalde doelgroep, waarschuwt hoogleraar Kim Putters. Patiënten kunnen de hele dag hun eigen ziektebeeld volgen. Dat is bij bepaalde patiëntengroepen, zoals manisch depressieven, juist helemaal niet goed. Dan zijn ze nog meer met hun ziekte bezig en worden ze nog afhankelijker van artsen. E-health is meer dan techniek. Het krijgt alleen zin in de dialoog tussen patiënten en behandelaars. Artsen moeten er goed over nadenken voor wie ze e-health gebruiken en hoe ze dat doen.
Bron:
Zorgvisie
Gebruik van social media biedt kansen, maar de grenzen tussen professionele en persoonlijke communicatie kunnen vervagen. De KNMG zet de belangrijkste digitale valkuilen en kansen voor artsen op een rij in de Handreiking Artsen en Social Media.
Social media vormen vaak nog onontgonnen terrein voor artsen, terwijl ruim tien miljoen Nederlanders er gebruik van maken. Dit dringt langzaam maar zeker ook door in de zorg. Er komen steeds meer online platformen met sociale netwerken waarbinnen artsen onderling en met patiënten interactieve dialogen aangaan en kennis en ervaringen delen. Ook LinkedIn en twitter worden steeds populairder. De KNMG wil dat het gebruik van eHealth, inclusief social media, een vanzelfsprekend onderdeel van de gezondheidszorg is. Tegelijk is het van belang dat artsen zich bewust zijn van mogelijke valkuilen. Wie zich in social media als arts profileert, zal zich bijvoorbeeld moeten realiseren dat ook privé uitlatingen in die hoedanigheid worden gedaan.
De 9 aanbevelingen op een rij
Lees de KNMG Handreiking Artsen en Social Media
De KNMG-handreiking is mede gebaseerd op richtlijnen van zusterorganisaties in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk.
Bron:
KNMG
Twee van de drie Nederlanders is van mening dat de zorgsector de mogelijkheden van ICT en internet nog te weinig benut. Dit blijkt uit de Ernst & Young ICT Barometer.
ICT te weinig benut
Uit de barometer blijkt dat Nederlandse publiek in het algemeen tevreden is over de prestaties van de gezondheidszorg in ons land. Met een rapportcijfer van 7,1 scoort de sector een ruime voldoende. De gezondheidszorg scoort vooral goed op onderdelen als kwaliteit, service en bereikbaarheid. Het laagst gewaardeerde onderdeel van de dienstverlening is de inzet van ICT. Tweederde van alle ondervraagden is van mening dat de zorgsector de mogelijkheden van ICT en internet nog te weinig benut. Volgens 60 procent van de ondervraagden is een versnelling van de implementatie noodzakelijk. Slechts een minderheid heeft vertrouwen heeft in een succesvolle afloop.
Contact via website of e-mail
Zorgverleners zijn overwegend mensgericht, wat op zich natuurlijk logisch is, licht Monique van Dijen, partner bij Ernst & Young Health Advisory Services, de uitkomst van de barometer toe. Vaak zijn ze echter minder bezig met ICT-toepassingen, waar de afnemers van zorg wel behoefte aan hebben. Uit het onderzoek blijkt dat ondervraagden veel meer via website of e-mail contact willen hebben met hun zorgaanbieder. Driekwart ziet toekomst in het online afhandelen van administratieve zaken, terwijl 57 procent veel verwacht van de elektronische uitwisseling van medische gegevens.
Verband
Volgens Ernst & Young is er een rechtstreeks verband tussen de kwaliteit van de zorg en de inzet van ICT. Aanbieders waarvan de zorgkwaliteit positief wordt beoordeeld, score ook goed voor wat betreft het gebruik van ICT. Andersom krijgen zorgaanbieders met een lage kwaliteitsscore ook op ICT-gebied een lage waardering. Dat laatste geldt met name voor de ouderenzorg, de ggz en de gehandicaptenzorg. In het onderzoek scoren de apotheek samen met tandheelkundige en paramedische zorgaanbieders het best op het gebruik van ICT.
Bron:
Skipr
Het plaatsen van een implantaat is geen spelletje. Toch valt er ook spelenderwijs veel te leren.
De Dental Implant Training Simulation is een toegepaste game, die tandheelkundige studenten en professionals beter leert werken met gebitsimplantaten. Het spel werd ontwikkeld voor het Medical College of Georgia.
In Nederland worden games al bijna dertig jaar toegepast voor de gezondheidszorg. Ze kunnen de effectiviteit van de zorg verbeteren, op het gebied van preventie, patiënteninformatie, therapie en educatie van professionals.
Het aantal toepassingen van health games en het aantal bedrijven en opleidingsinstituten dat zich hiermee bezighoudt, groeit de afgelopen jaren sterk. Volgens het Franse onderzoeksbureau IDATE zal de markt voor serious games in de zorg exploderen. Zij verwacht een jaarlijkse groei van 47 procent, met een totaal van 15 miljard euro in 2015.
Bronnen:
iZovator
Skipr
Kleine organisaties zijn helaas een gemakkelijk doelwit voor cybercriminelen. Met een simpel virus kunnen deze criminelen uw systeem platleggen, informatie wissen of zelfs stelen. Welke soorten digitale criminaliteit zijn er en hoe kunt u zich hier tegen wapenen? Een tweedelig overzicht.
Internet wordt steeds meer een eerste levensbehoefte: 90 procent van de Nederlanders is actief op internet in zijn vrije tijd. Nederlanders nemen echter weinig voorzorgsmaatregelen om zich te beschermen tegen de negatieve gevolgen van internetgebruik. Dit blijkt uit het Trendrapport “Computer- en Internetgebruik 2011” van de Universiteit Twente in opdracht van Digivaardig & Digibewust.
U kunt dagelijks te maken krijgen met digitale criminaliteit. Soms hebt u het niet eens in de gaten. Klantenbestanden kunnen bijvoorbeeld ongemerkt worden gestolen. Het is belangrijk dat u zich bewust wordt van de gevaren van cybercriminaliteit. Hoe meer u weet over de verschillende vormen, hoe beter u zich er tegen kunt wapenen.
Phishing
Phishing is een vorm van internetfraude. Internetgebruikers worden misleid door e-mails en websites die de indruk wekken dat ze afkomstig zijn van betrouwbare bedrijven, zoals banken. In werkelijkheid zijn deze e-mails en websites vervalsingen. Vaak wordt er in e-mails gevraagd om even inloggegevens te controleren. Op deze manier worden inlognamen, wachtwoorden en creditcardgegevens ontfutseld, met alle gevolgen van dien.
Omdat er steeds meer mensen slachtoffer worden van oplichting bij internetbankieren, komt de Nederlandse Vereniging van Banken met de campagne Veilig Bankieren. Hierin wordt men gewezen op de gevaren van internetbankieren, zoals phishing.
Voorkom dat u slachtoffer wordt van phishing!
Als u een e-mail ontvangt waarin gevraagd wordt naar persoonlijke gegevens, wees er dan altijd op bedacht dat het mogelijk om phishing kan gaan. Controleer het internetadres goed, want bij phishing er is altijd iets wat er niet klopt aan het internetadres (zoals een @ in het adres). Kijk ook of u in de e-mail persoonlijk wordt aangesproken. Betrouwbare bedrijven spreken vaak persoonlijk aan, bij phishing is dit bijna nooit het geval. Als de e-mail afkomstig lijkt te zijn van een bank, kijk dan of u gegevens moet verstrekken op de inlogpagina van de bank. Uw bank zal namelijk nooit ergens anders dan op de eigen inlogpagina om uw inloggegevens vragen.
Virussen
Een computervirus is een vorm van schadelijke software. Het is een computerprogramma dat zich kan nestelen in uw computerbestanden, bijvoorbeeld in bestanden van een besturingssysteem. Virussen worden als schadelijk beschouwd omdat ze ruimte innemen op uw computer en de snelheid van uw computer aantasten.
Wat kunt u doen tegen virussen?
Als u uw computer wilt beschermen tegen virussen of een al geïnfecteerde computer virusvrij wilt maken, dan is het verstandig dat u een virusscanner aanschaft.
Bekende softwarepakketten voor virusbestrijding zijn:
– McAfee
– AVG
Ook is het verstandig om back-ups te maken, voor het geval dat virussen alsnog toeslaan en belangrijke informatie wissen. KPN heeft momenteel een speciale Sinterklaasactie, waarbij u 50 procent korting krijgt voor een Back-up Online abonnement. Klik hier voor meer informatie.
Trojans
Trojans zijn programma’s die binnendringen op uw computer door zich voor te doen als een onschuldig programma (zoals een leuke screensaver of een kleine applicatie).
Als een trojan eenmaal is binnengedrongen in uw computer, kunnen hackers volledige controle krijgen over uw computer. Trojans dringen binnen met verschillende doelen: persoonlijke gegevens achterhalen, gegevens verwijderen of spam versturen uit uw naam.
Wat kunt u doen tegen Trojans?
Trojans worden vaak als bijlage meegestuurd met e-mails. Als u de bijlage opent, wordt de trojan toegelaten tot uw systeem. Open daarom nooit een bijlage met daarin uitvoerbare bestanden, zoals .exe en .vbs. Ook wordt er tijdens het surfen op internet wel eens gevraagd om een bepaald programma te downloaden of installeren. Als u de pagina niet kent en het ziet er verdacht uit, download of installeer het programma dan niet.
Er zijn allerlei programma’s die trojans buiten de deur kunnen houden. De meeste virusscanners kunnen gebruikt worden om trojans mee op te sporen.
Bron:
Business Compleet
Uw eigen eetcoach op de smartphone. Voortaan kan het met de Eet Wijzer App van het Voedingscentrum. Hij leest uw persoonlijke agenda en geeft praktische tips op het moment dat ze nodig zijn. Bijvoorbeeld als u aan het werk bent, een bruiloft hebt of gaat sporten.
Uit onderzoek blijkt dat 41% van de Nederlanders graag gezonder wil gaan eten. Maar dit is voor velen toch een lastige opgave. Meer dan de helft (57%) heeft behoefte aan meer praktische informatie. Daarom introduceert het Voedingscentrum de gratis Eet Wijzer app, die laat zien waar kansen liggen voor een gezondere leefstijl.
Na het scannen van uw persoonlijke agenda op de smartphone geeft de app aan op welke gebieden er ruimte is voor verbetering, passend bij de persoonlijke leefstijl. Denk bijvoorbeeld aan regelmatiger eten, gezonder kiezen, kleinere porties, gevarieerder eten of een goed voorbeeld geven aan de kinderen.
Gedurende twee weken krijg je 8 tips die passen bij de dagelijkse activiteiten. Op het trefwoord Kerst kan de tip bijvoorbeeld zijn om bijvoorbeeld lekker samen met de kinderen een kerstmenu te koken of om niet alle kerstsnacks tegelijkertijd op tafel te zetten. Na twee weken vindt er weer een agendascan plaats voor nieuwe tips.
De Eet Wijzer app is gratis te downloaden voor iPhone en Android-telefoon.
Bron:
Voedingscentrum
DM Creatieve Communicatie is doorgedrongen tot de tien finalisten bij de B2B App Award, een verkiezing voor de beste zakelijke apps voor smartphones en tablets. Het Haarlemse communicatiebureau heeft de verkiezing gehaald met een iPhone app voor Vertex Dental, een leverancier van tandheelkundige materialen.
Gemakkelijker bestellen
Aan de verkiezing van de B2B App Award nemen veel grote en bekende bedrijven deel. Vertex Dental heeft DM Creatieve Communicatie in de arm genomen om het tandheelkundige laboratoria gemakkelijker te maken materialen te bestellen. De app is ook inzetbaar voor het volgen van nascholingen via Youtube en voor het automatisch vinden van de dichtstbijzijnde distributeur. Verder bevat de app een corporate film van het bedrijf. Al eerder had Vertex Dental de communicatie met haar afnemers eenvoudiger gemaakt via QR-codes waarmee artikelen kunnen worden gescanned.
Zakelijke websites en apps
Helemaal als een verrassing komt de nominatie niet, constateert Marco Mok van DM Creatieve Communicatie. “We zijn een bureau dat gespecialiseerd is in het maken van zakelijke websites en apps. Dat doen we voor een brede groep van opdrachtgevers, waaronder ook bedrijven in de farmasector. We maken zowel apps voor het iOS, het besturingssysteem van Apple, als voor Android.”
Bron:
Ondernemersbelang
Vandaag lanceert Scanwork een iPhone App die een bijdrage kan leveren in de bevordering van therapietrouw. Therapietrouw is voor patiënten van groot belang om het maximale effect te kunnen bereiken in een behandeling.
Hardnekkig probleem
Alleen al in Nederland is sprake van honderdduizenden medicijngebruikers die moeite hebben hun medicatie op het juiste tijdstip in te nemen. Wereldwijd is therapietrouw een bijzonder hardnekkig probleem. Meer dan een kwart van de medicijngebruikers met een chronische aandoening neemt zijn medicijnen niet trouw in. Een ongewenste situatie, met tal van negatieve (bij)effecten.
My Medicine biedt de gebruiker comfort en gemak. Patiënten kunnen hun medische gegevens, waaronder hun medicijnen inname schema, vastleggen en raadplegen. Door de geavanceerde alertfunctie is het vergeten mijn medicijn in te nemen verleden tijd.
Pil count system
Ook kent My Medicine een Pill count systeem, waardoor continu inzicht is wanneer er opnieuw medicijnen moeten worden besteld. De journaal functie biedt voor huisartsen en specialisten de mogelijkheid om het gebruik en effect van een nieuw medicijn te monitoren.
Extra functies
De App is niet uitsluitend bedoeld voor patiënten. Ook voor niet medicijngebruikers biedt de App tal van functies en mogelijkheden Je eigen persoonlijke medische dossier, altijd bij de hand. Zo kan je bijvoorbeeld al je medische gegevens en medische contactpersonen (huisarts, zorgverzekeraar e.d.) vastleggen. Of met de zoekfunctie, bij een calamiteit tijdens verblijf in het buitenland, direct het dichtstbijzijnde ziekenhuis of apotheek in beeld krijgen.
Nederlands en Engels
My Medicine (vanaf heden in de Appstore verkrijgbaar) wordt gelanceerd in het Nederlands en Engels (andere talen zullen volgen) en kent twee versies: de gratis Lite versie en de betaalde Pro versie (My Medicine Plus).
Voor meer informatie ga naar www.mymedicineplus.com.
Bron:
Zorgplanet
Het UMCN St. Radboud wil eHealth vanaf volgend jaar een plaats geven in het curriculum van de studie geneeskunde. Dat zei Lucien Engelen van het Radboud REshape & Innovation Center tijdens de e-Patient Bootcamp.
Zoeken naar geschikte methode
Volgens Engelen was het nog ’te prematuur’ om meer gedetailleerd op het onderwerp in te gaan. Samen met andere partijen zoekt de instelling nog naar een geschikte methode. Nu al biedt het UMCN keuzeblokken – masterclasses – over het onderwerp. Engelen: “De studenten moeten snappen waar hun doelgroep zit en ook moeten ze leren om zich aan te passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Patiënten willen op een andere manier met de zorgverleners communiceren.”
Bootcamp
De e-Patient Bootcamp werd bezocht door ruim 60 geïnteresseerden uit de zorgsector. Zij werden toegesproken door e-Patiënt Dave (Dave deBronkart) uit de Verenigde Staten. deBronkart overleefde een sterk uitgezaaide nierkanker. Mede doordat hij gebruik maakte van informatie die hij verzamelde via internet en omdat hij de ontwikkeling van zijn ziekte goed bijhield kon hij zijn behandelend artsen optimaal bijstaan. Sindsdien reist hij de wereld rond om over zijn ervaringen te spreken.
Systeemfout
Volgens deBronkart is het een fout in het systeem om te denken dat alleen zorgverleners waarde kunnen toevoegen. Alleen patiënten weten volgens hem wat patiënten willen weten. Als zij goed geïnformeerd zijn kunnen patiënten beter meedenken en kunnen ze ingrijpen als er een fout wordt gemaakt. Dat zorgt voor hogere efficiëntie en veiliger zorg.
Paradigmashift
eHealth wordt door pleitbezorgers gezien als een paradigmashift. Zoals Engelen stelde: nu zit de patiënt achterin een luxe limousine. Hij is van alle gemakken voorzien, maar heeft geen idee waarheen de chauffeur hem voert. eHealth zorgt voor een gelijkwaardiger communicatie en verdeling van informatie, waarna de patiënt bijrijder (met goede routekaart) wordt van de behandelend arts.
Wetgeving
Op gebied van privacywetgeving en financiering moeten echter nog de nodige hobbels genomen worden, stelt Engelen. eHealth-toepassingen moeten worden opgenomen in de regelingen voor ketenfinanciering om het rendabel te maken. Een belangrijke slag op het gebied van bekostiging is inmiddels geslagen: het ministerie van VWS wil eHealth inzetten om in de gezondszorg de dienstverlening en de doelmatigheid te verbeteren.
Bron:
Skipr
De overheid stelt als één van de randvoorwaarden van vrije prijsvorming dat praktijken een prijslijst publiceren op hun website vanaf januari aanstaande. Welke informatie plaatst u op uw website? Voorbeelden van goede praktijkwebsites.
Welke informatie?
Voor patiënten is het prettig de volgende informatie op uw praktijkwebsite terug te kunnen vinden:
Onderscheidend
Daarnaast is het belangrijk aan te geven op welke punten uw praktijk zich onderscheidt van die van uw collega’s. Heeft u een grote, goed georganiseerde praktijk? Een middelgrote praktijk waar alle disciplines aanwezig zijn. Of heeft u een kleine praktijk waarbij persoonlijke aandacht hoog in het vaandel staat. Misschien biedt u wel een combinatie hiervan aan. Een patiënt proeft graag via uw website wat meer over de sfeer in uw praktijk.
Extras
Naast de basis informatie kom je veel meer tegen op de huidige websites; van een filmpje met een tour door de praktijk tot chatten met één van de behandelaars. Een slideshow van fotos van de praktijk en bijpassende muziek of een welkomstberichtje zijn ook leuke extras. Deze persoonlijke toevoegingen maken uw website aantrekkelijker.
Ook opleiding en nascholing van het team kunt u vermelden op uw website. Het vermelden van uw lidmaatschap van het KRM/KRT kan uw patiënt eveneens meer vertrouwen geven.
Ontwikkeling van uw website
Een eenvoudige website met basis informatie kunt u gemakkelijk zelf maken. Bent u niet zo handig hierin of heeft u geen tijd hiervoor, dan kunt u er ook voor kiezen een website door een webdesigner te laten ontwerpen en te onderhouden. Een derde optie is het kiezen van een basis tandheelkundewebsite waarbij u zelf de details invult. Diverse aanbieders zijn actief in deze markt.
Voorbeelden
Hieronder ziet u een aantal voorbeelden van leuke, duidelijke en soms ook vernieuwende websites.
Geertsema Tandartsencombinatie, Groningen, www.tandartsencombinatie.nl
Mondclinic, Rotterdam, www.mondclinic.nl Mondzorgkliniek Oud-Beijerland, www.mondzorgkliniek-oudbeijerland.nl
Tandheelkundig Centrum Nederland, Alkmaar, www.tcn.me
Fraai tandartsen, Rotterdam www.fraaitandartsen.nl
Door: Melissa Link, mondhygiënist
Minister Edith Schippers steunt het plan dat Nictiz heeft ingediend voor een doorstart van het Landelijk Schakelpunt (LSP), de motor van het Landelijke EPD. Dat blijkt uit een brief die de minister aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De minister kan zich vinden in de randvoorwaarden die Nictiz voor een doorstart heeft geformuleerd. Het is de bedoeling dat de zorgsector zelf de verantwoordelijkheid overneemt voor het in stand houden van het EPD. Dit is noodzakelijk geworden nadat de Eerste Kamer eerder dit jaar het benodigde wetsvoorstel voort het EPD verwierp. Nictiz houdt een rol, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van standaarden.
Doorstartmodel
Al eerder kwamen de contouren van het Doorstartmodel Landelijke Infrastructuur naar buiten. Nictiz draagt het beheer van het Landelijk Schakelpunt over aan een neutrale partij: het Servicecentrum Zorg Communicatie (SZC). Een Vereniging van Zorgaanbieders draagt in het model de verantwoordelijkheid voor de informatieuitwisseling.
Opzet behouden
Het LSP is een datakoppelaar. Op basis van het Burgerservicenummer (BSN) van de patiënt wordt via het LSP de inhoud van het medisch dossier voor iedere zorgverleners beschikbaar gemaakt. De feitelijke gegevens blijven daarbij op de harde schijf van de zorgverlener staan. In het doorstartmodel wordt die opzet gehandhaafd.
Tijdspad
Nictiz wil eind september de overeenkomst met de op het huidige LSP aangesloten zorgverleners opzeggen. Gelet op de opzegtermijn, is het LSP dan vanaf 1 januari 2012 uit de lucht. Vanaf die datum zou een neutrale partij de dienst dus moeten overnemen. De koepels van huisartsen, apothekers en huisartsenposten kijken momenteel naar de mogelijkheden hiervoor. Naar schatting is jaarlijks een budget van 7 tot 10 miljoen euro nodig voor het LSP, een bedrag dat door de zorgaanbieders zelf moet worden ingelegd. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft al aangegeven dat het bedrag in de zorgproducten verrekend kan worden.
Voorwaarden
Eén van de randvoorwaarden die Nictiz aan een veilige overdracht stelt, is dat op 1 november 2011 minstens 70 procent van het benodigde budget binnen moet zijn. Op basis van de privacywetgeving moeten bovendien alle Burgerservicenummers die in het LSP zijn opgeslagen verwijderd worden. Omdat het LSP in particuliere handen komt, moeten burgers na de doorstart expliciet toestemming geven voor het uitwisselen van hun medische gegevens via LSP.
Continuïteit
Nictiz stelt dat sluiting van het huidige LSP aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg en elektronische communicatie. Als de overdracht niet op tijd geregeld is, moeten zorgaanbieders bijvoorbeeld tijdelijk kunnen terugvallen op oudere systemen.
Voorlichting
Minister Schippers geeft in haar reactie aan dat ze alle Nederlanders via een huis-aan-huis-brief op de hoogte zal stellen van de wijzigingen. Daarvoor heeft ze een budget van 2,5 miljoen euro gereserveerd. (Daan Marselis)
Bron:
Skipr
In de gezondheidszorg kun je op allerlei manieren profiteren van het sociale netwerk Twitter. Dit Zorgvisie-boekje is een handleiding voor mensen die graag willen starten met twitteren en voor mensen die Twitter op een effectievere manier willen gebruiken.
Zo vind je uitleg over de terminologie en leer je een profiel opstellen. Ook staan er tips in het boekje voor het uitbreiden van je netwerk en het inzetten van Twitter voor professionele doeleinden.
E-healthonderzoeker Lisette van Gemert verwacht veel van de toepassing van informatietechnologie in de gezondheidszorg. Artsen schaffen nog te vaak technologie aan vóórdat ze kijken wat de gevolgen zijn voor het innoveren van de zorg. Terwijl het andersom moet. Artsen die aan de slag gaan met e-health, doen er verstandig aan om eerst eens goed te kijken wat er in de social media allemaal al gebeurt, zegt universitair hoofddocent Lisette van Gemert. Dan ontdekken ze onder meer dat behoeften van patiënten verder gaan dan het vergaren van evidence-based informatie.
Termen
In het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) zitten mensen ijverig tweets te analyseren. Wat schrijven de twitteraars over de gevaren van roken of de griep? Het instituut past zijn website met patiënteninformatie over infecties en preventie hierop aan. Twitteranalyse liet bijvoorbeeld zien dat de term H1N1 vaker werd gebruikt op Twitter dan varkensgriep. Zo wist het CDC dat het bij de voorlichting over de uitbraak ook het beste die term kon gaan gebruiken.
Een schoolvoorbeeld van hoe je social media kunt gebruiken in de zorg, vindt Lisette van Gemert. De universitair hoofddocent van de faculteit Gedragswetenschappen aan de Universiteit Twente is tevens hoofd van het Center voor eHealth Research & Disease Management. Ze begeleidt een tiental promovendi die onderzoek doen op dit gebied, bijvoorbeeld naar persuasieve technologie en participerend ontwerpen via social media.
Afstemmen voorlichting
De vakgroep past de CDC-methode momenteel zelf toe in een analyse van tweets rond de uitbraak van de EHEC-bacterie. Een marktonderzoek naar informatiebehoefte is daarmee overbodig, aldus Van Gemert. Steeds meer mensen raadplegen eerst hun volgers en vrienden voordat ze naar de huisarts gaan. Met tweetanalyse zie je wat er leeft onder de mensen en daar kun je je voorlichting op afstemmen.
De tweets geven een minder vertekend beeld dan sommigen denken, want het zijn niet alleen pubers en bekende Nederlanders die twitteren, zegt de hoofddocent. In tegendeel. De gemiddelde twitteraar is 39 jaar oud. Het gebruik onder ouderen stijgt enorm. Ze hebben tegenwoordig allemaal een smartphone en in tegenstelling tot wat iedereen denkt, zijn ze heel actief op Twitter.
Duidelijke taal
Analyse van de opmerkingen en reacties van websitebezoekers is een andere manier om informatie over de doelgroep te vergaren. Die methode heeft veel goeds gedaan voor www.MRSA-net.nl, een website die de Twentse vakgroep samen met Duitse partners in de grensstreek heeft ontwikkeld. Zorgverleners en patiënten kunnen op de website open vragen stellen over de resistente bacterie en het antibioticabeleid, en aan de hand van deze vragen wordt de aangeboden informatie verbeterd. Hard nodig, want mensen bleken op websites als die van het RIVM en Kiesbeter.nl te verdwalen in een oerwoud aan informatie.
Van Gemert pleit ervoor dat zorginstellingen voortdurend snel en direct met mensen communiceren, bijvoorbeeld via een digitaal platform op een website, dwars over alle ambtelijke organisaties heen. Maak ook een kanaal voor social media, want patiënten willen snel weten wat anderen doen en ervaren. Dat de informatie niet duidelijk te geven is omdat er geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar is, moet je ook aangeven. Zeker dan kunnen patiëntervaringen aanvullende informatie geven, aldus Van Gemert.
Informatie voor zorgverleners
Ook zorgverleners hebben wel eens behoefte aan informatie die niet in de literatuur te vinden is, zo bleek uit bezoekersonderzoek. Van Gemert: We zagen dat zorgverleners de patiënteningang gebruikten, bijvoorbeeld met de vraag of je tijdens zwangerschap een MRSA-patiënt kan verzorgen, of dat beter aan een collega kan overlaten. Dergelijke praktijkinformatie staat niet in de protocollen van de Werkgroep Infectie Preventie, en was daardoor niet te vinden via de zorgverlenersingang. De patiënteningang leidde wel tot deze praktische informatie.
Vijf tips voor beginners
E-healthonderzoeker Lisette Van Gemert heeft vijf tips voor beginners:
Tip 1: Technologie wordt als zelfstandige eenheid gezien die dingen oplost, maar het is een onderdeel van het zorgproces. Neem daarom het hele zorgproces goed door en kies dan pas, samen met de partners, voor een bepaalde technologie.
Tip 2: Als arts blijf je de spil van het zorgproces. Zeker bij samenwerking zijn er financiële consequenties en gevolgen voor de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Doorloop verschillende scenarios en maak plenair afspraken. Nuttig hierbij zijn de businessmodellen die het Centre for eHealth research and Disease Management van de Universiteit Twente heeft ontwikkeld. Tevens is er een vijfstappenplan voor het kiezen van het juiste businessmodel.
Tip 3: Vraag hulp bij doelgroeponderzoek en evaluatie.
Tip 4: Stuur continu bij, en kies daarom voor technologie die makkelijk en goedkoop updates kan verwerken.
Tip 5: Heb realistische verwachtingen. E-health is geen toverlantaarn.
Bron:
Medisch Contact
Een aantal koepelorganisaties van huisartsen en apothekers concludeert dat het elektronisch patiëntendossier (EPD) toch kan worden ingevoerd. Het EPD, waarmee artsen medische informatie over patiënten kunnen uitwisselen, sneuvelde dit voorjaar in de Eerste Kamer. De senatoren vreesden dat de privacy van patiënten onvoldoende kon worden gewaarborgd. Aan de jarenlange voorbereiding van het megaproject was toen al ongeveer 300 miljoen euro besteed.
Voorstel
De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de apothekersorganisatie KNMP en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) hebben een vertrouwelijk voorstel gepresenteerd om toch een digitaal patiëntendossier te kunnen invoeren dat de privacy van de patiënt volledig garandeert. Dit voorstel is in handen van het ANP.
Verhoging tarieven
Het EPD zou voortaan Servicecentrum voor Zorgcommunicatie gaan heten. Het plan zou 10 miljoen per jaar kosten. Zorgverzekeraars zouden bereid zijn de kosten te dragen. Ze zouden die doorberekenen via een verhoging van de tarieven die artsen en apothekers voor hun werk krijgen.
Nictiz, de organisatie die belast was met de oprichting van het EPD, heeft na het afblazen van het project opdracht gekregen te onderzoeken of een doorstart mogelijk is. Bronnen rond de vijf koepelorganisaties zeggen goede hoop te hebben dat Nictiz hun voorstel heeft overgenomen. De organisatie zou minister Edith Schippers van VWS inmiddels hebben geïnformeerd over haar standpunt.
Patiëntveiligheid
Een woordvoerder van Nictiz bevestigt dat de brief aan de minister is verstuurd, maar wil niet ingaan op de inhoud van het advies. De vijf belangenorganisaties van artsen en apothekers vinden dat een centraal patiëntendossier een belangrijk middel is om de patiëntveiligheid te verbeteren. Als patiënten, zoals bij bijvoorbeeld senioren veel voorkomt, behandeld worden door diverse artsen, kunnen die hun behandelingen op elkaar afstemmen. Dat voorkomt veel medische complicaties.
Bron:
Zorgvisie
Artsen zien voordelen én gevaren van het gebruik van nieuwe media. In sommige landen zijn ze er al toe overgegaan om richtlijnen hierover te maken. Dat blijkt uit verschillende bijdragen in The Lancet van deze week.
Dezelfde zorgen kwamen waarschijnlijk ook op toen honderd jaar geleden de telefoon werd geïntroduceerd.’
Zo rapporteren Taiwanese artsen hoe ze uit frustratie over de drukte op de spoedeisende hulp en het gebrek aan maatregelen daartegen van de overheid, een Facebookgroep vormden rond het thema. Eén van de groepsleden linkte vervolgens naar de Facebookpagina van de Taiwanese minister van gezondheidszorg. De minister werd vriend van de groep en nam actief deel aan de discussie over de heikele kwestie. De bewindsman bezocht vervolgens onaangekondigd tien spoedeisendehulpposten in tien verschillende steden en verzekerde iedereen dat hij geld beschikbaar zou stellen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Volgens betrokkenen bewijst deze actie hoe met behulp van sociale media rigide hiërarchische structuren doorbroken kunnen worden.
Dezelfde zorgen honderd jaar geleden bij introductie telefoon
Andere artsen vragen zich in The Lancet af of zij patiënten nog zullen uitvragen over persoonlijke aangelegenheden als informatie daarover via hun Facebookprofielen gemakkelijk toegankelijk is. En of ze zich bedreigd zouden voelen als ze zouden merken dat patiënten online met elkaar discussiëren over de manier waarop ze behandeld worden. Ze geven zelf het broodnuchtere antwoord: Dezelfde zorgen kwamen waarschijnlijk ook op toen honderd jaar geleden de telefoon werd geïntroduceerd. We moeten de gelegenheid te baat nemen met deze nieuwe technologie de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidszorg te verhogen en de kennis onder de bevolking over ziekte en gezondheid te verbeteren.
Richtijnen
Maar het is toch goed om waakzaam te zijn. Daarom hebben de Australian Medical Association, de New Zealand Medical Association en de Australian and New Zealand Medical Students Association alvast een reeks eenvoudige richtlijnen opgesteld over hoe artsen op een prudente manier met sociale media zouden moeten omgaan en met welke dilemmas ze daarbij te maken kunnen krijgen.
Bron:
Medisch Contact
Bij het (vervolg)debat in de Eerste Kamer bleek dat een meerderheid van de Kamerleden tegen de wet is die de komst van een landelijk EPD regelt.
Volgens de NPCF (Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie) kan een landelijk EPD juist bijdragen aan de verbetering van de huidige praktijk van de uitwisseling van medische gegevens. De patiëntenrechten die betrekking hebben op elektronische uitwisseling van medische gegevens worden daarin juridisch verankerd en er zou een duidelijkere juridische basis onder de landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van medische gegevens komen.
De Eerste Kamer stemt volgende week dinsdag over het wetsvoorstel
Moet elke praktijk zelf het wiel uitvinden? Uiteraard niet. Bekijk de video over de Dental Management Toolkit Database met 200+ documenten en video’s voor praktijkmanagement.