Een goede opvoeding: So die BBOFTT!

Kind - ouder

Als u gedrag van kinderen wilt veranderen, is het wezenlijk dat u de ouders echt raakt. Confrontatie leidt tot actie; pas als dokter of tandarts overgewicht ter sprake brengen, schrikken ouders wakker. Maar vergeet ook het schouderklopje niet.

Preventie kan een succes zijn, stelt dr. Monique L’Hoir van TNO. Dat bewijst volgens haar de campagne om het aantal gevallen van wiegedood terug te dringen. L’Hoir sprak op 8 oktober tijdens het najaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde.

Goede gewoontes inslijpen
Het advies is om niet bepaald gedrag te gaan verbieden. Want wat niet mag, is voor kinderen vaak aanlokkelijk. Slimmer is het om goede gewoontes te laten inslijpen. Maar dat is best moeilijk als er naast de kassa op ooghoogte lekkernijen liggen, en dan ook nog in de aanbieding…

Omgeving
De omgeving maakt het heel moeilijk om gezond te leven, zegt L’Hoir:”De porties van eten en drinken zijn groter geworden dan gezond voor ons is. We kunnen kiezen tussen een kleine, een medium en een grote koffie, terwijl die kleine koffie een normaal formaat heeft. Een onderzoek in de VS leert dat ouders ‘french fries’ scharen onder groentes. French fries zijn frietjes! Helaas zijn de prijzen van groente en fruit flink gestegen, terwijl ongezonde voeding goedkoop blijft.
Natuurlijk mag er dagelijks worden gesnoept; een snoepje, een koekje… geen probleem. Na school is dat een goede gewoonte. Dan tot de maaltijd niets meer, en dat elke dag als een vanzelfsprekendheid presenteren aan je kinderen. Daar hebben kinderen wat aan! Daarvoor geldt: ‘lekker en gezond’, omdat het een gewone portie is en op een duidelijke manier is ingepast in het gewone leven, lekker is en gezond.”

Waar gaan we de mist in?
Opvoeden begint al bij de geboorte. Een baby die vastgeketend zit in een wipstoel voor de televisie kan nauwelijks bewegen en wordt al helemaal niet gestimuleerd om zijn omgeving te gaan verkennen. Niet doen dus.
Waar gaan we nog meer de mist in? L’Hoir geeft aan dat 17% van de vierjarigen een televisie op de slaapkamer heeft. En 8% van de tweeëneenhalf-jarigen. “Het liefst met wat snoep onder het bed. Het koppelen van eten aan televisie kijken, zorgt ervoor dat elke keer dat het kind naar de tv kijkt, het ook graag wat wil eten. En we weten allemaal dat het geen worteltjes en komkommertjes zijn waar het dan zin in heeft.” Ook mag 20% van de kinderen volgens L’Hoir zelf beslissen of ze tv gaan kijken. “Bovendien gaat de tv op de slaapkamer regelmatig niet op tijd uit, waardoor het kind te laat gaat slapen.”

Tussendoortjes
En dan zijn er nog de tussendoortjes op school:“Tegenwoordig krijgen kinderen drinken en eten mee naar school, vaak een pakje frisdrank of sap en een koek. Kinderen hebben dit helemaal niet nodig. Als een kind echt dorst heeft, kan het beter water drinken. Tussen de middag moet er uiteraard geluncht worden, maar tussendoortjes zijn eigenlijk niet nodig. Bij erosie wordt er vaak geadviseerd om een rietje te gebruiken. Maar helaas kauwt 60% op het rietje… en de onlangs gepromoveerde tandarts Dien Gambon beschrijft hoe ongunstig dit is voor het gebit, onder andere het glazuur. Je kunt het vergelijken met ‘gorgelen met cola’.

So die BBOFTT!
Wat doen we eraan? Voor ouders is een ezelsbruggetje verzonnen: SO die BBOFTT. Dit staat voor: Slaap, Opvoeding, Borstvoeding, Buitenspelen, Ontbijten, (weinig) Frisdrank, (weinig) Tv, (weinig) Tussendoortjes. Wellicht ten overvloede:

  • Een kind heeft veel en regelmatige slaap nodig.
  • Goed opvoeden is gezaghebbend opvoeden. De ouders hebben gezag en gebruiken gezag. Dat is wat anders dan ‘macht’. Het betekent dat er duidelijke regels en afspraken zijn en tegelijkertijd liefde en warmte is.
  • Borstvoeding helpt; het kind laat de ouder duidelijk zien wanneer het voldoende heeft en de zelfregulatie van het kind wordt hierdoor minder verstoord. (Hoeveel ouders zetten het flesje nog even in de magnetron om “het restje nog even te geven”?)
  • Een ontbijt is ontzettend belangrijk voor de energie van het kind en een goede spijsvertering.
  • Frisdrank bevat veel suikers en zuur en is dus niet aan te raden.
  • De Tv is hierboven reeds besproken.
  • Tussendoortjes, te vaak en te groot, leiden tot overgewicht en cariës.

“Maar”, zo vindt L’Hoir, “Men kan ook doorslaan in het gezond willen opvoeden van kinderen. Zo wordt er vaak te veel druk gegeven bij het eten van groente. Doordat de intonatie van de ouder bij het aansporen tot het eten van groente niet al te vriendelijk is, ervaart het kind de groente als iets onaangenaams. Een mopperende moeder en het eten van groenten kan in één maaltijd aan elkaar worden gekoppeld. Denk hierbij maar aan het klassieke voorbeeld van ‘Pavlov, de bel, de hond en het eten’.
Het wordt nog erger als een zoet toetje wordt ingezet als beloning. Belonen met zoetigheid, eten of toetjes, is pedagogisch heel onhandig. Goed belonen is belonen met complimentjes, een aai over de bol of samen iets leuks doen. Het koppelen van goed gedrag aan toetjes en beloningen, kan leiden tot zogenaamde ‘emotie-eters’.
Tijdens het eten is het belangrijk dat er over van alles en nog wat wordt gepraat, behalve over het eten zelf. Zo wordt er vaak beter gegeten dan wanneer ouders er bovenop zitten en de groente naar binnen wordt ‘gedwongen’.”

Actieve benadering
De rol van de kindertandarts, aldus L’Hoir, is om de risicogroep actief te benaderen, niet op een bestraffende, maar juist op een opbouwende manier. ”Motivational interviewing is een techniek om motivatie te verhogen. De kracht hiervan is dat je het kind of de ouder zelf laat formuleren wat ze zouden willen en kunnen doen aan een (beginnend) probleem. Als het in de buurt komt van wat je graag hoort, bekrachtig je dit meteen, geef je een compliment en ga je meteen afspraken maken en doelen stellen. Natuurlijk niet te hoog, want gedragsverandering is moeilijk en gaat in kleine stapjes. Die doelen zijn dan gemaakt door de ouders en het kind zelf en als het geformuleerd is door diegenen die het gedrag moeten laten zien, is er veel meer kans dat het ook gebeurt. Een samenwerking met de jeugdarts van het consultatiebureau, de medewerkers van kinderdagverblijven en naschoolse opvang, kinderartsen, huisarts, leerkrachten, burgemeesters en wethouders én tandartsen, kan de pandemie van overgewicht in goede banen leiden.”

Positieve manier
De gouden regel is volgens L’Hoir: “Empower ouders en kinderen in wat ze goed doen, complimenteer ze en verwoordt het positief. Bijvoorbeeld: ‘Als je een beker frisdrank drinkt en daarna gewoon water, dan word je niet alleen een schoonheid, maar dan hoef ik ook niet jouw tandjes te boren.’ Wijs dan achteloos eens naar de grootste boor… want een klein beetje angst kan geen kwaad. Je maakt een afspraak met ouders en kind over frisdrank en snoep, en het mooiste zou zijn dat ze via de site van de tandarts aan de assistente kan laten weten hoe het met haar gaat. Daar kan ze dan een prijs mee winnen…!
Als de tandarts, de huisarts, de jeugdarts en de kinderarts allemaal hetzelfde propageren op een positieve manier, dan hebben we kans dat onze populatie in de tandartsstoel blijft passen!”

Bron:
Verslag van het najaarscongres van de NVvK
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *