Efficiënte desinfectie en irrigatie van wortelkanalen
Met alleen instrumenten krijgt u het wortelkanaal niet schoon: maximaal 50% van het wandoppervlak is mechanisch te reinigen. Welke spoelmiddelen en irrigatiesystemen kunt daarnaast gebruiken?
Verslag van de lezing van endodontoloog Linda Peters, tijdens het TP congres Endo meets Resto, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum.
Het algehele slagingspercentage van de endodontische behandelingen stijgt niet, maar blijft hangen rond de 83%. Dit ondanks alle ontwikkelingen en verbeteringen op dit vakgebied. Dit blijkt direct gerelateerd te zijn aan infectie:
- Element met parodontitis apicalis: 79% succes
- Element zonder parodontitis apicalis: 94% succes
Er is geen succesvolle en effectieve desinfectie mogelijk zonder rubberdam, dit moet u dus altijd gebruiken.
Bacteriën
Bacteriën zitten in de dentine tubuli en in de ovale extensies: ze zitten overal. Er zijn vrije bacteriën en bacteriën die in een biofilm zitten. Er is een groot verschil tussen deze vrije zwemmers en de biofilm. In een biofilm verandert de bacterie zijn genen, waardoor deze minder ontvankelijk is voor desinfectiemiddelen of antibiotica. Dit blijkt voor elke bacterie en voor elke middel ertegen te gelden.
Irrigatie
Met puur alleen instrumenten is het kanaal niet schoon te krijgen. Maximaal 50% van het wandoppervlak is mechanisch te reinigen. Het hoofddoel van de preparatie met instrumenten is de irrigatie, waarmee desinfectie plaatsvindt en het vullen van het kanaal.
Spoelmiddelen
- Natriumhypochloriet (NaOCl): de gouden standaard. Het heeft weefseloplossende eigenschappen bij 1-2% en daarnaast is het zeer effectief gebleken op de biofilm bij 3-4%. Bij verwarmen (tot koffiehitte) wordt de effectiviteit van de vloeistof groter, maar is deze wel minder lang actief.
- EDTA: een zwak zuur dat NaOCl opheft. Daarom kunt u dit pas na de behandeling gebruiken als er voldoende is gespoeld met NaOCl. Het lost de inorganische component los, oftewel de smeerlaag in het wortelkanaal die de tubuli blokkeert, maar het is alleen effectief in direct contact met kanaalwand.
- Chloorhexidine: minder desinfectie mogelijk, dus geen standaardmiddel. Het heeft ook geen weefseloplossende eigenschappen.
Er komen binnenkort twee nieuwe middelen . Hun toegevoegde waarde is echter nog niet aangetoond. Dit zijn:
- Qmix: EDTA met Chloorhexidine
- MTAD: tetracycline met een zuur en een zeep. De vraag bij dit middel rijst of er in dit geval nu niet sneller resistentievorming optreedt van bacteriën, omdat er een antibioticum in verwerkt is. Daarnaast is een antibioticum op een biofilm vaak niet effectief genoeg. Als het bacteriën niet doodt, maak het ze sterker, dus dit middel moet sterk in twijfel worden getrokken.
Irrigatiesystemen
De keuze van een irrigatiesysteem is afhankelijk van:
- Irrigatie: de soort en de hoeveelheid (constant nieuwe vloeistof)
- De dimensie van het kanaal
- De anatomie van het kanaal
De terugstroom van de irrigatievloeistof is van groot belang. De tapering van het kanaal is hier van grote invloed op. Het verbetert de constante verversing van de vloeistof. Het spoelen zelf is effectief in het verwijderen van los debris, maar het verwijdert geen pulpaweefsel.
Daarnaast is de activatie van de vloeistof belangrijk. De dynamische handactivatie volgens Machtou is zeer effectief gebleken, alleen dient per kanaal de beweging van een guttaperchastift tot 200 keer herhaald te worden. Daardoor zijn de sonische en ultrasone apparaten zeer handig gebleken. Het is hierbij wel van groot belang dat de trillende vijl niet tegen de wand wordt gehouden. Deze moet vrij in het kanaal kunnen bewegen. Dit dient dan ook aan het einde van de behandeling plaats te vinden, wanneer het kanaal volledig is geprepareerd.
- Sonisch: lagere frequentie, alleen de punt van de vijl beweegt, geen cavitatie
- Ultrasoon: hoger frequentie, de gehele vijl beweegt, cavitatie, acoustic streaming
Acoustic streaming is een snelle beweging van de vloeistof met een draaikolkbeweging. Hierdoor ontstaat cavitatie: ontstaan van luchtbelletjes in de vloeistof die imploderen en daardoor een krachtig effect hebben op het weefsel eromheen.
Met betrekking tot de spoelnaald zelf zijn er ook nog meerdere opties: met een open einde, een gesloten of met zij-uitgangen. Het is gebleken dat de naalden met een open einde het effectiefst zijn, omdat de vloeistof nog tot ver voorbij de tip actief is.
In de toekomst is het wellicht ook mogelijk om met laser effectief de vloeistof te activeren.
Dr. Linda Peters heeft haar opleiding endodontologie in Amerika gevolgd. Na terugkomst in Nederland heeft Linda gedurende 7 jaar de postacademische opleiding endodontologie van ACTA gecoördineerd. Na haar voorzitterschap van de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) en vertegenwoordiging van Nederland in de Europese vereniging is in 2002 haar proefschrift getiteld Endodontic Infections and Apical Periodontitis verschenen. Sinds 1990 heeft Linda een verwijspraktijk voor endodontologie in Amsterdam. Ook is zij universitair hoofddocent endodontologie op het UMCG in Groningen, lid van de editorial board van het International Endodontic Journal en voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de NVvE. Zij geeft veel cursussen en lezingen in binnen- en buitenland.
Verslag door: Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van endodontoloog Linda Peters, tijdens het TP congres Endo meets Resto van 8 maart 2013, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum.