Niet iedereen hoeft even vaak naar de tandarts of mondhygiënist, volgens een nieuw onderzoek in Journal of Dental Research. CBS News meldt dat mensen met een bepaald gen minder vaak op controle kunnen komen.
Advies Amerikanen krijgen het advies om elk half jaar op controle te komen, zonder dat daar onderzoek naar gedaan is, schrijft CBS News. Uit het huidige onderzoek blijkt dat een bepaald gen ertoe leidt dat sommige mensen minder vaak op controle hoeven te komen. Ze moeten dan wel hun gebit goed verzorgen.
Onderzoek
Onderzoekers achterhaalden het aantal gevallen van tandvleesaandoeningen en tandverlies onder 5117 patiënten in een periode van 16 jaar. Daarbij onderzochten zij het verband met drie risicofactoren: diabetes, roken en een mutatie in het interleukin-1 gen.
Risico
Als patiënten geen van de drie risicofactoren hadden, was er geen verschil tussen een halfjaarlijkse of jaarlijkse controle. Mensen die daarentegen meer dan één risicofactor hadden, zouden vaker dan twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist moeten gaan. Zij hebben namelijk een verhoogde kans op het verliezen van tanden.
Kritiek Een tekortkoming van de studie is dat er geen onderzoek is gedaan naar mondhygiëne als risicofactor, schrijft CBS News. Naast de drie onderzochte factoren, speelt mondhygiëne ook een belangrijke rol bij tandverlies.
Emotionele problemen en copinggedrag van kinderen kunnen een rol spelen bij tandartsangst bij kinderen. Dit blijkt uit het proefschrift van ACTA-onderzoeker Janneke Krikken. Zij onderzocht de relatie tussen de opvoedstijl van ouders, tandartsangst van kinderen en het gedrag van kinderen tijdens de tandheelkundige behandeling.
Opvoeding Hoewel tandartsen vaak aangeven dat zij geloven dat de opvoeding van ouders invloed heeft op de behandelbaarheid van kinderen, kon Krikken deze relatie in haar onderzoek niet aantonen. Wel kunnen emotionele problemen en coping-gedrag van kinderen een rol spelen bij tandheelkundige angst bij kinderen.
Kinderen met slaapproblemen, concentratieproblemen en agressief gedrag vertonen meer oncoöperatief gedrag bij de tandarts. Emotioneel reactieve kinderen en kinderen met concentratieproblemen blijken angstiger voor de tandarts.
Coping Voortdurende blootstelling aan neutrale tandheelkundige handelingen, zoals een controle, blijkt te zorgen voor minder tandartsangst bij kinderen met een schisis. In drie jaar tijd daalde de tandartsangst van deze kinderen van gemiddeld boven het landelijk gemiddelde tot een gemiddeld niveau. Het aantal copingstrategieën dat de kinderen gebruikten tijdens een tandheelkundige behandeling verminderde in deze tijd.
Ouders bij de behandeling Krikken onderzocht ook of de aanwezigheid van ouders invloed had op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling. Tandartsen wisten op voorhand goed de ouders van bange kinderen te identificeren, evenals de ouders die weinig vertrouwen hadden in de behandeling.
In geval van vrije keuze zouden de tandartsen er de voorkeur aan geven deze ouders niet bij de behandeling van hun kinderen te betrekken. Echter, de aanwezigheid van ouders bleek niet van invloed op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling.
Proefschrift Janneke Krikken promoveerde op 14 juni. De titel van haar proefschrift is: ‘Dental anxiety and behaviour management problems; the role of parents’.
Uit onderzoek blijkt dat Bisphenol A (BPA) is schadelijk voor het glazuur.
Schade Een studie wijst uit dat een lage dagelijkse dosis bisphenol A schade toebrengt aan rattentanden. De gevonden schade bij rattengebitten heeft overeenkomsten met Molar Incisor Hypomineralisation (MIH). Deze aandoening treft ongeveer 18% van de 6- tot 8-jarigen.
De hypomineralisatie wordt gevonden in het glazuur van de eerste molaren en blijvende tanden. Hypomineralisatie leidt tot een grotere kans op gaatjes en een grotere gevoeligheid van de tanden.
Verbod Volgens de onderzoekers is het mogelijk dat MIH ook bij mensen veroorzaakt wordt door BPA. BPA wordt gebruikt in verpakkingen van voedingsmiddelen. De stof werd ook verwerkt in babyflesjes, maar dat is sinds 2011 verboden in Europa, schrijft Dentistry.
Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat mondzorgpraktijken een belangrijke rol kunnen spelen bij het uitvoeren van HIV-testen.
Mondhygiënisten die extra training krijgen op het gebied van HIV zouden effectief en snel HIV-testen kunnen uitvoeren, volgens een nieuw onderzoek dat gepubliceerd is in het International Journal of Dental Hygiëne, meldt de website Dr Biscuspid.
Volgens de auteurs van het onderzoek zijn in Amerika breed toegankelijke en snelle HIV-testmogelijkheden gewenst naast het medische circuit. Mondzorgpraktijken zien zij als een logische uitbreiding hierop omdat bijna tweederde van de Amerikanen hun tandarts regelmatig bezoekt.
Studie In de studie werd de mondhygiënisten gevraagd naar hun kennis over HIV. Ook beantwoordden zij vragen over hun houding ten opzichte van HIV en hun bereidheid om een snelle HIV-test uit te voeren bij patiënten. De onderzoekers benaderden daarvoor 634 mondhygiënisten en studenten mondzorgkunde in New York.
De onderzoekers concludeerden dat de kennis van mondhygiënisten over HIV samenhing met hun bereidheid om voorlichting hierover te geven. Mondhygiënisten die hoog scoorden op de kennistest waren vaker bereid om HIV-testen uit te voeren. Ook wilden zij vaker voorlichting geven over het voorkomen van HIV.
Stigma Een resultaat verraste de onderzoekers. Ook onder de groep mondhygiënisten met veel kennis van HIV, bestond het idee dat HIV-patiënten in quarantaine moesten om verspreiding van het virus te voorkomen. Daarnaast vonden sommigen dat studenten HIV-patiënten mogen weigeren, meldt DrBicuspid.
Bron:
DrBicuspid
International Journal of Dental Hygiëne
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/hiv2.jpg8890anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2013-06-17 00:00:002024-11-06 12:47:49Mondhygiënist kan ook HIV-test uitvoeren
Uit onderzoek van het NIVEL blijkt dat mensen zonder aanvullende verzekering de tandarts en mondhygiënist minder bezoeken. Voor periodieke controles willen zij wel zonder verwijzing naar een mondhygiënist kunnen gaan. Zij geven aan vaker naar een mondhygiënist te gaan als de kosten hiervoor lager zijn dan voor de tandarts.
In 2012 ging zo’n 34% van de mensen met alleen een basisverzekering naar de tandarts en mondhygiënist, tegenover 47% van mensen met een aanvullende zorgverzekering.
Onbekend Het onderzoek laat zien dat mensen zonder aanvullende verzekering vaker niet weten of er een tariefsverschil is tussen tandarts en mondhygiënist en welke behandelingen door een tandarts of mondhygiënist gedaan mogen worden. Wel geven ze aan dat zij vaker naar de mondhygiënist willen gaan als die een lager tarief biedt dan de tandarts.
Onderzoek Het NIVEL voerde het onderzoek uit in opdracht van het Capaciteitsorgaan in januari 2012. Het onderzoek was in eerste instantie bedoeld als nul-meting vóór de invoering van de vrije tarieven in de mondzorg die halverwege dat jaar werden afgeblazen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2013-06-17 00:00:002013-06-17 00:00:00Mensen zonder aanvullende verzekering minder naar tandarts en mondhygiënist
Overmatig frisdrank drinken kan even schadelijk zijn voor het gebit als drugsgebruik. Dat blijkt uit een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift General Dentistry, meldt CBS News.
Studie Voor de studie werden de gebitten van drie personen vergeleken. Twee waren drugsgebruikers. De derde persoon dronk gedurende vijf jaar overmatige hoeveelheden light-frisdrank. Allen vertoonden een gelijk mate van ernstige tanderosie.
Volgens een van de onderzoekers is de hoge zuurgraad van drugs en frisdrank de boosdoener. Door het corrosieve effect van de aanwezige zuren ontstaat tanderosie. Frisdrankfabrikanten noemen de resultaten onbetrouwbaar, omdat de onderzochte personen hun gebit slecht verzorgden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/frisdrank2.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-06-17 00:00:002020-10-07 12:14:11Frisdrank even schadelijk voor gebit als drugs
Ieder jaar reikt de VMTI een wetenschapsprijs van 2500 uit voor kwalitatief hoogwaardig en vernieuwend onderzoek op het gebied van Medisch Tandheelkundige Interactie. De uiterlijke datum om onderzoek in te leveren is 31 augustus 2013.
Financiële ondersteuning voor onderzoek- en/of onderwijsactiviteiten Het bestuur van de VMTI heeft besloten de mogelijkheid te bieden aan onderzoekers, auteurs en docenten, die zich bezighouden met onderzoek en/of onderwijs op het terrein van de doelstellingen van de VMTI, in aanmerking te laten komen voor een stipendium. Dit stipendium wordt elk jaar uitgereikt tijdens het jaarlijks wetenschappelijk congres. Het bestuur hoopt hiermee (jonge) onderzoekers te motiveren tot het doen van onderzoek en het geven van onderwijs op het boeiende raakvlak tussen de tandheelkunde en de geneeskunde. Oproep tot mededinging naar de wetenschappelijke prijs wordt jaarlijks gedaan via de nationale vakbladen in Nederland en België. Het bestuur heeft een wetenschappelijke commissie ingesteld die alle aanvragen zal beoordelen.
Mogelijke kandidaten 1. Onderzoekers die wetenschappelijk onderzoek verrichten of gaan verrichten op het gebied van de VMTI, kunnen een aanvraag tot financiële ondersteuning indienen. Het onderzoek moet in samenwerking met, of aan een gerenommeerd wetenschappelijk instituut plaatsvinden en zijn goedgekeurd door de medisch-ethische commissie van dit instituut. Tevens dient het onderzoek de doelstellingen van de VMTI te betreffen.
2. Hoofdauteurs van in gerenommeerde tijdschriften geplaatste artikelen, die handelen over een onderwerp dat tot de doelstellingen van de VMTI behoort, kunnen een aanvraag tot financiële ondersteuning indienen. Het artikel mag een onderzoeksverslag zijn door de auteurs zelf uitgevoerd, dan wel een klinische les.
3. Docenten verbonden aan een wetenschappelijke instelling, die onderwijs geven op het gebied van de doelstelling van de VMTI, kunnen voor extramurale onderwijsactiviteiten, zoals cursussen op het genoemde gebied een aanvraag tot financiële ondersteuning indienen.
4. Studenten in de vakken geneeskunde, tandheelkunde, mondhygiëne of in een relevante aanverwante discipline, die onderzoek doen op het gebied van de doelstelling der VMTI en hiervan verslag (gaan) doen in de vorm van een scriptie, artikel of lezing, kunnen in aanmerking komen voor een financiële ondersteuning.
Het uit te reiken stipendium heeft een aanmoedigend karakter.
Informatie over (het meedoen aan) de wetenschappelijke prijs kan worden verkregen bij dr. Richmond A.Th. Gortzak, voorzitter wetenschappelijke commissie. Inzendingen Inzendingen kunnen worden opgestuurd aan het secretariaat: VMTI p/a AMC A1-143 Meibergdreef 9 1105 AZ AMSTERDAM ZUIDOOST
Ook honden hebben baat bij regelmatig tandenpoetsen. Niet poetsen kan leiden tot tandvleesproblemen. Toch poetst bijna de helft van de baasjes het hondengebit niet. Onder honden van drie jaar en ouder heeft 80% tandvleesproblemen, meldt Dentistry.
Aanleiding voor het onderzoek is de National Smile Month in Groot-Brittannië, georganiseerd door de British Dental Health Foundation.
Kostbaar Gebitsproblemen bij de hond kunnen veel geld kosten. Van de respondenten gaf 30% meer geld uit aan het gebit van de hond dan aan hun eigen gebit. Gebitsverzorging valt vaak niet onder de basisverzekering voor huisdieren.
Voorkomen Gebitsproblemen kunnen voorkomen worden door simpelweg de tanden van de honden te poetsen en droogvoer te geven.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/hond.jpg9090https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2013-06-04 00:00:002013-06-04 00:00:00Tandenpoetsen ook belangrijk bij honden
Mensen vernieuwen hun gebit maar één keer in hun leven. Voor alligatoren is dat wel anders. Als zij een versleten tand hebben, groeit er gewoon een nieuw exemplaar in hun mond. Elke tand van de alligator kan zo wel vijftig keer vervangen worden.
Onderzoekers van de Keck School of Medicine in Californië hebben nu ontdekt hoe de cellulaire en moleculaire mechanismen werken bij deze wisseling van de tanden van alligators. De onderzoeker Cheng-Ming Chuong zegt: ‘We zoeken stamcellen die gebruikt kunnen worden om de groei van nieuwe tanden bij volwassen te stimuleren’. ‘Om dit te doen moeten we eerst begrijpen hoe tanden van dieren vernieuwd worden en waarom mensen na het melkgebit geen tanden meer vernieuwen.’
Drie delen De wetenschappers bestudeerden de tanden van de alligator. Zij ontdekten dat deze uit drie delen bestaan: een functionele tand (f), een vervangende tand (r) en de dentale lamina, weefsel voor ontwikkeling van een nieuwe tand.
Afbeelding: Keck School of Medicine
De delen zijn zo gestructureerd dat er een geleidelijke overgang is tussen het afstoten van een oude tand, de groei van een nieuwe tand en het gereed zetten van een reserve tand. De dentale lamina lijkt stamcellen te bevatten die zich ontwikkelen tot nieuwe reserve tanden.
‘In de toekomst hopen we deze cellen te kunnen isoleren en te kunnen vaststellen of we deze kunnen gebruiken om nieuwe tanden te maken in een laboratorium’, zeg onderzoeker Randall B. Widelitz.
Colgate-Palmolive onderzoekt een technologie waarmee chemische stoffen in de tandenborstelkop worden gedaan. Deze stoffen worden langzaam vrijgegeven tijdens het gebruik. Dit blijkt uit een recente patent aanvraag van het bedrijf, meldt Motherboard.
Cafeïne, pijnstillers en eetlust verminderende stoffen Zo zou er volgens de aanvraag een drie-maanden voorraad aan cafeïne kunnen worden ingebed op de achterkant van de kop. Ditzelfde geldt ook voor pijnstillers als aspirine of benzocaïne of zoals nadrukkelijk wordt gesteld, eetlust verminderende stoffen. Colgate wil een octrooi vestigen op deze zogenoemde dieet tandenborstel.
Hoewel Colgate niet bereid was om commentaar te leveren over de mogelijkheden om dit product op de markt te brengen, toont het bedrijf een verrassende innovatie: het huidige tandenborstelconcept is al 500 jaar hetzelfde.
FDA Wat de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration) van de voorgestelde cafeïne houdende tandenborstels vindt is onduidelijk. Waarschijnlijk zal de FDA echter nog wel het een en ander aan te merken hebben op de aanvraag. Vorig jaar keurden zij een tandenborstel met bluetooth af. Een tandenborstel met chemische stoffen in plaats van muziek zal dus ook nog wel wat kritisch commentaar opleveren.
Toevoegingen Tandenborstels met ingebedde supplementen komen toch niet echt als een verassing in een wereld waarin veel vraag is naar Vitamin Water en andere producten met toevoegingen. Mensen houden van allerlei ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en voedsel die voordelen kunnen bieden. De toekomst van de tandenborstel kan dus nog wel eens heel interessant gaan worden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/colgate.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-27 00:00:002020-10-07 12:12:11Nieuwe technologie levert chemische stoffen via tandenborstel
De mondgezondheid verbeterde niet tussen 1990 en 2005. Zorgelijk vond het Ivoren Kruis. Er waren blijkbaar andere preventiemethoden nodig om verbeteringen in de mondgezondheid te realiseren. De Non-Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP)-methode beschreven in het proefschrift Optimaliseren van mondgezondheid; op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg van Erik Vermaire, laat een op het individu gerichte preventieve methode zien die een enorme gezondheidswinst boekte: 70% minder caviteiten bij kinderen in de onderzoeksgroep. Deze enorme gezondheidswinst is voor het Ivoren Kruis reden geweest om de totstandkoming van dit proefschrift te ondersteunen.
Speciale Uitgave
Het bevorderen van preventie is de ultieme taak van het Ivoren Kruis. Daarom brengt de vereniging de kennis uit het proefschrift en een interpretatie daarvan ook uit in een makkelijk toegankelijke speciale uitgave Gemotiveerde patiënten met gezonde monden voor het hele dentale team. De eerste exemplaren van het magazine werden bij de promotieplechtigheid van Vermaire aan de gasten uitgereikt op vrijdag 24 mei 2013. Die dag gingen nog eens ruim 6.000 exemplaren op de post naar de alle leden en relaties van het Ivoren Kruis.
Aandacht voor haalbare gezondheidswinst
Behalve het dentale team, zullen ook beleidsmakers, verzekeraars, pers en overheid over de enorme haalbare gezondheidswinst worden geïnformeerd. De uitgave beschrijft de NOCTP-methode (dit is de officiële naam van de Nexø-methode), geeft een samenvatting van het proefschrift op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg, licht toe hoe het Nexø-model ontstond, geeft aan dat NOCTP fijn is om mee te werken, laat zien dat adviezen van het Ivoren Kruis leidraad zijn voor NOCTP, gaat in op de effectiviteit en doelmatigheid van NOCTP en de winst: gemotiveerde patiënten met gezonde monden. Met de uitgave van deze publicatie hoopt het Ivoren Kruis mondzorgverleners te motiveren de NOCTP-methode serieus te overwegen in de dagelijkse praktijkvoering en de beroepsgroep op te roepen meer individuele preventie toe te passen.
Nieuw vergoedingensysteem nodig In feite zijn de prikkels voor tandartsen binnen de huidige beloningssystematiek niet primair gericht op het gezond houden van de tanden, maar op het uitvoeren van verrichtingen. Dat lijkt niet optimaal, en kan ook anders. Bijvoorbeeld door te experimenteren met zogenaamde pay for performance (PFP)-arrangementen. In PFP-systemen wordt de beloning van aanbieders van zorg gekoppeld aan de kwaliteit van de geleverde zorg. Een nieuw vergoedingensysteem zal nodig zijn om mondzorgverleners te stimuleren meer individuele preventie toe te passen.
Individualiseren op basis van risico-inschatting
Het doel van de NOCTP-strategie is het zoveel mogelijk voorkomen van caviteiten bij kinderen door een individuele benadering van het kind die gericht is op zelfzorg. Het tijdsinterval van de bezoeken aan de mondzorgpraktijk is gebaseerd op een cariësrisico-analyse. Factoren die in de cariësrisico-analyse worden meegenomen zijn de aanwezige cariësactiviteit, de ingeschatte medewerking van de ouders en het kind en de aanwezigheid van doorbrekende blijvende molaren. Ook de risico-indeling zoals beschreven in het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis kan hier heel goed voor worden gebruikt.
Kijk met kinderbril
Mondzorgverleners worden uitgedaagd vooral eens met de bril van het kind te kijken. Een kind hoeft met NOCTP minder behandelingen te ondergaan, hoeft niet met die vieze fluoride in de mond te zitten en krijgt minder caviteiten. Ook heeft het kind meer kennis over mondgezondheid, verbetert de mondhygiëne, en ervaren ouders minder last bij het uitoefenen van de dagelijkse gebitsverzorging. De mondzorgverlener wordt de begeleider van het kind, zijn coach. Het is van het grootste belang dat kinderen en hun ouders leren hun gebit op de juiste manier te poetsen. Dit is niet altijd een eenvoudige klus en vraagt om een systematische aanpak. Een succesvolle systematische aanpak, gebaseerd op het Nexø-model, is beschreven in het proefschrift van Erik Vermaire.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/ivk-gemotiveerde-patienten.jpg9063Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-24 00:00:002018-12-06 12:44:09Beroepsgroep opgeroepen meer individuele preventie toe te passen
Cariës is al zo oud als de mens zelf. Zelfs de voorouders van de mens, de Neanderthaler en de Australopithecus hadden er al last van zo’n 1 tot 10 miljoen jaar geleden. Toch is het van belang om het hebben van caviteiten als onnodig te blijven zien, omdat het bij veel personen vervelende gevolgen zoals ontsteking, functieverlies en pijn kan veroorzaken. Ook in Nederland komen caviteiten nog regelmatig voor. Om een voorbeeld te geven: 56% van de vijfjarige kinderen had in 2005 een melkgebit met één of meerdere caviteiten. In dat zelfde jaar lag het percentage van 17-jarige kinderen met caviteiten in het blijvende gebit op 71%. Er is dus blijkbaar nog ruimte voor verbetering. De meest effectieve manier om caviteiten te voorkomen is het twee keer per dag twee minuten tandenpoetsen met fluoridetandpasta. Daarbij gaan veel kinderen twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist voor een
periodiek mondonderzoek en krijgt een deel van hen een zogenoemde ‘fluoridebehandeling’. Ook worden regelmatig de diepe fissuren in de kauwvlakken van de nieuw-doorgebroken elementen geseald.
Individualisering en stimulering zelfzorg brengt verbetering
Waar zou het gebruikelijke regime kunnen worden aangepast? Onderzoek laat zien dat preventieve voorlichting meer effect heeft als meer verantwoordelijkheid bij de patiënt wordt gelegd. Het stimuleren van zelfzorg is al eerder in het stadje Nexø op het eiland Bornholm in Denemarken succesvol gebleken. Dit onderzoek wordt vaak bekritiseerd omdat effecten in een zo’n kleine gemeenschap niet vertaalbaar zouden zijn naar de Nederlandse situatie.
Daarom is het nodig om het effect van het systeem ook in Nederland te onderzoeken. De essentie van het Nexø-model In het Nexø-model wordt de standaard periode van zes maanden tussen twee periodieke controles losgelaten. Hiervoor in de plaats wordt de periode individueel bepaald aan de hand van een risico-inschatting. Deze risicoinschatting is gebaseerd op het niveau van zelfzorg dat de ouder bij het kind weet te bewerkstelligen (de mondhygiëne), de doorbraakfase van blijvende gebitselementen, de cariësontwikkeling en de cariësprogressie in het gebit in het algemeen en in de blijvende molaren in het bijzonder. De officiële naam van de Nexø-methode is Non-Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP). Zie figuur 1.
NOCTP-strategie: 70% minder caviteiten
Het onderzoek in mijn proefschrift beschrijft het effect van verschillende cariëspreventieve maatregelen. Het werd uitgevoerd in één praktijk van het Centrum voor Tandzorg in
‘s-Hertogenbosch. In totaal werden 230 zesjarige kinderen willekeurig aan een van de drie onderzoeksgroepen toegewezen. Eén groep volgde de zogenoemde NOCTP-behandeling. Hierbij kan de mondzorgverlener een stappenplan gebruiken, zie pagina 22. De interventie was ‘zoals eerder gezegd’ gericht op het verhogen van het niveau van zelfzorg. Naarmate het niveau van zelfzorg hoger werd, nam het aantal punten bij de risicobepaling (zie figuur 1, stap 3) af en werd het ’terugkom-interval’ groter. Als er ondanks een goede mondhygiëne toch sprake was van cariësontwikkeling, werd lokaal fluoride aangebracht. Als dit niet afdoende was, werd er gebruikgemaakt van kunstharsfissuurlak. Indien cariës het dentine had bereikt, volgde een cariësbehandeling. Een tweede groep volgde een programma waarbij elke drie maanden professionele fluoridebehandelingen werden gegeven. Deze groep wordt verder IPFA (Intensified Professional Fluoride Application) genoemd. De derde groep was een controlegroep en deze verschilde met de IPFA-groep alleen in de frequentie van de te geven fluoride-applicaties. In de controlegroep was dit twee keer per jaar, in de IPFA groep vier keer. Verder kwamen de kinderen in deze twee
groepen twee keer per jaar voor periodieke controle en werden de kauwvlakken van de blijvende elementen geseald. Ook in deze twee groepen werden caviteiten gerestaureerd als ze in het dentine zaten. Op een leeftijd van 9 jaar (+/- 3 maanden) werden de kinderen opnieuw door de onderzoekers bekeken. Er waren nog 179 kinderen in de onderzoeksgroepen overgebleven. In de NOCTP-groep hadden de kinderen gemiddeld 0,15 caviteiten in hun blijvende molaren, in de IPFA-groep ongeveer het dubbele (0,32) en in de controlegroep ongeveer het drievoudige (0,47). De resultaten van dit onderzoek geven aan dat de NOCTP-strategie bijna 70% minder caviteiten geeft, in vergelijking met de controlegroep. In de NOCTP-groep werden over drie jaar per kind slechts 0,7 fluorideapplicaties uitgevoerd. In de IPFA-groep was dit circa 12 en in de controlegroep circa 6. Het aantal sealants per kind was 1,26 in de NOCTP-groep, 3,0 in de IPFA-groep en 3,7 in de controlegroep. Het gemiddeld aantal vullingen per kind was 0,15 in de NOCTP-groep, 0,34 in de IPFA-groep en 0,39 in de controlegroep.
Kosteneffectiviteit Om een uitspraak te kunnen doen over de kosteneffectiviteit van de twee experimentele groepen vergeleken met de controlegroep werd met deze uitkomsten verder gerekend. Want behalve de klinische prestatie is zeker ook van belang dat de extra tijd, geld en moeite die patiënten steken in het uitvoeren van deze methode niet buitenproportioneel is in vergelijking met de opbrengsten. Bij ieder bezoek aan de praktijk werd van elk deelnemend kind geregistreerd hoe lang deze bij de mondzorgverlener in de kamer was, hoe lang deze onderweg was om bij de praktijk te komen, door wie deze werd begeleid en hoe men naar de praktijk was gekomen.
Het bleek dat de gemiddelde behandeltijd in de NOCTP-groep in de drie jaar iets korter was dan in de controlegroep. De gemiddelde behandeltijd in de IPFA-groep was juist anderhalf keer zo lang. Ten behoeve van het experiment werd in de NOCTP-groep een groter deel van de behandeling door de tandarts uitgevoerd. Hierdoor werd deze behandeling wel iets duurder. Een zogenoemde ‘incrementele kosteneffectiviteitsratio (IKER) werd berekend van elke strategie.
Kort gezegd: wat heeft het volgen van de methode gekost om één extra caviteit te hebben voorkomen. Het bleek dat de IKER voor de NOCTP lag op 111 en voor IPFA op 977. Opgemerkt dient te worden dat de meeste kosten in de NOCTP-groep met name werden gemaakt in het eerste jaar. In het derde jaar bleek geen verschil in benodigde investeringen in tijd, geld en moeite. Als de NOCTPbehandeling door een mondhygiënist, eventueel met een preventie-assistent wordt uitgevoerd, wordt de IKER van de NOCTP-behandeling lager. Op basis van dit onderzoek kan worden gesteld dat het volgen van een NOCTP-strategie te prefereren valt boven het volgen van een IPFA-strategie. Om de definitieve waarde van deze strategieën te bepalen is verder onderzoek naar de levenslange kosten van 1 DMFT noodzakelijk. Op basis van de huidige kosten mag worden verondersteld dat deze vele malen hoger zullen zijn dan de nu gevonden 111 van het volgen van de NOCTP-strategie.
Zijn ouders bereid te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind? Omdat de NOCTP-strategie nadrukkelijk
gebruikmaakt van de actieve medewerking van ouders werd een analyse gemaakt van de bereidheid van ouders te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind. Deze bereidheid tot investeren (of willingness to invest) werd uitgedrukt in geld en tijd. Deze uitkomsten zijn weer gerelateerd aan gegevens die werden verzameld met behulp van de door de ouders ingevulde vragenlijsten op het gebied van hun kennis, opleiding, gedrag. Ondanks het feit dat ouders over het algemeen zeker bereid waren in het gebit van hun kind te investeren, gaf toch een niet verwaarloosbaar deel van bijna 12% aan nauwelijks tot geen geld, tijd en moeite te willen steken in een goede gebitsgezondheid van hun kind. De kinderen van deze ouders lijken een verhoogd risico te hebben om gebitsziektes te ontwikkelen, omdat in deze groep ook minder gunstige mondhygiëne- en dieetgewoontes werden gerapporteerd. Wellicht is het noodzakelijk om voor deze groep een ander cariës-preventief programma te hanteren dat de ouders omzeilt, bijvoorbeeld door interventies op scholen of in buurten uit te voeren.
Attitude mede bepalend voor gedrag Gedrag van mensen (en dus ook van ouders) wordt voor een groot deel bepaald door de attitude (hoe over iets of iemand wordt gedacht) die een persoon heeft. Het proefschrift geeft duidelijkheid over de vraag of er verschillen in attitudes onder ouders bestaan. Hiervoor is Q-methodologie als onderzoeksmethode gebruikt, waarbij proefpersonen op basis van stellingen over het onderzoeksgebied aangeven in hoeverre zij het eens zijn met de bewuste stelling. Op basis van een vooronderzoek werden 37 stellingen geselecteerd. In het onderzoek werd een vijftal onderscheidende attitudes gevonden.
Attidude 1
Bewust en verantwoordelijk Deze ouder weet dat hij verantwoordelijk is voor het gebit van hun kind en handelt daar ook naar.
Attidude 2 Bagatelliserend en fatalistisch Deze ouder is van mening dat het niet zo heel erg is om een gaatje te krijgen. Er zit volgens hen ook
een grote erfelijke component in het krijgen van gaatjes.
Attidude 3 Uiterlijk georiënteerd en open voor suggesties
Deze ouder hecht veel waarde aan een goede esthetiek; het gebit is een soort visitekaartje. Als een mondzorgprofessional aanwijzingen geeft wordt daar goed naar geluisterd.
Attidude 4
Bewust maar druk Deze ouder is bewust van de nut en noodzaak van mondhygiëne maar geeft ook aan dat men in het gezin vaak te druk is om dit dagelijks goed vol te houden.
Attidude 5
Bewust maar bezorgd Deze ouder is vooral bang dat alle moeite die er wel ingestopt wordt wellicht niet altijd het juiste effect zal sorteren. Het zichtbaar maken van de attitudes van de ouders kan de tandheelkundig professional helpen bij het individualiseren van de preventieve
zorg. Verder onderzoek is hiervoor vereist.
Nieuw product: op maat gemaakte cariëspreventie Ondanks het feit dat er geen grote investeringen noodzakelijk zijn om de NOCTP-strategie toe te passen, vraagt het wel de nodige aanpassingen in denken van zowel de mondzorgverlener als van de kinderen en ouders. De routinematige aanpak die al enkele decennia wordt gevolgd, geeft namelijk een gevoel van veiligheid. Toch is gebleken uit de stijgende kosten, maar nog steeds te hoge cariësprevalentiecijfers, dat een grote stap in cariëspreventie moet worden gezet. Het onderzoek uit mijn proefschrift wijst voor de meest logische stap in de richting van NOCTP. De tandarts en mondhygiënist kunnen de invoering van een NOCTP-strategie in hun praktijk in feite beschouwen als een nieuw product dat kan worden ‘verkocht’ aan hun patiënt: op maat gemaakte cariëspreventie. NOCTP zou bovendien bevorderd kunnen worden door het resultaat ervan te honoreren. Het vergoedingensysteem voor de tandarts en mondhygiënist dient mee te evolueren van een tarief per verrichting naar een meer gezondheids outcome-based vergoedingenstructuur, bijvoorbeeld Pay for Performance (P4P), waarbij de behandelaar wordt afgerekend op van tevoren met de verzekeraar of overheid gemaakte afspraken in de te behalen gezondheidswinst.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/erik-vermaire-90.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-24 00:00:002019-02-13 11:28:28Op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg
Het aflikken van de fopspeen van een baby door een ouder wordt als risicofactor voor cariës gezien. Maar nieuw Zweeds onderzoek laat zien dat contact met speeksel van de ouders het risico op andere aandoeningen als allergiën, eczeem en astma vermindert en het imuumsysteem van de baby stimuleert. Dit onderzoek werd gepubliceerd in de Journal of Pediatrics, meldt the New York Times.
Minder gevoelig De onderzoekers toonden aan dat babies waarvan de ouders hun fopspeen aflikten minder gevoelig voor eczeem en allergiën waren. Als verklaring hiervoor gaven zij aan dat kinderen bacteriën van hun ouders in de mond krijgen als ouders hun speen aflikken waardoor het immuumsysteem wordt gestimuleerd. Hierdoor leert het immuumsysteem met deze bacteriën om te gaan en geen overdreven reactie te geven in de vorm van een allergie.
Schadelijke bacteriën?
De onderzoekers vroeg zich af of ouders op deze manier ook schadelijke bacteriën overbrengen op hun kinderen.
De bacterie die cariës veroorzaakt, Streptococcus mutans, is zeer besmettelijk. Onderzoek laat zien dat kinderen al op jonge leeftijd besmet kunnen raken met deze bacterie via hun moeder. Tandartsen raden ouders daarom af de fopspeen van hun baby met hun eigen mond schoon te maken.
Dr. Joel Berg van de American Academy of Pediatric Dentistry relativeert deze aanname. Hij denkt dat ouders bij de omgang met hun kind sowieso bacteriën overbrengen, bijvoorbeeld bij het kussen en samen gebruiken van bestek. Het cariësrisico wordt volgens hem dus niet groter bij het aflikken van de fopspeen of het checken van de temperatuur van het eten met de lippen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/fopspeen.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-15 00:00:002018-02-20 11:25:07Aflikken fopspeen: cariësrisico of impuls immuumsysteem?
Ouders leren om bij hun kinderen goed de tanden te poetsen is effectiever en op de lange termijn waarschijnlijk goedkoper dan cariëspreventie door professioneel ingrijpen. Dit stelt Erik Vermaire van het ACTA in zijn promotieonderzoek, meldt de Universiteit van Amsterdam.
Standaardmethode
Bij de standaardmethode voor cariëspreventie – bestaande uit een tweejaarlijkse periodieke controle, vaak vergezeld van een fluoridebehandeling en routinematig preventief sealen – aangevuld met twee extra fluoridebehandelingen per jaar, krijgt 1 op de 3 kinderen een gaatje. Als uitsluitend de standaardmethode wordt toegepast is dat 1 op de 2.
In zijn onderzoek laat Vermaire laat zien dat bij toepassing van de zogeheten Non-Operative Caries Treatment and Prevention-methode (NOCTP) ongeveer 1 op de 6 kinderen in drie jaar tijd een gaatje ontwikkelt in het blijvende gebit. De NOCTP-methode blijkt drie keer zo effectief te zijn in het voorkomen van gaatjes dan de standaardmethode.
NOCTP-methode Bij de NOCTP-methode ligt de nadruk op het stimuleren van het tandenpoetsen door de ouders en is de tweejaarlijkse periodieke controle vervangen door een individueel bepaalde frequentie aan de hand van risicocriteria. Daarnaast krijgen de kinderen alleen een fluoridebehandeling of sealing als het cariësproces niet gestopt kan worden met goed tandenpoetsen.
Kostenbesparing op lange termijn Vermaire onderzocht zo’n 180 zesjarige kinderen gedurende drie jaar. De totale gemiddelde kosten per kind voor cariëspreventie in de controlegroep waarbij de standaardmethode werd toegepast, zijn 154,-. Bij de NOCTP-methode zijn de aanvullende kosten van het voorkomen van een extra gaatje zon 108,-.
De NOCTP-methode brengt dus in eerste instantie hogere kosten met zich mee dan de reguliere behandeling, maar het is zeer waarschijnlijk dat het op de lange termijn juist kostenbesparend is. De verwachte levenslange kosten die een gevulde kies met zich meebrengt, liggen namelijk aanzienlijk hoger, zegt Vermaire toe.
Aanpassing in het denken Toepassing van de NOCTP-methode vraagt om de nodige aanpassingen in het denken van zowel de tandarts en mondhygiënist als van de ouder. Vermaire keek daarom ook naar de bereidheid van ouders om te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind. Veel ouders zijn bereid te investeren in het gebit van hun kind. Toch gaf bijna 12% van de ondervraagde ouders aan nauwelijks geld, tijd en moeite te willen steken in een goede gebitsgezondheid van hun kind.
Om NOCTP met succes te kunnen toepassen is het essentieel de mind set van ouders aan te pakken, aldus Vermaire. De routinematige aanpak die al enkele decennia gevolgd wordt, biedt ouders en mondzorgprofessionals weliswaar een vorm van veiligheid, maar als ouders zich er van bewust worden dat zij zelf voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de mondgezondheid van hun kind, valt een grote winst te behalen, zegt Vermaire in het bericht van de Universiteit van Amsterdam.
Promotie
Dhr. J.H. Vermaire: Optimizing Oral Health; towards an effective and cost-effective dental care
Promotoren: dhr. prof. dr. C. van Loveren en dhr. prof. dr. W.B.F. Brouwer (EUR)
Co-promotoren: dhr. prof. dr. J. Hoogstraten en dhr. dr. J.H.G. Poorterman
Tijd en locatie
Vrijdag 24 mei 13:00 uur
Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/87714020-kind-poetsen-901.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-15 00:00:002018-03-28 10:47:55Ouders leren kinderen te poetsen effectiever dan professioneel ingrijpen
Voor een kunstgebit op implantaten in de bovenkaak is het voldoende om vier implantaten in te brengen, in plaats van de gebruikelijke zes. Deze conclusie trekt UMCG-tandarts en implantoloog Wim Slot, meldt het UMCG.
Promotieonderzoek Een klikgebit op vier implantaten is volgens Slot goedkoper, vergt een kortere behandeltijd en de nabezwaren voor de patiënt zijn veelal geringer. Slot promoveerde op 22 april aan de Rijksuniversiteit Groningen.
“De keuze voor zes implantaten is indertijd op pragmatische gronden gemaakt. We hebben nu wetenschappelijk onderbouwd dat een klikgebit op 4 implantaten net zo goed is, licht Slot toe.
Voordelen Slot stelde vast dat er medisch gezien voordelen zijn om vier implantaten te plaatsen. Er hoeft minder ver in de mond geopereerd te worden, er is iets meer ruimte tussen de implantaten en de kans dat een implantaat niet goed hecht in de bovenkaak is heel klein. Een veel gebruikt argument voor zes implantaten is de kans dat er eentje verloren gaat. Als je maar vier implantaten hebt, dan is verlies van een implantaat niet wenselijk, aldus Slot. Hij stelt echter dat dit maar zo zelden voorkomt, dat het argument nauwelijks weegt ten opzichte van de voordelen van de minder zware ingreep bij vier implantaten.
Prothese De kaakchirurg is verantwoordelijk voor de plaatsing van de implantaten, en de tandarts maakt in samenwerking met de tandtechnicus de prothese. Volgens Slot is het maken van een klikgebit voor zes implantaten lastiger dan eentje voor vier. Hij vindt dat er weinig overleg is tussen beide beroepsgroepen waardoor er weinig gezocht is naar verbeterde procedures. In het UMCG worden inmiddels bij alle patiënten vier implantaten ingebracht in plaats van zes. Slot verwacht dat meer ziekenhuizen hun beleid zullen veranderen.
Wim Slot (Coevorden, 1960) is als tandarts/implantoloog werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij voerde zijn onderzoek uit bij het Kolff Instituut in het kader van de onderzoekslijn Maintaining Oral Health and Oral Function. Slot promoveert bij prof.dr. H.J.A. Meijer, prof.dr. G.M. Raghoebar en prof.dr. A. Vissink. De titel van zijn proefschrift is Implant-supported maxillary overdentures.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/klikgebit-schema-90.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-05-02 00:00:002020-07-13 12:24:24Genoeg houvast in bovenkaak voor klikgebit op 4 implantaten
Een veel gehoord probleem binnen de tandheelkunde is het zelf moeten slijpen van tandheelkundige instrumenten als curettes en scalers. Het slijpen van deze instrumenten kost een praktijk veel tijd en dus geld. Ook wordt dit werk door het slijpend personeel vaak als saai en vervelend beoordeeld. De Hogeschool Zeeland onderzoekt nu de behoeftes van tandartspraktijken voor het uitbesteden van slijpwerk.
Via deze oproep vragen wij u mee te werken aan dit onderzoek zodat samen met u een passende oplossing voor dit probleem kan worden ontwikkeld. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan een:
– algehele tijd- en kostenbesparing binnen de tandheelkunde – verhoogd gebruiksgemak van uw instrumenten – verhoogd werkplezier van uw personeel
De resultaten worden na afronding van het onderzoek openbaar gemaakt en direct met de respondenten gedeeld.
Kans op keramisch koksmes Ook maken alle deelnemers kans op een Japans Dragonknife keramisch koksmes t.w.v. 199.
Deelnemen Bent u tandarts of mondhygiënist(e) en wilt u aan dit onderzoek deelnemen? De enquête is online via deze link geheel anoniem en binnen 9 minuten in te vullen. Ook wanneer u uw instrumenten niet slijpt wordt uw medewerking zeer op prijs gesteld.
Vragen Voor eventuele vragen over dit onderzoek kan u contact opnemen met Robbert Meeuwse tel: 06-52339295 of via e-mail
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg2013-04-26 00:00:002013-04-26 00:00:00Slijpt u uw instrumenten nog zelf? Vul de vragenlijst in
Onderzoekers van het UMC Utrecht slagen er steeds meer in speekselklieren te behouden bij patiënten met mond-keelkanker waardoor ernstige klachten van droge mond worden voorkomen. Dit een is veelvoorkomende bijwerking van de behandeling, meldt Nieuwsbank.
Onderzoek Bij 102 patiënten met mond-keelkanker pasten de onderzoekers van het UMC Utrecht een nieuwe bestralingstechniek toe waarmee omliggend weefsel minder stralingsschade ondervindt dan bij gewone radiotherapie. Naast oorspeekselklieren hoopten ze de onderkaakspeekselklieren te sparen. Schade aan de onderkaakspeekselklieren veroorzaakt droge mondklachten die gepaard gaan met pijn, zweertjes, ontstekingen, kauw- en slikproblemen.
Resultaat
Uit de analyses bleek dat de functie van de onderkaakspeekselklieren bij patiënten met kleine keeltumoren kunnen worden behouden, waardoor er minder droge mondklachten zijn dan bij mensen waarvan de onderkaakspeekselklier een hoger bestralingsdosis kreeg.
Deze studie maakt deel uit van het promotieonderzoek van dr. Tim Dijkema, die op 28 maart promoveerde aan de Universiteit Utrecht (Promotor: Prof. dr. M. van Vulpen). Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van KWF Kankerbestrijding. Dr. Terhaard presenteerde de resultaten op 20 april tijdens het 2de Forum van de Europese Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (ESTRO) in Geneve (Zwitserland).
Referenties:
Terhaard CHJ, Dijkema T, Braam P, Roesink JM, Raaijmakers CPJ. Sparing the contralateral submandibular gland in oropharyngeal cancer patients; dose-response analysis. Presented at the 2nd Forum of the European Society for Radiotherapy and Oncology, Geneva (Switzerland), April 20-23, 2013.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/134791920-902.jpg9090anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2013-04-24 00:00:002024-11-06 12:43:37Minder klachten droge mond door gerichtere bestraling
De IT-mondhygiënistengroep Amersfoort III (Keistad) maakte een poster over het effect van softpicks (rubberen interdentale borstels) op de klinische parameters bij patiënten met gingivitis, in vergelijking met andere interdentale hulpmiddelen. Bekijk de poster.
Conclusie De IT-groep concludeert dat er op dit moment slechts één klinische studie is die de effectiviteit van rubberen interdentale borstels op de klinische parameters van gingivitis onderzocht. Dit onderzoek laat zien dat het effect van Softpicks op de plaque-, bloeding-, en gingivitis index vergelijkbaar is met Glide Floss, Go-betweens en Flossers.
Discussie Volgens de IT-groep Amersfoort III is er discussie over de volgende punten:
Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs om de vraagstelling te beantwoorden.
In Yost et al 2006 blijkt het effect van Softpicks vergelijkbaar met floss. De literatuur beschrijft dat floss onvoldoende effect heeft op plaqueverwijdering en reductie van gingivitis6.
Men zal altijd de grootte van de interdentale ruimte mee moeten wegen in de keuze van een interdentaal hulpmiddel.
Er is meer onderzoek nodig naar het gebruik van de rubberen interdentale borstels. Het bewijs is niet sterk genoeg om een
Evidence Based advies te geven.
Door:
De poster werd opgezet door de IT-Groep Amersfoort III (Keistad), bestaande uit Venhar Akcan, Zina Alhamrany, Babette Bax, Gerda Blok, Karlijn Borg, Emine Demir, Karien Dijkhuis, Nienke Hennequin, Marlène Richardson. Lilian Dijkhuis deed de vormgeving van de poster.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/poster-amersfoort-90.jpg9063Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-04-24 00:00:002016-09-21 12:30:47IT-poster over het effect van softpicks
Een Brits onderzoek laat zien dat mensen met witte tanden er niet alleen 5 jaar jonger uitzien maar ook eerder worden aangenomen en meer succes boeken. De studie, in opdracht van Oral-B, onderzocht de ideeën van ruim 2.000 Britse mannen en vrouwen over een wit gebit, meldt HLN.be.
Rijkdom en status Voor bijna één op de drie mannen zijn witte tanden een symbool voor rijkdom en status. Veel mensen gaan ervan uit dat iemand met een wit gebit een hoge opleiding heeft.
Jonger De studie geeft aan dat mensen met witte tanden er maar liefst 5 jaar jonger uitzien. Voor veel mannen en vrouwen is dit een belangrijke motivatie om goed voor hun gebit te zorgen. Het is dus niet zomaar dat de markt voor tandenbleekproducten zo sterk gegroeid is in de afgelopen jaren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/120620998-mond-spiegel-90.jpg9090anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2013-04-18 00:00:002022-05-03 14:51:04Witte tanden: 5 jaar jonger én succesvoller
Jelani Leito bestudeerde de antimicrobiële werking van twee speekseleiwitten: agglutinine en statherine. Hij ontdekte in elk eiwit een nieuw afweermechanisme in speeksel, meldt ACTA.
Bacteriën In de mond zijn honderden soorten bacteriën aanwezig in enorme aantallen; 1 ml speeksel bevat ongeveer 100 miljoen bacteriën. Ondanks deze enorme aantallen bacteriën hebben wij weinig last van infecties en met goede mondhygiëne kunnen onze tanden ons leven lang mee. Anders wordt de situatie bij mensen die te weinig speeksel produceren, bijvoorbeeld na bestraling, bij medicijngebruik of bij het syndroom van Sjögren. Deze mensen hebben, naast problemen met spreken, kauwen en slikken, ook moeite met het gezond houden van de mond.
Afweermechanisme
Het eerste afweermechanisme dat Leito vond is dat statherine de schimmeldradengroei van de gist C. albicans remt. Hierbij is het belangrijk te weten dat de schimmeldradenvorm van deze gist wordt beschouwd als de meest, maar niet exclusief, infectieuze vorm. Het tweede mechanisme is dat agglutinine in staat is het afweersysteem tegen micro-organismen te activeren. Dit laatste mechanisme is een aanwijzing dat speeksel en bloed kunnen samenwerken bij de afweer tegen micro-organismen die via de mondholte ons lichaam binnendringen.
Promotie
Donderdag 18 april 2013, 13.45 uur
Locatie: Aula van de Vrije Universiteit te Amsterdam, De Boelelaan 1105
Spreker: Jelani Leito
Promotor: Prof.dr. E.C.I. Veerman en prof.dr. A. van Nieuw Amerongen, Orale Biochemie ACTA
Co-promotor: Dr. A.J.M. Ligtenberg, Orale Biochemie ACTA
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/134791920-901.jpg9090Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2013-04-11 00:00:002018-12-06 12:25:16Nieuwe afweermechanismen in speeksel ontdekt
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.