Geld

Investeren in eHealth houdt zorg betaalbaar

De Nederlandse Vereniging voor eHealth (NVEH) stelt dat eHealth sneller verankerd moet worden in de reguliere zorg.
eHealth, de innovatieve toepassing van ICT en met name internet in de zorg, heeft een enorm potentieel om de zorg beter, toegankelijker en goedkoper te maken. Patiënten, zorgprofessionals en zorgverzekeraars profiteren ervan.
Zo zorgt teledermatologie voor 67% minder fysieke doorverwijzingen naar het ziekenhuis en bespaart de zorgverzekeraar 53% van de kosten. Toch is eHealth nog lang geen alomtegenwoordig, integraal en vanzelfsprekend onderdeel van reguliere Nederlandse gezondheidszorg. De NVEH pleit voor een versnelde, duurzame en verantwoorde verankering van eHealth in de zorg.  Het is juist nu, met het oog op de noodzakelijke hervormingen in de zorg, tijd voor actie.

Maatregelen
De volgende maatregelen zijn daarom dringend nodig: gerichter investeren in eHealth onderzoek en ontwikkeling, meer transparante regels, meer draagvlak onder zorgprofessionals en meer structurele, financiële prikkels voor innovaties.

Vooral het ontbreken van structurele tarieven belemmert de grootschalige implementatie van veel eHealth toepassingen. eHealth dient voor langere tijd en eenduidig vergoed te worden. Substitutie van dure conventionele zorg door bewezen eHealth toepassingen moet krachtig worden bevorderd en mogelijk worden afgedwongen.

Nederland eHealth land
Nederland heeft de kennis, de kunde én de infrastructuur om voorop te lopen op het gebied van eHealth. 2010 is een cruciaal jaar om deze kans te verzilveren. De Nederlandse Vereniging voor eHealth roept alle betrokken partijen op, met het oog op de komende verkiezingen en een nieuw te vormen regering om structureel te investeren in een eHealth agenda voor het komende decennium. Voor betaalbare kwaliteitszorg nu en in de toekomst.

Over de Nederlandse Vereniging voor eHealth
De Nederlandse Vereniging voor e-Health (NVEH) is dé vereniging voor e-Health en telemedicine in Nederland, waarbij de kwaliteit van de zorgverlening voorop staat. De NVEH werd in 2005 opgericht. De vereniging vertegenwoordigt Nederland op Europees niveau binnen de “International Society for Telemedicine & eHealth (ISfTeH)”, onder de naam “Dutch Association of eHealth”.

De NVEH zet zich in voor structurele en verantwoorde verankering van eHealth in de Nederlandse zorg. Brede toepassing van eHealth leidt bewezen tot betere, meer toegankelijke en goedkopere zorg en meer regie voor patiënt én zorgprofessional.

De NVEH werkt samen met partners zoals de KNMG, NPCF, eHealthNu, Syntens, overheden en onderzoeksinstellingen.

Bron:
NVEH

Lees meer over: E-health, Kennis
Pijl

Richtlijn mondzorg zorgafhankelijke patiënten verpleeghuizen

Opgesteld door de NMT, Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie en de NVVA.
Zie ook het handboek Integrale Mondzorg

De Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) is de wetenschappelijke vereniging van beroepsoefenaren die zich in het bijzonder inzetten voor de bevordering van de kwaliteit van de mondzorg voor de kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen.

 


Download brochure 2008-08-richtlijn-mondzorg - verpleeghuizen.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Gebruik van e-sigaret vergroot kans op roken bij jongeren

Twee keer zo groot risico tanduitval rokers

Uit een Duits onderzoek blijkt dat rokers een twee keer zo hoog risico lopen om hun tanden te verliezen in vergelijking met niet-rokers. De resultaten van het onderzoek werden afgelopen woensdag gepresenteerd in Berlijn. Het rapport werd opgesteld door deskundigen van een landelijke tandartsenorganisatie en wetenschappers van het kankeronderzoekscentrum.

Rokers kampen veel vaker met tandvleesproblemen en overlijden ook vaker aan mond- en keelkanker. Jaarlijks sterven circa 4500 Duitsers aan de gevolgen van deze ziekte, vooral mannen. In Duitsland rookt circa een op de drie volwassenen. De Duitse tandartsen worden opgeroepen hun klanten te adviseren om te stoppen met de ongezonde gewoonte.

Bron:
Nu.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Lager opgeleiden vatbaarder voor gezondheidsproblemen

Korter leven en verlies relatief groot deel van inkomsten
Lager opgeleiden zijn vatbaarder voor gezondheidsproblemen. Dat stelt Hans van Kippersluis is zijn proefschrift ‘Sociaaleconomische verschillen in de gezondheid: een economische analyse’. Lager opgeleiden verliezen daardoor een relatief groter deel van hun inkomsten, aldus de promovendus, en leven gemiddeld korter. Van Kippersluis promoveert op donderdag 29 april 2010 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Er bestaan enorme verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status. Zo bestempelt één op de drie 55-jarigen in de laagste inkomensgroepen zijn of haar gezondheid als slecht, tegen één op de twintig in de hoogste inkomensgroepen. Ook blijkt dat het verschil in levensverwachting tussen de hoogste en laagste inkomensgroepen gemiddeld maar liefst vijf jaar is. Het terugdringen van de ongelijkheden in gezondheid is één van de voornaamste doelstellingen van het ministerie van VWS. Echter, ondanks de gestegen levensverwachting ervaart de huidige generatie Nederlanders haar gezondheid niet beter dan vroeger en over de laatste generaties zijn de verschillen in gezondheid en levensverwachting tussen inkomensgroepen niet kleiner geworden.

Effecten van gezondheid op inkomen
In zijn proefschrift paste Van Kippersluis econometrische analyses toe op de oorsprong van deze ongelijkheden in gezondheid. Het blijkt dat verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status grotendeels worden veroorzaakt door twee effecten: dat van gezondheid op inkomen, en dat van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Het effect van gezondheid op inkomen is het belangrijkst. Een slechte of afnemende gezondheid leidt tot verminderde arbeidsparticipatie en een permanent inkomensverlies. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het tegenovergestelde effect van inkomen op gezondheid bij volwassenen maar zeer beperkt. Een slechte gezondheid veroordeelt dus tot een lager inkomen, terwijl een hoger inkomen niet automatisch tot een betere gezondheid leidt.
Een interessante bevinding daarbij is dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen gemiddeld genomen het verlies aan persoonlijk inkomen redelijk weten te beperken, maar dat het verlies aan inkomen voor het huishouden groter is dan voor het zieke individu. Vaak moet namelijk de partner van de arbeidsongeschikte stoppen met werken om de verzorging op zich te nemen, iets wat niet is verzekerd.

Effect van opleiding op gezondheid
De tweede belangrijke oorzaak van sociaaleconomische verschillen in gezondheid is het effect van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Dit is de eerste studie die aantoont dat een extra jaar opleiding de kans op vroegtijdig overlijden verlaagt – en dat dit effect zelfs tot na de leeftijd van 80 jaar doorwerkt. Van Kippersluis schetst een beeld van cumulatief nadeel voor de lagere sociaaleconomische groepen. Het blijkt dat de meest kwetsbare groepen in de samenleving – de lager opgeleiden en de laagste inkomensgroepen – de grootste risicogroepen zijn voor gezondheidsproblemen. Daarnaast dragen ze relatief gezien ook het grootste inkomensverlies na zulke problemen.

Bron:
Erasmus Universiteit

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Praktische update voor uw praktijkautomatisering

E-Health leidt tot betere zorg

Zorg op afstand, zoals een webspreekuur, is kwalitatief vaak beter dan directe zorg in de spreekkamer. Dit is één van de conclusies van een spitsseminar dat eerder deze week door Nictiz werd georganiseerd.

Digitaal spreekuur
Eén van de drie sprekers was Filip van Dijk, die de resultaten presenteerde van een webspreekuur. Dit digitale spreekuur ontwikkelde hij samen met twee artsen voor de poli Neurologie van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, ter vervanging van een deel van de controlebezoeken. Aanzienlijk meer informatie wordt door de patiënt onthouden, doordat deze de tekst rustig kan nalezen.

Dit in tegenstelling tot consulten in de spreekkamer: onderzoek wijst uit dat patiënten gemiddeld maar twintig tot veertig procent onthouden van wat daar wordt gezegd.

E-health in de praktijk
Naast Filip van Dijk, presenteerde Rolien de Jong de succesfactoren van ICT in de zorg voor zorgprofessionals. Zij benadrukte het belang van het vroegtijdig betrekken van professionals in de innovatieprojecten. Mathijs Zwier, senior verpleegkundige en transitiecoördinator bij het UMC Utrecht, liet zien dat e-Health juist voor jongeren goed kan werken. De digitale reumapoli voor jongeren is in zijn ziekenhuis een groot succes.

De bijeenkomst leverde een aantal conclusies op, namelijk dat e-health een middel is om de zorg te vernieuwen en dat ICT-ondersteuning past in de trend van meer patiëntenparticipatie in de zorg.

Bron:
NVZ

Lees meer over: E-health, Kennis
Mailvoorbeelden

Herken de échte afzender van uw e-mail

Phishing
Phishing is een vorm van internetfraude. Het bestaat uit het oplichten van mensen door ze te lokken naar een valse (bank)website, die een kopie is van de echte website en ze daar – nietsvermoedend – te laten inloggen met hun inlognaam en wachtwoord of hun creditcardnummer. Hierdoor krijgt de fraudeur de beschikking over deze gegevens met alle gevolgen van dien. De slachtoffers worden vaak via e-mail naar deze valse website gelokt met daarin een link naar de (valse) website met het verzoek om zogenaamd ‘de inloggevens te controleren’.

Herken de échte e-mail afzender
Over internetfraude via e-mail is natuurlijk voorlichting nodig. De Nederlandse Vereniging van Banken probeert consumenten met de campagne 3x kloppen te wijzen op allerlei veiligheidsrisico’s. Op de website is er ook een check of een website klopt. Deze check is voornamelijk gericht op SSL, oftewel op het slotje in de browser en https in de adresbalk. Sowieso is het opvallend dat EV SSL nog maar beperkt wordt gebruikt in Nederland. Gebruikers van een EV SSL certificaat worden beter gecontroleerd dan gebruikers van een SSL certificaat. Bij EV SSL wordt niet alleen een slotje getoond, maar wordt ook de adresbalk in de browser groen en wordt ook de naam van het bedrijf direct in beeld getoond. De banken gebruiken veelal al wel EV SSL. Hieronder de adresbalk van het inlogscherm van het internetbankieren van ABN AMRO Bank.

Bron:
Frankwatching.com

 

Lees meer over: E-health, Kennis

Tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis organiseert Museum Boerhaave een tentoonstelling
over de mond. De mond is dé plek waar onze gevoelens samenkomen: blijdschap, lust, intimiteit, angst, pijn, gulzigheid,
vraatzucht, schaamte, afkeer, ijdelheid en trots. Al die gevoelens zijn een prachtig uitgangspunt voor een publiekstentoonstelling over de emotionele, technische en sociale aspecten van de zorg voor de mond.

Wat is er allemaal te zien?
Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een verrassend beeld van de ontwikkeling van de zorg voor een goede mondgezondheid. Wat is het nut van fluoride in tandpasta? Hoe maakt de tandarts zonder dat de patiënt moet happen een digitale scan en wordt daar, klaar terwijl u wacht, een kroon van gemaakt? Waarmee poetste Napoleon zijn tanden? Hoe geef je de perfecte kus? Kun je je lachlijn verbeteren? Hoe komen kinderen in Nepal aan een gezond gebit? Via tal van verrassende invalshoeken wordt duidelijk gemaakt hoe de tandarts en de mondhygiënist bijdragen aan de mondgezondheid.
 
En natuurlijk zal de bezoeker zich na het bezoek aan Museum Boerhaave meer dan ooit realiseren dat het eigen preventiegedrag aan de basis staat van een gezonde mond. Aan de tentoonstelling wordt meegewerkt door verschillende dentale organisaties en bedrijven. Voor scholen is er een koppeling met het project Hou je mond gezond!

Wanneer?
Say Cheese! begint op 9 oktober en loopt door tot en met 3 april 2011.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Hart - gezondheid

Richtlijn endocarditisprofylaxe

Het toedienen van antibiotica bij tandheelkundige ingrepen ter preventie van endocarditis is altijd een onderwerp van discussie. Onderzoekers uit Zweden hebben onderzocht in hoeverre de thans gebruikte richtlijnen in overeenstemming zijn met het bewijs voor het effect van antibioticaprofylaxe. Zij concludeerden dat er geen bewijs is voor de preventieve werking van antibiotica in geval van endocarditis.

Bestaande klinische richtlijnen en adviezen zouden moeten worden aangepast en zouden meer evidence- based moeten zijn.

Lees hier meer.

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Een slepende zaak met een bittere nasmaak

Rien van der Horst, tandarts en juridisch-tandheelkundig adviseur, schetst aan de hand van een casus hoe adequaat te handelen bij een direct geïndiceerde endodontische behandeling.

Situatie
Bij een endodontische behandeling werd Euparal® ingesloten. Daarna vond lekkage plaats met als gevolg botnecrose. Het betreffende element moest uiteindelijk worden verwijderd.

In de procedure bij het Medisch Tuchtcollege en de daaropvolgende procedure kreeg de patiënt niet die erkenning in de vorm van ‘schuld en boete’ die zij verwachtte op basis van haar rechtvaardigheidsgevoel. Zij voelde zich te kort gedaan door de tandheelkundig adviseur van hun Rechtsbijstandverzekeraar. Deze bleef volhouden dat er geen causaal verband was tussen oorzaak (het insluiten van het devitalisatiemiddel in de 17) en gevolg (de noodzaak tot verwijdering van element 17). De zaak kon zich hierdoor bijna 10 jaar voortslepen.

Feiten

  • Bij een periodieke controle van het gebit op 7 april 1998, werd door een tandartsmedewerker aan de hand van een bitewingfoto een diepe mesiale caviteit in de 17 vastgesteld.
  • Op 23 april werd door dezelfde praktijkmedewerker een MO preparatie gemaakt, waarbij cariës werd geëxcaveerd en daarnaast werd vastgesteld dat de zenuw mogelijk was aangetast. Besloten werd de behandeling te beperken tot een restauratie om dan na verloop van tijd het element opnieuw te beoordelen.
  • Een week later werd – vanwege ernstige pijnklachten – toch een endodontische behandeling gestart door de praktijkmedewerker. Aangezien het door de slechte toegankelijkheid van de wortelkanalen niet goed mogelijk was om het pulpaweefsel volledig te extirperen werd in de pulpakamer het devitalisatiemiddel Euparal aangebracht met daarover Cavit als tijdelijke restauratie.
  • Er werd een vervolgafspraak voor 5 dagen later gemaakt. De patiënt verschoof deze afspraak nog eens met 2 dagen naar 6 mei. Tijdens dit consult bleek de gingiva rond de elementen 16 en 17 gezwollen te zijn. De praktijkmedewerker verwijderde de tijdelijke vulling, evenals het watje met Euparal, reinigde de wortelkanalen en sloot het element tijdelijk af. Ook reinigde hij de pockets bij dit element en maakte een vervolgafspraak voor 9 juni voor afronding van de endodontische behandeling. Zover is het niet gekomen.
  • Twee weken later meldde de patiënte zich al bij de praktijkhouder.
    Deze constateerde necrotisch weefsel tussen de elementen 16 en 17. Hij verwijderde dit weefsel, curetteerde een pocket en maakte een afspraak voor nog eens 2 weken later.
  • Op deze datum constateerde de praktijkhouder dat het alveolaire bot bloot lag en verwees de patiënt naar een parodontoloog, echter zonder zelf contact op te nemen met de parodontoloog. De praktijkhouder liet de patiënt zelf de afspraak maken.
  • Hierdoor werd de patiënt pas op 10 juni gezien in de paro-praktijk en werd een hoeveelheid kaakbot uit de bovenkaak verwijderd, evenals element 17.

Oordeel tuchtcollege
De kritiek van het Tuchtcollege richtte zich op het feit dat:

  • De praktijkmedewerker de patiënt onvoldoende had gevolgd. Hij had de patiënt na het insluiten van Euparal al na 1 à 2 dagen terug moeten zien.
  • De praktijkhouder de patiënt niet doorverwees naar een parodontoloog toen hij haar voor het eerst zag met een gezwollen gingiva maar pas twee weken later bij de vervolgafspraak. Bovendien informeerde hij de parodontoloog niet en liet de patiënt zelf de afspraak bij de parodontoloog maken.
  • Zij beiden handelden in strijd met de zorg die zij als tandarts behoren te geven.

Beiden kregen een waarschuwing.

Oordeel tandheelkundig adviseur

  • Het gebruik van het middel Euparal is achterhaald en zou niet meer voorgeschreven mogen worden. Een direct causaal verband kon hij echter niet leggen inzake het insluiten van het devitalisatiemiddel in het gebitselement en de latere extractie.
  • Daarnaast bekeek hij of er verdere causale verbanden waren. Er waren wel röntgenfoto’s voorhanden, maar geen foto’s die deugdelijke informatie konden geven over de situatie voor, tijdens en na de betreffende behandeling. De tandheelkundig adviseur worstelde daar zodanig mee, dat hij op basis daarvan de oorzaak van de schade niet in een verband kon brengen met het verlies van het element.Vervolgens vond er een klinisch onderzoek plaats en werd een OPG genomen.

    Beide onderdelen in combinatie met afbeelding 1 versterkten de indruk van mogelijk reeds bestaande parodontale problemen vóór de extractie van element 17. De patiënt bleef zitten met een bittere nasmaak.

Aanbevelingen

  • Zorg voor deugdelijke röntgenfoto’s.
  • Maak een verwijsbrief met informatie over de reden van de verwijzing.
  • Regel bij een spoedverwijzing zelf de afspraak met degene waarnaar u verwijst.

Door Rien van der Horst

Oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars
Tandheelkundig adviseur Verzekeraars
Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail

Lees meer over: Casus, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Overweldige belangstelling voor lesproject Hou je mond gezond!

Voor alle kinderen een gezonde mond. Dat is de doelstelling van het landelijke lesproject Hou je mond gezond! De animo voor het educatieve project vanuit het onderwijs is overweldigend. Al meer dan 3000 scholen hebben zich ervoor aangemeld.
Centraal onderdeel van het project is het bezoek van een tandheelkundig zorgverlener aan de groep of een kennismakingsbezoek van de groep aan een tandheelkundige praktijk. Maar liefst 90% van de leerkrachten wil de ‘poetsles’ graag laten verzorgen door een tandheelkundig zorgverlener. De andere 10% van de leerkrachten kiest ervoor zelfstandig met het project aan de slag te gaan. Door het project verwacht het Ivoren Kruis, initiatiefnemer, ontwikkelaar en producent van
het lesproject, dat het poetsgedrag verbetert, cariës en tanderosie kunnen worden teruggedrongen en dat kinderen al voor
het tweede levensjaar de tandarts of mondhygiënist bezoeken.

Enthousiaste tandheelkundig zorgverleners gezocht
Om al die poetslessen te kunnen geven, zijn veel tandheelkundig zorgverleners nodig. “Er doen al veel zorgverleners mee,
maar we hopen dat nog veel meer enthousiaste collega’s zich willen inzetten om deze klus te klaren”, zegt Teun Rietmeijer,
voorzitter van het Ivoren Kruis. Voor de uitvoering van het ambitieuze project werkt het Ivoren Kruis al nauw samen met de
tandartsen en mondhygiënisten verenigd in het project Kies voor gaaf!. Daarnaast worden alle tandarts- en preventie assistenten, jeudtandverzorgenden, mondhygiënisten, tandartsen, studenten van de opleidingen mondzorg, tandheelkunde
of assistentenopleiding en GGDmedewerkers opgeroepen vrijwillig hun steentje bij te dragen. Professionals (in opleiding) die het leuk vinden kinderen kennis bij te brengen over mondgezondheid worden van harte uitgenodigd aan dit project mee te werken.

Aanmelden poetsles
Wie het leuk vindt zelf een keertje voor de klas te staan, meldt zich aan via www.houjemondgezond. nl. “Als iedere tandheelkundig zorgverlener één lesje op een school zou geven, hebben we het hele onderwijs te pakken”, zegt Rietmeijer.
Het ontwikkelde lesmateriaal is zeker niet alleen voor leerkrachten bedoeld. Ook tandheelkundig zorgverleners kunnen het
gebruiken als ze in de eigen omgeving op een school een poetsles willen geven. Niet om daarmee taken van de GGD over
te nemen, maar als een blijk van gevoel voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met dit project wil het Ivoren Kruis zijn leden nog intensiever bij de uitvoering van de doelstellingen van de vereniging betrekken: bevorderen van de mondgezondheid. Maatschappelijke betrokkenheid “Wie meewerkt aan dit onderwijsproject, toont zijn of haar maatschappelijke betrokkenheid”, aldus Rietmeijer. “Bovendien is meedoen goed voor het imago van onze beroepsgroep.” Tandheelkundig zorgverleners die een les hebben gegeven, zorgden al voor de nodige publiciteit. “Je bereikt niet alleen de kinderen aan wie je de les geeft. Ook hun ouders, opa’s en oma’s zijn geïnteresseerd in de activiteiten waarmee hun
(klein)kinderen bezig zijn. ”Wie meer wil weten over het project kijkt  op www.houjemondgezond.nl of stuurt een e-mail.
Bekijk ook het  promotiefilmpje.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Gevolgen van slaapapneu: restschade en hormonaal disfunctioneren

OSAS en bimaxillaire chirurgie

Het Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) is een frequent voorkomende aandoening waarbij vermoeidheid overdag en onbedoeld in slaap vallen op de voorgrond staan. De diagnose wordt gesteld d.m.v. een uitvoerige anamnese en polysomnografie.

Gouden standaard behandeling
De gouden standaard voor behandeling is nasal Continuous Positive Airway Pressure (CPAP). Daarnaast kunnen bij een lichte tot matige OSAS ook mandibulaire repositie apparaten (MRA) worden toegepast. Dit zijn beide hulpmiddelen die de patiënt dagelijks moet gebruiken waardoor in sommige gevallen de therapietrouw te wensen overlaat. Daarnaast kunnen beide behandelopties bijwerkingen vertonen die het gebruik ernstig bemoeilijken. Bij deze patiëntengroep kan een indicatie voor een definitieve oplossing d.m.v. een kaakosteotomie ontstaan waarbij zowel boven- als onderkaak naar ventraal worden verplaatst.

Kaakosteotomie
De gebruikte chirurgische techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de kaakchirurgie ter correctie van groeiafwijkingen in het aangezichtsskelet en leidt tot voorspelbare uitkomsten van behandeling. De gemiddelde leeftijd van de patiënten, die vanwege deze skeletale discrepanties tussen onder- en bovenkaak een dergelijke ingreep ondergaan, ligt echter aanzienlijk lager dan de gemiddelde leeftijd van patiënten met een OSAS. Dit betekent dat het herstel van de OSAS patiënt na een dergelijke ingreep langer duurt en de kans op complicaties groter is. De succespercentages die in de literatuur worden genoemd, zijn hoog en lijken ook op langere termijn stabiel waardoor deze behandeling een waardevolle aanvulling kan zijn op de conservatieve therapiemodaliteiten.

Bron:
NVTS.nl
Door: Dr. Jan de Lange, spreker op het NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap.

Curriculum vitae
Dr. Jan de Lange studeerde in 1988 cum laude af aan de Rijksuniversiteit Utrecht en volgde van 1990 tot 1994 aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam de specialisatie Mondziekten en Kaakchirurgie. In 1996 behaalde hij het artsexamen aan de Universiteit van Amsterdam. In 2006 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift Central Giant Cell Granuloma of the Jaw: Epidemiology, Therapy and Related Disorders. In 2008 verkreeg hij een registratie als epidemioloog B. Overige registraties zijn: oraal implantoloog en stralingsdeskundigheidsniveau 4M. Momenteel is hij werkzaam als kaakchirurg en opleider in de Isala Klinieken te Zwolle en als kaakchirurg in het AMC te Amsterdam. Daarnaast heeft Jan de Lange diverse nevenfuncties.

Literatuur

  • Prinsell JR. Maxillomandibular advancement surgery in a site-specific treatment approach for obstructive sleep apnea in 50 consecutive patients. Chest 1999; 116: 1519-29.
  • Conradt R, Hochban W, Brandenburg U, Heitmann J, Peter JH. Long-term follow-up after surgical treatment of obstructive sleep apnoea by maxillomandibular advancement. Eur Resp J 1997; 10: 123-128.
  • Hoekema A, de Lange J, Stegenga B, de Bont LGM. Oral appliances and maxillomandibular advancement surgery: an alternative treatment protocol for the obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. J Oral Maxillofac Surg 2006; 64: 886-91.
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
NZa waarschuwt mondzorgpraktijken die vullingen verkeerd declareren

Hooglereaar waarschuwt voor extreme wensen patiënt bij tandarts

Hoogleraar tandheelkunde A. de Jongh waarschuwt tandartsen niet in te gaan op ‘extreme wensen’ van patiënten. Volgens hem is één op de tien mensen die uitgebreide behandelingen aan de tanden laat ondergaan – zoals rechtzetten van tanden – lijder aan het Body Dysmorfic Disorder (BDD) of dysmorfobie.

Dat schrijft de Amsterdamse hoogleraar tandheelkunde A. de Jongh in een reviewartikel. De Jongh stelt dat een bezoek aan de psycholoog met dysmorfobie wellicht beter is dan een behandeling bij de tandarts. Mensen die lijden aan BDD vinden zichzelf lelijk, misvormd of onaantrekkelijk. Na een behandeling bij een tandarts zijn zij niet tevreden en blijven zij terugkomen voor verdere behandelingen. Dysmorfobie is een psychiatrische afwijking in de westerse wereld waaraan een op de vijftig mensen lijdt.

Bron:
QP Tandheelkunde, maart

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
kunstgebit

Implantaten… natuurlijk!

Speciaal voor de patiënt in de praktijk heeft de NVOI de voorlichtings-
folder ‘Implantaten… natuurlijk!’ ontwikkeld. Deze folder is te bestellen via het NVOI secretariaat per pakket van 50 standaard folders. Afhankelijk van uw pakketkeuze wordt deze vervolgens geleverd met inserts over:

  • Het vervangen van één tand en/of kies
  • Het vervangen van meerdere tanden en/of kiezen
  • Het vervangen van alle tanden en kiezen
  • Het aanbrengen van extra bot wanneer er te weinig bot aanwezig is.Elk pakket bevat tevens een gratis baliedisplay.

 

 

Lees meer over: Patiëntenfolders volwassenen
Meerdere tandartsen in een gebouw: eerste groepspraktijk België

Mondhygiënische interventies beter afstemmen op doelgroepen

Preventie is de basis van mondhygiënische zorg, daar zijn mensen het wereldwijd over eens. Toch blijken programma’s en interventies van gezondheidsorganisaties minder effectief te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Ze dragen bij aan het verlagen van het aantal mensen met mondgerelateerde ziekten, maar blijken niet alle doelgroepen te bereiken. Interventies moeten daarom beter afgestemd worden op de doelgroepen die men wil beïnvloeden, stelt Yvonne Buunk-Werkhoven. Zij promoveert 1 april 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hebben mensen last van hun gebit, dan lijdt hun psychisch welzijn daaronder. Hebben mensen een verzorgd en esthetisch gezien mooi gebit dan voelen ze zich daar juist goed bij. Toch staan mensen pas stil bij het belang van een goede mondverzorging als ze last krijgen van hun gebit.

Echt motiveren
Buunk-Werkhoven: “Vrijwel iedereen poetst zijn tanden en vindt een goede verzorging belangrijk, maar dat betekent niet per se dat iedereen het ook goed doet. Veel mensen moeten nog steeds leren hoe je eigenlijk moet poetsen. Je kunt het een beetje vergelijken met stoppen met roken. Iedereen weet dat het slecht is, maar toch blijf je het doen. Zo weet iedereen dat tanden poetsen goed is, maar om mensen écht te motiveren is het belangrijk om ze voor te lichten op een manier die hen aanspreekt.’

Interventie afstemmen
In haar proefschrift beschrijft Buunk-Werkhoven enkele interventiestudies die gericht zijn op de verbetering van persoonlijk mondhygiënegedrag, onder meer in Spanje en Uruguay. De effecten van een positieve motiverende boodschap blijken af te hangen van het land, het opleidingsniveau en van het belang dat mensen hechten aan gezondheid. Stem de interventie af op dat wat mensen belangrijk vinden, aldus Buunk-Werkhoven.

Positief motiverende boodschap
Zo blijken bij de volwassen Nederlandse bevolking een positieve houding, sociale druk, het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering en kennis over mondverzorging de belangrijkste voorspellers van mondhygiënegedrag. Buunk-Werkhoven: ’Een positief motiverende boodschap blijkt bij deze doelgroep het beste te werken.’

Bevorderen gedragscontrole
Bij landmachtmilitairen, een andere groep die Buunk-Werkhoven opnam in haar onderzoek, is het vooral belangrijk om te focussen op het bevorderen van waargenomen gedragscontrole, opdat ze een adequate mondhygiëne kunnen uitvoeren. Onder militairen blijken namelijk alleen een positieve houding en het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering ertoe te doen. ’Dental fitness is binnen defensie heel belangrijk, al ligt de focus vooral op opknappen, niet op preventie. Als iemand uitgezonden wordt, moet het gebit helemaal in orde zijn. Wil je een goed interventieprogramma ontwikkelen voor militairen dan is het dus vooral belangrijk om een positieve houding tegenover mondhygiëne te bevorderen.’

Cultureel bepaald
Om ook culturele verschillen mee te nemen, deed Buunk-Werkhoven ook onderzoek buiten Nederland. ‘Het is vaak cultureel bepaald wat belangrijk is. Iemand in Nepal die één of twee tanden mist, vindt dat niet leuk, maar het speelt geen grote rol in zijn of haar leven. Op de Nederlandse Antillen en in Uruguay speelt naast een positieve houding, vooral de sociale druk een belangrijke rol. Hiërarchie is daar heel belangrijk, terwijl in Nepal juist het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering van belang blijkt. De gemiddelde leeftijd waarop mensen in Nepal voor het eerst bij de tandarts komen is 36 jaar en tandenborstels zijn er lang niet overal verkrijgbaar. Op zo’n plek moet je voorlichting dus heel anders aanpakken dan in een westers land als Nederland.’

Curriculum vitae
Yvonne Buunk-Werkhoven (Gieten, 1967) werkte als mondhygiëniste en hogeschooldocent Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG en was van 2003 tot 2009 gedetacheerd bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen. Daarnaast studeerde ze sociale psychologie aan de RUG. Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. A. Dijkstra en dr. C.P. van der Schans. De titel van haar proefschrift is World White Teeth: Determinants and promotion of oral hygiene behavior in diverse contexts. Momenteel werkt Buunk-Werkhoven als docent bij de opleiding Toegepaste Psychologie van de Hanzehogeschool Groningen. Zij zit in de redactieraad van het NTvM en is als kandidaat bestuurslid zeer betrokken bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten. Op 16 april wordt een congres over dit onderwerp gehouden in Hoorn, waarbij Buunk-Werkhoven dagvoorzitter is.

Bron:
www.rug.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Checklijst-–-Beveiligingsmaatregelen

Patiëntveiligheid

Systematische incident reconstructie en evaluatie

Fouten maken is menselijk. Zelfs in de zorg. Veel hulpverleners zijn bang om fouten te maken omdat fouten kunnen leiden tot incidenten met soms ernstige gevolgen voor de patiënt. Elk incident is een drama, zowel voor de patiënt als voor de betrokken hulpverleners. Met Patiëntveiligheid, Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie (SIRE) kunnen incidenten worden onderzocht en geanalyseerd, en kunnen maatregelen worden bedacht die de kans op soortgelijke incidenten in de toekomst verkleinen.

Auteurs: I.P. Leistikow, K. den Ridder & Bart de Vries

 

Lees meer over: Folders
Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Casus: wat ziet u?

Bij een gezonde man van middelbare leeftijd kwam er pus van de 32-33. Bij de 32 was er distaal een pocket van 12 mm en bij de 32 mesiaal een pocket van 10 mm. Bij de man was nooit eerder parodontitis vastgesteld. Er werd een parostatus afgenomen, waaruit bleek dat er geen verdere verdiepte pockets aanwezig waren. Er werd de onderstaande foto gemaakt. De elementen zijn vitaal. Hoe handelt men verder?

Het besluit van de behandelaar
Opvallend is de vreemde ovale radiolucentie op de foto. Dit zie je normaliter niet bij parodontitis.
Zoals gezegd zijn de elementen vitaal. Toch heeft de behandelaar ervoor gekozen om deze patiënt te verwijzen naar de endontoloog. Ook deze constateerde dat de elementen vitaal zijn, eveneens is er geen radiolucentie aan de wortelpunt te zien. Bij percussie was er geen pijn. De patiënt was er nooit op gevallen, is er niet op geslagen en heeft er ook niks tegen aan gekregen. Kortom; geen acuut traumatisch verleden. Zoals men ziet, zitten er in beide elementen geen restauraties.
De behandelaar en endodontoloog vonden: Als het niet kwaakt, niet waggelt en niet lijkt op een eend, dan is het in de meeste gevallen geen eend! Of hadden ze het toch verkeerd?

De behandelaar besloot een flap te doen met een biopsie. Zie de foto. Er werd een cyste verwijderd.

Het verlossende antwoord
Uit de biopsie bleek het te gaan om een laterale parodontale cyste. Dit is een dentogene goedaardige ontwikkelingscyste. Het is typerend dat deze voorkomt tussen twee vitale wortels.

En dat is?
Deze cyste komt zeer weinig voor. De geschatte incidentie bedraagt 1 per miljoen inwoners per jaar. Het komt voornamelijk voor in de cuspidaat- premolaarstreek van de onderkaak. Het geeft zelden klachten. Röntgenologisch ziet men een goedbegrensde radiolucentie die zelden groter is dan 1 cm. In de literatuur worden uiteenlopende suggesties gedaan over de oorsprong van het cyste-epitheel, variërend van gereduceerd glazuurepitheel, resten van de tandlijst tot epitheelresten van Malassez (Rasmussen et al, 1991; Shear, 1992). Verondersteld wordt dat de zeldzame gingivacyste bij volwassenen de extraossale evenknie is van de intraossaal gelegen laterale parodontale cyste.
De laterale parodontale cyste wordt histopathologisch gekenmerkt door enkele lagen brede epitheelbekleding waarin verdikkingen (‘plaques’) voorkomen. Tevens kunnen glycogeenrijke heldere cellen worden aangetroffen. Een bijzondere variant van de laterale parodontale cyste is de botryoïde odontogene cyste. Laatstgenoemde cyste heeft macroscopisch een multilobulair aspect, maar toont dezelfde histopathologische kenmerken (Van der Waal, 1992). De meeste van deze gediagnosticeerde cystes komen voor bij patiënten tussen de 20 en 40 jaar.

En dan?
Na onvolledige verwijdering kan een laterale parodontale cyste recidiveren. Maar ook dit komt zelden voor. Maligne ontaarding van het cyste-epitheel is nooit beschreven. Het is dus zaak dat het goed gevolgd wordt. In eerste instantie door de kaakchirurg en later door de tandarts.

Bronnen:
DentalTown.com
www.MondhygienistenForum.nl
Pathologie van de Mondholte 2002
NTVT

Mrt 2010

Lees meer over: Casus, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Mondzorgpraktijk-van-nul-patiënten-naar-derde-behandelkamer

Praktijkovername met kat in de zak

Rien van der Horst, tandarts en juridisch-tandheelkundig adviseur, geeft aan de hand van een casus aanbevelingen om bij praktijkovername een kat in de zak te voorkomen.

Situatie
Tandarts X nam de praktijk over van tandarts Y tegen betaling van een goodwill. Na overname bleek het patiëntenbestand veel kleiner te zijn dan tandarts Y had aangegeven. Bovendien melden zich na de overname zeer veel patiënten met klachten. Deze klachten bleken voornamelijk betrekking te hebben op recent uitgevoerd kroon- en brugwerk dat door de voorganger was uitgevoerd.

Buiten grenzen bekwame beroepsuitoefening
Uit bestudering van de patiëntenkaarten was vast te stellen dat er geen röntgenfoto’s en behandelplannen waren gemaakt voor de onderbouwing van een juiste indicatie voor kroon- en brugwerk. Ook werd vastgesteld dat patiënten met parodontale problemen nimmer werden doorverwezen of behandeld. Op foto materiaal, genomen na de praktijk overname, werd onder vullingen en kronen vaak secundaire cariës vastgesteld ten gevolge van slechte randaansluitingen. Bij het devitaliseren van elementen werden gedateerde middelen toegepast evenals bij verdere endodontische behandelingen. Ook was er een vermoeden dat er vaak antibiotica werd voorgeschreven terwijl de indicatie ontbrak en de oorzaak van het probleem niet werd onderkend.

Op basis van klinisch- en röntgenologisch onderzoek in combinatie met alle klachten van patiënten kon in redelijkheid vastgesteld worden dat tandarts Y als beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen buiten de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening kwam.

Minder toezicht en meer taakdelegatie door de Wet BIG
Naar aanleiding van deze casus kan men de vraag stellen of de problemen bij deze overname als een incident gezien moeten worden. Mogelijk is inderdaad sprake van een uitzondering. Toch zijn er argumenten om te veronderstellen dat dergelijke problemen bij een praktijkovername mogelijk meer voorkomen.

Per 1 januari 1995 verdween de curatieve tandheelkundige hulp voor volwassenen, de orthodontie voor volwassenen en jeugd, en het kroon-en brugwerk voor de jeugd uit het Ziekenfonds.
Het toezicht door de Ziekenfondsen, voor zover aanwezig, verviel voor deze onderdelen en de klachten behandeling kreeg een andere prioriteit. De invoering van de Wet BIG “maakte meer kapot dan je lief is”, door de ongebreidelde mogelijkheid van taakdelegatie. Vriendelijk gezegd is het toezicht vanuit de Inspectie in de afgelopen jaren er niet beter op geworden door een te kort aan deskundige inhoudelijke menskracht. Het aantal adviserende tandartsen bij zorgverzekeraars werd eerder kleiner dan groter en hun inhoudelijke tandheelkundige kennis werd vaak niet doelmatig in gezet door een andere keus van prioriteiten bij de betreffende zorgverzekeraars. De casus is mogelijk een gevolg van deze ontwikkelingen.

Tijdens de jaarvergadering op 18 april 2008 van de Vereniging voor Gezondheidsrecht werd onder het Themagedeelte ‘de toekomst van de WET BIG’ gesproken over: de taakherschikking, verantwoordelijkheidsverdeling en gewaarborgde kwaliteit.
In deze bespreking werd duidelijk naar voren gebracht dat de problemen met betrekking tot de WET BIG voornamelijk gezocht moeten worden in de niet-voorbehouden-behandelingen, die worden uitgevoerd onder de noemer van taakdelegatie.

Aanbevelingen praktijkovername

  • Informatieplicht
    Vraag als koper expliciet aan de verkoper, op basis van uw onderzoeksplicht, of er klachten of problemen uit het verleden te melden zijn. De verkoper heeft immers een informatieplicht.
  • Omgang klachten
    Leg vast op welke wijze er met eventuele klachten zal worden omgegaan.
  • Inzage patiëntendossiers
    Vraag inzage in patiëntendossiers, voor het afsluiten van de koop.
  • Eigen onderzoek
    – Vraag bij de Inspectie, NMT/ANT en zorgverzekeraars of er klachten of bijzonderheden zijn
    over de over te nemen praktijk.
    – Informeer de kringafdelingsvoorzitter over de overname.
    – Maak kennis met de collega’s uit de omringende praktijken
  • Referenties
    Indien u gebruik maakt van een bemiddelingsbureau, vraag referenties over dit bureau.

Door Rien van der Horst, oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars, tandheelkundig adviseur Verzekeraars,
Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail

Mrt 2010

 

Lees meer over: Casus, Kennis
samenwerking - handenschudden

MondhygienistenForum.nl nu voor alle mondzorgers

Het MondhygienistenForum.nl is uitgebreid. Het forum is niet nu alleen voor mondhygienisten maar voor alle mondzorgers en studenten.

Er kan contact met elkaar worden gelegd in een gezamenlijk forum: het Mondzorg Forum. Daarnaast heeft iedere beroepsgroep een eigen besloten forum. Zo is er het Assistenten Forum, het (Paro)Preventieassistenten Forum, het Techniekers Forum, het Tandheelkundestudenten Forum, het Mondzorgkundestudenten Forum en uiteraard het Mondhygienisten Forum.

Lees meer over: E-health, Kennis
Tuchtrecht Tandarts verwijderd uit BIG register na onjuiste behandeling

Nieuwe website voor BIG-register

Informatie over herregistratie en de tandartsen waarmee u werkt vindt u voortaan via bigregister.nl
De informatie over het BIG-register was eerder alleen toegankelijk via Ribiz.nl. De site is sinds enkele weken vernieuwd, heeft een andere ‘look en feel’ en zou ook overzichtelijker zijn geworden.

Om de 5 jaar herregistreren
Na het behalen van hun getuigschrift kunnen tandartsen zich in het BIG-register laten inschrijven. Het is echter niet: eens ingeschreven, altijd ingeschreven. Vanaf 1 januari 2009 moeten beroepsbeoefenaren die in het register zijn ingeschreven, zich om de 5 jaar herregistreren. Daarmee moeten zij aantonen dat hun kennis of vaardigheden van voldoende niveau zijn. Deze periodieke registratie (ook wel herregistratie genoemd) wordt ingevoerd om de patiënt te beschermen tegen ondeskundig of onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren.

Bron:
BIG-register.nl

 

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Kind - ouder

Kindertandheelkunde, uitgangspunten en grenzen. Herziene druk.

Kindertandheelkunde 1, Tweede, herziene druk
W.E. van Amerongen, L.C. Martens, G. Stel J.S.J. Veerkamp

Abstract
Tandheelkundige zorg voor de jeugd verschilt maar in enkele onderdelen van die voor volwassenen, maar die onderdelen springen zo in het oog dat we van een apart onderdeel van de tandheelkunde moeten spreken. Verreweg het belangrijkste onderscheidende aspect van de kindertandheelkunde ligt in de patiënt zelf: het kind. Het kind in ontwikkeling groeit en verandert. Dat betekent dat de tandarts te maken krijgt met een patiënt met wie in de loop der jaren steeds op een ander niveau gecommuniceerd moet worden, die steeds aangepaste preventieve adviezen nodig heeft en bij wie tijdens de uitvoering van restauratieve zorg met de wisselende leeftijd ook andere regels of principes kunnen gelden.

Meer informatie
Klik hier om het boek te bestellen

Bron:
Springerlink.com

 

Lees meer over: Folders