Prof. dr. ir. Van der Veen vroeg de beurs aan met prof. dr. Egija Zaura, ook werkzaam bij de ACTA. Het te ontvangen geldbedrag gebruiken ze voor hun onderzoek: Healthy food and Healthy teeth in children from low SEP: interventions that fit the ideas and daily realities of families with low SEP in metropolitan areas; a participatory action research.
“Cariës is een serieus probleem onder jonge kinderen in een lage sociaaleconomische positie”, aldus de Eklund Foundation. “Dit belangrijke onderzoek pakt de handschoenen op. Dat doet het door middel van participatief actieonderzoek. En door lokale stakeholders bij het onderzoek te betrekken.”
De Eklund Foundation
De Eklund Foundation ondersteunt nu voor het vijfde jaar op rij tandheelkundige onderzoeksprojecten. Dit jaar zijn twee projecten met betrekking tot cariologie geselecteerd om subsidie te ontvangen. Waaronder dus het onderzoek van prof. dr. ir. Van der Veen.
Joel Eklund, voorzitter van de raad van bestuur van de Eklund Foundation, zegt: “We kiezen ervoor om deze belangrijke projecten met betrekking tot cariologie te erkennen en te steunen, omdat ze de mondgezondheid van jongeren in een sociale context plaatsen met als doel voorwaarden te creëren voor een gezondere toekomst.”
Gratis duurzame tandenborstels
De Eklund Foundation is opgericht door een schenking van de familie Eklund, eigenaren van TePe Oral Hygiene Products, ter ere van hun langdurige relatie met de professionele tandheelkundige gemeenschap. In voorgaande jaren heeft de stichting projecten op het gebied van parodontologie en implantologie ondersteund.
Aangezien de Eklund Foundation vanuit TePe is ontstaan, zal de organisatie prof. dr. ir. Van der veen sponsoren met duurzame tandenborstels voor kinderen in Amsterdam.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/Prof.-dr.-ir.-M.H.-van-der-Veen-ontvangt-Eklund-prijs..jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-10-27 10:05:202020-11-25 10:55:42Prof. dr. ir. Monique van der Veen ontvangt €40.000 van de Eklund Foundation
In de mondzorgpraktijk kunt u geconfronteerd worden met mondafwijkingen die veroorzaakt worden door een systeemziekte.
Verslag van de lezing van Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog, over mondafwijkingen door systeemziekten, van de cursus Mond- en Kaakziekten.
Mondafwijkingen kunnen voorkomen door de volgende systeemziekten:
Maligniteiten
Langerhans-cel-histiocytose (ulceratieve en proliferatieve veranderingen van de mucosa, 50% < 15 jaar)
Vitamine deficiënties
AIDS
Orale manifestaties van AIDS kunnen in 3 groepen worden onderverdeeld, naar mate van frequentie van voorkomen. Het vaakst worden de volgende manifestaties gezien:
Candidose
Harige leukoplakie
Kaposi-syndroom
Non-hodgkin lymfoom
Parodontale aandoeningen
Burning mouth syndrome
Tong- en/of mondbranden is een brandende, pijnlijke en irriterende sensatie van het mondslijmvlies. Het gaat soms gepaard met een droge mond en smaakstoornissen, het is altijd dubbelzijdig. Er zijn op de slijmvliezen geen afwijkingen zichtbaar. De afwijking heeft een prevalentie van < 0,01%, en komt het vaakst voor bij vrouwen boven het 40e-50e levensjaar.
Wanneer er tijdens intra-oraal onderzoek geen slijmvliesafwijking gevonden wordt, bestaat de behandeling voornamelijk uit voorlichting en geruststelling. De patiënt kan, indien gewenst, na 3 maanden voor herbeoordeling worden gezien. Eventueel kan er bloedonderzoek worden verricht, hieruit komt soms een vitamine B12-deficiëntie of ijzertekort naar voren, waarna deze kan worden aangevuld. Verder kan er sprake zijn van een psychische component, in sommige gevallen kan de huisarts dan een lage dosis anti-depressiva overwegen.
Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog, is sinds 1982 als MKA-chirurg/hoofdhals-oncoloog werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) en sinds 2014 in VUmc. In het MCL is hij tevens perifeer opleider voor de opleiding tot MKA-chirurg in het UMC Groningen. Het tandartsexamen werd in 1977 behaald, het artsexamen in 1991. Hij werd opgeleid tot MKA-chirurg in het Radboud universitair medisch centrum te Nijmegen. In 1999 promoveerde De Visscher op diverse aspecten van de diagnostiek en de behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de lip. Jan de Visscher is een veel gevraagde spreker zowel in binnen- als buitenland. Daarnaast organiseert en verzorgt hij regelmatig postacademisch onderwijs op het gebied van de mondpathologie en de hoofdhals-oncologie. Verder heeft hij zowel nationaal als internationaal meerdere bestuurlijke functies bekleed. Van 2006 tot 2008 was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA).
Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher tijdens de cursus Mond- en Kaakziekten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/01/Mondafwijkingen-door-systeemziekten-.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-10-26 10:55:292020-10-26 12:07:08Mondafwijkingen door systeemziekten
Tijdens deze tweede coronagolf is het belangrijk om je patiënten te blijven bereiken. Hoe doe je dat? Wij zetten 5 marketingtips voor je op een rij.
Of we het nu leuk vinden of niet, de tweede golf is een feit. Zoals de overheidscommunicatie zegt: “wij zijn allemaal klaar met corona, maar corona is nog niet klaar met ons.” Wanneer het sociale leven weer verder op slot gaat, is het belangrijk om je patiënten te blijven bereiken. Deze 5 marketingtips kunnen je helpen in the picture te blijven bij jouw patiënten.
1. Blijf communiceren
Het klinkt misschien als een open deur, maar tijdens een crisis is het belangrijk om te blijven communiceren. Er is veel onduidelijkheid, zeker nu de officiële maatregelen zo snel en vaak veranderen. Aan jou de taak om wel duidelijk te zijn. Blijf communiceren wat er wel en niet mogelijk is. Wees open en duidelijk over de uitdagingen die je ziet, de maatregelen die je neemt en de oplossingen die je biedt. Dan weten je patiënten waar ze aan toe zijn.
2. Gebruik digitale media
Door de coronacrisis zitten we meer dan ooit achter onze telefoon en computer. Niet zo gek, nu zowel ons sociale als professionele leven zich online afspelen. Wil jij je patiënten blijven bereiken? Dan moet jouw boodschap ook online te vinden zijn. Posters, flyers en mond-tot-mond reclame zijn simpelweg minder effectief als mensen binnen blijven.
3. Zet verschillende kanalen in
Een boodschap blijft pas echt goed hangen als deze meerdere keren in verschillende contexten gecommuniceerd wordt. Dat herhaling werkt wist je waarschijnlijk al. Maar je moet je boodschap dus op verschillende manieren en plekken herhalen. Een Instagram verhaal, nieuwsbrief, Facebook bericht, je eigen website: variëren wordt aangemoedigd.
4. Blijf persoonlijk contact hebben
Als er iets is wat we tijdens de eerste coronagolf hebben gemist, dan is het wel persoonlijk contact. Pak daarom nu je kans om dat persoonlijke contact te behouden. Dat hoeft echt niet altijd fysiek in de praktijk. Bel je patiënten eens op, of las een wekelijks videobel-uur in. Misschien dat je zelfs sommige werkzaamheden via videobellen kan doen, zoals een consult.
5. Houd de vinger aan de pols
Elke doorgewinterde marketeer weet dat je altijd de vinger aan de pols moet houden. Het is belangrijk om de effectiviteit van je marketing te meten. Zo kom je er achter welke kanalen goed werken, naar welke informatie je patiënten op zoek zijn, of op welke manier je patiënten aangesproken willen worden.
De behoeften van je patiënten zullen waarschijnlijk veranderen wanneer de tweede golf toeslaat. Als jij weet wat de behoeften van je patiënten zijn, kun je pas echt effectief communiceren. Hopelijk helpen deze 5 tips je daarmee op weg.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/5-marketingtips-voor-praktijken.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-10-26 10:35:302020-10-26 12:21:475 marketingtips voor praktijken voor tijdens de tweede coronagolf
De inzet van digitale toepassingen in de zorg heeft tijdens de coronapandemie niet geleid tot een positiever beeld hierover. Dit blijkt uit Nivel-onderzoek.
Perceptie op e-health-toepassingen in de zorg niet verbeterd
In de figuur hieronder is te zien dat Nederlanders gedurende de corona-uitbraak vergelijkbaar denken over de meerwaarde van digitale toepassingen in de zorg als het gaat om contact met de zorgverlener, kosten van de gezondheidszorg en zorg dichterbij huis ten opzichte van 2019.
Er wordt minder positief gedacht over de bijdrage van digitale toepassingen aan de kwaliteit van zorg en het beter onder controle kunnen houden van de gezondheid.
Bron:
Publicatie Nivel, Perceptie van de Nederlandse bevolking op digitale toepassingen in de zorg tijdens de coronapandemie.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/Nederlanders-door-coronacrisis-negatiever-over-digitale-zorg.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-10-26 09:00:032020-10-26 12:22:54Nederlanders door coronacrisis negatiever over digitale zorg
Tijdens dit buitengewone evenement kunt u lezingen van gerenommeerde internationale experts over innovaties bijwonen. Ook kunt u virtuele presentaties bekijken van de geavanceerde oplossingen van onze toonaangevende leveranciers.
Dentology, powered by Henry Schein, wordt het eerste virtuele internationale symposium van Henry Schein Dental over digitale tandheelkunde. In de virtuele 3D-setting van het evenement zal hoogwaardige content worden gepresenteerd in de vorm van lezingen van tandheelkundige professionals met internationale faam plus een uitgebreid portfolio aan digitale oplossingen voor de orale zorg. Bezoekers van Dentology van over de hele wereld krijgen de kans van gedachten te wisselen met de sprekers en de digitale specialisten van Henry Schein.Het evenement vindt plaats op 29 en 30 januari 2021.
De hoofdsprekers tijdens Dentology zijn Dr. Christian Coachman (Brazilië) en Dr. Simon Chard (VK)
Dr. Christian Coachman is afgestudeerd in tandheelkunde en dentale technologie en is lid van de Brazilian Academy of Esthetic Dentistry. Hij zal het hebben over de impact die digitalisering heeft gehad op de tandheelkunde.
Dr. Simon Chard is cum laude afgestudeerd aan het King’s College London Dental Institute en in 2020 in Dentistry Magazine door zijn Britse vakgenoten uitgeroepen tot de nummer vier van de invloedrijkste leden van de beroepsgroep. Hij maakt deel uit van het bestuur van de British Academy of Cosmetic Dentistry. Simon Chard zal spreken over innovaties in de communicatie met patiënten via de sociale media.
De experts die bijdragen aan het symposium zijn afkomstig vanuit de hele wereld
Dr. Ole Schmitt en Dr. Andreas Kurbad (Duitsland)
Prof. Dr. Guillermo Pradíes en Ferran Llassana (Spanje)
Dr. Jacques Vermeulen en Dr. Christian Moussally (Frankrijk)
Stefano Negrini en Dr. Mauro Fazioni (Italië)
Wouter Reybrouck (België)
Prof. Dr. Daniël Wismeijer (Nederland)
Dr. Ian Buckle (VK)
Dr. Katya Archambault (VS)
Zij gaan in op thema’s als de digitale workflow, digitale implantologie en orthodontie en de erkenning van digitale pathologie. Ook praktische vragen zullen aan de orde komen, bijvoorbeeld hoe we het best kunnen overstappen op digitale technieken, optimaal gebruik kunnen maken van de intra-orale scanner en op welke manier we digitalisering kunnen inzetten voor de communicatie met de patiënt. En dit is nog maar een kleine greep uit het brede scala aan onderwerpen die aan bod zullen komen. Na de live paneldiscussie onder leiding van Dr. Simon Chard worden de deelnemers die zich hebben aangemeld, aangemoedigd terug te keren naar de expositieruimte om in gesprek te gaan met het team van Henry Schein.
Gastspreker van Dentology is Randi Zuckerberg, ondernemer, investeerder, bestsellerauteur, tech-media-persoonlijkheid en genomineerd voor een Emmy. Voordat ze Zuckerberg Media oprichtte, was ze een van de eerste werknemers van Facebook. The Hollywood Reporter heeft haar uitgeroepen tot een van de “50 Digital Power Players”.
Virtuele expositieruimte
In de exclusieve virtuele expositieruimte zullen de nieuwste innovaties van toonaangevende dentale producenten en zakelijke partners te zien zijn en worden deelnemers in de gelegenheid gesteld hun klinische, digitale en zakelijke ambities te bespreken. Tijdens het evenement zullen de specialistenteams van Henry Schein realtime beschikbaar zijn voor vragen over de manier waarop de vergaarde kennis kan worden geïmplementeerd in de dagelijkse praktijk en welke digitale oplossingen het best aansluiten bij de doelen voor de toekomst.
Rely on Us
“Met Dentology onderstrepen we de missie van Henry Schein om oplossingen te bieden waarmee tandheelkundige professionals zakelijk kunnen groeien. Wij willen onze klanten voorzien van de nieuwste innovaties voor bedrijfskundige, klinische en technologische oplossingen zodat zij hun praktijk succesvol kunnen exploiteren en hoogwaardige patiëntenzorg kunnen bieden. Dit is mogelijk dankzij ons netwerk van vertrouwde adviseurs en geheel in lijn met ons motto Rely on Us,” aldus Andrea Albertini, President van de EMEA Dental Distribution Group van Henry Schein.
Begeleiding bij digitale ontwikkeling praktijk
Zowel nieuwkomers als gevorderde gebruikers van digitale tandheelkunde kunnen tijdens Dentology profiteren van de bijzondere mogelijkheden van digitalisering. Henry Schein begeleidt gezondheidsprofessionals van A tot Z bij hun individuele digitale ontwikkeling voor hun praktijk.
On-demand-video’s
Alle speeches en break-outsessies van 29 en 30 januari 2021 zullen van 1 tot 27 februari 2021 in de vorm van on-demand-video’s via het Dentology-platform beschikbaar zijn voor de deelnemers. In deze periode kunnen ingeschreven deelnemers ook de expositieruimte bezoeken. Zo kunnen zij sessies terugkijken, presentaties zien die zij niet live konden volgen en alle belangrijke onderdelen van het evenement nog eens bezoeken. Dit biedt de deelnemers bovendien de gelegenheid hun ervaringen te delen met hun praktijkgenoten en hun team en te laten meewegen in de besluitvorming. De voertaal van het symposium is Engels. Alle livepresentaties zullen worden ondertiteld in het Nederlands. Er worden eveneens deelnamecertificaten verstrekt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/Dentology-powered-by-Henry-Schein.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2020-10-13 09:13:552021-02-08 10:27:57Bezoek “Dentology, powered by Henry Schein”: hét internationale symposium voor tandheelkundige professionals
De wortelkanaalbehandeling kent een hoog succespercentage. Toch wordt iedere tandarts regelmatig geconfronteerd met problemen aan reeds eerder endodontisch behandelde gebitselementen. Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van het niet-genezen van periapicale ontstekingen.
Bekijk het interview met tandarts-endodontoloog Marga Ree
Lees hieronder het verslag van de lezing van tandarts-endodontoloog Marga Ree
Levensduur van endodontisch behandelde elementen (EBE): wat zijn de belangrijkste factoren?
1. Timing van de restauratie
2. De hoeveelheid restdentine
3. Locatie van het restdentine
4. Wel of geen stift aanwezig
5. Type restauratie
6. Positie element in tandboog /Occlusale belasting
1. Is het nodig dat endodontisch behandelde elementen direct worden gerestaureerd?
Er zijn 3 verschillende studies, allen retrospectief, waarbij endodontisch behandelde elementen (EBE) werden gerestaureerd. Alle studies tonen een langere overleving wanneer de EBE binnen 2 weken tot 4 maanden worden gerestaureerd. Er werd altijd gezegd dat het noodzakelijk was om een jaar te wachten totdat je overgaat tot restaureren. Dat concept kan je eigenlijk laten vallen na de conclusie van de studies. Je hoeft niet perse een kroon te maken, het kan eerst ook een goede adhesieve restauratie zijn met knobbeloverkapping.
Adhesieve behandelprocedures
Diverse producten kunnen de polymerisatie van en hechting van composieten beïnvloeden.
– Eugenol – Verwijder met alcohol en zandstralen.
– NaOCl, H2O2 – Door ontstaan van zuurstof, is ook dentine vol met zuurstof. Hechting van composiet en zuurstof gaan niet goed samen. Gebruik daarom 10% ascorbinezuur gedurende 1 minuut.
Effectieve hechting vraagt om een schoon oppervlak!
Naast microbrush (met water of alcohol) ook zandstraler om pulpakamer schoon te maken. Met microscopische vergroting is dan duidelijk zichtbaar dan het oppervlak dan nog schoner wordt. De zandstraler is voor Marga Ree dan ook onmisbaar bij de restauratieve procedure. De verschillende materialen, oa porselein, dentine, glazuur, behoeven verschillende adhesieve procedures. Marga Ree gebruikt chloorhexidine voor het opnieuw bevochtigen van dentine.
2. Hoeveelheid restdentine is kritisch
Eén van de belangrijkste factoren is de hoeveelheid restdentine, want deze hoeveelheid is kritisch. Dat blijkt uit meerdere klinische studies, waarbij EBE gerestaureerd zijn met vezelstift en restauraties. De hoeveelheid tandweefsel is van belang voor een langere levensduur van het element.
3. Locatie van het restdentine is cruciaal
Pericervicaal dentine voor het ferrule effect. Dat geeft een sterker element-restauratie complex. Minimaal 1,5-2mm ferrule, voor een positief effect op de breukweerstand van EBE. De locatie van de ferrule is erg belangrijk. Bij bovenfront elementen is de palatinale ferrule de meest belangrijke. Een incomplete ferrule is beter dan helemaal geen ferrule. Geen ferrule, hoe dan deze creëren? Kies voor extrusie of kroonverlenging, waarbij orthodontische extrusie de voorkeur heeft.
4. Wel of geen stift?
Vele studies zijn naar dit onderwerp gedaan. Bij 7 artikelen is er geen verschil en 36 artikelen laten zien dat er een toename is in breukweerstand. Dat pleit dus voor het plaatsen van een stift bij een EBE. Uitzondering is een molaar; deze heeft bijna nooit een stift nodig.
Welke stift is beter?
Een voordeel van een vezelstift is de elasticiteitsmodulus, die zeer dicht bij die van dentine ligt, waardoor er een betere verdeling is van occlusale krachten. De stress verdeelt zich meer over de lengte van de stift in plaats van bij de uiteinden zoals bij metalen stiften. Vezelstiften hebben een gunstiger faalgedrag dan metalen stiften en geven een fraaier cosmetisch resultaat. Verder verhogen ze de breukweerstand van EBE. Doordat voor vezelstiften niet of amper geprepareerd hoeven te worden, is het een minimaal invasieve behandeling.
Meest voorkomende problemen vezelstift
Het meest voorkomende probleem van een vezelstift is het loskomen van de stift.
Een verklaring hiervoor is volgens Marga Ree eenvoudig: het vastzetten is een techniekgevoelige procedure. Doe je dat niet precies, dan is de kans groot dat deze loskomt. Het goed verwijderen van resten gutta percha, cement, kan dan ook niet zonder vergroting.
De adhesieve procedure element is als volgt:
zandstralen, fosforzuur, bevochtigen van dentine met chloorhexidene, primer en bonding. Composiet zoals bijv. Luxacore wordt aangebracht met een naald (20 of 24 ga) in het wortelkanaal, en dan wordt de stift vastgezet. Dit moet een dual-cure materiaal zijn voor volledige uitharding in de diepte. Op de stift wordt ceramic primer geappliceerd.
Andere problemen van een vezelstift zijn: lekkage, cariës en loskomen van de coronale restauratie.
5. Het type restauratie is van belang
Knobbeloverkapping is de belangrijkste factor voor de overleving van posterieure elementen. De overleving na 10 jaar van gekroonde EBE was 81% versus 63% voor EBE met amalgaam/composiet restauraties. EBE met amalgaam/composiet restauraties hadden twee keer zoveel kans om geëxtraheerd te worden dan gekroonde EBE.
Een conventionele kroonpreparatie is zeer invasief, de hoeveelheid tandmateriaal die hiervoor verwijderd moet worden varieert van 67% tot 75%. Totaal betalen we dan een hoge biologische prijs, we halen veel glazuur en dentine weg. Er is een minder hoge biologische prijs voor partiële kronen en facings. Voorkeur is daarom knobbeloverkapping met partiële kronen.
Wat zijn de faaloorzaken?
Een belangrijke faaloorzaak zijn wortelfracturen, met name bij elementen die deel uitmaken van een brug. In de praktijk ziet Marga Ree ook dat brugpijlers eerder falen dan enkelvoudige kronen. Alhoewel sommige van deze elementen dan wel vijfentwintig jaar meegegaan en dat kun je eigenlijk geen falen noemen.
– Endodontisch: Parodontis apicalis is in 12,5% van de gevallen een oorzaak van falen.
– Restauratief: Loskomen stift (10,8%), fractuur stift (1,6%), wortelfractuur (13,5%): 25,9%
Is er een verschil tussen posterieure en anterieure EBE?
In een onderzoek van 1273 EBE werd aangetoond dat kronen het overlevingspercentage verhogen in posterieure elementen, maar niet in frontelementen. Het bewijs hoe frontelementen gerestaureerd moeten worden is schaars, dus moeten we ons baseren op aanbevelingen van experts. Kronen op frontelementen kunnen worden overwogen:
Om een bestaande kroon te vervangen
In geval van substantieel weefselverlies
Als een element onvoldoende reageert op inwendig bleken en niet geschikt is voor een facing
6. Positie element in tandboog en occlusale belasting
Molaren lopen een hoger risico. Uit studie blijkt dat de meest geëxtraheerde EBE onder- en bovenmolaren zijn. Als er geen buurelement is, is er een hoger faalpercentage.
Als je een element extraheert en niet vervangt kan het zo zijn dat een element dat eenentwintig jaar klachtenvrij was ineens wel klachten geeft en breekt. Er zijn hogere faalpercentages in EBE bij partieel dentate patiënten en bij mensen met parafunctionele gewoontes.
Onderzoek in praktijk van Marga Ree en Paul Jaspers
Retrospectieve evaluatie van 452 EBE met restauraties/kronen in 163 patiënten
Alle patiënten werden door Marga Ree of Paul Jaspers behandeld van 1980-1993
Alle patiënten werden klinisch en röntgenologisch geëvalueerd
Recall van 20-39 jaar, geen element heeft een kortere recall dan 20 jaar en dat is echt uniek!
Van de 525 EBE zijn 402 EBE behouden gebleven en functioneel na 20-39 jaar. Het overlevingspercentage is gemiddeld 26 jaar (89%). Er zijn 50 elementen die geëxtraheerd moesten worden. De gemiddelde tijd tot falen is 20 jaar. De redenen van extraheren van deze 50 elementen: verschil in type element (meeste molaren), meeste wortelfracturen, daarna snel gevolgd door cariës, veel kleinere minderheid door endodontische falen.
Conclusies
De literatuur wordt in de praktijk bevestigd.
Na een follow-up van 20-39 jaar was 89% van de EBE asymptomatisch en volledig functioneel
De primaire reden voor verlies van EBE was structureel falen in de vorm van verticale radix fracturen
72% van alle geëxtraheerde elementen waren molaren
64% van de geëxtraheerde elementen waren pijler/terminale elementen
60% van alle wortelfracturen vond plaats na 16-25 jaar
Aanbevelingen
Behoud van coronaal en radiculair dentine, in het bijzonder in het cervicale deel, om de levensduur van het element te maximaliseren
Sluit endodontische toegangscaviteiten meteen af en bedek zwakke knobbels zo snel mogelijk na de endodontische behandeling met adhesieve composiet restauraties
Bescherm EBE tegen toekomstig falen door de non-axiale krachten zoveel mogelijk te reduceren
Plaats een vezelstift door een kroon in front en premolaarstreek
De wortelstift kan de breukweerstand verhogen, mits er geen extra gezond dentine wordt verwijderd
Controleer EBE regelmatig op cariës, loskomen van de restauratie en tekenen van wortelfracturen
Boekentip: Best practices in endodontics: a desk reference – Schwartz
Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. Daarna was zij, naast haar algemene praktijk, vijf jaar als part-time staflid verbonden aan de afdeling Cariologie, Endodontologie en Kindertandheelkunde. In 2001 behaalde zij haar Master of Science titel aan de postgraduate opleiding endodontie van ACTA. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft meer dan 200 lezingen en hands-on trainingen gegeven in zeker 30 verschillende landen. Zij is de primaire auteur van een groot aantal artikelen in (inter-)nationale tijdschriften en boeken. Zij voert sinds 1980 een eigen praktijk in Purmerend, waarvan de laatste 19 jaar een verwijspraktijk voor endodontie.
Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische herbehandeling van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-10-12 11:00:072023-04-11 17:11:15Restaureren voor een succesvolle prognose na de endodontische herbehandeling
In Nederland maken steeds meer tandartspraktijken deel uit van ketens. Ketens bieden grote voordelen voor de bedrijfsvoering. Wat kunnen tandartsen die niet aangesloten zijn bij een keten hiervan leren?
Cijfers
Eerst wat cijfers. In Nederland zijn er volgens de KNMT 8719 tandartsen. Hiervan werkt 30% alleen in een solopraktijk. Er zijn 4600 tandartspraktijken. Daarvan zijn er 330 aangesloten bij een keten, dat is zo’n 7 procent. Volgens Alexander Tolmeijer is de invloed van ketens beperkt. De enige die zich misschien zorgen zou moeten maken is een zzp’er die een praktijk wil overnemen, omdat hij daarbij sterke concurrentie ondervindt van de ketens.
Kracht van ketens
De grote kracht van ketens zit er vooral in dat ze alles heel gestructureerd aanpakken. Praktijkhouders kunnen vooral van ketens leren op het gebied van:
• inkoop;
• zorg;
• protocollering;
• patiëntbestand bijhouden;
• inwerken nieuwe mensen.
Inkoop
Binnen ketens wordt veel aandacht besteed aan het beheersen van kosten en het slim inkopen. Toch zit daar niet het grootste voordeel van een keten. Ook tandartsen die niet aangesloten zijn bij een keten kunnen kosten besparen door zich bijvoorbeeld aan te sluiten bij inkoopcombinaties.
Het inkopen van materiaal beslaat echter gemiddeld maar 6% van de kosten van een tandartspraktijk. Daarbij hangt het er wel van af of je bijvoorbeeld aan implantologie doet (hoge materiaalkosten) of vooral aan preventie (lage materiaalkosten). De grootste kosten van een praktijk zitten in de mensen: behandelaars (40-45%) en personeel (25%).
Het is verstandig om eens in de twee jaar te kijken naar je kostenposten en wat je echt nodig hebt. Het duurste apparaat in een praktijk is iets wat niet gebruikt wordt.
Zorg
Ketens hebben over het algemeen een goede agendaplanning, zodat er geen gaten in de agenda zitten. Gaten in de agenda kosten erg veel geld. Tandartsen zouden ook meer aandacht moeten besteden aan het gebruiken van de juiste codes. Hierin zitten grote verschillen. De ene praktijk heeft veel T-codes en in een andere praktijk vooral M-codes. Als je veel aan preventie doet zouden de T- en M-codes bij elkaar opgeteld ongeveer 30% van je omzet kunnen zijn.
Het is ook goed om te kijken naar de motivatie van patiënten. Hoe komt het dat in de ene praktijk patiënten veel gemakkelijker een behandelplan accepteren dan in de andere praktijk?
Protocollering
Ketens werken meestal met strakkere protocollen. Ze kunnen gemakkelijker een functionaris vrijmaken om protocollen op te stellen. Voordeel hiervan is dat je dan gelijk ‘inspectieproof’ bent.
Ook het werken volgens de nieuwe richtlijnen van het KIMO is bij een keten eenvoudiger. Eén medewerker kan zich hierin verdiepen en zijn kennis overdragen aan zijn collega’s.
Om te voldoen aan de eisen uit de WGBO over shared decision making moet je heel veel informatie over de communicatie met de patiënt vastleggen. Je moet kijken hoe je dit op een snelle en slimme manier kunt doen.
Patiëntenbestand bijhouden
Ketens zijn meestal beter in het bijhouden van hun patiëntenbestand dan niet-aangesloten tandartsen. Het is zonde als 20% van je patiënten al een jaar of langer niet is geweest. Je moet regelmatig kijken of er nog mensen zijn die je al een jaar niet gezien hebt. Ketens hebben daar software voor en hebben vaak iemand beschikbaar die patiënten kan nabellen.
Inwerken nieuwe mensen
Je team is je grootste goed. Daarom moet je nieuwe medewerkers goed inwerken. Je moet ze welkom heten en hun komst bij de andere medewerkers aankondigen. Het hebben van een goed inwerkprotocol is erg belangrijk. Je hoeft niet altijd zelf een inwerkprotocol op te stellen. Je kunt bijvoorbeeld ook aan je assistente vragen of ze op wil schrijven wat zij allemaal moest leren in het eerste half jaar en dit als basis gebruiken voor een inwerkprotocol voor nieuwe assistentes.
Alexander Tolmeijer is tandarts en directeur van adviesbureau Dentiva.
Verslag door Yvette in ’t Velt voor dental INFO van de presentatie ’Wat we kunnen leren van de ketens’ door Alexander Tolmeijer tijdens Praktijk Anno Nu.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/02/Wat-we-kunnen-leren-van-de-ketens.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-10-12 10:55:062020-10-12 12:58:21Wat we kunnen leren van de ketens
Als je naar de tandarts gaat, wat verwacht je dan? Met die vraag begint de bekende Antwerpse tandarts Dirk Neefs zijn TED Talk. Mensen zouden hun verwachtingen niet langer moeten beperken tot gezonde tanden en een frisse adem. Ze mogen ook verwachten dat de tandarts hen helpt hun gezicht jong en aantrekkelijk te houden.
Vanuit zijn eigen ervaring vertelt Neefs dat onze tanden en kaak een grote rol spelen in hoe oud we eruit zien. Hij laat zien hoe vergroeide tanden (en het verlies van tanden) ons een oud aangezicht geven, en hoe tandartsen dat negatieve effect kunnen beperken. Bijvoorbeeld met behulp van nieuwe inzichten en technologieën.
Sterker nog: Neefs claimt dat het beeld van de oude man met zijn kunstgebit binnenkort verleden tijd zal zijn.
Benieuwd naar zijn hele verhaal? Bekijk dan zijn TED Talk ‘Look and feel young, go to the dentist’ hieronder:
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/09/Dirk-Neefs-Een-knappe-kop.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-10-12 10:36:292020-10-12 11:22:02Dirk Neefs: Een knappe kop? Ga naar de tandarts
Vapen of het gebruik van e-sigaretten kan de biofilm van de persoon binnen 24 uur na de blootstelling veranderen, aldus een recente studie. Ook leek de mondholte van gebruikers na enkele maanden vapen op die van patiënten met ernstige parodontitis.
Vraagtekens bij veiligheid e-sigaretten
E-sigaretten worden door de fabrikanten weggezet als veiliger dan normale sigaretten, maar er wordt steeds vaker gepubliceerd over de gevaren en (on)gezondheid van vapen. E-sigaretten bevatten potentieel giftige stoffen, vluchtige organische stoffen en metalen en zijn tegenwoordig vaak onderwerp van onderzoek.
Eerste studie bij mensen
Wetenschappers van onder andere Ohio State University College of Dentistry hebben recentelijk de eerste studie bij mensen uitgevoerd die aantoont hoe vapen de mondholte beïnvloedt. Bij 123 parodontaal gezonde mensen werden tandplakmonsters van onder het tandvlees afgenomen om te analyseren.
Roken, vapen of geen van beide
Onder de deelnemers waren 25 rokers, 25 niet-rokers, 20 gebruikers van e-sigaretten, 25 ex-rokers die momenteel e-sigaretten gebruiken en 28 mensen die beide gebruiken. De gevonden bacteriën werden geanalyseerd. Met behulp van DNA-deep sequencing van bacteriële genomen werd bepaald welke microben waren gevonden en hoe ze functioneerden.
Equivalent aan patiënten met ernstige parodontitis
De onderzoekers ontdekten een “oververtegenwoordiging van pathogenen, hogere microbiële Virulence signatures en krachtige pro-inflammatoire signalen bij klinisch gezonde gebruikers van e-sigaretten, equivalent aan patiënten met ernstige parodontitis.”
De onderzoekers ontdekten een “oververtegenwoordiging van pathogenen, hogere microbiële virulentie (ziekmakend vermogen) en krachtige pro-inflammatoire signalen bij klinisch gezonde gebruikers van e-sigaretten, equivalent aan patiënten met ernstige parodontitis.”
Microben met hoog risico
De (ex-)sigarettenrokers hadden na slechts drie tot twaalf maanden gebruik van e-sigaretten hoge-risicomicroben in hun mondholte die geassocieerd worden met roken. Deze groep is vatbaarder voor bacteriën die orale ziekten kunnen veroorzaken door het roken.
Beschadigingen aan oraal profiel
Verder waren bij vapers beschadiging aan hun orale profielen te zien, onafhankelijk van het gebruik van nicotine. De onderzoekers denken dat de warme vloeistoffen in cartridges voor e-sigaretten er waarschijnlijk voor zorgen dat de mond van de gebruikers veranderde in een gastvrije omgeving voor ziekteverwekkers.
Andere schade dan roken maar niet minder
Hoewel de deelnemers geen tekenen van actieve orale ziekten vertoonden, lopen ze door hun veranderde orale profiel het risico om aandoeningen als parodontitis te ontwikkelen. De onderzoekers zetten daarom vraagtekens bij de veiligheid van e-sigaretten. “Het risico voor schade door e-sigaretten is anders dan, maar niet minder dan, conventionele sigaretten”, schrijven de auteurs.
Regelmatig wordt u in de tandheelkundige praktijk geconfronteerd met aandoeningen in de mond.
Verslag van de lezing van Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog, over aandoeningen van de speekselklieren, van de cursus Mond- en Kaakziekten.
Welke speekselklieren zijn er?
Glandula Parotidea
Bilateraal, voor en onder het oor. Grootste speekselklier. Ductis mondt uit in de wang thv M1’s in de maxilla.
Glandula Submandibularis
Bilateraal, onder en binnen de kaakhoek van de mandibula. Ductus van Whartoni mondt uit achter het onderfront, naast het tongbandje.
Glandula Sublingualis
Bilateraal in de mondbodem, als een richel langs weerzijden van de tong. De talrijke ducti van Ravini monden uit in de mondbodem.
Accessoire speekselklieren / kleine speekselklieren
+/- 700 stuks, bevinden zich door de gehele mond (labiaal, palatinaal, buccaal en linguaal).
Slijmcysten
Slijmcysten worden veroorzaakt door traumatische beschadiging van een speekselklieruitgang (ductis), waardoor ophoping van speeksel ontstaat. Het uit zich als een roze of blauw doorschemerende zachte solitaire zwelling, welke niet-pijnlijk is. De afwijking wordt het vaakst gezien bij kinderen en jongvolwassenen. Op de onderlip heet de afwijking mucokèle (“slijmholte”), en in de mondbodem ranula. Behandeling van een mucokèle is enucleatie bij MKA, of in situ laten. Een mucokèle op de bovenlip wordt vrijwel nooit gezien, deze zwelling is zeer verdacht voor een speekselkliertumor.
Behandeling van een ranula is marsupalisatie bij MKA, echter kent deze behandeling een hoge recidiefkans. In dat geval is soms extirpatie van de glandula sublingualis noodzakelijk.
Bij een plunging ranula breidt de ranula zich uit naar de submandibulaire loge, de behandeling bestaat uit intra-orale verwijdering van de ranula én de bijbehorende glandula sublingualis.
Speekselkliertumoren
Een speekselkliertumor uit zich meestal als een solitaire, vast-elastische, circumscripte zwelling welke niet-pijnlijk is. Er is sprake van langzame groei (maanden tot zelfs jaren), en het is klinisch niet zonder meer te onderscheiden van een lymfeklier. Let op: langzaam groeiend betekent niet per definitie dat het om een benigne afwijking gaat! Pijn of (gedeeltelijke) enkelzijdige uitval van de nervus facialis wijst op maligniteit van de glandula parotidea; echter afwezigheid van pijn of uitval sluit maligniteit niet uit. Obstructieklachten zijn zelden tot nooit een symptoom van een primaire speekselkliertumor.
Een speekselkliertumor komt even vaak bij mannen als vrouwen voor (meestal volwassenen), en de oorzaak is onbekend. Een tumor uitgaande van de glandula parotidea komt het vaakst voor, maar is het minst vaak maligne. Een tumor in de glandula sublingualis komt het minst vaak voor, maar is in vrijwel 100% van de gevallen maligne.
Torus palatinus
Een torus palatinus is een benigne beenharde zwelling op het palatum, in de mediaanlijn. De zwelling kan over tijd langzaam toenemen, en is vaak 4-lobbig. Wanneer de zwelling zich echter links ófrechts van de mediaanlijn bevindt, is deze verdacht voor een (maligne) speekselkliertumor uitgaande van de accessoire speekselklieren.
Prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher, MKA chirurg – oncoloog
Jan de Visscher is sinds 1982 als MKA-chirurg/hoofdhals-oncoloog werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) en sinds 2014 in VUmc. In het MCL is hij tevens perifeer opleider voor de opleiding tot MKA-chirurg in het UMC Groningen. Het tandartsexamen werd in 1977 behaald, het artsexamen in 1991. Hij werd opgeleid tot MKA-chirurg in het Radboud universitair medisch centrum te Nijmegen. In 1999 promoveerde De Visscher op diverse aspecten van de diagnostiek en de behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de lip. Jan de Visscher is een veel gevraagde spreker zowel in binnen- als buitenland.
Daarnaast organiseert en verzorgt hij regelmatig postacademisch onderwijs op het gebied van de mondpathologie en de hoofdhals-oncologie. Verder heeft hij zowel nationaal als internationaal meerdere bestuurlijke functies bekleed.
Van 2006 tot 2008 was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA).
Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Jan G.A.M. de Visscher tijdens de cursus Mond- en Kaakziekten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/10/aandoeningen-speekselklieren.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-10-05 10:55:282020-10-05 11:56:08Welke aandoeningen van de speekselklieren zijn er?
Parodontoloog Coen Kuit introduceerde gedurende zijn carrière in de parodontologie termen als wortelsteen, subgingivale factor en peri-implantitis. Hij staat verder bekend om zijn typische uitspraken, handigheden en weetjes. Tijdens een lezing gaf hij flink wat tips en inzichten voor de behandeling van paro-patiënten.
Kuit is werkzaam als tandarts-parodontoloog bij de praktijk voor parodontologie en implantologie Arnhem. Hij heeft langdurig onderzoek gedaan naar de kwaliteit en duurzaamheid van parodontale chirurgie en parodontale nazorgbehandelingen. Op het moment is hij de drijvende kracht achter het PPIA Kenniscentrum. Hier begeleidt hij mondhygiënisten en paro-preventieassistenten. Daarnaast is hij organisator van post-academisch onderwijs in de parodontologie, implantologie en restauratieve tandheelkunde. Tijdens Capita Clinica, een bijeenkomst voor mondhygiënisten, verzorgde hij een lezing.
Ambachtelijke parodontologie
Nog altijd werkt Kuit voornamelijk met de hand. De instrumenten die worden klaargelegd voor een behandeling zijn een universele scaler, de 11/12, de 13/14 en een Syntette. Het liefst werkt hij met zo min mogelijk instrumenten. Hoewel de nieuwe Syntette vrij dik is kan deze dun geslepen worden waardoor alle vlakken goed bereikt kunnen worden. Het slijpen van de instrumenten doet hij met een steriel wit arkansas-steentje op ongeveer 50.000 toeren, zo uit de hand. Alleen de laterale zijde wordt geslepen, niet het binnenste vlak. Voor dit slijpen is wel wat ervaring nodig. Maar het gaat zo veel sneller dan met de hand of met een slijpmachine, mits je de handigheid te pakken hebt.
Tijdrovende ouderen
In een lange termijnonderzoek heeft Kuit aangetoond, dat gedurende de totale periode van 21 jaar parodontale nazorg in 3 onderzochte leeftijdsgroepen, het gemiddelde aantal (rest-)pockets van maximaal 4-5 mm diepte op hetzelfde niveau te krijgen en te houden is, namelijk gemiddeld 6 vlakken van 4-5 mm.
Van deze ondiepe rest-pockets bevond zich 75% bij de approximale vlakken van de molaren. De gemiddelde tijd voor deze (subgingivale!) nazorg was voor de oudste leeftijdsgroep aanzienlijk langer is dan die voor de jongere leeftijdsgroepen. Dit, ondanks de vrijwel gelijke hoeveelheid subgingivale vierkante millimeters. De moeilijkheidsfactor voor het glad en schoon krijgen van het worteloppervlak is bij ouderen niet groter; het zijn de algemene aspecten bij de behandeling van ouderen die gemiddeld meer tijd vergen; zoals een andere behandelhouding, uithoudingsvermogen en alles gaat langzamer. Neem dus extra tijd.
Bij iedere nazorg (=voorzorg) behandeling is het volgens Kuit het beste om eerst te focussen op de approximale vlakken van de bovenmolaren, omdat hier, bij geen of onvoldoende subgingivale reiniging, de meeste en diepste pockets ontstaan. Ook de restpockets na initiële en/of chirurgische therapie zijn gemiddeld het meest in dit gebied te vinden. Het verdient daarom de voorkeur iedere behandeling in de molaarstreken te starten. Dat zich in het molaargebied vaker en sneller parodontitis ontwikkelt, komt doordat de subgingivale ruimte het grootst is en doordat wortelanatomie met groeven en concaviteiten bij molaren het grilligst is en het dus voor patiënt en behandelaar het lastigst is om de subgingivale biofilm en het wortelsteen te verwijderen.
Preventie en recall
Gaat u de wortel met scalers en curettes grondig reinigen, dan gaat het bij sulcusdiepten van 3mm en meer altijd bloeden; ik noem dit de bloeding bij instrumentatie. Die reiniging van de worteloppervlakken moet sowieso altijd gedaan worden en dan geeft de mate van bloeding bij het instrumenteren mij direct veel informatie over het aantal noodzakelijke reinigings-strokes dan de bloeding. De patiënt kan zelf eigenlijk niet dieper dan 2 mm reinigen. Een sulcus van 3 mm of dieper zal dus altijd een flinke hoeveelheid oude biofilm bevatten met de bijbehorende sulculaire afweer (=ontstekings) mechanismen. Deze ruimten hebben dus altijd per definitie een bepaalde ontstekingsgraad en zullen bloeden bij instrumenteren. Bij alleen sonderen komen deze bloedingen niet altijd letterlijk bovendrijven. Ik heb in veertig jaar meer dan 30.000 uur subgingivaal gereinigd met handinstrumenten maar ik heb nooit de noodzaak gevoeld om bij de recall/onderhoudsbehandeling een bloedingsindex na sonderen te maken, omdat ik vond en vind, dat die geen meerwaarde heeft als je toch standaard en systematisch subgingivaal reinigt.
Natuurlijk is het belangrijk tijdens een recall de wortels supra- en subgingivaal totaal te reinigen. Je maakt altijd schoon en hoewel zich direct weer een nieuwe biofilm zal ontwikkelen zijn de oude bacteriecomplexen zodanig verstoord en vernietigd, dat het afweermechanisme de baas kan blijven. Gemiddeld heb ik voor een totale supra-en subgingivale reiniging 30 minuten nodig. Ik zeg altijd dat een recall als een kleine initiële therapie is. Je moet de sulcus van 3mm en dieper grondig scalen. Nazorg is tevens voorzorg! Je zorgt ervoor dat er geen pockets kunnen ontstaan in de hele mond. Je behandelt immers niet enkel de plaatsen waar een restpocket zit of waar een pocket in het verleden zat. Maar behandel wel met beleid. Wees voorzichtig bij ondiepe plekken en krachtig en doortastend bij diepere plekken. Ik merk namelijk dat men soms teveel tijd besteedt aan plekken die 1 of 2 mm diep zijn, terwijl je dan meer kwaad doet dan goed doet. Je traumatiseert dan de gingiva en er is kans op instrumenteel aanhechtingsverlies.
Voldoende tijd voor preventie
10% van alle patiënten zijn zware paropatiënten; dat wil zeggen, dat in deze risicogroep bij onvoldoende parodontaal-preventieve zorg progressief aanhechtingsverlies zal optreden. Kuit stelt dat we met de juiste preventie parodontitis kunnen voorkomen. Je moet van begin af aan voldoende tijd inplannen voor preventie anders verandert een patiënt in een paropatiënt. Je dient parodontitis te voorkomen, dan immers hoef je enkel de gezonde situatie op pijl te houden. Lukt dat laatste niet, dan moet je in de eerste plaats aan je eigen handelen denken. Dus blijf altijd kritisch op jezelf en schuif het niet op je patiënt af. Vraag je bijvoorbeeld af of jouw instrumenten wel scherp genoeg zijn en of je wel genoeg tijd aan de approximale vlakken van de molaren besteedt, nog afgezien van je instructies aan de patiënt; maar denk er aan; de ruimtes dieper dan 2 mm zijn jouw verantwoordelijkheid.
Recessiebedekking
Patiënten krijgen regelmatig te horen dat in het geval van een recessie na chirurgische pocketeliminatie de gingiva nimmer terug zal keren. Kuit liet echte foto’s zien van een mooie rebound na flap-operaties. De gingiva zag er een stuk aangenamer uit dan voor de operatie. Zo’n 2 mm nieuwe gingiva was erbij gekomen. Hoewel niet de gehele recessie bedekt werd, was hier zeker sprake van winst.
Late verwijzingen
Kuit is van mening dat er in Nederland nog veel te weinig mondhygiënisten zijn. Het gevolg hiervan is dat veel parodontitis niet behandeld wordt of te laat gesignaleerd wordt, nog afgezien van het feit, dat, zoals al eerder gezegd, bij de juiste voorzorg parodontitis geheel vermeden kan worden. Als op grond van foto’s wordt verwezen dan is er vaak al jaren wat mis. Gelukkig kunnen we vaak nog veel en goed herstellen, zelfs elementen met veel botverlies kunnen nog veel langer mee, dan je zou denken.
Overtuigen
Een goede manier om de patiënt bewust te maken van het probleem is het simpelweg te laten zien. Met een spiegel kan de patiënt worden getoond welk gedeelte gezond en welk gedeelte ziek is. Na een halve minuut is voor de patiënt al duidelijk dat het of een heel lokaal probleem is of een gegeneraliseerd probleem, maar dat er ook gezonde plaatsen zijn en dat betekent, dat hij/zij te genezen is! Vervolgens lepel je met de sonde of een curette de losse troep uit de ongezonde plek en de patiënt weet direct beter dan uit een boekje, wat de oorzaak en de oplossing van zijn tandvleesprobleem is.
Wat te doen bij een parodontaal abces?
Bij een abces is er sprake van een acute ontsteking. Een goede diagnose is uiteraard onontbeerlijk; verwijzen ligt voor de hand. Er is heel snel veel botverlies, vaak net zoveel als na 10 jaar chronische onbehandelde parodontitis. Maar dit kan ook weer heel snel herstellen, als je het op de juiste manier behandelt. Dat doe je door te verdoven, pus te ontlasten, het worteloppervlak te reinigen met curettes, flink te spoelen met fysiologisch zout, bij mobiliteit in te slijpen en soms te spalken, antibiotica te geven en een week te laten spoelen met chloorhexidine. Kweken is niet aan de orde, want dan moet je wachten op de uitslag. In deze acute situatie heeft meten geen zin, want je penetreert dan veel te diep in het bindweefsel. De volgende dag en een week later controleren. Na een half jaar meten en een foto maken om het botbeeld te controleren.
Wat de doen bij NUG?
“Wat is dit?”, vroeg Kuit bij het laten zien van deze foto.
Een mondhygiënist: Beginnende NUG!
Ha, heel goed, dat wisten de cursisten vorige keren niet, juichte Kuit. Wat je hierbij doet is heel voorzichtig reinigen met een curette. Verdun 3% waterstofperoxide met lauw water tot 1,5 % en spoel een aantal keren. Geef een recept metronidazol voor 1 week (2 of 3 maal daags 500mg en laat ook thuis spoelen met waterstofperoxide 1,5% en chloorhexidine 0,12-0,2%, zodat er niet per se gepoetst hoeft te worden; na 1 week en na 1 maand controleren, instructies en natuurlijk een totale reiniging. Of je laat de patiënt elke dag terugkomen, een week lang, dan kan je ook zonder metronidazol genezing krijgen. Maar denk er aan, dat dit vaak niet de meest gemotiveerde patiënten zijn. Is de pijn weg, dan is de patiënt vaak ook weg.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/nug500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2020-10-05 10:35:002020-10-05 11:14:52Parodontoloog Coen Kuit geeft tips voor behandeling paro-patiënten
Het magazine ‘Kind & Tand’ gaat naar de drukker. Daarmee komt er een uniek en informatief magazine over mondzorg voor jonge kinderen beschikbaar. Kind & Tand wordt uitgebracht door Glansje met als doel preventie vanaf het 1e tandje.
Bijdrage aan gezonde kindergebitten
Zo wordt (weer) een bijdrage geleverd aan gezonde kindergebitten. De productie is mogelijk gemaakt door de Stichting tot Bevordering van de Jeugdtandverzorging. De inhoudelijke bijdragen zijn verzorgd door tandartsen, mondhygiënisten, logopedisten en ondergetekende.
Doelgroep van het magazine zijn jonge ouders met kinderen vanaf het 1e tandje. Het omvat 48 pagina’s informatie plus een hartkatern in de vorm van vier pagina’s Glansje comic. Kinderen kunnen deze inkleuren (dus ander papier).
Verspreiding van het Kind & Tand-magazine
JTV Mondzorg voor kids zal het magazine kosteloos aanbieden aan ouders van consultatiebureaus waarmee wij samenwerken, verder ook bij bassischolen, bij organisaties in de kinderopvang en bij (huisarts)praktijken in onze werkregio’s. Naar verwachting komt het ook beschikbaar voor wachtkamers van mondzorgpraktijken, waarbij middels een ‘drukwissel’ het voorwoord en de advertentie op de achterzijde aangepast worden. Doel is een zo groot mogelijk bereik. JTV heeft geen winstoogmerk.
De inhoud
Een greep uit korte en langere artikelen:
Wanneer naar de tandarts? Vanaf het eerste tandje, de controle, samen poetsen, gaatje behandelen, sealen, fluoride, tand eruit enzovoorts
Wie doet wat bij de tandarts? Beroepen uitgelicht.
Ontwikkeling van het kindergebit
Wat kun je als ouder zelf doen voor een gezond kindergebit? Poetsen, elektrisch of handtandenborstel, het cariësmonster verslaan, de keuze van de juiste tandarts voor je kind
Apps
Gaan (wilde) dieren ook naar de tandarts
Voeding en gezonde tanden, borstvoeding, zuigfles en carïes, fruitspeen
Professionals in de tandheelkunde worden veelvuldig geconfronteerd met patiënten met pijnklachten in het aangezicht. Wat is pijn eigenlijk, wat zijn de gevolgen en hoe komt het tot stand? Verslag van de lezing van prof. dr. Frank Lobbezoo.
Wat is pijn eigenlijk?
Pijn wordt gedefinieerd als een onaangename, sensorische en emotionele ervaring. Pijn gaat gepaard met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging, of wordt beschreven in termen van een dergelijke beschadiging (bron: IASP – international association for the study of pain).
Psychologie en pijn
Pijn is per definitie onaangenaam.
Emoties maken per definitie deel uit van pijn.
Er is ook sprake van pijn als deze wordt beschreven in termen van weefselschade terwijl die schade er niet (meer) is.
Dit zijn allemaal redenen om een psycholoog bij de diagnostiek en behandeling van pijnpatiënten te betrekken.
Pijn: classificaties
Etiologisch: benigne of maligne
Temporeel: acuut of chronisch
Chronische pijn is pijn die langer duurt dan de tijd die normaliter nodig is om weefsels te herstellen (arbitrair >3-6mnd). Een voorbeeld van acute pijn in de tandartspraktijk is pijn na een wortelkanaalbehandeling. Voorbeelden van chronische pijn in de tandartspraktijk zijn hoofdpijn en pijn die interactie heeft met slaapproblematiek.
Neurofysiologisch
– Nociceptieve pijn: pijn ten gevolge van weefschade
> Somatische pijn: pijn die uitgaat van de huid, botten en spieren. De pijn is min of meer constant, stekend, zeurend, goed te lokaliseren en scherp begrensd
> Viscerale pijn: pijn die uitgaat van de organen. De pijn is vaak aanvalsgewijs, diep, slecht te lokaliseren en slecht begrensd.
– Neuropathisch/neuralgisch: pijn vanuit het zenuwweefsel zelf
Temporomandibulaire disfunctie (TMD)
TMD is een groep musculoskeletale aandoeningen van het kauwstelsel en valt onder somatische nociceptieve pijn. De pijn kan uitgaan de van de spieren (myogeen) en uitgaan van de kaakgewrichten (artrogeen). Vaak is TMD een gevolg van relatieve overbelasting van de kaak (mondgewoontes, parafunctie, traumata) of een verminderde belastbaarheid van de kaak (chronische stress, systemische aandoeningen). Bij TMD is de belasting is groter dan de belastbaarheid met klachten als gevolg. TMD pijn is vaak mild (in tegen stelling tot pulpitisklachten), fluctuerend en functieafhankelijk (bij gebruik neemt de pijn vaak toe).
Neuropatische pijn
Neuropatische pijn wordt veroorzaakt door beschadiging van het perifere of centrale somatosensorische zenuwstelsel. Neuropatische pijn wordt vaak omschreven als branderig of tintelend en gaat gepaard met sensibiliteitsstoornissen. De diagnostiek is vaak lastig.
Sensibiliteitsstoornissen bij neuropatische pijn
Er bestaan verschillende soorten sensibiliteitsstoornissen:
Hypoalgesie: geringere pijnervaring dan op grond van een nociceptieve stimulus verwacht zou mogen worden.
Hyperalgesie: nociceptieve stimulus wordt als pijnlijker ervaren dan normaliter verwacht zou mogen worden.
Paraesthesie: verstoorde gevoelssensatie, ervaren als onaangenaam tintelend, prikkelend of brandend.
Allodynie: pijn als gevolg van een stimulus die normaliter geen pijn zou veroorzaken.
Pijn veroorzaakt een reeks gedragingen ter bescherming van de betrokken weefsels, namelijk:
Het terugtrekreflex
Een noxische stimulus leidt tot een onwillekeurige spierreactie met korte latentietijd. Een voorbeeld is de reflexboog die optreedt wanneer er onverwacht heet water uit de kraan op je hand komt (prikkeling sensor > afferente geleiding naar CSZ > verwerking CSZ > efferente geleiding naar effector).
Het vermijden van hernieuwd contact
“Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen”
Het immobiliseren van het beschadigde lichaamsdeel: pijn-adaptatiemodel
Dit houdt een relatieve inhibitie van agonisten en een relatieve excitatie van de antagonisten in. Een voorbeeld van immobilisatie bij pijn aan het kaakgewricht:
– als je wilt sluiten: inhibitie mm. masseter en mm. temproralis + excitatie mondopeningsspieren
– als je wilt openen: inhibitie kaakopeners + excitatie kaaksluiters
– het gevolg: immobilisatie (kleinere bewegingsuitslagen, tragere bewegingen)
Hoe komt pijn tot stand?
Pijngewaarwording – pijnpoorttheorie
De “pijnpoort”:
transmissie (hand naar hersenen)
perceptie (hersenen)
modulatie (gate control theory: in dit traject kan nog veel gebeuren)
Daarvóór: transductie
Pijnpoort
Wanneer er onverwacht heet water uit de kraan op je hand komt, dan zetten de Aδ/C vezels (dunne vezels) de ‘ pijnpoort’ in het CSZ open met als gevolg dat er pijnperceptie plaatsvindt. De substantia gelatinosa (cellencomplex in de hersenen) kan deze poort open houden met als gevolg dat de pijn steeds erger wordt. Dit heet sensitisatie: bij voortdurende prikkeling worden de zenuwen steeds gevoeliger. Door de hand te koelen of er op te wrijven worden de Aβ vezels (dikke vezels) geactiveerd. Deze vezels sturen een signaal naar de substantia gelatinosa en dit zorgt ervoor dat de poort gesloten wordt: de pijn verdwijnt.
Transductie
Transductie is de omzetting van noxische stimuli in elektrische activiteit in afferente zenuwuiteinden door het verlagen van de activatiedrempel (pijnmediatoren). Voorbeelden van pijnmediatoren zijn histamine en prostaglandinen. Prostaglandinen treden niet zelf als pijnmediator op, maar vergroten de gevoeligheid van vrije zenuwuiteinden voor pijnmediatoren. NSAID’s grijpen in op deze pijnmediatoren (cox-remmer).
Hoe kan pijn worden gemeten?
Pijndimensies
Sensorisch – intensiteit
Affectief – mate van onplezierigheid
Pijnkwantificatie
Er zijn verschillende manieren op pijn te kwantificeren:
Verbale schaal
Men geeft de pijn een cijfer van 0-4 (0=niet pijnlijk/gevoelig, 4= ernstig pijnlijk).
Numerieke rating schaal
Men geeft de pijn een cijfer van 0-10 (0=niet pijnlijk/gevoelig, 10= ergst voorstelbare pijn).
Visueel analoge schaal (VAS)
De pijn wordt aangegeven op een lijn van 100mm (0mm=geen pijn, 100mm=maximale pijn).
Gezichtsschaal
Deze methode heeft de voorkeur bij iemand die moeite heeft om een woord of getal te vinden voor zijn of haar ervaring (bijv. kinderen of non-verbalen/demente ouderen). Bij non-verbale patiënten is het altijd goed om de bewegingen, vocalisaties en gezichtsuitdrukkingen te observeren. Zo zijn toegeknepen ogen, een gefronst voorhoofd, geopende mond en een opgetrokken neus vaak tekenen van pijn.
Samenvatting
Pijn is een multidimensionaal probleem met zowel sensorische als emotionele aspecten.
Pijn leidt tot gedragsveranderingen om verdere weefselschade te voorkomen (pijn-adaptatiemodel).
Pijn is nog voordat er perceptie plaatsvindt moduleerbaar (poorttheorie).
Pijn kan op verschillende manieren worden gemeten (afhankelijk van de setting en van de patiënt).
Prof. dr. Frank Lobbezoo is tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orofaciale Pijn & Disfunctie. Hij studeerde in 1988 cum laude af als tandarts in Utrecht. In 1992 promoveerde hij op het gebied van de temporomandibulaire disfunctie, waarna hij drie jaar postdoctoraal onderzoek verrichtte aan de Universiteit van Montreal. Daar legde hij zich toe op de tandheelkundige slaapgeneeskunde, in het bijzonder de orale bewegingsstoornissen. Sinds 1996 is hij werkzaam bij ACTA, alwaar hij in 2005 tot hoogleraar werd benoemd. Van 2014 tot 2018 was hij voorzitter van de afdeling Mondgezondheidswetenschappen en tevens vice-decaan van ACTA. Hij is Visiting Professor aan de University of Adelaide in South-Australia en aan het College of Dentistry van de New York University. In 2019 werd hij benoemd tot Honorary Professor aan de University of Aarhus, Denemarken.
Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van prof. Dr. Frank Lobbezoo tijdens het congres Pijn van Bureau Kalker.
In verband met de risico’s van aerosolen en het coronavirus is het belangrijk om voor behandelingen aerosolvrije alternatieven te bedenken. Clinici hebben recentelijk een peritonsillair abces bij een positief-geteste man verwijderd met antibiotica en steroïden in plaats van de gebruikelijke procedure.
Bacteriële infectie
Een peritonsillair abces is een bacteriële infectie die vaak ontstaat als een complicatie van tonsillitis of keelontsteking. Normaal gesproken wordt het puszakje leeggezogen maar dit is tijdens de COVID-19 pandemie een risicovolle procedure. Daarom moesten gezondheidswerkers een abces bij een coronapatiënt op een andere manier behandelen, schrijven de auteurs van een casusrapport in BMJ Case Reports.
Peritonsillaire zwelling met rode vlekken
Een 21-jarige man ging naar een ziekenhuis in Australië en werd opgenomen nadat hij vijf dagen last had van een zere keel, koorts, progressieve odynofagie en stemverandering. Tweemaal testen wees uit dat hij besmet was met SARS-CoV-2. Tijdens een oraal onderzoek ontdekten clinici dat de patiënt een peritonsillaire zwelling aan de rechterkant had met rode vlekken eromheen, een afwijking van de huig en een beperkt kaakbereik. De symptomen kwamen overeen met een peritonsillair abces.
Behandeling met antibiotica en steroïden
Een CT-scan bevestigde de diagnose en een behandeling met intraveneuze hoge doses antibiotica en steroïden werd gestart. Op deze manier zouden de zorgmedewerkers niet in gevaar komen. Twee dagen na de ziekenhuisopname testte de man negatief. Ook de behandeling van het abces was succesvol, de man kon vier dagen later weer normaal eten. Weer vier dagen later bevestigde een nieuwe CT-scan dat het abces was verdwenen en werd de antibioticabehandeling gestopt. Het enige nadeel van de medicatieaanpak was dat de patiënt meerdere dagen in het ziekenhuis moest verblijven.
Ook in gebieden met weinig coronagevallen
Dit geval laat het belang zien van het overwegen van andere behandelmethodes tijdens een wereldwijde pandemie zelfs in gebieden met weinig nieuwe gevallen van COVID-19. Toen de patiënt naar het ziekenhuis ging waren er de vijf weken ervoor geen nieuwe gevallen in dat gebied.
“Deze casus zou artsen eraan moeten herinneren om een hoge mate van verdenking te behouden in gebieden met een lage prevalentie van COVID-19, vooral bij het beoordelen van patiënten met symptomen van infectie van de bovenste luchtwegen en het voorkomen van onder andere peritonsillair abces.”, aldus de auteurs van het verslag.
Ademgeur diagnostiek is een van de oudste vormen van diagnostiek. Wat zijn de laatste ontwikkelingen op het gebied van slechte ademgeur en welke behandelmogelijkheden zijn er in een algemene praktijk?
Verslag van de lezing van dr. Marja Laine.
Dr. Marja Laine maakte haar presentatie prachtig rond. Ze begon te vertellen dat ademgeur diagnostiek een van de oudste vormen van diagnostiek is. Diabetes, lever en nieraandoeningen werden hiermee vastgesteld. Ze kennen namelijk allen hun typische geur. Zo geeft een nieraandoening een fruitige geur en diabetes een acetongeur af. Op het einde van haar presentatie bleek dat deze vorm van diagnostiek met nieuwe technieken ook de toekomst is.
Geuren
Adem bestaat uit 80% stikstof, 15% zuurstof, 3% koolstofdioxide en verder uit waterdamp, inerte gassen, micro-organismen en vluchtige organische stoffen. Deze vluchtige organische stoffen weerspiegelen lichaamsprocessen. Een mens kan zelfs biljoenen geuren onderscheiden, maar om het goed waar te kunnen nemen moet men wel een erg goed reukvermogen hebben. Rokers, mannen en ouderen ruiken in het algemeen minder goed. De vluchtige organische stoffen kunnen bestaan uit zwavelverbindingen zoals watersulfide, methylmercaptaan en dimethylsulfide. Watersulfide geeft de geur van rotte eieren, methylmercaptaan die van rotte kool en dimethylsulfide kan onaangenaam zoet ruiken zoals overkookte broccoli. Dit komt doordat bacteriën eiwitten afbreken naar aminozuren waarbij de vluchtige zwavelgassen vrijkomen. Niet alleen hierdoor kan mondgeur ontstaan maar ook door voedsel zoals de overbekende knoflook en alcohol. En ook in de ochtend kan men door verlaagde speekselproductie niet lekker ruiken maar dit noemen we niet echte halitose.
Oorzaken halitose
Uit een onderzoek bij de Universiteit van Leeuwen onder 2000 patiënten die het halitose spreekuur bezochten (Quirynen en medewerkers, 2009) lag in ongeveer 80% van de gevallen de oorzaak van halitose in de mondholte:
30% door parodontitis en/of gingivitis
62% door tongbeslag
8% was afkomstig van cariës, candida infecties, pericoronitis, peri-implantitis of van een slecht zittende prothese.
4% had een extra-orale oorzaak, 16% geen halitose en bij 4% werd geen oorzaak gevonden. Bij die 16% noemen we het een pseudohalitose of halitofobie. De patiënt heeft pseudohalitose als hij denkt een slechte adem te hebben maar dat niet heeft. Als een patiënt een halitofobie ontwikkelt moet hij doorverwezen worden naar de psycholoog.
Amandelsteentjes
Laine stond wat langer stil bij een van de extra-orale oorzaken, namelijk tonsilliths. Hierbij meldt de patiënt dat hij witte steentjes of korrels op kan hoesten die vreselijk stinken. Dit noemen we amandelsteentjes die verborgen zitten in de tonsillen. Deze patiënten kunnen terecht bij de KNO-arts.
Achterhalen
Een goede tip die Laine gaf: Vraag altijd of uw patiënt last heeft van ademgeur. Niet iedereen zal bedenken dat een tandheelkundige kan helpen bij deze kwaal. Het eerste wat we dan zullen moeten doen, is iets wat Laine sniffen noemt, om ademgeur vast te stellen. De patiënt zal eerst de mond een poosje gesloten moeten houden en vervolgens moeten openen. Dus niet blazen. Bij blazen ruiken we de longgeur. Prominente neusgeur is een teken dat de oorzaak extra-oraal is.
Vraag altijd of uw patiënt last heeft van ademgeur
Scoren
De geur kunnen we scoren:
0) Geen geur
1) Bijna niet te ruiken geur
2) Lichte geur
3) Matige geur
4) Sterke geur
5) Sterke offensieve geur
Deze laatste scores kunnen moeilijk zijn voor de zorgverlener! Het is me een keer overkomen dat ik werd geroepen door een medewerker omdat ze de mondgeur niet kon verdragen. De geur kan niet alleen door eigen waarneming worden vastgesteld maar ook door een apparaat zoals de Halimeter en de Oralchroma. De therapie bij halitose is de oorzaak wegnemen. 82% van de paropatiënten kan halitose hebben. De behandeling voor tongbeslag is het schapen van de tong en gorgelen (dus niet spoelen!) met de tong naar buiten met een anti-halitosemiddel. Op het moment zijn diverse apparaten in ontwikkeling om wederom medische diagnostiek te bedrijven met behulp van adem.
Dr. Marja Laine is universitair docent bij de sectie Parodontologie van de ACTA. Zij behaalde haar tandartsdiploma in 1989 in Helsinki, Finland, waarna zij als algemeen tandarts in Finland en in Nederland werkte. Zij was vanaf 1992 tot 2010 werkzaam bij de sectie Orale Microbiologie van ACTA en promoveerde in 2000. Vanaf 2010 verzorgt zij voor het halitose onderwijs en spreekuur bij de sectie Parodontologie van ACTA. Haar onderzoeksonderwerpen zijn multicausaliteit van parodontitis en peri-implantitis, met name de rol van microbiologische, genetische en immunologische factoren, en halitose. Zij heeft veelvuldig over deze onderwerpen gepubliceerd.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Marja Laine tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.
Dit verslag is voor het eerst in mei 2015 op dental INFO geplaatst en gezien interesse hiervoor in september 2020 opnieuw onder de aandacht gebracht.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/adem500.jpg480480Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2020-09-28 10:30:002020-09-28 13:02:13Wat vertelt je ademgeur?
Is implantologie iets voor jou? Kom erachter tijdens deze informatieve en gezellige avondbijeenkomst. Naast theorie krijg je een rondleiding door een implantologie praktijk én plaats je zelf jouw eerste implantaat tijdens een boorpracticum.
15 april 2021, 19-21.30u, Den Dolder
Ieder jaar organiseert Implant College een informatieavond over implantologie. Deze avonden worden gehost door zeer ervaren tandarts-implantologen. Tijdens deze informatieve én gezellige avondbijeenkomst kom je te weten of implantologie iets voor je is. En waar je aan moet denken als je wilt starten met deze specialisatie:
Wat zijn veranderingen en aanpassingen voor de praktijk?
Wat heb je nodig aan materialen, instrumentarium en praktijkinrichting?
Welke ontwikkelingen verwachten we in de toekomst op het gebied van implantologie?
Tijdens de avond krijg je daarnaast een digitale rondleiding in een implantologiepraktijk en ervaar je hoe het is om zelf een implantaat te plaatsen op een oefenkaak. Dit kaakje neem je na afloop mee naar huis. Uiteraard is er volop gelegenheid om vragen te stellen aan de specialist.
Wat kost het?
€30,- per persoon. Besluit je om te starten met een cursus, dan trekken we deze kosten af van de cursusprijs.klik voor meer informatie over Mix & Match
Programma
De eerstvolgende informatieavond is op: 15 april 2021
18.30 uur: Ontvangst | 19.00 uur: Start presentatie | 20.00 uur: Boorpracticum | 21.30 uur: Afsluiting & Borrel
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/09/Info-avond-implantologie-Implant-College.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-09-26 10:50:582021-01-21 16:11:20Informatieavond implantologie: Is implantologie iets voor mij?
Dit jaar mogen 181 van de 939 kandidaten aan het toelatingsexamen voor tandarts beginnen met de studie in Vlaanderen. De proef werd voor het eerst online georganiseerd.
Resultaten bekend
Op 4 september werden de resultaten van de toelatingsproeven voor tandarts en arts bekend gemaakt. Bijna 1000 mensen namen op 25 en 26 augustus deel aan het examen voor de opleiding van tandarts. Hiervan was ongeveer twee derde (676) vrouw en een derde (263) man.
Slechts 181 plekken
Om in aanmerking te komen voor een plek aan de opleiding moest minstens de helft van de punten worden behaald. In totaal lukte 388 deelnemers dit, maar slechts de beste 181 mogen daadwerkelijk aan de studie beginnen. Hieronder zijn 44 mannen en 137 vrouwen.
Ook volgend jaar digitaal
De toelatingsproef werd op meer dan 100 plekken in Vlaanderen afgenomen. Voor het eerst werden de toelatingsexamens dit jaar digitaal georganiseerd wegens de coronacrisis. Volgens de Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts is deze manier van organiseren vlekkeloos verlopen. De Vlaamse regering heeft daarom in samenspraak met de examencommissie en de onderwijspartners besloten om ook volgend jaar de proeven online te organiseren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/In-Australië-meer-dan-de-helft-van-de-tandartsen-vrouw.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2020-09-24 15:27:022020-09-24 15:27:02181 kandidaten toegelaten tot opleiding voor tandarts in Vlaanderen
De European Federation of Periodontology (EFP) en de World Heart Federation (WHF) lanceren in samenwerking met Dentaid de Perio&Cardio-informatiecampagne om de bekendheid van de relatie tussen parodontale aandoeningen en hart- en vaatziekten te vergroten.
Patiënten met parodontale (tandvlees)aandoeningen lopen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals myocardinfarct of beroerte. Dit wordt bekendgemaakt in de Perio&Cardio-campagne, die vandaag wordt gelanceerd door de European Federation of Periodontology (EFP) en de World Heart Federation (WHF).
Het initiatief benadrukt het belang van het vermijden van risicofactoren zoals roken, veel zitten, overgewicht, hoge bloeddruk of diëten die rijk zijn aan verzadigd vet en geraffineerde suikers. Bovendien wijst het erop dat patiënten die tegelijkertijd aan parodontitis en hart- en vaatziekten lijden, een hoger risico kunnen lopen op systemische complicaties. Daarom is het essentieel om voor een goede mondgezondheid en regelmatige controles te zorgen.
Het Perio&Cardio-programma
Het Perio&Cardio-programma, dat ondersteund wordt door Dentaid, is een wereldwijde voorlichtingscampagne die richtlijnen, documenten, infographics en andere materialen biedt. Deze zijn ontwikkeld voor tandartsen, cardiologen, artsen, apothekers en het grote publiek om de bekendheid te vergroten van de effecten van tandvleesaandoeningen en de mogelijke impact daarvan op hart- en vaatziekten.
Al het campagnemateriaal is afgeleid uit het wetenschappelijke rapport ‘Periodontitis and cardiovascular disease’, dat in februari werd gepubliceerd door het Journal of Clinical Periodontology van de EFP. Daarin werden de resultaten bekendgemaakt van de Perio-Cardio Workshop, die werd gehouden in 2019 in Madrid en waaraan 20 internationaal gerenommeerde experts op het gebied van parodontologie en cardiologie deelnamen.
Het Perio&Cardio-programma biedt voorlichtingsmaterialen en richtlijnen voor tandartsen, cardiologen en andere medische zorgverleners, alsmede voor het grote publiek, op de website: efp.org.
Wereldwijd wordt 1 op de 3 sterfgevallen veroorzaakt door hart- en vaatziekten
Parodontitis, de meest voorkomende tandvleesaandoening, heeft een wereldwijde prevalentie van 45-50%, en de meest ernstige vorm treft 11,2% van de wereldbevolking, waarmee het de op vijf na meest voorkomende menselijke kwaal is. Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd verantwoordelijk voor 17,9 miljoen sterfgevallen per jaar (een derde van alle sterfgevallen), waarvan 3,9 miljoen in Europa (45% van alle sterfgevallen). De hoofdoorzaken van hartfalen zijn ischemische hartziekte, beroerte en hypertensie. Hoewel de sterftecijfers afnemen, zijn de absolute aantallen in de afgelopen 25 jaar toegenomen als gevolg van een vergrijzende bevolking.
“De meeste mensen zijn zich niet bewust van het verhoogde risico op hartziekte waarmee een slechte parodontale gezondheid gepaard gaat”, aldus Jean-Luc Eiselé, CEO van de World Heart Federation (WHF).
“Dit project is erop gericht de bekendheid te vergroten van dit belangrijke verband, niet alleen onder het grote publiek maar ook onder verpleegkundigen, tandartsen, cardiologen en andere medische professionals die een sleutelrol spelen in het management van de risicofactoren voor hartziekte onder hun patiënten. We zijn trots op onze samenwerking met de European Federation of Periodontology (EFP) om licht te werpen op deze belangrijke kwestie.”
Xavier Struillou, voorzitter van de EFP, voegt daaraan toe: “De samenwerking met de WHF in dit gezamenlijke project is een kwalitatieve stap voor ons, gezien het leiderschap van de WHF op het gebied van hart- en vaatziekten en de mondiale reikwijdte van de organisatie. Perio&Cardio versterkt de leidersrol die EFP speelt in het onderzoek naar parodontale gezondheid voor een beter leven, overal te wereld”.
In dit opzicht benadrukt dr. Joan Gispert, directeur van R&D&i bij Dentaid, het belang van samenwerking om preventie te verbeteren: “De ondersteuning van initiatieven als Perio&Cardio is van cruciaal belang voor Dentaid, aangezien we het als essentieel beschouwen om in de hele samenleving de bekendheid te vergroten van de nauwe relatie die er bestaat tussen mondgezondheid en algehele gezondheid. De mond is geen geïsoleerd systeem en elke mondaandoening heeft een terugslag op de algehele gezondheidstoestand. Daarom is deze campagne zo belangrijk – omdat het belang van preventie en behandeling wordt uitgelegd, en het feit dat we, als we actief voor de gezondheid van ons tandvlees zorgen, tegelijkertijd voor onze cardiovasculaire gezondheid zorgen.”
Voor consumentenvoorlichting is de onderstaande video ontwikkeld.
Zeker bij jonge kinderen komen luxaties nogal eens voor: de tand is naar boven, beneden, naar voren, of naar achteren verplaatst. Duidelijk is dat hierbij zowel de pulpa als het parodontium schade oplopen. Echter hoe groot is die schade en hoe beïnvloedt die de prognose? Diagnostiek, behandeling en gevolgen van luxaties.
De pulpa kan een luxatie overleven, maar op de lange termijn kan obliteratie van de pulpaholte optreden.
Soorten luxaties
Subluxatie
Contusie
Laterale luxaties
Extrusie
Intrusie
Intrusie is een behoorlijk letsel, het is als je een auto in de te krappe garage parkeert, alle lak eraf. Samen met de uitgeslagen tand: de avulsie, hebben deze dento-alveolaire traumata de slechtste prognose.
Gevolgen luxatie
Pulpa
Genezing
Obliteratie
Necrose
De genezing van de pulpa na luxaties is gunstiger voor subluxaties in vergelijking met extrusie en laterale luxatie.
Parodontium
Genezing
Wortelresorptie
Oppervlakteresorptie: fysiologisch, stopt vanzelf, geen behandeling nodig
Ontstekingsresorptie: beschadiging parodontium samen met infectie van de pulpa, snel voortschrijdend. In dit geval zo snel mogelijk ingrijpen.
Vervangingsresorptie: ankylose, progressief, niet te behandelen.
Subluxatie
Vaak is er sprake van bloeding vanuit de sulcus. Door een dreun op je tanden, zijn deze gekneusd. Hierbij is er een hele grote kans dat het goed komt. Als er naast de subluxatie ook sprake is van een kroonfractuur is de kans op genezing iets kleiner.
Tand is naar achteren geslagen; een laterale luxatie. Wat te doen?
Re-positioneren (na anesthesie): linkervinger buccaal regio apex, andere palatinaal, rechtervinger incisaal wipt element weer op de plaats. Let op: Waarschijnlijk is er dan sprake van letsel aan parodontium en pulpa.
Element spalken voor 4 weken met semi-rigide spalk, waarbij 1 buurelement in de spalk betrokken wordt. Spalk eerst op niet-getraumatiseerde elementen vastzetten met composiet.
Wanneer nu een endo doen?
Verkleurde tand
Periapicale radiolucentie
Na 3 maand nog geen vitale reactie van pulpa
Indien twee van de bovenstaande criteria optreden, dan is het starten van een endodontische behandeling in 90% van de gevallen terecht.
Tandletsel bij kinderen
In veel gevallen van tandletsel heb je te maken met kinderen. Endodontoloog Michiel de Cleen geeft hiervoor de handige tips:
Soms is het niet mogelijk om een klem te zetten op het element voor isolatie. Knip dan een smile in de cofferdam en zet de cofferdam vast met lijm.
Gebruik een naaldvoerder als röntgenfoto-houder.
De ervaring van Michiel de Cleen is dat assistenten en de patiënt over het algemeen het rustigst zijn, niet ouders en de tandarts.
Obliteratie
Het blijkt dat de pulpa een verplaatsing kan overleven, maar op lange termijn kan obliteratie van de de pulpaholte optreden. Moet er dan snel worden ingegrepen of kunnen we gerust afwachten? De kans op pulpanecrose bij obliteratie is 8,5%.
Vragen bij trauma
Bij trauma is het belangrijkste dat je jezelf afvraagt:
Hoe groot is de schade aan de pulpa?
Hoe groot is de schade aan het parodontium?
Indien beide aanzienlijk zijn, houd alles dan goed in de gaten en sta op scherp om snel in te grijpen: er bestaat dan een grotere kans op resorptie.
Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert nu 20 jaar een full-time endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij cursusdocent op het gebied van de endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.
Dit verslag is voor het eerst in juni 2016 op dental INFO geplaatst en gezien interesse hiervoor in september 2020 opnieuw onder de aandacht gebracht.
Kun je gewoon naar de tandarts in coronatijd, hoe gaat het bleken van je gebit eigenlijk in zijn werk en wat kan de oorzaak van kiespijn zijn? Steeds meer patiënten vinden op Allesoverhetgebit.nl antwoorden op al hun vragen over mondzorg.
1,5 miljoen pagina’s bezocht
Alleen al in de eerste zes maanden van dit jaar trok de voorlichtingswebsite van KNMT-tandartsen ruim 780.000 bezoekers; bijna evenveel als in heel 2019. Samen hebben zij bijna 1,5 miljoen pagina’s bekeken. Behalve op ‘corona’, ‘bleken’ en ‘kiespijn’ is er ook veel gezocht op trefwoorden spoed, verstandskies, aften en kroon.
Allesoverhetgebit.nl is bedoeld voor mensen die informatie zoeken over de tandarts, het gebit en de kosten van mondzorg. De site geeft ook voorlichting over hoe je je mond gezond houdt, wat je kunt doen bij klachten en wat behandelingen inhouden.
Laagdrempelige tips en adviezen
Tandartsen gebruiken de website als ondersteuning bij hun voorlichting aan patiënten, onder andere via tv-schermen in de wachtkamer van hun praktijk. Het helpt hen patiënten laagdrempelig tips en adviezen te geven op het gebied van mondzorg.
Ook actief op Twitter en Facebook
Naast Twitter is Allesoverhetgebit.nl sinds 1 jaar actief op Facebook met praktische informatie, de laatste nieuwtjes en leuke weetjes. De KNMT hoopt ook via dit kanaal een nog groter publiek te voorzien van betrouwbare tandheelkundige informatie en het belang van goede mondzorg uit te dragen.
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.