Gouden Boekje Wiwi Wit: KunstZinnig cadeautje of bijzonder bezoekje?

Gouden Boekje Wiwi Wit: KunstZinnig cadeautje of bijzonder bezoekje?

De beroemde Gouden Boekjes zijn aan boord van het ss Rotterdam! De expositie over 65 jaar Gouden Boekjes is te bezichtigen tot 31 december 2018 op de SS Rottterdam.

SS-Rotterdam

Gouden Boekje Wiwi Wit op expositie

Een afbeelding met ‘fluoride tandpasta’ uit Wiwi Wit, het leven van een kindertand geschreven en getekend door Marion Bloem @2017,  is onderdeel van de expositie. Het Gouden Boekje Wiwi Wit is geïnitieerd door en kwam tot stand onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van Yvonne Buunk-Werkhoven en Dagmar Else Slot. Met financiële ondersteuning van de beroepsverenigingen in de mondzorg KNMT, NVM en ANT.

In de speciale uitgave ‘Alles wat ik weten wil heb ik uit een Gouden Boekje’ van de uitgever Dik Broekman, tevens de samensteller van het boek, staat op bladzijde 3 “Poets je tanden”.

Alles wat ik weten wil heb ik uit een Gouden Boekje

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Congres Chirurgie - een foto-impressie

Congres Chirurgie – een foto-impressie

Op 9 november vond het congres Chirurgie plaats in de RAI in Amsterdam. Ruim 400 tandartsen, 15 tandartsassistenten en 40 studenten namen deel aan het congres.

Het Congres Chirurgie bracht deelnemers up-to-date over de kleine chirurgie in de algemene tandartspraktijk.
Bekijk hieronder een foto-impressie van de dag.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Brug of implantaat: werk in uitvoering

Brug of implantaat: werk in uitvoering

De keuze welke oplossing het meest geschikt is voor de opvulling van een diasteem ter grootte van één enkel element, komt regelmatig voor in de dagelijkse praktijk. Indien de voorkeur uitgaat naar een vaste voorziening dan zijn er drie mogelijkheden: etsbrug, conventionele brug of een implantaat gedragen kroon. Hoe ziet de klinische procedure van deze drie opties eruit?

Etsbrug

Het voordeel van een etsbrug is dat er niet of nauwelijks aan de buurelementen geslepen hoeft te worden. Het nadeel, daarentegen, is de levensduur: er moet rekening mee gehouden worden dat een etsbrug ongeveer 8 jaar mee gaat. Het vormen van de weke delen is een van de grootste uitdagingen bij het vervaardigen van een etsbrug. Hierbij is het goed om te beseffen dat een papil geen ‘puntje’ is maar bestaat uit een buccale papil, een col en een palatinale papil.

Pontic ontwerp en vormgeving van de weke delen

De pontic moet de weke delen zodanig steunen dat dit tot een esthetisch fraai resultaat leidt. Wanneer er te weinig volume aan weke delen is dan kan er eerst een soft tissue graft uitgevoerd worden. Hiervoor kan autoloog weefsel uit het palatum gebruikt worden. De genezings- en de maturatiefase na het uitvoeren van een soft tissue graft neemt ongeveer 3 maand is beslag. Daarna kan er een definitieve afdruk gemaakt worden en tot die tijd wordt er dus een tijdelijke voorziening geplaatst. Voor een mooi esthetisch resultaat heeft de pontic een ovale vorm nodig (ovate pontic design). Daarnaast heeft de overgang van de pontic naar de vleugel een minimale dikte nodig van 1 millimeter. Als de occlusie of articulatie deze ruimte niet toelaat, moet er ruimte gecreëerd worden door iets aan het element te slijpen.

Materiaalkeuze en hechting

Het voordeel van zirconia is dat dit materiaal erg sterk is. Het nadeel is dat zirconia niet adhesief gecementeerd kan worden. Het laten aanbrengen van een klein laagje veldspaatporselein aan de binnenzijde van de vleugel kan dit probleem oplossen. Als hiervoor gekozen wordt dan gaat de hechtprocedure als volgt:

  • Etsen keramiek (60 seconden met 9,5% HF)
  • Silaan aanbrengen
  • Adhesief cementeren met composiet

Conventionele brug

Bij het vervaardigen van een conventionele brug moet er rekening mee gehouden worden dat de pasvorm betrouwbaarder is dan de hechtsterkte van het cement. Daarnaast is een nauwkeurige preparatie van belang voor een goede pasvorm.

Materiaalkeuze

Ook voor een conventionele brug is zirconia een goede keuze. De tandarts is zich er echter niet altijd van bewust dat er veel verschillende producten van zirkonia op de markt zijn. Zowel ZirkonZahn, Noritake, 3M Espe als Amann Girrbach hebben verschillende soorten zirkonia die variëren qua sterkte. Het is daarom van belang om met de tandtechnieker te overleggen voor welk soort er gekozen moet worden.

Afdrukken

Na de preparatie worden er bij voorkeur twee retractiedraadjes per element aangebracht voordat de afdruk of de scan gemaakt wordt. Voor de dikte van de gingiva ter plaatste van de pontic is 2-3 millimeter genoeg. De dikte kan eenvoudig opgemeten worden met een endo-vijl. Wanneer er genoeg weefsel aanwezig is, kan de gingiva eventueel gecorrigeerd worden zodat de zenit goed komt te liggen.

Plaatsen

Nadat de conventionele brug gepast is, moet deze gereinigd worden met een etsgel vanwege de contaminatie met speeksel. Voor het cementeren kan worden gekozen uit een licht uithardende glasionomeercement (kunsthars gemodificeerd glasionomeercement, Ketac cem plus) of een composiet cement (Panavia).

  • Een glasionomeercement is licht uithardend tot de gelfase en er is geen aparte conditioner nodig. Daarnaast vindt er de fluoride afgifte plaats en leidt het niet tot postoperatieve gevoeligheid. De hechtsterkte is 8-12 MPa.
  • Een composietcement is chemisch en licht uithardend. Hiervoor moet wel een primer gebruikt worden en in sommige gevallen moet ook het glazuur geëtst worden. Zirkonia moet bij gebruik van composiet cement voorbehandeld worden. Voor dit cement geldt dat er alleen de eerste maanden sprake is van fluorideafgifte. Daarnaast is het onbekend of dit cement invloed heeft op postoperatieve gevoeligheid. De hechtsterkte na 1 jaar is 15 MPa. Wanneer er een composietcement gebruikt wordt, kan er gebruik gemaakt worden van een mechanische (zandstralen met aluminiumoxide) of chemische (Tribochemical silica coating) oppervlakte voorbehandeling. Dit zou moeten bijdragen aan de duurzaamheid van de hechting van composietcement aan zirkonia.

Voordat de brug geplaatst wordt, moet er retractiedraad aangebracht worden om de preparatie. De preparatie wordt gezandstraald en het (metaal-)keramiek wordt voorbehandeld  (ontvetten, desinfecteren, silaniseren).

Implantaat

Voordat het implantaat geplaatst wordt, kan de positie van het implantaat virtueel gepland worden. Dit wordt gedaan door de intra-orale scan te koppelen aan de beelden van de CBCT scan. De positie van het implantaat kan zo nauwkeurig bepaald worden aan de hand van het botvolume en de omliggende anatomische structuren. Vervolgens kan er een boorsjabloon gemaakt worden die de positie van het implantaat waarborgt.

Implantaat plaatsen

Het is sterk aan te raden om (wanneer mogelijk) het verloren element te laten extraheren door degene die het implantaat plaatst. Het implantaat wordt met behulp van het boorsjabloon geplaatst. Wanneer er een tijdelijke voorziening geplaatst wordt dan is het van belang dat de pontic de volledige ruimte voor de definitieve kroon ondersteunt. Drie maanden na plaatsen, kan er een afdruk gemaakt worden voor de definitieve kroon.

Materiaalkeuzes

  1. Zirconia of titanium interface abutment

De voorkeur gaat uit naar een titanium-titanium abutment interface omdat uit onderzoek is gebleken dat er sprake is van meer slijtage bij zirconia-titanium interface abutment.

  1. Materiaal en peri-implantair weefsel

De tweede keuze die gemaakt moet worden is het materiaal van het gedeelte van de kroon die in contact staat met het peri-implantaire weefsel. Omdat lithium disilicaat het meest biocompatibel is, gaat hier de voorkeur naar uit.

  1. Gecementeerd versus verschroefd

Beide opties hebben hun nadelen. Bij cementatie worden vooral biologische problemen gezien en bij verschroefde kronen worden vaker technische problemen gezien. Omdat technische problemen makkelijker op te lossen zijn, gaat hier de voorkeur naar uit.

Martijn Moolenaar is tandarts/implantoloog, prosthodontist en eigenaar van het Dental Design Center in Blaricum. Hij studeerde tandheelkunde op ACTA waarna hij zich specialiseerde in de esthetische restauratieve tandheelkunde en implantologie. Ook is hij sinds 2005 als specialist geregistreerd bij de NVOI. Hij is actief lid van de AES (Am. Equilibration Society), de AAFP (Am. Ac. for Fixed Prosthodontics), de EAED en van een internationale studiegroep op het gebied van esthetische tandheelkunde en implantologie. Tevens is hij bestuurslid van de NVVRT. Martijn Moolenaar geeft veel lezingen en workshops in zowel binnen- als buitenland op het gebied van de esthetische tandheelkunde en implantologie.

Verslag door Marieke Filius, tandarts, voor dental INFO van de lezing Martijn Moolenaar tijdens het congres Restauren2018 van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Leiderschap in de mondzorg

Leiderschap in de mondzorg

Met het groter worden van tandartspraktijken neemt de behoefte aan leiderschap toe. Maar wat is een leider eigenlijk en hoe wordt u een leider? Alex Nottingham van All-Star Dental Academy gaf tijdens het seminar Dental Practice Excellence zijn visie op leiderschap in de mondzorg.

Leider

Een leider is een persoon met visie die aan de toekomst denkt en met behulp van fantasie en/of kennis plant. Hij is altijd optimistisch over de toekomst, maar is nooit tevreden. Hij ziet altijd kansen. Hij focust zich op talenten en schakelt daarbij niemand uit. Hij heeft een zekere stelligheid over zich heen; wat hij zich ten doel stelt, zal hij behalen, hoe dan ook. Hoe wordt u een leider?

Waarom visie?

Als je aan medewerkers vraagt wat de visie van hun praktijk is, dan heeft 70% geen idee. Zij begrijpen niet wat de strategie van de praktijkhouder is. Terwijl medewerkers als ze wel weten wat de visie is, ambitieuzer te werk zullen gaan en veel productiever zullen worden. Zij weten dan waarom ze zo hard moeten werken. Ze doen het dan daadwerkelijk ergens voor. Als alle medewerkers zich achter de visie scharen, kunt u gezamenlijk uw doel bereiken. De visie beschrijft wie je bent als praktijk, waarin je gelooft. Bijvoorbeeld: wij geloven dat als je doet wat je leuk vindt, je nooit meer hoeft te werken. Beschrijf wat u wilt bereiken, wat uw doelen zijn. Communiceer dit met uw team, zodat iedereen zich op het juiste focust.

Van doel naar actie

Uw doelen zet u om in acties. Deze moeten gepland worden. Zo worden ideeën concreet. Er bestaan drie typen actieplannen, namelijk:

  • strategisch: dit gaat over de lange termijn (jaren vooruit);
  • operationeel: kwartalen, maanden;
  • tactisch: dagelijks, het behalen van het doel van de dag.

Stap voor stap

Voer verbeteringen stap voor stap door. Zet dus als het ware een parcours uit hoe je van A via B naar C komt. Dus bedenk wat u elke dag moet doen om uw doel op de lange termijn te behalen.

Hiervoor moet u wel de tijd nemen en als het ware even uit uw team stappen. Bekijk het eens vanaf een afstandje. U stelt zich op als een leider en niet als een manager. Denk, plan en leer. Dit betekent dat u beter een manager kunt aanstellen, minder zelf in de praktijk werkt en veel taken delegeert. Dit zal voor veel tandartsen en mondhygiënisten moeilijk zijn. Zij zijn meer het type ‘artiest’ dan ‘entrepreneur’. Zij willen te veel zelf doen met hun eigen handen.

Leiderschap versus management

Een leider heeft als rol om de langetermijnvisie te bedenken en in de gaten te houden. Een manager zorgt voor de implementatie ervan. De manager gaat dus over de details en ontwikkelt systemen. Een manager houdt van orde en structuur en is niet altijd een groot leider, maar heeft vaak wel de potentie om er uiteindelijk een te worden. Als leider bent u een dromer. U bepaalt de richting en u inspireert uw team. Een leider moet er voor zorgen dat de langetermijnvisie wordt behaald, terwijl de manager over het behalen van de dagelijkse doelen gaat.

Een leider is iemand die dankbaar en bescheiden is. Alles heeft hij te danken aan zijn team. De wens van een leider is niet om zelf te winnen, maar om het bedrijf te laten floreren. Een leider bijt zich vast in zijn doel en is tot alles bereid om het doel te behalen. Hij laat zich hierbij door niks in de weg staan.

Groeistadia

Een leider loodst het bedrijf door diverse groeistadia. Eigenlijk net zoals een ouder bij zijn kind doet. De groeistadia zijn: van baby- en peutertijd via puberteit naar volwassenheid. Bij de baby- en peutertijd moet u werkelijk alles zelf doen en bent u overal verantwoordelijk voor. Vervolgens gaat uw bedrijf door naar de puberteit, waarbij u al meer kunt loslaten. U gaat meer delegeren, maar in de opgestarte systemen gaat er nog wel eens wat mis. U bent bezig met brandjes blussen. In de volwassenheid is uw bedrijf uitgegroeid naar iets wat zichzelf runt en zich naar uw visie heeft gevoegd. U bent niet meer uw werk, uw werk is uw product.

Bouw een team

Om uiteindelijk echt een fantastische leider te worden, moet u kunnen reflecteren. Ook heeft u een mentor of coach nodig. Het helpt om les of een training te geven, want van lesgeven kunt u het allermeeste leren. Een ‘big live event’ kan u tot inzichten brengen die u voorheen niet had. Om in uw kracht te staan focust u zich op wat u het beste kunt. Verzamel mensen om u heen die uw talenten erkennen. Bouw een team met diversiteit, zodat u tot nog meer inzichten kunt komen en u en uw bedrijf over nog meer krachten gaan beschikken. Rondom deze krachten bouwt u de activiteiten. Door elkaar te versterken wordt uw bedrijf van wereldklasse.

Delegeren

Ziet u beren op de weg? Bent u bang? Ga het toch gewoon doen! Al doende leert u meer dan dat u op enig andere wijze zou kunnen. Leer van uw fouten, werk hard aan uzelf. Werk aan uzelf, maar u moet niet te hard werken aan andere dingen. Neem niet te veel op uw schouders. Hoe meer klussen u op uw schouders neemt, hoe sneller u door uw hoeven zult zakken. Dat kan uw bedrijf niet gebruiken. Om te kunnen delegeren, moet u de taak goed kunnen beschrijven. Daarnaast moet u weten aan wie u deze taak kunt toewijzen. Wijs deze taak ook daadwerkelijk aan diegene toe. Verzeker u er zich van dat er tijdig aan gewerkt wordt. Controleer of het goed is gekomen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van een lezing door Alex Nottingham tijdens het seminar Dental Practice Excellence van Dentiva

Alex Nottingham van All-Star Dental Academy is coach en consultant voor tandartsen in de Verenigde Staten. Hij is auteur van het boek ‘Dental Practice Excellence’, coauteur van het boek ‘the E-Myth revisted’ en internationaal spreker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
onderzoek

Grondig onderzoek binnenkort van start door Capaciteitsorgaan Mondzorg

Een grondig onderzoek naar de nodige capaciteit in de mondzorg voor de komende jaren gaat binnenkort van start. Eerder dit jaar vroeg Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg en Sport, het Capaciteitsorgaan hierom, waarna het verzoek op 17 oktober werd gehonoreerd.

Eerder schreef Panteia, een onafhankelijk onderzoeksbureau voor economisch en sociaal beleidsonderzoek, een rapport over de benodigde capiciteit in de mondzorg voor de komende jaren. Dit rapport werd door minister Bruins naar zowel de Eerste als Tweede Kamer gestuurd, maar werd door de ANT afgekeurd.

De ANT legde dit voorstel de afgelopen twee jaar regelmatig neer bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit verzoek werd door een plotseling dichtgedraaide subsidiekraan echter niet gehoord. Door herhaalde vraag en aanbevelingen wordt het Capaciteitsorgaan nu toch in ere hersteld om een rapport op te stellen, dat deze keer hopelijk wel serieus genomen zal worden.

Het rapport van Panteia werd destijds afgekeurd door onder andere de kritiek dat de effecten van de beoogde AMvB (algemene maatregel vanbestuur) taakherschikking niet meegenomen zou zijn geworden. De AMvB wordt namelijk al tijden gepresenteerd als hét antwoord op het snel stijgende tekort aan gekwalificeerde tandartsen en mondhygiënisten in Nederland. Dit maakt dit een essentieel onderdeel van een dergelijk rapport.

Het Capaciteitsorgaan zal bestaan uit drie vertegenwoordigers van tandartsen, drie van mondhygiënisten, drie van universiteiten, drie van hogescholen en twee van zorgverzekeraars. In november en december zullen zij voor het eerst samenkomen om vervolgens in de loop van januari met een voorlopig rapport te komen. Later in 2019 kan een definitief rapport worden verwacht.

Bron:
KNMT
ANT

Lees meer over: Kennis, Scholing
Eklund Foundation

Subsidieontvangers 2018 van Eklund Foundation bekend

De Eklund Foundation for Odontolgical Research and Education kondigt de geselecteerde onderzoeksprojecten aan die dit jaar tezamen een subsidie vanuit de stichting ontvangen ter waarde van Euro 150.000.

De stichting heeft ervoor gekozen om in 2018 twee ‘high-level’ wetenschappelijke projecten, uitgevoerd door prominente onderzoekers binnen het vakgebied parodontologie, te ondersteunen.

“We dragen met trots bij aan deze ambitieuze en goed vormgegeven studies, gericht op parodontologie, wat een onderzoeksgebied is dat voor ons van groots belang is. Beide projecten hebben het potentieel om diepere inzichten te geven in een ziekte welke miljoenen mensen over de wereld kwelt”, zegt Joel Eklund, Voorzitter van de Raad van Bestuurd van de Eklund Foundation.

De Eklund Foundation werd opgericht door een donatie van de Eklund familie, eigenaren van de organisatie TePe Oral Hygiene Products, ter ere van hun langdurige relatie met de professionele tandheelkundige gemeenschap.

Voor het derde jaar op rij kent de stichting subsidies toe aan onderzoeksprojecten met het uitgesproken doel om onderzoek en educatie binnen het dentale werkveld te ondersteunen.

Voor meer informatie, ga naar www.eklundfoundation.org

De Eklund Foundation heeft besloten om subsidies toe te kennen aan de volgende projecten:

Periodontitis, Peri-implantitis and Diabetes –  a registry study

Aanvrager: Jan Derks, Afdeling Parodontologie, Universiteit van Göteborg, Zweden
Co-aanvrager: Tord Berglundh, Universiteit van Göteborg, Zweden
Subsidie: SEK 930.000

“De wetenschappelijke onderbouwing voor een relatie tussen de parodontale ziekte en verschillende systemische ziekten groeit sterk. Deze breed opgezette registerstudie kan bijdragen aan waardevolle kennis bij het onderzoeken van de potentiële bi directionele relatie tussen parodontale / peri-implantaire ziekten en diabetes.”

Exosome Diagnostics: New Tools in Personalized Periodontal Care

Aanvrager: Evangelos Papathanasiou, Tufts University School of Veterinary Medicine, USA
Co-aanvrager: Andrew Hoffman, Tufts University School of Veterinary Medicine, USA
Subsidie: EUR 58.050

“Exosome diagnostiek, die de genetische vooronderstellingen voor ziekten onderzoekt, is een groeiend medisch onderzoeksveld. Dit project zal de mogelijkheden van het gebruik van exosome diagnostiek in parodontale zorg evalueren, wat zou helpen bij de diagnose en de beoordeling van de prognose en de behandelingsbenadering zal vergemakkelijken.”

Lees meer over: Kennis, Scholing
Nieuwe richtlijn Parodontologie beschikbaar voor commentaar

Nieuwe richtlijn Parodontologie beschikbaar voor commentaar

De nieuwe richtlijn Parodontale Screening, Diagnostiek en Behandeling in de Algemene Praktijk staat open voor commentaar. Deze aangepaste richtlijn is ontwikkeld door de “Commissie Richtlijn Parodontologie in de Algemene Praktijk” waarin de NVvP, ANT, KNMT en NVM-mondhygiënisten vertegenwoordigd zijn.

De belangrijkste wijzigingen op een rij

  • DPSI-score is vervangen door de Periodieke Parodontale Screening (PPS).
  • Het woord ‘Herbeoordeling’ is vervangen door ‘Evaluatie’ (dit is puur een tekstuele wijziging, inhoudelijk vindt dezelfde handeling plaats).
  • Waar ‘Evaluatie’ stond, staat nu ‘Periodieke herbeoordeling’ (dit is puur een tekstuele wijziging, inhoudelijk vindt dezelfde handeling plaats).
  • Bij de verschillende stappen in de richtlijn wordt benoemd door wie de handeling mag worden uitgevoerd.

Geef uw commentaar op de nieuwe richtlijn Parodontologie

Tot uiterlijk 30 november kunt u uw reactie op de nieuwe richtlijn Parodontologie mailen naar bestuur@nvvp.org

Bron:
ANT
KNMT
NVvP

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
inplannen

Mag uw patiënt onder werktijd een tandarts bezoeken?

Het inplannen van een tandartsafspraak kan lastig zijn voor patiënten omdat het een conflict kan veroorzaken met werk. Veel patiënten bezoeken de tandarts daarom tijdens werktijd, wat niet altijd wordt gewaardeerd door de werkgever. In dit artikel wordt verder toegelicht of dit wel of niet zou moeten mogen.

Consequentie in afspraken tijdens werktijd

Wettelijk gezien bestaan er geen vastgestelde regels of een tandartsbezoek wel of niet binnen werktijd mag worden gepland. Het kan echter wel zo zijn dat hier een besluit over is gemaakt dat is vastgelegd in een cao of arbeidsvoorwaardenreglement. Indien dit het geval is, moeten deze afspraken worden aangehouden. Hierbij is het wel belangrijk dat er consequent met de regels moet worden omgegaan. Dat betekent, op het moment dat een regulier tandartsbezoek wordt toegestaan dan moet een werknemer ook een afspraak met een fysiotherapeut kunnen inplannen tijdens werktijd, en andersom. Behandelingen met enkel een cosmetische aard mogen nooit tijdens werktijd worden gepland.

Opstellen van duidelijke regels

Om te voorkomen dat er onenigheid of onduidelijkheid ontstaat rondom het inplannen van (tandarts)afspraken tijdens werkzaam, is het raadzaam om als werkgever hier duidelijke regels over op te stellen. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgelegd wat voor afspraken wel en niet tijdens werktijd mogen worden gepland en hoe vaak per jaar dit wordt toegestaan.

Spoedeisende (tandarts)afspraken mogen wettelijk gezien altijd tijdens werktijd worden ingepland.

Bron:
Edith van Schie, Arbeidsrechtjurist in artikel op Telegraaf.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Aftermovie Dentex

Aftermovie Dentex

Op 4, 5 & 6 oktober vond de Dentex plaats in Brussel. Het event voor de dentale sector werd voor de 21ste keer gehouden.

Dentex zette nog meer in op beleving en innovatie. Zo was er een sterk seminarieprogramma en waren er tal van demonstraties. Ook de Dentex Innovation Awards werden tijdens de beurs uitgereikt.

Bekijk de aftermovie van Dentex

Lees meer over: Kennis, Producten, Scholing
NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt

NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt

Op 11 oktober is de NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt aan Robert Pogosian – oud student ACTA –  voor zijn master scriptie: Temporomandibular disorders and headache. Milou Snijders ontving de tweede prijs en de derde prijs ging naar Iris Driessen.

Voor de NWVT-TP master scriptieprijs dingen masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud MC) en Groningen (UMCG) mee naar deze prijs. De jury heeft de inzendingen beoordeeld op geschiktheid en relevantie voor de tandarts algemeen.

Hieronder ziet u een abstracts van de drie master scriptieprijzen.

1e prijs: Temporomandibular disorders and headache, door Robert Pogosian

Zijn begeleiders waren prof. dr. C.M. Visscher en H.A. van der Meer, MSc.

Doelstelling

Het doel van dit prospectieve, longitudinale onderzoek was om het effect van de behandeling van temporomandibulaire dysfunctie (TMD) op comorbide hoofdpijnklachten te onderzoeken.

Materiaal en methode

Volwassen deelnemers met een TMD-pijndiagnose en hoofdpijn kregen een multidisciplinaire TMD-behandeling. Bij aanvang van de behandeling ontvingen zij dezelfde vragenlijst met betrekking tot hun orofaciale pijn en hoofdpijn die zij bij baseline en na 4, 8 en 12 weken invulden. De uitkomstmaten voor de orofaciale pijn en hoofdpijn waren de Characteristic Pain Intensity (CPI), Days in Pain, Disability Score en Disability Days. Veranderingen in uitkomstmaten bij baseline en na 12 weken voor orofaciale pijn en hoofdpijn werden bepaald. Vervolgens werd onderzocht of de verandering in orofaciale pijn geassocieerd was met de verandering in hoofdpijn en 3 verschillende subtypes van hoofdpijn (migraine, spanningshoofdpijn (TTH) en hoofdpijn toegeschreven aan TMD).

Resultaten

Van alle geïncludeerde patiënten voltooiden er 50 het studieprotocol van 12 weken. Voor orofaciale pijn werd een significante verbetering in de loop van de tijd gevonden voor de CPI en Days in Pain. Voor hoofdpijn werd een significante verbetering voor alle uitkomstmaten gevonden. Voor alle uitkomstmaten werd een significante associatie gevonden tussen de verbetering in orofaciale pijn en hoofdpijn. Voor migraine was deze associatie sterker dan voor TTH of hoofdpijn toegeschreven aan TMD.

Conclusie

Er werd een matige correlatie gevonden voor de CPI, Disability Score en Disability Days tussen de verbetering in orofaciale pijn en hoofdpijn. De sterkste associatie werd gevonden voor de CPI en Disability Score. De resultaten van deze studie tonen aan dat een succesvolle TMD-behandeling een positief effect heeft op de bijkomende hoofdpijn.

2e prijs: Are the quality of root canal filling & marginal bone level correlated with the presence of apical periodontitis? A retrospective cohort study, door Milou Snijders

Parodontitis apicalis (PA) is een veel voorkomende en wijdverspreide aandoening, met name bij endodontisch behandelde elementen. Identificatie van de risicofactoren voor het ontstaan van PA is belangrijk om de prognose van een endodontische behandeling te bepalen. Het doel van dit onderzoek was om de invloed van de kwaliteit van de wortelkanaalvulling en het marginale botniveau te evalueren. Beide factoren zouden in verband kunnen staan ​​met de aanwezigheid van PA.

Methoden

In totaal werden 511 endodontisch behandelde elementen geïncludeerd in deze retrospectieve cohortstudie. Alle elementen beschikten over een periapicale röntgenfoto van ten minste 1 maand na de wortelkanaalbehandeling, de “baseline röntgenfoto”, en een “follow-up-röntgenfoto” met een minimaal interval van 24 maanden. Geen enkel element vertoonde PA op de baseline röntgenfoto. De elementen werden onderverdeeld in vier groepen op basis van kwaliteit van wortelkanaalvulling en marginaal botniveau. De groepen A-D vertoonden verschillende combinaties wat betreft kwaliteit van wortelkanaalvulling en marginaal botniveau. De aanwezigheid van PA op de follow-up-röntgenfoto werd beoordeeld en de associatie tussen de variabelen en PA werd geanalyseerd met behulp van de Chi-square-test, logistische regressie-analyse en Cohen’s Kappa-test.

Resultaten

In totaal werd bij 50 elementen (9,8%) een PA op de follow-up-röntgenfoto vastgesteld. Er werd een significante verband gevonden tussen de aanwezigheid van marginaal botverlies en PA (p = 0,006). De kwaliteit van de wortelkanaalvulling was niet significant geassocieerd met de aanwezigheid van PA (p = 0.169). Elementen met een onvoldoende wortelkanaalvulling en marginaal botverlies hadden de hoogste prevalentie PA bij follow-up (16,3%). Cohen’s kappa-waarden voor “intra-“ en “inter-observer” evaluaties vertoonden een goede tot zeer goede overeenstemming. Het gemiddelde follow-up-interval voor alle elementen was 42,1 +/- 13,2 maanden.

Conclusie

Marginaal botverliesniveau is significant geassocieerd met de aanwezigheid van PA terwijl de kwaliteit van wortelkanaalvulling geen significant verband vertoonde met PA.

3e prijs: Effect of immediate and delayed dentin sealing on fracture strength of lithiumdisilicate (LiSi2) laminate veneers with cervical exposure of dentin, door Iris Driessen

Objectives

Since adhesion to dentin is less reliable than adhesion to enamel, preparation depth could affect the durability of laminate veneers. To prevent debonding of veneers on dentin, immediate dentin sealing is suggested as an alternative for delayed dentin sealing. This study evaluated the in vitro effect of the IDS and DDS method with exposure of dentin on the fracture strength of LiSi2 laminate veneers.

Methods

Extracted, sound human central maxillary incisors (N=70) were selected and randomly divided into 7 groups. Group 1: Enamel + H3PO4 +adhesive. Group 2: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ DDS (4 weeks later). Group 3: complete dentin + H3PO4+ DDS (4 weeks later). Group 4: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ IDS + 1min MPS silane. Group 5: complete dentin + H3PO4+ IDS + 1min MPS silane.  Group 6: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ IDS + 5min MPS silane. Group 7: complete dentin + H3PO4+ IDS + 5min MPS silane.  In group 2 tot 7, the cervical preparation margin ends in dentin. LiSi2 laminate veneers were bonded with an adhesive resin cement (Enamel HFO-composite). IDS layers were silica coated (CoJet system) and silanized (ESPE-sil). The specimens were subjected to accelerated fatigue (5Hz, 100N increasing after 500 cycles) until they fractured. Data were analyzed using Kaplan Meier survival curve and Log Rank (Mantel Cox), Life-table curve and Wilcoxon test.

Results

Mean fracture strengths were 988,9 N (group 5), 1140 N (group 3), 1450 N (group 2), 1400 N (group 6), 1450 N (group 7), 1550 N (group 4), 1912,5 N (group 1). The enamel group showed a significantly higher fracture strength than all other groups. Group 7, the 100% dentin IDS group MPS 5 min silane showed a significantly higher fracture strength than the 100% dentin DDS (p=0.033) group and 100% dentin IDS group (p=0.001).

Significance

Application of IDS instead of DDS results in higher fracture strengths when the preparation ends completely in dentin. Prolonging the application time of MPS silane, from 1 minute to 5 minutes, has a significant positive effect on the fracture strength failure of laminate veneers when the preparation ends completely in dentin.

Foto: Robert Pogosian

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Voorspelbaarheid in de esthetische tandheelkunde: welke factoren leveren een positieve bijdrage?

Esthetiek gaat in op de kleine details. Implantaten moeten daarbij eenzelfde niveau halen als de originele elementen. Erg lastig, aangezien bij natuurlijke elementen de gingiva bijna verkleeft met de elementen. Welke factoren spelen er mee?

‘Avoiding aesthetic failures preventing soft tissue complications around teeth and implants’

Breed kijken bij diagnose

De eerste stap voor een goed eindresultaat is om breed te kijken naar het probleem van de patiënt en niet direct in te zoomen op de details. De witte en roze esthetiek moet in harmonie zijn. Daarvoor is een goede diagnose van belang, maar ook het juiste volume van de harde en zachte weefsels.

Waarom is roze esthetiek zo belangrijk? Waarom is een bepaald volume aan weefsel nodig?

Allereerst is de stabiliteit van het weefsel op zichzelf belangrijk. Er moet een bepaalde ratio zijn van de afstand van de zachte weefsels ten opzichte van implantaten. Daarnaast geldt dat hoe dikker de weefsels aan de buccale zijde van het implantaat zijn, hoe kleiner het risico op recessies op de lange termijn. Dit geldt ook voor natuurlijke elementen, waarbij bij een dun biotype gingiva de kans op weefselveranderingen en het ontstaan van recessies groter is dan bij een dik biotype gingiva. Daarnaast is het doorschijnen van weefsels van belang. Wanneer er een implantaat of donkere wortel aanwezig is, kan dit doorschemeren. Zodra er meer dan drie milimeter zacht weefsel aanwezig is, maakt het niet meer uit welke kleur de ondergrond heeft.

Als laatste is het schaduweffect belangrijk. Dit komt oorspronkelijk uit de fotografie en gaat uit van het effect dat er met minder licht grijze zones rond brugpontics of implantaten ontstaat. Dit wordt veroorzaakt door de concaviteit en de schaduw die hierdoor ontstaat. Deze geeft een grijze schemering. Het is van belang dat bij kijken van lateraal geen concaviteit zichtbaar is, omdat dit effect dan niet optreedt.

Oorzaken gingivarecessies

De oorzaken van gingiva recessies zijn altijd multi-factorieel, maar vaak is een dun biotype gingiva een onderliggende oorzaak.

De oplossing hiervoor is een bindweefseltransplantaat uit het palatum of de tuber wat verplaatst wordt naar de recessie. Veel patiënten hebben interesse in een dergelijke behandeling, maar er is maar een klein indicatiegebied. Op het moment dat de papillen afwezig zijn, is dit niet meer mogelijk en roken is een absolute contra-indicatie. Het slagingspercentage bij rokers ligt veel lager door de verminderde doorbloeding, waardoor de kans op ingroei veel kleiner is.

Bij deze ingreep wordt ook de dikte vergroot wat de kans op recessie in de toekomst vermindert.

Aanpassen roze weefsels

Tandarts Van de Velde krijgt vaak patiënten doorgestuurd voor het aanpassen van de roze weefsels voordat een restauratie vervaardigd wordt. Hierbij wordt de dikte van het weefsel vergroot, zodat kans op recessie na restauratieve behandeling kleiner is.

Wanneer er dikte van de mucosale weefsels gecreëerd wordt, maakt het niet meer uit wat er onder de gingiva aanwezig is, omdat er geen doorschemering meer is. Voor het plaatsen van een definitieve kroon wordt eerst een noodkroon geplaatst om te controleren of het onderliggende weefsel  gezond is. De grens van de kroonrand mag bij de noodkroon niet verder naar apicaal gelegd worden. Dit omdat eerst gecontroleerd moet worden of de weefsels gezond zijn. Nadat dit geconstateerd is, kan de grens naar apicaal verplaatst worden.

De dikte wordt vergroot door een klein zakje te maken rondom het element aan de buccale zijde. Dit wordt de ‘poutch’ genoemd. Het is van belang dat het weefsel niet te dun gemaakt wordt, omdat anders de doorbloeding gecompromitteerd wordt. Het bindweefseltransplantaat wordt vervolgens met hechtingen in de poutch getrokken en met deze hechtingen wordt het transplantaat ook gestabiliseerd. Er mag geen beweging in het transplantaat zitten bij functioneren. Na een week worden de niet-resorbeerbare hechtingen verwijderd. Het is beter om te veel weefsel  te creëren dan te weinig. Wegnemen is makkelijker dan het opnieuw creëren.  Dikte kun je weer afnemen met een diamantboor. Dit noemen we sculpteren. Dit gebeurt zonder waterkoeling, omdat anders de diamantboor met het weefsel verkleeft.

De uiteindelijke vraag die rijst: Blijft die opbouw van tandvlees ook bestaan op de lange termijn?

Er zijn inmiddels studies die aantonen dat de dikte behouden blijft.

Weefselvolume rondom implantaten

Wanneer we een element extraheren, vinden biologische reacties plaats waardoor harde en zachte weefsels verminderen. Als we hier niet op inspelen dan heeft dit grote esthetische consequenties. Wanneer het de bedoeling is om te implanteren is het zaak dat het optreden van deze weefselreacties verhinderd wordt. Het is nu eenmaal eenvoudiger om ziekte te vermijden dan de behandeling op te starten.

De eerste manier om dit te doen is socketperservation. Hierbij wordt biomateriaal (bijvoorbeeld bio-oss) in de alveole geplaatst om de harde weefsels in volume te behouden. De buccale zijde heeft minder functie dan de palatinale zijde, waardoor hier altijd iets resorbeert. Het kritische is niet het plaatsen van het biomateriaal, maar de hoeveelheid trauma die bij extractie wordt aangedaan. Hoe minder traumatisch de extractie, hoe minder botverlies. Zo is er minder botverlies wanneer er geëxtraheerd wordt zonder flap dan met. Het is daarom enorm van belang om zo atraumatisch mogelijk te werken.

Op het moment dat de harde weefsels middels socketperservation behandeld worden en de zachte weefsels opgebouwd worden, blijkt dat het totale volume niet afneemt. Relatief komt er iets meer zacht weefsel dan hard weefsel, omdat er altijd nog wat resorptie optreedt. Zo creëer je een zo gunstig mogelijke situatie voor toekomstige implantologie.

De conclusie die hieruit getrokken kan worden: Hoe traumatischer een extractie, hoe meer weefselveranderingen en hoe meer negatieve consequenties na behandeling optreden.

Wanneer met biomaterialen een tandvleesopbouw wordt ingegrepen ontstaat een betere situatie maar er treedt nog steeds vermindering op.

Socket shield technique

Wanneer een element nog geëxtraheerd moet worden, zijn er nog andere technieken om te voorkomen dat de weefsels gaan veranderen. Eén hiervan is de partiële extractie therapie of ‘socket shield technique’. Hierbij wordt een deel van de tand behouden. Dit zorgt voor de ondersteuning van de weefsels en hierdoor ontstaat geen resorptie. Deze behandeling is echter alleen geïndiceerd in selecte cases en is geen standaard behandeling.

Breuk is een goede indicatie voor een partiële extractietherapie. Het coronaire deel van de tand wordt verwijderd. Met diamantboren wordt een horizontale mesio-distale preparatie gemaakt om het apicale en palatinale deel van wortel te extraheren. Het buccale gedeelte wordt uitgehold (vandaar socket shield) tot een schildje. Nadien wordt een implantaat geplaatst. Op het implantaat wordt een tijdelijke voorziening gemaakt. De natuurlijke tand kan gebruikt worden om te verkleven aan de tijdelijke kroon.

Weefsel opbouwen

Wanneer er al veranderingen zijn opgetreden en resorptie van harde en zachte weefsels opgetreden is, moeten die weefsel opgebouwd worden. Dit kan met autoloog bot of biomaterialen. Ook zachte weefsels kunnen opgebouwd worden. Er worden betere resultaten behaald met bindweefseltransplantaten dan met gingivale grafs.  Daarnaast is er een voorkeur voor bindweefsel van de tuber ten opzichte van de maxilla. Dit is heel dicht en weinig doorbloed weefsel, terwijl bij het palatum meer vetweefsel aanwezig is.

Hebben we nu bindweefseltransplantaten nodig bij iedere patiënt?

Wanneer aan de hand van de literatuur geprobeerd wordt om deze vraag te beantwoorden wordt dit vaak gedaan met een PES-score. Deze score heeft een maximum van 14. De scores lopen uiteen van 7,8 tot 12,5. Maar uiteindelijk gaat het om de patiënt en hun mening is vaak niet in een score uit te drukken. Of ze zijn wel tevreden of ze zijn niet tevreden.

Voor Van de Velde hoort de score bij de implantaatbehandeling in de esthetische zone, maar hij past het toe bij iedere behandeling. Natuurlijk is het niet voor alle patiënten geïndiceerd. Niet iedereen is geïnteresseerd in het hele esthetische verhaal. Het is voornamelijk belangrijk goed te luisteren naar de patiënt en of patiënt er waarde aan hecht.

Hoe kunnen we de technieken voor weefselopbouw optimaliseren?

Er zijn technieken die gebruik maken van ‘smart blood concentrates’. Hierbij wordt bij patiënten bloed afgenomen, wat vervolgens bewerkt wordt. Bepaalde cellen en groeifactoren worden eruit gefilterd en deze worden verder bewerkt. Vervolgens wordt dit geplaatst op het gebied waar je genezing wilt bevorderen.

Er is veel literatuur hierover beschikbaar, maar geen dentale literatuur.

De literatuur die er is, geeft aan dat dit bijdraagt aan de genezing van zachte weefsels en dat de wondgenezing beter gaat. Op het moment dat PRF-membranen gemaakt middels deze techniek, aangebracht worden, blijkt dat er snellere bloedvatingroei is en dat deze sneller en beter matureren. De meeste studies concentreren zich op de zachte weefsels en over harde weefsels is nog minder bekend.

Weefsels optimaliseren

Daarnaast zijn er nog andere manieren waarop de weefsels geoptimaliseerd kunnen worden. Eén daarvan is een andere vorm van implantaten. Er zijn implantaten die in het coronaire gedeelte een driehoekige vorm hebben, waardoor er meer ruimte is voor weefsel is op de plaatsen waar je het nodig hebt. Wanneer de vlakke kant naar buccaal staat is, er hier meer ruimte voor weefsels en interdentaal ook. Wanneer er meer plaats is voor weefsel, is er meer stabiliteit en hierdoor is het resultaat beter.

Bovendien moet er tijdens de prothetische behandeling rekening gehouden worden met de zachte weefsels. Het is voordelig als abutments snel geplaatst worden en deze er zo min mogelijk op en af geschroefd worden. Daarnaast zijn materialen die gebruikt worden in de buurt van de zachte weefsel van belang.  Zo is lithiumdisilicaat iets minder gunstig dan zirkonium en iets minder biocompatibel.

Biocompatibele restauratiematerialen

Op het moment wordt er in de implantologie druk gezocht naar biocompatibele restauratiematerialen. Een ontwikkeling in de goede richting zijn de technieken om zirkonium met lithiumdisilicaat te verkleven. Dan kan de plaktandheelkunde richting de implantologie komen.

Het is belangrijk om vooraf prothetisch te plannen waar het implantaat en de uiteindelijke opbouw moet komen. Wanneer het implantaat geplaatst wordt met een zirkoniumabutment met hierop een lithiumdisilicaatkapje, kan de eigen tand gecementeerd worden op deze opbouw. Hierdoor is het zo biocompatibel mogelijk. In eerste instantie kan dit gebruikt worden als tijdelijke voorziening. Op het moment dat deze voorziening faalt, kunnen verschillende dingen gedaan worden. Faalt het eigen element dan kan een lithiumdisilicaat facing gemaakt worden. Faalt de hechting tussen zirkonium en lithiumdisilicaat dan kan een nieuwe kroon gemaakt worden. Als laatste optie kan de hele opbouw eraf gehaald worden en kan een nieuwe opbouw gemaakt worden, zodat ook het emergence profile nog aangepast kan worden.

Tommie van de Velde is tandarts in Antwerpen.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Tommie van de Velde tijdens het congres Is de casus complex? Relax! van Dr G.J. van Hoytema Stichting.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatige herinneringen, zoals sms-berichten, zijn een effectieve manier om mondkanker te bestrijden. Dit bleek uit een recentelijk onderzoek dat gepubliceerd werd in de South Asian Journal of Cancer.

Regelmatige sms

Tijdens het onderzoek stuurden onderzoekers regelmatig een sms naar patiënten om hun eigen mond te controleren op mondkanker. Uit de resultaten bleek dat het aantal patiënten dat zelfonderzoek deed naar vroege waarschuwingssignalen significant verbeterde.

Eerdere diagnose

Degenen die vroege waarschuwingssignalen of iets ongewoons vonden, bezochten dan ook vaker een arts of tandarts, waar bevindingen bevestigd en gediagnosticeerd konden worden.

Bestaande patiënten

‘Tot dusverre is dit alleen op bestaande mondkankerpatiënten uitgeprobeerd om hen alert te houden op eventuele herhaling’, zei dr. Nigel Carter, chief executive van de Oral Health Foundation in het Verenigd Koninkrijk.

Eenvoudig maar effectief

‘Ik twijfel er niet aan dat sms-berichten een veel bredere toepassing kunnen hebben om diegenen te waarschuwen waar het risico het grootst is, om zichzelf regelmatig te controleren op de eerste tekenen van mondkanker. Zoiets eenvoudigs als een sms kan een snelle en goedkope manier zijn om mondkankerpatiënten in een eerder stadium te identificeren’.

Tijd voor verandering

‘Het aantal mensen met mondkanker is mogelijk sterk gestegen, maar de proportie van degenen die de ziekte hebben verslagen is in de afgelopen 40 jaar nauwelijks verbeterd. Vaker wel dan niet: dit komt door een late diagnose’, aldus dr. Carter.

 

Bron:
South Asian Journal of Cancer
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Keep smiling: "Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach"

Keep smiling: “Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach”

“Je kan mensen niet motiveren door ze op het risico van mondziekten te wijzen. Gebruik liever het argument dat een goede gebitsverzorging belangrijk is voor een mooie lach”, zei Yvonne Buunk-Werkhoven in het interview met het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen).

In het interview Maak kennis met de mondzorgpsycholoog vertelt zij over haar werk als ‘mondzorgpsycholoog’.

Op Facebook deelde zij deze video van Freddie Mercury van Queen om haar gedachten te onderschrijven.

 

Yvonne Buunk-Werkhoven is gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
prijs - beker - winnaar

VMTI-wetenschapsprijzen uitgereikt

Eénmaal per jaar reikt de VMTI maximaal twee VMTI wetenschapsprijzen uit, een publicatie- en proefschriftprijs. Daarnaast is een VMTI stipendium ingesteld voor een veelbelovend protocol voor onderzoek op het gebied van de medisch-tandheelkundige interactie. De kandidaten zijn onderzoekers die zich bezighouden met onderzoek op het gebied van de medisch-tandheelkundige interactie. De VMTI wetenschapsprijzen en het stipendium hebben een aanmoedigend karakter om een onderzoek op het terrein van de medisch-tandheelkundige interactie te verrichten of te continueren.

Dit jaar was het aantal inzendingen groot, er waren maar liefst 27 inzendingen, waardoor er de mogelijkheid was voor de wetenschapscommissie tot keuze uit diverse goede plannen (5), mooie publicaties (19) en waardevolle proefschriften (3).

VMTI-stipendiumprijs voor Mieke Bakker

Mieke H. Bakker, Afdeling/sectie en universiteit Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMCG en RUG
Titel: Worden mensen met een eigen dentitie of een overkappingsprothese op implantaten gezonder oud dan edentate ouderen met een conventionele gebitsprothese?
In haar project zal zij gebruik maken van big data om mogelijk een antwoord te vinden op vragen zoals: Zien we een sneller afnemende gezondheid bij ouderen met een conventionele prothese vergeleken met ouderen met een eigen dentitie of overkappingsprothese? En, is de algemene gezondheid van ouderen op het moment van edentaat worden minder goed dan die van de andere groepen? De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting diverse aanknopingspunten geven met betrekking tot de rol die de mond speelt bij gezond ouder worden.

VMTI-publicatieprijs voor Laura Ziukaite

Laura Ziukaite, tandarts parodontoloog bij Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Arnhem en werkt als volunteer bij ACTA parodontologie aan een wetenschappelijke promotie.
Ziukaite L, Slot DE, Van der Weijden FA. Prevalence of diabetes mellitus in people clinically diagnosed with periodontitis: A systematic review and meta-analysis of epidemiologic studies. J Clin Periodontol. 2018 Jun;45(6):650-662. doi: 10.1111/jcpe.12839. Epub 2018 May 10. Review. PubMed PMID: 29125699.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29125699
Diabetes mellitus en parodontitis zijn beiden complexe chronische ziekten met een veronderstelde bidirectionele relatie. Dit systematische review evalueert in proefpersonen met professioneel vastgestelde diagnose van de parodontale weefsels de prevalentie en de odds (de kansverhouding) op het hebben van diabetes. Van de 803 publicaties uit de zoekstrategie voldeden 27 artikelen aan de inclusie criteria. De prevalentie van diabetes was 13.1% bij mensen met parodontitis en 9.6% bij degenen die niet de diagnose parodontitis hadden. Er is een odds van 2.27 (95% CI [1.90;2.72]). voor het hebben van diabetes in een groep parodontitis patiënten in vergelijking met mensen zonder parodontitis. De prevalentie van diabetes was 6.2% indien proefpersonen dit zelf konden aangeven en 17.3% indien er professioneel diabetes werd vastgesteld.

VMTI-proefschriftprijs voor Gwenny Verstappen

Gwenny Verstappen, University of Groningen, University Medical Center Groningen.
T cell-dependent B cell hyperactivity in primary Sjögren’s syndrome: biomarker and target for treatment
Gwenny Verstappen heeft de afgelopen jaren gewerkt aan haar proefschrift over de effecten van immunotherapie bij het syndroom van Sjögren. Dit draagt bij aan het begrijpen van de pathogenese van de aandoening. Met name op het niveau van de B en T cellen heeft zij gekeken naar adequate biomarkers voor ziekteactiviteit en naar de effecten van immunotherapieën. Aan de hand van haar resultaten kan er verondersteld worden dat het remmen van de interactie tussen T en B cellen cruciaal is voor de succesvolle behandeling van systemische ziekteactiviteit bij het syndroom van Sjögren. Immunotherapieen worden in toenemende mate gebruikt en dit zullen we dan als zorgverleners zowel in de eerste als tweede lijn steeds vaker gaan tegenkomen.

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Opnieuw bewezen verband tussen mondgezondheid en algehele gezondheid

Natuurgetrouwe composietrestauraties met de ‘bio-emulatie methode’

Het werken met composiet volgens de zogenaamde ‘bio-emulatie methode’ vormt de basis voor het maken van mooie maar vooral natuurgetrouwe restauraties. Dat geldt voor zowel het ‘jonge’ als het ‘oude’ gebitselement. Javier Tapia hanteert hierbij de zogenaamde ‘penta-lamineer techniek’, een laagsgewijze opbouw. Een goede analyse van de verschillende stadia van veroudering van de dentitie is hierbij erg belangrijk. Het goed begrijpen van de verouderingsprocessen van de natuurlijke elementen maakt het mogelijk om met deze techniek zo goed mogelijk gelijkende ‘natuurgetrouwe’ restauraties in composiet te bouwen.

Verslag van de lezing van Javier Tapia, tandarts gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde en spreker op internationale congressen.

There is an apt quote from Albert Einstein that represents the bio-emulation philosophy very well:

“Look deep into nature, and then you will understand everything better.”

Tandweefsel en veroudering

Glazuur en dentine bestaan beide uit hydroxyapatiet, organisch weefsel en water. De proporties van glazuur en dentine zijn echter verschillend. Omdat dentine minder gemineraliseerd is, is de verstrooiing van licht sterker voor dentine in vergelijking met glazuur. Voor zowel dentine als glazuur geldt dat de opaciteit afneemt met leeftijd. Chroma en translucentie nemen toe met leeftijd.

Gepolariseerd licht

Licht kan onze waarneming voor de gek houden. Bij gebruik gepolariseerd licht worden de reflecties en verstrooiingen weggefilterd en geeft daarom een beter beeld van de opbouw en kleuren van een gebitselement. Om gepolariseerde foto’s te kunnen maken, kan er een speciaal camera-filter gebruikt worden (‘polar eyes’). Op een gepolariseerde foto zal beter zichtbaar worden dat het cervicale deel van het element lichter van kleur is dan het incisale deel, met gewoon licht lijkt dit vaak andersom.

Penta-lamineer concept

Een gebitselement is uit de volgende lagen opgebouwd:

Dentine laag 1: hoge opaciteit, lage chroma

Dentine laag 2: medium opaciteit, hoge chroma

Overgang dentine naar glazuur: transparant

Glazuurlaag 1: medium translucentie

Glazuurlaag 2: hoge translucentie

Het principe van het penta-lamineer concept is dat je bij een dieper defect meer lagen/kleuren moet gebruiken. Als gevolg van gebruik en blootstelling treden er veranderingen op met het ouder worden van de tand. Daarom speelt ook de leeftijd van de patiënt een grote rol bij het bepalen van de kleuren en manier van het aanbrengen van de verschillende lagen. Jonge tanden zijn erg uniform: er is weinig verschil tussen cervicaal en incisaal. In oudere tanden is meer chroma aanwezig:  dentine laag 1 wordt dunner met leeftijd en de kleur van dentine laag 2 bepaalt dan hoofdzakelijk de kleur. Daarnaast wordt ook de glazuurlaag 2 dunner met de jaren en wordt de tand daardoor steeds transparanter.

Praktische implementatie

Omdat natuurlijke gebitselement uit de bovengenoemde 5 lagen zijn opgebouwd en de chroma, opaciteit en translucentie per laag en per leeftijd verschilt, lijkt het ingewikkeld om gebitselementen te restaureren met composiet. Gelukkig is het minder ingewikkeld dan het lijkt omdat niet alle combinaties voorkomen. Jong dentine is bijvoorbeeld altijd licht van kleur en opaque en daarom is er geen lichte translucente dentine kleur nodig. Hier is rekening mee gehouden en daarom kan met behulp van de volgende dentine en glazuur kleuren de juiste combinatie gemaakt worden:

Glazuur: light enamel, dark enamel (hoe ouder, hoe donkerder)

Dentine: light dentin, medium dentin, dark dentin (hoe ouder, hoe donkerder)

Aan zowel dentine- als glazuurcomposiet worden verschillende eisen gesteld.

Dentine composiet:

  • Grotere partikels met verschillende brekingsindex
  • Micro-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor verstrooiing van het licht
  • Opaque tot translucent dentine effect

Glazuur composiet:

  • Kleinere partikels met hoge brekingsindex
  • Nano-hybride compositie
  • Geoptimaliseerd voor polijsten en behoud van glans
  • Transparant en opalescent

Klinische toepassing klasse IV restauratie

Als eerst moet de kleur bepaald worden. Het is aan te raden om zelf een kleurenschaal te maken met verschillende combinaties van dentine- en glazuurcomposiet. De huidig beschikbare kleurenschalen houden namelijk geen rekening met veroudering (opaciteit is het zelfde voor alle kleuren) en zijn daarom praktisch niet handig. Bij een klasse IV restauratie wordt eerst een bevel aangebracht. Vervolgens wordt eerst de palatinale en cervicale glazuurlaag aangebracht gevolgd door dentine laag 1 (lichte dentine kleur, lage chroma) en dentine laag 2 (donkere dentine kleur, hoge chroma). Bij jonge tanden bestaat de dentinelaag van cervicaal naar incisaal vrijwel alleen uit dentine laag 1. Hoe ouder de tand, hoe minder ver de dentine laag naar incisaal wordt aangebracht en hoe meer dentine laag 2 wordt gebruikt. Optioneel kan er een opalescente laag worden gebruikt voordat de laatst buccale glazuurlaag aangebracht wordt. Tot slot kan er optioneel een ‘stain’ gebruikt worden. Polijsten wordt respectievelijk gedaan met soflex-schijfjes, paarse spider en witte spider zonder waterkoeling. Vervolgens kan de oppervlakte structuur aangebracht worden met een grove diamantboor. Hierbij wordt weer rekening gehouden met leeftijd omdat bij een jongere tand meer oppervlakte structuur aanwezig is. Daarna wordt nogmaals de witte spider gebruikt en als laatst de ‘goat-brush’. Na 48 uur kan de kleur pas echt goed beoordeeld worden.

Javier Tapia Guadix studeerde in 2003 af als tandarts aan de Universiteit van Madrid. Hij werkte daarna als wetenschappelijk medewerker aan de afdeling prothetiek. In 2005 begon hij met het maken van professionele computeranimaties voor het visualiseren van tandheelkundige behandelingen. In 2011 was Javier mede oprichter van de Bio-Emulation Group, een internationale groep van zeer vooruitstrevende tandartsen en wetenschappers op het gebied van restauratieve tandheelkunde. Hij werkt nauw samen met verschillende Europese universiteiten. Javier heeft zijn eigen praktijk in Madrid, gespecialiseerd in restauratieve en esthetische tandheelkunde. Hij is een veelgevraagd spreker op internationale congressen en heeft verschillende publicaties op zijn naam staan op het gebied van restauratieve tandheelkunde, mondfotografie en dentale computertechnologie

Verslag door Marieke Filius, tandarts, voor dental INFO van de lezing dr. Javier Tapia Guadix tijdens het congres Restauren2018 van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Mondzorg doe je samen

Mondzorg doe je samen

Tijdens de alumnimiddag van de opleiding Mondzorgkunde aan de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) werden oud-studenten, stagebegeleiders en andere geïnteresseerden bijgepraat over de ontwikkelingen in de opleiding Mondzorgkunde. Thema van de middag was: mondzorg doe je samen.

Interprofessioneel werken binnen de mondzorg

Agnes van Boxtel (hoofd opleiding Mondzorgkunde) en Ria Schipper (docent en voorzitter examencommissie Instituut Paramedische Studies) lieten zien hoe HAN Mondzorgkunde steeds meer vorm geeft aan interprofessioneel werken. De opleidingen Mondzorgkunde en Tandheelkunde hebben de taak om studenten voor te bereiden op hun professionele rol binnen de taakherschikking in de beroepskolom. Begin deze eeuw is er gestart met het pilot ‘teamconcept’. Dit is doorgeëvalueerd naar I-Team . In deze praktische onderwijsvorm werd samengewerkt door zesdejaarsstudenten Tandheelkunde en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde. Het team bestond hierbij uit twee à drie studenten, waarbij de zorg voor de patiënt over de studenten werd verdeeld. Dit heeft zich verder ontwikkeld naar de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Ook is er een samenwerking met andere paramedische studies in het honneursprogramma. Dit programma is bedoeld voor studenten die extra willen presteren en tijd en zin over hebben om naar meer diepgang en samenhang met andere paramedische studies in casuïstiek te zoeken.

Mondzorg doe je samen HAN

Onderwijsvorm ‘Masterklinieken’

In september 2017 is gestart met de onderwijsvorm ‘Masterklinieken’. Bij deze onderwijsvorm wordt samengewerkt door de opleidingen Mondzorgkunde van de HAN en Tandheelkunde van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Wereldwijd is dit uniek, in omvang en intensiteit. Bij deze samenwerking zijn 204 masterstudenten Tandheelkunde en 102 derde- en vierdejaarsstudenten Mondzorgkunde betrokken. Ze krijgen gezamenlijke les en begeleiding tijdens het kliniekonderwijs van 28 docenten Tandheelkunde en 14 Mondzorgkunde in Nijmegen en Arnhem. Gezamenlijk behandelen zij in totaal 8000 patiënten. Het gebouw bleek van invloed op de samenwerking. Daarom is bij de verbouwing in Nijmegen hiermee rekening gehouden. Een Masterkliniek heeft ongeveer 500 patiënten en wordt gerund door tien tandheelkundestudenten en zes mondzorgkundestudenten. De studenten zijn ingedeeld in clusters. In een cluster zitten drie klinieken. Per cluster is er een zesdejaarsstudent Tandheelkunde die het totaal overziet. Hij weet bijvoorbeeld of er pijnklachten zijn en kan de patiënten zelf behandelen en/of verdelen onder zijn medewerkers. Dit kunnen de Mondzorgkundestudenten en lagerejaarsstudenten Tandheelkunde niet. Andere Tandheelkunde- en Mondzorgkundestudenten kunnen wel casemanager van een individuele patiënt zijn, die de volgorde van handelen coördineert.

Theoretisch deel Masterklinieken

Het theoretische onderdeel van de Masterkliniek bestaat uit het Academisch Klinisch Redeneren (AKR), waarvoor studenten uit de Masterklinieken één dagdeel in de week samenkomen. Het AKR-dagdeel bestaat uit themadiscussies en behandelplanbesprekingen in kleine groepen.
De studenten leren elkaar zo herkennen en erkennen. Het wordt helder wie wat doet, wie waarin verantwoordelijkheid neemt. De samenwerking wordt niet alleen bewerkstelligd door samen in een kliniek te zitten, maar ook door de dialoog aan te gaan. Het doel is om betere zorg te leveren aan de patiënt. Dit kan door efficiënt te werken, door de expertise van Mondzorgkunde en Tandheelkunde op de juiste manier in te zetten en door de zorg goed op elkaar af te stemmen.

Honneursprogramma

Aan studenten Mondzorgkunde die een extra uitdaging kunnen gebruiken, wordt een honneursprogramma aangeboden. Een van hen is Liza van Loo. Op maandagavond krijgt ze workshops van diverse professionals. Studenten afkomstig van verschillende paramedische studies van de HAN zoals Fysiotherapie, Ergotherapie, Logopedie, Voeding en Diëtetiek en Mondzorgkunde doen dan diverse projecten. Liza is derdejaars Mondzorgkunde. Ze heeft zich verdiept in voeding en diëtiek en samengewerkt met twee studenten van deze opleiding. Zij hebben onderzoek verricht naar richtlijnen over voeding en mondgezondheid in binnen- en buitenland. In een artikel hebben zij de voedingsadviezen ter preventie van mondziekten vergeleken tussen Nederland en de V.S. Zij kwamen op niet heel veel verschillen uit, behalve dat in de V.S. veel melk drinken en xylitolkauwgom wordt aanbevolen. De nadruk ligt in de V.S. een stuk minder op het aantal voedingsmomenten. Op dit moment is Liza samen met logopediestudenten bezig om studiemateriaal te schrijven voor de opleiding Voeding en Diëtiek, zodat er een college kan komen ove r de overlap tussen mondzorg en logopedie.

Mondzorg doe je samen HAN

Beter met capaciteit omgaan

Miranda Laurant (lector van het Lectoraat Organisatie van Zorg en Dienstverlening HAN) presenteerde tot slot ‘Skillmix: naar een optimale inzet van professionals in de mondzorg’. Hierin legde ze uit dat volgens het ministerie van VWS taakherschikking het middel is om beter om te gaan met de capaciteit. Samenwerken – multiprofessioneel en interprofessioneel – moet daarbij al vroeg worden aangeleerd. Met capaciteit wordt het aantal mondzorgverleners bedoeld ten opzichte van de zorgvraag.

De redenen waarom er beter met de capaciteit moet om worden gegaan, zijn:
1. Vergrijzing: steeds meer ouderen behouden hun gebit.
2. Jeugd moet goede preventieve mondzorg ontvangen.
3. Preventie wordt in de zorg steeds belangrijker. Daar is de mondhygiënist bij uitstek de beroepskracht voor.
4. Ziektes zijn te herkennen in de mond. Mondziektes kunnen veroorzaakt worden door algehele ziektes en vice versa.
5. Technologische ontwikkelingen leiden tot bepaalde specialisaties; er is meer kennis nodig om mondzorg goed uit te voeren.
6. Er moet voorkomen worden dat de kosten verder stijgen; middelen moeten daarom efficiënt ingezet worden.
7. Er is schaarste aan tandartsen in Nederland; de zorg moet daarom slimmer georganiseerd worden.
8. Er is een te snelle uitstroom van mondhygiënisten. Mondhygiënisten moeten dus tevreden worden gehouden.

Skillmix

Dit zal moeten leiden tot ‘skillmix’. Dit betekent de patiënt centraal zetten door te vragen wat de behoeftes van de patient zijn en ons afvragen hoe we de juiste skills hierbij vinden. Tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten moeten een team vormen om goede patiëntenzorg te kunnen geven. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk. Door taakherschikking wordt er recht gedaan aan de opleiding die er is genoten. Op dit moment is er een onderbenutting van de capaciteit van mondhygiënisten. Hun functionele bevoegdheid wordt lang niet altijd toegepast. Er is sprake van een overlap van uitvoerende taken en dat kan leiden tot dubbele behandelingen. Men zou juist complementair aan elkaar moeten zijn. Optimaal samenwerken komt nu onvoldoende van de grond. Er is een stagnatie in de manier waarop samenwerking in de mondzorg wordt georganiseerd. Door taakherschikking kan verdere stagnatie worden voorkomen. Het beroep en de opleiding tot mondhygiënist zijn volop in ontwikkeling. Het al heel vroeg samenwerken komt ten goede aan de dagelijkse praktijk. De patiënt wordt centraal gezet. Iedereen moet zich afvragen: “Ben ik de juiste professional op dit moment?”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de alumnimiddag van de HAN ‘Mondzorg doe je samen’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
endodontologie

Henry Schein presenteert ontwikkelingen in endodontologie tijdens de ‘ESE Research and Clinical Meeting’ in Amsterdam

Henry Schein presenteert endodontische oplossingen tijdens de European Society of Endodontology (ESE) Research and Clinical Meeting 2018. Het evenement vindt plaats op 26 en 27 oktober 2018 bij ACTA in Amsterdam.

Presentatie EdgeEndo-lijn, NeoDiamonds endo-boren biokeramische sealers

Henry Schein stelt zich als vertrouwd adviseur van tandartsen en endodontische specialisten ten doel hen langs de voortdurende veranderingen in de tandtechnologie te loodsen en oplossingen aan te bieden die voldoen aan de unieke behoeften van hun klanten, in combinatie met de training, service en ondersteuning die nodig zijn om te slagen. Het bedrijf zet deze doelstelling kracht bij via het uitgebreide portfolio van hoogwaardige endodontologische producten en endoconcepten. Tijdens de ESE Research and Clinical Meeting zullen bij de Henry Schein-stand de EdgeEndo-lijn (met NiTi-vijlen, carrier-based obturators en punten die kunnen worden gecombineerd met de meeste bestaande endodontologische motoren en obturatorovens en gebruikmakend van bekende klinische protocollen met hun eigen karakteristieken), de NeoDiamonds endo-boren van Microcopy en de biokeramische sealers van BUSA gepresenteerd worden.

Beeldopname-apparatuur en microscopen

Daarnaast levert het bedrijf ook beeldopname-apparatuur voor diagnoses die de workflow tijdens de endodontische behandeling ondersteunen, evenals een reeks microscopen en loepsystemen die onmisbaar zijn tijdens de endodontische behandeling om de nieuwe mogelijkheden optimaal te kunnen benutten. Het bedrijf werkt ook samen met een team van endodontologen die adviseren over specifieke endodontische oplossingen voor behandelingen en de ideale individuele workflow in de praktijk.

‘Henry Schein zet zich in voor kwalitatief hoogwaardige producten en diensten waarmee tandheelkundigen hun dagelijkse werkzaamheden efficiënt kunnen uitvoeren en optimale zorg te leveren aan de patiënt.’

Lees meer over: Kennis, Scholing
Tandarts.nl genomineerd voor website van het jaar

Tandarts.nl genomineerd voor Website van het Jaar

Tandarts.nl is voor de derde keer op rij genomineerd voor de Website van het Jaar in de categorie Gezondheid. Van 21 september tot en met 19 oktober 2018 kunt u uw mening geven over de kwaliteit van deze website en de andere genomineerden.

De Website van het Jaar verkiezing is de publieksprijs die zich richt op de kwaliteit en inhoud van websites.

Stem op de website tandarts.nl als Website van het Jaar

Op 22 november worden de winnaars bekendgemaakt tijdens de feestelijke en exclusieve Awardshow.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
tuchtrecht

Tuchtrecht: niet uitvoeren behandeling na opmaken behandelplan

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag heeft uitspraak gedaan over een klacht tegen een tandarts. De tandarts maakte een behandelovereenkomst op maar kon de behandeling vervolgens niet uitvoeren. Het Tuchtcollege heeft besloten dat de klacht deels gegrond is en legt als maatregel een waarschuwing op.

Situatie

In december 2017 bezocht een patiënt een tandartspraktijk in Rotterdam om hier advies in te winnen over een gebitsbehandeling. De behandelopties werden met de tandarts besproken, en een paar dagen later werd een vervolgafspraak gepland. Tijdens deze vervolgafspraak werden afdrukken van het gebit van de patiënt gemaakt, om een wax-up te kunnen creëren. Daarnaast werd er geprobeerd om een foto van het hele gebit, een orthopantomogram, te maken, wat mislukte doordat het apparaat het niet deed. Diezelfde dag werd er een behandelplan opgesteld, met totale kosten van €8.184,54, waar de patiënt ter plekke voor tekende. Daarnaast tekende hij een document waarin stond dat het volledige bedrag en de kosten van de orthopantomogram moesten worden betaald, voorafgaand aan de behandeling. De rekening werd om 30 december 2017 verstuurd naar de patiënt.

Toen in januari 2018 de tandarts het behandelplan intern met haar collega’s besprak werd gesteld dat de tandarts onvoldoende expertise had om de behandeling zelf uit te kunnen voeren.  De tandarts legde dit op 23 januari 2018 telefonisch uit aan de patiënt, waarna de rekening volledig werd gecrediteerd.

Klacht

Naar aanleiding van het niet doorgaan van de behandeling klaagt de patiënt de tandarts aan. De redenen die hiervoor werden gegeven zijn contractbreuk, fraude en schending van beroepsgeheim. Daarnaast stelt de patiënt om financiële schade te hebben opgelopen, waarvan hij wenst dat deze schade wordt vergoedt door de tandarts.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het college stelt dat er door het niet doorgaan van de behandeling inderdaad contractbreuk is gepleegd. Door het opstellen van de behandelovereenkomst was er een contract dat niet zomaar verbroken kan worden. De tandarts heeft dit toch gedaan door de behandeling later alsnog te weigeren. Het is hierbij ook belangrijk om te onthouden dat het behandelplan werd opgesteld en getekend op initiatief van de tandarts. Hierdoor is het niet raar dat de patiënt ervan uitging dat er een behandelovereenkomst tot stand was gekomen, die niet verbroken kon worden. Anderzijds was het gebrek aan expertise een goede reden voor de tandarts om het contract te verbreken.

De onduidelijkheid had weggenomen kunnen worden door bij het tekenen van het behandelplan duidelijk te maken dat dit slechts een voorlopig plan was en dat de uitkomst van de wax-up en de gebitsfoto moest worden afgewacht voor een definitief oordeel. Het klachtonderdeel contractbreuk is gegrond, aangezien dit niet is gebeurd. Het klachtonderdeel fraude is echter als ongegrond besloten, doordat alle gemaakte kosten zijn gecrediteerd en doordat het declareren van de gebitsfoto een vergissing was. De patiënt heeft het laatste klachtonderdeel, schending van beroepsgeheim, niet onderbouwd, waardoor het College hier ook geen oordeel over heeft gedaan.

Al met al heeft het Regionaal Tuchtcollege besloten dat de klacht deels gegrond is. De tandarts heeft als maatregel een waarschuwing gekregen.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Kennis, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Kidsfabriek was een groot feest!

Kidsfabriek was een groot feest

Op 25 augustus vond in Ulft voor de vijfde keer het gratis jeugdevenement de Kidsfabriek plaats. Ook dit jaar was er weer de Mondhoek, waar workshops over mondgezondheid werden gegeven door negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde. De coördinator van de Mondhoek Lieneke Steverink-Jorna vroeg hun ervaringen. Hier haar verslag.

Mondhoek

De kinderen genoten echt van wat hun in de Mondhoek werd aangeboden. Nieuwsgierig stapten ze op de stand af. Sommigen gaven aan dat ze absoluut niet gepoetst wilden worden. Zij werden met een poetsbeest spelenderwijs verleid tot poetsen. Het was geweldig om te zien hoe de kinderen allemaal met een grote smile in de stand te vinden waren. Op een gegeven moment liepen bijna alle kinderen met de goodiebag en ballon rond.

Geïnteresseerde (groot)ouders

Student Daisy Janssen vertelt: “Het was voor mij echt ontzettend leuk en leerzaam. De ouders zijn enorm geïnteresseerd tijdens zo’n evenement. Ze keken uit zichzelf mee en stelden vragen. Tijdens het geven van de poetsworkshop hoorde ik steeds: “Oh, dat wist ik niet!” Mondhygiënist Roma Kowalski: “Niet alleen de ouders waren enthousiast. Ook de opa’s en oma’s. Een opa zei: “Heel leuk gedaan! Hopelijk tot volgend jaar.” Mondhygiënist en wetenschapper Yvonne Buunk-Werkhoven haakt in: “Ook opa’s en oma’s lijken steeds meer betrokken en volgden de poetsworkshop actief. Daardoor krijgt het kind thuis meer steun en wordt er nagepoetst.

Kinderen komen inderdaad het jaar erop weer terug. Zo wordt de boodschap goed herhaald en dat werkt krachtig voor gedragsverandering.” Mondhygiënist Arwa Abdulhadi: “Klopt, niet alleen de kinderen komen graag terug, ook de ouders kwamen speciaal voor de poetsworkshop met de kinderen naar de Kidsfabriek. Ik vond ook dat de grootouders veel interesse toonden. Zij kenden het plakkleuren nog van vorig jaar, maar de kinderen die voor het eerst kwamen, hadden er nog nooit van gehoord.” Student Liza van Loo: “Het was zo leuk dat ik kinderen zag die ik vorig jaar ook had gezien! Ze komen dan echt naar je toe gerend met een grote lach. Leuk om te zien dat ze ook echt wat geleerd hebben.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Het mondzorg team van Kidsfabriek: negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde

Nog nooit poetsles gehad

Veel kinderen en (groot)ouders gaven, net als vorige jaren, aan dat ze in de praktijk nog nooit een poetsles hadden gekregen. Op Mondzorgforum geeft een heel groot deel van de mondhygiënisten aan vrijwel nooit kinderen te zien. En dat was te merken… Mondhygiënist Marigeth Eimers-Deira: “Ouders weten niet eens dat ze met hun kinderen naar de mondhygiënist kunnen. Ik zag ook aardig wat kids met tandsteen. Ze wisten niet eens dat ze al blijvende kiezen hadden! Echt, de ouders keken me met grote ogen van verbazing aan. Veel van wat ik vertelde, was volkomen nieuw.” Mondhygiënist Suzanna Aleksanjan: “Veel kinderen hadden echt oude plak. Ondanks dat ik vorig jaar ook meedeed, was dat toch weer schrikken!” Mondhygiënist Marieke Peters: “Inderdaad verbazingwekkend. Kinderen geven ook vaak aan slechts een keer per dag te poetsen.” Ouders zeggen vaak dat het kind inderdaad twee keer daags moet poetsen, maar bedenken niet dat ze zelf bij hun kind moeten poetsen.

Mondhygiënist Madeleine Bos: “Het kleuren was voor veel jonge kinderen nieuw. De ouders poetsen vaak niet na.” Arwa heeft geen enkele sealing gezien, ondanks dat de mondhygiëne slecht was. Ook zij hoorde dat de kinderen en/of ouders nog nooit een poetsinstructie hadden gekregen. Silvia: “Veel kinderen zijn nog nooit naar de mondhygiënist of preventieassistent geweest. Ouders gaven ook aan dat ze niet wisten dat hun kinderen ook met een elektrische borstel kunnen poetsen.” Madeleine: “Ja, maar toch waren er ook kinderen die zowel met de hand als met een elektrische borstel poetsen.” Daisy: “Als ze al elektrisch poetsten, dan wisten ze niet dat ze de borstel stil moesten houden. De ouders wisten dat ook niet en hebben het zodoende hun kind verkeerd aangeleerd. Voor de ouders werd zo ook duidelijk dat poetsinstructies niet alleen voor kinderen zijn!” Roma: “Ik hoorde zelfs van aardig wat ouders dat ze dachten dat cariës aangeboren is! Het is echt hard nodig dat kinderen en hun ouders meer voorlichting krijgen.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Zure drankjes

Naast de poetsinstructie was er ook gelegenheid om de pH van drankjes te meten Suzanna: “ De kinderen trokken zelf conclusies bij het pH-meten. Zo zeiden ze: “Water is dus het beste! Ik kies voortaan water.” Er kwam zelfs een ouder terug om te vertellen dat het kind om water vroeg nadat ze had gevraagd of het wat wilde drinken. Marieke: “Het erosie-verhaal vonden ouders heel interessant en vroegen door. Ze waren echt verbaasd over de lage waardes.” Roma: “ Een moeder was verbaasd dat Cristal Clear, dat ze zelf dronk, zo zuur was. Het was echt een eye-opener.”

Kinderen die mondzorg nodig hebben

Na zo’n Kidsfabriek blijven er altijd kinderen ‘in je hoofd’ achter. Kinderen waarbij je nadrukkelijk hebt moeten zeggen dat de mondhygiënist geen overbodig luxe zou zijn. Zo zagen we kinderen waarbij de kiezen nog net zichtbaar waren. Helemaal weg ge-erodeerd, ouders wisten van niks. Of dat je bij twee kinderen (zusjes) na het wegpoetsen van een dikke laag plak forse cariës ziet, dat je rond kijkt en je afvraagt waar de ouders zijn. Een ouder kwam toch nog even om het hoekje kijken en deelde mee dat het haar ‘bonuskinderen’ waren en dat de cariës kwam door het ‘pufje’. Het is moeilijk om dergelijke ouders voorzichtig duidelijk te maken dat de kinderen echt zorg nodig hebben en dat er moet worden nagepoetst. Bij Roma kwam een kindje met enkel een 55 en 65 in de bovenkaak. Ze vertelt: “De rest was weg en in de onderkaak stonden grijze elementjes. Ze gingen niet regelmatig naar de tandarts en wisten zelfs de naam niet. Het was een gebroken gezin, details zal ik je besparen. Zo sneu om te zien dat dan de grote zus zich verantwoordelijk gaat voelen en haar zusje naar de Mondhoek bracht. Je hart breekt.”

Unieke kans om mondzorg te promoten

Het is elk jaar weer geweldig om met collega’s iets uit je hart te doen. Het werken met kinderen geeft echt een glimlach op je gezicht. Dan hoor je vanuit een hoek een enthousiast kind: “Glazuur? Dat kan je ook eten!” Het is voor studenten een prima kans om meer routine te krijgen in het geven van instructies. Student Iris: “Eerst voelt het nog wat onwennig, maar op een gegeven moment weet je precies wat er wel en niet werkt bij die kleintjes. Ik weet nu zeker dat ik met jeugd ga werken.” Maar ook voor menig mondhygiënist was het een unieke kans om even met beide benen in de maatschappij te staan. We kregen kinderen te zien die anders nooit in de praktijk komen. Dit zijn vaak juist de kwetsbare kinderen. Een unieke kans om mondgezondheid te promoten dus. Het is mooi om te zien hoe hard er is gewerkt en hoe goed er werd samengewerkt. Er werden zelfs banen aangeboden en tijdens het etentje achteraf werd er nog druk kennis gedeeld. Dus collega’s bedankt!

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis