Handleiding voor tandheelkundige ethiek gepresenteerd tijdens FDI congres

Handleiding voor tandheelkundige ethiek gepresenteerd tijdens FDI congres

Op zaterdag 8 september vond het FDI World Dental Congress plaats. Het congres verwelkomde bijna 8000 deelnemers van over de hele wereld.

Handleiding voor tandheelkundige ethiek

Een belangrijke publicatie die tijdens het congres werd gelanceerd, was de tweede editie van de Dental Ethics Manual. De Dental Ethics Manual kan hier gedownload worden.

10 beleidsverklaringen goedgekeurd

Tijdens het FDI congres werden de volgende 10 beleidsverklaringen aangenomen:

  • (Diepe) tandbeen cariës en herstellende zorg
  • Het voortzetten van tandheelkundige medische opleidingen in de tandheelkunde
  • Dentale amalgaam wordt afgebouwd
  • Tandheelkundige- en mondgezondheid-gerelateerde apps
  • Tandheelkundige- en slaap-gerelateerde ademhalingsstoornissen
  • Wereldwijde parodontale gezondheid
  • Nanodeeltjes in de tandartspraktijk
  • Verstrekken van elementaire mondzorg voor ontheemden
  • Nationaal gezondheidsbeleid met inbegrip van mondgezondheid
  • Mondgezondheid bevorderen door fluoride tandpasta

De nieuwe en herziende beleidsverklaringen zullen later beschikbaar zijn voor raadpleging via de FDI-website.

FDI World Dental Congress 2019

Het FDI World Dental Congress 2019, georganiseerd in samenwerking met de American Dental Association, zal plaatsvinden van 5 tot 8 september 2019 in San Francisco, Californië.

Bron:
fdiworlddental.org

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Op 4, 5 & 6 oktober 2018 opent dentex, het event voor de dentale sector, voor de 21ste keer haar deuren. Dentex zet nog meer in op beleving en innovatie. Zo is er een sterk seminarieprogramma en zijn er tal van demonstraties. Ook de Dentex Innovation Awards worden tijdens de beurs uitgereikt.

Al jaren is dentex een vaste waarde voor elke professional in de dentale sector en dat is ook dit jaar niet anders. 150 nationale en internationale fabrikanten en distributeurs staan klaar om hun expertise en innovaties te delen. Tweejaarlijks verzamelen 6500 professionals zich tijdens de dentex  om kennis uit te wisselen over de nieuwste trends in de dentale sector.

Geaccrediteerde seminaries

In samenwerking met de sectorverenigingen VVT, SMD en VBT worden er verschillende geaccrediteerde seminaries georganiseerd die experten aan het woord laten rond interessante topics in de sector. Onder andere de kleine lettertjes van de nomenclatuur en de nieuwste trends in digitalisatie (CAD/CAM) komen aan bod. Ook de nieuwe inzichten omtrent biofilm en desinfectie worden besproken. Tijdens het seminarie over de app ‘Digital Dentist’, die toelaat om de behandelingsopties beter uit te leggen aan de patiënt, krijgen tandartsen inzicht in de werking en mogelijkheden.

 

Demo’s en innovatie centraal op de beursvloer

Voor de tweede keer op rij worden de Dentex Innovation Awards (D.I.A.) voorgesteld op de beurs. Innovatieve producten of diensten -al dan niet gecommercialiseerd- die nog in prototype-fase zitten, komen in aanmerking voor deze awards. Dit kan gaan over nieuwe software, een applicatie, een product of een dienstverlening.

Daarnaast wordt extra focus gelegd op demonstraties. Niets zo interessant dan het zien van de producten ‘in actie’. Daarnaast wordt de start-up corner deze editie herhaald. De beurs wil met dit initiatief aan kleinere spelers in de sector de kans geven om hun producten aan het grote publiek voor te stellen.

Nieuw: dentex nocturne en Dentalumni

Wie liever ’s avonds een bezoek brengt aan dentex kan dat vanaf dit jaar. Dentex verwelkomt u op vrijdag 5 oktober van 18u00 tot 22u00 voor een feestelijke netwerkavond. Met wat muziek, een hapje en een drankje wordt dentex the place to be om alle standhouders te ontdekken en collega’s te ontmoeten. Bovendien werkt ook DentAlumni v.z.w. van UGent dit jaar actief mee en organiseren zij een alumniavond op dentex.

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Dentex – Dé vakbeurs voor de dentale sector 4-5-6 oktober 2018

Donderdag 4 okt: 10u – 18u
Vrijdag 5 okt:  10u – 22u
18u – 22u Dentex Nocturne
Zaterdag 6 okt: 10u – 18u

Brussels Expo, Paleis 5
Belgiëplein
1020 Brussel
www.dentex.be

________________________
Exposant op dentex:

Alles over Halitose bij de FRESH BREATH BAR

Dentex – De afspraak voor de dentale sector, van 4 tot en met 6 oktober in Brussels Expo

Cavex Holland zal Dentex op 4, 5 en 6 oktober in Brussel verrijken met de FRESH BREATH BAR op stand 5610. Deze ludieke bar zal dé plek zijn waar iedere bezoeker een frisse adem kan halen.

Uit onderzoek van Cavex is gebleken dat het onderwerp Halitose nog te weinig wordt besproken bij de mondzorgspecialist. Terwijl 75% van de Europese bevolking in aanraking komt met de aandoening*.

U kunt bij de Fresh Breath Bar alles te weten komen over halitose en oplossingen daartegen. Gerenommeerd tandarts Eddy de Valck zal met een apparaat genaamd ‘Oral Chroma’ de adem van bezoekers testen op halitose oftewel een slechte adem. Ook is er een professionele flairtender die indrukwekkende flairshows zal geven en shotjes Fresh4Sure schenkt.

De ‘Fresh Breath Bar’ wordt mogelijk gemaakt door Cavex Fresh4Sure een mondverzorgingssysteem tegen halitose.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

Herziene richtlijn Radiologie: De belangrijkste punten voor dossiervoering

In juli 2018 heeft de KNMT de herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie geautoriseerd, wat betekent dat tandartsen aan de slag kunnen met de implementatie van de richtlijn in de praktijk. Uit ervaring blijkt dat de dossiervoering rondom het maken van röntgen opnamen een aandachtspunt is. Daarom in dit artikel nogmaals de belangrijkste punten op een rij.

Rechtvaardiging

Allereerst is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de herziene richtlijn Radiologie en daarom worden hier de punten uit het hoofdstuk ‘Stralingsbescherming – rechtvaardiging’ opgesomd:

  1. De afweging of een röntgenopname noodzakelijk is, mag pas worden gemaakt nadat een klinisch onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit een vraagstelling voorkomt die niet anders dan met behulp van röntgendiagnostiek kan worden beantwoord. De reden dient vast gelegd te worden in het patiëntendossier (indicatie rechtvaardiging).
  2. Het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) geeft daarbij ook aan dat bij rechtvaardiging noodzaak bestaat tot het raadplegen van eerdere gegevens (medisch dossier en röntgenopnamen) van de patiënt.
  3. De patiënt wordt vooraf geïnformeerd over de reden voor het maken van een röntgenopname.
  4. In het patiëntendossier worden de bevindingen die op de opname zijn geconstateerd vastgelegd en ook waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is. Dit heeft betrekking op de bevindingen die afwijken van het normale en waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat deze behandeling behoeven.
  5. De herhalingsfrequentie van bitewing-opnamen en de keuze van de meest geschikte opnametechniek worden bepaald aan de hand van de individuele diagnostische vraagstelling.

Aanvullend wordt in het hoofdstuk ‘Organisatorisch – verantwoordelijkheidsstructuur en procedures’ nog gesteld, dat in het patiëntendossier moet worden vastgelegd welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Relatie tot patiëntendossier

Uit bovenstaande eisen komen een aantal punten naar voren, die betrekking hebben de vastlegging van het patiëntendossier. Echter, uit ervaring blijkt dat veel tandartsen hier nog niet aan voldoen en daarom een nadere uiteenzetting. Uit bovenstaande eisen zijn de volgende verplichtingen m.b.t. dossiervoering te herleiden:

  • De reden voor het maken van een röntgenopname (indicatie rechtvaardiging);
  • De bevindingen die op de opname zijn geconstateerd;
  • Waarnemingen die op deze opnamen zichtbaar zijn en die buiten het deskundigheidsgebied van de zorgverlener vallen, maar waarvoor verwijzing naar een andere zorgverlener nodig of wenselijk is;
  • Welke zorgverlener de opname heeft gemaakt.

Toelichting op indicatie en bevindingen

Uit ervaring blijkt, dat tandartsen nog moeite hebben om te voldoen aan deze eisen. En dan met name rondom de verslaglegging van de indicatie en de bevindingen. In een eerdere KNMT-brochure is een duidelijke toelichting gegeven op deze punten, wat tandartsen kan helpen in het beter voldoen aan deze eisen.

  • Intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen
    De indicatie en uitkomst van de interpretatie van intra-orale-, panorama-, röntgenschedelprofielfoto’s en CBCT-opnamen moeten altijd in het patiëntendossier worden vastgelegd.
  • Solo- of bitewing foto’s
    Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de aanleiding tot de opname in het patiëntendossier vast te leggen als er sprake is van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (zoals het opsporen pijnklachten of het doen van lengtebepalingen). Datzelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden, bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Echter, de met de opname verkregen informatie moet dan wel worden vastgelegd in het dossier (zoals de gemeten lengte of aangetroffen caviteiten).

Tip: maak afspraken

Om praktijk breed en op uniforme wijze te voldoen, is het advies een protocol dossiervoering op te stellen. Door het maken van centrale afspraken rondom dossiervoering (en deze uit te schrijven in een protocol of beleid) zal een praktijk haar dossiervoering veel beter kunnen uniformeren, waardoor mede de kwaliteit van informatie-uitwisseling tussen zorgverleners in een praktijk toeneemt.

Voorbeeld beleid dossiervoering

Via de Dental Management Toolkit worden praktische protocollen en formulieren aangereikt om zich te conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Zo is in de Toolkit een ‘Voorbeeld beleid Dossiervoering’ opgenomen.

Bron:
KNMT Brochure ‘Kernpunten herziene richtlijn tandheelkundige radiologie’

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Deze Toolkit biedt online protocollen, video’s en tips, zodat kennis én praktische oplossingen op een laagdrempelige manier beschikbaar worden gesteld voor praktijken.

Lees ook Regelgeving stralingsbescherming: wat er is veranderd

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Classificatie ICR volgens Heithersay

Invasieve cervicale resorptie: Extractie of behoud?

Invasieve cervicale resorptie (ICR) wordt vaak niet als zodanig herkend tijdens routineonderzoek. Omdat deze agressieve vorm van resorptie pas in een heel laat stadium tot klachten kan leiden, wordt het proces meestal pas ontdekt als het zich al in een zeer uitgebreid stadium bevindt. ICR wordt vaak ten onrechte voor cariës of interne resorptie aangezien, en dat kan resulteren in een onjuiste behandeling die tot vroegtijdig verlies van het element kan leiden.

Wat is resorptie?

– Verlies van hardweefsel ten gevolge van clastische cellen.
– Treedt op als er een beschadiging optreedt van een beschermlaag (predentine en precement).

Clastische cellen

– Worden aangetrokken door bepaalde minderalen.
– Normaliter zijn elementen hiervoor beschermt door de beschermlaag van precement en predentine. Aan deze beschermlaag kunnen clastische cellen niet hechten.

Invasieve cervicale wortelresorptie (ICR)

ICR is een complex en dynamisch complex, waarbij odontoclasten de wortel binnendringen via één of meerdere portes d’entrées net onder het aanhechtingsepitheel. Vervolgens is er invasie van fibrovasculair weefsel uit het PDL in het cervicale deel van de wortel, waarbij multiple resorptiekanalen worden gemaakt.

De pulpa raakt pas laat betrokken, deze wordt beschermd door een zogenoemde PRSS (pericanalar resorption resistant sheet) bestaande uit predentine, dentine en op den duur ook gemineraliseerd weefsel.

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 t/m 4

Classificatie ICR volgens Heithersay, klasse 1 tm 4

Classificatie ICR volgens Heithersay

  • Alleen zinvol als ICR zich in mesio-distale richting heeft verspreid en 2-D kan worden beoordeeld.
  • Kan niet goed voor laesies in bucco-linguale richting worden gebruikt.
  • Beschrijft niet de uitgebreidheid rondom het wortelkanaalstelsel, en of de pulpa is aangetast, en de mate van reparatie.
  • Daarom is er behoeft aan een 3-D classificatie.

Etiologie

  • Orthodontie
  • Trauma
  • Inwendig bleken
  • Chirurgie, parodontale therapie
  • Bruxisme
  • Contact met katten? – ICR komt namelijk ook voor bij katten –
  • Bespelen van blaasinstrument

Lokale hypoxie (onvoldoende zuurstof) is waarschijnlijk de drijvende kracht in het beginstadium van ICR.

Diagnostiek

  • Outline resorptiedefect loopt in verticale richting en is vaak onregelmatig
  • De begrenzing van het wortelkanaal kan meestal door het defect worden waargenomen
  • Verandert van locatie als de hoek waaronder de röntgenfoto is genomen verandert
  • Meestal positieve respons op pulpatesten
  • Beoordeling met behulp van CBCT

Diagnostiek en het gebruik van CBCT

  • Diverse studies hebben aangetoond dat conventionele röntgenfoto’s, zelfs uit verschillende richtingen, ontoereikend zijn om de locatie, grootte en begrenzing van ICR te beoordelen.

Klinisch

  • Grijzige/rozig verkleuring. Bij openen forse bloeding en een kaasachtig proces.

ICR wordt vaak ten onrechte aangezien voor interne resorptie

Interne resorptie komt vanuit de pulpa, en er is vitaal weefsel nodig om deze resorptie op gang te houden. In het begin is het coronale deel van pulpa necrotisch en het apicale deel vitaal en ontstoken.

Diagnose interne resorptie:

  • Goed begrensd, ovale/ronde vergroting van het wortelkanaal
  • Blijft centraal gelokaliseerd ongeacht de inschietrichting foto
  • Vaak asymptomatisch
  • Sensibiliteitstesten kunnen positief zijn
  • CBCT is handig om grootte en begrenzing te beoordelen

Hoe vaak komt ICR voor?

12-16 keer zo vaak als interne resorptie, volgens klinische gegevens uit verschillende endodontiepraktijken.

Verloop ICR

  • Het resorptieproces schrijdt voort en een groot deel van de wortel wordt aangetast
  • Het blijft gedurende lange tijd ongewijzigd in grootte en begrenzing
  • Er vindt reparatie plaats en het proces neemt in grootte af, of lijkt zelfs te ‘’verdwijnen’’

Behandeling ICR

  • Geen behandeling, extractie indien klachten
  • Onmiddellijke extractie
  • Openen en schoonmaken en restaureren van het resorptieproces met interne en externe benadering

Interne benadering

Heithersay geeft aan: behandeling eerst mechanisch reinigen met een ronde boor, daarna chemisch met 90% trichloorazijnzuur (TCA), om bloeding te stoppen en coagulatienecrose te verkrijgen. Dit gedurende1 minuut, daarna afspoelen en drogen. Indien nodig herhalen en afwisselen mechanisch en chemisch. Breng Ca(OH)2 aan, herhaal procedure in volgende zittingen. Daarna wortelkanaalbehandeling afmaken en restaureren met composiet

TCA maakt cellen kapot en geeft een coagulatienecrose. TCA wordt ook gebruikt voor het verwijderen van wratten.

Interne benadering heeft de voorkeur omdat je geen bot hoeft te verwijderen. Voorwaarde is wel dat worteloppervlak zoveel mogelijk intact moet zijn. Kan bij klasse III en IV laesies worden toegepast.

Externe benadering

Externe benadering is geïndiceerd als de laesie relatief klein en goed begrensd is en coronaal van de crista alveolaris ligt of chirurgisch goed toegankelijk is zonder al te veel bot te moeten verwijderen. Ook geïndiceerd als het uitwendige kroon/worteloppervlak niet meer intact is en gerestaureerd dient te worden. Voor zonodig eerst de endo uit voorafgaande aan de chirurgie.

Beslissing wel of niet behandelen

  • Maak historische röntgenfoto’s om progressie te beoordelen
  • Maak CBCT voor grootte en uitgebreidheid
  • ICR on meerwortelig element is lastiger te behandelen
  • Esthetische overwegingen mee laten wegen
  • Rekening houden met de leeftijd van de patiënt

ICR hoeft niet altijd behandeld te worden. Soms blijf het stabiel.

Samenvatting

  • Goede casusselectie en zorgvuldige uitvoering kunnen tot een succesvol lange-termijn behandelresultaat leiden
  • Inwendige benadering verdient de voorkeur
  • Heithersay procotol: mechanische reiniging, applicatie TCA, restauratie
  • Versteviging van element is nodig met goede restauratieve vervolgbehandeling

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 150 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen- en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Sinds 1980 voert zij praktijk in Purmerend, waarvan de laatste vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
CAD CAM event 2018

CAD|CAM EVENT 2018

Dit event is voorbij

Digitale tandheelkunde is aan razendsnelle ontwikkelingen onderhevig met nieuwe mogelijkheden en kansen voor tandartspraktijken en -laboratoria tot gevolg. Tijdens het CAD|CAM Event komen de nieuwste ontwikkelingen aan bod. 4 oktober, 18:00 – 21:30 uur, Almere.

Avondsessies CAD|CAM event

Of u nu wilt kennismaken met de digitale mogelijkheden voor uw praktijk of als expert het maximale eruit wilt halen.
Tijdens het CAD|CAM event op 4 oktober, heeft u de keuze uit één van de vier avondsessies:
CEREC & TRIOS: Digitaal scannen
CEREC: Meer met Omnicam
CEREC: Digitale workflow implantologie
TRIOS: Implant Studio software

De avond begint om 18.00 uur en het officiële gedeelte zal rond 21.30 eindigen.

Meer informatie en inschrijven CAD|CAM EVENT 2018

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing
ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

Ira van Eelen, initiatiefneemster van ToothCamp, startte aan het begin van het schooljaar een petitie om snoep- en frisverkoop uit de schoolkantines te bannen.

Het gemak en de vanzelfsprekendheid van middelbare schoolkantines, om snoep en frisdrank te verkopen, is laakbaar. Daar waar drugs, roken en alcohol op scholen zijn verboden, kan de desastreuse werking van verslavende suikers gewoon doorgaan. Middelbare scholen kunnen een belangrijke rol spelen door deze boodschap parallel mee te geven en zo te helpen de (mond)gezondheid van hun tieners optimaal te houden.

Gevolgen voor mondgezondheid

Ira van Eelen: “Tijdens het draaien van het item voor het Jeugdjournaal in mei waren we te gast bij een “gezonde school”. In de kantine – met het predicaat gezondste kantine van Nederland 2018 – kunnen kinderen lolly’s, marsen en zure matten kopen en stonden er twee vending machines met alle foute frisdranken denkbaar! Het blijkt dat je jezelf een gezonde kantine mag noemen als je 80% van je aanbod aanpast aan het advies van het voedingscentrum en dan mag je 20% vrij laten. Wat het extra lastig maakt, is dat de focus nu voornamelijk op calorieën ligt en er nog te weinig gekeken wordt naar de gevolgen voor de mondgezondheid.”

Kennis en bewustwording

Het begint bij bewustwording. Daar waar vorige generaties opgroeiden met het motto ‘Snoep gezond, eet een appel’ en er fluoride in het water zat, zien nieuwe generaties marketing en reclame-uitingen waarbij de link wordt gelegd tussen suiker en sportiviteit.

“Het is net als met het roken: eerst geloofde niemand dat het een probleem was (roken was een stoere bezigheid van cowboys), maar nu kan niemand zich meer voorstellen dat je zomaar in gezelschap gaat staan paffen. Ooit komt de dag dat niemand meer gelooft dat schoolkantines snoep en snacks verkochten. Met die bewustwording start ToothCamp, in samenwerking met KNMT, NVM en ANT, nu een petitie; ondertekenen kan op www.stopsnoepenfris.petities.nl“.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

De eerste drie afgestudeerde endodontologen van de Oral Health Sciences Master van ACTA krijgen in september hun diploma. Deze nieuwe Engelstalige master kent vier uitstroomprofielen. Behalve endodontologie zijn dat orale implantologie, orale kinesiologie en parodontologie.

Master in Oral Health Sciences

De Master in Oral Health Sciences is een nieuwe Engelstalige driejarige fulltime opleiding. Deze tweede master aan de ACTA, naast de master Tandheelkunde, is een joint degree tussen UvA en VU.

Alleen tandartsen met een in Nederland erkend diploma en BIG-registratie kunnen worden toegelaten. De opleiding is bedoeld voor ambitieuze tandartsen met een paar jaar werkervaring die hun kennis willen verdiepen en zich willen specialiseren in een van de profielen.

Endodontist specialist

Het is een van de weinige postuniversitaire Engelstalige opleidingen in Europa die geaccrediteerd zijn door de European Society of Endodontology (ESE). De afgestudeerden krijgen van de ESE de status van ‘endodontist specialist’ en worden door de Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (NVvE) erkend als endodontoloog.

Bron:
NvvE

Lees meer over: Kennis, Scholing
NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

Laat jij technische ontwikkelingen en innovaties aan jezelf voorbij gaan of grijp je ze aan om de kwaliteit van je werk te verbeteren of efficiënter te kunnen werken? En welke invloed hebben deze ontwikkelingen op het gedrag en handelen van de cliënt? Misschien brengen deze ontwikkelingen een andere manier van zorg verlenen met zich mee?

Het NVM-najaarscongres vindt plaats op 16 november 2018 in De Flint, Amersfoort.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Wanneer we meer voorspellingen kunnen doen over het verloop van de mondgezondheid, kunnen we beter inzetten op preventie. Hoe ziet de toekomst eruit? Tijdens het NVM-najaarscongres ‘Innovatief denken en doen’ op vrijdag 16 november 2018 lichten wij een tipje van de sluier op.

Innovatie mondzorg

Laat je dit najaarscongres inspireren door de voorbeelden en inzichten van diverse sprekers die een voorbeeld zijn op het gebied van innovatie. In interactieve lezingen delen zij onder andere hun ervaringen over: het aanbieden van bestaande producten op een vernieuwende manier, het op de markt brengen van nieuwe producten en het op een innovatieve wijze praktijk voeren of samenwerken met andere (zorg)professionals.
Elke lezing kent leerdoelen en eindigt met een take home message: wat heb je aan deze ontwikkeling in je eigen praktijk? En hoe kun je zelf innovatief denken en doen? Het programma kent twee rondes met deelsessies waarbij je per ronde kiest welk thema het meeste aanspreekt.

Meer informatie en inschrijven NVM-najaarscongres 2018: ‘Innovatief denken en doen’

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Jako Burgers

“Implementatie nieuw KIMO richtlijn is veel werk”

Bij het doorvoeren van een richtlijn komt meer kijken dan alleen het ontwikkelen van de richtlijn zelf. Volgens Jako Burgers, de voorzitter van de nieuwe Begeleidingscommissie Implementatie van KIMO, is het daarom niet raar dat meer mensen werken aan de implementatie van richtlijnen, dan aan de ontwikkeling ervan.

Jako Burgers

Jako Burgers is huisarts en hoogleraar. Daarnaast was hij zes jaar lang het hoofd van de afdeling Richtlijnontwikkeling & Wetenschap van het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). Op basis van deze ervaring is hij geïnstalleerd als voorzitter van de nieuwe Begeleidingscommissie Implementatie van KIMO.

Praktijk inzichten gecombineerd met wetenschap

Burgers denkt dat het bij het opstellen van richtlijnen met name van belang dat de motivatie voor het opstellen van deze richtlijn rechtstreeks vanuit de praktijk komt, gecombineerd met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Dit geldt zowel bij huisarts- als tandartspraktijken.

Doorvoeren kost tijd en moeite

Nadat een nieuwe richtlijn is opgesteld en ontwikkeld kost het veel tijd om deze ook daadwerkelijk goed door te voeren. Burgers: ‘Het is belangrijk dat de richtlijn toegankelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld met goede samenvattingen en flow charts. Hiernaast is het noodzakelijk om nascholing over de richtlijnen te regelen. Soms moeten zorgverleners hun werkwijze aanpassen, waarvoor zij goede begeleiding nodig hebben.’

Het is daarom dat er bij het NHG meer mensen aan de implementatie van de richtlijnen werken dan aan de ontwikkeling ervan. ‘We hebben inmiddels in de praktijk ervaren dat dit goed werkt. Een richtlijnen maken is lastig, maar hem goed laten landen is nog veel meer werk,’ aldus Burgers.

Nauw contact met de patiënt

Om een richtlijn goed te kunnen implementeren is het met namelijk belangrijk om goed contact met de patiënten te onderhouden. Uiteindelijk wordt de vraag wat goede zorg nou precies is vooral beantwoord in de behandelkamer. Duidelijk overleg tussen de behandelaar en de patiënt is daarom cruciaal om richtlijnen hun vruchten af te laten werpen.

Bron:
KIMO

 

 

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Paro-Endo of Endo-Paro: Hoe beide elkaar beïnvloeden

Infecties van de binnenzijde van de wortel beïnvloeden de gezondheid van de weefsels erbuiten en vice versa. Dit kan via dentinetubuli, laterale en accesorische kanalen en foramen apicale. Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

De invloed van een infectie van het wortelkanaal op de parodontale gezondheid

Uit klinische casussen van De Cleen blijkt dat na het uitvoeren van een endodontische herbehandeling, zowel klinisch als röntgenologisch de pocket en het parodontaal defect verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden:

Viezigheid aan de binnenzijde van het wortelkanaal beïnvloedt de gezondheid aan de buitenzijde. Dit klinische succesvolle resultaat blijkt ook door de wetenschap te worden bevestigd.

Patiënten met parodontitis en een verlaagd botniveau hebben een groter risico op het ontstaan van parodontitis apicalis. Onderzoek uit Denemarken toont dat beide, dus endo en paro, met elkaar verbonden zijn. Elementen met een zwarting apicaal tonen vaak diepere pockets dan elementen zonder apicale zwarting. Indien er geen behandeling plaatsvindt van de parodontitis apicalis, blijkt dat de pockets sneller dieper worden. Uit een dierexperiment blijkt dat een infectie in de pulpaholte apicaalwaartse groei van het epitheel bevordert. Uit een grote studie uit Stockholm blijkt dat initiële parodontale behandeling minder effectief is bij elementen met een periapicale radiolucentie. Daarnaast is ook de gemiddelde pocketdiepte groter en worden meer horizontale furcatiedefecten gezien. Een studie uit Utrecht toont meer angulaire botdefecten aan de mesiale zijde van wortels met een stift.

Bij gecombineerde paro-endo laesies is de beste behandelvolgorde: eerste endo, daarna paro

Conclusie

Als het goed is voor het endodontium, is het ook goed voor het parodontium.

Na het tonen van verschillende klinische cases van De Cleen is het duidelijk dat een schoon wortelkanaal bijdraagt aan een gezond parodontium.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
slecht ontwikkelde executieve functies

Wil een patiënt uw raad niet opvolgen of heeft hij slecht ontwikkelde executieve functies?

Iedereen komt in de praktijk wel eens patiënten tegen die anders reageren dan anderen. Het lijkt soms alsof deze patiënten niet gediend zijn van goede raad en hun gewoonten niet willen aanpassen. Wellicht is er bij zo’n patiënt sprake van slecht ontwikkelde executieve functies.

Motivational interviewing

Mondhygiënisten leren tijdens hun opleiding om met de gesprekstechniek Motivational Interviewing patiënten er toe aan te zetten zelf oplossingen te bedenken. Soms echter krijgen mondhygiënisten van hun patiënten niet echt een antwoord. Er kan dan het advies worden gegeven om er over na te denken, maar een enkele keer kunnen mensen simpelweg niet zelf verzinnen op welk moment van de dag ze een tandenstoker zouden kunnen gebruiken. Of reageren ze overmatig boos als er op resterende plak wordt gewezen. Of vinden zij zelf dat hun poetsgedrag helemaal prima is, terwijl de plakkleurtest totaal iets anders aangeeft. Houdt de patiënt u voor de gek? Waarschijnlijk niet, het kan alles te maken hebben met slecht ontwikkelde executieve functies.

Executieve functies

Executieve functies zijn de cognitieve processen die nodig zijn voor doelgericht, efficiënt en sociaal aangepast gedrag. Executieve functiestoornissen komen voor bij uiteenlopende neurologische, psychologische en psychiatrische aandoeningen, zoals leerstoornissen, niet-aangeboren hersenletsel, AD(H)D, autismespectrumstoornissen, dementie en schizofrenie. Maar ook tussen mensen zonder klinische diagnose bestaan grote verschillen in het niveau van executief functioneren. Bovendien komen executieve functiestoornissen onder hoogbegaafden veelvuldig voor.

Executieve functies zijn van invloed op gedragsregulatie en metacognitie.

Gedragsregulatie

Het vermogen om op een passende wijze gedrag te reguleren is essentieel voor het oplossen van problemen. Gedragsregulatie bestaat uit inhibitie (remming van impulsen), flexibiliteit, emotieregulatie en zelfevaluatie.

Inhibitie

Inhibitie is het vermogen om impulsen af te remmen, te weerstaan of op het juiste moment te staken. Problemen met impulscontrole kunnen nadelige gevolgen hebben voor het sociaal functioneren. Zo hebben impulsieve mensen vaak de neiging groepsactiviteiten te verstoren door ongepaste opmerkingen of door anderen te onderbreken. Daarnaast hebben personen met inhibitieproblemen vaak moeite met het onderdrukken van fysieke impulsen, waardoor zij soms ongepast fysiek reageren op anderen. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval als een patiënt pijn ervaart en zich niet kan inhouden om u een mep te verkopen of op uw vinger te bijten. Maar ook patiënten die geen maat weten te houden met snoepen, kunnen hier last van hebben. Zij kunnen zich voornemen om minder te snoepen, maar als er een bak snoep voor hun neus staat, zijn ze niet te houden.

Flexibiliteit

Stoornissen op het gebied van flexibiliteit bemoeilijken het bedenken van alternatieve oplossingen voor een probleem of het veranderen van gedrag in een veranderde situatie. Dit kan ertoe leiden dat een verkeerde aanpak steeds herhaald wordt, zelfs als duidelijk is dat het niet werkt. Mensen met dergelijke problemen worden vaak gezien als rigide of star. Een verandering in de dagelijkse routine kan er toe leiden dat deze personen van slag raken. Een voorbeeld van de dagelijkse routine is het tandenpoetsen. Het kan voor iemand met een lage flexibiliteit bijvoorbeeld moeilijk zijn om van een handtandenborstel over te stappen op een elektrische tandenborstel. Het inbouwen van een nieuwe activiteit op een dag, zoals het spoelen met fluoride of het rageren, kan problematisch verlopen. De patiënt kan u dan niet vertellen waarom dit niet lukt. Een patiënt kan soms zelfs in paniek raken als hij zijn normale activiteiten moet onderbreken voor een bezoek aan uw praktijk.

Metacognitie

Metacognitieve functies zeggen iets over het vermogen om zelfstandig taken uit te voeren, problemen op te lossen en te denken over het eigen denken. Metacognitie is van invloed op initiatief nemen, werkgeheugen, plannen en organiseren, taakevaluatie en ordelijkheid. Iemand met een laag IQ kan toch zaken tot een goed resultaat brengen, omdat hij kan volhouden, nieuwsgierig is, goed kan samenwerken en leert van de eigen fouten. Iemand met een hoog IQ presteert echter een stuk minder als de metacognitie onderontwikkeld is. Dit zijn de zogenaamde ‘vergeetachtige professors’. Onderschat daarom niet te gauw het IQ van uw patiënt.

Werkgeheugen

In het werkgeheugen kan informatie worden vastgehouden en bewerkt, waarbij de doelstelling voor het volbrengen van de taak in acht gehouden wordt. Patiënten met een gering werkgeheugen beweren vaak dat ze nooit een instructie hebben ontvangen of dat u bepaalde informatie niet gegeven heeft.

Plannen en organiseren

Bij plannen en organiseren gaat het om het vermogen om vooruit te denken, doelen te stellen en te voldoen aan de taakeisen. Iemand die hierin niet bekwaam is, zal zichzelf niet zo gauw het doel stellen om een zo gezond mogelijk mond te krijgen. Ook zal hij niet inzien dat tanden en kiezen verloren kunnen gaan en hoe onaangenaam dit kan zijn.

Ordelijkheid en netheid

Ordelijkheid en netheid komen tot uiting in het opruimen en ordenen van spullen. U kent vast die patiënt die steeds vraagt om nieuwe ragers, omdat die van hem kwijt zijn.

Uw rol als mondhygiënist 

U hoeft als mondhygiënist niet de illusie te hebben dat u bij iemand de executieve functies kunt verbeteren. Daar zijn speciale coaches en boeken voor. Maar wellicht kunt u voor iemand iets betekenen door te werken met pictogrammen en afvinklijstjes om goede gewoontes in de dag in te bouwen. Bovendien kunt u er rekening mee houden en uw benadering aanpassen. In bovengenoemde voorbeelden hoeft overigens niet per definitie sprake te zijn van een patiënt met slecht ontwikkelde executieve functies. De diagnose kan alleen door een deskundige zoals een orthopedagoog gesteld worden.

Bronnen:
Peg Dawson & Richard Guare (2009). Slim maar….. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers bv
www.hogrefe.nl
www.bijzonderzelf.nl

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
TP Congres 2018 – Gebitsslijtage: diagnose, behandeling en prognose

TP Congres 2018 – Gebitsslijtage: diagnose, behandeling en prognose

Dit event is voorbij

Tijdens het TP Congres 2018 wordt een grote diversiteit aan behandelingen van het ‘gesleten’ gebit behandeld. De wens van de patiënt om een leven lang het eigen gebit te behouden, is een grote uitdaging voor de tandheelkunde. Vrijdag 30 november 2018 – Prodentfabriek Amersfoort.

www.tpcongres.nl

In de tandheelkunde is niet meer weg te denken om een leven lang uw eigen gebit te behouden tegen lage onderhoudskosten. De wens van de patiënt is een grote uitdaging voor de tandheelkunde: het gebit duurzaam conserveren door tijdig minimaal invasief te restaureren.

Wanneer gebitsslijtage niet tijdig wordt gediagnosticeerd of restauratief wordt behandeld, kunnen gebitsmutilaties complexer worden. Hierdoor zal een orthodontische behandeling, het vervaardigen van kronen en bruggen, het plaatsen van implantaten en/of het herstel van de beethoogte moeten plaatsvinden.

Tijdens deze dag wordt een grote diversiteit aan behandelingen van het ‘gesleten’ gebit behandeld.

TP Congres 2018: in één dag leert u:

  • Patiënten met gebitsslijtage te herkennen die om hulp vragen.
  • Hoe de zorgverzekeraar aankijkt tegen gebitsslijtage.
  • Gebitsslijtage in de dagelijkse praktijk eenduidig te benaderen.
  • Wat de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van behandeling met composiet zijn.
  • Het vooraf bepalen van de moeilijkheidsgraad van gebitsslijtage.

Meer informatie TP Congres 2018 – Gebitsslijtage: diagnose, behandeling en prognose

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Campus SMART Guide: voor computergestuurde chirurgie en driedimensionale implantologie planning

Campus SMART Guide: voor computergestuurde chirurgie en driedimensionale implantologie planning

Dit event is voorbij

SMART Guide is een gebruiksvriendelijk en universeel product voor de computergestuurde chirurgie en driedimensionale implantologie planning. Ervaar tijdens deze campusavond hoe u deze digitale werkwijze in de implantologie ook in uw algemene praktijk kunt integreren. 11 sep: Alphen aan den Rijn of 12 sep: Amsterdam.

SMART Guide is toepasbaar op alle gangbare implantologie systemen. Hierdoor behoudt u voor u en uw patiënt de vrije behandelkeuze van elk willekeurig implantaatsysteem.

Datum en locatie Smart Guide campus

11 september Elysee Dental, Alphen aan den Rijn
12 september Novotel, Amsterdam

De voordelen van SMART Guide

• Uitgebreide diagnose na CT-beelden
• Minimaliseert het risico op mogelijke complicaties
• Perfecte positionering van de implantaten door het individuele (optionele) boorsjabloon
• Beperking van pijnklachten door minimum invasieve behandeling
• Vermindering van het aantal stappen in het behandelproces
• Is compatibel met alle gangbare implantaatsystemen
• Voordeliger in prijs dan reguliere systemen

Dr.-Endre-Varga

Dr. Varga is tandarts en kaakchirurg, gespecialiseerd in computergestuurde implantologie.
Na zijn studie aan het AO Research Institute in Davos, Zwitserland, promoveerde hij in computergestuurde planning en chirurgie in het kaak- en aangezicht gebied. Endre is oprichter en CEO van DicomLab en ontwikkelaar van SMART Guide. Hij heeft uitgebreide kennis en ervaring met de professionalisering, wetenschappelijke en technische aspecten van computergestuurde chirurgie.

Endre zijn visie is: door het aanbieden van een werkproces dat in elke algemene praktijk te integreren is, kan computergestuurde chirurgie een standaard worden in het implantologie proces.

“SMART Guide software is het beste digitale platform voor implantologie behandelplanning”. Dr. Endre Varga

Programma Smart Guide

18.00 uur Ontvangst met een lichte maaltijd
19.00 uur Start presentatie
21.00 uur Afsluiting en borrel

Meer informatie en inschrijven Campus SMART Guide

Heeft u vragen? Dan kunt u contact opnemen met de afdeling marketing, bereikbaar op telefoonnummer: 0172-653300 of via e-mail: marketing@elysee-dental.nl

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
StandbyDag 2018

StandbyDag 2018

Dit event is voorbij

Het jaarlijkse evenement voor de tandarts-, preventie- en orthodontieassistent. “De StandbyDag is een gezellige dag met je collega’s waar je ondertussen ook nog wat van opsteekt!” Compleet vernieuwd! Een unieke dag uit voor jou en je collega’s. Fred van Leer neemt je mee in een compleet nieuw programma en nodigt jou uit om zijn unieke fashionles te volgen. 3 november 2018, Bussum.

www.standbyDag.nl

Deze dag is bedoeld voor de tandarts-, preventie-, orthodontie- en balieassistent, officemanager, docent opleiding tandartsassistent, onderwijsinstructeur en receptioniste.

Nieuw in het programma: verdiepende workshops met thema “Jong en Oud”

Per workshopronde volg je één workshop. Je kunt zelf kiezen waarin jij je wilt verdiepen. Een overzicht van thema’s en praktische oplossingen.

Sprekers

  • Fred van Leer | stylist en presentator
  • Mr. Joan M. van der Ven | hoofd juridische zaken | KNMT
  • Wenda Linthorst | Founder & Co-owner | Consumatics
  • Prof. dr. Edwin G. Winkel | Halitoloog | Kliniek voor Parodontologie Amsterdam
  • Anna Beeftink | tandarts, psycholoog
  • Nynke Tymstra | tandarts
  • Hanneke de Valk | directeur

Expo

De Expo maakt onderdeel uit van de StandbyDag. Diverse bedrijven en organisaties op het gebied van de tandheelkunde en aanverwante bedrijfsvoering presenteren zich op de Expo. De exposanten bieden je uitgebreide informatie en staan je graag te woord over de nieuwste producten, diensten en tandheelkundige ontwikkelingen. Tijdens het evenement is er ruim de gelegenheid om de expo te bezoeken in één van de pauzes.

Kortom: een inspirerende dag die je niet mag missen!

Lees meer over de StandbyDag 2018

Lees meer over: Bij- en nascholing, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing
Prijs - beker

Oproep inzending: VMTI wetenschapsprijzen en stipendium 2018

Ieder jaar reikt de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie een tweetal wetenschapsprijzen uit (een publicatie- en een proefschriftprijs) en een stipendium. Wilt u meedingen naar deze prijzen? Stuur dan uw inzending in vóór 14 september.

De VMTI streeft ernaar de wederzijdse kennis van geneeskunde en tandheelkunde te vergroten. De wetenschapsprijzen en het stipendium hebben een aanmoedigend karakter om onderzoek op het terrein van de medisch-tandheelkundige interactie te verrichten of te continueren.

Aan de publicatieprijs is een geldbedrag van € 1000 verbonden, aan de proefschriftprijs een bedrag van € 1500 en aan het stipendium een bedrag van € 500.

Inzending VMTI prijzen

Inzendingen dienen voor 14 september 2018 te worden verstuurd aan: info@vmti.nl Graag voorzien van enkele persoonlijke gegevens en een korte toelichting waarin wordt aangegeven voor welke prijs de inzending is bedoeld. De jury zal binnen 2 weken de winnaars persoonlijk berichten.

De uitreiking van de prijzen zal plaatsvinden tijdens het VMTI- congres op 5 oktober 2018 in het Nationaal Militair Museum te Soest. Het thema van dit congres is “ O Wee O Wee”.

Lees meer over: Kennis, Scholing
radiologie

Richtlijn Tandheelkundige Radiologie KNMT – 2018

De herziene richtlijn Tandheelkundige radiologie is geautoriseerd door de KNMT. Tandartsen kunnen de richtlijn nu dus implementeren in de praktijk.

Bekijk hier de KNMT richtlijn Tandheelkundige radiologie

Waarom een actualisatie richtlijn Tandheelkundige radiologie?

De stralingswetgeving is per 6 februari 2018 op onderdelen aangepast. Het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) vervangt het Besluit stralingsbescherming (Bs). Tevens zijn diverse ministeriele regelingen aangepast en samengevoegd.

De richtlijn Tandheelkundige radiologie uit 2015 is nu vervallen.

Lees ook Regelgeving stralingsbescherming: wat er is veranderd

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Afgebroken instrumenten: Laten zitten of verwijderen?

Afgebroken instrumenten: Laten zitten of verwijderen?

Een afgebroken vijl is één van de meest stressvolle dingen die u tijdens de wortelkanaalbehandeling kan overkomen. Vaak kan de tandarts nog precies zeggen hoe vaak het in zijn carrière is gebeurd. En met de komst van roterende instrumenten heeft de tandarts er nog een moeilijkheid bij. Endodontoloog Michiel de Cleen besprak in zijn lezing de factoren die het risico beperken. Dat een afgebroken instrument een gevaar is voor het uiteindelijk behandelresultaat, geldt zeker niet altijd.

Frequentie afgebroken instrumenten

De percentages van afgebroken instrumenten lopen in wetenschappelijk onderzoeken erg uiteen: van 0.25% tot 15%. In een onderzoek van Eqbal et al. waren bij 4.865 wortelkanaalbehandelingen 81 afgebroken instrumenten. Iets meer bij NiTi (1,68%), dan bij RVS (0,25%).

De meeste vijlen breken af in ondermolaren, meestal in het apicale 1/3 deel in het mesiovestibulaire wortelkanaal.

De reden voor een afgebroken instrument:

  • Techniek?
  • Materiaal?
  • Type-merk ruimer?

Torque control blijkt niet veel uit te maken. De Cleen adviseert eerst brede vijlen te gebruiken, en daarna smalle. En daarnaast wat de IGZ richtlijn zegt: gebruik vijlen maximaal één keer.

De meeste tandartsen kennen het wel: je bent klaar, maar je wilt nog even vijlen. De breuk die dan ontstaat, komt vaak door een te dikke vijl.

Afbreken instrument heeft geen invloed op de uitkomst van de wotelkanaalbehandeling

Uit een systematic review en meta-analyse van panitvisai et al., blijkt dat een afgebroken instrument geen invloed heeft op de uitkomst van de wortelkanaalbehandeling.

Zonder microscoop is het onbegonnen werk om een afgebroken vijl te verwijderen. Gebruik daarbij veel licht en een hoge vergroting. Daarnaast is geduld betrachten onmisbaar om de afgebroken vijl uit het kanaal te krijgen.

Technieken

  • Staging platform en ultrasone tips
  • Speciale instrumenten: Instrument removal systems
  • Spuittips en composiet

Staging platform (rechter afbeelding)

Staging platform  Staging platform  Staging platform

Met behulp van gates glidden wordt er meer ruimte om de vijl gemaakt, met ultrasoon van langs te vijl om deze los te krijgen. De tip van De Cleen: gebruik een lage frequentie om breuk te voorkomen. Is het afgebroken fragment langer dan 5 mm, dan wordt een andere techniek geadviseerd, omdat er anders een grote kans bestaat op secundaire fracturen.

Spuittips en composiet

Spuittips en composiet  Spuittips en composiet

Door in een smalle tip chemisch uithardend composiet te plaatsen kan de vijl verwijderd worden.

Afname van succes is gerelateerd aan de toename van de behandeltijd. Uit onderzoek van Cleen wordt 75% van alle afgebroken instrumenten succesvol verwijderd. Bij de technieken is de vraag: Tot waar ga je om de vijl eruit te krijgen, wanneer stop je? Er moet veel dentine opgeofferd worden, je kunt de vijl eruit krijgen, maar tegen welke prijs?

 

Locatie Procedure
Coronale 1/3 deel
Alle gevallen Verwijderen en vervolgens herbehandelen
Middelste 1/3 deel      
1.     Verwijderen mogelijk Verwijderen en vervolgens herbehandelen
2.     Verwijderen niet mogelijk, passeren wel Passeren, herbehandelen en opnemen in kanaalvulling
3.     Passeren niet mogelijk Herbehandelen tot obstructie en vervolgen (chirurgie?)

 

Apicale 1/3 deel
1.     Verwijderen mogelijk Verwijderen en vervolgens herbehandelen
2.     Verwijderen niet mogelijk, passeren wel Passeren, herbehandelen en opnemen in kanaalvulling
3.     Passeren niet mogelijk Herbehandelen tot obstructie en vervolgen (chirurgie?)

Take home message

Ondermolaren zijn lastig, bij drie vierde is het de ondermolaar in het mesio-buccale kanaal waarbij een instrument afbreekt. Dit is te verklaren door een kromming richting linguaal.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Implantologie

Nieuwe ontwikkelingen op gebied van implantologie

Gecodeerde healing abutments, ti-bases en Angulated Screw Channel: drie nieuwe ontwikkelingen in de implantologie. Wat houden ze in? Restauratief tandarts Alwin van Daelen sprak erover in de workshop Implantologie,
de bovenbouw.

Gecodeerde healing abutment

Een van de nieuwe ontwikkelingen bij implantologie is de gecodeerde healing abutment. Wanneer deze afgedrukt of gescand wordt, heeft het lab automatisch alle informatie. Dit bespaart tijd bij het plaatsen van de afdrukstift. Daarnaast hoeven de healing abutments niet een aantal keer vast en los gemaakt te worden.
Deze gecodeerde abutments zijn eigenlijk een soort scanbodies. Iedere implantaat firma heeft zijn eigen scanbody ontwikkeld en deze geeft alle informatie over de diameter van het implantaat, de diepte, de inclinatie enz. door aan het lab. Het lab kan dan een 3D-model printen of de kronen geheel digitaal vervaardigen.

Ti-Bases

Een andere nieuwe ontwikkeling zijn de ti-bases. Dit zijn titaniumschoteltjes verlijmd met een zirkoniumkap. Het nadeel hiervan is dat er een soort tafeltje met een lijmlaag zit op implantaatniveau, net onder de biologische breedte. Daarnaast wordt een hele grote kroon gemaakt op een heel klein tafeltje. Het risico is dat de kroon loskomt van de ti-base.

Angulated Screw Channel

Daarnaast is er recent het Angulated Screw Channel ontwikkeld. Dit is voornamelijk ontwikkeld voor kronen in het front, waarbij in het originele ontwerp het schroefgat incisaal of buccaal zou komen te liggen. Dan zou verschroeven niet mogelijk zijn, tenzij de schroef onder een hoek geplaatst zou kunnen worden. Middels dit systeem is dat mogelijk en kan er nog wel met voldoende torquekracht getorqued worden.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Tandenpoetsen en rappen tijdens Kidsfabriek

Tandenpoetsen en rappen tijdens Kidsfabriek

Voor het vijfde jaar is De Mondhoek aanwezig op Kidsfabriek dat op 25 augustus in de SSP-hal in Ulft plaatsvindt. Vrijwillige professionals en studenten in de mondzorg zorgen er zo voor dat kinderen enthousiast worden over mondgezondheid. Dit is belangrijk, want veel kinderen hebben op jonge leeftijd al problemen in hun mond. Vaak zonder dat ouders het weten.

Om de workshops nog leuker te maken, worden er niet alleen cadeautassen weggegeven, maar ook maken de kinderen kans op een elektrische tandenborstel. Hiervoor plaatsen zij een foto op social media.

Compleet team

Dit keer neemt de Silvoldse Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna 14 collega’s mee. “Ik had nooit kunnen bedenken dat de Mondhoek zo populair zou worden. Het eerste jaar was ik slechts met een enkele collega en werd overspoeld door kinderen die graag een poetsworkshop wilden.” Elk jaar bracht ze meer collega’s mee. Studenten gingen meedoen waardoor Lieneke gastles Kidsfabriek ging geven aan de HBO-Mondzorgkunde. Dit jaar is zelfs een tandarts van de partij. “En ook komt een assistent ons bijstaan. Echt top, want samenwerken is belangrijk en zo vormen we een echt team.”

Rap voor tandenpoetsen

In de mondzorgpraktijk zal je niet zo snel een rapper vinden. Op Kidsfabriek wel. Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, bracht tijdens de presentatie van haar boekje Wiwi Wit een rap uit die kinderen laat onthouden op welke plekken ze in de mond moeten poetsen. De rap zal op Kidsfabriek worden gezongen.

Winactie

Dit jaar kunnen kinderen naast rappen ook leren poetsen met een app. In de app zit Kidszone waarbij kinderen punten kunnen verdienen door dagelijks minimaal 2 keer 2 minuten te poetsen. Hoe meer punten, hoe gekker de filtertjes. “Kinderen zeggen me in de praktijk poetsen vaak saai te vinden. Tijdens Kidsfabriek maken we poetsen echt leuk. Niet alleen daar, maar ook thuis. Een app kan kinderen stimuleren. Kinderen kunnen dit tijdens Kidsfabriek uitproberen en een foto op Facebook posten. Onder de posters verloten we elektrische tandenborstels.”

Lees ook: 300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek 2017

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Het Dahl-principe als behandeling van tandslijtage

Het Dahl-principe als behandeling van tandslijtage

Het Dahl-principe wordt sinds 1975 toegepast en is inmiddels doorontwikkeld naar de zevende versie. Dahl behandelt gelokaliseerde anterior tandslijtage. Een overzicht van het concept, de voordelen en mogelijke problemen.

Verslag van de lezing van professor Jeremy Rees tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

Het Dahl-principe is bedacht om gelokaliseerde anterior tandslijtage te behandelen.

Slijtage in de UK is een steeds groter probleem aan het worden. 77% van de volwassenen heeft slijtage en bij 15% is deze slijtage tot in het dentine. 2% heeft te maken met ernstige slijtage. Het is leeftijd gerelateerd: 80% van de mensen ouder dan 50 jaar heeft slijtage (UK ADH Survey 2009).

Anterior slijtage is het gevolg van onder andere

– Gebrek aan dorsale steun

– Frisdrank gebruik en de manier waarop het geconsumeerd wordt

– Gastro Oesophageal Reflux Disease (GORD) 40%

– Eetdisorders 0,1 %

Over het algemeen zijn er zijn twee slijtage categorieën waarbij ook overlap zichtbaar is tussen de groepen:

  1. Jonge groep (tieners en twintigers) waarbij slijtage vaak het gevolg van erosie is.
  2. Ouderen waarbij de slijtage vaak het gevolg van bruxisme is.

Tandslijtage is progressief

Het probleem met tandslijtage is dat tanden bewegen als gevolg van de slijtage en dat het progressief is. Als er bijvoorbeeld bij boulimia patiënten lokale palatinale slijtage optreedt, zal in veel gevallen het onderfront als reactie hierop uitgroeien, zodat het onderfront in contact blijft met het palatinale vlak in de bovenkaak. Dit is een dynamisch geheel.

Aanpassen Occlusal Vertical Dimension (OVD)

Om opnieuw ruimte te creëren die is verloren gegaan als gevolg van de slijtage moet de Occlusal Vertical Dimension (OVD) aangepast worden. Er zijn een aantal manieren om dit te bereiken.

  1. Posterior kronen plaatsen. Hiermee creëert u een toename van de OVD in het front.
  2. Orthodontie toepassen. Nadat u orthodontie heeft uitgevoerd kunt u elementen prepareren.
  3. Kroonverlenging. Dit is de minst toegepaste optie. Nadelen hiervan zijn dat er bot verwijderd moet worden en dat er black triangles kunnen ontstaan. Ook moet u minimaal zes maanden wachten voordat weefsels zijn hersteld en uiteindelijke kroonpreparaties gemaakt kunnen worden.

Kroonpreparaties geven biologische- en financiële kosten. 10-15% van de voor een kroon geprepareerde elementen verliest de vitaliteit. Ook een probleem is dat hoe eerder u start in iemands levensloop, des te eerder u de behandeling opnieuw zal moeten uitvoeren. Daarom is het altijd beter om zo lang mogelijk uit de restauratieve cyclus te blijven.

Voordelen van Dahl

Het Dahl-principe werd geïntroduceerd in 1975. De voordelen van Dahl zijn:
– De patiënt zal zijn nieuwe lach fantastisch vinden.

– Het is eenvoudig, kosteneffectief.

– De methode werkt.

– Het behoud tandstructuur.

Levensloop Dahl

Dahl I concept
Anterior bijtplatform dat met ankers op de plaats werd gehouden en hiermee uitneembaar was. De patiënt diende dit elke dag te dragen gedurende een jaar en het bijplatform mocht alleen uitgedaan worden tijdens het eten. Het probleem hierbij was de patiënten compliance.

Het Dahl-principe berust op disclussie van de molaren en premolaren, 40% intrusie van het front en een achterwaartse verplaatsing van de mandibula. Dit wordt bewerkstelligd door het dragen van een anterior bijtplaat voor 6 tot 12 maanden. De molaren in de onderkaak en bovenkaak extruderen (60%) waarbij er uiteindelijk opnieuw contact ontstaat en ruimte in het front.

Het verschil tussen de centrale relatie en maximale occlusie is ongeveer 1mm.

Dahl II concept
Het probleem van de beperkte compliance bij het eerste Dahl concept werd opgelost in het Dahl II concept waarbij de bijtplaat in mond wordt vast gecementeerd. Het nadeel hiervan is dat dit na 6 tot 9 maanden verwijderd dient te worden en dat dit een vrij agressieve aanpak is. Daarom wordt dit niet vaak meer toegepast.

Dahl III concept
Vervolgens is het Dahl III concept ontwikkeld waarbij er palatinale restauraties worden geplaatst ter vervanging van de vast gecementeerde bijtplaat. Dit kan in keramiek, nikkel-chroom of geoxideerd goud en het wordt met Panavia gehecht. Een nadeel hiervan is dat de palatinale restauraties vaak donker doorschemeren.

Deze restauraties hebben een overleving van 75% als er gecementeerd wordt met Panavia. Dit percentage is aanzienlijk lager als er gecementeerd wordt met glasionomeercement (GIC).

Dahl IV concept
In het Dahl IV concept werd voor het eerst composiet toegepast. Het palatinale vlak wordt hier volledig mee bedekt. Dit is een directe methode in plaats van een indirecte methode. De contacten tussen boven en onder moeten hierbij overal gelijk zijn als het gebit in maximale occlusie is. Meestal wordt hier een aanpassing van ongeveer 2mm gedaan in toename van de OVD. Vervolgens wordt dit gemonitord. Dit kan ook met indirect composiet uitgevoerd worden. Hiermee zullen er hogere techniekkosten ontstaan.

Dahl V concept
Het Dahl V concept wordt uitgevoerd als er een combinatie is van palatinale en incisale slijtage. Hierbij wordt er eerst een diagnostische wax up gemaakt waarna er een silicone putty sleutel gemaakt kan worden. Hierbij wordt eerst het palatinale vlak opgebouwd en daarna wordt incisaal opgebouwd. Daarna volgt hetzelfde concept als bij Dahl IV waarbij er gezorgd wordt dat er overal gelijke contacten aanwezig zijn en vervolgens wordt het gemonitord.

Belangrijk bij het maken van een wax-up is dat er altijd vanuit gegaan wordt dat een centrale incisief ongeveer 10-11 mm lang hoort te zijn.

Dahl VI concept
Het Dahl VI concept is een uitbreiding op het al bestaande Dahl concept. Alleen wordt er hierbij ook slijtage in het onderfront behandeld en wordt hiervoor een linguale putty sleutel gebruikt.

Dahl VII concept
Als ook posterieur slijtage aanwezig is naast de anterieure slijtage dan wordt het Dahl VII concept toegepast. Dit wordt ook wel het dubbel Dahl concept genoemd. Dit wordt sinds vijf jaar toegepast. Hierbij wordt de conservatieve aanpak gebruikt, waarbij eerst het front in de bovenkaak wordt opgebouwd. Dan wordt 3 tot 6 maanden gewacht tot er occlusale stabiliteit is en vervolgens wordt dit herhaald met opbouw van het onderfront waarna er weer 3 tot 6 maanden wordt gewacht tot er stabiliteit is ontstaan.

Belangrijk uitgangspunt voor slijtage is altijd eerst preventief werken. Eerst duidelijk krijgen waardoor de slijtage wordt veroorzaakt en wat hiertegen te doen is voordat er behandeld kan worden.

Minder schadelijk
Mogelijke oorzaken zoals drinken van zure dranken en de drinkgewoontes kunnen bijvoorbeeld minder schadelijk worden gemaakt door extra fluoride gebruik, het gebruik van een rietje zo ver mogelijk achter in de mond en de frisdrank zo koud mogelijk te drinken. Als de temperatuur met 10 graden omlaag gaat is de erosieve kracht de helft zo groot.

Voorlichting patiënt over Dahl

Meestal moet de patiënt wennen na toepassing van Dahl. Dit duurt meestal een dag en daarna past de patiënt zich hieraan aan. Het is belangrijk om de patiënt goed uitleg te geven en te vertellen dat de kiezen eerst geen contact zullen hebben, maar dat dit na 3 tot 6 maanden wel zal ontstaan. Bij patiënten rond de 20 jaar duurt het meestal 3 tot 6 maanden tot de kiezen weer in contact komen. Bij oudere patiënten waarbij de bot turnover veel lager ligt duur dit meestal langer. Gemiddeld 6 tot 12 maanden.

Ook is het belangrijk de patiënt goed in te lichten over het onderhoud van het gebit na afronding van het Dahlen. Er is mogelijk onderhoud nodig voor herstel van chipping of scheurtjes. Ook is het belangrijk de kleur te bepalen voordat er geprepareerd gaat worden en is het beter om eerst oude restauraties te verwijderen. Het geeft een betere bonding als er nieuw composiet aan nieuw composiet wordt gehecht dan aan oud composiet.

Het is belangrijk dat composiet palatinaal een minimale dikte van 1,5 mm heeft. Als het dunner is, is de kans op chipping veel groter. Belangrijk dat er even contacten aanwezig zijn tussen het boven- en onderfront.

Dahl neemt 6-12 maanden in beslag bij composiet aanpak.

Follow up: 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, 12 maanden, 24 maanden.

Wat te doen als Dahl niet aanslaat

– Langer wachten

– Molaren opbouwen

– Niks doen? Rees weet niet of dit een opties is.

Problemen die mogelijk kunnen optreden

– Pulpa trauma’s: Dit gebeurt zelden omdat tandslijtage een langzaam proces is waarbij de tanden de tijd hebben zich aan te passen aan de veranderde situatie.

– Wortelresorptie: niet aangetoond.

– TMD: 2% mild en 4% gemiddeld, maar is alleen aangetoond bij de chroom kobalt bijtplaat.

– Parodontale problemen: Dit kan gebeuren als u niet zorgt dat er even contacten aanwezig zijn tussen de frontelementen. Als een element overbelast wordt, kan dit leiden tot lokaal acute paro-problematiek. Wanneer u zorgt dat er weer even contacten aanwezig zijn zal het probleem ook verdwijnen.

Failures

Uit de studie van Gulamali et al, 2011 blijkt een 50% survival van composiet Dahl over 7 jaar, waarbij 90% van de composiet Dahl kleine of grotere failures liet zien over 10 jaar.

– Kleine failures: chipping, kleine cracks

– Grotere failures: hoekjes die afbreken

Veelvoorkomende failures

  • Slijtage, verkleuringen, fractuur in het composiet

Risico factoren voor failures

– Klasse I incisale relatie

– Abrasie

– Antagonerend oppervlak van Keramiek

Parafunctie is geen tandheelkundig maar een neurologisch probleem. De tandarts heeft hierdoor wel te maken met de tandheelkundige bijwerkingen. Deze groep mensen heeft een opbeetplaat nodig na volledige opbouw van het gebit.

Het Dahl principe is toe te passen met partiële kronen in het front niet-posterior.

Punten waar nog geen antwoorden op zijn en meer onderzoek voor nodig is

– Of klinische kroonlengte een voorspelbare factor is.

– Of het van invloed is als er endo’s aanwezig zijn in frontelementen, of ze een betere of slechtere prognose hebben.

– Niet duidelijk wat de lange termijn resultaten van dubbel Dahl zijn als front elementen allemaal tegelijk worden opgebouwd.

– Wat de repositie van de mandibula doet op lange termijn.

– Waarom sommige tanden bewegen en andere niet. Molaren groeien sneller uit dan de premolaren. Als het Dahl-concept niet volledig is gelukt dan blijkt vaak dat de premolaren geen contact hebben gemaakt.

Conclusie

– Composiet is een goede keuze voor lokale slijtage in het front.

– Gemakkelijk te repareren.

– Groter failure bij attritie en bij gebrek aan dorsale steun.

 

Professor Jeremy Rees graduated from Cardiff University in 1984 and was awarded his MSc in Conservative Dentistry and his FDSRCS (Ed) in 1988. He gained his PhD and completed his higher training in Restorative Dentistry in 1996. He was appointed to a Chair in Restorative Dentistry at Cardiff University in 2004. He is currently the Director of the M Clin Dent Prosthodontics programme at Cardiff His research interests include biomechanics, tooth wear and dentine sensitivity and he has published over 100 per reviewed articles in these areas.

 

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. Jeremy Rees tijdens het NWVT-congres Dahlen, wanneer en hoe?

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z