kluis - veiligheid

Praktische tips voor informatiebeveiliging in de praktijk

In mei 2018 gaat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in, waarmee de regels rond de bescherming van persoonsgegevens worden aangescherpt. De verordening eist dat praktijken organisatorische en technische maatregelen moeten hebben genomen om aan deze regels te voldoen. In de praktijk blijkt dat informatiebeveiliging voor 80% te maken heeft met mensen en organisatie: bewustwording binnen het team om veilig te werken. Juist daarom worden in dit artikel vooral praktische, laagdrempelige tips gegeven voor meer bewustwording waarmee elke praktijk direct aan de slag kan gaan.

Voorkomen is beter dan genezen

Uit ervaring blijkt, dat de praktijken die eerder schade hebben opgelopen hun ICT maatregelen het beste hebben doorgevoerd. De schade van een crash, van het verlies van data of ‘ransom ware’ kunnen namelijk grote vormen aannemen. Als men dit een keer heeft meegemaakt, dan is de bewustwording groot om vervolgens vergevorderde en adequate maatregelen te nemen. Echter, praktijken die een dergelijke schade nooit hebben ervaren, zien lang niet altijd de noodzaak om maatregelen rondom informatiebeveiliging te nemen. Laat staan, dat zij er de financiële middelen voor willen vrijmaken. Maar ook hier geldt – net als voor het verlenen van tandheelkundige zorg: ‘voorkomen is beter dan genezen’.

Je weet niet wat je niet weet!

De reden voor een lage bewustwording op dit onderwerp is, dat praktijkhouders vaak denken dat alles goed geregeld is zolang er niks mis gaat. Iedere persoon en elke organisatie loopt echter continu een risico. Bijvoorbeeld misbruik of diefstal van persoonsgegevens, hacking of ‘ransom ware’. Zolang het gevaar of de crimineel niet bij jezelf toeslaat, lijkt het alsof alles veilig is. Je weet alleen niet, dat de risico’s soms heel dichtbij zijn.

5 Praktische tips om risico’s te verminderen

  1. Risico: Systemen zijn niet up-to-date

    Computer systemen worden permanent verder beveiligd door de leveranciers. Echter, zij lopen altijd achter de feiten. Een gat in de computer beveiliging kan namelijk pas ‘gedicht’ worden, nadat deze ontdekt is. Vervolgens worden updates aangeboden aan alle gebruikers, zodat de beveiliging van alle systemen kan worden bijgewerkt. Daarom is het belangrijk, dat frequent updates worden uitgevoerd op de systemen. Advies is met een vaste frequentie (bijvoorbeeld maandelijks) de updates door te voeren.

  1. Risico: Diefstal of misbruik van de UZI-pas

    De UZI-pas is een elektronisch paspoort. Als houder van een UZI-pas is de praktijk verplicht de pas te beschermen tegen beschadiging, verlies of diefstal. Criminelen kunnen met de UZI pas eenvoudig diverse vormen van fraude plegen. De praktijk dient de volgende tips in acht te nemen:

    • Laat de UZI-pas niet onbeheerd in de kaartlezer zitten (of plaats de kaartlezer in een afgesloten kast).
    • Bewaar de UZI-pas op een veilige plek (door deze in ieder geval einde dag uit de kaartlezer te halen).
    • Houd de pincode geheim (en laat deze dus niet bij de balie of bij de pas liggen). Of wijzig de pincode in een voor u makkelijk te onthouden combinatie.Aangezien in bovenstaande tips veel menselijke handelingen worden gevraagd, is een mogelijke verbetering de toegang en het gebruik van de UZI-pas te automatiseren. Deze geautomatiseerde oplossing is erop gericht de kaartlezer in het computersysteem beschikbaar te stellen, waarbij de toegang tot de pas einde dag automatisch wordt geblokkeerd.
  1. Risico: Vecozo certificaat wordt gestolen

    Ook het Vecozo certificaat – wat een software bestand is – stelt criminelen in staat om diverse vormen van fraude te plegen. In veel praktijken is dit certificaat echter eenvoudig te vinden. Bijvoorbeeld omdat deze nog is opgeslagen op het bureaublad van de balie computer of in de map ‘downloads’. Zodra criminelen toegang hebben tot het netwerk van de praktijk, hebben zij in dat geval ook direct de beschikking over het certificaat. Een mogelijkheid is het certificaat altijd extern op een veilige plek te bewaren.

  2. Risico: Wachtwoorden komen in verkeerde handen

    Toegang tot de computersystemen is veelal afgegrendeld met een wachtwoord. De sterkte van het wachtwoord bepaalt de sterkte van de beveiliging. Echter, een wachtwoord onthouden en invoeren levert altijd veel ongemak, waardoor snel voor eenvoudige wachtwoorden wordt gekozen. Een mogelijk verbetering is gebruik te gaan maken van een wachtwoord manager. Dit is een (veelal gratis) online dienst, die alle wachtwoorden bijhoudt van de sites die worden gebruikt in de praktijk. Deze wachtwoorden worden bewaard in een digitale kluis. U hoeft alleen het ene wachtwoord van de kluis te onthouden en kunt zodoende alle websites afschermen met een sterk gekozen wachtwoord. Voorbeelden zijn ‘Lastpass’, ‘Onepassword’ of ‘Keepass’.

  3. Risico: ID’s worden gestolen

    Het stelen van iemands ID kan resulteren in identiteitsfraude. In sommige praktijken wordt bij inschrijving van nieuwe patiënten het ID gekopieerd en in het patiëntendossier opgeslagen. Dit is echter niet toegestaan. Ook de ID’s van medewerkers worden vaak gekopieerd en opgeslagen in het netwerk van de praktijk. Een optie is om het kopie ID onbruikbaar te maken voor criminele activiteiten. Bijvoorbeeld door er met pen de volgende tekst overheen te schrijven ”Dit kopie is alleen bedoeld voor identificatie van de medewerkers van praktijk X”.

Tot slot

Doel is het vergroten van de bewustwording door de risico’s in kaart te brengen – je weet niet wat je niet weet – en direct praktische tips hieraan toe te voegen, zodat praktijkhouders en hun team hier direct mee aan de slag kunnen gaan. Uiteindelijk staan deze risico’s en bijbehorende maatregelen bijna nooit op zich, maar zal een praktijk moeten streven naar een veilige omgeving. Net als dat je thuis ook niet de voordeur met drie zware sloten vergrendeld, terwijl je het raam laat openstaan met de laptop zichtbaar op de keukentafel.

Auteurs

Dit artikel is ontstaan uit een samenwerking tussen Karel Keers – Keers Applied Electronics – en Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement.

 

Lees meer over: E-health, ICT, Kennis
Mail & Win 4x met de hele praktijk naar Dental Expo

Mail & Win: 4x met de hele praktijk naar Dental Expo

Maak nu kans om met het gehele team de Dental Expo 2018 gratis bij te wonen. Tijdens deze vakbeurs is de complete dentale markt vertegenwoordigd, met een rijk aanbod aan informatie, producten en diensten voor tandartsen, mondhygiënisten, tandtechnici, tandprothetici, praktijkmanagers en (preventie)assistenten.

Dental Expo 8, 9 en 10 maart 2018

Dental Expo is een geïntegreerd platform voor de totale mondzorg en vindt dit jaar plaats op 8, 9 en 10 maart. Op de beursvloer zullen onder andere relevante producten en diensten worden gepresenteerd. Hiernaast zullen er workshops en seminars plaatsvinden, waar professionals innovaties en nieuwe ontwikkelingen nader toe zullen lichten. Bovendien is de Dental Expo een goede gelegenheid voor iedereen die werkzaam is in de tandheelkunde om elkaar te ontmoeten en ideeën uit te wisselen over de continue bewegende markt.

Mail & Win

We mogen 4 praktijken de kans bieden om met het hele team (max. 10 personen) gratis de Dental Expo 2018 bij te wonen. Normaalgesproken bedragen de kosten €15 per persoon. Wilt u meedingen? Stuur dan een email met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 10 februari 2018. De winnaars worden 20 februari bekend gemaakt.

Deelnemers van de Mail & Win actie ontvangen automatisch de digitale Dental INFO nieuwsbrief. Als u de nieuwsbrief al ontvangt verandert er uiteraard niets.

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Producten, Scholing
Henry Schein organiseert Regio Events in Dental Management

Henry Schein organiseert Regio Events in Dental Management

Henry Schein start in februari 2018 met de eerste Dental Management Regio Events. Compleet in het teken van praktijkmanagement en -organisatie zal Henry Schein verdeeld over het jaar diverse locaties aandoen.

Het programma biedt mondzorgprofessionals lezingen op het gebied van personeelsmanagement, financieel management, marketing en effectieve communicatie, gericht op de praktijkmanager en praktijkeigenaar.

15 februari Amsterdam Oostzaan en 22 februari Zwolle

De eerste twee regio events vinden plaats op 15 februari 2018 in Amsterdam Oostzaan en op 22 februari 2018 in Zwolle. Het Dental Management Regio Event betreft een avondprogramma waarbij de bezoeker met een keuze uit diverse onderwerpen drie lezingen kan bezoeken.

Het programma aan lezingen is samengesteld door Henry Schein Dental Business Solutions, een programma met oplossingen en diensten die de tandartspraktijk helpen met praktijk- vraagstukken en doelstellingen. De oplossingen zijn gebaseerd op drie kernelementen – advies, training en groei.  Hierbij werkt Henry Schein samen met partners uit haar netwerk, die een autoriteit zijn binnen hun eigen vakgebied.

“Het Dental Management Regio Event is een nieuw educatief programma dat wij aan onze activiteiten van Henry Schein Business Solutions hebben toegevoegd,” aldus Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland. “De lezingen over praktijk- management en -organisatie  zullen absoluut helpen het praktijkbeheer te verbeteren, wat leidt tot een betere zorg en daarmee tot grotere tevredenheid onder de patiënten.”

Henry Schein Dental Business Solutions zijn toepasselijk voor alle tandheelkundige praktijken en kunnen worden toegesneden op hun individuele behoeften. Deelnemers aan het “Dentalliance” vaste-klanten-programma van Henry Schein kunnen hun gespaarde punten inzetten voor de Dental Business Solutions services.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Implantaat gedragen kronen in de zijdelingse delen: een stapsgewijze benadering

Welke stappen kunt u het beste doorlopen bij implantaat gedragen kronen in de zijdelings delen?  Bekijk de 8 stappen.

8 stappen bij implantaat gedragen kronen

In zijdelingse delen

  • Informatie verzamelen

    Allereerst wordt informatie verzameld, zodat duidelijk is welk implantaat merk, diameter e.d. geplaatst zijn. Dit staat in de rapportage van de implantoloog.

  • Het bestellen van afdrukstiften

    Hiervoor is de informatie nodig van stap 1. Er zijn ongeveer 25 merken implantaatsystemen en ongeveer 125 verschillende bovenkanten van implantaten en afdrukstiften op de markt in Nederland.

  • Het plaatsen van afdrukstiften

    Dit moet grotendeels op gevoel gedaan worden. Om te checken of de afdrukstift goed op zijn plek zit, adviseert prof. dr. Meijer de schroef van de stift nog één keer los te draaien en te voelen of de stift zelf niet meer draait. En daarna weer vast te draaien. Het heeft nauwelijks nut meer om een röntgenfoto te maken om te controleren of de stift goed zit. Het plaatsen van de stift is moeilijker als het implantaat dieper ligt.

  • Het afdrukken

    Er zijn meerdere afdrukmethodes. Bij de open afdrukmethode komt de stift net door de afdruklepel heen. Er wordt afgedrukt met een stug afdrukmateriaal. Belangrijk is dat de schroef van de afdrukstift altijd vrij is, zodat deze na uitharden weer losgedraaid kan worden.

  • Het invullen van de techniekbon

    Geef duidelijk aan wat voor product u terug wilt krijgen en denk mee met de tandtechnieker. De kleur in de zijdelingse delen kan door de tandarts bepaald worden. In het front is het vaak beter om de tandtechnicus de kleur te laten bepalen.

  • Het maken van het abutment

    Dit gaat allemaal CAD/CAM in het lab. Zowel titanium als zirkonium zijn heel biocompatibel wat belangrijk is voor contact met bot en mucosa.

  • Het plaatsen in de mond

    Alles wat verschroefd wordt, moet met een torquemeter gedaan worden. Per merk zijn deze waardes verschillend. Handmatig komt de waarde vaak niet verder dan 20Ncm, terwijl een hogere waarde gehaald moet worden. Is er geen torquemeter dan kan het abutment of kroon niet vastgezet worden.

  • Afsluiten schroefgat

    Het schroefgat wordt afgesloten met teflon of een watje en daarna composiet.

Kroon-implantaat ratio

Bij implantaten is de kroon-implantaat ratio minder kritisch dan bij natuurlijke elementen de kroon-wortelratio. Een 6 mm implantaat kan goed samen met een relatief hoge  kroon.

Er is een absolute voorkeur voor het verschroeven van implantaat gedragen kronen. Dit omdat we cementresten willen voorkomen die peri-implantitis kunnen veroorzaken.

Ti-bases

Er is nu een trend dat laboratoria graag Ti-bases (een titaniumschoteltje verlijmd met een zirkoniumopbouw) gebruiken. Er zit een duidelijk verschil tussen het individueel vervaardigde abutment en deze Ti-bases. Het is nog niet helemaal duidelijk of er ook verschillen zijn voor de levensduur.

Implantaatpaspoort

Patiënten kregen vroeger een implantaatpaspoort mee. Nu is dit niet meer het geval en in sommige gevallen geeft dat problemen met het opzoeken van welk implantaatmerk geplaatst is als de patiënt van een andere tandarts af komt.

Prof. dr. Henny Meijer, hoogleraar implantologie en prothetische tandheelkunde

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van prof. dr. Henny Meijer tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
microscoop

Aandachtspunten bij werken met microscoop bij endodontie

Kasper Veensta, tandarts bij het UMCG, gaf tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut zes tips voor het werken met een microscoop.

Tips werken met microscoop

– Je werkt altijd met indirect zicht (spiegel).

– Voor de bovenkaak kan er een grote spiegel gebruikt worden.

– In de onderkaak is een kleinere spiegel aan te raden omdat je de spiegel achter de boorkop moet zetten.

– De spiegel moet zo ver weg mogelijk van het betreffende element gezet worden. Vervolgens kan er scherp gesteld worden op de spiegel.

– In de onderkaak is het vaak lastig werken met de microscoop omdat de ‘mesiaal-distaal beweging’ wordt ‘omgedraaid’ doordat je een spiegel gebruikt.

– Hoe groter de vergroting, hoe kleiner de range is dat je scherp ziet: je bent sneller out of focus.

Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.

Lees ook: Tips voor gezond werken met de microscoop

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Google Analytics

Google Analytics voor beginners

Meten is weten – een algemeen bekende uitdrukking die ook zeer van toepassing is op websites. Met Google Analytics kan het websiteverkeer precies in kaart worden gebracht, waar veel nuttige informatie uit voort kan komen.

Activeren

Om Google Analytics te activeren moet er een kleine code in de website worden geïntegreerd, waarna allerlei data direct kan worden ingezien.

Verkeer

Via Google Analytics kan onder andere worden gezien om welke redenen mensen op de website terecht kwamen, van via een zoekopdracht in Google of een link op een andere website, tot via een (social media) advertentie of door middel van het direct intypen van de link.

Nieuw of terugkerend

Daarnaast kan in een oogopslag worden gezien hoelang mensen op de website blijven, op welke pagina’s ze het meest kijken en wat redenen zijn voor bezoekers om door te klikken of juist om de website te verlaten. Ook kan bijvoorbeeld worden bekeken welke bezoeker nieuw of terugkerend was, en of zij de website via een computer of een mobiel apparaat bezochten.

Meest bezochte onderdelen

Bij de meeste websites zal de homepagina bovenaan staan in de meest bezochte onderdelen van de website. Bij een goed lopende tandartswebsite zal ook de contactpagina hoog in dit lijstje staan. Is dit niet het geval, dan wordt het tijd om eens te kijken of verandering noodzakelijk is.

Kleine veranderingen, groot verschil

Al met al kan het gebruik van Google Analytics veel nuttige informatie geven over het websitegebruik. Deze kunnen gebruikt worden om kleine veranderingen aan te brengen die een groot verschil zullen maken.

Meer informatie  over Google Analytics

Lees meer over: E-health, Thema A-Z
implanteren

Direct implanteren: wanneer wel en niet?

Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen waardoor minder en kortere ingrepen nodig zijn. Wanneer kunt u wel en niet direct implanteren?

Na extractie verlies je vaak 4 mm bot in horizontale en in verticale zin door resorptie. Daardoor zijn allerlei botopbouw technieken ontworpen. Het liefst wordt bot gehaald uit de kaakhoek of eventueel uit de tubers. Echter is dit een tweede operatieplek en een extra ingreep. Daarom wordt als eerste keus gebruikt gemaakt van guided bone regeneration. Hierbij wordt echt bot vermengd met botsubstituten en aangebracht bij het implantaat, met als doel dat het er goed uit ziet en functioneert.

Direct implanteren

Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen. Hierdoor zijn minder en kortere ingrepen nodig. De techniek wordt alleen toegepast in het front. Met de nieuwe oppervlakte structuren en met voldoende primaire stabiliteit vindt er osseointegratie plaats. Er is maar weinig literatuur bekend over de esthetiek van deze behandeling. De verwachting is dat het waarschijnlijk niet altijd even mooi is.

Wanneer wel/niet direct implanteren?

Het is niet altijd mogelijk om direct na extractie te implanteren. Hieronder een aantal handvaten om te helpen inschatten wanneer het wel mogelijk is.

Een front element is als verloren te beschouwen, maar is nog wel in de kaak aanwezig. Als eerste wordt er dan onder lokale anesthesie bonesouding gedaan. Dit is met de pocketsonde meten waar het bot loopt bij de buurelementen. De afstand tussen het contactpunt en het bot wordt afgelezen. Als de papil het contactpunt volledig sluit dan wordt de papil gemeten. Deze afstand mag niet meer dan 5 mm zijn. Deze afstand zegt iets over de regeneratieve mogelijkheden van de papil tussen de elementen in. Als hieraan voldaan is, dan kan een jaar na het vervaardigen van een definitieve kroon verwacht worden dat er een perfecte papil teruggekomen is. Is deze afstand groter dan zal de interdentale ruimte niet helemaal gevuld worden met papil.

De volgende meting die gedaan wordt is midbuccaal. Deze afstand moet 3 mm zijn, wat betekent dat de botlamel 3 mm onder de mucosa begint. Een intacte botlamel is heel belangrijk. Dit kan vaak ook goed te zien zijn op een CBCT.

”Het heeft alleen zin direct te implanteren als de uitgangssituatie goed is. Dat wil zeggen een nette gingiva lijn, nette buurelementen en dergelijke.”

Na extractie wordt gecontroleerd of de buccale lamel in tact is. Het implantaat wordt iets meer naar palatinaal gezet, omdat daar meer bot is en daardoor meer primaire stabiliteit voor het implantaat. Hierdoor komt het schroefgat ook meer palatinaal te liggen. De boorprocedure is vervolgens hetzelfde als bij elke andere implantaatbehandeling. Het enige verschil is dat het op het moment waarbij de richting en diepte van het implantaat gecontroleerd wordt, de ruimte die er is opgevuld wordt met botsubstituut en eigen bot. Het is belangrijk dat er iets tussen de lamel en het implantaat geplaatst wordt. Het liefst iets niet resorbeerbaars, zodat het de lamel in tact houd en hiermee zorgt voor het intact houden van de buccale wand en het op zijn plaats houden van de gingiva. De passtift wordt verwijderd en het implantaat wordt geplaatst. In deze gevallen worden altijd implantaten geplaatst die zelftappend zijn.

Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

Parodontaal gezond en bij voorkeur op een natuurlijke manier

De parodontale regeneratie heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt waardoor we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen. Hoe kunt u succesvol parodontaal behandelen en risico’s op peri-implantitis bij kwetsbare patiënten beheersen?

Parodontitis is een aandoening die een uitdaging vormt voor de tandarts en mondhygiënist. Het is een nog grotere uitdaging om het parodontale weefselverlies te herstellen. Sinds de eerste stappen – begin jaren 80 – in die richting, heeft de parodontale regeneratie een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het unieke hiervan is dat we in staat zijn het verloren gegane parodontium met natuurlijke, functionele, levende weefsels te herstellen.

Toch kunnen we niet altijd dit doel realiseren en ontstaat de noodzaak om voor functieherstel in de parodontaal kwetsbare patiënt implantaten te plaatsen. Het risico op peri-implantitis is groter bij deze patiëntengroep. Peri-implantitis is inmiddels net zo prevalent als parodontitis.

Verslag van de lezing van parodontoloog Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Smile training

Mensen passen zich aan aan de bestaande situatie van het gebit. Dit wordt ook wel ‘smile training’ genoemd. Mensen gaan op andere manier praten of lachen om bijvoorbeeld hun gebit te verbergen.

Het is belangrijk voor mensen dat ze vrijuit kunnen lachen; het gebit moet mooi zijn, maar vooral ook gezond.  

Soft-tissue management

Doel van soft-tissue management is het creëren van esthetisch acceptabele en functionele zachte weefsels.

Hiermee kunnen de elementen en gingiva geclassificeerd worden:

– Pink esthetic score

– White esthetic score

– Recession esthetic score

Miller classificatie

Kroonverlenging kan worden uitgevoerd om de illusie van een papil te creëren. Bij een Miller classificatie 4*. Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

*Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva.
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi).
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijvoorbeeld parodontitis)
  4. Interdentale papil is volledig afwezig.

Necrotic Ulcerative Gingivitis

Necrotic Ulcerative Gingivitis is de meest deformerende vormen van parodontitis en treedt vaak op bij jongeren mensen.

TARNOW: afstand tussen twee implantaten

De afstand tussen twee implantaten is van invloed op de hoogte van het alveolaire bot en hiermee ook op de interdentale papil. In geval van verticaal botverlies, is er ook altijd een horizontale component als de implantaten minder dan 3 mm uit elkaar staan. (Tarnow et al. 2000). Daarom is het belangrijk dat implantaten altijd meer dan 3 mm van elkaar staan.

Scandinavisch nazorg protocol

Scaling en rootplaning zijn opgenomen in het Scandinavisch nazorg protocol waardoor mogelijk terugkeer van de papil plaatsvindt.

– Elke twee weken scalen en rootplanen.

– Patiënt dient te stoppen met roken.

– Plaque verwijderen.

Op deze manier is herstel van het parodontium haalbaar en kunnen de papillen terugkomen. Het is belangrijk om liefdevol met de gingiva om te gaan.

Parodontale regeneratie

Het parodontium is het enige weefsel wat kan terugkomen in de vorm zoals het was. Dit wordt ook wel parodontale regeneratie genoemd.

De tandarts is de gids voor de patiënt. De tandarts zorgt ervoor dat de patiënt veilig en goed door het traject heen loopt. Hierbij is het belangrijk zo weinig mogelijk invasief te zijn. Als patiënten zorg mijden nemen de problemen toe. De tandarts mag dan harder zijn tegen de patiënt en aangeven dat hij zorg mijdt en dat de behandeling niet zal slagen als er geen goede compliance is.

Als de patiënt therapietrouw is, dan kunnen elementen met twijfelachtige prognose ook vaker behouden worden. Dit zijn bijvoorbeeld elementen met furcatie problematiek. Eenwortelige elementen hebben over het algemeen goede prognose met scalen en rootplanen.

Als de patiënt niet nazorgtrouw is dan verliezen ze gemiddeld 3 elementen in een periode van 10 jaar versus 0,5 element bij patiënten die wel nazorgtrouw zijn.

  • Gebrek aan compliance en roken zorgt voor verlies van elementen.
  • Uit onderzoek uit 2014 is gebleken dat furcatieproblematiek geen problemen hoeft op te leveren zolang andere belangrijke factoren wel goed zijn.

Plaquebeheersing

Plaquebeheersing is heel belangrijk in de behandeling en preventie van parodontitis. Een  onderzoek van Lang liet een voortdurend niet ontstoken (gezond) parodontium met 99,5% overleving zien versus een voortdurend ontstoken parodontium met een overlevingspercentage van 63%.

De epidemie peri-implantitis heeft te maken met de indicatiestelling. Iatrogene pseudopocket kan ontstaan door te hard drukken met pocketsonde. Een druksonde is nodig bij implantaten omdat anders de kans groot is dat er te hard wordt doorgedrukt met de sonde – tot op het bot – en hiermee de verkleving van de gingiva aan het implantaat wordt beschadigd.

Sonderen

Implantaten hebben geen parodontium. Sonderen heeft betrekking op 3D niveau terwijl een röntgenopname alleen 2D is. Een kliksonde is een must in de implantologie. Sonderen is nodig om gezondheid van de tand of het implantaat te kunnen vaststellen. Een foto alleen zegt niets. De sulcus van een implantaat is veel kwetsbaarder dan dat van een natuurlijk element en daarom moet hier dus extra voorzichtig mee worden omgegaan. De sulcus van het implantaat reageert heftiger op plaque dan de normale sulcus en is daarom fragieler.

Algemene gezondheid

De mondgezondheid is van invloed op de algehele gezondheid. Door een met de tijd veranderd eetpatroon zijn er steeds meer diabetespatiënten die een hoger risico hebben op parodontitis. Door verhoogd suikergebruik is uitgebreidere plaquebeheersing nodig.

Als tanden te dicht tegen elkaar aanstaan kan dit tot problemen leiden. Hieruit is het begrip ‘Root proximity’ ontstaan. Dit is het fenomeen waarbij gedeeltelijke of totale afwezigheid is van bot tussen twee naast elkaar gelegen wortels van verschillende tanden. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Root proximity komt het vaakst voor tussen de eerste en tweede molaar en tussen de centrale en laterale incisief in de bovenkaak en onderkaak, tussen de tweede premolaar en eerste molaar en tussen de centrale incisieven in de onderkaak. De interdentale ruimte wordt verdeeld in een Apicaal, het Between en een Coronaal deel. De ernst wordt hiermee bepaald. Dit kan 1 (0.8mm), 2 (0.5mm) of 3 (0.3mm) zijn. Waarbij 0.3 mm de meest ernstige vorm is: hierbij is er geen interdentale ruimte aanwezig.

Onderfront

Het onderfront heeft een hoger risico dus een hogere proximity wat zorgt voor een hoger parodontitis risico. Het is puur de anatomie die dit bepaalt. De anatomie zorgt ervoor dat het interdentaal moeilijk of makkelijk is schoon te houden. Een orthodontisch behandelde patiënt heeft een kleinere kans op root proximity. Daarentegen wordt orthodontie tegenwoordig wel vaak aangewezen als schuldige voor recessies. Volgens Quincey is dit meer afhankelijk van het biotype van de gingiva dan van de orthodontische belasting.

Kleine interdentale ruimte

Een kleine interdentale ruimte maakt het lastiger om parodontitis te managen dan grote ruimtes. Dit is technisch veel makkelijker te managen. Een diasteem maakt regeneratie van het parodontium het meest eenvoudig en maakt het chirurgisch veel eenvoudiger.

Multidisciplinair oplossen gebeurt ook met orthodontie samen. Het heeft de voorkeur om eerst het parodontium aan te pakken en daarna pas orthodontie toe te passen. ‘Perio first’. Het moet gezond zijn voordat verder gegaan kan worden. Als tanden rechter staan, is recessiebedenkende chirurgie eenvoudiger voor de parodontoloog, dan kan het gunstig zijn om eerst orthodontisch te behandelen.  

Socket graft

Een socket graft kan worden uitgevoerd in plaats van een klasse-V restauratie of transplantaat. Niets is mooier dan eigen tandvlees. Voor een socket graft wordt er eerst getunneld waarna er een bindweefsel transplantaat wordt aangebracht. Door regeneratief te behandelen gaat in de meeste gevallen de recession esthetic score omhoog. Er kunnen snelle resultaten worden behaald met deze techniek. Het tandvlees biotype wordt dikker waardoor er een kleinere kans aanwezig is dat recessie opnieuw optreedt. Een eventueel diasteem kan daarna gesloten worden met orthodontie om te zorgen dat de black triangles verdwijnen.

Amelogonine

Amelogonine wordt aangebracht bij parodontale regeneratie op het worteloppervlak, vervolgens wordt dit afgedekt met een membraan middels teflon hechtingen. Zo worden nieuw cement, nieuw bot en nieuwe parodontale weefsels gevormd. Amelogonine bevordert de angioneogenesis waardoor een snellere genezing volgt. Parodontale regeneratie wordt hiermee steeds voorspelbaarder.

De open techniek socket graft brengt hogere risico’s en complicaties met zich mee dan een gesloten graft techniek. De open techniek kan alleen worden uitgevoerd in het front als het echt nodig is. Post canine is dan minder kritisch.

Mislukkingen in implantologie

  • Er is een hoger risico bij implantaten die diep onder gingiva gelegen zijn en die niet goed passen. Er is zo geen plaquebeheersing mogelijk wat zorgt voor een grotere kans op failure.
  • Er zijn vaker problemen met gecementeerde kronen dan met verschroefde kronen.
  • Fail to plan is plan to fail.
  • ‘Lets give teeth a chance’: Verwijder niet altijd tanden zomaar. Veel tanden kunnen toch worden behouden.
  • Titanium of zirconium is het beste wat op implantaat verschroeft kan worden.
  • Een drie-wandig botdefect heeft de beste prognose bij regeneratie.
  • Therapietrouw leidt tot minder tandverlies dan implantaatverlies. Er is minder botverlies rondom tanden dan rondom implantaten bij parodontitis patiënten.

 

Giles de Quincey is in 1987 afgestudeerd als tandarts aan de KU Nijmegen. Na een korte tijd als algemeen-practicus in Eindhoven gewerkt te hebben, is hij in 1988 een 2-jarige Post-graduate opleiding Parodontologie begonnen aan de University of Southern California in Los Angeles. Na succesvolle afronding hiervan is Giles in 1990 een verwijspraktijk voor Parodontologie en Implantologie in ‘s-Hertogenbosch gestart. Sinds 2009 is de praktijk ook uitgebreid met endodontie op verwijzing. In 1994 is Giles erkend als Diplomate of the American Academy of Periodontology, verder heeft hij ook zitting gehad in het Consilium Parodontologicum van de NVvP. Sinds 1992 is Giles verbonden als docent aan de destijds EFP-erkende Post-graduate opleiding voor Parodontologie in Nijmegen.  Na terminatie van het Post-graduate onderwijs is hij kort betrokken geweest bij het chirurgisch profiel in de master fase van tandheelkunde. Sinds begin 2017 is hij Assistant Clinical Professor in de EFP-erkende Post-graduate opleiding Parodontologie aan de Universiteit van Bern, Zwitserland. Giles is actief lid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry en heeft in binnen- en buitenland nascholing gegeven, waarbij zijn voorliefde uitgaat naar parodontale plastische regeneratieve chirurgie en multidisciplinaire casuïstiek.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Giles de Quincey tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
studenten

Excellente studenten Mondzorgkunde

dental INFO sprak met een aantal studenten Mondzorgkunde die door hun opleiding ‘excellente student’ werden genoemd. Een excellente student kan zeer goede cijfers hebben behaald en/of speciale activiteiten ondernemen en frisse eigen ideeën hebben.

Aan het woord zijn Lotte Ezemdam, Lieke Tijhuis, Baukje Bootsma, Laura van Oortmerssen, Valentina Dawood, Anneke Meijst, Rosalie Dool en Esther Spit.

Waarom worden jullie ‘excellente studenten’ genoemd?

Lotte vindt het in de eerste plaats een erg leuk compliment. “Ik denk dat ik als ‘excellerende student’ word bestempeld, omdat ik redelijk gemakkelijk vier studiejaren heb doorlopen. Ik kon goed samenwerken met mijn medestudenten en docenten, was altijd aanwezig, leverde op tijd alles in, was enthousiast en bleef niet op de achtergrond staan. De behandelingen op de kliniek gingen goed en ik had een professionele houding. Daarnaast heb ik mij ook nog ingezet voor de studievereniging, T.M.F.V. Archigenes, van Mondzorgkunde en Tandheelkunde. Ik heb in een aantal commissies gezeten en in 2015-2016 een bestuursjaar gedaan.”

Lieke springt qua cijfers niet boven haar medestudenten uit. Ze denkt dat zij als ‘excellerende student is bestempeld vanwege haar communicatieve vaardigheden. “Ik ben erg betrokken bij mijn medestudenten, kan goed overweg met mijn docenten en ben professioneel naar mijn patiënten.” Daarnaast is ze zowel actief in de jaarvertegenwoordiging, de Studenten Commissie van NVM-mondhygiënisten als binnen de studievereniging. “Ik zit in de Studenten Commissie omdat ik graag in contact wilde komen met medestudenten van de opleiding uit verschillende steden. Ik was nieuwsgierig hoe het er bij hen op de opleiding aan toe gaat en in welk opzicht de opleidingen van elkaar verschillen. Daarnaast vind ik het leuk om actief bezig te zijn binnen de opleiding en contactpersoon te zijn voor studenten die vragen hebben voor de NVM. Ook is het leuk om te helpen bij congressen.”

Baukje denkt dat ze ‘excellent’ is door haar cijfers én doordat ze passie heeft voor het beroep. “Ik werk graag met mensen in teamverband, zat in de vertegenwoordiging van het eerste jaar en twee jaar in de feestcommissie Al Dente, volgde een honoursprogramma en ben nu werkzaam als student-assistent bij de eerstejaars Mondzorgkunde studenten.”

Ook Laura haalt goede cijfers. Daarnaast zit ze in zowel de normale jaarvertegenwoordiging als in de kliniekjaarvertegenwoordiging. “Hierin probeer ik samen met medestudenten kritisch naar ons (kliniek)onderwijs te kijken. Ook ben ik werkzaam als student-assistent op het skillslab bij jaar 1 Mondzorgkunde. Verder zit ik als student-lid in de DIM (Decentrale Incidenten Melding-commissie) van het CTM. Meldingen die op de kliniek gedaan worden, komen bij ons binnen. Het incident wordt vervolgens door ons geanalyseerd wat uiteindelijk leidt tot een rapport. Tot slot zit ik in de CHIEF. Dit is de commissie binnen onze studievereniging (Archigenes) die foto’s maakt tijdens alle activiteiten. “

Valentina zocht meer uitdaging tijdens haar studie en ging daarom na de propedeuse het excellentieprogramma volgen. “Daarna heb ik zelf dingen gedaan en uitgezocht zoals cursussen volgen en onderzoekers mee helpen.”

Welke eigenschappen hebben jullie als excellente studenten?

Als antwoord worden heel wat eigenschappen genoemd. Het komt er op neer dat ze heel enthousiast, leergierig, proactief, zorgzaam, nauwkeurig en zelfbewust zijn, een open houding en doorzettingsvermogen hebben en goed kunnen samenwerken en planmatig werken.

Waarom hebben jullie voor de studie Mondzorgkunde gekozen?

Iedereen heeft uiteraard persoonlijke redenen om de studie te volgen, maar het is duidelijk dat ze allemaal graag met mensen werken. “Graag voor mensen zorgen en hen willen helpen,” werd bijvoorbeeld genoemd. Lotte: “Ik haal veel voldoening uit dit beroep op het moment dat je samen met je patiënt een doel hebt bereikt. Bijvoorbeeld van een slechte mondgezondheid met weinig compliance vanuit de patiënt naar een goede mondgezondheid waarvan de patiënt ook zelf het belang. Daarnaast vind ik fijn om te zien dat een patiënt tevreden de behandelkamer verlaat na bijvoorbeeld een pijnklacht, een restauratie of een voorlichtend gesprek.”

Laura wil een basis leggen voor de studie Tandheelkunde, die ze hierna wil gaan doen en waar ze eerder al voor werd uitgeloot. Baukje noemt de veelzijdigheid van het beroep. “Ik hou ervan met mensen te werken en ik vind het fijn om praktisch bezig te zijn. Met dit beroep kan ik dit combineren. Daarnaast vind ik het leuk dat de patiëntengroep heel divers is. Je ziet mensen van jong tot oud, dus elke gebitssituatie is anders. Tegenwoordig mogen wij als mondhygiënist ook prepareren en restaureren. Dit vind ik leuk om uit te voeren, maar ik vind het vooral belangrijk dat ik als mondhygiënist mensen bewust kan maken van hun eigen mondsituatie. Door gerichte voorlichting en instructies hoop ik dat ik patiënten kan aansporen om een goede mondhygiëne te handhaven, zodat cariës en tandvleesproblemen voorkomen kunnen worden.”

En hoe bevalt de studie jullie?

De studenten zijn het er over eens dat het positief is dat het een relatief kleine faculteit is, waarbij de afstand tussen studenten en docenten klein is en dat er wordt samengewerkt met studenten tandheelkunde. De combinatie tussen praktijk en theorie vinden ze goed. De opleiding is goed opgebouwd en er zijn leuke en leerzame activiteiten. Ook over de praktijkbegeleiding en de wetenschappelijke vorming zijn ze te spreken. En dat ze leren om eigen verantwoordelijkheid te dragen.

Nadeel is wel dat het een erg pittige opleiding is, zelfs als je VWO hebt gedaan. In het vierde jaar zouden wel wat meer colleges gegeven mogen worden. Verder is het jammer dat keuzevakken zoals logopedie niet in de basis zitten.

Anneke vertelt dat ze de studie vanaf het begin al erg leuk vindt. “Wat ik eigenlijk al van kleins af aan wilde weten over het beroep, werd ineens realiteit en dat was wel even wennen. We hebben uitgebreid geleerd op het skillslab hoe we moeten omgaan met instrumenten, op kliniek leer je eigenlijk het beroep zelf met alles erop en eraan, natuurlijk wel stap voor stap. Je leert theoretisch alles wat voorkomt in het beroep, van tanden tot communicatie. Daarnaast worden er nog leuke en leerzame activiteiten georganiseerd door onze studievereniging en de studenten en docenten zelf. Eigenlijk heb ik geen puntje dat mist op de opleiding.“

Valentina vond de opleiding erg interessant. “Ik heb mezelf goed kunnen ontwikkelen en verschillende werkvelden gezien. Ik vond de opleiding op niveau. Alleen miste ik een stukje psychologie in slechtnieuwsgesprekken. Als behandelaar kom je vaak zieke mensen tegen in de praktijk. Op school leren we een slechtnieuwsgesprek voeren, maar weinig over hoe je om moet gaan als iemand je vertelt over haar of zijn ziekte. Esther Split vindt de opleiding heel anders dan de praktijk. “

Wat willen jullie absoluut op de werkvloer doen?

De excellente studenten blijken heel wat ambities te hebben. Allerlei soorten werkzaamheden en werkvloeren worden genoemd.

Lieke wil in ieder geval graag tandheelkundige handelingen uitvoeren. “Ik denk dat ik meer motivatie uit mijn werk kan halen naarmate de diversiteit aan behandelingen groter is. Naast het preventieve werk zou ik dus ook graag röntgenfoto’s willen vervaardigen en interpreteren en wil ik graag prepareren/restaureren. Tevens lijkt het me ontzettend mooi om diverse leeftijdsgroepen te behandelen.

Baukje ziet voor haarzelf vooral een rol weggelegd in de preventie. “De meeste patiënten vinden de tandheelkundige behandelingen spannend en niet fijn. Ik hoop dat ik mensen met een tevreden gevoel en met een aanvullende tip naar huis kan laten gaan. Ik snap dat de behandeling niet fijn is op dat moment, maar ik hoop dat patiënten inzien dat ik hen kan ondersteunen om het gebit te behouden en ergere problemen kan voorkomen als de zelfzorg goed wordt uitgevoerd.”

Rosalie wil graag tandheelkundige vrijwilligerswerk in het buitenland doen. “Laat ik nu net over een paar dagen voor een half jaar vertrekken naar Zuid-Afrika om dit te gaan doen! Als ik terugkom hoop ik parttime aan de slag te gaan in een algemene tandartspraktijk en parttime bij Stichting Mondzorg; een stichting die zorg draagt voor de mondzorg in verpleeghuizen en psychiatrische instellingen. Eerst maar eens ervaring op doen! Ik vind met name de bijzondere doelgroepen kinderen en ouderen erg interessant. Tijdens mijn studie heb ik in beide werkvelden stage gelopen en gewerkt.”

Valentina zou graag iets willen doen in praktijkonderzoeken. “Deze interesse heb ik gekregen na het eerste studiejaar. Een nieuw product op de markt zetten dat echt helpt zou erg mooi zijn.“

Esther wil alle geleerde vaardigheden toepassen. “Dus niet alleen het reinigen en geven van instructies, maar ook het prepareren en restaureren, het uitvoeren van PMO’s, het maken van röntgenfoto’s, het toedienen van anesthesie, het leggen van sealants etc. Toevallig werk ik al in een praktijk waar ik dit allemaal mag uitvoeren, wat ik erg fijn vind. Het is mijn doel om tandarts te worden. Dit wil ik bereiken door het volgen van een schakeljaar en vervolgens de reguliere studiejaren 3 t/m 6 van de studie Tandheelkunde.”

Wat willen jullie nog leren van ervaren mondhygiënisten door bijvoorbeeld stage te lopen?

De antwoorden hierop lopen uiteen van ‘mandibulair blok’ tot ‘slechtnieuwsgesprek’. Baukje denkt vooral te kunnen leren van de werkervaring van oudere mondhygiënisten. “Tijdens controles is het belangrijk dat de mond goed geïnspecteerd wordt. Doordat ik nog weinig werkervaring heb, zal ik misschien wel dingen over het hoofd zien. Ik denk dat oudere mondhygiënisten mij kunnen inspireren door mij mee te laten kijken hoe zij de mond inspecteren, waar ze op letten, hoe een mondsituatie er goed of juist verdacht uit ziet.”

Lotte hierover: “Tijdens de studie heb ik meerdere stages moeten lopen en ik heb gemerkt dat je zoveel nieuwe dingen leert in een praktijk. Iedere praktijk heeft zijn eigen manier van werken. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende materialen, instrumenten en iedereen heeft zijn eigen kijk op behandelen.”

Tot slot: wat zouden professionals van jullie kunnen leren?

Lotte adviseert oudere vakgenoten up-to-date te blijven. “Ik denk dat de ‘oude’ mondhygiënisten en tandartsen moeten wennen aan de taakherschikking en ik adviseer hun ook om daarvoor open te staan. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig symposia en cursussen bij te wonen. Sta open voor verandering.”

Baukje pleit voor meer zorg op maat. “Ik hoop dat ik oudere mondhygiënisten kan inspireren om per patiënt te bekijken welke zorg, voorlichting en instructie nodig is. Soms wordt er gereinigd en een standaardinstructie gegeven, maar als je het per gebitssituatie bekijkt, is eigenlijk niemand hetzelfde en dient dus zorg op maat aangeboden te worden. Dus bekijken waarom een pocket op die plek zit of waarom een poetstrauma daar is ontstaan en hier de voorlichting en instructie op aanpassen, zodat patiënten bewust worden van hun eigen mondsituatie en dit door goede zelfzorg kunnen verbeteren.”

Anneke denkt op dit vlak aan werkmethodes. “Oudere mondhygiënisten moeten een methode uitzoeken waardoor ze het prettigst kunnen werken. Ik heb gemerkt dat ik door bepaalde tips en trucs van bijvoorbeeld docenten of werkende tandartsen op een rechtvaardige manier, makkelijker te werk kan gaan. “

Valentina geeft als tip: “rustig behandelen en communiceren met patiënten tijdens stressvolle situaties.”

Laura denkt dat het vooral belangrijk is om kritisch naar jezelf te blijven kijken. “Probeer je eigen handelen om de zoveel tijd te evalueren, desnoods met hulp van anderen. Blijf jezelf daarnaast uitdagen.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Opinie, Scholing, Thema A-Z
Robotisering

Wilt u door een robot geopereerd worden?

Nu de robotisering en kunstmatige intelligentie steeds verdere vooruitgang boeken wordt de vraag actueel of patiënten eigenlijk wel medische ingrepen willen ondergaan die door machines worden uitgevoerd. PwC Duitsland heeft deze vraag aan 11.000 mensen uit twaalf landen gesteld.

Vertrouwen in techniek

Het vertrouwen in de techniek blijkt best groot te zijn. 55% van de ondervraagden zei er voor open te staan om in de toekomst een medische behandeling door kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence) of robotica te laten verrichten. Bijna de helft zou zich bij een kleine ingreep ook door een robot willen laten opereren.

Voorwaarden kunstmatige intelligentie en robotica

Er werden vooral drie voorwaarden genoemd om op kunstmatige intelligentie en robotica te kunnen vertrouwen. De nieuwe methoden moeten in de eerste plaats sneller en nauwkeuriger zijn dan de conventionele. Daarnaast moeten ze werkelijk betrouwbaar zijn en moeten ze er voor zorgen dat meer mensen toegang krijgen tot medische zorg.

Vooral in armere landen waar het gezondheidssysteem slecht functioneert vertrouwen mensen op de nieuwe methoden. In Zuid-Afrika stelt 82% zich open voor kunstmatige intelligentie en robotica, in Nigeria zelfs 94%.

Assistent Intelligence

Volgens Michael Burkhart, directeur Gezondheidszorg en Farmacie bij PwC Duitsland, zal in de toekomst het gebruik van technische hulpmiddelen in de geneeskunde alleen maar toenemen. Kunstmatige intelligentie en robotica vervangen dan misschien niet daadwerkelijk de arts, maar ze kunnen wel zijn taken verlichten. “In plaats van ‘Artificial Intelligence’ zou je van ‘Assistent Intelligence’ kunnen spreken,” meent Burkhart: “De robot als de rechterhand van de arts.”

New Health

In de gezondheidszorg wordt momenteel onder de titel ‘New Health’ over het toenemende belang van kunstmatige intelligentie gediscussieerd. Daarbij gaat het niet alleen over de operatiekamer, maar bijvoorbeeld ook over nieuwe gezondheids-apps. Een ander voorbeeld is technologie waarmee de diagnostiek verder verbeterd kan worden. Zo kan borstkanker met een veel grotere nauwkeurigheid vastgesteld worden dan een paar jaar geleden. Daarnaast maken bij veel ziekten big data-toepassingen behandelingen op maat mogelijk.

Bron:
PWC

Lees ook: Nemen robots de mondzorg over?

Lees meer over: E-health, Kennis
Rood kruis

Duitse tandartsen leren van elkaars fouten

Samen fouten vermijden – dat is het idee achter het Duitse online meldingssysteem waarin fouten bij tandartsbehandelingen worden vastgelegd en gedeeld. Dat dit goed werkt blijkt uit het relatief lage percentage van gemaakte fouten in de tandheelkunde

Iedere tand telt!

Sinds 2011 heeft de Bundeszahnärtzekammer (BZÄK), de Duitse beroepsorganisatie voor tandartsen, een project genaamd ‘Iedere tand telt’ opgezet. Dit is hoogstwaarschijnlijk het eerste systeem ter wereld voor tandartsen, waarop zij hun cases anoniem en zonder herkenning van zichzelf of hun patiënt kunnen invoeren. Het systeem is gemaakt naar voorbeelden uit de luchtvaart, nucleaire en chemische industrie, waarbij kleine fouten tot grote gevolgen kunnen leiden.

“Vlekkeloos te werk gaan is van groot belang bij elke medische professie. Het is dan ook niet voor niets dat tandartsen hun werk zo serieus nemen. Bescherming van de patiënt betekent om fouten en klachten die zijn gebeurd zo grondig mogelijk te analyseren, en alles te doen om deze in de toekomst te vermijden,” aldus Dietmar Oesterreich, vice-president van BZÄK.

Met dit systeem kunnen tandartsen bij elke patiënt eventuele medische fouten laten controleren door neutrale experts. BZÄK verwacht eind juni voor het eerst een evaluatieverslag van de uitkomsten te kunnen leveren.

Weinig fouten

Duitse tandartsen maken vergeleken met andere beroepsgroepen weinig fouten, maar voor BZÄK is elke fout er één te veel. Vorig jaar werden bijvoorbeeld 93 miljoen tandheelkundige behandelingen uitgevoerd. Daarvan voldeden 422 behandelingen niet aan de norm: ze waren foutief of niet volgens de medische standaard uitgevoerd. Dit foutenpercentage is kleiner dan in andere medische gebieden.

Bronnen:
ZWP online

Lees meer over: Endodontie, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z
Restaureren2018: Videobericht van Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens

Restaureren2018: Videobericht van Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens

Dit event is voorbij!

In deze video vertellen Marco Gresnigt, Martijn Moolenaar en Sjoerd Smeekens u graag over hun lezingen tijdens het congres RESTAUREREN2018 wat op 2 februari as. in de RAI in Amsterdam gehouden gaat worden.

Bekijk de video hieronder.

Deze praktiserende collega’s hebben een interessant congresprogramma samengesteld over het restaureren van natuurlijke elementen met composiet, partieel porselein, facings, keramiek of de keuze voor een brug of een implantaat.

Bekijk het volledige congresprogramma en een online inschrijfformulier

 

Lees meer over: Kennis, Scholing, Thema A-Z, Video
Digitale tandheelkunde in 2027

Digitale tandheelkunde in 2027

In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten, maar ook aan 3D printers. Welke nieuwe technologie zal binnen 10 jaar beschikbaar zijn in de tandheelkunde?

Centraal in de digitale wereld lijkt Nederland te liggen, waar heel langzaam een digitale revolutie op gang komt in de tandheelkundige wereld. In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten met nieuwe mogelijkheden, maar ook aan 3D printers voor de productie van kronen en prothetiek. Dat betekent op korte termijn een verandering in de manier waarop we werken en in de processen in onze praktijk. Maar wel een hele leuke verandering, omdat we door deze technologie soms beter en soms sneller kunnen werken en soms ook dingen kunnen doen die we voorheen nog niet konden. En dat we voorop lopen in Nederland betekent weliswaar dat we het ijs breken voor de internationale collega’s om ons heen, maar dat we daarmee trots kunnen zijn op onze positie in de tandheelkundige wereld. In deze lezing wordt een overzicht gegeven van alle nieuwe technologie die al verkrijgbaar is of zeer binnenkort beschikbaar komt en wat de invloed hiervan zal zijn binnen 10 jaar.

Beïnvloeders in de tandheelheelkunde

(Geo)politiek

Hierbij zijn we helaas afhankelijk van de grillen van de politici.

Economie

Een voorbeeld van een trend is ‘collaborative consumption’ wat inhoud dat er gedeelde aanschaf van producten plaatsvindt om kosten te drukken. Dit betreft producten die je maar beperkt nodig hebt en duur zijn in aanschaf en onderhoud, zoals bijvoorbeeld een conebeam (CBCT) machine.

Demografie

  1. Vergrijzing
  2. Slinkende populatie Nederland
  3. Slinkend aantal studenten/arbeiders

Om groei in een bevolking te houden heb je gemiddeld 2.1 kind per gezin nodig. Nederland zit daaronder en krimpt met als gevolg dat er steeds minder jongeren in de populatie zijn. Met de bestaande cijfers zullen er in 2040 veel minder jonge mensen zijn. Nu zijn er nog 8 werkende jongeren per 75-plusser versus naar schatting 3 per 75-plusser in 2040. Dit heeft ook tot gevolg een slinkende populatie arbeidskrachten in de zorg.

Technologie

  1. Zal ons werken voorspelbaarder maken: we zullen eindproducten kunnen gaan leveren met een hogere en zeer voorspelbare kwaliteit.
  2. Kosten van technologie gaan omlaag en dat zal ook helpen onze kosten omlaag te brengen.
  3. Moeilijke dingen kunnen met behulp van technologie makkelijker gemaakt worden. Ontwikkelingen die dit mogelijk maken, zijn:
  • 3D scanners. De scanners worden goedkoper, draadloos, gemakkelijker in het gebruik, sneller en krijgen steeds meer nieuwe features. Ze gaan concurreren met afdrukmaterialen omdat het gemakkelijker zal worden om een digitale afdruk te maken dan en conventionele afdruk.
  • 3D printers: Ook deze zullen steeds goedkoper, sneller en beter worden. Daarnaast zullen de materialen die we kunnen printen ook steeds beter gaan voldoen aan de eisen die we stellen aan prothetische materialen.
  • Artifical Intelligence en robotica.
  • Nieuwe software applicaties die kunnen worden gebruikt voor:
    – Monitoren van veranderingen in de dentitie.
    – Meten van slijtage. Dit kan een preventieve rol hebben omdat we daarbij kunnen beoordelen of het gaat om fysiologisch of “pathologisch” verlies van tandmateriaal?

Verwachtingen voor 2027

Van der Meer noemt drie punten die in 2027 mogelijk zullen zijn:

  • Door weefsels heen kunnen kijken met nieuwe imaging technologieën.
  • Ultrasound: interessant voor parodontologie en endodontologie.
  • Veel technisch werk wat nu door mensen wordt uitgevoerd zal kunnen worden overgenomen door machines. Zo zullen kerncompetenties van de tandarts gaan verschuiven. Als prepareren van caviteiten en kroon en brugwerk door slimme robots kan worden uitgevoerd, zal de tandarts andere taken krijgen.

Verborgen consequenties van de invoer van nieuwe technologie

Sommige consequenties van de toepassing van nieuwe technologie zijn niet direct evident. Denk daarbij aan de “iPad-scholen” waarbij minder aandacht zal zijn voor schrijven met de hand. Dit leidt mogelijk tot:

  • Nieuwe gezondheidsproblemen: Bijvoorbeeld een ‘iPad duim’ (komt voor onder kinderen).
  • Fijne motoriek gaat verloren: Als je alleen maar typt en minder schrijft, zou dit mogelijk
    ongunstig kunnen zijn voor de ontwikkeling van de fijne motoriek. En dat kan voor de nieuwe generatie tandheelkunde studenten een nadeel zijn.
  • ”Attention-span” van jongeren is slechts ter grootte van computerscherm.

Conclusies

  • De patiënt wordt steeds ouder.
  • Tandheelkunde wordt snel digitaal, hierin is een exponentiële groei waar te nemen. Handelingen die nu nog door mensen worden uitgevoerd zullen steeds verder worden overgenomen door machines.
  • Veel dingen gaan makkelijker worden in 2027 ten gevolge van gevorderde technologie.
  • Producten/services worden snel goedkoper.
  • We hebben een nieuw profiel nodig voor de nieuwe tandarts van 2027: er zal een verschuiving van handelingen plaatsvinden die door tandarts uitgevoerd zullen worden.
  • Tandtechnieker in 2027 wordt meer een dentale ingenieur

Joerd van der Meer deed in 1989 tandartsexamen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Na de militaire dienst als tandarts bij de Koninklijke Marine, werkte hij enkele jaren in een groepspraktijk in Drenthe. In 1996 begon hij als docent voor de disciplinegroep Tandheelkunde/Mondhygiëne van de RuG. In samenwerking met de afdelingen Endodontologie van de ACTA en de KUN heeft hij het onderwijs “Endodontologie” van de Tandheelkundige opleiding van de RUG vormgegeven. Vanaf 1998 tot januari 2002 was hij werkzaam als docent en onderzoeker bij de afdeling “Endodontologie” van de KUN onder leiding van dr. Werner Willemsen. Sinds 1998 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie gedurende 2 dagen in de week. Sinds januari 2002 is Joerd parttime werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar hij in 2016 is gepromoveerd op 3D technologie en digitale workflows. Tevens is hij sinds 2009 “Honorary Research Associate” bij het “University College of London Eastman Dental Institute”.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Joerd van der Meer tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: E-health, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Casus endodontologie: Lateraal kanaal of iets anders?

Casus endodontologie: Lateraal kanaal of iets anders?

Enige tijd geleden meldde zich onderhavige patiënt in onze verwijspraktijk met een problematische 21. Het element was iets gevoelig maar de voornaamste klacht was de constante pusafvloed uit de omgeving van het element en een onaangename reuk en smaak.

Diagnose

Geen historie van trauma. Klinisch onderzoek bracht een diepe 12 millimeter pocket aan het licht mesiaal van het element. Bloeding bij sonderen. Verder waren er geen afwijkingen te constateren in de mond.

Het beeld op de röntgen opnames leek overeen te komen met de verschijnselen behorende bij een endo/paro probleem, veroorzaakt door een lateraal kanaal.

Casus endodontologie  casus endodontologie

De aanwezige kanaalbehandeling leek lege artis uitgevoerd hoewel de kanaalpreparatie niet centraal in het element kon worden gehouden. Aan de mesiale zijde was de wand dunner dan aan de distale zijde. Dat kon te maken hebben met de problemen die de vorige clinicus ondervond bij het zoeken naar een waarschijnlijk geoblitereerd kanaal. Ook vonden we de preparatie fractioneel te kort.

Endo/paro problemen

Endo/paro problemen komen frequent voor maar worden vaak niet als zodanig herkend. Veelal wordt de patiënt doorverwezen naar de mondhygiënist en bij geen succes naar de parodontoloog.

Wordt de pocket parodontaal behandeld door middel van een scaling en planing procedure dan is iedere kans op genezing verkeken omdat de cementlaag wordt verwijderd en er geen herstel van de aanhechting meer kan plaatsvinden.

Behandeling

Op vermoeden van een endo/paro probleem waar een lateraal kanaal schuldig aan kan worden bevonden stelden we voor om eerst de kanaalbehandeling opnieuw te doen.

Afbeeldingen 1 (2) t/m 10(2) geven een beeld van element 36 waar wel op tijd de juiste diagnose werd gesteld. De eindfoto’s laten een fraai lateraal kanaal zien dat zorgde voor het interradiculair botverlies en de bijbehorende pocket van 10+ millimeters. Na 6 maanden is het defect volledig genezen.

Casus endodontologie Casus endodontologie

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Casus endodontologie

 

 

 

 

 

 

Reinigen van een wortelkanaal

We zijn, zeker in dit soort gevallen, nog fanatieker in het reinigen van het wortelkanaal. De methodiek waar generaties tandartsen mee opgeleid zijn, is om zo snel mogelijk het aanwezige vulmateriaal zacht te maken zodat een vijl richting apex geschoven kan worden en een röntgenfoto gemaakt kan worden. Voor het vroegtijdig bepalen van de lengte van het element moet alles wijken.

Hierbij wordt echter voorbij gegaan aan de dynamiek van de verschillende kanaalinhouden die daarbij een rol spelen.

Ten eerste zorgt het geforceerd inbrengen van een vijl voor een hydrostatische drukverhoging in het kanaal waardoor in dit geval door chloroform verweekte gutta, samen met de nog in het kanaal aanwezige necrotische pulparesten en bacteriën in alle laterale anatomie wordt geperst.

Ideaal is wanneer alle in oplossing gebrachte kanaalinhoud naar occlusaal richting pulpakamer kan ontsnappen en afgevoerd kan worden. Vaak is het echter zo dat de weg naar boven voor een groot gedeelte wordt afgesloten doordat de vijl klem zit juist bij de kanaalingang.

Kanaalinhoud wordt dus in belangrijke mate verdrongen naar waar het juist niet heen moet: naar lateraal en naar terminaal.

Op korte termijn is het gevolg ervan een acute ontsteking met pijn die heel heftig kan zijn en op lange termijn laesies van endodontische oorsprong.

De herbehandeling

Na anesthesie en rubberdam begonnen we aan het verwijderen van de composietopbouw en de gutta percha uit het kanaal.

Composiet verwijderen uit kanalen gaat efficiënt met LN frezen. Zijn deze frezen met lange schacht nog niet lang genoeg dan kan er gebruik worden gemaakt van Munce freesjes. Die hebben een heel stijve nog langere schacht en heel kleine freeskopjes. Doordat de kop van het hoekstuk wat verder boven de kanaalingang gepositioneerd kan worden wordt heel goed zichtbaar wat er in het kanaal gebeurt.

Eigenlijk is gutta percha verwijderen een veel vervelender en tijdrovender klusje. In de rechtere wijdere delen van kanalen waar eerder een endo in gedaan is, kan er met roterend instrumentarium gutta percha worden verwijderd. Maar in de smallere kanalen en om bochten heen zal gebruik moeten worden gemaakt van oplosmiddelen.

Vaak frusterend. Eindeloos spoelen en activeren van chloroform tot eindelijk de papierstiftjes die gebruikt worden om de chloropercha op te deppen schoon uit het kanaal komen. Om dan – wanneer de microscoop in stelling wordt gebracht om het kanaal te inspecteren – tot de ontdekking te komen dat er nog gutta percha aan de wand kleeft. Komt het bekend voor? De enige remedie is volhouden.

Casus endodontologie  

Casus endodontologie  Casus endodontologie

Obturatie

Obturatie door middel van het lateraal en koud condenseren van gutta percha leidt zelden of nooit tot het obtureren van laterale anatomie, dus zeker in dit soort gevallen waar we laterale anatomie vermoeden zou de eerste keuze altijd moeten zijn om vertikaal en warm gutta percha te condenseren.

We beginnen de obturatie nadat de spoelsessies zijn gedaan. NaOHCl 5.5%  als laatste spoelgang en enkele malen afgewisseld met 17% EDTA.

Controle

Vol verwachting maken we de eindfoto’s en helaas: geen spoor van laterale anatomie te bespeuren.

Casus endodontologie Casus endodontologie

We legden een en ander uit aan de patiënt en maakten een afspraak voor controle over drie maanden om te kunnen bekijken of de laesie aan het genezen was.

Drie maanden later zagen we de patiënt weer en moesten we vaststellen dat er geen verbetering is in de toestand was.

Wat nu? De enige weg die nog openlag was om een flapoperatie te doen en met direct zicht de buitenzijde van de radix te inspecteren: zat er toch tandsteen wat de oorzaak was?

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Flapoperatie

Na anesthesie volgde een flapoperatie om de pocket te openen. Al snel werd een breuk zichtbaar in het element. Maar hoe ver liep de barst door?

Voorzichtig verwijderden we alle granulatieweefsel en spoelden we het schoon. Wat we zagen had ik nog nooit eerder waargenomen. Er zat een min of meer circulaire barst wat eigenlijk een los zittend stukje dentine was.

Na het wegfrezen van het losse stukje vulden we het defect op met composiet. We werken de composiet af met fijne diamantjes en handscalers. Een superscherp geslepen handinstrument kan uitstekend worden gebruikt bij het afwerken van composietvullingen. Wel alleen vlak na het polymeriseren, dan is composiet nog te scalen.

Na polijsten hechtten we de flap en maakten we een afspraak voor een week later.

Na 6 maanden

Toen we de patiënt terug zagen na drie maanden was het aspect van de 11 weer gezond. De pocket was gereduceerd, er was geen pusafvloed meer en het tandvlees zag er gezond uit.

Achteraf analyserend kunnen we stellen dat de situatie niet ideaal is. Er is een composietrestauratie gemaakt in het meest kwetsbare deel van het element en de restauratie ligt gedeeltelijk nog onder de gingiva. We hopen dat het lang goed gaat maar lekkage ligt op de loer natuurlijk en wellicht is het nodig om na een aantal jaren opnieuw een flapje te doen en de restauratie te vernieuwen.

Casus endodontologie

Casus endodontologie

Maar wat zou het alternatief geweest zijn?

Implanteren? Een goede optie maar voorlopig functioneert het element prima, en implanteren kan altijd nog.

Door: Rik van Mill, tandarts te Amstelveen. Hij voert een verwijspraktijk voor endodontologie en geeft cursussen aan algemeen practici. Van Mill geeft enkele malen per jaar een cursus aan geïnteresseerde tandartsen die zich de Schilder Techniek eigen willen maken.

Rik van Mill

Lees meer over: Casus, Implantologie, Kennis, Thema A-Z, Uncategorized
Cariës

Onderzoekers ontwikkelen vaccin tegen cariës

Wereldwijd is cariës een groot probleem. Een Chinees onderzoeksteam is er nu echter in geslaagd om een vaccin tegen cariës te ontwikkelen, waarmee het probleem binnenkort nog wel eens verleden tijd zou kunnen zijn.

Eerder succesvolle fusie met bijwerkingen

De onderzoekers probeerden al eerder de gastheer van gaatjes, de bacterie Streptococcus mutans, te blokkeren door deze te combineren met eiwitten uit de darmbacterie escherichia coli. Deze fusie bleek succesvol, maar bracht teveel bijwerkingen met zich mee.

Optimalisatie

In het nieuwe onderzoek van het team werd de formule op zo’n manier geoptimaliseerd dat de nadelige bijwerkingen uitbleven. De nieuwe versie van het eiwittenvaccins werd getest op muizen en ratten, en toonde hier zowel profylactische als therapeutische effecten. Bij de muizen zonder cariës was een profylactische werking te zien in 64,2% van de gevallen. Bij de muizen met cariës bleek een therapeutische werking in 53,9% van de gevallen.

Goede mondhygiëne

Voordat het vaccin eventueel op de markt gebracht kan worden zullen nog meer tests moeten worden uitgevoerd. Daarnaast benadrukken de onderzoekers dat geen enkele vaccinatie ooit het belang van goede mondzorg weg zal nemen.

Bron:
Nature

Lees meer over: Cariës, Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
tandarts-patiënt relatie

Betere tandarts-patiënt relatie door sms-berichtjes

Er bestaan verschillende systemen voor Patient Relation Management (PMR), oftewel voor het verbeteren van de relatie tussen een tandarts en de patiënt. Het sturen van herinnerings-sms’jes voor een afspraak zou bijvoorbeeld kunnen helpen met het verbeteren van deze relatie.

Herinnering voor afspraak

Toen het zo’n 15 jaar geleden mogelijk werd om sms-berichten te versturen werden de eerste PMR-systemen in het leven geroepen, wat inhoudt dat patiënten mogelijk een sms’je kunnen ontvangen ter herinnering van een afspraak. Sinds de komst van de smartphone zijn dit soort technieken uitgebreid met extra mogelijkheden, zoals opties voor het inplannen van een afspraak.

Hechte band tussen tandarts en patiënt

Deze PMR-systemen bieden vele voordelen voor elke tandartspraktijk. Niet alleen leidt het tot een vermindering van afgezegde afspraken, maar ook komen deze systemen de relatie tussen tandarts en patiënt ten goede door de creatie van een hechtere band.

Marketing en efficiëntie binnen de tandartspraktijk

Bovendien bieden Patient Relation Management systemen marketing mogelijkheden, met bijvoorbeeld de optie om patiënten te informeren via digitale nieuwsbrieven. Ook niet onbelangrijk is dat PRM tandartspraktijken de mogelijkheid biedt om efficiënter te werken, en op die manier automatisch de omzet te verhogen.

Bron:
Dentistry IQ

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
scuba diving

Onderzoek naar tandproblemen bij scuba duiken

Uit een recent onderzoek kwam naar voren dat 41% van de recreatieve duikers last had van problemen met de tanden tijdens het duiken.

Onderzoek

Het onderzoek werd uitgevoerd door Vinisha Ranna. Zelf ervaarde zij tijdens haar eerste duik in 2013 een knijpend gevoel aan haar tanden, ook wel bekend als baradontalgia. Zij kwam erachter dat er weinig onderzoek gedaan is naar tandproblemen tijdens het duiken dus besloot ze zelf een onderzoek op te zetten. Ze verspreidde een onlineonderzoek aan 100 gecertificeerde recreatieve duikers om erachter te komen welke soort symptomen aan de tanden ervaren worden tijdens het duiken.

Resultaten

In totaal hadden 41 deelnemers die tandproblemen hebben gerapporteerd, waarvan 42% ook baradontalgia had ervaren. Daarnaast had 24% last van pijn door het strak vasthouden van de lucht regulator in de mond en 22% last van pijn aan de kaken. Ook had een klein deel van de deelnemers ervaren dat hun kronen losser waren te komen zitten en had een deelnemer een vulling verloren tijdens het duiken. Over het algemeen werd er dus gevonden dat er voornamelijk problemen op treden bij de kiezen.

Uit de studie kwam ook naar voren dat duikinstructeurs het meest last hadden van tandproblemen. Volgens Ranna komt dit omdat zij veel duiken in ondiep water waar grote verschillen zijn in luchtdruk.

De resultaten van dit onderzoek tonen volgens Ranna aan dat er meer aandacht moet komen voor een vaste tandcontrole vóór het duiken. Momenteel zijn er wel een aantal medische standaarden waaraan iemand moet voldoen, maar geen daarvan hebben betrekking op de tanden. Terwijl er volgens Ranna toch veel potentie is om de tanden te beschadigen. “De droge lucht en ongemakkelijke positie van de kaak als er op de regulator wordt gebeten is een interessante combinatie. Een ongezonde tand valt dan veel eerder op. De laatste plek waar je wil zijn als je een gebroken tand hebt is 30 meter onder water.“

Ranna is momenteel bezig met het opzetten van een vervolgstudie met een grotere groep deelnemers om zich verder in het onderwerp te verdiepen.

Bron:
Nature

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
onderzoek - vergrootglas

ANT distantieert zich van onderzoek Panteia/Etil naar capaciteit in mondzorg

De ANT heeft in een brandbrief aan het ministerie van VWS afstand genomen van een onderzoek naar de capaciteit in de mondzorg door de onderzoekbureaus Panteia en Etil. De ANT is enorm geschrokken van de opzet, het niveau en het gebrek aan professionaliteit rond het onderzoek.

Het meest bezorgd is de beroepsorganisatie echter over de fraudegevoeligheid. “Gebleken is dat de enquête die net is gehouden onder tandartsen en mondhygiënisten, zo lek is als een mandje. Met als gevolg dat het heel makkelijk is om fraude te plegen en de uitkomsten te manipuleren”, zo stelt ANT-voorzitter en tandarts Jan Willem Vaartjes. “Daarmee staat voor ons vast dat de uitkomsten niet of nauwelijks betrouwbaar zullen zijn en dat er geen verantwoorde conclusies zijn te trekken.” Het rapport, dat in december moet worden opgeleverd, hoeft wat de ANT betreft dan ook niet meer geschreven te worden.

‘Onderzoek rammelt’

In opdracht van het ministerie van VWS voeren Panteia en Etil een onderzoek uit naar de capaciteit in de mondzorg. Belangrijk onderdeel van het onderzoek is een enquête onder tandartsen en mondhygiënisten, die vorige week is afgerond. Het onderzoek rammelt echter op vele fronten. Zo is gebleken dat de enquête probleemloos meerdere keren kon worden ingevuld door dezelfde personen, zonder controle. IT-experts hebben aangegeven dat controle daarop via het IP-adres onvoldoende garanties biedt. Ook is gebleken dat de link naar het onderzoek naar willekeurige adressenbestanden kon worden doorgestuurd en door niet-tandartsen of mondhygiënisten kon worden ingevuld (meerdere keren). Ook kunnen tandartsen zich voordoen als mondhygiënist en vice-versa, zonder betrouwbare controle. De ANT is verbaasd dat een belangrijk onderzoek in opdracht van het ministerie zo amateuristisch wordt uitgevoerd.

Onvoldoende onderbouwing

Het onderzoek is het resultaat van een belofte van voormalig minister Schippers om een (feiten)onderzoek te laten houden naar de ‘bestaande capaciteit in de mondzorg en de te verwachten ontwikkelingen daarin’. Het onderzoek is een gevolg van de in februari van dit jaar vastgelopen discussie over taakherschikking in de mondzorg. Toen kwam ondubbelzinnig vast te staan, dat er onvoldoende feitelijke onderbouwing is voor een verantwoorde beslissing over zo’n ingrijpende stelselwijziging. Dit betrof zowel de verschillen in opleiding tussen tandheelkunde en mondzorgkunde als de capaciteitsvraag.

De brandbrief aan het ministerie volgt, nadat de ANT eerder aan de bel trok bij de beide onderzoeksbureaus zelf over de opzet van het onderzoek en de enquête. Met name aan de vragen rond ‘taakherschikking’ en ‘taakdelegatie’ kan geen touw worden vastgeknoopt, ondanks dat dit precies het onderwerp is dat VWS uitgezocht wil zien. De ANT heeft de onderzoekers hierover vooraf uitvoerig geïnformeerd. Met dat advies is echter niets gedaan, volgens de ANT. Dit sluit aan bij de vele reacties, die de ANT heeft ontvangen naar aanleiding van het onderzoek. Tandartsen vinden de vragen ‘onzinnig, vaag en incompleet’ en hebben geen vertrouwen in de uitkomsten. Daardoor ontbreekt bij voorbaat een breed draagvlak onder tandartsen.

Jan Willem Vaartjes: “Je krijgt bijna de indruk dat de onderzoekers opdracht hebben gekregen om naar een bepaalde conclusie toe te schrijven en dat het dus niet uitmaakt wat er uit de enquête naar voren komt”.

Lichtzinnig

De ANT is geschrokken van de lichtzinnige wijze waarop het ministerie van VWS omgaat met de beloftes van minister Schippers om met betrekking tot taakherschikking eerst de feiten te onderzoeken. Jan Willem Vaartjes: “Het gaat hier om een ingrijpende stelselwijziging met grote gevolgen voor de kwaliteit en de transparantie van de mondzorg. Dan kun je niet over een nacht ijs gaan. Het ingezette beleid mist elke onderbouwing en dat wordt met de dag duidelijker. Ook het capaciteitsonderzoek gaat ons niet verder helpen, zoveel is nu wel duidelijk. Het huidige onderzoek door Panteia en Etil is amateuristisch, onzorgvuldig en bovendien onbetrouwbaar. Wij vertrouwen erop dat onze nieuwe ministers hier geen genoegen mee nemen en geen ondoordachte beslissingen zullen nemen.”

Lees meer over: Kennis, Scholing
Vanaf volgend jaar chirurgische operaties oefenen met Virtual Reality

Vanaf volgend jaar chirurgische operaties oefenen met Virtual Reality

Vanaf volgend jaar kunnen chirurgen en medisch specialisten in Amsterdam aan de slag met het oefenen van virtual reality (VR) en kunstmatige intelligentie als hulpmiddel bij operaties. Het AMC en VUmc hopen hiermee de zesjarige opleiding specialisatie chirurgie in de toekomst een stuk korter te kunnen maken.

Operatiesimulaties

Het internationale centrum is een initiatief van het Amsterdam Skills Centre for Health Sciences (ASC), in combinatie met het AMC en VUmc. Er wordt gehoopt het centrum over ongeveer een jaar te kunnen openen, waar vervolgens jaarlijks zo’n 3.000 artsen eenvoudige operaties, zoals keizersnedes of knieoperaties, zullen kunnen oefenen. Als het project succesvol blijkt zal in de toekomst ook worden gekeken naar mogelijkheden voor het oefenen met ingewikkeldere operaties, zoals hartoperaties, met behulp van virtual reality.

Tijdsbesparing

Jan Hol, directeur communicatie van het VUmc, hoopt in de toekomst met dit centrum de chirurgie specialisatie flink te kunnen verkorten. Door gebruik te maken van dergelijke operatiesimulaties is namelijk geen menselijk weefsel nodig, waardoor het makkelijker is voor chirurgen in opleiding om de processen dagelijks te oeenen.

Verkorte tropenopleiding

Het ASC hoopt binnenkort ook een “verkorte tropenopleiding” te ontwikkelen – een opleiding tot basischirurg voor ontwikkelingslanden.

 

Bron:
Skipr / ANP

Lees meer over: E-health, Kennis
De levensduur van een endodontisch behandeld gebitselement

De levensduur van een endodontisch behandeld gebitselement

Patiënten willen lang plezier van hun tand of kies. Maar wat antwoordt u als tandarts wanneer de patiënt vraagt hoe lang het element nog mee kan na de wortelkanaalbehandeling?

Belangrijk is dat we eerst weten wat verstaan we onder een goed resultaat

– geen pijn

– geen fistel

– geen zwelling

– normale functie

– normale periapex

– goede esthetiek

– redelijke levensduur

In 86% van de gevallen lukt het om een ontsteking te laten verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat tandartsen daar dus best succesvol in zijn.

Wat is een redelijke levensduur?

Uit een groot onderzoek in California blijkt dat 8 jaar na endodontische behandeling 97% van de elementen nog aanwezig is. Een normale periapex blijkt belangrijk voor het welbevinden van de patiënt, echter is dit maar voor een klein deel van invloed op de levensduur van het element.  Daarnaast leidt een endodontische herbehandeling ook tot een goed resultaat. In de wetenschap gelden de systematische review en meta-analyse als state-of-the-art op onderzoeksgebied.

Endodontische behandelde elementen vs implantaten?

Uit de literatuur blijkt dat ze allebei evengoed zijn. Al hadden implantaten vaker onderhoud en nazorg nodig. Of zoals Michiel de Cleen zegt: ‘after sales’.

De reden van extractie is zelden endodontisch van aard. Redenen voor extractie zijn:

  • Restauratief 59,4%
  • Parodontaal 32,0%
  • Endodontisch 8,6%

Fractuurlijnen bij endodontisch behandelde elementen gaan anders lopen, er zijn vaker diepere fracturen. Het dak van de pulpakamer wordt gezien als de structuur die de tand bij elkaar houdt en deze moet voor een endodontische behandeling verwijderd worden.

Ook het aanwezig zijn van buurelementen bij een endodontische elementen blijkt bij te dragen aan een betere prognose. Vaak zie je bij laatste elementen dat er een andere belasting is en ook vaker wordt gedacht: ‘Zover achterin: haal er maar uit’.

Manier van restaureren

De manier van restaureren maakt niet veel uit. Als er maar geen guttapercha op de pulpabodem wordt achtergelaten. De grootste complicatie is een verticale radix fractuur. Röntgenologisch wordt er dan vaak een laterale en periapicale zwarting waargenomen en intra-oraal een diepe pocket en fistel. Uit onderzoek van Michiel de Cleen bleek dat molaren een lichte voorkeur hebben voor een verticale radix fractuur in vergelijking met premolaren.

Risicofactoren levensduur

Risicofactoren voor de levensduur zijn:

  • eindstandige elementen
  • pre-operatieve pocket
  • multiple barsten

Wat is succesvolle endodontie?

Succesvolle endodontie is:

  • goede diagnostiek
  • goede vormgeving
  • goede reiniging
  • goede afsluiting
  • goede restauratie

Alle bovengenoemde punten met zorgvuldige uitvoering.

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z