Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?

Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?

Interdentale reiniging met bijvoorbeeld een tandenstoker heeft een positieve invloed op de mondgezondheid, maar veel mensen doen dit niet dagelijks. Hoe zou je het gebruik van tandenstokers verder kunnen stimuleren? En is er met tandenstokers nog meer gezondheidswinst te boeken? Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, doet hier onderzoek naar, en heeft hiervoor een award ontvangen in Israël.

Promotie van tandenstokers

De afgelopen jaren heeft Yvonne Buunk-Werkhoven verschillende onderzoeken verricht naar de promotie van tandenstokers. De meest voorkomende mondziekten, zoals cariës en parodontale aandoeningen, kunnen voorkomen worden door zelf dagelijks het gebit te verzorgen. Dit betekent dagelijks tandenpoetsen en interdentaal reinigen, bijvoorbeeld met behulp van tandenstokers. Veel mensen voeren wel het tandenpoetsen uit, maar laten de interdentale reiniging achterwege. Hoe zou je deze mensen kunnen stimuleren hun gedrag op dit gebied te veranderen?
Yvonne Buunk-Werkhoven zocht uit of het aanbieden van tandenstokers in de publieke ruimte het gebruik ervan bevordert.

Tandenstokers in de horeca

Als eerste onderzocht ze in 2014 het aanbieden van tandenstokers in de horeca. In drie restaurants in Amsterdam werden professionele, individueel verpakte, houten tandenstokers aangeboden. Kwalitatief goede tandenstokers dus in plaats van de cocktailprikkertjes die nog wel eens in restaurants op tafel staan. De tandenstokers werden zowel actief (door het bedienend personeel) als passief (in bakjes op tafel en bij de toiletten) aangeboden. Bij het restaurant waar de tandenstokers actief én passief werden aangeboden, werden er in één dag tijd 295 door de gasten meegenomen. In de twee restaurants waar de tandenstokers alleen op tafel stonden, werden er respectievelijk 370 in vijf dagen en 150 in vier dagen tijd gepakt.
Conclusie van het onderzoek was dat het aantal meegenomen tandenstokers bewees dat de gasten de professionele tandenstokers op prijs stelden. Het lijkt er op dat het aanbieden van tandenstokers in de horeca interdentale zelfzorg bevordert.

Onderzoek op de markt

In 2015 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan in de Foodhallen: een foodcourt/markthal met een reeks eetkraampjes. Daar kregen 290 bezoekers een doosje tandenstokers met aminofluoride uitgereikt nadat zij een vragenlijst hadden ingevuld. 146 van hen kregen na drie weken per e-mail nogmaals een vragenlijst voorgelegd. Hieruit kwam naar voren dat het percentage mensen dat zei minstens een keer per dag een tandenstoker te gebruiken was toegenomen van 15,2 naar 28,9% nadat zij het doosje tandenstokers hadden gekregen.

Vervolgonderzoek bij sportschool

Een recent vervolgonderzoek (2016/2017) is in samenwerking met de kliniek voor mondhygiëne Oral-Vision opgezet. Daarbij werden in de horecagelegenheid binnen de sportschool Medico Vision in Amsterdam tandenstokers neergezet. Daarnaast kregen de bezoekers een vragenlijst voorgelegd. Veertig bezoekers (voornamelijk middelbaar en hoger opgeleide mannen met een gemiddelde leeftijd van 37,5 jaar met een spreiding van 15,2 jaar en variërend tussen de 15 en 71 jaar) hebben de vragenlijst ingevuld.

Resultaten vragenlijst

Uit de resultaten blijkt dat ruim een kwart, 27,5% van de deelnemers nooit bij een mondhygiënist is geweest. 27,5% gaat een keer per jaar, 40% twee keer en twee deelnemers drie keer of meer. De deelnemers gaven hun mondgezondheid gemiddeld een 8 als cijfer.
Significant meer mannen dan vrouwen gaven aan tandenstokers te gebruiken. Een verklaring zou kunnen zijn dat mannen zich minder ‘schamen’ om met een tandenstoker in de mond rond te lopen of dat ze het juist ‘stoer’ vinden. Tandenstokers worden door 52,5% van de deelnemers ‘niet elke dag’ gebruikt, door 25% een keer per dag en door 12,5% twee keer of meer. 10% van de deelnemers gebruikt nooit tandenstokers.
30% geeft aan nooit andere hulpmiddelen zoals flossdraad, ragers en mondspoelmiddelen te gebruiken. 40% doet dit ‘niet elke dag’, 27% een keer per dag en 2,5% twee of meer keer per dag.

De deelnemers vonden het gebruik van een tandenstoker (na het eten) belangrijk voor hun mondhygiëne en/of een fris gevoel: 60% en 30% waren het hiermee respectievelijk eens tot geheel mee eens. Ook het aanbod van tandenstokers in de horeca werd als ‘belangrijk’ (52,5%) en ‘heel belangrijk’ (15%) bevonden. 25% van de deelnemers vond het onbelangrijk en 7,5% heel onbelangrijk.

Pick a T

TandenstokerMet al deze onderzoeken is een basis gelegd voor de publiekscampagne ‘Pick a T’, waarbij mensen worden aangespoord om dagelijks tandenstokers te gebruiken. Het moet gewoon worden om tandenstokers ook in een andere setting dan thuis en in de mondzorgpraktijk te gebruiken.
In het verre verleden (19e eeuw) was het kauwen op tandenstokers in het openbaar een poosje in de mode in de rijkere kringen. Het kauwen op een tandenstoker was toen een teken van tevredenheid en zorgeloosheid. Nu zou het een positief imago kunnen geven aan het je bewust zijn van een goede mondgezondheid en, net zoals bijvoorbeeld sporten, kunnen bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Tandenstoker als vervanger van sigaret

Die gezonde leefstijl zou nog verder bevorderd kunnen worden als de tandenstoker gebruikt zou worden als een soort vervanger van de sigaret. Uit onderzoek van Eline Meijer blijkt dat rokers de meeste kans hebben om blijvend met roken te stoppen als zij zichzelf als ‘niet-roker’ kunnen zien. Mensen gedragen zich namelijk het liefst op een manier die past bij hun identiteit. De roker moet dus een ander zelfbeeld krijgen als niet-roker. Als bij de nieuwe identiteit van de gestopte roker een gezonde leefstijl belangrijk is, kan de tandenstoker ten dele de sigaret vervangen en als subsitutie van het rookgedrag fungeren.

Het advies van een zorgverlener is vaak een belangrijke reden om met roken (proberen) te stoppen. Als dat advies van een mondzorgprofessional komt, kan deze ook gelijk het gebruik van tandenstokers als ‘sigaretvervangers’ aanmoedigen. Het gaat dan vooral om het gedrag in de zin van de beweging van ‘iets naar de mond brengen en van de mond afhalen’

Conclusie

Het publiekelijk aanbieden van tandenstokers kan mensen stimuleren deze ook daadwerkelijk te gebruiken. Als de bewustwording van het belang van interdentale reiniging vergroot wordt, zal dit normaler worden om te doen, ook in een andere setting dan thuis. Het gebruik van tandenstokers kan een betere mondgezondheid bevorderen en zo bijdragen aan een gezondere leefstijl.

Door: Yvette in ’t Veld

Bronnen:
Juniper publishers
Universiteit Leiden

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
imago

Hoe zit het met uw imago?

Komt u betrouwbaar en deskundig over? Weet u eigenlijk wel welk beeld u bij anderen oproept? Niet alleen uw vakdeskundigheid is van belang voor patiënten, maar ook uw imago. Wat is dat eigenlijk en hoe kunt u uw imago verbeteren? dental INFO sprak met Yvonne Stoevelaar, imagodeskundige van Het Imagobureau.

Imago

Uw imago is het beeld dat u oproept bij anderen, door uw persoonlijke presentatie of uw dienstverlening. Patiënten zijn een stuk mondiger geworden. Als ze iets (denken) te mankeren, zoeken ze eerst uitgebreid op internet wat ze hebben en hoe dit opgelost kan worden. Ze willen geholpen worden door ‘de beste’ in het vakgebied. Het is daarom essentieel dat u zich presenteert als expert. Er is tegenwoordig veel bekend over het belang van een goede mondgezondheid in relatie tot de algemene gezondheid. Dit vraagt iets van de profilering van tandartsen en mondhygiënisten. Yvonne Stoevelaar: “U bent het visitekaartje van uw bedrijf. Zorg dat u dan ook in al uw uitingen uw eigen visitekaartje bent. U heeft nooit een tweede kans voor een eerste indruk.”

Mondhygiënisten

Yvonne heeft onlangs een presentatie gehouden voor mondhygiënisten en verdiepte zich in hun imago. “Het imago van een tandarts is anders dan dat van een mondhygiënist. Een tandarts staat bij veel mensen hoger in aanzien en het beroep is ‘bekender’. Voor mondhygiënisten is er nog veel te winnen. Het is belangrijk dat zij zich meer gaan profileren en zichtbaarder worden. Tijdens de voorbereiding van mijn presentatie ontdekte ik dat het een vierjarige hbo-opleiding is. Ook ik had geen idee. Dan heeft u als mondhygiënist wat in uw mars en is het zaak dat u werkt aan uw zichtbaarheid en uw ‘waarde’ toont.”

Gelijkwaardig opstellen

Mondhygiënisten moeten zich gelijkwaardig opstellen aan de tandarts. Zij willen serieus genomen worden tijdens een overleg, zodat de patiënt de beste zorg kan krijgen. “Zorg dat u letterlijk elkaars ‘gelijke’ bent. Zorg dat u beiden staat of zit en spiegel uw houding aan de ander. Als uw gesprekspartner zich groot maakt en u zit onderuit gezakt of u maakt zich klein, dan helpt dat niet. Als u het gevoel hebt met een dominant iemand te maken te hebben, zorg dan voor een rechte, neutrale houding. Zorg dat uw handen zichtbaar zijn. Oefen om te spreken met een lage en rustige stem. Kijk of u uw zitpositie kunt bepalen. Recht tegenover elkaar zitten kan erg indringend zijn en maakt het lastig af en toe weg te kijken. Als u in een hoek zit (hoofd en zijkant tafel bijvoorbeeld), is dat vaak prettiger. Kijk of u anders uw stoel iets kunt draaien. Richt uw neus naar het voorhoofd van de ander. Kijk of u de lead kunt nemen door bijvoorbeeld als eerste uw hand uit te steken om u voor te stellen. Als u te maken hebt met iemand die wat meer introvert is of zich minder op zijn of haar gemak voelt, neem dan een wat ontspannener houding aan en verlaag de positie van uw gezicht iets.

Vertrouwen winnen

Tandartsen en mondhygiënisten moeten voor de uitoefening van hun vak als betrouwbaar worden gezien. “Men zegt wel ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Met andere woorden: u kunt al jaren een goede reputatie hebben, maar met een enkele misser kan het vertrouwen worden beschadigd. Dus werken aan een imago waar deskundigheid en betrouwbaarheid centraal staan, is voor beide beroepen essentieel.”

Witte jas

Het dragen van een witte jas kan helpen ”Uit onderzoek blijkt dat mensen een witte jas associëren met kennis en professionaliteit. Het wekt vertrouwen en met wit kun je heel gemakkelijk zien of de kleding schoon en onberispelijk is. Dit is belangrijk, omdat men dan verwacht dat u ook punctueel en secuur bent in uw werk. Daarentegen kan ik me in een aantal gevallen voorstellen dat een witte broek met bijvoorbeeld een poloshirt ook goed werkt. Zeker als u een specialistische praktijk hebt voor bijvoorbeeld mensen met angst of voor kinderen. Dan is een polo wellicht wat toegankelijker en maakt het laagdrempeliger.”

Inrichting praktijk

Ook de inrichting van een praktijk is van invloed. “Het uiterlijk van de praktijk draagt zeker bij aan het imago en het wekken van vertrouwen. Kleurgebruik en aankleding helpen om mensen zich op hun gemak te laten voelen. ‘Hospitality’ is hierbij ook een belangrijk woord. Het gevoel van gastvrijheid wordt ook in zorg-gerelateerde organisaties steeds belangrijker. Denk aan ziekenhuizen en uitvaartcentra. Mensen zijn kritischer geworden, moeten meer zelf betalen en vinden het niet erg meer iets verder te rijden als ze zich dan prettig en welkom voelen. Naast de dienstverlening willen we een positief gevoel, een ‘positieve beleving’ ervaren en hier betalen we dan ook graag voor. Dus denk ook aan mogelijkheden als water tappen, een faciliteit om tanden te kunnen poetsen (en dus ook beschikbare tandenborstels) en vooral een gevoel van welkom zijn. Je overtuigt mensen als ze ontspannen zijn en daarbij is een prettige, professionele en gastvrije praktijk van groot belang!”

Kleding

Bij een professionele afspraak buiten de praktijk moet goed over de kleding worden nagedacht. “Het belangrijkste is dat u zich prettig voelt in de kleding die u draagt. Anders werkt het sowieso niet. Er zijn een paar zaken waar u op kunt letten. Trek iets aan waar u zich professioneel in voelt en kleedt u voor de gelegenheid. Naar een belangrijke afspraak zult u geen slippers en strandjurk of korte broek aantrekken, dus denk na over uw kleding. U toont ook respect aan uw gesprekspartner als u moeite hebt gedaan om er netjes uit te zien. In het buitenland is dat heel gewoon, maar in Nederland is het al snel ‘het gaat toch om wie je bent en niet om je kleding’.”

Professioneel overkomen

Er zijn nog wel wat tips te geven over uw kleding. “Om professioneel over te komen kunt u beter een jasje dragen dan een overhemd of blouse. Een klein motief komt professioneler over dan een groot patroon, maar effen is het meest zakelijk. Dit is uiteraard niet altijd nodig. Een groot kleurcontrast (donker jasje met licht overhemd/blouse/shirt) straalt autoriteit uit en lichte kleuren maken iemand toegankelijk en benaderbaar. Daarnaast geeft een wat steviger stof een krachtiger indruk dan een heel losse stof. Denk aan het verschil tussen een katoenen broek en een linnen, losse broek.

In uw beroepsgroep hoeft u er niet zakelijk uit te zien, wel professioneel. Dat betekent ook niet te bloot, niet te veel ‘bling’, niet te casual. Hoe meer huid men ziet, hoe minder professioneel u wordt ingeschat. Let ook op zaken als kapsel, verzorgde handen en goede accessoires. Accessoires kunnen de outfit maken of breken. Investeer in een mooie tas, schoenen, riem enzovoorts.”

Breeduit lachen of glimlachen

Lachen draagt ook bij aan het imago. “Een stralende lach kan u zeker verder helpen in uw carrière. Enerzijds omdat bij een eerste indruk ook het gebit snel opvalt. Als het gebit niet verzorgd is, kan men zomaar denken dat u met andere zaken ook niet zo netjes bent. Anderzijds lacht men gemakkelijker als men zeker is over het gebit. Mensen stappen eerder op ‘vriendelijke’ mensen af dan op minder vriendelijke. Het maakt u toegankelijker en benaderbaar.

Voor een professionele foto adviseer ik een kleine glimlach. Men wordt dan competenter ingeschat dan met een schaterlach. Om de professionaliteit te onderstrepen is glimlachen beter dan veel breeduit lachen. Het is een kwestie van goed inschatten met wat voor persoon u te maken hebt.”

Netwerkborrel

Bij een netwerkborrel is het belangrijk om zichtbaar te zijn en ruimte in te nemen. “Kijk of u zich kunt aansluiten aan een statafel bijvoorbeeld. Zoek oogcontact met iemand aan tafel en vraag of u kunt aansluiten. Kijk bij een kleine stilte of u zich kunt voorstellen. Geef de mensen een hand en noem uw naam. Begin gemakkelijk door te vragen wat iemand doet of wat hij van de bijeenkomst vindt, van de locatie bijvoorbeeld. Probeer erachter te komen wat u gemeenschappelijk hebt. Als er een klik is of u vindt het fijn om nog verder te praten, vraag dan om een visitekaartje. Geef nooit zomaar of in het begin van een ontmoeting meteen uw kaartje. Is een gesprek niet wat u ervan verwacht of voelt u zich niet prettig bij een groepje, excuseer u dan en zeg dat u iemand ziet die u even moet spreken.”

Feestje

Een bekend probleem voor een mondhygiënist en tandarts is dat op een feestje een patiënt op hem of haar afstapt en zegt dat hij iets in zijn mond voelt. Hoe kun je daar het beste mee omgaan?

“Om te beginnen is het ongepast van de patiënt om dat te doen, maar het gebeurt, ook bij huisartsen bijvoorbeeld. Wees duidelijk. Zeg: “Wat vervelend dat je nu net iets hebt. Ik kan op het moment niets voor je betekenen, behalve je een paracetamol aanbieden (bijvoorbeeld). Bel morgen of maandag en je bent de eerste die ik help.” Dus: laat merken dat u hem of haar hebt gehoord, neem het probleem serieus, kom met een korte oplossing voor dit moment en maak een afspraak op zo kort mogelijke termijn.”

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen
jeugdig

Uiterlijk patiënt van invloed op behandelingsadvies

Voor een onderzoek van de Eidgenössische Technische Hochschule Zürich is een testpatiënt naar 180 tandartsen gestuurd voor een behandelingsadvies. Hoe hij zich voordeed (als succesvolle vertaler of als student) bleek van invloed te zijn op het advies dat hij kreeg.

Onderzoek

In het onderzoek werden twee factoren gevarieerd: de sociaaleconomische status van de patiënt en de informatie die hij verstrekte. Zijn sociaaleconomische status kwam tot uiting in de kleding die hij droeg. De ene helft van de tandartsen zag een succesvolle middentwintiger in een mooi pak met dure accessoires, die zich voordeed als vertaler bij een bank. De andere helft kreeg een vertaalstudent in een trui met capuchon in de behandelstoel. Het tweede verschil betrof de röntgenfoto die hij bij zich had. In de helft van de gevallen beweerde hij dat hij met behulp van deze foto in een internetforum om een diagnose had gevraagd.

Behandelingsadvies

De testpatiënt werd voor en na zijn bezoek aan de 180 tandartsen uitgebreid onderzocht door vier referentietandartsen, die alleen een oppervlakkige cariëslaesie vaststelden die niet-invasief kon worden behandeld.

Meer dan een kwart van de tandartsen in het onderzoek bevalen echter een uitgebreidere behandeling aan met een of meer vullingen. In totaal werd de patiënt vullingen in dertien verschillende tanden geadviseerd. De kosten voor de behandeling bedroegen gemiddeld 535 Zwitserse frank. Bij één tandarts moest voor twee vullingen 1750 Zwitserse frank betaald worden.

Overige uitkomsten

Tegen de verwachting in liep de patiënt als hij zich voordeed als iemand met een hoge sociaaleconomische status minder kans op een advies voor een overbehandeling met bijbehorende hogere kosten. Goed geïnformeerde patiënten bleken niet minder vaak een overbehandeling geadviseerd te krijgen.

De wachttijd in de praktijk bleek overigens ook in relatie te staan met het behandelingsadvies. Hoe korter de wachttijd, hoe groter de kans op overbehandeling.

Bron:
SSRN

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Medische beelden op smartphone bij UMCU

Met de app MyBodyMyData kunnen patiënten van het UMC Utrecht hun eigen medische beelden, zoals echo’s en MRI-scans,  bekijken op hun smartphones. De app zal op een gegeven moment onderdeel worden van het patiëntenportaal.

Met de mobiele app kunnen alle medische beelden die worden genomen rustig thuis worden bekeken, of worden gedeeld met andere zorgverleners. Deze kunnen vervolgens bijvoorbeeld ook hun mening geven, om zo te gelden als een second opinion.

Inzien van medische beelden

Radioloog Wouter Veldhuis ontwikkelde de applicatie naar aanleiding van patiënten die graag hun eigen medische beelden wilden inzien. Hij bracht de wensen van patiënten in kaart en kwam tot de conclusie dat een app als MyBodyMyData een oplossing zou kunnen bieden. De app is ondertussen al meerdere keren aangepast. Zo is bijvoorbeeld achtergrondinformatie bij verschillende soorten scans toegevoegd.

Delen van beelden met zorgverleners

De app bestaat uit een beveiligde omgeving waarin patiënten beelden kunnen inzien en deze eventueel kunnen delen met een arts naar keuze. Vervolgens ontvangt deze arts de beelden van het UMCU, die direct beschikbaar zullen zijn voor opname en analyse in het beeldsysteem van het eigen ziekenhuis.

Als de arts de gegevens heeft gedownload krijgt de patiënt een melding. Ook kunnen aantekeningen worden gemaakt, om zo bijvoorbeeld direct vragen te kunnen stellen. Er kan ook op de beelden worden getekend om vragen te verduidelijken, vanuit de patiënt, of om als arts een consultgesprek te verhelderen.

Aandacht voor details

Veldhuis heeft veel aandacht besteed aan details. Zo kan er bijvoorbeeld worden gekozen om een mannelijk, vrouwelijk of neutraal lichaam als achtergrond van de beelden te zien. De neutrale optie kan volgens hem onder andere fijn zijn voor vrouwen die een borstamputatie hebben doorstaan, waardoor het pijnlijk kan zijn om steeds tegen een vrouwelijk torso aan te kijken.

Momenteel is de app MyBodyMyData alleen beschikbaar in de Apple store.

Bron:
Zorgvisie.nl
MyBodyMyData

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Vernieuwd advies Droge mond

Advies Droge Mond

Dit advies Droge mond is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten. Het advies bevat inhoudelijke aspecten van de voorlichting en preventieve handelingen die door de zorgverlener kunnen worden verricht. Het advies Droge mond is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Ivoren Kruis Advies Droge Mond

Bestel bijbehorende patiëntenfolders

Lees meer over: Adviezen, Kennis
Vera Verploegen ontvangt de NWVT-TP master scriptieprijs 2017

Vera Verploegen ontvangt de NWVT-TP master scriptieprijs 2017

De NWVT heeft voorafgaand aan haar Algemene Leden Vergadering de NWVT-TP master scriptieprijs 2017 uitgereikt aan Vera Verploegen – oud student UMC Groningen. Zij ontving de prijs voor haar scriptie Erosieve gebitsslijtage, wat weten jongvolwassenen hierover en hoe wensen zij tandheelkundige informatie te ontvangen?

Uit haar onderzoek bleek dat jongvolwassenen liever een gesprek met hun tandarts of mondhygiënist willen, aangevuld met specifieke informatie voor henzelf – in plaats van een app met informatie over erosieve gebitsslijtage.
Voor haar onderzoek ondervroeg zij circa driehond jongvolwassenen in 25 tandartspraktijken in Groningen, Friesland en Drenthe. Haar begeleider was Dr. Annemarie Schuller

De 2e prijs is uitgereikt aan Jochem Lemain (RU Nijmegen) voor zijn master scriptie: Succes en overleving van kronen in een algemene tandartspraktijk in Nederland met een opvolging van 5 tot 12 jaar.

De 3e prijs is uitgereikt aan Giney Sowidjojo (ACTA): Online review about dentistsWhat do patients write about dentists and what can dentists do with it?

NWVT-TP master scriptieprijs

De NWVT acht wetenschappelijk onderzoek van belang. Studenten krijgen tijdens hun opleiding hiermee te maken wat leidt tot het opstellen van een scriptie in de masterfase.

Hiertoe heeft de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen in samenwerking met TandartsPraktijk de jaarlijkse NWVT-TP master scriptieprijs ingesteld.

Masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud MC) en Groningen (UMCG) dingen mee naar deze prijs. De jury heeft de inzendingen beoordeeld op geschiktheid en relevantie voor de tandarts algemeen.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Dr. Arie Hoeksema ontvangt NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017

Dr. Arie Hoeksema ontvangt NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017

Voorafgaand aan de NWVT ledenavond ontving dr. Arie Hoeksema de NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017 voor zijn proefschrift  Oral Health in frail elderly.

De NWVT WTA commissie kent eenmaal per jaar namens de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.

Oral Health in frail elderly

Dr. Arie Hoeksema heeft zijn onderzoek verricht aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn promotores waren: Prof. dr. A. Vissink, Prof. dr. G.M. Raghoebar en Prof. dr. H.J.A. Meijer.

Deze prijs heeft hij ontvangen vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.

Een samenvatting van zijn onderzoek:
In 2020 zal 40% van de Nederlandse populatie ouder zijn dan 65 jaar, het percentage 80+ zal met 10% toenemen. Velen van hen hebben nog (deels) hun eigen dentitie. De noodzakelijke mondverzorging staat bij ouderen op gespannen voet met andere dagelijkse activiteiten. Het gebrek aan aandacht voor de mondzorg moet worden gezien als een verborgen gezondheidsrisico en beïnvloedt de algemene gezondheid en de kwaliteit van leven.

In hoofdstuk 2 wordt de mondgezondheid in kaart gebracht van 725 nieuw opgenomen patiënten in het verpleeghuis. De groep dementerenden was significant ouder dan de compos mentis. De groep

betande patiënten bedroeg 20%. Bij hen was in ongeveer 70% sprake van een gebrekkige mondhygiëne, cariës, wortelresten en een matige coöperatie

In hoofdstuk 3 worden 275 thuiswonende ouderen beoordeeld die in aanmerking komen voor thuiszorg. Ook bij hen is in 70% sprake van slechte tot matige mondgezondheid. De dentaten in deze groep scoorden beter op kwaliteit van leven, kwetsbaarheid, fysieke mogelijkheden en algemene gezondheid in vergelijk met de edentaten. Er is geen verschil in cognitie en mondgezondheid.

In hoofdstuk 4 wordt aan 1325 thuiswonenden ouderen gevraagd een vragenlijst met betrekking tot orale status, mondgezongheid en tandartsbezoek in te vullen en terug te zenden. De response is 77%. Veertig procent is dentaat, 50% edentaat en 10% heeft een overkappingprothese op implantaten. Betande patiënten en ook zij met een overkappingsprothese scoorden beter dan edentaten op kwetsbaarheid, minder medicijnen en kwaliteit van leven.

In hoofdstuk 5 wordt een prospectief onderzoek beschreven bij een jonge en een oudere groep edentaten die wordt behandeld met twee implantaten en een overkappingsprothese. In een follow up periode van 10 jaar wordt gekeken naar de peri-implantaire gezondheid. In de oudere groep overleven 93% van de implantaten de 10 jaar tegenover 97% bij de jongeren. Er zijn geen verschillen in plaque-, bloeding- en gingiva-indexen. Met andere woorden, een mandibulaire overkappings prothese op implantaten lijkt een verantwoorde keuze ook bij (heel) ouderen.

Ten slotte hoofdstuk 6 waarin een analyse staat bij de afweging om wel of niet te implanteren bij zorgafhankelijke ouderen. Een groot aantal factoren speelt hierbij een rol: welzijn en kwaliteit van leven, passende behandelkeuze op dit moment, mondzorgplan van de patiënt, mate coöperatie, noodzakelijke nazorg door patiënt zelf of zijn omgeving.

Uitgangspunten NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs:

De promovendus heeft zijn wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd aan een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.

Het onderwerp en de conclusies van de dissertatie moeten (klinisch)tandheelkundig van aard zijn en moeten bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Droge mond

Droge mond

Langdurige of blijvende monddroogheid kan slecht zijn voor het gebit en mondslijmvlies. In de folder komen de meest voorkomende klachten bij een droge mond aan de orde. Ook de oorzaken ervan worden besproken. Tevens worden de gevolgen van een droge mond voor de tanden en kiezen belicht en hoe die te bestrijden zijn.

Bestellen bij het Ivoren Kruis

 


Download brochure
Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
Online training dementie in de mondzorgpraktijk gelanceerd

Online training dementie in de mondzorgpraktijk gelanceerd

Er is een gratis online training over omgaan met dementie gelanceerd voor iedereen die werkt in de mondzorg.  Met de training ‘In de mondzorgpraktijk’ kunnen ze dementie eerder
herkennen en betere zorg geven aan patiënten met dementie.

Deelnemers aan de training oefenen met situaties waar ze in de mondzorgpraktijk mee te maken krijgen als ze zorg leveren aan patiënten met dementie. Deze praktijksituaties zijn aangedragen door medewerkers zelf en zijn daardoor herkenbaar. De training is bedoeld voor het hele team, van receptionist tot tandarts.

Een op de vijf mensen krijgt dementie. Dementerenden wonen vaak thuis en willen zo lang mogelijk een gewoon leven leiden en blijven ook hun eigen tandarts bezoeken. De  beroepsorganisatie voor tandartsen KNMT ontwikkelde daarom samen met Samen Dementievriendelijk deze online training. Wolter Brands, voorzitter van de KNMT: ‘Deze training helpt medewerkers in de mondzorgpraktijk dementie te herkennen, en laat op een heel praktische manier zien wat ze kunnen doen om ervoor te zorgen dat een bezoek aan de praktijk prettig verloopt.‘

Samen Dementievriendelijk is een vijfjarig project dat Nederlanders bewust moet maken van de impact die dementie heeft op de samenleving. Het helpt als mensen dementie herkennen en iets kunnen betekenen voor iemand met dementie of een mantelzorger. Samen dementievriendelijk is een samenwerkingsverband tussen Alzheimer Nederland, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM en het ministerie van VWS. Samen Dementievriendelijk is onderdeel van het Deltaplan Dementie.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing, Thema A-Z, Video
endodontische spoedbehandeling

Endodontische spoedbehandeling: diagnose en behandeling spoedeisende klachten

Het stellen van een diagnose is belangrijk voordat u start met een endodontische behandeling. Bij een pijnlijke pulpitis is de grote vraag: is er sprake van een (pijnlijke) reversibele of  een (pijnlijke) irreversibele pulpitis?

De juiste diagnose stellen kan in sommige gevallen erg lastig zijn. Een sensibiliteitstest geeft bijvoorbeeld niet altijd een eenduidig beeld omdat er sprake kan zijn van restvitaliteit. Ook kan er sprake zijn van insensibiliteit door een storing in de innervatie of geeft de vitaliteitstest een val negatieve uitslag (denk aan: obliteraties, open apex, recent trauma of premedicatie). Het is daarom belangrijk om altijd meerdere elementen te testen.

Sensibiliteitstesten

Er zijn verschillende soorten sensibiliteitstesten:

  • Koude test

  • Warmte test

Met een warme guttaperchastift kan de reactie van de pulpa getest worden. Hierbij is het wel belangrijk dat het element ingesmeerd
wordt met vaseline zodat de warme guttapercha niet blijft kleven.

  • Elektrische test

Bij deze test wordt er gekeken naar de mate van doorbloeding van het element. De doorbloeding zegt echter niet altijd iets over de
histologische toestand van de pulpa.

  • Proefpreparatie

  • Proefblok (anesthesie)

Reversibele versus irreversibele pulpitis

Er zijn verschillende soorten pulpitis. Het verschil tussen een milde en een uitgebreide reversibele pulpitis is afhankelijk van de uitbreiding van het ontstekingsproces.

  1. Reversibele pulpitis

    Verhoogde maar geen verlengde reactie met de koudetest, niet percussiegevoelig en geen spontane pijn.

  2. Pijnlijke reversibele pulpitis

    – Milde reversibele pulpitis: Verhoogde en verlengde reactie op koude, warm en zoet die tot ongeveer 20 seconden kan aanhouden maar dan afneemt. Mogelijk percussiegevoelig en spontane doffe pijn die nog te onderdrukken is met pijnstillers.
    – Uitgebreide reversibele pulpitis: Duidelijke pijnklachten, sterk verhoogde en verlengde reactie met de koudetest die minutenlang kan aanhouden. Mogelijk percussiegevoelig en spontane pijn die nog redelijk te onderdrukken is met pijnstillers.

  1. Pijnlijke irreversibele pulpitis

    Forse pijnklachten, medicatie geeft nauwelijks verlichting, duidelijke pijn bij warmte, scherpe tot doffe pijn, patiënt kan niet meer slapen vanwege de pijn. Element is zeer gevoelig bij aanraken en er is sprake van pijn bij percussie.

Spoedeisende klachten – pijnlijke irreversibele pulpitis

Een goede tijdsplanning is belangrijk om spoedklachten adequaat te behandelen. Omdat de inflammatie bij een pijnlijke pulpitis meestal alleen in de coronale pulpa aanwezig is, volstaat bij een spoedbehandeling hier een coronale pulpotomie om het geïnfecteerde weefsel weg te halen. Niet geïnfecteerd of ontstoken weefsel geeft geen pijn en kan blijven zitten totdat de behandeling vervolgd kan worden. Belangrijk is om met rubberdam te werken en te spoelen met natriumhypochloriet om het element steriel te houden.

Indien blijkt dat het resterende weefsel blijft bloeden dan is dit een indicatie dat er nog ontstoken weefsel aanwezig is en moet er meer weefsel worden verwijderd uit het kanaalstelsel. In de meeste gevallen volstaat hier het verwijdweren van de kroonpulpa en het verwijderen van de ontstoken inhoud van het wijdste kanaal. Bij een volledige ontstoken pulpa is een optimale behandeling een pulpectomie waarbij het zo goed als zeker is dat de patiënt na de behandeling pijnvrij is. Bij alle endodontische behandelingen is het belangrijk dat het pulpadak volledig is verwijderd voor dat men verder gaat met de geplande behandeling voor een goede toegang van het kanaalstelsel. Een onvolledige opening is vaak de oorzaak van complicaties

Pulpotomie

Een pulpotomie wordt uitgevoerd wanneer alleen het coronale deel van de pulpa is geïnfecteerd. Hierbij wordt het coronale deel van de pulpa verwijderd (met een nieuwe snel draaiende boor) totdat de pulpa niet meer bloedt (na spoelen met 1% NaOCl). Indien gewenst kan het element eerst tijdelijk gesloten worden Cavit en een glasionomeerrestauratie. Als u besluit de pulpa met MTA te overkappen, is het goed dit meteen te doen. Napijn na pulpotomie wordt meestal veroorzaakt door het niet volledig verwijderen van geïnfecteerde weefsel.

Pulpectomie

Omdat bij een pijnlijke pulpitis in de meeste gevallen nog geen sprake is van infectie van het gehele kanaalstelsel kan bij een volledige pulpectomie te kort gevijld worden om restvitaliteit te bewaren in het apicale deel van een element. Vijl dan tot 3-4 mm van de apex en gebruik geen elektrische lengtemeter(schat de lengte in aan de hand van de röntgenfoto). Voorwaarde is dat de pulpastomp niet meer bloedt voordat het kanaal wordt gevuld. Noteer de diagnose met bevindingen goed op het behandeljournaal zodat collega’s niet denken dat de kanalen onvolledig behandeld zijn en daarom te kort gevuld zijn.

Nazorg

De patiënt moet van te voren worden ingelicht dat er mogelijk sprake kan zijn van (ernstige) napijn. Probeer altijd telefonisch bereikbaar te zijn voor de patiënt.

William Wolters, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van William Wolters tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z, Uncategorized
tips

7 tips voor een geweldige patiëntervaring

De patiëntervaring wordt steeds belangrijker bij het werven en behouden van patiënten. De volgende tips kunnen handig zijn voor werving van nieuwe patiënten.

  1. Zorg voor een goede eerste indruk

De meest effectieve marketing speelt zich af binnen in de praktijk. Een schone ruimte, een gezellige wachtkamer en een goede ontvangst kan alles schelen bij de indruk van een nieuwe klant van de praktijk, en dat is uiteindelijk wat telt.

  1. Wees op tijd

Niemand houdt van wachten, dus probeer vooral zo veel mogelijk op tijd te zijn. Uiteraard kan het soms gebeuren dat een afspraak uitloopt, dat snapt iedereen. Mocht dit gebeuren, zeker bij een nieuwe klant, probeer dit dan op een andere manier te compenseren – en biedt vooral ook meteen excuses aan. Dit kan veel schelen in hoe een klant de vertraging, en het volledige bezoek in zijn algemeenheid, ervaart.

  1. Leg de behandeling uit

Het is algemeen bekend dat de meeste patiënten niet zo’n fan zijn van hun tandartsbezoekjes. Daarom is het voor elke tandarts extra belangrijk om te zorgen dat de klant zich op zijn gemak voelt, in combinatie met een uitmuntende behandeling. Neem wat extra tijd om te zorgen dat patiënten doorhebben wat er precies bij hen gebeurt, hou hen tijdens de behandeling op de hoogte, haast niet en beantwoord welke vraag dan ook.

  1. Lach

De mensen in de praktijk zijn voor een patiënt minstens net zo belangrijk als de rest dat bij hun bezoek komt kijken. Zorg daarom dat iedereen van het team representatief is en dezelfde visie deelt, wat ook inhoudt dat zij willend zijn om elke klant zo tevreden mogelijk te houden. Zorg ook dat het volledige team wordt getraind in het beantwoorden van vragen van klanten.

  1. Waardeer uw klanten

Kies momenten uit om wat extra waardering te laten blijken naar de klanten toe. Dit kan van alles zijn. Verjaardagen, feestdagen, het einde van een lange behandeling.  Zorg dat de patiënten zich af en toe even extra bijzonder voelen, met als resultaat dat ze u zullen herinneren en mond-op-mondreclame hun werk zullen laten doen.

  1. Communiceer

Ook voordat klanten een behandeling ondergaan willen zij graag weten waar ze aan toe zijn. Bel hun vantevoren eens op en vraag naar eventuele vragen en vertel ze alvast wat ze precies kunnen verwachten. Ook is het goed om na de behandeling nog een keer te bellen om te vragen hoe het met ze gaat. Dit zal meer dan gewaardeerd worden.

  1. Blijf constant in contact

Zoals in de vorige punten ook al naar voren is gekomen gaat het bij een goede klantervaring om het totaalplaatje. Constant in contact blijven draagt hier ook aan bij. Denk hierbij aan emails, social media en overige manieren waaruit blijkt dat de tevredenheid van de patiënt het hoofddoel is van de praktijk.

 

Bron:
Dr Bicuspid

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
De Wkkgz: van administratieve verplichting naar een way of life

De Wkkgz: van administratieve verplichting naar een way of life

De Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz) is per 1 januari 2016 van kracht voor zorginstellingen en zelfstandige beroepsbeoefenaren en daarmee ook op mondzorgpraktijken. Doel van de wet is enerzijds openheid te bevorderen over klachten en ongewenste gebeurtenissen, waardoor cliënten beter worden gehoord en beschermd en anderzijds de mondzorgverlener te laten leren van zijn fouten.

Omgang met klachten en incidenten en arbeidsverleden controleren

De Wkkgz is gefaseerd ingevoerd. Het eerste deel, in 2016, richtte zich met name op de omgang met klachten en incidenten. Ter zake dienen mondzorgpraktijken een systeem te hebben waarbij incidenten veilig kunnen worden gemeld en moet de cliënt worden geïnformeerd bij fouten. Daarnaast dienen de praktijken het arbeidsverleden van een nieuwe medewerker te controleren vóór indiensttreding en moet ernstig disfunctioneren of geweld gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit alles om de kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen.

Klachtenfunctionaris en overeenkomst met zorgverleners

Vanaf 2017 dient de mondzorgpraktijk tevens een klachtenfunctionaris gratis ter beschikking te stellen aan haar cliënten die kan bemiddelen om een oplossing te vinden en die de cliënt bij kan staan bij het indienen van een klacht en dient de mondzorgpraktijk aangesloten te zijn bij een erkende geschilleninstantie, zoals de Geschilleninstantie Mondzorg. Tevens dient elke mondzorgpraktijk een schriftelijke overeenkomst aan te gaan met alle zorgverleners die voor haar werken, waarin de normen staan beschreven waaraan de zorgverlener moet voldoen. Ook dit is erop gericht om kwaliteit van zorg evenals een goede afhandeling van eventuele klachten te waarborgen. Deze per 1 januari 2017 toegevoegde voorschriften vragen nogal wat van de mondzorgverlener. Mondzorgverleners dienen hier alert op te zijn. Daarbij zouden zij de Wkkgz niet als een checklist met procedurele eisen moeten zien, maar als een integraal onderdeel van de organisatie. Vandaar 10 vuistregels die elke mondzorgpraktijk in acht zou moeten nemen.

10 vuistregels voor omgang met Wkkgz

  1. Wees u bewust van uw verantwoordelijkheden

    Je bent als mondzorgverlener verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede zorg en als eventueel bestuurder van de mondzorgpraktijk eindverantwoordelijk voor de organisatie. Omgaan met klachten, incidenten of calamiteiten behoren ook tot deze verantwoordelijkheden, ook als deze zijn begaan door een medewerker van uw organisatie.

  1. Zorg er voor dat binnen de praktijk iemand is aangewezen aan wie een incident c.q. calamiteit veilig kan worden gemeld.

    Zorg ervoor dat er een sfeer is binnen de praktijk die maakt dat mondzorgverleners veilig kunnen melden. Bescherm de melder en de betrokken mondzorgverlener(s).

  2. Zorg ervoor dat iedereen binnen uw organisatie het verschil kent tussen incidenten en calamiteiten en dat iedereen weet waar en bij wie een incident of calamiteit moet worden gemeld:

    1. Incident: een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg, en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt. Meldt een incident aan de cliënt en maak een aantekening in het dossier onder vermelding van de datum en het tijdstip van het incident en de daarbij betrokken mondzorgverleners. Daarnaast moet het incident in het systeem van veilig incident melden worden verwerkt.
    2. Calamiteit: een incident dat heeft geleid tot de dood of ernstige gevolgen voor de cliënt heeft. Een calamiteit moet worden gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daarnaast moet een calamiteit in het systeem van veilig incident melden worden verwerkt.
  1. Gaat er wat mis, neem dan uw verantwoordelijkheid

    Geef toe dat er iets mis is gegaan en maak excuses aan de cliënt en eventuele familieleden. Schiet niet in de verdediging, reageer niet te zakelijk en vraag niet om sympathie voor uw kant van het verhaal. Wacht geen lange tijd met het reageren op berichten van de cliënt en leg niet het initiatief tot het oplossen van het ontstane probleem bij de cliënt. Straal bereidheid uit om te leren van incidenten/calamiteiten.

  1. Registreer incidenten en calamiteiten op uw eigen manier

    Registreer incidenten en calamiteiten op uw eigen manier in een beveiligd (met een wachtwoord voor derden afgeschermd) Word- of Excelbestand of gebruik een daartoe ontwikkeld systeem. Vermeld daarin persoonsgegevens slechts voor zover noodzakelijk voor de analyse van het incident/calamiteit. Verwijder de persoonsgegevens zodra dat voor de analyse niet meer noodzakelijk is. Zorg ervoor dat er één iemand verantwoordelijk is voor het invullen en bijhouden van deze registratie. Meld het incident/calamiteit op de voorgeschreven wijze.

  1. Is er sprake van een incident of calamiteit, neem zo snel mogelijk contact op met de cliënt

    Neem een klacht of incident serieus en zorg dat mensen gehoord worden. Bespreek met de cliënt wat er is misgegaan waarbij de kernwoorden openheid en empathie centraal staan. Geef de cliënt duidelijke informatie en vermijd speculaties. Als er nader onderzoek wordt verricht binnen de organisatie, meld u dit aan de cliënt. Nodig de cliënt uit voor een gesprek en neem daar de tijd voor. Laat eventueel een collega of de klachtenfunctionaris aanschuiven. Voorafgaand brengt u in kaart wat er gebeurd is en wat de gevolgen zijn voor de cliënt.

  1. Bespreek binnen de praktijk of het samenwerkingsverband waar u deel van uitmaakt periodiek de genoteerde incidenten/calamiteiten

    Richt daarvoor bijvoorbeeld eens in de drie maanden een “Incidentenuur” in. De frequentie laat u afhangen van de hoeveelheid klachten, incidenten/calamiteiten.

  2. Leer van de geregistreerde incidenten/calamiteiten

    Ook van die van anderen die u ter ore komen in het “Incidentenuur”. Kijk welke maatregelen getroffen moeten worden om een incident/calamiteit in het vervolg te voorkomen en leg deze handelswijze ook schriftelijk vast. Koppel aan de cliënt terug welke maatregelen er zijn getroffen.

  1. Stel een model van een schriftelijke overeenkomst op,

    waarin de normen staan beschreven waaraan de mondzorgverlener die voor u werkt moet voldoen, verwerk deze normen ook in het door u gehanteerde model arbeidsovereenkomst.

  1. Wees kritisch bij het instellen van:

    – een klachtenfunctionaris: met name zelfstandige beroepsbeoefenaren sluiten zich aan bij algemene organisaties die klachtenfunctionarissen ter beschikking stellen. Sluit hierbij niet aan “om maar te voldoen aan de eisen van de Wkkgz”. Het is van belang dat de klachtenfunctionaris weet hoe het in de mondzorgpraktijk eraan toegaat, wat de gebruikelijke gang van zaken is, etc. De klachtenfunctionaris moet bemiddelen tussen u en de cliënt/klager en het is goed als deze weet van het reilen en zeilen binnen een soortgelijke organisatie als die van u; en
    – het verbinden van de praktijk aan een onafhankelijke, wettelijke erkende geschilleninstantie. Deze instantie geeft namelijk een bindend oordeel over het geschil en daar moeten partijen zich aan houden. Van belang is dan dat de geschilleninstantie weet hoe het eraan toegaat in uw praktijk. Kies een instantie die weet waar die het over heeft.

Door: mr. drs. E.E. (Eveline) Hoogeterp en mr. C. (Claudia) Zwetsloot – advocaten Eldermans|Geerts.

Workshop Wkkgz: Pharmaknowledge Nascholingen organiseert in samenwerking met Eldermans|Geerts op dinsdagmiddag 7 november 2017 een workshop over de rol van de Wkkgz voor beroepsbeoefenaren in de eerste lijn. Wat moet u doen om het goed te regelen, hoe moet u dat doen en wat zijn de risico’s als u het niet doet? Doel van de workshop is dat naleving van de Wkkgz voor u een way of life wordt in plaats van de zoveelste administratieve verplichting. Want een goede implementatie biedt ook kansen! Lees meer

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Onderzoek, Wkkgz
Endodontische keuzestress 2

Endodontische keuzestress

Hoe gecompliceerder het element, hoe meer dilemma’s u tegenkomt. Er spelen heel veel factoren een rol bij endodontie en we hebben helaas nog steeds geen glazen bol. Welke dilemma’s kunt u tegenkomen in het denkproces en wat zijn de mogelijkheden bij endodontie?

In de dagelijkse praktijk neemt u als tandarts de hele dag beslissingen. Ook als het gaat om een endodontisch probleem. Hoe gecompliceerder het element, hoe meer dilemma’s je tegenkomt. Er spelen heel veel factoren een rol en we hebben helaas nog steeds geen glazen bol. De bedoeling van deze voordracht is om te laten zien welke dilemma’s u kunt tegenkomen in het denkproces. Wat zijn de mogelijkheden? Welke argumenten zijn er om tot een juiste keuze te komen?

Verslag van de lezing van tandarts-endodontoloog Machteld Siers.

Een artikel uit 2016 van prof. dr. Isaac van der Waal zegt: “Antibiotica helpen niet bij endodontische pijn”. Maar wat dan wel?

Zuivere indicatie antibiotica

  1. Profylaxe
  2. Niet begrensde infiltraat zwelling ter voorkomen verdere spreiding, koorts, algehele malaise.

Endodontische probleem

Voor een standaard endodontisch probleem gebruik je in principe geen antibiotica. Wat zegt de literatuur?

Cochrane studies
In de studies blijkt het lastig wat wel en wat niet te includeren.
Conclusie: Er is niet aangetoond dat antibiotica helpt in het geval van een irreversibele pulpitis. Er is geen bewijs dat het werkt. Er zijn niet genoeg studies uitgevoerd. Ook is het lastig te zeggen dat het niet werkt. Bij een irreversibele pulpitis is er weinig infectie waardoor antibiotica weinig effect heeft. Dus er kan niet gezegd worden dat het niet helpt maar er is ook te weinig informatie die aangeeft dat het wel een positieve bijdrage levert.

Antibiotica en parodontitis apicalis

Er is weinig literatuur/geen bewijs over de werking van antibiotica bij parodontitis apicalis. Er is te weinig bewijs voor een positief resultaat dus is het advies om het niet te gebruiken in dit geval.

Er is geen verschil aangetoond tussen pijnstilling en antibioticagebruik: het is dus beter om geen antibiotica te gebruiken. Antibiotica heeft namelijk veel nadelen, onder andere de resistentie en verandering van de darmflora. Het is dus beter eerst voor pijnstilling te kiezen.

Het is belangrijk de patiënt goed te informeren en gerust te stellen. Vertel de patiënt dat de klachten weer wegtrekken. Patiënten zijn vaak bang dat pijn nooit meer over zal gaan.

Neem bij irreversible pulpitis de oorzaak weg middels een endodontische behandeling. Als de pijn te heftig is, dan kunt u ervoor kiezen om anesthesie te geven en pijnstilling.

Pijnstilling protocol

  1. Paracetamol – milde pijn
  2. Paracetamol + NSAID – matige pijn
  3. Paracetamol + NSAID + mild opiaat (Tramadol) – sterke pijn

De pijnstilling spiegel wordt opgebouwd en moet op peil gehouden worden. Het is dus het beste om voortijdig opnieuw pijnstilling te nemen. Dit fenomeen heet ‘stapelen’. Siers geeft aan dat het gunstig zou zijn als een placebo voorgeschreven kon worden, want het placebo-effect/psychologische effect van antibiotica is groot.

Behandelopties bij herinfectie

  • Niet behandelen, alleen pijnstilling.
  • Behandelen:
    – Revisie van wortelkanaalbehandeling.
    – Extractie. Dit is een voorspelbare keuze. Er is 100% succes, maar vervolg behandelingen zijn dat weer niet (bijvoorbeeld een brug of implantaat).

Van invloed op keuze van het beleid

  • Wens patiënt/mogelijkheden patiënt.
  • Risico opvlamming.
  • Risico op opvlamming van parodontitis apicalis is klein.
  • Voorspelbaar is relatief.
  • Risico algemene gezondheid is niet bekend.
  • Technische uitvoerbaarheid van de behandeling.

Bij onbehandelde parodontitis apicalis (radiolucentie) kan een wortelkanaalbehandeling een verbetering geven. 50% van de radiolucenties wordt namelijk groter. Betekent dit dat radiolucenties altijd groter worden? Dat is niet per se het geval. Vaak komt er een evenwicht. Er is veel regeneratie haalbaar in de endodontie.

Risico voor algehele gezondheid

Er is niet veel onderzoek gedaan over endodontische behandelingen bij parodontitis apicalis. Er zal ongetwijfeld een effect zijn, maar het echte risico is onbekend. De oppervlakte van het endodontische probleem is vaak kleiner dan dat van bijvoorbeeld de parodontitis. Bij parodontitis zijn de risico’s bekend, in de endodontie is dit minder helder.

Dutch Endodontic Treatment Index (DETI)

Classificatie voor endontologie wordt gedaan middels de Dutch Endodontic Treatment Index (DETI). Hiermee kunt u inschatten of u zelf behandeling uitvoert of verwijst. De DETI Laat zien hoe gecompliceerd de behandeling zal zijn. Het geeft inzicht in welke problemen u mogelijk tegen kan komen bij de behandeling. Hierop kunt u anticiperen en besluiten om zelf te behandelen of te verwijzen, het maakt de behandeling voorspelbaarder.

  • DETI A is meestal relatief eenvoudig.
  • DETI B is gemiddeld.
  • DETI C is gecompliceerder waardoor meestal lastig.

De revisie score bij ideale uitgangssituatie is 70% succes. De cijfers liggen lager als er met een niet-ideale situatie – zoals bijvoorbeeld een perforatie – gestart wordt.

Endodontische behandeling niet succesvol

Keuzes die gemaakt moeten worden als endodontische behandeling geen succes heeft bewerkstelligd:

  • Behandelen of accepteren?
  • Revisie of chirurgie?
  • Indien kroon aanwezig: kroon wel/niet verwijderen?

Altijd uzelf als tandarts meenemen in de beslissing. De patiënt is te sturen.

Uit onderzoek, waarbij alle disciplines dezelfde casus voorgelegd krijgen en vervolgens tot een behandeloptie besluiten, blijkt dat 80% van de endodontologen kiest voor herendodontische behandeling en dat maar 40% van de kaakchirurgen kiest voor een herendodontische behandeling. Dit percentage neemt toe. Kaakchirurgen zijn altijd eerder geneigd naar chirurgie. Endodontologen kiezen meestal voor revisie. De tandarts zit hier tussenin.

Oorzaken niet slagen van endodontische behandeling

Oorzaken van het niet genezen van parodontitis apicalis is infectie. Hoe de infectie is ontstaan is minder relevant. Het niet slagen van een endodontische behandeling kan het gevolg zijn van:

  • Herinfectie
  • Persisterende infectie
  • Gemist kanaal
  • Verticale wortelfractuur
  • Insufficiënte kanaalvulling
  • Afgebroken instrumenten
  • Extra-radiculaire oorzaak

Voor chirurgie heeft u altijd een goede endodontische behandeling nodig. Compenseren met chirurgie is niet mogelijk.

Revisie

Is het kanaal geïnfecteerd en kunt u erbij? Dan is het het beste om voor revisie te gaan. Als u geen toegang kunt krijgen dan is de orthograde benadering – oftewel chirurgie – de keuze.

Een kroon hoeft niet altijd verwijderd te worden voorafgaand aan de endodontische behandeling. Redenen om de kroon te verwijderen voor endodontische behandeling:

  • Kroon lekt.
  • Als kroon ook vervangen moet worden.
  • Als stiftopbouw anders niet verwijderd kan worden.

Als u de kroon niet van tevoren verwijdert, kunt u niet inschatten hoeveel ferrule er nog over is, waardoor het lastig is om in te schatten of het dan goed te restaureren is. Een risico van verwijdering van de stift is de warmteontwikkeling die erbij vrij kan komen. Dit is ongunstig voor het parodontium.

Tegenwoordig worden steeds meer vezelstiften gebruikt waardoor er meer revisies hiervan zijn. Het verwijderen van een vezelstift vergt een andere aanpak dan het verwijderen van een gegoten stift. Bij een vezelstift moet u door de stift heen boren tot u bij het gutta percha bent, deze kunt u meestal niet lostrillen. Deze andere aanpak zorgt er ook voor dat geen risico’s ontstaan zoals perforaties in het element. Voordeel van de vezelstift is dat deze een stuk korter is dan een gegoten stift waardoor de risico’s op perforeren worden verkleind.

Revisie gebeurt in de meeste gevallen maximaal een keer en niet vaak een tweede keer.

Een ideale kanaalvulling

  • Sluit goed af.
  • Kan zich goed adapteren.
  • Is veilig.

Vullen van het kanaal met:

  1. Gutta percha + sealer (die niet oplosbaar is, vaak epoxy hars of gebaseerd op MTA)

OF

  1. MTA (is moeilijk verwijderbaar en er is een breder kanaal voor nodig).

Wel of geen stift gebruiken?

Het is nodig om te bepalen hoeveel ferrule er aanwezig is en hoeveel van opstaande wand dentine is. Als bij een premolaar twee of meer wanden weg zijn, dan is een stift mogelijk gunstig. Indien er overal genoeg ferrule aanwezig is, dan is een stift niet per se nodig. Stiften worden sneller gebruikt in premolaren ten opzichte van molaren. Een stift zorgt ook voor weefselverlies. Het is belangrijk dat de stift wordt aangepast aan het kanaal en andersom. Indien er een stift wordt geplaatst, dan kan dit het beste direct volgen na de endodontische behandeling. Als er genoeg ferrule aanwezig is dan is er geen stift nodig.

Bij het preparen voor een stift moet er ten minste 4 mm gutta percha aanwezig blijven in het wortelkanaal, maar bij voorkeur meer. Op de Radboud Universiteit Nijmegen is de regel dat de kroonlengte ook de stiftlengte is.

Keuze

Het is beter om te stellen dat de behandeling effectief vs niet effectief is, in plaats van genezen of niet genezen. Als er lucentie op de foto aanwezig is, maar deze wel is gehalveerd, dan betekent dit dat er een effectieve behandeling is geweest, maar niet per se volledige genezing.

Behandeling effectief vs niet effectief

Effectief: Afwezigheid van symptomen en de radiolucentie verdwijnt.

Twijfel: Geen klachten, maar de radiolucentie blijft.

Niet effectief: Klachten en de radiolucentie nemen toe.

Als de radiolucentie blijft aanhouden dan is de keuze dit te accepteren of verder te behandelen middels chirurgie.

Eerste controle moment na endodontische behandeling na een jaar of na twee jaar plannen?

Voordeel van controle na een jaar in plaats van na twee jaar is dat in veel gevallen de patiënt eerder terugkomt, maar het voordeel van de controle na twee jaar is dat er dan optimale genezing zichtbaar is.

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voerde zij sinds 1999 algemene praktijk en een verwijspraktijk voor endo-dontologie. Sinds 2010 werkt zij bij XQ dent Zeist en voert zij daar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Patiënttevredenheid: Hoe maak je het verschil?

Patiënttevredenheid: Hoe maak je het verschil?

Als je Jaap Bressers ziet, ben je gelijk nieuwsgierig naar zijn verhaal. Dat is precies wat hij deed, een zeer indrukwekkend verhaal vertellen waarbij men leerde hoe waardevol het ‘Carlos-momentje’ is. Hoe een patiënt kwaliteit van zorg ervaart. En dat had niks met protocollen te maken.

Verslag van de lezing van Jaap Bressers tijdens Klantpasta

De in een rolstoel zittende Bressers begon luchtig met uitleggen dat hij verhuisd was naar Brabant en dat hij wat dat betreft dus dubbel gehandicapt is. Onderweg naar huis, rijdend over de snelweg, komt hij borden tegen die de weg rechtdoor aangeven met behulp van pijlen. “Een pijl die naar boven wijst in plaats van naar beneden, levert 44% minder files op”, zei Bressers. Zoiets kleins, kan zoveel verschil opleveren.

Genieten van kleine dingen

Al pratend beland Bressers bij zijn middelbare schooltijd. “Ik moest een keuze maken. Wat ga ik later doen? Ik was pas 13…  Mijn keuze maakte ik op vakken waar ik wel aardig goed in was.” Uiteindelijk belandde hij op de universiteit in Tilburg en zijn doel was om veel geld te gaan verdienen. “Want dan heb je geen zorgen meer”, dacht hij. Maar op een gegeven moment kreeg Bressers het idee dat hij alleen maar in zichzelf aan het investeren was, maar geen vruchten ervan kon plukken. Wat hij het meest miste, was het vermogen om simpelweg te genieten van kleine dingen die in zijn schoot werden geworpen. Hij focuste zich enkel op de toekomst.

In 2005 was Bressers op vakantie en liep de zee in. Hij dook door een golf, maar te snel en hij klapte tegen de zeebodem aan. Hierdoor brak hij zijn nek. Hij voelde zich alleen want het leek erop dat niemand hem kwam redden. Hij nam afscheid van zijn leven en vroeg zich af wat hij eigenlijk voor de wereld had betekend. Door een nieuwe golf kon hij weer ademen. Bressers werd toch gered. Met dit bloedserieuze verhaal wist hij afwisselend een doodse stilte en een daverende lach in het publiek te bereiken.

Het verschil: het Carlos momentje

Zijn uitdaging is nu zichtbaar; hij zit in een rolstoel. Maar iedereen heeft zijn eigen uitdaging en die is niet altijd zichtbaar. Wat we op ons pad krijgen, daar kunnen we niet voor kiezen. Maar hoe we met tegenslagen om gaan, dat kunnen we wel kiezen. Het meest moeilijkste moment was toen hij in het ziekenhuis lag. Er was niemand….alleen als hij riep, kwam er iemand die dan de monitors checkte en zich weer omdraaide. Maar toen kwam Carlos, de verpleegkundige. Deze man zette Jaap’s leven op een ander spoor. Carlos legde zijn hand op zijn schouder, waar hij het wel kon voelen en zei: “Het is okay.” Dat kleine gebaar maakte voor hem het verschil.

“Als zoiets kleins het verschil kan maken, dan kunnen we het allemaal.”

Kans

Elke keer dat wij een patiënt in onze stoel hebben, krijgen we de kans om opnieuw even contact te maken, de band weer opnieuw aan te leggen of te versterken. Dat hoef je niet weg te cijferen als ‘dat is toch normaal’ en ‘dat is toch mijn werk’. Nee, dat Carlos-momentje is heel speciaal. De zaal werd aan het werk gezet om te vertellen over hun Carlos-momentje. Men vond het lastig om iets te bedenken, omdat we er vaak niet bij stil staan. “Toen ik nieuwsgierig werd naar de Carlos-momentjes van morgen, bleek het ineens overal te zijn.”

Een Carlos zit in iedereen. De vriendin van Bressers zit in de zorg en ze hebben elkaar ontmoet bij een concert van Guus Meeuwis. Daar gaan ze elk jaar weer naar terug. Een keer zat er een terminale patiënt naast hem voor haar laatste uitje. Zij werd door een medewerker van de concertorganisatie op een bijzondere plek gezet. Hij verraste haar, hij gaf haar iets extra’s, iets wat boven haar verwachting lag.

“Als je iets doet wat boven de verwachting ligt, dan creëer je een ambassadeur voor je praktijk.”

Iets moois voor een ander

“Waar word jij gelukkig van? Op het moment dat je de factuur schrijft?”, vroeg hij aan de zaal. “Nee, waarschijnlijk is het iets kleins. Sta daar voortaan bij stil.” Als je zelf iets moois doet voor iemand anders, dan word je daar zelf ook gelukkig van.

“Wijs elkaar op talenten, op mooie dingen, dan verlaat iedereen de praktijk met een glimlach.”

Jaap BresserJaap Bressers kwam tijdens zijn studietijd voor zijn Masteropleiding International Management op 21-jarige leeftijd door een duikongeval in een rolstoel terecht. Zijn wereld stond op zijn kop, maar hij vocht zich terug en kwam uiteindelijk zelfs sterker uit de strijd. Door pakkende persoonlijke verhalen te linken aan uitdagingen in het bedrijfsleven weet Jaap als geen ander het publiek te raken en te inspireren om meer uit hun leven en werk te halen. Door net dat kleine beetje extra te doen, kun je het verschil maken. Voor jezelf en voor de klant.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, voor dental INFO, van de lezing van Jaap Bressers tijdens Klantpasta.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Juweeltjes maken van composiet

Juweeltjes maken van composiet

Tijdens Switch – een event op de Dutch Design week 2017 – konden kinderen juweeltjes maken van composiet. De kinderen hardden de composieten uit met licht.

De workshop is een initiatief van Toothcamp en wordt ondersteund door de KNMT.

 

 

 

 

Bekijk de video

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video

Verhalen positieve invloed op poetsgedrag kinderen

Om tandbederf te voorkomen is het goed poetsen van de tanden van enorm belang. Traditionele poetsinstructies, zowel afkomstig van afbeeldingen als adviezen van ouders of een tandarts, blijken echter lang niet altijd effectief te zijn. Marnix Hoppener en Enny Das gaan daarom nu onderzoeken of verhalen een effectieve manier om poetsgedrag bij kinderen te verbeteren zouden zijn.

Effecten positieve gezondheidsvoorlichting

De hoofdvraag van het onderzoek van Hoppener en Das gaat er over of een speelsere, minder directieve benadering kan bijdragen aan een betere mondhygiëne bij kinderen. Hierbij wordt gekeken naar de effecten van gezondheidsvoorlichting. Waar eerdere onderzoeken met name uitgingen van bangmakerij als effectief middel, kijkt dit onderzoek juist naar het brengen van dezelfde boodschap op een positieve, entertainende manier. Dit wordt gedaan door middel van een verhaal over het aapje Johnny Joker.

Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Centrum voor Tandzorg in Rosmalen en kindertandarts Gert Stel en wordt mede mogelijk gemaakt door het CZ Fonds. Er wordt verwacht dat de eerste resultaten in de zomer van 2018 zullen verschijnen.

Bron:
Radboud Universiteit

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Een terugblik op het Philips SmartTalks’17 event

Een terugblik op het Philips SmartTalks’17 event

Het event vond plaats in het futuristische Evoluon in Eindhoven. 170 mondhygiënisten, tandartsen en specialisten woonden dit eerste congres van Philips bij.

Het ochtendprogramma gaf een blik in de toekomst van (mond-)gezondheid, hierna werd er ingegaan op klinisch onderzoek en de rol en invloed van mondgezondheid op algemene gezondheid. In de middag waren er verschillende break-outsessies waar bezoekers meer konden leren over social media, bleken en gezonde voeding.

Verandering in gezondheidszorg door technologie

De eerste twee sprekers in de ochtend gaven de aanwezigen een kijkje buiten de tandheelkunde. Lucien Engelen, Director REshape Center for Health(care) Innovation Radboud Nijmegen nam het publiek mee in de verandering van de gezondheidszorg door het gebruik van technologie. Liat Ben Zur, Senior Vice-President, Connected Platforms Philips and Board Member Umicore, sprak over de toekomst van de zorg en welke veranderingen de toepassing van connected apparaten met zich meebrengt als gevolg waarvan de zorgfocus zich verplaatst van reactief naar proactief. Dagmar Else Slot gaf een presentatie over de balans tussen de industrie en de wetenschap en het belang hiervan in het toepassen van Evidence Based Dentistry.
Een terugblik op het Philips SmartTalks’17 event

Kennismaken met Philips innovaties

Tijdens de lunch konden de bezoekers kennismaken met de laatste Philips innovaties, zoals de Philips Avent uGrow, de Airfyer, OneBlad, de Air Purifieren natuurlijk ook met de meest recente innovatie, de slimste tandenborstel door feedback geeft aan de gebruiker met behulp van sensoren: De Philips Sonicare DiamondClean Smart.

Een terugblik op het Philips SmartTalks’17 event

Relatie parodontitis en hart- en vaatziekten

Na de lunch presenteerde Janneke Wittekoek, cardioloog en eigenaar HeartLife klinieken op een

populair-wetenschappelijke manier over het (vrouwen)hart, hartklachten en preventie. Zij gaf goede tips en ideeën om beter voor je hart te zorgen. Hierin nam zij ook de mogelijkheden in de mondzorgpraktijk mee.  Bruno Loos, Hoogleraar parodontologie en voorzitter van de sectie parodontologie/biochemie bij ACTA sprak daaropvolgend over de steeds duidelijker aanwezige relaties tussen parodontitis en hart- en vaatziekten en de toegevoegde waarde van de parodontale behandeling op de algemene gezondheid. Wijnand Teeuw, Chef de Clinique en parodontoloog bij ACTA ging in op de mondgezondheid als de spiegel van de algemene gezondheid, met de focus op diabetes en gaf zijn visie over hoe het tandheelkundig team daar mee om kan gaan.

Een terugblik op het Philips SmartTalks’17 event
Donatella Piras

Het programma werd geleid door de ervaren dagvoorzitter Donatello Piras, bekend als gespreksleider van verschillende debatten zoals het Grote Zorgdebat 2017. Donatello zorgde voor veel interactie & vraagmomenten tussen de aanwezigen en de sprekers.

Break-out sessies over energie, bleekbehandelingen en social media

Na dit programma volgden drie break-out sessies. Yvonne Kort, mondhygiënist en vitaliteitstherapeut hield een break-out sessie over “energize your day”, Xander Rijpstra, tandarts en docent, gaf een uiteenzetting en diverse tips over verschillende bleekbehandelingen en Maarten Reijgersberg, oprichter en eigenaar van Rauwcc, gaf deelnemers een kijkje in de ontwikkelingen en mogelijkheden van social media.

Het programma werd op een humoristische manier afgesloten door Rob Urgert, Creatief denker, presentator en bedenker van De Kwis en Het Instituut. Rob gaf een inspirerend en hilarisch verhaal over het geheim van creativiteit: Hoe Krijg Ik Een Geniaal Idee in 30 Minuten?

Na de succesvolle dag werd onder het genot van een drankje en een hapje nog lang nagepraat en gefantaseerd over een vervolg. Die gaat er komen: het volgende Philips SmartTalks event is op 12 oktober 2018.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Front tandvervanging: een uitdaging

Front tandvervanging: een uitdaging

Vervangingen in het front zijn misschien wel de meest veeleisende oplossingen die gevraagd kunnen worden van de tandarts. Naast de functionaliteit is er de esthetiek die mogelijk de hoofdrol speelt.

Aspecten als kleur,en vorm van elementen, lachlijn en gingivaverloop moeten meegenomen worden om een optimaal eindresultaat te boeken. Implantaten zijn daarin een goede oplossing, maar daaraan kleven helaas ook duidelijke problemen. Binnen deze presentatie zullen verschillende alternatieven besproken worden die ook een oplossing zouden kunnen zijn voor dit probleem. Het vinden van de juiste oplossing is steeds weer een uitdaging. Tandheelkunde is maatwerk en geen confectie.

Verslag van de lezing van parodontoloog-implantoloog Anna Louropoulou tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Belangrijk voor esthetiek

  • Grootte
  • Vorm
  • Kleur
  • Positie van elementen: ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de kaak.
    We willen weten waar de frontelementen moeten staan in de tandbogen. Als u de frontpositie wil bepalen moet u altijd in uw hoofd het opstellen van een prothese hebben volgens  Louropoulou. Er gelden dezelfde regels. De kleur en vorm van elementen zijn al voor u bepaald.

Boven incisieven

De positie van de centrale boven incisieven is belangrijk. Bij kinderen staan deze in verticale zin in het gezicht vrijwel altijd goed. De stand in horizontale zin kan wel afwijken en dan is correctie nodig.

Als er een diepe beet, dan komt dit door een afwijking van het onderfront en moet hierin correctie plaatsvinden. Intrusie van het onderfront is dan gewenst. De oplossing moet niet gezocht worden in correctie van de boven incisieven. Als de boven incisieven geïntrudeerd worden dan worden ze minder zichtbaar met de lip in rust wat gevolgen op de esthetiek heeft. Het is een vaak voorkomende fout om dit omgekeerd te willen doen.

De zichtbaarheid van de incisieven is belangrijk voor de esthetiek. Mensen jonger dan 30 jaar laten vooral boven incisieven zien. Naarmate je ouder wordt neemt de zichtbaarheid van de boven incisieven af en neemt zichtbaarheid van de onder incisieven toe. Als je ouder dan 60 jaar bent dan zijn vooral de onder incisieven zichtbaar.

Ook hebben vrouwen meer zichtbaarheid van de tanden dan mannen op dezelfde leeftijd.

Een gezicht is te veranderen door meer of minder van de incisieven te laten zien.

Lachlijnen

Er zijn drie typen lachlijnen. De lachlijn is de positie van de onderrand van de opgetrokken bovenlip tijdens de lach.

  • Hoge lachlijn

    100% zichtbaarheid van de boven incisieven en cervicale band van de gingiva. Dit komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

  • Gemiddelde lachlijn

    75-100% van de boven incisieven is zichtbaar. Geen zichtbare gingiva cervicaal, maar de interdentale papillen zijn wel zichtbaar.

  • Lage lachlijn

    <75% zichtbaar incisieven en de gingiva is niet zichtbaar. Dit komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.

De ideale positie van het bovenfront

  • Bij het lachen moet de incisale rand de lijn van de onderlip volgen.
  • De cervicale rand van de incisieven moet de bovenlip volgen.
  • De rand van de cuspidaten moet op een lijn liggen met de centrale incisieven.
  • De cervicale rand van de laterale incisieven ligt meestal 1,5mm meer coronaal ten opzichte van de cuspidaten en centrale incisieven.
  • De cuspidaten en premolaren staan rechtop en niet naar binnen getorqt.
  • Harmonie tussen links en rechts: symmetrie.
  • Neutro-occlusie van de cuspidaten voor de optimale functie.

Contra-indicaties voor implantaten

Patiënt die nog in de actieve groei zit. Het probleem hierbij is dat implantaten niet bewegen. Uit een studie uit 2001 bij enkel tandvervanging is gebleken dat als implantaten te vroeg geplaatst worden bij pubers tussen de 13-18 jaar de implantaten in infrapositie komen te staan vanwege de groei.

Implanteren moet pas gedaan worden na de actieve fase van de groei. Dit kan worden geëvalueerd door middel van laterale schedelfoto’s. Er zijn hiervoor twee opnames nodig met een periode van een jaar tussen de opnames.

Richtlijn voor implanteren
– Niet implanteren bij mannen onder de 25 jaar.
– Niet implanteren bij vrouwen onder de 22 jaar.

 De niet-stabiele parodontitis patiënt heeft een groot risico op peri-implantitis waardoor er kans is op een hogere failure ratio.

Gevolgen van trauma

  • Verlies structuur van het element / verlies element
  • Resorptie

Wortelresorptie

  1. Door ontsteking als gevolg van necrotische pulpa waardoor een endodontische behandeling noodzakelijk is. Het proces stopt en herstel van de wortel kan plaatsvinden.
  2. Vervangingsresorptie (ankylose) door beschadiging van parodontaal ligament. Dentine wordt vervangen door bot wat kan leiden tot verlies van het element.

Opties bij verlies boven incisieven bij kinderen

  • Orthodontisch sluiten van het diasteem
  • Autotransplantaat
  • Etsbrug tot patiënt is uitgegroeid

Autotransplantatie

Autotransplantatie is het verplaatsen van een eigen element naar een andere locatie in de mond. De premolaar is hiervoor meestal de beste kandidaat. De eerste autotransplantatie vond plaats in 1959 in Oslo, Noorwegen, bij een patiënt met oligodontie.

Het beste moment van de transplantatie is als de wortel drie vierde van de totale lengte van het element heeft. In week zes worden autotransplanten opgebouwd met composiet als genezing goed verloopt. De voorkeur heeft een autotransplantaat met een open apex, maar het is ook mogelijk met een afgevormde wortel. Dan is er wel eerst endodontische behandeling nodig.

Het slagingspercentage van een autotransplantaat met gesloten apex blijkt uit onderzoek hoog te zijn . Succes is zeer afhankelijk van de endodontische behandeling die is uitgevoerd.

Functionele belasting van een transplantaat kan pas na zes weken. Dit is met name belangrijk voor elementen met een gesloten apex anders is er een grotere kans op ankylose. Het heeft de voorkeur om de endodontische behandeling voor de transplantatie uit te voeren om drie redenen:
– Voorkomen van ontstekingsresorptie
– Prognose van een endodontische behandeling is gunstiger op een vitaal element
– Dit is praktischer voor de endodontoloog.

Kaakbot is minder belangrijk voor autotransplantaat. Het voordeel van het parodontaal ligament is dat het zelf weefsel kan aanmaken. Parodontaal ligament kan eigen weefsel zoals bot en cement aanmaken. Indien er gezond cement is en het parodontaal ligament niet beschadigd is, dan is vestibulaire botaanmaak mogelijk.

Anna Louropoulou studeerde als tandarts af in 2002 aan de ‘Dental School of Aristotle University’ te Thessaloniki, Griekenland. In 2007 behaalde zij haar Post Academisch diploma in de Parodontologie aan ACTA. Sindsdien werkt zij als parodontoloog-implantoloog in Rotterdam en Amsterdam. Naast haar klinische werkzaamheden werkt zij als onderzoeker en universitair docent bij de sectie Parodontologie aan ACTA. Haar promotieonderzoek betreft de reiniging/decontaminatie van implantaatoppervlakken.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Anna Louropoulou tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
endodontische instrumenten

Patiënten moeten weten dat endodontische instrumenten soms kunnen breken

Jarenlang werd de mogelijkheid op breuk van endodontische instrumenten beschouwd als een geaccepteerd risico van een behandeling en niet als persoonlijke nalatigheid. Tijden veranderen en in veel rechtsgebieden vereist de wet tegenwoordig dat de arts de patiënt informeert over ieder materieel risico van de behandeling die waarschijnlijk wordt geacht.

Ondanks de verhoogde flexibiliteit van de nieuwe generatie roterende endodontische instrumenten en een ‘single-use’ protocol, ontvangt Dental Protection (Ierse organisatie die zich richt op tandheelkundig risicomanagement red.) regelmatig verzoeken tot assistentie bij klachten over gebroken of kapotte endodontische instrumenten. Jarenlang werd de mogelijkheid op breuk beschouwd als een geaccepteerd risico van een endodontische behandeling en niet als persoonlijke nalatigheid. Tijden veranderen en in veel rechtsgebieden vereist de wet tegenwoordig dat de arts de patiënt informeert over ieder materieel risico van de behandeling die waarschijnlijk wordt geacht.

Informatie behandelopties en risico’s

Deze benadering is in overeenstemming met het inzicht van de Ierse Dental Council, die dit opgenomen heeft in de richtlijn ‘Code of Professional Behaviour and Ethical Conduct’, waarin staat:

“U bent verplicht aan de patiënt uit te leggen wat de verschillende mogelijke behandelopties zijn en wat de risico’s bij iedere optie zijn. U moet patiënten genoeg informatie geven, in een taal die zij begrijpen, zodat zij weloverwogen beslissingen kunnen maken over hun zorg.” Dit geldt ook in Nederland, blijkt uit tuchtrecht.

Met dit in gedachten zou breuk van instrumenten moeten worden beschouwd als een van de risico’s die een patiënt zou moeten begrijpen voordat zij kunnen instemmen met een endodontische behandeling. Ook zouden zij zich bewust moeten zijn van de mogelijkheid op perforatie van de wortel of falen van de behandeling door een persisterende infectie. Soms kan het moeilijk zijn om in te schatten hoeveel informatie u aan een patiënt moet aanbieden. Het oude gezegde ‘vertel hen wat zij moeten weten, maar vind ook uit wat zij willen weten’ geldt nog steeds.

Toestemming en uitleggen van het risico

Er is niet één vaste uitleg te geven aan een arts die zich ervan wil verzekeren dat hij/zij geldige toestemming van de patiënt heeft gekregen op het moment van starten van een endodontische behandeling. Uiteraard zullen alle preoperatieve overwegingen die bediscussieerd zijn, beschreven moeten worden in het dossier van de patiënt. Dit dossier moet ook de klinische en radiologische beoordeling van het element bevatten, de graad van wortelkromming en de doorgankelijkheid of sclerose van de kanalen, wat de kans op breuk van instrumenten kan vergroten.

Als u mogelijke breuk van instrumenten verwacht, dan zal ook een uitleg over hoe met die situatie zal worden omgegaan vooraf aan de patiënt gegeven moeten worden en genoteerd moeten worden in het dossier. Het informeren van patiënten op een manier die hun vertrouwen behoudt, is van het grootste belang. Zoals met ieder risicomanagement is communicatie de sleutel. Moeilijk is om uit te leggen hoe waarschijnlijk het is dat een risico zich voordoet. Men zou kunnen beweren dat de incidentie van breuk van instrumenten in handen van een endodontoloog mogelijk kleiner is dan in de handen van een tandarts die een nieuw endodontisch systeem gebruikt met minder hands-on ervaring. Maar ongeacht de specialistische ervaring, kan de incidentie van breuk van endodontische vijlen geminimaliseerd worden door zorgvuldige preoperatieve beoordeling van het element.

Zou u alle endodontische behandelingen naar een specialist moeten verwijzen?

Idealiter zou bij patiënten in de volgende situaties verwijzing naar een meer ervaren collega met aanvullende vaardigheden en apparatuur overwogen moeten worden:

  • Een patiënt met minimale mondopening
  • Een element waarvan de kroon geen oorspronkelijke anatomische kenmerken meer vertoont
  • Een wortel met een kromming groter dan 30 graden of een S-vormig kanaal

Bescherm uzelf

Een klacht of claim kan alleen worden verdedigd als er aangetoond kan worden dat de informatie aan de patiënt gegeven is en, belangrijker nog, dat de patiënt deze informatie begrepen heeft. Een gedetailleerde mondelinge discussie waarin de patiënt vragen kan stellen, volgt tot geldige toestemming (informed consent) van de patiënt. Het maken van  zorgvuldige, gedetailleerde aantekeningen in het dossier zal bewijs hiervoor zijn.

Minimaliseer de waarschijnlijkheid

  • Vergroot uw klinische vaardigheden en begrijp de beperkingen van nieuwe endodontische systemen
  • Gebruik een vergroting, zorg voor een spanningsvrije opening en adequate kanaalsmering
  • Beperk gebruik van vijlen – volg de handleiding

Handelingen bij een gebroken vijl

  • Vertel de patiënt en noteer het in het dossier.
  • Bediscussieer de behandelopties, deze kunnen zijn: het afgebroken gedeelte van de vijl verwijderen, by-passing of het fragment in situ laten, vullen van het kanaal tot het coronale gedeelte van het fragment, of chirurgische interventie.
  • Beoordeel het risico van de klinische situatie zoals, bijvoorbeeld, de aanwezigheid van een apicale laesie, welke de prognose kan verminderen bij een afgebroken vijl.
  • Noteer de fase van de behandeling waarin de vijl afgebroken is, vooral wanneer het kanaal geïnfecteerd was, en schat in hoeveel ontsmetting er is geweest.
  • In afwezigheid van een apicale laesie of symptomen zal het in situ laten van de vijl de prognose niet verminderen.
  • Verwijzing naar een specialist moet overwogen worden omdat het gebruik van een vergroting en het hebben van kennis aanbevolen wordt.
  • Het besluitvormingsproces voor het omgaan met deze situatie zal bediscussieerd moeten worden met de patiënt op een eerlijke en sympathieke manier. Laat u niet onder druk zetten het fragment te verwijderen zonder adequate kennis en apparatuur, omdat de gevolgen hiervan mogelijk zelfs meer schadelijk zijn voor het resultaat en kan leiden tot, bijvoorbeeld, perforatie van de wortel.

Samenvatting

Beoordeel, bespreek en documenteer de kans op breuk van vijlen voorafgaand aan iedere behandeling zorgvuldig. Informatie die voorafgaand aan een behandeling gegeven wordt, vormt een verwittiging bij het verkrijgen van informed consent van de patiënt, terwijl dezelfde uitleg nadat een vijl is afgebroken waarschijnlijk door de patiënt zal worden uitgelegd als een excuus voor slechte techniek en zou kunnen leiden tot een klacht of een claim.

Vertaling van ‘Breakage of endodontic instruments’, geschreven door Dr. Shreeti Patel

Bron:
Journal of the Irish Dental Association, August/September 2016: Vol 62(4), p. 204

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Angst mondzorgbehandeling

Angst voor mondzorgbehandeling: verschillen en overeenkomsten tussen kinderen en volwassenen

Angst voor tandheelkundige behandeling komt veel voor. Angstproblematiek en –behandeling verschillen sterk tussen volwassenen en kinderen. Ook zijn er overeenkomsten. Hoe krijgt u een beter inzicht in de angst van kinderen en hoe gaat u hier vervolgens mee om?

Angst bij volwassen

Angst voor tandheelkundige behandeling is de grootste fobie in Nederland. De angst voor de tandarts is niet homogeen, een patiënt kan bijvoorbeeld bang zijn voor pijn, controle-verlies of het afbreken van de naald.

Zo’n 60% procent van de Nederlandse bevolking heeft geen angst voor de tandheelkundige behandeling. Van de 40% die wel angst heeft, is de helft goed te behandelen. De andere 20% vermijdt in enige mate tandheelkundige behandelingen en hierdoor gaat bij deze groep de gebitstoestand achteruit. Vaak gaat dit gepaard met een negatieve gedachtegang en daarnaast spelen aspecten zoals schaamte, laag zelfvertrouwen en problemen bij het vinden van een relatie of baan ook nog een rol. Vermijding is voor de mondzorg het meest schadelijke gedrag.

Level 1
Voor het behandelen van angstige patiënten geldt een aantal standaard maatregelen:

  1. Vertrouwensband opbouwen
    Zorg ervoor dat u empathie toont en dat u altijd uw afspraken nakomt. Als u met de patiënt afspreekt dat u stopt wanneer hij/zij zijn hand opsteekt dan moet u dit ook te allen tijde doen.
  1. Behandel zo pijnloos mogelijk
    Zorg altijd voor goede anesthesie en behandel zo voorzichtig mogelijk.
  1. Behandel zo beheersbaar mogelijk
    Spreek een stopteken af en verdeel de behandeling op in etappes.
  1. Behandel zo voorspelbaar mogelijk
    Geef uitleg in neutrale termen.

Level 2
Naast deze standaard maatregelen kunt u de patiënt helpen met het verminderen van de angst voor een bepaald object of situatie. De kern van de behandeling is het niet optreden van de ramp; datgene waar de patiënt zo bang voor is. In onderstaand voorbeeld gaat het om een patiënt die bang is dat wanneer geboord wordt, het pijn doet.

  1. Bespreek hierbij samen met de patiënt waar hij/zij precies bang voor is (‘Waar bent u precies bang voor?’) en vraag hierbij door naar de achterliggende rampgedachte (pijn).
  2. Vervolgens kunt u een voorstel doen waarbij u zo behandelt dat deze ramp niet kan optreden: ‘Als ik nu 100% verdoof, kan de ramp dan uitkomen?’. Geef daarbij aan dat de patiënt altijd mag aangeven als er bij verdoofd moet worden.
  3. Tijdens de behandeling wordt er aan de patiënt gevraagd of hij/zij inderdaad niets voelt.
  4. Wanneer de behandeling goed verlopen is, wordt de afspraak gemaakt de behandeling altijd op deze manier te laten verlopen.

Het resultaat van deze behandelmethode is dat de angst daalt, de patiënt tevreden is, actief participeert in de behandeling en daardoor ook therapie trouw is.

Angst bij kinderen versus volwassenen

Er zijn verschillen tussen angst bij volwassenen in vergelijking met kinderen:

  • Angst bij kinderen is homogener van onderwerp dan bij volwassenen.
  • Cognitieve technieken zijn veel minder effectief bij kinderen.
  • Bij kinderen kan bepaalde angst vanzelf verdwijnen (autonome rijping).
  • Model-leren kan veel effect hebben op kinderen.
  • Kinderen die eerst een aantal positieve of neutrale ervaringen hebben gehad, zijn minder kwetsbaar voor aversieve ervaringen (latente inhibitie).
  • Voor kinderen is narcose niet per se de behandeling van laatste keuze.
  • Preventie is nog veel belangrijker: zorg ervoor dat er niet opnieuw tandheelkundige problemen ontstaan zodat er niet opnieuw een nare ervaring optreedt.

Behandeling kinderen

  • Wees er altijd van bewust dat kinderen informatie opzuigen. Negatieve informatie heeft dus een grote impact op het kind.
  • Pas uw taalgebruik aan en vervang enge woorden zoals ‘naald’ en ‘boor’ voor een alternatief woord.
  • Zeg nooit dat u iets gaat ‘proberen’.
  • Vermijd niet-boodschappen zoals: ‘We gaan zo naar de tandarts, die gaat je geen pijn doen.’
  • Zeg ook nooit ‘ik ben bijna klaar’ of ‘wil je in mijn hand knijpen’. Een kind voelt aan dat er mogelijk iets vervelend gaat gebeuren.
  • Model-leren speelt een grote rol bij kinderen.
  • Er zijn verschillende ‘pathways of fear’. Zo kan eigen ervaring, overdracht van negatieve of bedreigende informatie, modelleren en cognitieve onrijpheid zorgen voor angst bij kinderen.
  • Maak gebruik van cognitieve gedragstherapie:
    • Operant conditioneren: gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag negeren.
    • Klassiek conditioneren:
      • als het verdoofd is dan gaat het goed’
      • als ik goed mijn best doe dan is iedereen trots op mij’

Samenvatting

  1. Gebruik bij angstige kinderen altijd de vier standaard maatregelen (de gouden standaard).
  2. Toon empathie.
  3. Gebruik neutrale of positieve informatie.
  4. Coach (indien mogelijk) de ouder. Eventueel kan de ouder worden meegenomen naar een andere kamer voor overleg.
  5. Weef gedragstherapeutisch en cognitieve technieken door behandeling heen.
  6. U past zich aan de patiënt aan, niet andersom.

Complexe problematiek

Wanneer  er een vermoeden bestaat van complexe (traumagerelateerde) problematiek, kan het verstandig zijn het kind door te verwijzen.Wanneer  er een vermoeden bestaat van complexe (traumagerelateerde) problematiek, kan het verstandig zijn het kind door te verwijzen.

Leonard Wetzels studeerde in 2002 af als tandarts aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2010 rondde hij de differentiatieopleiding “tandartsangstbegeleiding” aan ACTA af. Naast werkzaamheden in algemene praktijken werkt hij sinds 2004 bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde Elver in Nieuw Wehl, deels in een leidinggevende functie. Hij is bestuurslid van de VBTGG en maakt deel uit van diverse commissies op het gebied van de Bijzondere Tandheelkunde. 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Leonard Wetzels tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z