Implantologie

Implantologie: Verschroeven of cementeren?

In de begintijd van de implantologie was het alleen mogelijk om te verschroeven. Op implantaten zat een mesostructuur die werd afgedrukt en daarop kwam een verschroefbare constructie. Deze bruggen hadden weinig uitval en peri-implantitis was er niet. De zwakke schakel waren de schroeven waarmee de brug vastgezet werd; deze braken nog wel eens. De brug werd er ieder jaar helemaal afgehaald, schoongemaakt en daarna weer teruggeplaatst.

Grotere constructies

Tegenwoordig worden ook steeds meer grotere constructies vervaardigd. Bijvoorbeeld bij oligodontie of wanneer er sprake is van grote botdefecten en het nog maar de vraag is of een botopbouw aan gaat slaan. Dan kan er geïmplanteerd worden in de regio’s waar nog wel voldoende bot beschikbaar is. Dergelijke constructies zijn altijd verschroefd omdat het mogelijk moet zijn om eronder te kijken of de implantaten inderdaad schoon zijn.

Papil

Bij grote bot defecten en botopbouw komt de papil niet meer terug. Dan is het sowieso nodig om roze porselein te gebruiken in de kroon. Belangrijk hierbij is dat de rand hiervan onder de lachlijn ligt.

Niet-verblokken

Vroeger werden de kronen bij voorkeur met elkaar verblokt, nu bij voorkeur juist niet verblokt. Bij cementeren was het heel lastig om het cement te verwijderen. Hoe dieper de outline ligt, hoe moeilijker dit is. Dit was een grote oorzaak van peri-implantitis.

Cementeren

Bij het individuele abutment ligt de rand net onder de gingiva. Wanneer er cement achterblijft, is dit moeilijk te voelen met scaler, sonde of floss. Approximaal kun je het op de röntgenfoto zien, maar buccaal en linguaal zie je dit niet. Achtergebleven cement veroorzaakt peri-cementitis. Wanneer het nodig is om te cementeren, leg dan een retractiedraadje als barrière net voorbij de outline voor het cementeren. De mucosa moet hiervoor verdoofd worden en vervolgens kunnen resten cement goed worden weggehaald met een scaler, zonder dat de patiënt dit voelt. Voordat de kroon gecementeerd wordt, wordt in het schroefgat van het abutment teflon gedaan en aangestampt met daaroverheen flowable composiet.

Redenen voor cementeren

  • Esthetische situaties in het front. De tandtechnieker kan de kroon er vaak op en af halen en dit makkelijk doen en hoeft hem niet steeds los te schroeven.
  • Wanneer het schroefgat buccaal of incisaal uit zou komen.
  • Kronen met smalle diameter: schroefgat verzwakt de kroon te veel.
  • Occlusie in zijdelingse delen (schroefgat verzwak de afsluiting van de kroon)

Redenen voor verschroeven

  • Alle grotere constructies worden sowieso verschroefd en ook alle cantilever bruggen.
  • Bij hoger risico op recessie: je kunt altijd nog bij de kroon.
  • Bij kleine interocclusale ruimte (nodigt niet uit tot cementeren door retentieproblemen).
  • Bij moeizamer cement verwijderen.
  • Bij risico op technische/biologische complicaties.

Zijdelingse delen

In zijdelingse delen is men veelal overgegaan op verschroefde kronen. Als de diameter van de schroefkop heel dun is, kan de tandtechnieker ook een klein schroefgat maken. Daarnaast zijn individuele abutments eerste keus en wordt de kroon in het lab gecementeerd, zodat de outline mooi schoon is. Het risico van een niet-individueel abutment, ofwel de ti-base, is dat de kroon loskomt van de ti-base.

Aantorquen kroon

Voor het aantorquen van de kroon moet een controle foto gemaakt worden om te zien of de kroon goed op zijn plek zit. Wanneer met de hand aangedraaid wordt, moet de schroef in één keer stoppen met draaien en moet het niet zo zijn dat er steeds meer weerstand gevoeld wordt met draaien. Dit is een teken dat de kroon niet goed op zijn plaats zit.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Hypnose in de tandartsstoel

Hypnose in de tandartsstoel

Door het populaire televisieprogramma Mindf*ck, waarin Victor Mids goocheltrucs doet waarbij hij hypnose en andere vormen van zinsbegoocheling gebruikt, staat hypnose ineens volop in de belangstelling. Hoe werkt hypnose eigenlijk? En kun je het in de tandartsstoel gebruiken om angst en pijn weg te nemen?

Wat is hypnose?

Bij hypnose vindt een interactie tussen twee personen plaats. De een zet de ander er toe aan zijn aandacht te richten op innerlijke processen, zoals gedachten, gevoelens en fantasie en niet bezig te zijn met de realiteit en eventuele zorgen. Hypnose is allesbehalve een slaaptoestand, het is eerder een vorm van verhoogde concentratie. De aandacht richt zich op één gegeven of op een onderdeel van de werkelijkheid. Al de rest verdwijnt in het niets. De hersenen gaan zich heel intens concentreren op de doelwitinformatie.

Hypnose door de tandarts

Hypnose zou door een tandarts toegepast kunnen worden om bij de patiënt angst en pijn te voorkomen. Met behulp van verbale en non-verbale communicatie laat de tandarts de patiënt zich dan situaties voorstellen, die leiden tot een andere manier van denken en voelen. Het lichaam kan daarbij moeilijk onderscheid maken tussen de realiteit en de verbeelding.

Voor een patiënt met angst is zowel de tandarts als zijn apparatuur bedreigend. Sommige mondverzorgers hebben een natuurlijk talent om een goede sfeer te scheppen en humor in te brengen tegen angst. Anderen zouden een patiënt door hypnose naar een comfortabele toestand kunnen begeleiden. Hypnose is een vaardigheid die kan worden aangeleerd.

Therapeutische mogelijkheden

Hypnose zou onder andere gebruikt kunnen worden voor:

  • ontspanning;
  • pijn- en angstreductie;
  • behandeling van bepaalde fobische klachten;
  • volledige analgesie van de mond;
  • zelfcontroletechniek bij bruxisme en kokhalsreflex;
  • vergroting van de therapietrouw van de patiënt, bijvoorbeeld voor het innemen van medicijnen of het opvolgen van nazorg-aanwijzingen, oefeninstructies of houdings- of voedingsadviezen.

Trance

Een patiënt kan leren zich te concentreren op een positieve ervaring in een ander lichaamsdeel, zodat de pijnbeleving in de mond vermindert en draaglijk wordt. Business coach en therapeut “Het is mogelijk in een toestand van diepe trance een gevoelloosheid te bereiken.” In trance reageren we volgens Koeck ook beter op suggestie. Deze kan zowel psychische als lichamelijke functies beïnvloeden. Door suggestie kan onze bloeddruk, hartslag en zelfs de stollingstijd van het bloed worden beïnvloed.

Suggestie

Tandarts en gz-psycholoog prof. dr. Ad de Jongh vindt het belangrijk dat de werking van hypnose wetenschappelijk is vastgesteld. Het gaat niet om mysterieuze hocus pocus, maar om het op hun gemak stellen van patiënten door hypnose-oefeningen tijdens tandbehandelingen. “Hypnose klinkt sommigen vaag in de oren, maar het is niets meer dan ontspanning en suggestie”, zegt De Jongh. “Die suggestie werkt zowel geestelijk als lichamelijk. Je kunt bijvoorbeeld een illusie oproepen in je hoofd, zodat je met je gedachten ver van de tandartsstoel bent. Maar met hypnose kun je ook je lijf voor de gek houden door bepaalde lichaamsdelen gedeeltelijk gevoelloos te maken. Een pijnlijke kies, bijvoorbeeld.”

Niet bij iedereen

Tijdens de volledige hypnosesessie houdt de patiënt de touwtjes in handen en kan hij de behandeling op ieder moment zélf verbreken. “Iedere hypnose is in feite zelfhypnose: de patiënt brengt zichzelf in ‘ruststand’. Dat lukt niet bij iedereen even goed. Bij tien procent van de bevolking lukt het zelfs nooit”, zegt De Jongh. “De andere negentig procent is wel hypnotiseerbaar. Bij ongeveer één op de tien mensen lukt het zelfs bijzonder vlot. Dat zijn de mensen die de vaardigheid hebben om zich helemaal af te sluiten voor de buitenwereld. Als je bijvoorbeeld volledig kunt opgaan in een boek en niets meer om je heen hoort, zul je ook goed in staat zijn tot zelfhypnose. En dus ook om een stuk kalmer te worden bij de tandarts.”

Volgens dokter Erwin de Bisscop van het Korzybski Instituut in Brugge – één van de plaatsen waar hypnose gedoceerd wordt – is gezonde argwaan geen belemmering voor een goede medewerking bij hypnose. “Wanneer een patiënt weerstand biedt, kan je dat juist gebruiken tijdens de hypnosesessie. Het maakt dat de patiënt nog sneller dan anderen in trance raakt zonder het zelf te merken.”

Bronnen:
Vlaamse Wetenschappelijke HypnoseVereniging
www.coachteam.com
www.hypnosis.nl
Prof. dr. Ad de Jongh

Door: Lieneke Severink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Passen van potentiële gebitten door middel van Augmented Reality

Passen van potentiële gebitten door middel van Augmented Reality

In de toekomst zou het nog wel eens mogelijk kunnen zijn om het resultaat van een tandheelkundige behandeling te zien voordat de behandeling daadwerkelijk is uitgevoerd. De Zwitserse startup Kapanu werkt hard aan de ontwikkeling van een ‘virtuele spiegel’ waarmee dit mogelijk zal zijn.

Digitaal passen van gebitsbehandelingen

Over het algemeen vinden de meeste mensen gebroken of verkleurde tanden niet heel aantrekkelijk, om welke reden veel mensen bepaalde tandheelkundige behandelingen overwegen om dit soort problemen op te lossen. Deze behandelingen veranderen echter niet alleen het gebit, maar ook de algehele gezichtsuitdrukking. Om die reden is het gebruikelijk dat patiënten eerst een voorbeeld van het resultaat te zien krijgen. Waar dat op dit moment gebeurt met een 3D model dat door de patiënt kan worden gepast, is het in de toekomst waarschijnlijk mogelijk om dit digitaal te doen.

Augmented Reality

Kapanu heeft de “Kapanu Augmented Reality Engine” ontwikkeld: software waarmee patiënten binnen seconden het resultaat van een toekomstige tandheelkundige behandeling kunnen zien. Dit is mogelijk door middel van een Augmented Reality live video die wordt gemaakt van de patiënt, waar vervolgens een virtueel model van de reconstructie op wordt geprojecteerd. De patiënt kan vervolgens zijn gezicht in alle kanten op bewegen om zo het potentiële nieuwe gebit van alle kanten te aanschouwen.

Alternatieve opties

Een ander voordeel van het ‘passen’ van een behandeling via Augmented Reality is dat verschillende alternatieven kunnen worden geprobeerd. Met een wax model is dit simpelweg niet haalbaar vanwege de tijd en moeite die in het maken van zo’n model gaat zitten, maar op de digitale manier kost dit slechts enkele klikken met de muis. Op deze manier kunnen de verwachtingen die patiënten bij een behandeling hebben ook beter kunnen worden waargemaakt.

3D modellen gebitten

Om het gebit van een patiënt virtueel aan te kunnen passen ontvangt de software informatie van een database met 3D modellen van aantrekkelijke gebitten, die al eerder zijn gebruikt door tandartsen. Door eerst een 3D scan te maken van het gebit van de patiënt kunnen deze bestaande modellen passend worden gemaakt.

Positieve reacties

Toen Kapanu hun systeem voor het eerst aan de buitenwereld toonden tijdens de International Dental Show (IDS) in Keulen kregen zij heel veel positieve reacties van tandartsen van over de hele wereld die geïnteresseerd waren om de nieuwe technologie toe te passen in hun praktijk. Op dit moment is de software nog niet beschikbaar voor eindgebruikers, maar dit zal snel veranderen. Kapanu hoopt over 18 maanden marktleider te zijn, wat haalbaar is aangezien er momenteel geen vergelijkbare systemen bestaan.

De werking van de Kapany Augmented Reality Engine wordt verder toegelicht in deze video.

Bron:
ETH Zürich

Lees meer over: E-health, Kennis, Markttrends, Video
Gouden Boekje Wiwi Wit geïntroduceerd

Gouden boekje Wiwi Wit – het leven van een kindertand – geïntroduceerd

In Amsterdam is begin september het kinderboek ‘Wiwi wit – het leven van een kindertand’ gepresenteerd. Dit Gouden Boekje is speciaal bedoeld voor kinderen van 4-8 jaar. Ze raken via het boekje op een leuke manier vertrouwd met de tandarts en mondhygiënist. Ouders krijgen vooral het belang van napoetsen mee. Het boekje is geschreven en geïllustreerd door Marion Bloem.

 

Verkrijgbaar

Het boekje Wiwi Wit – Het leven van een kindertand – is online verkrijgbaar voor consumenten.
Alle NVM-leden krijgen een exemplaar van het boekje Wiwi Wit toegestuurd. ANT-leden kunnen tot 1 oktober een gratis een exemplaar aanvragen. KNMT-leden hebben een e-mail ontvangen met link voor het gratis aanvragen van een exemplaar.

Gouden Boekje Wiwi Wit geïntroduceerd

Gouden Boekje Wiwi Wit geïntroduceerd

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
nascholing KRT

Nieuw KRT-scholingsreglement

Het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) heeft onlangs een periode van evaluatie afgerond, waarin tandartsen en opleiders hun mening konden geven over het toekennen van KRT-punten.
Op grond van de uitkomsten is
een nieuw scholingsreglement opgesteld.

Wijzigingen

Het KRT-scholingsreglement beschrijft op welke wijze aan de registratienorm voor deskundigheidsbevordering voldaan kan worden. Naar aanleiding van de gehouden evaluatie zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd.

Per uur scholing 1 KRT-punt

Nieuw is dat er niet langer maximaal 6 KRT-punten per dag scholing te ‘verdienen’ zijn. Ieder uur scholing levert 1 KRT-punt op. Dit geldt zowel voor klassikale bijeenkomsten als voor scholing online. Voor beide vormen moet de opleider een bewijs overleggen van de hoeveelheid tijd die de cursist aan de bijscholing heeft besteed. Dit kan in de vorm van een dagprogramma zijn, een digitale tijdsregistratie of de uitkomsten van een enquête onder de cursisten over de tijdsbesteding.

Algemene scholing

Naast vakinhoudelijke scholing komt nu ook algemene scholing in aanmerking voor KRT-punten, zoals scholing die gericht is op de praktijkvoering. Er wordt daardoor beter aangesloten bij het CanMeds-competentiemodel.

Opgeheven regelingen

Enkele regelingen komen niet meer voor in het nieuwe scholingsreglement. Zo zijn er geen extra punten meer te krijgen voor het volgen van een geaccrediteerde scholing, het afleggen van een toets en het deelnemen aan een algemene ledenvergadering.

Invoering

Het nieuwe scholingsreglement gaat in op 1 oktober 2017. Voor aanvragen tot 1 oktober 2017 is het oude reglement nog geldig.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Hallo Dokter maakt Online Video Consult mogelijk

Hallo Dokter maakt Online Video Consult mogelijk

Afgelopen week is de dienst ‘Hallo Dokter’ live gegaan. Via dit platform kunnen patiënten videoconsulten met de huisarts voeren. Deze gebruiksvriendelijke website werkt in combinatie met de Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO).

Hallo Dokter

Zorgconsumenten sluiten via Hallo Dokter een lidmaatschap af het met bedrijf. Via een unieke Medi-ID nummer kunnen ze vanaf een laptop, telefoon of tablet inloggen om videoconsulten met de huisarts te voeren. Via deze beveiligde web-omgeving kunnen ze ook hun medische gegevens bijwerken in het PGO.

Vergoeding basisverzekering

Het videoconsult heeft een tarief van de Nederlandse Zorgautoriteit ontvangen en valt daarmee officieel onder de basisverzekering. Deelnemende huisartsen krijgen ook een jaarlijkse vergoeding van de online videodienst.

Digitale gezondheidszorg

Hallo Dokter draagt bij aan de digitale gezondheidszorg in Nederland. De Coöperatie van Innoverende Huisartsen in E-Health (C.I.H.E.) werkt daarom ook mee aan deze dienst. Zij zorgen ervoor dat Hallo Dokter voldoet aan alle wetten en regels die er zijn.

Lidmaatschap

Lidmaatschapskosten liggen op 25 euro per jaar voor het eerste volwassen familielid dat meedoet. De volgende thuiswonende familieleden betalen 20 euro en kinderen tot achttien kunnen gratis lid worden indien een van de ouders lid is.

“Een vernieuwing zoals deze moet vanuit de consumenten zelf komen”, aldus Guido Maas, founder van Hallo Dokter. Met het opzetten van deze dienst was hij van plan het onderdeel van de basiszorg in Nederland te maken. Uiteindelijk is er voor gekozen om deze dienst te starten op basis van de gebruiker.

Hallo Dokter maakt gebruik van de bestaande infrastructuur, wat betekent dat geen enkele partij iets hoeft te downloaden om gebruik te maken van de dienst.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
MedischOndernemen-LIVE

MedischOndernemen LIVE

Dit webinar is voorbij

Op 6 en 7 oktober organiseert MedischOndernemen in samenwerking met alle belangrijke stakeholders in de eerstelijnszorg MedischOndernemen LIVE, een kennis-, innovatie- en netwerkevenement voor tandartsen, huisartsen,  fysiotherapeuten, gezondheidscentra en andere eerstelijnszorgondernemers.

Tijdens MedischOndernemen LIVE ontmoet u andere gelijkgestemden die ook willen samenwerken. Gelijkgestemden die van mening zijn dat samenwerking in de eerstelijnszorg de toekomst heeft. U wordt uitgedaagd en scherp gehouden zodat u beter kunt inspelen op een wereld die verandert en van u als ondernemer steeds nieuwe beslissingen vraagt.

Wat biedt MedischOndernemen LIVE? 

Tijdens MedischOndernemen LIVE vindt u producten, diensten, inspirerende sprekers, trends, praktische sessies en vele vakgenoten om kennis en ervaring mee uit te wisselen. Allemaal toegespitst op de vragen waar u als ondernemer in de eerste lijn tegenaan loopt. We helpen u met het maken van grote keuzes en het vinden van praktische oplossingen.

Openingstijden

  • vrijdag 6 oktober van 13.00 tot 21.00 uur
  • zaterdag 7 oktober van 10.00 tot 17.00 uur

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kennisagenda-mondgezondheid

Kennisagenda Mondgezondheid vraagt input van mondzorgprofessionals

De projectgroep Kennisagenda Mondgezondheid inventariseert waar mondzorgprofessionals tegenaan lopen tijdens hun werkzaamheden. Welke mondzorgonderwerpen zijn voor u het belangrijkst? Helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen? Vul de  vragenlijst in.

Het nemen van beslissingen over behandelingen is niet altijd even simpel. Verschillende bronnen geven verschillende informatie, die dan vaak ook weer kunnen afwijken van uw eigen kennis of ervaring. Deze kloof tussen praktijk en wetenschap lijkt steeds groter te worden, terwijl wetenschappelijk onderzoek wat aansluit op uw kennisbehoefte zou kunnen zorgen voor een hogere kwaliteit van mondzorg en meer maatschappelijke waarde van gedaan onderzoek.

Mondzorgprofessionals aan het woord

Als mondzorgprofessionals zelf meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek kan dat de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Dit kan leiden tot betere behandelbeslissingen en betere zorg voor patiënten.
In een eerdere enquête hebben mondzorgprofessionals onderwerpen voor toekomstig onderzoek aangedragen. Deze onderwerpen zijn gebaseerd op lastige beslismomenten in de dagelijkse praktijk van patiëntenzorg.

Nu willen we graag weten welke onderwerpen voor mondzorgprofessionals het belangrijkste zijn. Door te kiezen welke onderwerpen voor u het belangrijkst zijn, helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen.

Vul de  vragenlijst van de Kennisagenda Mondgezondheid in

Doe mee en draag bij aan de Kennisagenda Mondgezondheid: Kies de onderwerpen die voor u het uw belangrijkste zijn door de enquête in te vullen.

Het opstellen van een kennisagenda waarin mondzorgprofessionals zelf kunnen meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken kan de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Meer klinische toepasbaar wetenschappelijk onderzoek kan het maken van behandelbeslissingen vergemakkelijken. Maar hiervoor moeten wetenschappers weten wát er precies onderzocht moet worden.

Uw bijdrage is dus belangrijk. Deel uw onderwerpen en vraagstukken waar u in uw werk tegenaan loopt en help mee een representatieve Kennisagenda Mondgezondheid op te stellen.

Meer informatie

Op www.mondzorg2020.nl vindt u uitgebreide informatie over het project.

Vragenlijst invullen

Vul de vragenlijst van de Kennisagenda Mondgezondheid in

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Dagelijks gebruik chloorhexidine bij verpleeghuisbewoners leidt niet tot minder kans op longontsteking

Dagelijks gebruik chloorhexidine bij verpleeghuisbewoners leidt niet tot minder kans op longontsteking

Longontsteking is een belangrijke overlijdensoorzaak bij verpleeghuisbewoners. Slikproblemen en orale bacteriën vormen een risico voor het ontstaan van een longontsteking door verslikking (aspiratie pneumonie). Dagelijkse mondverzorging vermindert het aantal orale bacteriën, maar het is onduidelijk welke interventies effectief zijn om longontsteking door verslikking te verminderen. Ook is meer inzicht nodig in welke kennis en vaardigheden verplegend personeel moet hebben voor het uitvoeren van complexe mondverzorging bij zorgafhankelijke cliënten.

Chloorhexidine

Uit het promotieonderzoek van Vanessa Hollaar bij 103 verpleeghuisbewoners in 17 verpleeghuizen blijkt onder andere, dat het tweemaal dagelijks toevoegen van een mondspoelmiddel met 0.05% chloorhexidine aan de dagelijkse mondverzorging bij verpleeghuisbewoners met slikproblemen niet zorgt voor een afname van het aantal longontstekingen door verslikking. Slikproblemen blijkt wederom een significante risicofactor te zijn voor het ontstaan van een longontsteking. Het aantal en de samenstelling van de orale bacteriën lijken in mindere mate een rol te spelen, omdat in dit onderzoek geen verschil is gevonden in het aantal longontstekingen tussen dentate of edentate verpleeghuisbewoners. Daarnaast had het verpleegkundig personeel een gebrek aan kennis over het reinigen van kunstgebitten en ervoeren zij praktische belemmeringen bij het uitvoeren van de dagelijkse mondverzorging.

Slikonderzoek

Naast dat er meer onderzoek gedaan moet worden, welke interventies effectief zijn in het verminderen van longstekingen bij verpleeghuisbewoners, wordt aanbevolen een slikonderzoek standaard bij elke cliëntopname in een verpleeghuis uit te voeren. Maar om goed te kunnen slikken, is een gezonde én pijnvrije mond met een goede kauwfunctie noodzakelijk.

Mondhygiënist als lid van zorgteam

Echter is mondverzorging bij zorgafhankelijke mensen complex door de combinatie aan sociale, cognitieve en lichamelijke beperkingen. Om deze complexe mondzorg aan te kunnen, is het belangrijk om mondzorgprofessionals, zoals een mondhygiënist, op te nemen als een vast lid van een multidisciplinair zorgteam. Tevens is het belangrijk dat toekomstige (mond)zorgprofessionals zo worden opgeleid dat zij de orale, tandheelkundige en medische complexiteit van mondzorg bij zorgafhankelijke ouderen aan kunnen ter verbetering van de mondgezondheid en ter voorkoming van problemen in de algehele gezondheid.

 

 

Biografie
Vanessa Hollaar (1978) studeerde Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Psychologie aan de Radboud Universiteit. Vanessa is als hoofddocent en onderzoeker verbonden aan de Opleiding Mondzorgkunde van de HAN. Zij voerde bovenstaand onderzoek uit in samenwerking met de afdeling Tandheelkunde van het Radboudumc en HAN Lectoraat Neurorevalidatie. Zij is oprichter van The Oral Evidence Academy (www.oralevidence.nl) en auteur voor het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Afwijkende mondgewoonten bij kinderen: wanneer is logopedie gewenst?

Over het algemeen richt de logopedie zich op spraak, stem, gehoor en taal. Een logopedist kan echter ook helpen bij het afleren van afwijkende mondgewoonten. Volgens de richtlijnen is een tandarts verplicht zijn of haar patiënt door te verwijzen wanneer er sprake is van afwijkend mondgedrag.

Groei en ontwikkeling

Skeletale opbouw

Elk persoon groeit anders en dit heeft invloed op de skeletale opbouw. Sagittaal kan er sprake zijn van een neutrorelatie, distorelatie of mesiorelatie. De verticale skeletale opbouw kan onderverdeeld worden in normale, convergente (short face) en divergente groei (long face ).  Mensen met een divergente groei zijn vaak lastig orthodontisch te behandelen.

Groei kaken

De bovenkaak groeit op relatieve jonge leeftijd. De onderkaak begint pas later (tegen het einde van de puberteit) met groeien en groeit langer door dan de lichamelijke lengte-groei. De groei van de onderkaak vindt plaats vanuit de ramus en de kaakkopjes en de groeirichting is daardoor naar voren en naar beneden (ventraal en caudaal.)

Hoe groei je divergent of convergent?

Het skeletale groeipatroon is onder andere afhankelijk van genetische factoren. Daarnaast spelen omgevingsfactoren ook een grote rol. Mensen met een mondademhaling vertonen vaak een meer verticaal groeipatroon met vaak een open beet als gevolg. Ook hebben de tong en de lip een grote invloed op het skeletale groeipatroon. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een sterke tong dan is dit te herkennen aan protrusie van frontelementen. Het gedrag van de tong en de lip is beïnvloedbaar, een logopedist kan helpen om deze afwijkende mondgewoonten te veranderen.

De logopedist: oro-myofunctionele therapie

Oro-myofunctionele therapie is een oefentherapie, die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren van het orofaciale skelet. De stand van gebitselementen wordt bepaald door extra-orale krachten (m.n. aangezichtsspieren) en door intra-orale krachten (m.n. tongspieren). Een tong is zodanig sterk dat het in staat is om elementen te verplaatsen.

Triangle of forces

De ‘triangle of forces’ bestaat uit:

  • Laterale wangdruk door de m. Masseter (extra-oraal)
  • Tongdruk (intra-oraal)
  • Lipdruk (extra-oraal)
  • Occlusie en eruptie krachten (intra-oraal)

Wanneer deze krachten in balans zijn, kunnen gebitselementen normaal groeien.

Het slikproces

Slikken is een reflex en daarom wordt er vaak gedacht dat je slikgedrag niet kunt beïnvloeden. Slikken bestaat echter uit vier fases waarvan de eerste twee bewust en willekeurig gebeuren en daardoor beïnvloedbaar zijn.

Tongpositie bij een goede slik

Bij een ‘goede slik’ wordt het voorste deel van de tong tegen alveolum en de front elementen in de bovenkaak geperst. Het middelste deel van de tong komt tegen het palatum en het achterste deel van de tong wordt onder een hoek van 45 graden tegen de pharyngeale wand aangedrukt. De slik verloopt met een negatieve druk in de pharynx.

Tongpositie bij afwijkende slik

Bij afwijkend slikgedrag wordt het voorste deel van de tong tegen of tussen de gebitselementen gedrukt. Het middelste deel van de tong is naar beneden geklapt of is uni/bilateraal verbreed en het achterste gedeelte van de tong drukt zich tegen het achterste gedeelte van het palatum.  De slik verloopt met een positieve druk in de pharynx en met een actieve m. mentalis. De kans op middenoorontsteking is hierdoor groter bij mensen met een afwijkende tongpositie tijdens slikken.

Afwijkende mondgewoonten

Onder afwijkende mondgewoonten vallen duimzuigen, vingerzuigen, liplikken, tongzuigen, speenzuigen, mondademen en vinger/nagelbijten. Wanneer deze afwijkende mondgewoonten worden geëlimineerd, zie je al heel snel het effect op de stand van de dentitie. Nu is de vraag: wordt de vorm bepaald door de functie of bepaalt de functie de vorm?

Bepaald afwijkend mondgedrag is vaak intra-oraal te herkennen.

  1. Afwijkende slik

Gevolgen van een afwijkende slik zijn: toename disto-occlusie, vergroote overjet, open beet, smal gotisch gehemelte, transversale compressie (kruisbeet), open beet, spacing in het front of end-to-end in het front (pseudo klasse 3)

  1. Open mond (long face syndrome)

Wanneer er sprake is van een open mond dan is er sprake van grotere kans op gingivitis en cariës. Andere kenmerken zijn toename van dento-alveolair hoogte, gummy smile, lang en divergent gezicht, smalle neus, vaker verkouden, ‘open groei’ waardoor de kans op OSAS in de toekomst groter is.

Preventie afwijkend mondgedrag

Preventie van afwijkend mondgedrag begint op jonge leeftijd. De zuigreflex stopt tussen 9-12 maanden normale voeding start rond de 4-8 maanden en spraak rond het eerste levensjaar. Belangrijk is dat op dat moment het afwijkende mondgedrag wordt afgeleerd. Op jonge leeftijd is dit veel makkelijker af te leren. Ook is het belangrijk dat de ouders de neusademhaling stimuleren bij een kind.

Wanneer moet de logopedist ingrijpen?

1. Eerste wisselfase

Wanneer er sprake is van afwijkende mondgewoonten tijdens de eerste wisselfase dan moet er gekeken worden of er sprake is van een dwangbeet of van slijtage. Wanneer dit het geval is dan is het goed het kind eerst naar de orthodontist te verwijzen en daarna kan het kind nog trainingen volgen bij de logopedist. Wanneer er geen sprake is van een dwangbeet of slijtage dan kan het kind eerst naar de logopedist gestuurd worden.

2. Tweede wisselfase

Wanneer er tijdens de tweede wisselfase sprake is van een overtuigde distorelatie of een kruisbeet dan is het goed om het kind eerst naar de orthodontist te sturen. Daarna kan nog gekeken worden of aanvullende behandeling bij de logopedist nodig is.

Volgorde therapie logopedist

Behandeling bij de logopedist gaat in de volgende volgorde:

  1. Afleren afwijkende mondgewoonten. Met deze stap valt of staat de therapie.
  2. Tongpositie in rust.
  3. Aanleren alveolaire slik.
  4. Verbeteren articulatie.
  5. Automatiseren. Deze stap is het lastigst.

Diagnostisch instrumentarium

Om de juiste diagnose te stellen wordt gebruik gemaakt van de volgende hulpmiddelen:

  1. Force-scale: meet hoe sterk m. orbiculairis oris is.
  2. Payne-techniek: registreert de tongbewegingen met behulp van een past die op vier punten van de tong wordt aangebracht. Bij protrale en unilaterale/bilaterale tongbeweging is er na het slikken een streep in plaats van een stip zichtbaar.
  3. Measuring station 430: met dit instrument worden de m. masseter contractie, tongdruk en de compressie van de lip gemeten.

Wetenschap

Uit onderzoek blijkt dat er een grote kans bestaat op relapse (17-43%) wanneer iemand orthodontisch behandeld is voor een openbeet. Onderzoek laat zien dat OMFT-therapie zinvol is in combinatie met orthodontie.

Bekijk ook: 3 casussen: afwijkend mondgedrag corrigeren via OMFT

Bekijk de patiëntenfolder over afwijkend mondgedrag

Nicoline van der Kaaij studeerde in 2007 als tandarts af aan ACTA, direct aansluitend heeft ze daar haar specialisatie tot orthodontist gedaan. Sindsdien is ze werkzaam als algemeen praktiserend orthodontist en daarnaast is ze verbonden aan het Erasmus MC Sophia en aan ACTA. Ze is lid van het schisisteam van het Erasmus MC Sophia en houdt zich in Rotterdam bezig met orthodontie in het kader van schisis en andere bijzondere (aangeboren) afwijkingen. 

Peter Helderop studeerde logopedie aan de Leidse Hogeschool en heeft zich in 1989 gevestigd als logopedist in Vlaardingen en vanaf 1991 heeft hij acht andere vestigingen geopend. Twee van zijn logopediepraktijken zijn gevestigd in een tandartsenpraktijk. Daarnaast geeft hij lezingen OMFT en nascholingen Logopedie en Tandheelkunde. Hij is lid geweest van vele werkgroepen en commissies van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF). 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Nicoline van der Kaaij en Peter Helderop tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Een multidisciplinair team van onderzoekers aan de KU Leuven, België, heeft een tandheelkundig implantaat ontwikkeld die geleidelijk aan een medicijn laat vrij komen uit een ingebouwd reservoir. Dit helpt infecties te voorkomen en bestrijden.

 Infecties
Onze mond bevat veel micro-organismen zoals bacteriën en schimmel pathogeen. Op de traditionele tandheelkundige implantaten kan dit pathogeen snel een biofilm vormen, die bezorgt voor bestandheid tegen antimicrobiële middelen zoals antibiotica. Hieruit volgt dat deze implantaten een hoger risico vormen op infecties die moeilijk te behandelen zijn.

Ingebouwd reservoir
De onderzoekers van de KU Leuven hebben een nieuw implantaat ontwikkeld dat het risico op infecties verminderd. “Ons implantaat heeft een ingebouwd reservoir onder de kroon van de tand”, zegt hoofdauteur Kaat de Cremer.

“Een schroef maakt het gemakkelijk om dit reservoir met antibiotica te vullen. Het implantaat is gemaakt van een poreus samengesteld materiaal. Dit zorgt ervoor dat het medicijn zich geleidelijk kan verspreiden vanuit het reservoir naar de buitenkant van het implantaat, welke direct in contact staat met de botcellen. Hierdoor kunnen de bacteriën niet langer een biofilm vormen.”

Mondspoeling
In het laboratorium werden verschillende testen op het implantaat uitgevoerd met middelen als chloorhexidine. De studie toont aan dat de Streptococcus mutans niet langer biofilms kan vormen aan de buitenkant van het implantaat wanneer het reservoir is gevuld met eerdergenoemde mondspoeling.

Zowel voorkomen als genezen
Indien biofilms vooraf aan het implantaat zijn gekweekt, kan dit implantaat ervoor zorgen dat deze weer geëlimineerd worden. Dit betekent dat het implantaat zowel effectief is in het voorkomen als genezen van infecties.

Bron:
ecmjournal.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
behandelvoorstel

Gesprek met patiënt beïnvloedt acceptatie behandelvoorstel

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Welke vragen stelt u uw patiënt om de kans op acceptatie van het behandelplan te vergroten? Stelt u open of gesloten vragen? Hoe komt u met uw patiënt in gesprek over het behandelvoorstel?

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Meestal worden hierbij termen gebruikt die de patiënt niet direct begrijpt.  Op de vraag: “Heeft u nog vragen?” antwoordt de patiënt desondanks meestal “nee” en vraagt meteen door naar de kosten. Voor de patiënt geeft het financiële plaatje namelijk vaak de doorslag om de behandeling wel of niet uit te laten voeren.

Kevin Tighe, managing partner van Cambridge Dental Consultants, geeft tips voor bespreking van het behandelplan met uw patiënt.

Gesloten vragen
Meestal lukt het de tandarts niet om ervoor te zorgen de patiënt begrijpt wat er gedaan moet worden en waarom het nodig is. De meeste tandartsen zijn echter geneigd om vervolgens gesloten vragen aan de patiënt te stellen zoals: “Heeft u nog vragen? ” of “Begrijpt u dat?” waardoor er minder ruimte is voor tandarts-patiënt interactie.

Wat u uw patiënten wél kan vragen
Vaak helpt het om de patiënt een afbeelding of tekening te laten zien om aan te tonen wat er mis is met de tand, de gevolgen als hier niets aan gedaan wordt en de bijhorende kosten. Daarbij kunt u ook een gesprek beginnen met de patiënt door de volgende vragen stellen:

  • Wat denkt u dat er zal gebeuren als u er niets aan laat doen?
  • Welke van deze drie behandelingen heeft uw voorkeur?
  • U weet dat u 24/7 met deze infectie rondloopt. Hoe denkt u dat deze infectie uw immuunsysteem beïnvloedt?
  • Kunt u op deze afbeelding aanwijzen in welk stadia uw gebit komt als u er niets aan laat doen?

Door meer open vragen te stellen, zal de patiënt vanzelf meer gaan praten. En dat is precies wat u wilt. In het algemeen geldt dan ook het volgende:

  • Als de tandarts meer aan het woord is, wordt de kans kleiner dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert
  • Als de patiënt meer aan het woord is, wordt de kans verhoogd dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert

Bron:
Kevin Tighe, dr Bicuspid

Lees ook: Stappenplan voor betere acceptatie van behandelplannen

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nobel Biocare Benelux Symposium

Heeft u ook graag alle prothetische nieuwigheden onder de knie?

Dit webinar is voorbij

Mis deze unieke gelegenheid niet en krijg een update van de meest vooruitstrevende technieken tijdens tal van masterclasses op het Nobel Biocare Benelux Symposium van 21 tot 22 september.

Location
Mecc Maastricht

Language
English

Focus
International key experts insights, an interactive program and attractive venue make the Nobel Biocare Benelux Symposium a must-attend event for dental professionals worldwide. The focus is on broadening treatment options, simplifying workflows and shortening time-to-teeth for more patient comfort.
During two action-packed days with podium lectures, masterclasses and workshop sessions, you will gain a thorough and practical understanding of your chosen topics and develop your skill-set to treat more patients better.

International speakers
– Prof. Paulo Malo
– Dr. Chandur Wadhwani
– Dr. Bernard Touati
– Dr. Roland Glauser

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kidsfabriek

300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek

Op 19 augustus vond voor de vijfde keer Kidsfabriek plaats in de SSP-hal te Ulft. Een team van 10 mondhygiënisten en studenten ontvingen 300 kinderen en hun ouders bij de workshops tandenpoetsen, zuurgraad meten en de quiz. Zij deden dit voor de vierde keer waarbij steeds bleek dat hun team moest uitbreiden vanwege hun populariteit.

De laagdrempeligheid en de communicatieve vaardigheden van het team zorgden ervoor dat de kinderen daadwerkelijk hun gedrag rondom hun mondgezondheid willen aanpassen. Het concept van de Mond

hoek bij Kidsfabriek is een voorbeeld voor een speel- en leerevenement voor kinderen en hun ouders/verzorgers binnen de mondzorg.

 

Gezondheidsitem
In het eerste jaar (2014) van deelname werd de Silvoldse Lieneke Steverink-Jorna gevraagd door de organisatie van Kidsfabriek om mee te doen aan het gratis evenement voor kinderen van 4-12 jaar waarbij regionale verenigingen zich presenteren. Zij wilden hier een gezondheidsitem aan toevoegen en kwamen zodoende bij mondhygiënist Steverink terecht. Samen met Yvonne Buunk-Werkhoven besloot zij om er aan mee te doen en maar eens te zien wat er op hen afkwam.

“Wij verwachtten niks, want welk kind stapt er spontaan op een mondhygiënist af? Maar het meten van de pH van drankjes bleek een ware hit en ook het krijgen van roze tanden na gebruik van de plakverklikker vonden ze enorm grappig. We kwamen echt handen tekort.”

Het jaar erop nam Steverink drie collega’s mee. Maar ook dit bleek te weinig en zelfs de aanwezigheid van zeven mondhygiënisten tijdens de editie in 2016 was nog te krap. Het succes werd opgemerkt door commerciële partijen waardoor naast de handtandenborstel ook het gebruik van de elektrische borstel kon worden voorgedaan en een tas vol verrassingen kon worden meegegeven.

Wetenschappelijk onderzoek
Na observatie en ervaringen werd in 2015 wetenschappelijk onderzoek gestart en dat werd in 2016 doorgezet. Ouders en kinderen werden aan een vragenlijst onderworpen die momenteel worden uitgewerkt ter publicatie.  Inmiddels zijn er in diverse landen posterpresentaties geweest op internationale conferenties waaruit blijkt dat de meeste kinderen het niet enkel ‘erg leuk’ vinden, maar ook waarderen om de poetsworkshop van de mondhygiënisten te ontvangen. Bovendien blijkt dat zij na de poetsles van de mondhygiënist op Kidsfabriek welwillend staan tegenover het veranderen van hun poets- en eetgedrag.

preventie

Voorbeeld
Kidsfabriek is inmiddels een begrip in de (inter)nationale mondzorg en het wordt als een goed voorbeeld gezien hoe mondhygiënisten zich buiten de praktijkmuren kunnen inzetten. Zodoende kunnen zij zich vooraan in de zorg  positioneren zodat zij op tijd de corebusiness van het vak kunnen uitoefenen. Promotie van goede zelfzorg en preventie van mondziekten is immers een must voor het behouden van een goede algehele gezondheid en sociaal welbevinden. Daarom hielpen dit jaar ook mondzorgstudenten mee om ervan te leren. Dit jaar zal Steverink een college geven aan een opleiding tot Mondhygiënist over de Mondhoek van Kidsfabriek.

Vervolg
Kinderen waarvan bleek dat ze meer preventie aangeboden moeten krijgen, ontvingen een ‘poetsdiploma A’ en een aanbeveling voor een vervolgbezoek aan een eigen mondhygiënist.

Deelnemende mondhygiënisten
De volgende mondhygiënisten en studenten namen deel aan Kidsfabriek:

Lieneke Steverink-Jorna (Mondhygiënist, Silvolde)

Christianne Ketelaar-Westerman (Mondhygiënist, Lichtenvoorde)

Nevin Kenger (Mondhygiënist, Nijmegen)

Kristina Takrovskaja (Mondhygiënist, Amsterdam)

Suzanna Aleksanjan (Mondhygiënist, Doetinchem en Dinxperlo)

Marigeth Eimers-Deira (Mondhygiënist, Zutphen)

Roos van Sambeek (Mondhygiënist, Lent)

Anna Christina Nassif (Student Tandheelkunde, Purmerend)

Safaa Soultana (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

Liza van Loo (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

kindergebittenteamkidsfabriek

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
glansje

Nieuwe app: Het Glansje preventieconcept voor kinderen

Ruim een jaar geleden schreef Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids, vijf sprookjes over prinses Glansje met een link naar verantwoord poetsgedrag.

Inmiddels is er veel gebeurd: Glansje is volwassen geworden. Er is namelijk een compleet preventieconcept ontwikkeld.

Het Glansje preventieconcept
Het Glansje preventieconcept is een compleet kidsconcept met als doel kinderen van 4-9 jaar en hun omgeving (ouders, grootouders, scholen, consultatiebureau, etc.) spelenderwijs bewust te maken van goed mondzorggedrag.

App
Het concept biedt een creatieve aanpak voor de preventieve mondzorg. Het is innovatief, onder meer door de app met 360 mini-games waarmee kinderen continue aandacht voor mondzorg en voeding krijgen. Voor de deelnemende tandarts / Mondhygiënist biedt de app een dashboard. Met deze dashboard kan het cariës – risico (NOCTP) worden gescoord én kunnen er afspraken met het kind (de ouders ) worden gemaakt. Met het succesvol dooHet Glansje preventieconcept rlopen van de mini-games scoort het kind punten, die in een thermometer worden geregistreerd en zicht geeft op een surprise-pakket. De app is rond half september kosteloos in de app-store te downloaden (exclusief dashboard). In de doorontwikkeling kunnen vanuit de app ook pushberichten worden gestuurd.

In het concept wordt de app ondersteund met de (inmiddels 6) Glansje mondzorgsprookjes, een preventiekit, poetsinstructie en – diploma, kleurplaten, een spreekbeurt pakket en meer.  Voor basisscholen en de kinderopvang is er een Glansje digi-les beschikbaar. Via www.glansje.nl ontsluiten we een kenniscentrum / platform voor ouders die informatie over mondzorg voor kinderen willen.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Webinar – ‘De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren’

Webinar: De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren

Dit webinar is voorbij

Wij nodigen u uit voor het gratis webinar van dr. Poticny over tandheelkundig hechten en cementeren op donderdag 14 september 2017 om 20.00 uur. De spreker zal u nieuwe inzichten geven over de volgende onderwerpen:

– Categorisering van permanente cementen;
– Eigenschappen van cementen;
– Adhesieve procedures voor metaal- en keramiekprimers, total-, self- en selective etch;
– Tips en tricks voor betrouwbare en duurzame resultaten;
– Universele adhesieven.

Na het webinar heeft u de kans om via een online chat live uw vragen aan de spreker te stellen. Wij heten u graag welkom!

Over de spreker
Dr. Poticny  Dr. Poticny is D.D.S – Baylor College of Dentistry en sinds 1983 eigenaar van een privé-kliniek in Texas, waar de focus ligt op esthetische en restauratieve tandheelkunde. Hij is Adjunct Clinical Associate Professor aan de Universiteit van Michigan en partner van de Academy voor CAD/CAM tandheelkunde. Bovendien geeft dr. Poticny internationaal lezingen over CAD/CAM systemen, materialen en restauratieve tandheelkunde en heeft hij meerdere casussen, onderzoeken en wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. 

Over de Health Care Academy
Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. Door de interactieve opzet van de programma’s leert u de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Preventie Academie

Preventie biedt kansen! Kom naar de Preventie Academie van Ivoren Kruis

Wie preventief up-to-date geïnformeerd wil zijn, schrijft zich nu in voor het praktische cursusprogramma van de Preventie Academie van het Ivoren Kruis.

Wegens groot succes en lovende reacties van de cursisten wordt de Preventie Academie herhaald én is het cursusaanbod uitgebreid. Een team van ervaren en enthousiaste docenten brengt u op de hoogte van de laatste preventieve stand van zaken. De boeiende cursussen zijn inspirerend voor alle spelers in het mondzorgteam. 

Cursusprogramma
Op het cursusprogramma staan:

  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 8 september 2017 met Ellen Zwart
  • Mondzorg kwetsbare ouderen – vrijdag 1 december 2017 met Wil Pelkmans en Jane Zweers
  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 16 maart 2018 met Ellen Zwart
  • Management van Gewoon Gaaf in de praktijk vrijdag 20 april 2018 met Ellen Zwart

Inschrijven kan per cursus. Deelname levert 5 KRT-/KRM-punten per cursusdag op. De cursussen worden georganiseerd bij APPR Hét Brancheburo in Naarden en duren van 9.00 tot 16.00 uur. De kosten inclusief cursusmap, koffie en lunch bedragen € 195,- voor leden en € 295,- voor niet-leden (ex btw).

 

Preventie Academie Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Uit een nieuwe studie is gebleken dat verschillende instrumenten als spuiten, scalers en andere handstukken nog wel eens schadelijke micro-organismen zouden kunnen verspreiden door de tandartspraktijk.

Bioaerosolen en besmettingsrisico’s
Bioaerosolen zijn organische vloeistoffen of vaste deeltjes die uren in de lucht kunnen blijven hangen en oppervlaktes kunnen besmetten. Aangezien ze pathogenen kunnen bevatten kunnen bioaerosolen mogelijk ziektes verspreiden onder het personeel en patiënten. Desondanks werd er eerder geen systematische review gedaan van eerder uitgevoerde studies. Om die reden werd in deze studie door een Amsterdams onderzoeksteam met name gekeken naar waar bioaerosolen vandaan komen, waar ze uit bestaan en hoe gevaarlijk ze eigenlijk zijn. Hierbij werd gekeken naar 62 verschillende studies.

Handstukken en menselijke oorzaken
Een van de dingen die bleek was dat onder andere ultrasonische scalers, handstukken met een hoge snelheid, lucht turbines, drie-in-een spuiten en lucht-water spuiten allemaal hun bijdrage leveren aan de creatie van bioaerosolen. Ook hoesten, niezen en air conditioning blijken hieraan bij te dragen.

Micro-organismen in tandartspraktijken
In de review werden bijna 40 verschillende micro-organismen vastgesteld die voorkomen in veel tandartspraktijken. Sommige hiervan kunnen ziektes veroorzaken, zoals het herpes simplex virus type 1 en Legionella pneumophila, ook al komt deze voornamelijk voor in ziekenhuizen. Er werd echter ook een geval gevonden waarbij een patiënt met deze ziekte hoogstwaarschijnlijk was besmet in een tandartspraktijk.

Ook werd een geval gevonden waarbij een personeelslid van een tandartsenteam besmet werd met HSV-1 nadat deze waarschijnlijk in de ogen had gewreven tijdens het werken na het werken met ultrasonische straling.

Gebrekken van de review
Een van de grootste gebrekken van de review is dat weinig van de studies die ze bekeken daadwerkelijk tandartspraktijken onderzochten. Ook keek geen enkele van de studies specifiek naar het risico van bioaerosole virussen of parasieten, en beschreven veel van de studies niet hoe het uitgevoerde experiment was opgezet. Om die reden dient deze review meer als een samenvatting van eerder gedane studies dan het daadwerkelijk bruikbare conclusies heeft opgeleverd.

Bron:
Plos

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
digitale tandtechniek

Digitale tandtechniek: de mogelijkheden

Wat zijn de mogelijkheden van het volledig digitaal proces en waar de grenzen liggen op functioneel, esthetisch en financieel vlak? Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk over digitale tandtechniek.

Met de introductie van keramieken die door middel van een CAD-CAM proces monolithisch te verwerken zijn en het gebruik van digitale afdruktechnieken is een volledig digitale tandtechnische workflow mogelijk geworden. Met deze technieken en materialen zijn de indicatiegebieden uitgebreid en is de voorspelbaarheid vergroot.

Digitalisering in tandtechniek
Patrick Oosterwijk, werkzaam bij Elysee Dental en 32 jaar geleden opgeleid tot tandtechnicus, geeft eerlijk toe dat hij zelf ook overvallen is door de digitale ontwikkelingen in zijn branche. De computer had hij als leerling in de tandtechniek al eens een keer op een stageplek in een hoek zien staan, en uiteraard waren er de nodige tekenen aan de wand, maar aanvankelijk dacht ook hij dat het zijn tijd wel zou duren. Niets daarvan blijkt waar te zijn. Toch wist hij op tijd aan boord van de voorbijrazende trein te springen die digitalisering in de tandtechniek heet. En daar kunnen tandartsen ook van leren.

Volgens Oosterwijk zijn er vandaag de dag in de tandtechniek te veel digitale ontwikkelingen om op te noemen. Alles wat niet digitaal gebeurt zou hij wel binnen tien minuten met de zaal kunnen doornemen, maar daar zijn we natuurlijk niet voor gekomen.

Doel van digitaliseren
Oosterwijk wil zich in zijn presentatie dan ook vooral richten op wat in de praktijk zichtbaar zal zijn aan veranderingen door digitalisering. Allereerst moet digitalisering een duidelijk doel hebben en dat is voor hem dat het moet leiden tot voorspelbaarheid in het behandeltraject en in de kosten. Digitaliseren op zichzelf is namelijk geen doel.

Tevens wil Patrick de focus leggen op wat tandtechnici in de toekomst kunnen bieden; er verandert zeer veel in de tandheelkundige wereld en in Nederland. Moet je verder willen? Hoe zal de rol van de tandtechniek in de toekomst zijn, je moet immers verder kijken. De concrete vragen die hieruit voortvloeien zijn:

  • Is digitaal afdrukken een reëel alternatief?
  • Is modelloos werken een alternatief?
  • is monolitisch werken een alternatief?

Technologische ontwikkelingen apparatuur
Patrick was zelf snel overtuigd van het digitaal afdrukken en startte hierin zelfs een onderneming. Hij liep echter tegen de nodige weerstand op doordat de apparatuur groot, duur, log en langzaam was en er gepoederd moest worden. Nu gebruik je voor digitaal afdrukken een draagbaar apparaat in laptopformaat met een handstuk. Met apparaten als de 3Shape TRIOS® scan je een kaak in 16 seconden.

Het voordeel hiervan is dat je in de stoel bepaalde zaken na het scannen kunt checken: is de inter-occlusale ruimte voldoende? Is de paralleliteit van de stompen goed? Zo niet, dan kunt u direct corrigeren en opnieuw een scan maken.

De nauwkeurigheid was vroeger ook een issue. Echter, uit onderzoek op Pubmed blijkt dat er bij 89,1% van de analoge afdrukken (J Prosther Dent. 2005 Aug;94(2):112-7) iets aan schort en dit bij digitale afdrukken beter te controleren is. Hierdoor komt uit de onderzoeken bijna altijd het zelfde resultaat naar voren van een verschil in nauwkeurigheid tussen analoge afdrukken en digitale afdrukken van 74Mu analoog en 49Mu digitaal. Het scannen is dus ondertussen preciezer geworden dan bij het analoog afdrukken. Maar even belangrijk voor het laboratorium is dat je bij het “digitaal” inkerven, naast allerlei verbeterde overzichten en coupes van de outline, altijd weer stappen terug kunt in tegenstelling tot het analoog inkerven met een boor.

Mindset van medewerkers
Digitalisering gaat gepaard met grote investeringen in de tandtechniek. Waar je vroeger met een zak gips, porselein, blokjes goud en een oven al een heel eind op weg was, is het nu voor een zelfstandig bedrijf al bijna niet meer te behappen. Oosterwijk heeft de gehele overgang van de eerste mechanische scanners naar de huidige optische scanners doorgemaakt.

Maar de problemen waren niet enkel financieel, ook medewerkers zagen veel beren op de weg, die vaak niet heel reëel waren. Uiteindelijk moest eerst al het klassieke tandtechnische gereedschap weggehaald worden om hen allemaal te dwingen digitaal te gaan.

Digitalisering is namelijk niet alleen de apparaten neerzetten maar ook de mindset van de medewerkers mee zien te krijgen.

Het valt Oosterwijk op dat niet veel praktijken een investeringsbudget hebben voor digitalisering. Hij waarschuwt ervoor te zorgen dat “je niet in één keer zo’n hele digitaliseringsinvestering voor je kiezen moet krijgen”.

Keramische materialen
Glaskeramiek materialen – lithiumdisilicaat (o.a. Emax) – gebruiken we als minimaal invasief materiaal, vanwege z’n sterkte (binnen de correcte toepassing) en esthetiek. Het heeft een hoge survival rate wat ondertussen evidence based is. Dit is zowel belangrijk voor de tandarts als de patiënt.

Het materiaal kan zowel gefreesd als geperst worden, vooral het frezen kan zeer goedkoop en zonder fysiek gipsmodel (modelloos). Voor een model komt er rond de € 35 bij. Oosterwijk adviseerde dit te laten vervallen: het is zonde als het alleen in het doosje blijft en niet gebruikt wordt.

Vervolgens gaf Oosterwijk een voorbeeld van esthetisch werk met lithiumdisilicaat: een digitale wax-up waarmee een tijdelijke voorziening uit PMA gefreesd is. Via foto’s en video’s wordt de esthetiek gecontroleerd. Na bijwerken en goed bevinden wordt het opnieuw ingescand voor het eindproduct. De tijd en het geld dat gestoken wordt in de voorbereiding compenseren zichzelf doordat veel goedkopere materialen gebruikt kunnen worden.

Oosterwijk ziet het als een uitdaging om DSD (Digital Smile Design) voor iedereen toegankelijk te maken. Hiervoor is een protocol opgesteld wat binnen alle Elysee laboratoria kan worden aangeboden en waar op basis van minimaal drie foto’s en optimaal vijf foto’s een DSD kan worden gemaakt inclusief geprint model en een puttymal voor een tijdelijke pasvoorziening, tegen beperkte kosten.

Polykristallijne materialen, in het specifiek zirconiumoxide:
Ondertussen zijn we reeds drie generaties van dit materiaal verder. Bij de eerste generatie wisten we nog niet precies wat we ermee konden en zagen we vooral chipping. Dit kwam door het gebrek aan mogelijkheden om de onderstructuur vorm te geven waardoor het opbakporselein, wat circa 100 Mpa sterk is, niet ondersteund werd.

De tweede generatie polykristallijne materialen was beschikbaar vanaf 2012 – 2013. Hiermee werd het mogelijk om het materiaal in te kleuren. Doordat er kleinere aluminum oxide partikels aan toegevoegd waren, gaf dit een veel mooiere brekingsindex met tegelijkertijd een goede sterkte. Nu berekent de computer het gehele design waarmee het risico op chipping aanzienlijk lager is.
Tevens kwamen er gelaagde blokken materiaal beschikbaar waardoor meer translucentie mogelijk was, hoewel het materiaal altijd gekleurd moet worden. Het resultaat is afhankelijk van de ervaring van de tandtechnicus.

De derde generatie kenmerkt zich doordat het zirconiumoxide door toevoeging van meer Ytrium gestabiliseerd is in de zogenaamde cubische fase van het materiaal. Het resultaat zijn grotere partikels met minder lichtbreking en meer isotroop, dus een nog mooier esthetisch effect. Wel is het zo dat de stompkleur en de kleur van het cement steeds belangrijker worden vanwege de translucentie.

Van alle keramische materialen blijkt zirconiumoxide het gladste en dus minst abrasieve materiaal te zijn, maar het is wel harder. We leren steeds meer van het materiaal.

Hybride kunststof versterkte keramieken
Oftewel de nieuwe materialen. Ze zijn bij uitstek geschikt voor modelloos werken omdat er geen verandering in het proces kan optreden. Het is echter pas twee jaar op de markt dus wat kunnen we precies hardmaken?

Vorig jaar heeft 3M voor Lava Ultimate de indicatie voor een volledige kroon teruggeroepen. “Het is goed dat ze dit zo gedaan hebben, maar het kan vaker voorkomen bij nieuwe materialen”, zegt Oosterwijk. Als voorstander van vernieuwen geeft hij toe dat er van nieuwe materialen soms nog weinig bekend is.

Binnen indicatiegebieden is modelloos werken een echt alternatief, en dat geldt idem voor monolithisch werken.

Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985. Na het behalen van zijn IVT-diploma heeft de ontwikkeling van de tandtechniek altijd een prominente plaats ingenomen in zijn loopbaan. Hierdoor is T.T.L. Oosterwijk voorop blijven lopen in de wereld van tandtechniek. Na de aansluiting bij de Elysee Dental Groep is Oosterwijk als Director Scientific Relations onder andere verantwoordelijk voor de tandtechnische laboratoria die gevestigd zijn binnen ACTA, het UMCG en centra voor bijzondere tandheelkunde. Verder geeft hij diverse lezingen over digitalisering en materiaalgebruik in de tandtechniek.

 Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Patrick Oosterwijk tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
interprofessioneel samenwerken

Interprofessioneel samenwerken, hoe gaat dat in zijn werk?

Bij patiënten met een ernstige ziekte zijn vaak veel verschillende zorgverleners betrokken uit verschillende disciplines en organisaties. Het is in het belang van de patiënt dat al deze zorgverleners hun zorg op elkaar afstemmen en samenwerken. De tandarts en mondhygiënist hebben er vanuit hun professionaliteit belang bij zich te mengen in het team rondom de patiënt.

Op het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht (HU) over ‘De interprofessionele mondhygiënist’ besprak dr. Liesbeth Haverkort – diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU – hoe de verschillende zorgverleners rondom een patiënt interprofessioneel kunnen samenwerken.

Praktijkvoorbeeld
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt getoond met hoeveel zorgverleners een patiënt te maken kan krijgen. In het voorbeeld gaat het om een 53-jarige man, die al vijf jaar lijdt aan Chronische Lymfatische Leukemie (CLL). Hij heeft al diverse curatieve behandelingen ondergaan, zoals chemotherapie (CHOP-kuren) en experimentele immunotherapie (voorloper Ibrutinib). Hij komt in aanmerking voor een allogene stamceltransplantatie (van een donor), maar daarvoor krijgt hij eerst drie R-DHAP-kuren.

Veel betrokken zorgverleners
Deze patiënt komt zeer veel zorgverleners tegen gedurende zijn ziekte. In de eerste fase van zijn ziekte uiteraard de huisarts, die hem verwijst naar de hematoloog, waarna hij ook bij de apotheker terechtkomt. Vrijwel direct worden ook de diëtist en de fysiotherapeut ingeschakeld. Daarna volgen de maatschappelijk werker en de medisch psycholoog.

Tijdens de R-DHAP-kuren kunnen veel bijwerkingen optreden. Bij deze patiënt trad reductie op van het gehoor, waardoor hij bij de KNO-arts belandde voor een consult. Tevens kreeg hij een candida-infectie in de mond en het maagdarmkanaal, waarvoor hij de dermatoloog moest bezoeken.

Na de kuren moest een verwante donor gezocht worden. De verpleegkundige informeerde de patiënt over de voorbereiding op de stamceltransplantatie. Hiervoor kreeg hij eerst nog een kuur: ATG, chemotherapie en radiotherapie.

Mondzorgverleners
Vanaf één week voor de stamceltransplantatie (SCT) kwamen de mondhygiënist en tandarts ook nog in beeld als zorgverleners, omdat de SCT ook gevolgen had voor de mondgezondheid van de patiënt, zoals:

  • droge mond;
  • veranderingen van het orale microbioom;
  • Herpes Simplex en Epstein-Barr-virus;
  • ulcera in de (niet-)gekeratiniseerde slijmvliezen;
  • aanwezigheid aantal gramnegatieve bacteriën;
  • associatie tussen bacteriëmie tijdens neuropene fase na SCT en een geïnfecteerd parodontium.

Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen na een SCT; er is een grote diversiteit aan problemen tussen de verschillende patiënten.

Zorg thuis
Bij thuiskomst komen er nog meer zorgverleners bij. De SCT is slechts het begin van een heel lang traject. Of iemand uit het ziekenhuis ontslagen kan worden en verpleegkundige zorg aan huis geïndiceerd is, hangt af van de mate waarin de patiënt voor zichzelf kan zorgen. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende punten:

  • zelfredzaamheid;
  • conditie;
  • beroep kunnen doen op mantelzorg;
  • risico op ondervoeding/verwaarlozing, risicofactoren hierbij zijn:
    • mannelijk geslacht;
    • alleenwonend;
    • hogere leeftijd;
    • wonend in een instelling;
  • verpleegkundige thuiszorg:
    • monitoren voedingstoestand – beweegpatroon – mondzorg;
    • inzicht in woon- en leefsituatie;
    • zelfredzaamheid;
    • algehele conditie.

Shared decision making
Veel patiënten halen informatie over hun behandeling van internet. De zorgverlener kan helpen om hier de relevante informatie uit te halen. De patiënt is een klant geworden die centraal staat. Dat betekent in de praktijk:

  • Laat de patiënt het beleid mee bepalen.
  • Respecteer specifieke wensen en keuzes (= lifestyle).
  • Maak gebruik van zijn/haar deskundigheid.
  • Lever bruikbare en zinvolle informatie om te komen tot een optimaal beleid.
  • Houd rekening met het opleidingsniveau van de patiënt.

Interprofessioneel samenwerken in de praktijk
In zorg en welzijn zijn er heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Hierbij formuleren de disciplines een gezamenlijk doel en hanteren een gemeenschappelijke taal die voor alle betrokkenen begrijpelijk is. Kwaliteit en perspectieven van de ander worden gezien als complementair en waardevol.

Voor interprofessioneel samenwerken is een interactieve inzet van de betrokken professionals nodig. Dit vraagt een hoog niveau van communicatie, wederzijdse planning, collectieve beslissingen en gedeelde verantwoordelijkheid. Interprofessioneel werken begint met de vraag: ‘Kennen wij elkaar? Hebben wij wel het juiste beeld van elkaar?’

Mondhygiënisten
Behandeling gebeurt in ziekenhuizen via een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), waarbij er geld beschikbaar is voor het gehele behandeltraject van alle zorgverleners. Voor mondhygiënisten en tandartsen is het belangrijk zich kenbaar te maken, zodat ook zij hieruit mee kunnen delen.

Haverkort richtte zich tot slot direct tot de mondhygiënisten: “Weten zij dan dat u belangrijk genoeg bent om het geld op te eisen? Als de dokter u niet kent, dan doet u niet mee in de verdeling. U moet uzelf in de markt zetten. Denk niet dat u achterover kunt leunen. Laat zien wat u kunt als u in zo’n team zit en toon dat u bereid bent om mee te werken.  Weet wat uw toegevoegde waarde is. Neem de houding aan waarin u uw toegevoegde waarde laat zien

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van dr. Liesbeth Haverkort, diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU, tijdens het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over ‘De interprofessionele mondhygiënist’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z