Recessies bij tanden of implantaten

Recessiebedekking in het front: hoe gaat u te werk?

Recessies komen veelvuldig voor en kunnen allerlei problemen geven. Een recessie is letterlijk een verplaatsing van de marginale gingiva in apicale richting ten opzichte van de glazuurcementgrens waarbij het worteloppervlak bloot komt te liggen. Dit wordt primair veroorzaakt door het verdwijnen of niet aanwezig zijn van een marginale botlamel, ook wel alveolaire botrecessie genoemd.

Verslag van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course.

Hoofdoorzaken recessie

Een gingivarecessie kan optreden door trauma of door bacteriële oorzaken. Bij trauma kan gedacht worden aan te hard poetsen, onjuist flossen of verkeerd gebruik van overige interdentale reinigingshulpmiddelen. Daarnaast kunnen ook mondgewoonten of de aanwezigheid van een orale piercing een rol spelen. Iatrogene schade in de vorm van te diep prepareren, verkeerd gebruik van een elektrotoom of slecht passend kroon- en brugwerk kan eveneens leiden tot verplaatsing van de marginale gingiva. Speciale aandacht zal verderop besteed worden aan orthodontische krachten en welke gevolgen deze kunnen hebben.

Door marginale plaque ophoping en tandsteenvorming zal de gingiva ter plaatste uiteindelijk naar apicaal kunnen migreren, dit als gevolg van een plaatselijk ontstekingsproces. Daarnaast kan een apicaal aanwezige ontsteking leiden tot verlies van botniveau, soms zelf over de gehele lengte van de apex met als gevolg een forse recessie.

Predisponerende factoren
Naast directe oorzaken zijn er in de literatuur een aantal predisponerende factoren beschreven. Patiënten die een dun gingiva morphotype hebben, in combinatie met een van de eerder beschreven directe oorzaken, hebben een grotere kans op gingivarecessies. Andere predisponerende factoren zijn malposities van gebitselementen, wortelprominentie, een frenulum ter plaatse van een recessie of een endodontische perforatie.

Klachten patiënt bij recessies

Esthetisch
De meest voorkomende klachten van patiënten zijn van esthetische aard. Mensen storen zich vooral aan a-symetrisch tandvlees en een verkleurde wortel die door de recessie zichtbaar is.

Dentinegevoeligheid

Naast klachten van esthetische aard, wordt dentinegevoeligheid veelvuldig genoemd. Dit wordt veroorzaakt door het blootliggen van de dentine tubuli en kan voor patiënten een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren. Daarnaast kan uit tandheelkundig oogpunt de voorkeur uitgaan naar recessiebedekking ter preventie van abrasie of wortelcariës om te voorkomen dat aanwezige recessies zullen verergeren.

Overgaan tot behandeling

In de praktijk worden verschillende chirurgische methoden gebruikt om recessies te bedekken. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een bindweefseltransplantaat. Recessies bedekken met composiet geeft vaak een compromisuitkomst. Een goed, langdurig, esthetisch en functioneel resultaat valt echter enkel met soft tissue bedekking te realiseren.

Orthodontisch veroorzaakte recessies

Recessies als gevolg van een orthodontische behandeling komen relatief veel voor. Gebitselementen worden bij orthodontische behandelingen vaak buiten de tandboog geplaatst, voorbij de labiale/buccale botlamel. Hierdoor kan het worteloppervlak bloot komen te liggen met een recessie als gevolg. Tegenwoordig kan met behulp van een CBCT-scan de situatie veel beter in kaart gebracht worden.

De meest voorkomende recessies veroorzaakt door orthodontische malpositie komen het meest frequent voor in het onderfront.

Voordat een chirurgische recessiebedekking bij een element dat in een malpositie staat uitgevoerd gaat worden, is het raadzaam om het element in de juiste positie terug te plaatsen. Dit om de voorspelbaarheid van de chirurgische ingreep te vergroten.

Verschillende soorten transplantaten

Een transplantaat waarbij het eigen weefsel van de patiënt wordt gebruikt, wordt bij voorkeur vanuit het gehemelte geoogst. Dit wordt een autoloog transplantaat genoemd.

Indien autoloog transplantaatweefsel niet geoogst kan worden, omdat de patiënt dit niet wil of omdat er sprak is van een te dun type palatumweefsel, kan gebruik gemaakt worden van vervangend materiaal. In verband met weefselreactie en esthetiek is het autologe transplantaat nog steeds de gouden standaard.

Autologe transplantaten
Bij het autologe transplantaat kan onderscheid gemaakt worden tussen:

1. Het vrije bindweefsteltransplantaat. Hierbij wordt zowel epitheel bindweefsel als vetweefsel meegenomen. Over het algemeen wordt dit gebruikt om een tandvleesverdikking na te streven.

2. Het subepitheliaal bindweefsel transplantaat
Dit wordt gebruikt bij recessiebedekking en wordt aangebracht onder een coronaal verplaatste flap of bij een tunnelingtechniek. Dit transplantaat is dus zonder epitheel.

Haakon Kuit, tandarts-implantoloog en werkzaam als docent aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Bart Beekmans, tandarts-implantoloog en oprichter – eigenaar van het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde.

Verslag door Lise Marie Timmerhuis, voor dental INFO, van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course, een 10-daagse cursus waarin verschillende tandheelkundige onderwerpen met betrekking tot het front aan bod komen, gegeven door vijf professionals op het gebied van implantologie, parodontologie, endodontologie en restauratieve tandheelkunde.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
kanaalanatomie

Beoordeling kanaalanatomie in vitale en avitale elementen

Verslag van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouman, beiden tandarts-endodontoloog, over het belang van een goede beoordeling van de kanaalanatomie in vitale en avitale elementen bij endodontologie.

 

 

 

 

 

 

 

Bij een endodontische behandeling moet worden voldaan aan de volgende punten:

  • Benodigde infectiepreventie
  • Genoeg informatie over de anatomie en lengte
  • Anesthesie?
  • Voorbehandelen: onvoldoende restauratie verwijderen, cariës verwijderen, eventueel knobbels verlagen, restaureerbaarheid inschatten
  • Rubberdam aanbrengen voor de veiligheid en het voorkomen van contaminatie
  • Goede endodontische opening
  • Spanningsvrije en overzichtelijke toegang creëren
  • Werklengte bepalen
  • Vormgeven van het wortelkanaalstelsel zodat reinigen en vullen mogelijk is
  • Irrigatie van het wortelkanaalstelsel
  • Drogen
  • Vullen
  • Röntgenologische controle van de wortelkanaalvulling
  • Vaststellen van de controletermijn

Gebruik van DETI-checklist
Gebruik van een DETI-checklist, maakt een endodontische behandeling voorspelbaarder. Je weet beter waar je aan begint.

Complexe endodontische behandelingen zijn meer tijdrovend en lastiger. Nieuw omschreven verrichtingen zijn gekoppeld aan de DETI. De DETI is een korte checklist toepast op het element. Als er geen complexiteiten zijn, dan is het een DETI A. Is de behandeling complex dan is het een DETI B. Als u complicaties verwacht waardoor de behandeling minder voorspelbaar is, dan gebruikt u de CEB scorelijst.

DETI   A
B > CEB score

Er worden 3 categorieën onderscheiden die van invloed kunnen zijn op de behandeling:

  1. Patiënt gebonden factoren: beeldvorming, anatomie
  2. Element gebonden factoren: anatomie, iatrogene schade
  3. Additionele factoren

Na gebruik van de DETI checklist komt er een plan uit. Deze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Plan 1: normale moeilijkheidsgraad
  • Plan 2: beetje lastig
  • Plan 3: heel erg lastig

Dit is geen richtlijn. Het kan wel helpen om problemen makkelijker te benaderen. Complicaties kunnen niet altijd voorkomen worden, maar helpen er alert op te zijn of eventueel de patiënt op tijd in te sturen. U kunt altijd afwijken van een richtlijn als die er is, zolang de onderbouwing goed is en is het goed wordt gecommuniceerd met de patiënt.

Wat weten we over de endodontische behandeling?
Hoe vaak de anatomische variaties voorkomen en in welke elementen bij voorkeur.

  • Dat de etiologie van de pathologie altijd gelijk is.
  • Dat het slagingspercentage van een wortelkanaalbehandeling beduidend hoger is bij vitale, niet geïnfecteerde wortelkanalen, ongeacht de anatomie.
  • Dat een behandeling een meer voorspelbaar resultaat heeft bij een systematische aanpak.
  • Dat een complexe anatomie de wortelkanaalbehandeling tijdrovender maakt.

Bij gebruik richtlijn: wat weten we niet?

  • Is het slagingspercentage bij een lastige anatomie lager?
  • Treedt er meer iatrogene schade optreedt op bij een lastige anatomie?
  • Dien je af te wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een lastige anatomie te maken hebt?

Bijverschijnselen en complicaties bij de wortelkanaalbehandeling

  • Pijn, beschadiging van omliggende weke delen weefsel en osteonecrose
    Extrusie van calciumhydroxide, gebruik van paraformaldehyde, doorpersen van natriumhypochloriet.
  • Beschadiging van de nervus alveolaris inferior of de sinus maxillaris
    Extrusie van GP of sealer (met name formaldehyde bevattende of formaldehyde afgevende sealers).
  • Allergische reacties

  • Opvlamming van de ontsteking
    Opvlamming na endodontische behandeling.
    Verspreiding van bacteriën en microben via de bloedbaan.
  • Iatrogeen gewijzigde kanaalconfiguratie
    Verstopping
    Ledgevorming
    Apicale transportatie/apicale overinstrumentarium
    Perforatie
    Instrumentatiebreuk

Wat zijn risicopatiënten in de endodontologie?

  • Medisch gecompromitteerde patiënten met een verminderde afweer (niet ingestelde diabetes, immunodeficiëntie, chemotherapie)
  • Patiënten met aangeboren of verworven cardiale aandoeningen (met name eerder doorgemaakte infectieuze endocarditis en patiënten met een kunsthartklep) 

Complicaties tijdens de behandeling

  • Bij een vitaal element is het soms beter om een afgebroken vijl laten zitten in plaats van deze te verwijderen. Soms moet er gekozen worden uit weefsel opofferen (wel vijl verwijderen) of afvullen (vijl laten zitten). De aanwezigheid van een vijl in geïnfecteerd gebied geeft ook een sterk verkleinde kans van slaging van de behandeling. Daarom is het belangrijk de afweging te maken of de vijl is afgebroken in een schoon kanaal of een volledig geïnfecteerd kanaal. Dit moet worden meegenomen bij de behandelkeuze.
  • De mesiale kanalen in de ondermolaren zijn lastiger te prepareren met roterend instrumentarium. Daarom is het soms beter om het met handvijlen te prepareren. Het mesiobuccale kanaal in de onderkaak is het meest gevoelig voor vijlbreuk.
  • Kanaalantomie heeft grote invloed op breuk van een vijl. Ook metaalmoeheid kan een rol spelen.
  • Op basis van wetenschappelijke literatuur kan niet worden vastgesteld of een achtergebleven fragment van een afgebroken instrument tot een lager succespercentage leidt.
  • De belangrijkste factor voor het succespercentage is de aanwezigheid van een peri-apicale radiolucentie.

Wat doen bij een gefractureerde vijl?

  • Als u de vijl kunt bypassen dan kunt u het beste de kanaalbehandeling voltooien, dus niet trachten het fragment te verwijderen.
  • Als u de vijl niet kunt bypassen en het deel bevindt zich in apicale 1/3 dan is het verwijderen meestal niet mogelijk zonder beschadiging van de wortel.
  • Als  de vijl zich in het coronale deel bevindt en er geen rechte, spanningsvrije toegang mogelijk is, dan is verwijdering niet haalbaar. Is er wel spanningsvrije toegang mogelijk dan moet verwijdering van het fragment worden overwogen en moet er een kosten/batenanalyse gemaakt worden.

Wat weten we over de endodontische behandeling?

  • Dat iatrogene schade het slagingspercentage negatief beïnvloedt.
  • Welke factoren bijdragen aan het optreden van iatrogene schade.
  • Dat een behandelingen een voorspelbaarder resultaat heeft bij een systemische aanpak.
  • Dat ook hierbij de eerste kans de beste kans is.

Wat weten we niet over de endodontische behandeling?

  • Is de overleving lager?
  • Hoe vaak treden de verschillende complicaties op?
  • Dien je af te willen wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een iatrogeen gewijzigde anatomie te maken hebt?

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Aukje Bouwman studeerde in februari 2000 af aan de universiteit van Nijmegen. Daarna werkte zij in een algemene praktijk en vervulde diverse waarnemingen. Van 2002 tot 2005 volgde ze de MSc opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sinds het afronden van de opleiding werkt zij als tandarts-docent op de afdeling Preventieve en Curatieve tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, vooral op het gebied van de endodontologie. Daarnaast is zij parttime werkzaam in haar verwijspraktijk voor endodontologie te Nijmegen.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouwman tijdens het NVvE Congres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis
Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Dit event is voorbij!

Een praktische dagcursus door drs. Dirk Grauls en Liesbet Renckens MSc.  waarbij u zowel de theorie als technieken voor succesvolle posterior restauraties leert toe te passen. Schrijf u in voor vrijdag 13 of zaterdag 14 oktober 2017 in Leuven.

Theorie, klinische handvatten en hands-on training posterior restauraties
De docenten bieden u, naast de theoretische onderbouwing, klinische handvatten en hands-on training voor het toepassen van succesvolle posterior restauraties. Het aanbrengen van een correcte vorm en anatomie van de restauratie hebben grote invloed op de functie en levensduur van de posterieure restauratie. Tijdens deze workshop behandelen drs. Dirk Grauls en drs. Liesbet Renckens uitgebreid hoe u hierbij natuurgetrouwe resultaten bereikt. Met welke technieken krijgt u herhaaldelijk het beoogde resultaat? Tijdens deze workshop worden zowel de free -hand opbouwtechniek als de stempeltechniek behandeld met daarbij praktische tips en tricks die u zelf tijdens de cursusdag leert toepassen. Ga naar 3M.be/Create voor meer informatie.

Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. U leert door de zeer interactieve opzet van de programma’s de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen voor uw directe en indirecte behandelprocedures. De educatieve activiteiten zijn er altijd op gericht de technieken direct in de praktijk te kunnen toepassen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
toelatingsexamen tandarts

Vijftien procent slaagt voor Belgisch toelatingsexamen tandarts en arts

Vijftien procent van de 5.030 studenten die het toelatingsexamen voor (tand)arts aflegden in Brussel is geslaagd. Dit komt overeen met 752 geslaagden, zegt het Vlaamse ministerie van Onderwijs. Zij kunnen starten met de opleiding voor tandarts of arts.

Dit slagingspercentage ligt hoger dan in eerdere jaren: toen lag dit percentage op 12 en 10 procent. Afgelopen jaar was er veel kritiek op het examen waarna dit is bijgestuurd.

Nieuwe toelatingstest
In 2018 zal de toelatingstest er anders uit zien. Er komt dan een aparte test voor tandartsen en artsen. Ook zal een vast aantal studenten aan de opleiding kunnen beginnen, wat hoger ligt dan het huidige aantal geslaagden voor de test.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Wiwi Wit

Nieuw: Gouden Boekje over mondverzorging van jongs af aan

Er is een nieuw ‘Gouden Boekje’ op komst dat een goede mondverzorging van jongs af aan stimuleert. De laatste editie over mondverzorging ‘We gaan naar de tandarts’ dateert uit 1971 en kon wel een moderne opvolger gebruiken, zo vonden mondhygiënisten Yvonne Buunk-Werkhoven en Dagmar Else Slot.

Nieuwe versie
Door de tand des tijds, met alle veranderingen van dien, was de inhoud en vormgeving ingehaald. Ruim een jaar geleden namen de twee mondzorgprofessionals daarom contact op met de uitgever, en werd een auteur benaderd. Vervolgens bespraken ze het plan met de beroepsverenigingen in de mondzorg en uit deze samenwerking is de nieuwe versie van het Gouden Boekje geboren.

Wiwi Wit – het leven van een kindertand
In ‘Wiwi Wit – het leven van een kindertand’ raken kinderen van 4-8 jaar, de doelgroep waarin een optimale mondverzorging van jongs af aan dient te worden gestimuleerd, op een leuke manier vertrouwd met tandarts en mondhygiënist en wordt vooral het belang van napoetsen benadrukt.

Gepresenteerd
Het nieuwe boekje wordt op 8 september vanaf 16.00 uur gepresenteerd in de Openbare Bibliotheek in Amsterdam. Het boekje is geschreven en geïllustreerd door Marion Bloem.

Een Gouden Boekje is voor velen een ‘oude bekende’. Het eerste Nederlandse Gouden Boekje, Pietepaf, het circushondje, verscheen in 1953 bij uitgeverij De Bezige Bij. Momenteel geeft uitgeverij Rubinstein de boekjes uit. De stevige, gekartonneerde boekjes met een gouden rug en de verhaaltjes zijn voor kleuters en peuters heel makkelijk te hanteren.

Ondersteunen
De beroepsverenigingen in de mondzorg, NVM-mondhygiënisten, Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), ondersteunen het mooie initiatief. Het boekje is vanaf september 2017 via de (online) boekhandel verkrijgbaar.

Een impressie uit Wiwi Wit – Het leven van een kindertand
Tweemaal per dag poetst Marliesjes moeder
ons elektrisch.
Die grote schoonmaak verloopt soms
moeizaam en hectisch.
Om Didi van wie ik veel heb gehouden
en die opeens losging tijdens het kauwen
heb ik weken moeten rouwen.
Marlies is inmiddels al heel groot.
Op elke selfie lacht ze haar witte
volwassen tanden prachtig bloot.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Ultrasoon scalen

Ultrasoon scalen van titanium implantaten kan peri-implantitis verergeren

Uit recentelijk onderzoek blijkt dat het ultrasoon scalen van implantaten peri-implantitis kan verergeren.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in Tel Aviv door dr. Eger en collega’s. Het voornaamste doel van het onderzoek was om vast te stellen of het ultrasoon scalen van tandimplantaten zorgt voor de vrijlating van titanium deeltjes die ontstekingen veroorzaken. Ze keken hierbij naar verschillen in effecten bij verschillende oppervlaktes van implantaten waaronder bewerkte, gezandstraalde en zuur-geëtste implantaten. Volgens de onderzoekers is dit de eerste studie die onderzoek heeft gedaan naar potentiele biologische consequenties van (ultrasoon) scalen van implantaten.

Effecten van schalen
De onderzoekers vonden dat het schalen van implantaten in alle gevallen de vrijlating van titanium deeltjes aanwakkerde, wat op zijn beurt weer ontstekingen stimuleerde. Met deze resultaten is de hypothese dat ultrasonoor-geproduceerde deeltjes een sterke en osteolytische reactie teweegbrengen bevestigd, zo concludeerde dr Eger in Scientific Reports. Deze resultaten benadrukken het belang van een duidelijk protocol voor de behandeling van implantaten wegens de mogelijk negatieve gevolgen hiervan.

Limitatie
Het onderzoek is alleen gebaseerd op de korte termijneffecten van het schalen omdat de lange termijneffecten nog onduidelijk zijn. Echter zijn de resultaten van grote significantie wat het volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk maakt dat de effecten op lange termijn anders zullen zijn.

Bron:
Nature

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
JCI Joint Commision International

Radboudumc ontvangt internationaal keurmerk JCI voor kwaliteit en veiligheid

Het Radboudumc heeft het JCI-keurmerk ontvangen voor de kwaliteit en veiligheid van haar patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs van de toonaangevende Joint Commission International (JCI). Het Radboudumc is op 1.400 onderdelen getoetst, waarvan er slechts 8 niet behaald zijn.

Eerste tandheelkundige faculteit in Europa
“Wij zijn bijzonder trots op het verkrijgen van het JCI-keurmerk dat is toegekend aan het Radboudumc. Het betekent namelijk dat onze afdeling de eerste tandheelkundige faculteit in Europa is met het JCI-keurmerk”, zegt Rob Barnasconi, Afdelingshoofd Tandheelkunde bij het Radboudumc.

Onderzoek
Tijdens het onderzoek bezochten vijf auditoren gedurende een week verschillende afdelingen in het Radboudumc, waar de medewerkers konden laten zien dat zij op een uniforme en veilige manier werken. De auditoren wilden zien of het beleid op orde is en vooral of dit in de praktijk wordt toegepast. Zij volgden hiervoor de ‘reis’ die de patiënt in het Radboudumc maakt; van de eerste afspraak tot aan de na-controle. Hierbij werden medewerkers bevraagd op hun kennis en toepassing van het beleid. Patiënten werden gevraagd hoe zij de zorg ervaren. Deze patiënten waren erg positief over het Radboudumc, men gaf aan goed voorgelicht te zijn en geen zaken te kunnen noemen die kunnen verbeteren.

In totaal werden er 1400 onderdelen getoetst, waarvan er slechts 8 niet gehaald zijn en waarop direct verbeteracties worden ingezet. Op de thema’s toegang tot zorg & ketenzorg; rechten van patiënten & familie; bestuur, leiderschap & toezicht, en mensgebonden wetenschappelijk onderzoek behaalde het Radboudumc een 100% score. Prof. dr. Paul Smits, waarnemend voorzitter Radboudumc: ‘We zijn ongelooflijk trots op dit behaalde resultaat. Onze medewerkers hebben de afgelopen twee jaar ontzettend veel werk verzet om goed voorbereid te zijn op deze audit. We willen alle betrokkenen daar ontzettend voor bedanken.’

Over de JCI-accreditatie
Zorginstellingen moeten van de Inspectie voor Gezondheidszorg voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van kwaliteit en veiligheid en daarop worden zij getoetst. Het Radboudumc heeft gekozen voor de accreditatiemethode van JCI, omdat het een hoog aangeschreven internationale standaard is, omdat die uitgaat van de dagelijkse praktijk én kijkt naar ons werk door de bril van de patiënt. Dat sluit aan bij onze visie op persoonsgerichte zorg.

JCI is oorspronkelijk een Amerikaanse non-profitorganisatie die in 1994 is opgericht om wereldwijd de kwaliteit, veiligheid en efficiëntie in de gezondheidszorg te verbeteren. Zij toetst de zorg op basis van meer dan duizend patiëntgerichte normen. Zij kijkt niet alleen naar de directe patiëntenzorg, maar ook naar bijvoorbeeld ondersteunende disciplines die sterk bijdragen aan de kwaliteit en veiligheid van die zorg. Dan kun je denken aan de bereiding van maaltijden, de schoonmaak en de (brand)veiligheid. Daarnaast toetst JCI  of wij aantoonbaar werken aan continue verbetering van de patiëntenzorg.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Fellowship Symposium met partners uit 21 landen

Fellowship Symposium met partners uit 21 landen

“Ik heb een fijne tijd gehad met collega’s en vrienden”, “Bedankt voor de geweldige en inspirerende ervaringen”, “Een van de belangrijkste dagen van mijn leven” of “Hier kom ik altijd weer graag naartoe” – een greep uit de conclusies van 40 tandartsen die in de bedrijfscentrale van VOCO bijeenkwamen voor het vierdaagse ‘International Fellowship Symposium’.

Vanuit alle windstreken
Sommigen namen daarvoor ook graag een zeer verre reis op de koop toe. Tenslotte komen niet elke dag tandartsen vanuit Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en zelfs Australië samen om voordrachten te houden, met collega’s van gedachten te wisselen of eens een persoonlijk gesprek te hebben met de ‘dentalisten’ van VOCO.

 Programma
Al meteen bij het begin van de eerste dag van het evenement stond een heel bijzonder programmapunt op de agenda, want na het welkomstwoord van zaakvoerder Olaf Sauerbier nam Prof. Dr. Richard Price het woord. De Canadees leidt aan de ‘Dalhousie University’ in Halifax de afdelingen ‘Tandheelkundige wetenschappen’ en ‘Biomedische techniek’. Daar onderzoekt hij in zijn laboratorium de duurzaamheid van composietvullingen bij laterale elementen, de lichtintensiteit van tandheelkundige polymerisatielampen en de voordelen van een snelle ten opzichte van een langzame lichtuitharding bij tandrestauraties. In zijn voordracht ‘De waarde van een goede polymerisatielamp’ stelde hij enkele van zijn resultaten aan de deelnemers van het symposium voor.

Een grote verscheidenheid aan thema’s
Aansluitend wisselden de voordrachtgevers op het podium elkaar om het kwartier af. Ze presenteerden een grote verscheidenheid aan thema’s, onder andere met voordrachten zoals ‘Esthetische eigenschappen van Admira Fusion’, ‘Composietworkflow in de dagelijkse praktijk’, ‘Fissuurverzegeling’, ‘Het gebruik van gebundelde glasvezelversterkte wortelstiften’ of ‘Siliconenmaterialen voor beetregistraten’. Wie niet net zelf op het podium stond om zijn voordracht te houden, haalde zijn smartphone of camera tevoorschijn om informatie op beeld vast te leggen.

Toch hielden niet alleen de toegereisde tandartsen vaklezingen, maar ook de directeur Onderzoek en Ontwikkeling van VOCO, Prof. Dr. Reinhard Maletz. Met de Grandio blocs stelde hij de jongste resultaten van het composietonderzoek voor de CAD/CAM-technologie aan de gasten voor. De collega’s bespraken dit en de vele andere tandheelkundige thema’s niet alleen na de voordrachten, maar maakten van hun pauzes ook gebruik om met elkaar van gedachten te wisselen.

Na de intensieve dagen van het evenement met een heleboel voordrachten sloten de tandartsen hun verblijf in Duitsland af met een gezamenlijke uitstap naar Hamburg.

International Fellowship Symposium

Op het ‘International Fellowship Symposium’, georganiseerd door de afdeling Kenniscommunicatie, kwamen 40 tandartsen samen.

International Fellowship SymposiumInternational Fellowship Symposium

 

 

 

 

 

 

Ook als was het programma niet voor de poes, voor, tijdens en na de voordrachten heerste er een goede sfeer onder de deelnemers van het symposium. Wie wilde, kon tijdens de pauze niet alleen met collega’s praten, maar ook advies over bepaalde producten inwinnen.

Fabrikant
VOCO GmbH
Anton-Flettner-Strasse 1-3
27472 Cuxhaven
Duitsland
I www.voco.com
E info@voco.com

Lees meer over: Kennis, Scholing
wortelkanaalvulling

Wat weten we over wortelkanaalvulling en slagingspercentages?

Het doel van een wortelkanaalvulling is het voorkomen van lekkage en het insluiten van achtergebleven bacteriën. De volgende factoren zijn gerelateerd aan een hoger slagingspercentage:

– De kanalen moeten compact gevuld zijn, er mogen geen ‘gaten’ aanwezig zijn in de wortelkanaalvulling.
– Vullen voorbij de restrictie maakt een goede apicale afsluiting onzeker. Een beetje doorgeperste sealer kan daarentegen geen kwaad.
– Een goede coronale afsluiting is vereist om lekkage te voorkomen.

Wat weten we over wortelkanaalvullingen?

  • Vultechnieken
    Er zijn veel verschillende vultechnieken. Er is echter nooit aangetoond dat de ene vultechniek beter is dan de andere.
  • Guttaperchastift
    Voordat de guttaperchastift geplaatst wordt moet er gecontroleerd worden of de guttaperchastift apicaal goed vastzit om doorpersen van het vulmateriaal te voorkomen.
  • Locatie van sealer
    Bij voorkeur bevindt de sealer zich tussen de guttapercha en dentinewand omdat sealer zich hecht aan dentine en guttapercha doet dat niet. Bij warme vultechnieken is de kans groter dat de guttapercha zich mengt met de sealer en hierdoor kan een goede hechting aan dentine niet gegarandeerd worden.
  • Dynamische stabiele sealer
    Het is aan te raden om een dynamische stabiele sealer te gebruiken (bijvoorbeeld AH26).
  • Coronale afsluiting
    Uit onderzoek blijkt dat bij een coronale afsluiting (adhesieve plug) van de guttapercha er minder periapicale onsteking optreedt. Voorheen werd hier vaak vitrebond voor gebruikt, tegenwoordig heeft SDR de voorkeur omdat de kans op luchtbellen minder groot is.

 Kasper Veenstra, tandarts, Centrum voor Mondzorgkunde,  UMCG

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Kasper Veenstra tijdens de cursus Endodontologie van het Wenckebach instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Mandibularesectie

Mandibularesectie en reconstructie

Maligniteiten zijn de meest voorkomende aanleiding voor resectie van de mandibula. Onderscheid is te maken tussen een marginale en een segmentale resectie.

In deze voordracht werden de voor- en nadelen van deze resecties uiteengezet en werd vervolgens ingegaan op de reconstructiemogelijkheden van de mandibula en de dentale rehabilitatie.

Mandibularesectie
Een resectie kan marginaal of segmentaal zijn.

Kenmerken van een marginale resectie

  • De onderrand van de mandibula blijft intact
  • Behoud van sensibiliteit
  • Spieraanhechting blijft intact
  • Geen scheefstand van de kaak
  • Eenvoudige reconstructie van het defect

 Kenmerken van een segmentale resectie

  • Onderbreking van de onderrand van de mandibula
  • Verlies van sensibiliteit
  • Functionele, esthetische en psychosociale problemen
  • Complexe reconstructie

Type resectie
De keuze voor de type resectie de je uitvoert, is afhankelijk van:

  • De uitgebreidheid van de tumor
  • De diepte van de merginvasie

Wanneer het tumorweefsel zich in het merg bevindt, moet radicale behandeling overwogen worden omdat dit weefsel losmazig is en uitbereiding van de tumor daardoor enorm snel kan gaan

  • De hoeveelheid van de onderrand van de mandibula die je overhoudt na een adequate resectie

Aanbevolen wordt minimaal 1 cm van de onderrand weg te blijven omdat anders de kans op breuk vergroot wordt.

Voor een goede reconstructie is het behoud van de onderrand van de mandibula het prettigste omdat je te maken hebt met trek- en duwkrachten op de onderkaak en schroeven en platen door deze krachten kunnen breken of losraken.

Voor een marginale resectie kan een intra-orale chirurgische benadering gekozen worden, voor een segmentale resectie moet vaak een extra-orale (submandibulaire) benadering gekozen worden.

Mandibulareconstructie en dentale rehabilitatie

Doelen van reconstructie zijn:

  • Anatomische reconstructie
  • Voldoende hoogte van neomandibula
  • Adequate spieraanhechting
  • Mogelijkheid tot implantaatplaatsing
  • Herstel van sensibiliteit

Geen enkele reconstructiemethode voldoet echter aan alle deze doelen.

Reconstructiemogelijkheden van de mandibula

  • Platen en schroeven
  • Vrij bottransplantaat
  • Gesteeld bottransplantaat
  • Botpartikels
  • Vrij gevasculariseerde fibulatransplantaat

Dit is de gouden standaard bij mandibulareconstructie.

Een duidelijk filmpje hierover is te vinden op www.behandelingbegrepen.nl, dit kan ook heel goed gebruikt worden om patiënten uit te leggen wat er tijdens de operatie zal gebeuren.

Het succes van de behandeling is vooral afhankelijk van het type reconstructie dat uitgevoerd wordt en van de manier van reconstructie (een vrij gevasculariseerd transplantaat geeft betere resultaten dan een niet gevasculariseerd transplantaat). Het aantal complicaties is hoog; bij vroege complicaties is osteosynthese materiaal vaak niet betrokken, bij late complicaties wel. Hernieuwde chirurgie is bij complicaties vaak nodig.

Uiteindelijk wordt geregeld gezien dat dentale rehabilitatie niet het einddoel is. Patiënten zijn vaak al blij dat de resectie en reconstructie achter de rug zijn en geven dan soms aan dat er geen wens meer is voor dentale rehabilitatie.

Wanneer er wel dentale rehabilitatie gewenst is, kan de tandarts-MFP de mogelijkheden hiervoor onderzoeken en de behandeling uitvoeren.

Drs. J. van Gemert studeerde Tandheelkunde, Geneeskunde en Mondziekten, Kaak- en aangezichtschirurgie en is Staflid Mondziekten, Kaak-, en Aangezichtschirurgie in het
Amphia ziekenhuis Breda en het UMC Utrecht. Hij heeft diverse artikelen gepubliceerd en werkt momenteel aan zijn promotieonderzoek: Mandibulareconstructie na continuïteitsresectie en diagnostiek naar de uitgebreidheid van botinvasie in de mandibula door plaveiselcelcarcinoom. Ook is hij bestuurslid bij de KNMT regio Zuid West Nederland.

Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van drs. J. van Gemert tijdens het jaarcongres ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
MatriXmethode Insituut

Training: Een patiënt zonder angst maakt je werk efficiënter

Dit event is voorbij

Ook patiënten met angsten willen een gaaf gebit. In een praktische 3 daagse training leer je hoe jij ze snel en duurzaam van hun angst af kunt helpen zodat je ze zonder stress gaat behandelen.

Gegevens

Naam training: Afrekenen met angst, trauma en PTSS

Data periode 1:
Dinsdag 3 oktober 2017
Woensdag 4 oktober 2017
Dinsdag 10 oktober 2017

of

Data periode 2:
Woensdag 15 november 2017
Donderdag 16 november 2017
Woensdag 22 november 2017

 

Organisator
MatriXmethode Instituut

Locatie
Hotel en conferentiecentrum 50/50 Belmont
Goorsteeg 66,
6718 TB Ede

Geaccrediteerd bij KRM
ID nr. 276530 met 21 PE punten

Omschrijving
Meer dan 800.000 mensen in Nederland hebben last van tandartsangst. Deze mensen komen niet naar je praktijk en hun gebitten krijgen niet de zorg die ze nodig hebben.
Ook jij als mondhygiënist hebt daar last van. Herken je dat dat op het laatste moment afspraken nog worden afgezegd met onduidelijke redenen?
Of de patiënt is wel zo moedig om naar je toe te komen en de behandeling verloopt minder soepel dan je had verwacht omdat hij/zij een paniekaanval krijgt?
Het kost veel tijd.
Bekende en reguliere hulp helpt de patiënt wennen aan de situatie of er wordt zelfs een narcose gegeven. Dat kost vaak veel tijd en geeft geen garantie dat de patiënt ook werkelijk, een volgende keer, wel geholpen wil en kan worden.
Wordt het echt tijd voor een andere aanpak die wel werkt en je werk efficiënter maakt?

Leer een gesprekstechniek die je zult inzetten bij angstpatiënten. En die snel en duurzaam werkt.

Hoe werkt het?
Een patiënt met angst kan last hebben van eerdere ervaringen die niet goed zijn verlopen of op zien tegen een toekomstige behandeling. Dat zijn allemaal scenario’s in het eigen hoofd. Eigen ervaringen, eigen angsten in het eigen hoofd, het eigen brein. Zolang die een rol blijven spelen blijft de angst.

Die eigen angst is een eigen beleving en dus alleen door de persoon zelf op te lossen.
Jij stelt vragen en de patiënt lost de eigen angst op door de lading van de ervaringen af te halen. De eigen plaatjes, de geluiden, het gevoel, de geur, de smaak en de gedachtes die daar een rol in spelen.
Jij leert een gesprekstechniek waarmee vele patiënten voorgoed van hun angsten, die ze aanpakken, verlost zullen zijn.

Je wordt 3 dagen praktisch getraind en leert het stellen van de MatriXvragen.
De patiënt vertelt niets over de inhoud en ontlaadt zelf de fragmenten die een rol spelen bij de specifieke angst waar ze last van hebben. Een belengrijk voordeel is dat de persoon niets verteld over het nare fragment zodat jij niet belast wordt met het hele verhaal en dat spaart ook tijd. Daarna gaan ze zonder stress de stoel in en kun jij je behandeling inzetten voor een schoon gebit.
Gaten in je praktijkagenda zijn verleden tijd en jouw patiënten zullen je dankbaar zijn!

De MatriXmethode van Ingrid Stoop® is een praktische, snelle, krachtige en duurzame gesprekstechniek. Het is een manier van vragen stellen waarmee je patiënten helpt om zelf de oplossing voor hun mentale probleem te vinden en in te zetten. De methode wordt als extra tool ingezet om de eigen manier van werken van professionals te versterken. De MatriXmethode gaat niet in op de inhoud van een mentaal probleem of angst maar juist op de beleving van de fragmenten. Hierdoor hoeft de professional het ‘verhaal’ niet te horen, blijft objectief en richt zich volledig op het stellen van de juiste MatriXvragen. Dit levert snel (binnen 15 minuten) blijvend resultaat, bespaart tijd en waarborgt de privacy van de patiënt.

Op YouTube zijn meerdere video’s met behandelingen te zien; zoekwoorden MatriXmethode en angst. Een specifiek voorbeeld over tandartsangst zie je hier.

Leerdoelen

  • Je leert vragen te stellen om de strategie te ontdekken die gebruikt wordt bij de specifieke angstbeleving, de fragmenten die een rol spelen, van die persoon.
  • Je leert hoe je je aandacht op de beleving van het probleem richt in plaats van de inhoud van het probleem.
  • Je leert hoe je mensen eigen oplossingen voor eigen problemen laat ontdekken en inzetten,
  • Je ontdekt hoe je negatieve ervaringen laat ontkrachten en positieve ervaringen bekrachtigen.
  • Je ontdekt welke strategie je – onbewust – zelf gebruikt om informatie en ervaringen op te slaan en te verwerken en hoe je deze kunt ontladen en vervangen.

Werkvorm

Dagdelen 1 t/m 5:

De training is interactief en praktisch.
De theorie wordt gegeven en de deelnemers oefenen veel met elkaar. In rollenspellen om de techniek ‘eigen’ te maken en ook worden eventueel eigen angsten ingezet om het zelf te ervaren hoe deze MatriXmethode gesprekstechniek werkt.
In twee en drietallen. Na iedere oefening geven de deelnemers elkaar sandwichfeedback: wat ging goed, wat ging minder goed en wat zijn de verbeterpunten.
De trainer begeleidt de processen.

Voor deze training, open inschrijving, kunnen professionals uit de zorg, hulpverlening, bedrijven en organisaties zich aanmelden. Zij hebben allen HBO werk/denkniveau en hebben als doel mensen te behandelen die last hebben van angsten, trauma’s en PTSS.

Dagdeel 6:
Voor de Masterproof zorg je voor 2 personen die van hun angst of trauma af willen.
Deze persoon behandel je niet zelf, dat doet een collega van de training die de persoon niet kent. Jij coacht dus ook iemand die je niet kent. Dat kan bijvoorbeeld een collega van je werk zijn, die dan meteen ervaart wat jij geleerd hebt en gaat inzetten bij angstpatiënten.
Je behandelt dus 2 personen. Iedere persoon 45 minuten op de hulpvraag, de enkelvoudige angst of een traumatische ervaring, die ze inbrengen.

Je ontvangt feedback van de trainer.

Docenten
De deelnemers worden getraind door Ingrid Stoop, pionier, bedenker en ontwikkelaar van de MatriXmethode of een door haar persoonlijk opgeleide trainer.

Meer informatie
Ons digibook voor de zorg
De film over tandartsangst

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Restaureren2018

Congres: Restaureren2018

Dit event is voorbij!

Tijdens Restaureren2018 leggen de sprekers uit hoe zij te werk gaan in hun praktijk. Of het nu gaat om het restaureren van natuurlijke elementen met composiet, partieel porselein, facings, keramiek of de keuze voor een brug of een implantaat om een missend element te vervangen.

Zeven lezingen
Restaureren is meer dan alleen het maken van restauraties. Restaureren is wikken en wegen, plannen, ontwerpen, overleggen en vervolgens uitvoeren. Want alleen dan kan een mooi, goed en duurzaam resultaat worden behaald.
De zeven lezingen tijdens RESTAUREREN2018 hebben een duidelijke structuur:
– Indicatiestelling
– Behandelplanning van de restauratie
– Hoe gaan we de restauratie aanpakken?
– Hoe voeren we de restauratie uit?

Marco Gresnigt, Sjoerd Smeekens, Martijn Moolenaar en Javier Tapia Guadix (Madrid) hebben een boeiend en praktijkgericht congresprogramma voor u samengesteld. Of het nu gaat om het restaureren van natuurlijke elementen met composiet, partieel porselein, facings, keramiek of de keuze voor een brug of een implantaat om een missend element te vervangen, zij leggen u tijdens het congres RESTAUREREN2018 stapsgewijs uit hoe zij te werk gaan in hun praktijk.

Weefselbesparing
Bij omvangrijk weefselverlies door cariës, fracturen of slijtage werd in het verleden al snel voor een volledige kroon gekozen. De hedendaagse mogelijkheden om meer weefselbesparend te werk te gaan zijn echter legio. Directe composietrestauraties of partiële indirecte restauraties met verschillende technieken en materialen worden nu het meest toegepast. Vier van de beste practici en meest vooruitstrevende sprekers op het restauratieve vakgebied vertellen u tijdens dit congres over de huidige technieken en materialen voor het herstel van functie en esthetiek.

Levensduur
Van welk type restauratie mag u welke levensduur verwachten? Wat zijn mogelijke risico’s? Wat zijn patiëntgebonden factoren waarmee u rekening moet houden? Kiest u voor een indirecte of een directe restauratie? Een brug of een implantaat? En hoe vervaardigt u die dan? Dit congresprogramma maakt heel duidelijk dat de juiste behandelplanning, materiaalkeuze en klinische uitvoering onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Deelname
Deelname aan RESTAUREREN2018 helpt u bij het maken van lastige keuzes voor uw patiënt. Met het goed doordachte congresprogramma brengen de vier sprekers uw kennis weer helemaal up-to-date.

Mis deze dag niet, een dag waarop Marco Gresnigt, Sjoerd Smeekens, Martijn Moolenaar en Javier Tapia Guadix voor de eerste keer met elkaar een congresprogramma hebben samengesteld. Kom naar de RAI Amsterdam op 2 februari 2018.

Meer informatie Restaureren2018

Lees meer over: Kennis, Scholing
orthodontist - Beugel

3.000 euro boete inspectie bij verkeerd titelgebruik orthodontist

Nieuwsuur besteedde op 22 juni aandacht aan verkeerd gebruik van de titel orthodontist door tandartsen. “Bij de eerste overtreding geven wij gelijk een boete van rond de 3.000 euro”, zegt IGZ hoofdinspecteur Hans Schoo in een video op de website van Nieuwsuur.

Boete van rond 3.000 euro
De website het programma toont een video waarin Schroo zegt: “De verschillende tandartsengroeperingen hebben afgesproken dat ze niet meer de titels gaan gebruiken. Dat hebben ze op 31 januari besloten. We hebben ze tot 1 juli de tijd gegeven om dat ook daadwerkelijk op hun website aan te passen. Als we daarna meldingen krijgen van patiënten dat dat niet aangepast is, dan gaan wij kijken. En bij de eerste overtreding geven wij gelijk een boete van rond de 3.000 euro.” En als ze volhouden? “Dan krijgen ze nog een keer een boete en dan een dubbel bedrag, dus ruim 6.000 euro. En als ze echt volhouden dan gaan we aangifte doen bij het openbaar ministerie.”

Bekijk de uitzending van Nieuwsuur
Fragment begint bij 26:67 uur

Tandarts voor orthodontie
Eind januari besloten de beroepsverenigingen ANT, KMT, de Nederlandse Vereniging van Orthodontisten en de Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici dat tandartsen die zich hebben verdiept in beugelbehandelingen zich voortaan ‘tandarts voor orthodontie’ mogen noemen. Hierbij zullen titels als beugelspecialist, tandarts-orthodontist en orthodontoloog in het verleden worden gelaten.

Steekproef consumentenbond
De consumentenbond maakte in maart van dit jaar de resultaten van een steekproef bekend. Hieruit bleek dat het aantal praktijken dat de naam van orthodontist onterecht draagt ruim 50 bedroeg.  Volgens Nieuwsuur zou nieuw onderzoek van de Consumentenbond aangeven dat 64 tandartsen zich nog steeds orthodontist noemen.

Video
Peter Lamark, voorzitter van de OVAP (Orthodontistische Vereniging van Algemeen Practici), wilde geen toelichting geven aan Nieuwsuur. “De gevoeligheid en nuances over dit onderwerp kunnen ons inziens niet in een kort interview of nieuwsitem voor het publiek duidelijk worden gemaakt”, liet hij aan het nieuwsprogramma weten. “Wij laten binnenkort zelf een film maken.” Op de OVAP-website kunnen consumenten een uitleg vinden over het verschil tussen een tandarts en orthodontist.

Bron:
Nieuwsuur

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Orthodontie voorlichtingstour

Orthodontie-voorlichtingstour in Den Haag

Vandaag startte de ‘De Krocky Tour’, een orthodontie-voorlichtingstour op internationale basisscholen in Den Haag.
De tour is een initiatief van orthodontistenpraktijk Smile Designer Den Haag.

Krocky Tour
De basisschoolleerlingen van de Internationale School in Kijkduin luisterde aandachtig naar alle do’s en don’ts rondom hun gebit. Ook was er ruimte voor vragen en kregen alle leerlingen na afloop een gebitsonderhoudpakket. Het uiteindelijke doel is de kinderen handvatten te bieden om te voorkomen dat ze later een beugel nodig hebben. De naam ‘Krocky Tour’ is afkomstig van de Duitse cartoon ‘Krocky de krokodil’, die in Duitsland het boegbeeld is van gebitsonderhoud-voorlichting op de basisschool. Smile Designer Den Haag brengt de Krocky-bus van Duitsland naar hier en toert daarmee van 26 t/m 30 juni langs langs vijf internationale basisscholen in Den Haag.

Het belang van orthodontie-voorlichting
Dr. Christina von Massow, initiatiefnemer en eigenaar orthodontistenpraktijk Smile Designer Den Haag, onderstreept het belang van de voorlichtingstour: “De voorlichtingstour is in het leven geroepen door Duitse Professor Hinz. Hij ondervond dat de meeste kinderen, die een beugel nodig hebben, tot op latere leeftijd duimen. Dit bracht de Duitse orthodontisten vereniging op het idee om kinderen te informeren over hoe je kan voorkomen dat je een beugel nodig hebt. In mijn praktijk in Den Haag merkte ik dat jonge kinderen vaak niet goed weten hoe zij zelf hun gebit goed moeten onderhouden, vandaar het idee om deze tour naar Nederland te halen en kinderen op een speelse wijze te informeren!” aldus Christina von Massow.

Programma ‘Krocky Tour’

  • Maandag 26 juni: 10:00 – 14:00 bij de Internationale School
    Adres: Wijndaelerduin, Kijkduin
  • Dinsdag 27 juni: 09:00 – 12:30 bij de British School
    Adres: Diamanthors 16, Den Haag
  • Woensdag 28 juni: 09:00 – 12:30 bij de British School
    Adres: Vlaskamp 19, Den Haag
  • Donderdag 29 juni: 08:00 – 12.30 bij de Duitse School
    Adres: Van Bleiswijkstraat 125, Den Haag
  • Vrijdag 30 juni: 09:00 – 14.30 bij de British School
    Adres: Vrouw Avenweg 640, Den Haag

orthodontie voorlichtings tour

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Front implantaat

Tijdelijke kronen bij front implantaten

In het front is er een belangrijke extra component: de esthetiek, en dan voornamelijk van de weke delen. Deze zijn manipuleerbaar. Hiervoor worden eerst individuele verschroefde tijdelijke kronen gemaakt. Deze worden met de hand afgewerkt en de vormgeving zorgt voor de juiste ondersteuning van de papillen en het sturen van de buccale outline.

Verslag van de lezing van Alwin van Daelen, restauratief tandarts, tijdens de workshop Implantologie, de bovenbouw.

Implantaatmerk achterhalen
Op de website What implant is that kunt u het implantaatmerk achterhalen aan de hand van de vorm en het schroefdraad. Het is aan te raden om een A-merk implantaat te gebruiken, zodat er altijd continuïteit is en niet ineens onderdelen niet meer te bestellen zijn.

Mal met tijdelijke kroon
Het tijdelijke abutment wordt aangepast aan de occlusie. Van te voren is een malletje gemaakt met daarin de vorm van de tijdelijke kroon. Het tijdelijke abutment wordt geplaatst: er wordt een pinnetje in het schroefgat geplaatst om dit vrij te houden. Het malletje wordt gevuld met composiet en geplaatst over het tijdelijke abutment. Er zit een uitsparing in het malletje waardoor het pinnetje naar buiten kan. Na uitharden van het composiet kan het pinnetje verwijderd worden en het tijdelijk abutment losgedraaid worden. Deze kroon wordt buiten de mond verder afgewerkt. Met flowable composiet wordt de kraag gemaakt richting het tijdelijke abutment.

Let op:

  • Approximaal wordt de kroon anatomische vormgegeven om de contactpunten te sturen en de papillen te begeleiden naar de natuurlijke vorm.
  • Buccaal wordt de kroon niet anatomisch voorgegeven, omdat je hier geen druk wilt op het weefsel. Buccaal wordt daarom ondergecontoureerd. Dit stimuleert de groei van soft tissue.

Zachte weefsel
Een natuurlijk front element heeft een bepaalde vorm. Deze vorm moet teruggebracht worden in het soft tissue. Het duurt ongeveer drie maanden om het zachte weefsel optimaal vorm te geven. Van Daelen wacht altijd iets langer, omdat er nog iets meer vormveranderingen op kunnen treden. De meeste treden op in de eerste 6 maanden.

Afdrukken weke delen
Voor het afdrukken van de weke delen moet de afdrukstift geïndividualiseerd worden. Deze wordt gezandstraald, geplaatst en omspoten met composiet. Zo brengt u het emergence profile over in de afdrukstift. Een andere mogelijkheid is om de tijdelijke kroon op een lab analoog te zetten en in een blokje putty te duwen. De putty heeft nu de vorm van de tijdelijke kroon. Hierin kan de afdrukstift geplaatst worden en omspoten met composiet. Dit is betrouwbaarder, omdat in de mond de zachte weefsels meteen inklappen.

Na het maken van de afdruk, gaat de patiënt vaak naar de tandtechnieker voor het individueel opbakken. Hierbij beslist de patiënt zelf mee hoe de kroon uiteindelijke gemaakt wordt. Het plaatsen gaat dan heel snel.

Hoe stabiel is de situatie in het front? Zolang het bot blijft zitten, blijft de soft tissue ook zitten.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Alwin van Daelen tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
De interprofessionele mondhygiënist

De interprofessionele mondhygiënist: samenwerking met andere professies en professionals

“Mondhygiënisten moeten T-shaped professionals worden die interprofessioneel samenwerken met andere professies en professionals. Zo wordt integraal vanuit verschillende vakgebieden naar een probleem gekeken en gezamenlijk een diagnose en een aanpak opgesteld.” Verslag van de lezing van Wieke van Boxtel over interprofessioneel samenwerken.

Wieke van Boxtel sprak tijdens het mini-symposium De interprofessionele mondhygiënist. Haar passie voor interprofessioneel samenwerken kwam naar voren toen zij de interprofessionele master Health Professions Education volgde in Maastricht. Nu probeert zij dit binnen de op de kaart te zetten als Themaleider Interprofessioneel samenwerken voor gezondheidszorgopleidingen.

Definitie interprofessioneel samenwerken
Interprofessionaliteit analyseert, synthetiseert en harmoniseert de relaties tussen de disciplines in een gecoördineerd en coherent geheel. Er is sprake van interprofessionele samenwerking als men in samenspraak en gedeelde verantwoordelijkheid een gemeenschappelijke visie en een doelgerichte aanpak ontwikkelt zodat de burger goede zorg ontvangt.

Op het moment dat dit gebeurt wordt de zorg optimaal op elkaar afgestemd doordat zorgprofessionals kennis hebben van elkaars expertise. Ook zullen zij regelmatig bijeenkomsten hebben waarin informatie, ideeën en aanbevelingen worden uitgewisseld en er ruimte is voor feedback. De samenwerking zal succesvol verlopen door wederkerigheidspatronen. De focus van de samenwerking ligt dan ook op het duurzaam stimuleren van gezondheid en welbevinden, waarbij de burger veerkrachtig kan zijn en zijn eigen regie kan voeren. De burger, de gezondheid, de zorgcontext en samenwerken zijn vier onderdelen die bij interprofessioneel samenwerken centraal staan.

Burger
Dat de patiënt centraal staat is een uitspraak die veel wordt gehoord, en ook zeker uitgevoerd zou moeten worden. De patiënt hoeft echter niet per sé patiënt te zijn, aangezien iemand niet per sé ziek hoeft te zijn om een hulpvraag te hebben. Daarom gaan we bij interprofessioneel werken uit van de burger in plaats van de patiënt.

Maar, kan de burger eigenlijk wel de eigen regie dragen? Er zal hulp nodig zijn om zaken in het juiste perspectief te zetten, om zo uiteindelijk mee te kunnen beslissen in het zorg- en behandelplan. Daarvoor is een goede relatie met de zorgverlener vereist. Dit wordt shared decision making genoemd.

Ten eerste is het noodzakelijk om te weten hoe de burger in zijn algemeenheid tegen deze zaak aankijkt – wat willen ze en hoe kunnen zij functioneren en participeren in de zorg. We moeten met de burger bespreken wat er mogelijk is en hoe we verder gaan. Deze vorm van samenwerken wordt niet zomaar gefinancierd door de zorgverzekeraar. En toch zegt men dat dit de toekomst is naar kostenbewuste zorg. Zorgen dat dit dan ook vergoed wordt vanuit verzekeringen is nog een zaak waar hard aan gewerkt moet worden. Veel burgers wensen preventieve zorg, wat iets is wat beter vergoed zou moeten worden. Daarnaast moet er met interprofessioneel samenwerken rekening mee worden gehouden dat onze burger zich overal in de maatschappij bevindt en wij als zorgprofessionals naar buiten moeten uit onze praktijken.

Gezondheid
Bij interprofessioneel samenwerken gaan we uit van de nieuwe definitie van gezondheid zoals Huber (2011) deze heeft gesteld: het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen. Gezond zijn betekent zich kunnen aanpassen aan verstoringen, veerkracht hebben, een balans weten te handhaven of zich zowel lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk te hervinden.

Deze definitie betekent dat het hele spectrum van gezondheid veel breder wordt genomen dan voorheen werd gedaan, waarbij interprofessioneel samenwerken noodzakelijk wordt. Er komen veel meer facetten bij en alle punten moeten in acht worden genomen. Hiervoor moet hulp worden ingeschakeld – partners hebben de kennis die jij misschien mist en andersom.

Gezondheid scoringsinstrument van Huber (2016)
Met een scoringsinstrument kan in een web uiteen worden gezet hoe het precies gaat met die specifieke burger. Daarbij wordt als volgt in kaart gebracht:

Gezondheid scoringsinstrument van Huber (2016)

Vergrote versie: Gezondheid scoringsinstrument van Huber (2016)

Lichaamsfuncties

  • Medische feiten
  • Medische waarnemingen
  • Ervaren gezondheid
  • Lichamelijk functioneren
  • Klachten en pijn
  • Energie

Mentaal welbevinden

  • Cognitief functioneren
  • Emotionele toestand
  • Eigenwaarde en zelfrespect
  • Gevoel controle te hebben
  • Manage-ability
  • Zelfmanagement en eigen regie
  • Veerkracht, ‘resilience’
  • Je situatie begrijpen, ‘comprehensibility’

Zingeving

  • Zingeving, ‘meaningfulness’
  • Doelen of doelen nastreven
  • Toekomstperspectief
  • Acceptatie

Kwaliteit van leven

  • Kwaliteit van leven, wel bevinden
  • Geluk beleven
  • Genieten
  • Ervaren gezondheid
  • Lekker in je vel zitten
  • Levenslust
  • Balans

Sociaal maatschappelijk participeren

  • Sociale en communicatieve vaardigheden
  • Sociale contacten
  • Betekenisvolle relaties
  • Geaccepteerd worden
  • Maatschappelijk betrokkenheid
  • Betekenisvol werk

Dagelijks functioneren

  • Basis algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)
  • Instrumentele ADL
  • Werkvermogen
  • Gezondheidsvaardigheden

Zorgcontext
De zorgcontext kent geen vaste plaats, maar wordt bepaald door de burger met zorgvraag. We moeten mobieler worden en proberen een te worden met de wijk. We moeten weten waar we de burger kunnen vinden en hoe we deze samen kunnen bedienen. We moeten elkaar leren kennen en dat kan alleen als we met elkaar in gesprek gaan. We moeten dezelfde taal gaan spreken. Op één lijn komen kan soms best een poos duren, maar is noodzakelijk om goed en interprofessioneel te kunnen samenwerken.

Samen moeten we bespreken wat de burgers nodig hebben en dus regelmatig bijeenkomsten organiseren om feedback, ideeën en aanbevelingen uit te wisselen.

“Wees niet bang voor elkaars expertise maar leer van elkaar. Van ieders expertise moet wat op tafel komen en worden bekeken hoe dat te gebruiken is om de beste zorg te leveren. Dat betekent dus één zorgplan en niet drie. Ook binnen tandartspraktijken zie ik gebeuren dat er verschillende zorgplannen zijn. Met slechts één zorgplan weet de burger echt waar hij aan toe is.”

Samenwerken
Samenwerken kan alleen vanuit een gezamenlijke visie en een gemeenschappelijk doel. Daar is het integreren en relateren vanuit verschillende perspectieven voor van belang. Gewerkt wordt naar een gezamenlijk holistisch zorgplan. Hierbij moet de burger nummer één zijn en als eerste naar voren komen in het team: zonder burger geen team. Ook moet er aan mantelzorgers worden gedacht, en moet hun stem naar voren worden gebracht.

“De hiërarchie die er nu ligt is lastig – we moeten dat los gaan laten. Zijn we daar klaar voor? Binnen de HU proberen we dat studenten te leren en over grenzen te werken.”

Mondhygiënisten moeten T-shaped professionals worden die interprofessioneel samenwerken met andere professies en professionals. Zo wordt integraal vanuit verschillende vakgebieden naar een probleem gekeken en gezamenlijk een diagnose en een aanpak opgesteld. Het gaat hierbij om de burger als totale persoon – niet om de burger die is opgeknipt naar deelproblemen die men vanuit verschillende disciplines benadert.

“Dat betekent dat we onze studenten specialistische vaardigheden blijven aanleren zodat ze zich kunnen onderscheiden, zodat ze echt iets speciaals kunnen toevoegen aan het zorgteam. Daarnaast gaan ze ook generalistische vaardigheden leren, dit zijn meer generieke competenties. Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet bekend”

Wieke van Boxtel is Themaleider Interprofessioneel samenwerken voor Gezondheidszorgopleidingen aan de Hogeschool Utrecht

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van Wieke van Boxtel, tijdens het mini symposium van de Hogeschool Utrecht.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
tandartspraktijken op instagram

Mooie tandartspraktijken op Instagram

Social media zijn bij uitstek middelen die gebruikt kunnen worden om eens wat extra aandacht te brengen aan onderbelichte onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de inrichting van een tandartspraktijk.

Samenwerkende Tandartsen maakte hier bijvoorbeeld al gebruik van en plaatste onder andere foto’s van een van hun praktijken in Nijmegen en in Dalfsen. Zo kunnen potentiële patiënten alvast een kijkje nemen in de praktijk en krijgt de mooie inrichting de verdiende aandacht!
tandartspraktijken op instagramtandartspraktijken op instagram

tandartspraktijken op instagram
Bron:
Instagram
Instagram

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen, Praktijkinrichting
protocol

Protocol voor immediate vervanging in de esthetische zone

Bij de conventionele methoden (de early- of delayed protocollen) voor het vervangen van een element in de esthetische zone wordt een element eerste geëxtraheerd en vervolgens wordt genezing afgewacht om daarna over te gaan naar implantatie. Hierbij blijkt dat er in meer dan 80% van de gevallen tegen die tijd te weinig bot is om tot een esthetisch goed resultaat te komen. Daarnaast is dit een traject dat ongeveer een jaar beslaat, een tijd waarin een patiënt vaak een plaatje draagt ter tijdelijke vervanging.

Tristan Staas en Edith Groenendijk hebben een protocol opgesteld waarbij het element in één dag vervangen wordt voor een implantaat met een tijdelijke kroon.

Protocol
Het protocol van Staas en Groenendijk bestaat uit de volgende stappen:

1. Extractie en ridge perservation, Implanteren, Tijdelijke voorziening vervaardigen.
2. Definitieve voorziening vervaardigen (na 2-6 maanden)

Buccale recessie
Bij de conventionele methoden wordt vaak buccale recessie gezien na extractie. Deze recessie ontstaat doordat na extractie van het element het parodontale ligament verdwenen is, waardoor de buccale botlamel niet meer van bloedtoevoer voorzien wordt en afsterft.

Ook bij direct implanteren zal de buccale botlamel uiteindelijk verloren gaan, echter kan deze botlamel wel als resorbeerbaar membraan gebruikt worden en er op die manier voor zorgen dat buccale botresorptie tot een minimum beperkt wordt – dit wordt ridge perservation genoemd. Door het implantaat iets achter de socket te plaatsen (zorg voor initiële stabiliteit!) en de ruimte tot aan de buccale lamel op te vullen met botpartikels is dit te verwezenlijken. Belangrijk hierbij is ervoor te zorgen dat de ruimte tussen het implantaat en de botlamel minimaal 2 mm bedraagt. Door deze procedure wordt gezien dat er hoogte van het bot gewonnen wordt en omdat weke delen het bot volgen, zorgt dit voor een esthetisch beter resultaat. Immers: the bone sets the tone, the tissue is the issue!

Behouden en hersteld
Door deze ‘immediate placement’ worden harde en zachte weefsels zo goed mogelijk behouden en hersteld. Na 2-6 maanden wordt de tijdelijke kroon op het implantaat vervangen door een definitieve.

Behandelplan
Belangrijk is te onthouden om geen extractie uit te voeren zonder een behandelplan. De buccale botlamel hoort immers bij het element en zal verloren gaan na extractie. Voor een goed esthetisch resultaat is deze 3-dimensionale omgeving van belang (bone sets the tone!). Daarnaast is een implantaat niet zomaar een vervanging voor een natuurlijk element, een implantaat vraagt andere omstandigheden – bijvoorbeeld 2mm bot rondom.

Voor een goed esthetisch resultaat is het verder van belang om subgingivaal uitsluitend met biocompatibele materialen te werken.

Redenen voor geen immediate placement
Ontsteking, dun biotype, recessie, het ontbreken van een buccale botlamel, naastliggende implantaten, een hoge lachlijn of een grijze doorschemering zijn geen redenen om niet tot immediate placement over te gaan.

Resultaten
De resultaten twee jaar na deze ‘immediate placement’ zijn goed; er is sprake van weinig botafname in horizontale dimensie na implantaatplaatsing (gemiddeld 0,6mm) en een bottoename (van 1,6 mm) in verticale dimensie. Ook geven patiënten een hoge score op tevredenheid na deze behandeling. Momenteel wordt dit protocol landelijk prospectief onderzocht.

Tristan Staas is als tandarts in 1988 afgestudeerd aan de Universiteit van Utrecht, hij is mede oprichter en -eigenaar van Staas & Bergmans. Tristan houdt zich in de praktijk met name bezig met implantologie, en is in het bijzonder geïnteresseerd in immediate replacement (het direct vervangen van verloren tanden en kiezen door implantaten) in de esthetische zone. Naast zijn werk bij Staas & Bergmans is Tristan werkzaam bij de Tandartsengroepspraktijk Zaltbommel, geeft hij training aan tandartsen en implantologen in immediate implantologie en geeft hij lezingen in zowel binnen- als buitenland. Tristan is lid van de NVOI (Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie), bestuurslid van BIN (Belangenvereniging Implantologie Nederland) en de NobelBiocare Advisory Board, en doet onderzoek in samenwerking met UMCG en Radboud naar immediate procedures in de esthetische zone.

 Edith Groenendijk studeerde in 1989 af in de Tandheelkunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.  Vanaf dat moment is zij als algemeen practicus in verschillende praktijken werkzaam geweest. In 1992 opende zij haar algemene praktijk te Den Haag alwaar zij zich op de parodontologie en duurzame restauratieve tandheelkunde richtte. Van 1998 tot en met 2000, volgde zij  de Post-Academische opleiding tot tandarts-implantoloog aan het ACTA,  waarna zij de Master of Science titel in de Orale Implantologie behaalde. Vanaf dat moment opende zij haar verwijspraktijk voor Orale Implantologie te Den Haag.
Haar speciale interesse heeft de tandvervanging in de esthetisch zone. In samenwerking met collega Staas ontwikkelde zij hiervoor op basis van de bestaande literatuur een protocol. Hun Immediate Placement Protocol (IIP) wordt sinds 2009 met succes toepast binnen de klinieken van Staas & Groenendijk. Groenendijk schreef een treatment rational en zij publiceerden twee retrospectieve onderzoeken over de stabiliteit van de buccale botlamel en de esthetische uitkomst na directe tandvervanging in de esthetische regio van de bovenkaak. In samenwerking met de Radboud Universiteit te Nijmegen, het UMCG te Groningen en een zestal verwijspraktijken voor Orale Implantologie startten zij eind 2014 een prospectief multi-centrum klinisch onderzoek met betrekking tot dit IIP protocol.
Naast haar werk als tandarts-implantoloog is Edith Groenendijk lid van meerdere wetenschappelijke verenigingen waaronder de NVOI, AcBin, NvVP, NvGPT, NVVRT, EAO, is zij mentor van de Nobelbiocare Esthetic group NL, lid van de advisory board van Nobelbiocare en geeft zij lezingen en cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO, van de lezing van drs. T. Staas en drs. E. Groenendijk tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Leren- boeken

Leren van meldingen via de Wkkgz

Het streven van de inspectie is dat steeds meer gegevens openbaar gemaakt worden zodat zorginstellingen kunnen leren van elkaar. Dit streven wordt onder meer gerealiseerd door de introductie van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Conform deze wet moeten (bijna) incidenten intern gemeld worden conform het systeem Veilig Incident Melden (VIM) en andere incidenten van grotere ernst direct bij de inspectie.

De volgende incidenten moet men melden bij de inspectie:
1. Een calamiteit moet binnen 3 dagen gemeld worden
2. Geweld binnen de zorgrelatie
3. Ontslag van een medewerker wegens disfunctioneren

Hoe gaat de inspectie daar mee om?
Indien er sprake is van ernstige gevaar grijpt de inspectie direct in, ook als een zorgorganisatie zich niet houdt aan wetten en regels omtrent klachtenbehandeling en als hetzelfde incident meerdere malen gemeld wordt. Meestal begeleidt de inspectie het inventarisatieproces van de zorgaanbieder, deze blijft zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. De melding wordt uitgebreid door de inspectie bekeken. Hoe heeft het incident kunnen gebeuren en welke (preventieve) maatregelen zijn genomen in dit kader?

Maatregel
Indien er sprake is van, zoals de inspectie dat noemt, ’te weinig leervermogen en verbeterkracht’ kan een maatregel opgelegd worden. Welke dat kunnen zijn staat beschreven in het IGZ-handhavingskader.

Nulmeting
Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen omtrent meldingen, wordt de stand van zaken jaarlijks gepubliceerd. De eerste publicatie betreft de nulmeting Wkkgz. Zo kan beoordeeld worden of er sprake is van een efficiënt leerproces door de jaren heen.

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Wkkgz
Yvonne Buunk-Werkhoven

Award Best Foreign Poster voor Yvonne Buunk-Werkhoven

Op 19 mei ontving Yvonne Buunk-Werkhoven een award voor de beste buitenlandse poster tijdens de Nazareth Conference on dental public health in Israël.

Poster
Haar poster omschreef een tweede pick a T onderzoek over het bevorderen van tandenstokers in de horeca. In de zomer van 2015 vulden bezoekers van de Foodhallen in Amsterdam een korte vragenlijst in en ontvingen zij een doosje tandenstokers met aminfluoride. Online kregen mensen die hun e-mailadres hadden opgegeven een tweede vragenlijst toegestuurd. De bezoekers waardeerden hun eigen mondgezondheid als goed. Een derde was nog nooit bij een mondhygiënist geweest, mensen vinden het gebruik van tandenstokers in de horeca belangrijk en waarderen het zeer als het wordt aangeboden. Bovendien lijkt het bewustwording van de eigen mondverzorging en bezoek aan de mondhygiënist te bevorderen.

Pick a T poster

Nazareth Conference
De Israëlische minister van Health, M.K. Rabbi Yaakov ‘opende’ de Nazareth Conference. Dental Public Health wordt in Israël binnen de totale gezondheid als een belangrijk aandachtspunt gezien. Het internationale Nazareth congres werd in mei voor de tweede keer gehouden. Het congres gaat over dental public health, van theorie tot praktijk waarbij presentaties worden gegeven over onderzoek en toepassing op dit gebied.

Pick a T      Pick a T

“Ik voel me zeer vereerd en voor mij betekent de award een erkenning voor al mijn werk op het gebied van promotie van mondgezondheid en het vergroten van bewustwording van mondverzorging onder het grote publiek. De mindset en gedragsverandering binnen de preventieve mondzorg – waarbij mondgezondheid een onderdeel is van de algehele gezondheid en de eigen mondverzorging een gewoontegedrag is – is complexer dan ‘gewoon’ twee maal daags tandenpoetsen met fluoridetandpasta en houdt dus ook reiniging tussen de tanden en kiezen in”, aldus Buunk-Werkhoven.

Yvonne Buunk-Werkhoven is gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek