mondhygiëne

Parodontitis: mondhygiëne, gebitsreiniging & flapoperatie

Tandplak op de tanden en kiezen veroorzaakt een ontsteking in de rand van het tandvlees. Zo’n tandvleesontsteking heet gingivitis.

De ontsteking kan zich uitbreiden van de tandvleesrand naar het daaronder gelegen kaakbot. Daardoor gaat kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren. Uiteindelijk kan er zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan en tenslotte uitvallen. Deze vorm van tandvleesontsteking heet parodontitis. Tijdige behandeling kan het verlies van tanden en kiezen voorkomen.

Deze brochure vertelt u meer over parodontitis en laat zien hoe parodontitis kan worden opgespoord en behandeld.
De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod:

  • Gezond tandvlees
  • Gingivitis
  • Parodontitis
  • Gevorderde parodontitis
  • Onderzoek en behandelplan
  • Mondhygiëne
  • Professionele gebitsreiniging
  • Herbeoordeling
  • Flap-operatie
  • Na de flap-operatie
  • Gevolgen van de behandeling
  • Beperkingen in de behandeling
  • De nazorg
  • En nog veel meer…

Verder treft u in deze folder ook informatie aan omtrent de flapoperatie.

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
pardontitis

Parodontitis: mondhygiëne en gebitsreiniging

Tandplak op de tanden en kiezen veroorzaakt een ontsteking in de rand van het tandvlees. Zo’n tandvleesontsteking heet gingivitis.

De ontsteking kan zich uitbreiden van de tandvleesrand naar het daaronder gelegen kaakbot. Daardoor gaat kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren. Uiteindelijk kan er zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan en tenslotte uitvallen. Deze vorm van tandvleesontsteking heet parodontitis. Tijdige behandeling kan het verlies van tanden en kiezen voorkomen.

Deze brochure vertelt u meer over parodontitis en laat zien hoe parodontitis kan worden opgespoord en behandeld.
De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod:

  • Gezond tandvlees
  • Gingivitis
  • Parodontitis
  • Gevorderde parodontitis
  • Onderzoek en behandelplan
  • Mondhygiëne
  • Professionele gebitsreiniging
  • Herbeoordeling
  • Gevolgen van de behandeling
  • Beperkingen in de behandeling
  • De nazorg
  • En nog veel meer…

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
mondverzorging

Mondverzorging een bewuste keuze

De mond wordt de gehele dag gebruikt, zowel bewust als onbewust: om te spreken, eten, voor het tonen van affecties, emoties of voor het bespelen van een muziekinstrument. Het gebit draagt bij aan een persoonlijke uitstraling en bepaalt voor een belangrijk deel het uiterlijk. Reden genoeg om er voor te zorgen dat de mond en het gebit gezond blijven.

Bestellen bij NVVP

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
tandvlees

Uw tandvlees gaat in rook op

Deze folder gaat over de gevolgen van roken voor uw tandvlees. Met informatie over de invloed van roken op uw mond hopen wij u extra motivatie te geven om (weer) na te denken over het stoppen met roken.

Bestellen bij NVVP

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
mondspoelmiddel

Is een Mondspoelmiddel iets voor mij?

Er zijn voor de consument diverse middelen te koop die een goede dagelijkse mondhygiëne kunnen ondersteunen.

Onderzoek wijst uit dat er spoelmiddelen zijn die onder andere kunnen helpen om de tanden sterker te maken, om tandplak te verminderen, om tandvleesontstekingen te remmen en de mondhygiëne te verbeteren. Met de informatie uit deze folder kunt u bepalen of het gebruik van mondspoelmiddelen iets voor u is en welke voor u het meest geschikt is.

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
hoofdhalskanker

IMRT grote hulp bij hoofdhalskanker

Onlangs promoveerde Marije Vergeer bij het VUmc, door aan te tonen dat ‘intensity modulated radiotherapy’ (IMRT) leidt tot minder bijwerkingen en een verhoogde precisie bij radiotherapie, bij patiënten die kampen met hoofdhalskanker.

Hoofdhalskanker
In vele gevallen gaat bestraling van hoofdhalskanker samen met een groot aantal bijwerkingen, waarvan velen blijvend. Ook keert de ziekte vaak terug, ondanks vele uitgebreide behandeling, bestaande uit operaties en operatie- en chemotherapie.

Minder bijwerkingen door IMRT
Vergeer heeft nu aangetoond dat er een bestralingstechniek bestaat die voor minder bijwerkingen zorgt, namelijk IMRT. Er zijn ook tekenen dat deze techniek tot een betere tumorcontrole leidt. Ook bleek uit het onderzoek dat bij IMRT het gedeelte van de hals dat niet is aangetast buiten het bestralingsveld kan blijven. Op langere termijn zorgt ook dit voor minder bijwerkingen.

Bron:
VUMC

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
praktijkoverdracht

Praktijkoverdracht: Wat komt er allemaal bij kijken?

Als u uw tandartsenpraktijk wilt overdragen aan een collega, zijn er veel zaken waar u op moet letten. Een overzicht van de belangrijkste punten bij praktijkoverdracht.

Verslag van de presentatie van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017. Deze presentatie ging over de overdracht van een tandartsenpraktijk aan een collega. Bij overdracht aan een keten moet er met andere zaken rekening worden gehouden.

Situatie op dit moment
Op dit moment gaat een relatief groot aantal tandartsen stoppen met hun praktijk. Dit komt door de scheve leeftijdsopbouw onder tandartsen (er zijn relatief veel oudere tandartsen) en de economische situatie van de laatste jaren. Veel tandartsen hebben om financiële redenen het beëindigen van de praktijk uitgesteld. Er zijn nu ongeveer 260 ‘stoppers’ per jaar, terwijl er maximaal 243 tandartsen per jaar afstuderen. Daarbij komt dat oudere tandartsen vaak 2000 à 2500 patiënten hebben, maar jonge tandartsen meestal minder. Er is dus over het algemeen een schaarste in opvolgers, hoewel dit per streek verschilt. Een oplossing hiervoor zou de instroom van buitenlandse gediplomeerden kunnen zijn, maar dit komt nog niet erg van de grond.

Veranderingen in de markt
In de tandartsenmarkt zijn een aantal ontwikkelingen gaande. Zo wordt het percentage vrouwelijke tandartsen steeds groter. In de groep onder de 30 jaar is 66% vrouw, tegenover 13% in de groep 60-64 jaar. Nu is nog 60% van de tandartsen solist, dus (alleen) eigenaar van de praktijk. Deze tendens is echter dalende. Er wordt steeds vaker in teamverband met meer behandelkamers gewerkt. De overgang tussen kleinschalige en grootschalige praktijken ligt bij drie behandelstoelen. 42% van de praktijkhoudende tandartsen heeft drie of meer stoelen.

Ook komen er meer ‘concept-praktijken’ van professionele organisaties, die meer differentiaties in huis hebben. Solisten blijven echter ook bestaan. In het westen van het land, met name in Amsterdam, stijgt de opbrengst per patiënt; het aantal patiënten per behandelkamer daalt daar dus. In het oosten van het land daalt juist de opbrengst per patiënt.

Overnametraject
Tijdens een overnametraject moet er veel geregeld worden. De KNMT Checklist Praktijkoverdracht (te downloaden van de website van de KNMT) geeft een overzicht van wat er allemaal moet gebeuren.

Belangrijk is om te bedenken of je een geleidelijke overdracht wilt of een overdracht in één keer. Een geleidelijke overdracht is alleen mogelijk als de praktijk groot genoeg is: uw opvolger kan dan al in de praktijk komen werken.

U moet duidelijke afspraken maken over de termijn waarop de definitieve overdracht plaatsvindt, bijvoorbeeld twee jaar. Een ‘openeinderegeling’ is zeker niet aan te raden. Na de overdracht kunt u in de praktijk blijven werken, maar uw rol is dan wel anders omdat u geen eigenaar meer bent. U moet u van te voren afvragen of u dat wel wilt en kunt.

Propositie: wat biedt u aan?
Bij de aanbieding van uw praktijk maakt u een lijstje à la Funda: aantal behandelkamers, aantal patiënten, werknemers, wat u buiten de normale behandelingen doet (bijvoorbeeld orthodontie), enzovoort.

Ook de omgevingsfactoren zijn van belang. Zit u in een krimp- of groeiregio? Is er concurrentie in de buurt? Is er een vestiging van een professionele organisatie in de buurt?

Zorg dat de praktijk klaar voor verkoop is. Niet-goed werkende apparatuur moet vervangen worden. Arbeidsovereenkomsten, vergunningen, contracten en financiële informatie moeten in orde en voorhanden zijn.

Waardebepaling
Wat een tandartsenpraktijk waard is, hangt af van bovengenoemde punten en hoeveel interesse er voor is. Huisvesting is een belangrijke factor. Bij een praktijk aan huis kan de waardeontwikkeling van het pand een probleem bij de verkoop zijn. De opbrengst van de praktijk moet voldoende zijn om het pand te financieren. Is dat niet het geval, dan moet de mogelijkheid onderzocht worden om de praktijk te verplaatsen naar een andere locatie.

De waardebepaling kan door een gespecialiseerd taxatiebureau worden uitgevoerd. Voor het berekenen van de goodwill is geen vaste norm. Er wordt meestal gekeken naar de winstverwachting van de praktijk. In de praktijk kan de goodwill variëren van 0 tot 40%.

Verder zijn onder andere van invloed op de praktijkwaarde: behandelapparatuur, technische apparatuur, behandelruimtes en wachtruimte.

Overdracht
Als er een overnamekandidaat is, kunt u het beste eerst zonder adviseur erbij met elkaar afspreken. U kunt elkaar dan aftasten om te kijken of u op één lijn zit. Het onderhandelen begint pas later. Als er overeenstemming is bereikt over de overname, moet dit in een overeenkomst vastgelegd worden.

Het personeel is een belangrijk onderdeel bij de onderhandelingen. Met de overdracht van het personeel gaat ook de verplichting tot een transitievergoeding over op de opvolger.

Belangrijk aandachtspunt bij de overdracht wordt gevormd door de patiëntendossiers. U mag alleen kopieën van patiëntendossiers overdragen als de patiënten daar geen bezwaar tegen hebben. U moet ook afspraken maken over nagekomen klachten van patiënten.

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
smile design

Digitale fotografie en Smile Design

Ontwikkelingen in de esthetische tandheelkunde hebben geleid tot betere resultaten, maar ook tot hogere verwachtingen van onze patiënten. Paul de Kok liet zien hoe digitale fotografie en Smile Design helpen om het esthetisch behandelplan vooraf inzichtelijker maken.

Verslag van de lezing van Paul de Kok, restauratief tandarts en docent indirecte restauratieve tandheelkunde aan ACTA.

Paul de Kok liet een viertal zeer concrete esthetische casussen zien en gaf aan welke digitale technieken daarbij van pas kunnen komen. Ook vertelde hij waarom digitale fotografie- en filmtechnieken absoluut onmisbaar zijn in de esthetische tandheelkunde.

Kijk naar de patiënt
In de eerste casus liet De Kok een, mogelijke fout zien die gemaakt kan worden als een behandelaar zich te veel op modellen focust maar vergeet te kijken naar de patiënt. De mevrouw in kwestie had namelijk een asymmetrie van haar incisale lijn ten opzichte van haar pupillijn. De mooie setup op het model gaf letterlijk een vreselijk gezicht en met een gezichtsfoto aan het laboratorium had dit simpelweg voorkomen kunnen worden.

pupillijn

Tips voor mondfotografie
Dit was dan ook een ezelsbruggetje naar wat theoretische uitleg over mondfotografie.
De Kok gaf deze tips:

  • Licht is cruciaal bij mondfotografie en dit kan beïnvloed worden door drie factoren, te weten; diafragma, ISO en sluitertijd.
  • Een kleiner diafragma geeft meer scherptediepte maar ook weer minder licht. (F25 voor intra-oraal, F9 voor extra-oraal))
  • De ISO waarde is de lichtgevoeligheid van de film, waarmee de foto weer lichter gemaakt kan worden. (ISO 100 of 200)
  • Tenslotte wordt de hoeveelheid licht ook door de sluitertijd bepaald, maar hoe langer de sluitertijd, hoe meer risico op een bewogen foto (1/200). Uiteraard komt daar dan weer bij dat je doormiddel van flash en/of indirect licht zoals in een fotostudio, bij zult moeten belichten.
    De Kok kiest zelf doorgaans voor een zogenaamde twin-light flash om meer structuur en diepte te zien.

Digital Smile Design
Na het vertellen over mondfotografie maakte hij een bruggetje naar Digital Smile Design. Want met Digital Smile Design kunt u, met de gemaakte foto’s, zowel een plan als ook een prognose doen over hoe het eindresultaat eruit zal zien. Vervolgens kunt u dan terug rekenen hoe de opstelling moet worden.

De Kok waarschuwde daarbij gelijk om de patiënt niet al te veel beloftes te doen: het blijft namelijk een “digitale” proefopstelling.

digitale tandheelkunde

Natuurlijk is hier speciale software voor, maar gebruik van het simpele Keynote presentatie programma en het trekken van wat referentielijnen over de foto’s kan ook voldoende zijn. De Kok illustreerde dit aan de hand van de overige casussen.

Een bekende one-liner die de noodzaak van fotografie in de esthetische tandheelkunde mooi samenvat is: “If it’s good case, than show me the face”.

Paul de Kok studeerde tandheelkunde aan ACTA en is erkend restauratief tandarts bij de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA), waar hij op verwijzing patiënten met restauratieve en esthetische problemen behandelt. Daarnaast is Paul als docent indirecte restauratieve tandheelkunde verbonden aan de afdeling Orale Functieleer van ACTA en doet hij onderzoek bij de afdeling materiaalkunde. Paul geeft nationaal en internationaal lezingen op dit vakgebied.

 Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Paul de Kok tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Nieuwe patiënten voor uw praktijk

Meer nieuwe patiënten voor uw praktijk met deze gesprekstips

Wilt u meer nieuwe patiënten voor uw praktijk? Dat begint met de juiste communicatie tussen u en uw patiënten. Lees de tips voor een slim communicatieplan.

– Gebruik uw lichaamstaal
Zorg ervoor dat u en uw team achter uw behandelingen en producten staan. Dit beïnvloedt namelijk uw lichaamstaal en de toon van uw stem. Deze elementen maken meer dan 70% uit van uw communicatie. Een goed gesprek bestaat dus uit meer dan de juiste woorden.

– Wees voorbereid
Als uw patiënt vragen of twijfels heeft, is het belangrijk dat u daar op in kunt spelen. Maak daarom met uw team een lijst met:

  • Vragen die patiënten kunnen stellen
  • Bezwaren die patiënten zouden kunnen hebben
  • Vijf voordelen van uw praktijk
  • Vijf redenen waarom patiënten zich zouden moeten inschrijven bij uw praktijk

Gebruik deze lijst als geheugensteuntje.

– Stel de juiste vragen
Gebruik vragen, zoals:

  • Wat vindt u van de praktijk?
  • Als u tevreden bent, kunnen we u dan inschrijven bij onze praktijk?

Zeg niet: ‘Wilt u zich misschien inschrijven bij onze praktijk?’. De kans is groot dat de patiënt dan nee zegt. Zeg ook nooit: ‘U kunt er gerust even over nadenken’. Daarmee bedoelt u namelijk: schrijf u vandaag niet in.

– Oefen
Oefen het gesprek over inschrijven een paar keer, zo krijgt u er handigheid in.

– Andere communicatiemiddelen
Naast het gesprek in uw praktijk, kunt u ook andere communicatiemiddelen overwegen, zoals:

  • Website voor uw praktijk
  • Social media, zoals Twitter en Facebook
  • Folders over uw praktijk
  • Leesmateriaal in uw wachtkamer over uw praktijk
  • Posters in uw wachtkamer

Bron:
Irelands Dentalmagazine

 

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen

Posterpresentatie over bewustzijn belang optimale mondzorg

Tijdens het jaarlijkse congres van de ARPH (Association for Researchers in Psychology and Health) op 2 en 3 februari jl. gaf Yvonne Buunk-werkhoven een posterpresentatie over mondgezondheidsbewustzijn en het belang van een gezonde mond bij de consument.

Bekijk de poster “From another perspective: Awareness of the importance of optimal oral health among the healthcare consumer.”

Psychologie en gezondheid
Het ARPH congres werd georganiseerd door de Health, Medical and Neuropsychology afdeling van de faculteit van Social Behavioural Sciences van de Universiteit Leiden. De focus lag op presentatie van wetenschappelijk onderzoeksresultaten en innovatieve benaderingen voor het werkgebied psychologie en gezondheid, zoals gezondheidsgedrag en de vertaling van kennis naar de praktijk van gezondheidsbevordering en ziektepreventie.

Ook is er een ‘showcase’ van gezondheidspsychologie in Nederland en Vlaanderen gepresenteerd.

“Gedragsverandering is erg complex en er is een grote rol voor de gezondheidspsychologie (gedragsdeskundigen) weggelegd bij het aandragen van oplossingen voor vraagstukken die de lichamelijke en psychische gezondheid bevorderen, maar ook voor de promotie van mondgezondheid en de preventie van (mond)ziekte”, aldus Dr. Buunk-Werkhoven.

 

Yvonne Buunk-Werkhoven is zelfstandig onderzoeker, psycholoog, mondhygiënist en EC-lid van de  Chief Dental Officer/ Dental Public Health Section van de FDI.

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Uncategorized
medicijnen

Vernieuwde richtlijn endocarditis-profylaxe

Het Nederlands Huisarts en Genootschap (NHG) heeft de behandelrichtlijn voor endocarditis-profylaxe, de preventieve toediening van antibiotica aan patiënten met bepaalde hartafwijkingen, aangepast.

Volgens de vernieuwde richtlijn wegen alleen bij hoog-risicopatiënten die hoog-risico-ingrepen ondergaan de voordelen van endocarditisprofylaxe op tegen de nadelen. Volwassen risicopatiënten dienen 30-60 minuten voor een tandheelkundige behandeling eenmalig oraal amoxicilline 2 g te nemen. Eerder was dit 3 g.

Richtlijn endocarditis profylaxe

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Congres Kindertandheelkunde zeer goed bezocht

Op 3 februari vond het congres Kindertandheelkunde plaats in RAI Amsterdam. Bezoekers werden tijdens dit congres bijgepraat over de kindertandheelkunde in haar volle breedte.

Het belang van de mondzorgverlener in de huispraktijk werd onderstreept en er werden handvatten aangereikt om tandheelkundige zorg voor kinderen in de praktijk aantrekkelijk, uitdagend, efficiënter en richtlijn-proof te maken. Zo’n 1.100 mondzorgverleners namen deel aan het congres.

Hieronder ziet u een impressie van de congresdag.

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Opleiding tandarts

KNMT en ANT: meer opleidingsplaatsen tandarts nodig

In verband met de vergrijzing onder tandartsen roept KNMT-voorzitter Wolter Brands op om meer tandartsen op te leiden. Ook de ANT deed dit via de petitie “Blijf af van mijn tandarts” die werd aangeboden aan de commissie Volksgezondheid van de Tweede Kamer.

Tekort
Volgens Brands staat ons een toenemend tekort aan tandartsen te wachten. Per jaar gaan er zo’n driehonderd tandartsen met pensioen terwijl er maar 240 studenten worden opgeleid. Zo vertelde hij in een interview met Skipr, zie de video hieronder.

Capaciteitsorgaan
Het Capaciteitsorgaan adviseert het ministerie van volksgezondheid al sinds 2010 om meer studenten tot de tandheelkundeopleiding toe te laten. Zo gaven zij in 2013 al het advies om jaarlijks 287 tandartsen op te leiden, echter is er met dit advies volgens Brands “om wat voor reden dan ook” niets gedaan.

Buitenlandse tandartsen
Ook minister Schippers heeft een oplossing geopperd. Volgens haar kan het probleem op korte termijn opgelost worden door buitenlandse tandartsen in te zetten. Hier is Brands het echter niet mee eens omdat de tandheelkunde-opleiding per land verschilt. Zo is deze in Nederland vooral gericht op preventie. Daarnaast is het geen definitieve oplossing voor het probleem.

“Buitenlandse tandartsen hebben de neiging om weer terug te keren, dus de oplossing is vrij onzeker.”

Ook ligt er een voorstel van minister Schippers om het tekort te compenseren door mondhygiënisten taken van tandartsen over te laten nemen.

Kwaliteitsverlies
De ANT vreest een enorm kwaliteitsverlies in de mondzorg als de plannen van de minister doorgaan. Om deze reden heeft de ANT de petitie “Blijf af van mijn tandarts” opgezet. Met de petitie doet de ANT een beroep op minister Schippers om de bezuinigingsmaatregel in te trekken. Op de foto is te zien hoe de petitie werd overhandigd aan de tweede kamer. “Het experiment dat de minister voor ogen heeft, is onverantwoord”, zei Jantan Willem Vaartjes na overhandiging van de petitie. “De overheid moet nú de juiste keuzes maken. Anders zitten we over vijf jaar met een groot tandartsentekort.” Op 21 februari overlegt de Tweede Kamer over het probleem.

Bron:
Skipr, ANT, YouTube

Lees meer over: Kennis, Scholing, Video
Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titelaanduiding

Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titel

Beroepsverenigingen hebben gezamenlijk afgesproken dat er een duidelijke titelaanduiding zal komen voor tandartsen die ook beugelbehandelingen uitvoeren: tandarts voor orthodontie.

Verwarring bij patiënten
De beroepsverenigingen ANT, KMT, de Nederlandse Vereniging van Orthodontisten en de Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici hebben besloten dat tandartsen die zich hebben verdiept in beugelbehandelingen zich voortaan ‘tandarts voor orthodontie’ mogen noemen. Hierbij zullen titels als beugelspecialist, tandarts-orthodontist en orthodontoloog in het verleden worden gelaten.

Duidelijkheid
De voornaamste reden om de verandering door te voeren is omdat de verschillende titels in veel gevallen verwarring veroorzaken bij patiënten. Het is vaak niet duidelijk voor ze of ze met een tandarts of een specialist te maken hebben, wat volgens de verenigingen ongewenst is.

Naamgeving praktijken en titels
Ook zijn de verenigingen nog in overleg over betere regels voor naamgeving van praktijken en het gebruik van buitenlandse titels en graden. De gemaakte afspraken zullen de komende periode geïmplementeerd worden in het werkveld en ook gedeeld worden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Consumentenbond, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Patiëntenfederatie Nederland.

Bron:
Ant-tandartsen
KNMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

NVM-voorjaarscongres ‘Patiënt Centraal, get on that train’

Dit event is voorbij

Op vrijdag 7 april 2017 vindt in De Rijtuigenloods in Amersfoort het NVM-voorjaarscongres plaats. De titel van het NVM-voorjaarscongres is: Patiënt Centraal – get on that train.

Dit vakcongres gaat over samenwerken in de mondzorg. Een interactieve treinreis die u alles leert over samenwerking met allerlei (mond)zorgdisciplines. Vertrekpunt is Patiënt Centraal en dat is tevens eindbestemming van de reis. Onderweg worden verscheidende tussenstops gemaakt. Een diversiteit aan mensen zullen instappen om samen de gewenste eindbestemming te bereiken. Stapt u ook in? Geniet van het uitzicht en vergeet uw bagage niet. Dan gaat u gegarandeerd met een volle tas weer naar huis.

NVM-VOORJAARSCONGRES – SCHRIJF U IN!

Programma

08.15h  Ontvangst met koffie en thee

08.45h  Algemene Ledenvergadering (ALV)

10.15h  Koffiepauze

11.00h  Welkom door Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten

11.05h  Introductie door dagvoorzitter Marloes den Heijer
Marloes is teambuilder, gespecialiseerd in mondzorgpraktijken. Ze stimuleert samenwerking en helpt mondzorgteams om weer met passie in de praktijk te werken. Tevens schreef zij het boek Passie in Praktijk. Als dagvoorzitter is ze presentator en gespreksleider aan een debattafel. Aan tafel schuiven diverse gasten aan.

11.15h  Aan tafel – Stand van zaken voorgenomen wetswijziging wet BIG
Muzikale verrassing

11.35h  Aan tafel – Samenwerking in de moderne mondzorgpraktijk
Aan tafel komen diverse gasten en zij worden geïnterviewd door de dagvoorzitter. Op welke manier kan er samengewerkt worden binnen het voorgenomen 5-jarige experiment waarbij de mondhygiënist ook de drie voorbehouden handelingen zelfstandig mag uitvoeren. Hoe kan de mondhygiënist invulling geven aan het experiment? U krijgt praktische tips hoe de mondhygiënist opnieuw het gesprek kan aangaan met de tandarts om tot een goede samenwerking te komen.

12.30h  Lunchpauze

14.00h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

14.05h  Dhr. Bob Reijnders – Samen naar Station De Toekomst
Bob Reijnders is product expert bij Topicus. Topicus zorgt voor goede informatie-uitwisseling tussen verschillende partijen voor optimale zorg. Met behulp van Kanta Messenger organiseert Bob een omgeving die mensen uitnodigt tot het verantwoord delen van informatie, inzichten en inspanningen voor betere en betaalbare zorg.

Station De Toekomst… Bij welk station zijn we nu aangekomen en langs welke stations komen we in de toekomst? Wat zijn de veilige en digitale mogelijkheden binnen de gezondheidszorg? Hoe zal in de toekomst worden samengewerkt? Hoe zal de zorg eruit zien als de patiënt centraal wordt gezet en zelf over het dossier zal beschikken?

14.50h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

14.55h  Mw. Adrie Schimmel – All on board
Adrie Schimmel is adviseur bij Caransscoop en Progez, onderdeel van een landelijk netwerk van regionale ondersteuning structuren (ROS) die partijen binnen en met de eerste lijn verbindt voor het realiseren van betaalbare zorg in de buurt.
Via een interactieve lezing krijgen we antwoord op de vragen: Hoe zorgen we voor goede zorg in de buurt? Wat is een wijkteam, waar maakt het onderdeel vanuit. Hoe kunnen mondhygiënisten de aansluiting vinden met andere disciplines binnen de eerstelijnszorg?

15.40h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

15.45h  Theepauze

16.30h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

16.35h  Mw. Yvonne Stoevelaar – Positioneren kunt u leren
Yvonne Stoevelaar heeft als passie om mensen te helpen zich optimaal te presenteren. Yvonne geeft advies rondom uw persoonlijke presentatie.
Wat draagt u en hoe gedraagt u zich bij mensen waarmee u graag wilt gaan samenwerken? Wanneer kunt u iemand wel en niet aanspreken en wat zegt u dan? Bijvoorbeeld als u een afspraak heeft met een huisarts of als u borrelt na een congres.

17.20h  Afsluiting door Marloes den Heijer en Manon van Splunter-Schneider

17.30h  Borrel

Locatie
De Rijtuigenloods
Terrein ‘De Wagenwerkplaats’
Piet Mondriaanplein 61
3812 GZ Amersfoort

NVM-VOORJAARSCONGRES – SCHRIJF U IN!

Wilt u met meerdere personen tegelijk inschrijven, bijvoorbeeld met het hele praktijkteam? Stuur dan even een mail naar bureau@mondhygiënisten.nl met de namen en lidnummers van de personen die u in wilt schrijven. Wij helpen u dan graag!

Lees meer over: Kennis, Scholing
ouderen

Nieuw lectoraat van de Hogeschool Utrecht richt eerste projecten op mondzorg

Onder leiding van dr. Katarina Jerković–Ćosić is De Hogeschool van Utrecht een lectoraat gestart wat zich richt op kennis en preventie in de gezondheidszorg met de eerste projecten op het gebied van mondzorg.

Mondzorg in de thuiszorg
Recentelijk is de OHAT (Oral Health Assessment Tool) vertaald om het makkelijker te maken voor verpleegkundigen om de staat van mondgezondheid bij ouderen te meten. Het lectoraat focust zich op de thuiszorg omdat zij hier nog achterlopen voor intramurale zorg.

Er is nu aardig wat aandacht voor mondzorg in de intramurale ouderenzorg, maar slechts vier procent van de ouderen woont in verpleeghuizen en verzorgingshuizen. De rest woont thuis, en juist daar is nog weinig aandacht voor mondzorg.

“Wijkverpleegkundigen zien vaak wel dat de mondgezondheid van hun cliënt niet goed is, maar weten vaak niet zo goed welke stappen ze vervolgens moeten zetten”, aldus Jerković–Ćosić in een interview.

Onderwijsmodule mondzorg voor verzorgenden
In het kader van preventie is het belangrijk om de staat van mondhygiëne bij ouderen regelmatig in kaart te brengen en signalen te herkennen. Zo kunnen ouderen op tijd doorgestuurd worden naar de tandarts. Het lectoraat heeft ook een onderwijsmodule rondom mondzorg ontwikkeld. Ze zijn momenteel bezig om deze te implementeren bij opleidingen voor verzorgenden. Jerković–Ćosić vindt overigens niet dat de wijkverpleegkundigen alle verantwoordelijkheid dragen, ook tandartsen zijn verantwoordelijk en moeten in actie komen als ze merken dat een cliënt niet meer op controle komt.

Mondzorg kinderen
Een ander project van het lectoraat heeft betrekking op de verbetering van de mondzorg van kinderen. Het project vindt plaats op consultatiebureaus waar coaches worden ingezet die ouders en kinderen leren goed te poetsen. Er wordt ook aandacht opgeroepen voor het belang van al vroeg met een kind op controle te gaan. Volgens Jerković–Ćosić komt slechts 35% van de 3-jarigen bij de tandarts terwijl het advies is om vanaf twee jaar al naar de tandarts te gaan. Veel ouders geven als reden hiervoor dat het nog maar melktanden zijn.
Jerković–Ćosić zei er het volgende over:  “wanneer iemand gaatjes in de melktanden heeft, vergroot dit de kans op gaatjes in het blijvend gebit. De bacteriën uit de gaatjes van melktanden tasten ook de doorbrekende blijvende tanden en kiezen aan.”

Bron:
Nursing, ACTA

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Scholing
Oncologische afwijkingen

Oncologische afwijkingen en de rol van de tandarts

De huidige incidentie van oncologische afwijkingen ligt op 100.000 (2015), er zijn 700.000 mensen die leven met kanker of de gevolgen ervan, dit is 4% van de Nederlandse bevolking.

Hoe ontstaan oncologische afwijkingen? En wat is de behandeling, nazorg en preventie ervan en welke rol speelt het tandheelkundig team hierin? Waar moet je als tandarts op letten bij hoofd-halstumoren?

Oncologische afwijkingen
DNA in een cel verdubbelt zich. Tijdens deze verdubbeling kan er een mutatie in het DNA optreden, wanneer de cel met dat defecte DNA ontsnapt aan het afweersysteem en niet als ‘fout’ wordt aangemerkt, kan deze cel zich verder delen en zich tot een tumormassa ontwikkelen. Hierbij kan een goedaardige (houdt zich aan anatomische grenzen) of kwaadaardige (houdt zich niet aan anatomische grenzen) tumor ontstaan. Ook kan een tumor zijn eigen bloedtoevoer aanmaken, waardoor cellen zich hematogeen kunnen gaan verplaatsen en zo metastasering op afstand kunnen veroorzaken.

DNA-schade kan ontstaan door:

  • Omgevingsfactoren
  • Ioniserende factoren
  • Radioactieve stralen
  • Lifestyle factoren
  • Ouderdom

Vaakst voorkomende kankers (‘Big Five’):

  1. Huidkanker
  2. Darmkanker
  3. Longkanker
  4. Borstkanker
  5. Prostaatkanker

Rol tandheelkundig team
Een gevolg voor de tandarts is dat 1 op de 4 oudere volwassenen kanker heeft of had, je ziet het dus veel in de praktijk. De rol van het tandheelkundig team is het optimaliseren van de mondconditie van de patiënt en het uitvoeren van focusonderzoek.

Bij het optimaliseren van de mondconditie wordt allereerst de anamnese afgenomen. Verder is een proactieve houding van het gehele tandheelkundig team van belang voor begeleiding en ondersteuning van patiënten met kanker. Het motiveren van de patiënt voor het nastreven van een goede mondhygiëne is hierbij het belangrijkste.

Focusonderzoek
Bij het uitvoeren van het focusonderzoek moet onderscheid gemaakt worden tussen potentiële foci en latente foci. Potentiële foci moeten verwijderd worden wanneer het gaat om hoofd-halskanker. Latente foci die langer dan 3 maanden klachtenvrij aanwezig zijn, kunnen eventueel onbehandeld blijven als een patiënt kort daarna chemo- of radiotherapie ondergaat voor kanker elders in het lichaam.

Focusonderzoek wordt uitgevoerd omdat chemotherapie een daling geeft van de granulocyten (afweercellen) en hierdoor dus de kans bestaat dat aanwezige ontstekingen zullen opvlammen.

Focusonderzoek wordt zowel bij dentate als bij edentate mensen uitgevoerd, hierbij vindt intra-oraal en röntgenologisch onderzoek plaats.

Het volgende wordt beoordeeld:

  • Weke delen
  • Cariëslaesies
  • Elementen met non vitale pulpa
  • Elementen met peri-apicale granulomen
  • Geïmpacteerde elementen
  • Cysten
  • Parodontale problemen
  • Ulceraties

Behandeling van tandheelkundige problemen geschied in overleg met de oncoloog.

Geconcludeerd kan worden dat optimaliseren van de mondconditie van de patiënt belangrijk is en dat het tandheelkundig team hier een belangrijke rol in speelt.

Hoofd-halstumoren
3200 patiënten per jaar melden zich met tumoren in het hoofd-halsgebied, hiervan hebben 900-1000 patiënten een tumor in de mondholte. De ontstaanswijze voor tumoren in het hoofdhalsgebied verschilt niet van andere tumoren.

Wanneer moet je denken aan een maligniteit?

  • Patiënten van 40-50 jaar en ouder
  • Rook- en drinkgewoontes
  • Locatie in de mond (onderlip, tongrand, mondbodem, onderkaak)
  • Klinisch aspect en palpatie bevindingen (vooral letten op induratie van de afwijking)

Een plaveiselcelcarcinoom komt het vaakste voor in de mondholte, een duidelijk kenmerk hiervan is induratie van de tumor.

Als je bijvoorbeeld een ulcus ziet, pas dan de 2-3-weken regel toe: laat een patiënt na 2 of 3 weken terugkomen. Wanneer de laesie dan niet verdwenen is, is het verstandig de patiënt door te verwijzen voor aanvullende diagnostiek.

De overleving van hoofd-halstumoren is sterk afhankelijk van het type tumor en het stadium waarin de tumor zich bevindt.

Gevolgen van (behandeling van) hoofd-halstumoren kunnen zijn:

  • Veranderde anatomie van de mond
  • Verminderde kauwfunctie
  • Trismus
  • Xerostomie
  • Transport in de mond verstoord
  • Slikstoornissen
  • Spraakstoornissen

Ondanks dat hoofdhals-tumoren niet tot de ‘Big Five’ behoren maar zeldzaam zijn, kunnen de gevolgen groot zijn en is vroege herkenning gewenst.

Prof. dr. R. Koole – Na voltooiing, in 1975 en 1983, van zijn opleiding tot tandarts en arts aan de Rijks Universiteit te Utrecht, werd Ron Koole in de periode van 1975-1979 door prof. dr. P. Egyedi opgeleid tot specialist in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan het toenmalige AZU. Na zijn specialisatie promoveerde hij op het proefschrift ‘The bone graft in the alveolar cleft’ aan de Universiteit Utrecht (1994). Speciale belangstelling ontwikkelde hij voor schisischirurgie en de hoofd/halsoncologie. Van 1996-2015 is hij opleider Mondziekten- Kaak- en Aangezichtschirurgie in het UMC Utrecht, per 1 januari 1998, werd hij benoemd tot hoogleraar in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan de Universiteit Utrecht.
Bestuurlijke functies werden bekleed bij de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen (voorzitter), de Vereniging voor Medische en Tandheelkundige Interactie (voorzitter), de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten- Kaak en Aangezichtschirurgie (voorzitter) en de Nederlandse Vereniging voor Schedelbasischirurgie (penningmeester) en lid Dagelijks Bestuur van de NWHHT. Internationaal vertegenwoordigde hij Nederland bij de International Association of Oral and Maxillofacial Surgeons en was hij voor het specialisme in de EU vertegenwoordiger in de UEMS.
Hij publiceerde meer dan 140 nationale en internationale artikelen en is begeleider en promotor van 11 promoties geweest, 4 zijn er nog in bewerking. Tevens was hij enkele jaren mede-redacteur van Het Tandheelkundig Jaar.

 Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO,  van de lezing van prof. dr. R. Koole tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Wortelkanaalbehandeling

Minder kans op flare-ups bij een eenmalige wortelkanaalbehandeling

Loopt een patiënt meer kans op complicaties na afloop van een wortelkanaal behandeling bij een behandeling van een sessie, of is dit het geval bij een behandeling die wordt verspreid over meerdere sessies? Deze vragen stelden een aantal onderzoekers uit India zich.

Meerdere sessies
Op de meeste tandheelkundige opleidingen wordt het aangeleerd om een wortelkanaalbehandeling uit te voeren verspreid over meerdere sessies. De laatste tijd wordt het echter steeds populairder om deze zelfde behandeling uit te voeren in een eenmalige sessie. Dit is het geval om meerdere redenen. In de studie die werd gepubliceerd in de Journal of Contemporary Dental Practice werd bekeken of het zorgen voor meer endodontische flare-ups – ernstige napijn en zwellingen – een van deze redenen zou kunnen zijn.

Minimalisatie van ernstige napijn
In eerdere studies werden meer symptomen en meer pijn bevonden bij eenmalige sessie-behandelingen dan bij behandelingen gespreid over meerdere sessies. De onderzoekers van deze nieuwe studie wilden bekijken of een eenmalige zitting deze flare-ups voor patiënten zou minimaliseren.

Onderzoek
De studie werd gedaan onder 200 patiënten, waarvan 116 mannen, die een eenmalige sessie-behandeling ondergingen bij Piryank’s afdelingen aan het Hazaribagh College of Dental Sciences & Hospital tussen mei 2011 en juni 2012.

De patiënten werden onderverdeeld in vier gelijke groepen, gebaseerd op leeftijdscategorieën. Bij elke patiënt werden leeftijd, geslacht, het tand type dat werd behandeld, de periapicale status en de pulp status genoteerd, voorafgaand aan de behandeling. Ook werden de te behandelen tanden geïsoleerd van de overige tanden met een rubberdam, en werd er gebruik gemaakt van een lokaal verdovingsmiddel. Bij 70 van de patiënten werden periapicale pathologieën gevonden. Irrigatie werd gedaan met een van de volgende drie oplossingen: 2,5% sodium hypochlorite, ethylenediaminetetraacetic zuur, of cycloheximide.

Resultaten
Van alle onderzochte patiënten die een eenmalige sessie-behandeling ondergingen, bevonden slechts zes patiënten flare-ups. Deze kwamen slechts voor in de groep van 11 tot 20 jarigen en in de groep van 21 tot 30 jarigen.

Van de 70 patiënten die last hadden van periapicale pathologieën, gaven 4 aan last te hebben van flare-ups. Gelijkerwijs kwamen uit de 122 patiënten waarbij de behandeling focuste op pulp weefsels vier gevallen van flare-ups naar boven.

De onderzoekers bevonden dat terwijl de pijn na de behandelingssessies, pijn tussen de afspraken door en zwellingen de meest voorkomende endodontische flare-ups zijn, deze wel vaak kort duren en geen significante problemen veroorzaken. Dit komt overeen met eerdere studies.

“Wat betreft endodontische flare-ups lijken eenmalige sessie-behandelingen een veiligere en meer effectieve procedure dan behandelingen verspreid over meerdere sessies – zeker als het gaat over patiënten met periapicale pathologieën”, aldus de onderzoekers.

Bron:
Journal of contemporary dental practice

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Casus: Verhevenheid regio 14-15

Een 50-jarige vrouw presenteerde zich tijdens een bezoek aan de tandarts-algemeen practicus. Zij vertelde het volgende: “Mijn arts zegt dat ik een infectie aan één van mijn rechter kiezen in de bovenkaak heb”.  Ze kon een verhevenheid van weefsel aanwijzen tussen de 14 en 15. De arts had haar een recept voor Keflex meegegeven voor deze “infectie”. In de medische anamnese komt verder een allergie voor penicilline en een historie van Herpes type 1 en 2 voor.

Klinische beoordeling liet een roze, 6 mm dikke, stevige verhevenheid van botweefsel zien met afmetingen van 12x12mm. Het was niet gevoelig bij palpatie en bloedde niet gemakkelijk bij manipulatie (Fig. 1 en 2). Röntgenologisch beoordeling leverde geen afwijkingen op (Fig. 3).

Wat is uw differentiaal diagnose en welke behandeling stelt u voor?

Differentiaal diagnose

  • Pyogeen granuloom
  • Hormonale tumor
  • Fibreuze hyperplasie
  • Osteosarcoom
  • Chondrosarcoom
  • Gemetastaseerd carcinoom
  • Perifeer odontogeen fibroom

Definitieve diagnose: Perifeer ossificerend fibroom
Een perifeer ossificerend fibroom (POF) wordt beschouwd als onderdeel van de laesies die worden beschreven als “een toename in de grootte van een orgaan of weefsel als gevolg van een toename in aantal van zijn samenhangende cellen, als een locale reactie van het weefsel op schade.”(1) POF, een benigne overgroei van gingiva, (1) is de vaakst voorkomende vorm van een odontogeen fibroom. (2) Men denkt dat het ontstaat uit het overliggende gingiva-epitheel. Het bevat geregeld gecalcificeerde cementresten (1) en deze calcificaties kunnen, als significant genoeg aanwezig, zichtbaar zijn op een röntgenfoto als kleine radiopaciteiten. Een POF bevindt zich meestal ter plaatsen van een interdentale papil en zal vaak aangrenzende elementen van elkaar verwijderen.

“Ongeveer 50% van POFs ontwikkelt zich bij patiënten met de leeftijd van 5 tot 25 jaar, overwegend bij vrouwen. Acht procent ontwikkelt zich anterior van de molaren.”(1) Wanneer de laesie is ontstaan, is een typisch erythemateus oppervlak zichtbaar, hetgeen ontstaat door chronische irritatie. Behandeling bestaat uit excisie waarbij geprobeerd wordt de onderliggende verbinding met het bot te verwijderen. Het risico op recidief is 13%-16%. (1)

De patiënt in deze casus werd verwezen naar een kaakchirurg voor beoordeling en biopsie. De laesie werd verwijderd en opgestuurd voor pathologisch onderzoek, dat uitwees dat de laesie een perifeer ossificerend fibroom was (Fig. 4,5,6) . Het defect van de gingiva dat ontstaan was na verwijdering van het fibroom zal later middels een geëpithelialiseerd bindweefseltransplantaat (free gingival graft) hersteld worden. De patiënt ervaart verder geen complicaties.

Casus: Verhevenheid regio 14-15
Figuur 1

Casus: Verhevenheid regio 14-15
Figuur 2

Casus: Verhevenheid regio 14-15
Figuur 3

Casus: Verhevenheid regio 14-15
Figuur 4

Casus: Verhevenheid regio 14-15
Figuur 5

Casus: Verhevenheid regio 14-15

Figuur 6

Referenties

  1. Wood NK, Goaz PW. Differential Diagnosis of Oral and Maxillofacial Lesions. 5th ed. St. Louis, MO: Mosby; 1997:130–143.2.
  2. Sapp JP, Eversole LR, Wysocki GP. Contemporary Oral and Maxillofacial Pathology. St. Louis: MO: Mosby; 1997:140–141.

Bron:
Dentistry.iq.com

Lees meer over: Casus, Kennis
funderingsrestauraties

Funderingsrestauraties bij avitale elementen

Na endodontisch behandelen van een gebitselement, moet er een keuze gemaakt worden over hoe het element gerestaureerd gaat worden. Welke afwegingen spelen een rol bij het vervaardigen van een (adhesieve) funderingsrestauratie? Moet er wel of geen wortelstift gebruikt worden? Welke stiften zijn tegenwoordig beschikbaar en wanneer zijn deze dan geïndiceerd?

Een endodontisch behandeld element… en nu?
Nadat een gebitselement endodontisch behandeld is, moet er een keuze gemaakt worden over hoe het element gerestaureerd gaat worden. Endodontisch behandelde elementen met uitgebreid weefselverlies moeten worden opgebouwd. Hiervoor zijn allerlei materialen en methoden beschikbaar. Maar wat zijn de afwegingen die een rol spelen bij het vervaardigen van een (adhesieve) funderingsrestauratie? Moet er wel of geen wortelstift gebruikt worden? Welke stiften zijn tegenwoordig beschikbaar en wanneer zijn deze dan geïndiceerd?
Bij het uitvoeren van een endodontische behandeling treedt er zowel extern als intern weefselverlies op. Dit verlies moet worden aangevuld. Vroeger werd er standaard een kroon geplaatst op endodontisch behandeld element. Is dit tegenwoordig met de adhesieve technieken nog nodig?

Adhesieve funderingsrestauratie
Er zijn vier verschillende adhesieve funderingsrestauraties. Deze zijn als volgt:

  1. Vezelstift, funderingsrestauratie, indirecte restauratie
  2. Funderingsrestauratie met indirecte restauratie
  3. Vezelstift met directe restauratie
  4. Directe restauratie

Stift

Vroeger werd er vaak standaard een stift geplaatst na het uitvoeren van een endodontische behandeling. Dat is tegenwoordig niet meer het geval. Het plaatsen van een stift is een extra risico op wortelbreuk en er treedt (nog) meer weefselverlies op.

Bij het plaatsen van een stift wordt er gebruik gemaakt van het wortelkanaal om meer resistentie en retentie te creëren voor de funderingsrestauratie. De keuze om wel of geen wortelstift te plaatsen is afhankelijk van de hoeveelheid restdentine en de vorm hiervan. Bij molaren is er vaak voldoende retentie te verkrijgen vanuit de pulpakamer. Een stift is sneller geïndiceerd bij een éénwortelig gebitselement.

De resultaten van een 17-jaars overlevingsstudie (Fokkinga et al. 2007) laten zien dat er geen significant verschil bestaat tussen een gegoten stiftopbouw (85%), een prefab metalen stift (84%) of geen stift (88%). Al deze gebitselementen waren voorzien van een indirecte kroon en hadden een goede ferrule. Ook zonder indirecte restauratie waren er geen significante verschillen tussen de verschillende soorten stiften. Geconcludeerd kan worden dat een metalen stift over het algemeen overbodig is.

Vezelstift

Er zijn verschillende stiften verkrijgbaar. Hieronder worden de prefab en de individuele vezelstiften toegelicht.

  1. Prefab vezelstiften
    Vorm en lichtgeleiding verschillen per merk. De elasticiteitsmodulus ligt dicht bij die van dentine. Deze stiften kunnen adhesief gecementeerd worden.
  2. Individuele vezelstiften
    Hieronder vallen de polyethyleenvezelbundels en glasvezelbundels. Bij individuele vezelstiften moet altijd een kunstofmatrix toegevoegd worden (bonding). Het voordeel van deze methode is dat er alleen guttapercha uit het kanaal verwijderd hoeft te worden: de vezelstift kan worden aangepast aan de vorm van het kanaal. Er kunnen meerdere vezelbundels gebruikt worden om het kanaal op te vullen.

Uit de resultaten van verschillende vezelstift-studies (Cagidiaco et al. 2008; Dikbas and Tanalp 2013), kan geconcludeerd worden dat vezelstiften beschermen tegen fractuur. De risico’s zijn het loskomen van de vezelstift en breuk van de stift. Frontelementen lopen een groter risico op falen. Afwezigheid van approximaal contact of een brugpijlerconstructie lopen ook extra risico op falen.

Stift nodig of overbodig?

Voor de indicatie van het plaatsen van een vezelstift speelt de factor resterend dentine een grote rol. Hierbij is de vraag wat de definitie ‘resterend dentine’  inhoudt.

Yang et al. (2015) keek in zijn studie naar de hoeveelheid resterend dentine en het risico op falen bij elementen met een vezelstift. Bij afwezigheid van de coronale wanden is er een verhoogde kans op falen. De rol van het ‘ferrule effect’ kon nog niet geheel worden aangetoond bij deze elementen.

Zhu et al. (2015) onderzocht het effect van een vezelstift op het faalpercentage van gerestaureerde endodontische behandelde elementen.
Uit de resultaten was te concluderen dat het risico op overall falen (catastrofaal en reparabel) significant groter is bij elementen zonder een vezelstift dan bij elementen met een vezelstift.

Ook alleen de kans op catastrofaal falen (niet reparabel) is significant groter wanneer er geen vezelstift wordt gebruikt. Bij gebitselementen met minder dan drie dentine-wanden is het risico op catastrofaal falen significant groter voor bij element zonder vezelstift in vergelijking met element met een vezelstift. De vezelstift heeft dus eigenlijk een gunstige invloed. In tegenstrijd met wat er voorheen gedacht werd lijkt de vezelstift dus catastrofale mislukkingen te reduceren.

Procedure prefab vezelstift

Hieronder volgt de procedure bij het plaatsen van een prefab vezelstift.

  • Diepte
    De verloren klinische kroonlengte is een goede lengte. Belangrijk is dat er een goede apicale afsluiting gewaarborgd blijft. Ook moet er rekening gehouden worden met een eventuele wortelkromming.
  • Moment
    Om het risico op lekkage te verkleinen is het aan te bevelen een stift korttijdig na het afmaken van de endodontische behandeling te plaatsen.
  • Breedte
    Hierbij geldt dat de dikte van de eerst passende stift goed is. Hierbij moet de kanaalvulling volledig verwijderd en de kanaalwanden schoon zijn voor een optimale hechting. Met de bijbehorende preparatieboren kunnen de wanden schoon geprepareerd worden.
  • Vorm
    Er bestaat geen significant verschil in overlevingspercentage op basis van de vorm van een vezelstift (Signore et al. 2009). Dus baseer dit op de vorm van het kanaal!
  • Inkorten stift
    Een stift kan worden ingekort met een diamantboor of schijf, zowel voor of na cementeren. Een stift mag alleen geknipt worden indien de matrix nog niet is uitgehard.
  • Voorbehandeling
    De hechting tussen stift en cement is beter dan tussen dentine en cement. De volgende stappen moeten uitgevoerd worden:1. Kanaal schoon prepareren. Check dit met de microscoop.
    2. Kanaal naspoelen met water voor neutralisatie van het oppervlak.
    3. Kanaal drogen met paperpoints.
    4. Stift schoonmaken met alcohol of ets
    5. Stift bevochtigen (silaniseren met bijvoorbeeld ceramic primer)
  • Cementkeuze
    Er kan worden gekozen voor een dual cure composietcement of voor een opbouwcomposiet.  Hierbij is het belangrijk dat het cement vloeibaar genoeg is. Het cement kan worden aangebracht met een speciale endo-tip. Het is erg belangrijk om de instructies van de fabrikant op te volgen. Bij een zelf-hechtend systeem moet er namelijk vooraf niet geëtst worden.
  • Overwegingen
    Wanneer er wordt gekozen om het element te restaureren met een directe restauratie dan kan er gekozen worden voor posterior composiet.  Opbouwcomposiet kan gebruikt worden wanneer er een indirecte restauratie vervaardigd wordt.
  • Bedekking vezelstift
    Langere blootstelling aan vocht is niet goed voor een vezelstift. Wanneer er dus nog een indirecte restauratie vervaardigd worden dan is het minder kritisch als de stift niet geheel bedekt is, in alle andere gevallen wel.

Conclusies

  • Een wortelstift geeft retentie en resistentie voor de funderingsrestauratie.
  • Vezelstiften hebben een gunstige invloed op de overleving van endodontisch behandelde elementen met weinig restmateriaal.
  • Bij elementen met minder dan drie resterende dentinewanden is het advies om een vezelstift te plaatsen.
  • Pas de juiste hechtmethode toe bij het plaatsen van een stift.

Wietske Fokkinga heeft dertien jaar in een algemene praktijk gewerkt en is sinds haar afstuderen verbonden aan de vakgroep Orale Functieleer (Radboud UMC). Als onderdeel van haar promotie (2007) deed ze onderzoek naar de plastische opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen. Thans is ze (PAO-T) docent en coördinator tandheelkundig onderwijs, onderzoeksbegeleider, voorzitter van de opleidingscommissie en behandelt ze een dag per week patiënten op verwijzing in de CCT (Centrum voor Complexe Tandheelkunde).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Wietse Fokkinga tijdens het najaarscongres van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z