Voorbeeldfilmpjes

Voorbeeldfilmpjes Gewoon Gaaf met motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering is een constructieve manier om in te zetten bij Gewoon Gaaf. Goede sturende gespreksvoering, waarbij de patiënt met zijn zorgbehoeften, wensen en mogelijkheden centraal staat, is nog niet eenvoudig. Het Ivoren Kruis maakte daarom zes voorbeeldfilmpjes.

Bij Motivational Interviewing is en blijft de patiënt verantwoordelijk voor de eigen keuzes en gedrag ten aanzien van zijn mondgezondheid. Motivational Interviewing motiveert niet door te overtuigen, maar door de eigen motivatie van de patiënt te vergroten. Hierin is wel degelijk te sturen door het stellen van de juiste vragen.

Voorbeeldfilmpjes

Hoe kun je de overgang naar Gewoon Gaaf ter sprake brengen?
De moeder staat open voor een overgang naar Gewoon Gaaf voor haar derde kindje.

Hoe kun je de overgang naar Gewoon Gaaf ter sprake brengen?
Deze moeder schrikt. Ze heeft weerstand tegen de overgang naar de nieuwe methode voor haar derde kindje en ziet op tegen het korte terugkominterval. De mondzorgverlener neemt de weerstand weg.

Hoe leg je uit dat de ouder verantwoordelijk is voor het kindergebit?
De moeder legt de verantwoordelijkheid voor het gebit bij haar dochter. In dit gesprek stuurt de mondzorgverlener aan op gedragsverandering in de vorm van dagelijks napoetsen.

Hoe leg je uit dat fluoridebehandelingen en sealants bij Gewoon Gaaf niet meer standaard bij het behandelprotocol horen, maar op indicatie van risico gebeuren?
Deze moeder is verbaasd dat haar zoon geen fluoridebehandeling krijgt en dat zijn tanden niet worden geseald. Dat gebeurde toch altijd? De mondzorgverlener neemt weerstand weg.

Hoe stimuleer je mondhygiënegedrag bij een puber?
Deze toegankelijke puber denkt dat ze haar gebit goed verzorgt. Ze baalt dat ze een gaatje heeft. De mondzorgverlener stimuleert haar mondzorggedrag vol te houden en het nóg beter te gaan doen.

Hoe maak je contact met een puber? 
De informatie die de mondzorgverlener geeft doet de ‘niets’. Er is geen contact. Te zien is hoe de mondzorgverlener contact maakt met de puber. Als het contact er eenmaal is, kan de mondzorgverlener de puber wel bereiken en stimuleren meer zijn best te doen bij de verzorging van zijn gebit.

Gewoon Gaaf
Gewoon Gaaf is een individuele cariëspreventiemethode op basis van risico-inschatting voor kinderen van 0-18 jaar en hun ouders. Gewoon Gaaf laat ouder en kind inzien wat hun eigen invloed is op het ontstaan en vooral het voorkomen van cariës. Wie goed zijn tanden poetst en er een verstandig consumptiepatroon op nahoudt, kan zijn gebit gewoon gaaf houden. Tandartsen, mondhygiënisten en (preventie)assistenten zetten zich in de zelfzorg van ouder en kind te stimuleren.

Bekijk ook het stappenplan Gewoon Gaaf.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video
Google

Google: de weg naar nieuwe patiënten

Meer en meer patiënten plegen Google raad bij pijn, voordat zij naar een praktijk toe stappen. Naast de nodige tips en tricks komen zij hier ook in aanraking met artsen en praktijken. Om deze reden is goede zichtbaarheid op internet dan ook steeds belangrijker aan het worden voor elke tandarts. Doe de testen en kom erachter of u zelf goed vindbaar bent of niet!

Stap 1 – Ben ik zichtbaar?

Een goede eerste stap om erachter te komen of u wel of niet goed zichtbaar bent is het simpelweg googelen van “tandarts [plaatsnaam]”, aangezien dit bij verre weg de meest gebruikte manier is waarop mensen u zullen proberen te vinden. Vervolgens kan u op verschillende manieren verschijnen.

Algemene advertentiepagina’s
Naamsvermelding op bijvoorbeeld startpagina’s zorgt voor vindbaarheid, maar daar houdt het dan ook op. Hier zullen vaak ook andere praktijken op vermeld staan waardoor dit geen ‘unieke aandacht’ oplevert.

Google Maps
Ideaal is het als u direct bovenaan de pagina verschijnt, met praktijknaam en – website en een pinnetje op een kaart van Google Maps. Heel duidelijk en het zorgt dat iedereen direct weet waar ze moeten zijn. Om hierop te komen moet Google uw bedrijf kwalificeren.

Eigen praktijkwebsite
Een goede praktijkwebsite is veel waard. U kunt hier niet alleen veel informatie kwijt, maar ook kunt u, met de juiste online strategieën, zorgen dat u op meer dan een manier vindbaar wordt.

Stap 2 – ‘Ego-googelen’

U bent niet de enige die dingen over uzelf en uw praktijk verspreid op internet – nee, ook anderen doen dit, en dat gaat tegenwoordig snel. Zoek daarom eens op uw praktijknaam en kijk wat u tegenkomt, ook naast uw eigen website en Google Maps-tekentje. Zo zijn er meerdere recensie-websites en uiteraard ook een breed scala aan sociale media waar van alles op wordt verspreid. Sociale media is überhaupt ook een goede om zelf actief op te zijn – zowel om te lezen wat er over de praktijk wordt gezegd als om de praktijk te promoten.

Bron:
ZWP online.de

 

Lees meer over: E-health, Kennis
gebitsslijtage

Is ernstige gebitsslijtage altijd ernstig?

Tandartsen zien steeds patiënten met ernstige gebitsslijtage. Voordat er een goed behandelplan gemaakt kan worden, is het belangrijk de oorzaak van slijtage te achterhalen. Wanneer kunt u het beste behandelen en wat zijn de behandelopties?

Verslag van de lezing van dr. Bas Loomans.

Etiologie slijtage
Voordat er een goed behandelplan gemaakt kan worden, is het belangrijk de oorzaak van slijtage te achterhalen. Zo is erosie onder andere te herkennen aan slijtage op de ‘niet-kauwvlakken’, overstaande vullingen en verschillen in slijtage van glazuur en dentine. Voor slijtage met een mechanische component geldt dat de afname van dentine en glazuur gelijk is. Het is goed om altijd oplettend te zijn, soms kan er een vreemde verdeling van aangedane elementen zijn.

Alleen door een goede diagnose te stellen kan de patiënt bewust worden gemaakt van het probleem en kunnen er preventieve maatregelen getroffen worden. De diagnose is leidend voor het behandelplan. Zonder goede diagnose ook geen prognose.

Klinisch onderzoek naar ernstige gebitsslijtage: ESO-project
Het doel van dit project is het onderzoeken van de diagnostiek en etiologie van ernstige slijtage. Onderzoekspatiënten moeten volledige tandbogen hebben met ernstige gegeneraliseerde slijtage.
Er worden twee verschillende behandelstrategieën vergeleken:

  1. Niet-restauratieve behandelopties (counseling & monitoring)
  2. Restauratieve opties

Voor dit onderzoek zijn 172 patiënten geïncludeerd. 27% is vrouw en 101 patiënten zijn restauratief behandeld. Recall vindt plaats na 1,3 en 5 jaar.

Processen in de mond
Verschillende factoren hebben invloed op het ontstaan van slijtage:

  1. Chemische processen: zuren, reflux, medicatie, eetstoornis.
  2. Modificerende factoren: speeksel, kauwkrachten, weke delen en hun bewegingen (bijv. tong), abnormale eet- en drinkstoornissen.
  3. Mechanische processen: klemmen, knarsen.

Bij slijtage is er meestal sprake van een combinatie van factoren waarbij erosie de katalysator is.

Reflux en bruxisme
De individuele factoren ‘reflux’ en ‘bruxisme’ zijn belangrijk etiologische factoren.

1. Bruxisme

Typisch voor mensen die klemmen is dat er afdrukken van de gebitselementen zichtbaar zijn in het gebit. Ook is de m. Masseter vaak beiderzijds hypertrofisch. Bruxisme verhoogt de kans op falen van posterieure restauraties met factor 2,7. Bewustwording en uitleg van de aanwezigheid van bruxisme is erg belangrijk.

2. Reflux

Aanwezigheid van reflux komt vaker voor dan men denkt. Meestal is er sprake van een eetstoornis of overgeven. Klinische symptomen zijn zuurbranden, regurgitatie, dysfagie, chronisch heesheid, hoesten en een geïrriteerd palatum (rood en jeukend). Het is niet voor iedereen bekend dat er sprake is van reflux. Bij afwezigheid van klinische symptomen wordt er vaak gesproken van een ‘silent refluxer’.  Naar schatting lijkt dat 40% van onderzoekspatiënten (ESO-project) een link met reflux heeft. Wanneer u als tandarts een vermoeden heeft dat er sprake is van reflux dan kan de patiënt worden doorverwezen naar de huisarts zodat er een maagzuurremmer voorgeschreven kan worden.

Conclusie etiologie

  • De eerste stap is kijken hoe slijtage zich presenteert.
  • Kijk naar klinische verschijningsvormen.
  • Bedenk dat ernstige gebitsslijtage bijna altijd multifactorieel is.
  • Vorm een beeld in hoeverre mechanische, chemische en modificerende factoren een rol hebben.
  • Het geeft niet een direct antwoord of er een behandelnoodzaak bestaat.

Overweging wel of niet restauratief ingrijpen bij slijtage
Wanneer er sprake van slijtage is, kan men kiezen om restauratief te behandelen maar ook om (eerst) niets te toen. Deze keuze tussen restauratief en niet-restauratief behandelen is onder andere afhankelijk van de hulpvraag van de patiënt. Wanneer er geen hulpvraag is, dan is afwachten een goede keuze mits de pulpa niet (bijna) blootligt.

Niet-restauratief behandelen – counseling & monitoring.
Vaak is er een trage progressie van slijtage en zijn er periodes van activiteit en inactiviteit. Een terughoudende houding kan daarom op zijn plaats zijn. Counseling & monitoring is ook bij een hoge mate van slijtage mogelijk. Door de behandeling uit te stellen, wordt ook de herbehandeling uitgesteld. Dit is een voordeel.

Het is wel belangrijk om de progressie te monitoren. Dit kan door gebitsmodellen te vervaardigen of door een 3D scan te maken. Voordeel van niet-restauratief behandelen is dat de patiënt probleemeigenaar is en zelf inziet of het goed of fout gaat. Indien er uiteindelijk wel noodzaak tot behandeling blijkt te zijn dan is er een beter commitment (shared decision making). Het risico op ‘supervised neglect’  is onterecht bij correcte dossiervoering.

Klinische procedure

  • Afdrukken maken (eventueel digitaal)
  • Intra-orale opnames maken
  • Preventieve adviezen geven
  • Notatie in dossier
  • Deze procedure moet elke drie jaar herhaald worden mits er geen eerdere hulpvraag is.

Opties in zijdelingse delen bij ernstige slijtage
Het restauratief behandelen van slijtage kan op verschillende manieren. De volgende technieken zijn bekend.

  1. Traditionele Dahl behandeling

Door alleen een frontcontact aan te brengen, zal occlusie zich herstellen door eruptie in de zijdelingse delen en intrusie in het front. Vaak is er na een paar maanden weer contact zijn tussen de kiezen.

  1. Posterior Dahl

Deze techniek wordt toegepast wanneer er alleen slijtage is van de achterste molaren. Deze molaren worden alleen opgebouwd tot maximaal ongeveer 2 millimeter. Hierdoor wordt er eerst een open beet gecreëerd en dit voelt vreemd aan voor de patiënt. Het blijkt dat de occlusie na 2 weken weer goed is en dat de  patiënt weinig discomfort ervaart. Er zijn ook gevallen bekend waarbij deze techniek niet werkt, meestal omdat er sprake is van te weinig occlusale kracht.

  1. Revolutionaire techniek

Deze techniek wordt beschreven in een artikel van Banerji et al. (2014). Elementen waarbij sprake is van een Crack Tooth Syndrome worden overkapt met 2 millimeter composiet. Het grootste deel van patiënten is hiermee van de pijn af. Na een paar maanden is het element geïntrudeerd en kan er een definitieve vulling gemaakt worden. Van de 151 patiënten waren er 20 falers en 4 patiënten die de behandeling niet accepteerde.

  1. Volledig opbouwen

Het volledig opbouwen is mogelijk met verschillende materialen zoals direct, indirect of hybride (combinatie van direct en indirect) composiet. Uit een subgroep van 35 patiënten van het ESO-onderzoek blijkt dat composietrestauraties een overlevingspercentage van 93% hebben na 4 jaar. Er is sprake van falen bij verkleuring, chipfractuur, cohesieve fractuur of bulkfractuur. Frontvullingen blijken het slechtst te doen, gevolgd door molaren en premolaren.

Tussen direct en indirect composiet lijken verschillen te zijn in faalgedraag. Indirecte composietrestauraties kunnen dwars door de kroon van de dragende of niet-dragende knobbel breken. Een goede verklaring voor dit verschil is er (nog) niet.

Take home message

  • Gebitsslijtage is bijna altijd multifactorieel
  • Herken individuele slijtagefactoren
  • Counseling & monitoring is ook behandelen
  • Hanteer minimaal invasieve behandeltechnieken
  • Composiet rehabilitaties lijken het goed te doen in deze patiëntengroep
  • Partieel opbouwen is posterior mogelijk (Dahl)

Bas Loomans is in 2007 gepromoveerd op het gebied van de adhesieve tandheelkunde. Hij is senior-onderzoeker op het Radboudumc en is betrokken bij onderzoek, onderwijs, postacademische cursussen en geeft lezingen in binnen- en buitenland. In 2008 heeft hij als gastdocent/onderzoeker op de KU Leuven gewerkt (Prof.dr. B. van Meerbeek). Hij is op dit moment projectleider van een klinisch onderzoek naar de etiologie en behandeling van ernstige gebitsslijtage aan het Radboudumc in Nijmegen. Naast zijn aanstelling op de universiteit is hij twee dagen per week werkzaam als algemeen practicus in een verwijs- en groepspraktijk in Nijmegen, waar zijn speciale aandacht uitgaat naar de adhesieve en reconstructieve tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Bas Loomans tijdens het congres Posterior2016 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
parodontitis

60% meer kans op hart- en vaatziekte bij parodontitis

Nicky Beukers heeft als eerste in Nederland een grootschalig onderzoek gedaan naar de relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten. In andere landen werd dit al eerder onderzocht.

Onderzoek onder 60.000 patiënten
Beukers, tandarts-parodontoloog aan het ACTA, onderzocht de gegevens van ruim 60.000 patiënten van ACTA en studeerde hiermee cum laude af in de parodontologie. Zij concludeert dat de kans dat iemand een hart- en vaatziekte heeft zestig procent groter is als deze patiënt ook parodontitis heeft. Dit geldt ook als andere invloeden zoals hoge bloeddruk en een verhoogd cholesterol worden meegenomen.  Zij stelt: “Het is nog niet duidelijk of de tandvleesontsteking zélf daadwerkelijk zorgt voor een hogere kans op hart- en vaatziekten, maar er zijn wel allerlei plausibele verklaringen.” De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in de Journal of Epidemiology & Community Health.

Wat is eerst?
In een vervolgstudie gaat Beukers onderzoeken wat eerst is: parodontitis of hart- en vaatziekte. Zodra de resultaten van dit onderzoek beschikbaar zijn kan met meer zekerheid worden aangegeven of parodontitis een oorzaak is van hart- en vaatziekten.

Bron:
ACTA en Journal of Epidemiology & Community Health

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z
poetsles in Kidsfabriek

Mondhygiënisten razend populair tijdens Kidsfabriek

Op 20 augustus vond in de SPP-hal in Ulft de Kidsfabriek plaats. Bij dit gratis event voor kinderen van 4-12 jaar werd mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna voor de derde keer uitgenodigd. Organisator en vrijwilliger Jan ten Asbroek: “Ik had het niet verwacht toen we haar voor de eerste keer uitnodigden dat het zo’n succes zou worden.”

Jan vervolgt: “We wilden graag tussen die zoete ranja en pannenkoeken een gezondheidsthema hebben, maar we hadden er een hard hoofd in dat de kinderen de mondhygiënist echt leuk zouden vinden. Maar vanaf het eerste jaar loopt het bij de mondhygiënisten juist storm. Lieneke houdt niet van half werk en weet ook nog eens de media goed te vinden waar we haar heel dankbaar voor zijn.”

Oren, ogen en handen te kort
Het event de Kidsfabriek trok vorig jaar 1200 kinderen en nadat het team aan mondhygiënisten vorig jaar al was uitgebreid naar 4, moesten er dit jaar zelfs 7 mondhygiënisten ingezet worden. Dit aantal maakte dat Lieneke een heus draaiboek in elkaar moest zetten.  Het bijna verdubbelde aantal mondhygiënisten bleek echter nog te weinig. Mondhygiënist Christiane Westerman: “Ik kon dit keer wel wat relaxter werken doordat we hadden afgesproken om één ding tegelijk te doen. Toch stonden er kinderen letterlijk in de rij voor een poetsles.”

De kinderen konden naast poetsles via motivational interviewing ook een workshop pH-meten van diverse drankjes volgen en via posters een quiz doen. Voor de allerkleinste was bedacht om voorlees-sessies te houden uit het boekje Johnny Joker maar daar kwamen ze in het geheel niet aan toe.

poetsles in Kidsfabriek

Wetenschappelijk onderzoek
Tijdens de Kidsfabriek werd er een wetenschappelijk onderzoek gehouden, net als vorig jaar. Met dat verschil dat er vorig jaar een onderzoek werd gedaan naar de houding van de ouders ten opzichte van poetsen en voeding en dit jaar werd er een vragenlijst doorgenomen met de kinderen. Hierbij werd onderzocht of er een gedragsbeïnvloeding werd bewerkstelligd door de mondhygiënisten. Zouden zij hun poetsgedrag en eetpatroon veranderen? Zouden ze na deze indrukken naar de mondhygiënist in de praktijk willen gaan? Als de kinderen de poetsles volgden en de vragenlijst in hadden gevuld onder leiding van Yvonne Buunk-Werkhoven of Lieneke Steverink-Jorna konden ze een gesponsorde goodybag mee naar huis nemen. Doordat de kinderen deze tas de hele dag met zich meedroegen, maakten ze als het ware reclame waardoor er nog meer kinderen naar de Mondhoek kwamen.

De onderzoeken van vorig en dit jaar kunnen leiden tot een wetenschappelijk artikel. In juni is er al een posterpresentatie in Basel (Zwitserland) geweest van de eerste resultaten tijdens het International Symposium Dental Hygiene. Deze poster hing ook bij de ingang van de Kidsfabriek.

poetsles in Kidsfabriek

Favoriet
Tijdens het geven van een poetsles werd Lieneke gevraagd om even naar een vrouw te luisteren die bij haar was aangeschoven. Deze vrijwilligster had bij de uitgang gestaan en pikte daar de reacties op van de vertrekkende kinderen. “Je zult het niet geloven, maar als ik vraag wat ze het leukste vonden van de hele Kidsfabriek, dan noemen de meeste kinderen jullie! Zelfs bij een 14-jarige puber waren jullie favoriet”, zei de vrouw. Bij het horen van dit goede nieuws, gaven de mondhygiënisten elkaar een high five. “Daar deden ze het voor, zegt Lieneke”.

Ook hield de regionale krant De Gelderlander een interview en maakte een cameraman een impressie. Deze impressie wordt binnenkort via de NVM verspreid.

poetsles in Kidsfabriek

Plannen
Mondhygiënist Kristine Takrovskaja: “Ik weet dat er in Amsterdam een fabriekshal is die ook maar één keer per jaar wordt gebruikt. Misschien kan daar ook zoiets worden opgezet samen met andere ondernemers?”

Voor volgend jaar heeft Lieneke nu al plannen. “Zodra we de cijfers hebben uitgewerkt, kunnen we nog doelgerichter werken. We hebben al een korte evaluatie gehouden met de mondhygiënisten zodat we volgend jaar nog meer kunnen focussen. We hebben waarschijnlijk al bereikt dat kinderen en hun ouders vertrouwd raken met het begrip ‘mondhygiënist’ en weten we kennis en vaardigheden te vergroten. Maar ik merk nog onvoldoende dat de kinderen nu echt naar de praktijk willen komen en ook is het nog te onbekend wat het vak van Mondhygiënist nu precies inhoudt. Bovendien heb ik nog niet kunnen bereiken dat het een feestje wordt voor alle professionals in de mondzorg. Tot nu toe heb we alleen op de vloer kunnen staan met mondhygiënisten en het zou zo mooi zijn als we met zijn allen onze goede intenties zouden kunnen laten zien. Dat we naar voren kunnen komen als een compleet mondzorgteam. Samenwerken in de mondzorg is ontzettend belangrijk en juist bij promotie van preventieve mondzorg zou je heel goed samen naar buiten kunnen komen. Ik zou het fantastisch vinden als tandartsen het project zouden willen steunen”, zegt Lieneke.

Wie
Lieneke werd tijdens de Kidsfabriek ondersteund door mondhygiënist, psycholoog en wetenschapper Yvonne Buunk-Werkhoven waarmee ze tevens een wetenschappelijk artikel zal schrijven. De andere vrijwillige mondhygiënisten waren: Nevin Kenger, Christianne Westerman, Kristine Takrovskaja, Madelon Voortman en Dorien Freriks. Allen waren moe maar voldaan na de Kidsfabriek ’16. Op naar 2017!

kidsfabriek-team- poetsles

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video
10 tips

10 tips voor gastvrijheid in de praktijk

In de horeca gaat men ervan uit dat u vriendelijk wordt ontvangen, de horeca  gelegenheid er netjes uitziet en zo ook uw gastheer. Dat u vriendelijk wordt aangesproken en aandacht krijgt van de medewerkers. Eigenlijk zou dat in een tandartspraktijk niet anders moeten zijn. Een tandartspraktijk is immers ook een dienstverlenende organisatie waar u gasten ontvangt.

10 tips
Willem Reimers gaf daarom tijdens het Event voor de Balie Assistent 2014 tien gastvrijheidstips die direct in uw praktijk toepasbaar zijn:

  1. Kleren maken de man (of vrouw). Wees dan ook nooit underdressed, maar zeker ook niet overdressed. Beperk daarbij uw sieraden en make up tot een minimum.
  2. Behandel de patiënten als gast. Het zijn uw vrienden niet.
  3. Tutoyeer nooit, maar vousvoyeer.
  4. Een slechte ontvangst is een slechte presentatie voor de praktijk. Hetzelfde geldt voor het vertrek, want de laatste ervaring blijft het beste hangen bij de patiënt.
  5. Sta op als de patiënt voor het eerst komt en geef hem een hand.
  6. Wees gemeend vriendelijk en netjes.
  7. Noem zoveel mogelijk de patiënt bij naam.
  8. De telefoon is de grootste moordenaar. Geef ook daar de patiënt de volste aandacht.
  9. Wees duidelijk en eerlijk naar de patiënt toe, maar verhef nooit uw stem.
  10. Niet schoon: geen excuus: ook niet in de ontvangstruimte. De praktijk mag oud en gedateerd zijn, maar nooit vies of rommelig.

Verslag door Anna Berends van Loenen (Qanz), www.balie-assistent.nl
Anna begeleidt tandartspraktijken met management en organisatie vraagstukken. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie, balie en praktijkmanagement.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Nieuwe app ontmoedigt jongeren om te gaan roken met selfie

De nieuwe app Smokerface wil jongeren ontmoedigen om te gaan roken. Aan de hand van een selfie kan de app aantonen hoe je er later uit gaat zien als je rookt.

Transformatie
De applicatie transformeert de selfie op basis van wetenschappelijke data. In 3D wordt vervolgens aangetoond hoe je eruit zou kunnen zien in 1-15 jaar als je rookt. Roken versnelt namelijk het verouderingsproces van de huid.

Informeren
Titus Brinker, de ontwikkelaar van de applicatie, geeft aan dat het niet de bedoeling is om jongeren bang te maken maar om ze te informeren wat roken met je huid kan doen. Volgens Brinker is het voor jongeren heel erg belangrijk om er goed uit te zien. Daarom zou de applicatie helpen om roken te ontmoedigen, aangezien het duidelijk aangeeft wat de gevolgen zijn.

Bestrijding tabaksgebruik
Harvard Professor Nancy Rigotti, directeur van het Tobacco Research and Treatment Unit van het Massachusetts General Hospital: ” Op het gebied van de bestrijding van het tabaksgebruik is er behoefte aan nieuwe en betere manieren om jongeren van nicotine af te houden. De Smokerface app zou hier geschikt voor kunnen zijn en moet daarom goed geëvalueerd worden”.

App
Smokerface is beschikbaar voor iOS en Android. De app is gratis.

Bron:
Aufklärung gegen Tabak e.V.

 

Lees meer over: E-health, Kennis
inzamelen tanden voor strijd tegen olifantenstropers

Inzamelen tanden voor strijd tegen olifantenstropers in Afrika

Elysee Dental roept de tandheelkunde op om tanden in te zamelen voor Human Tusk, het afstudeerproject van Tim van der Mee waarmee hij de strijd tegen olifantenstropers in Afrika wil aankaarten.

Als tandarts kom je tenslotte regelmatig in contact met patiënten waarbij een tand of kies getrokken moet worden of patiënten die aan het wisselen zijn. Een kleine moeite om aan de patiënt te vragen of zijn of haar tand ingezet mag worden voor het goede doel.

Inzamelen tanden voor Human Tusk
De oproep in de media van Tim van der Mee, voor het inzamelen van menselijke tanden voor zijn afstudeerproject Human Tusk, heeft tandtechnisch lab Elysee Dental ter harte genomen.
Human Tusk is een afstudeerproject van Tim van der Mee – student aan de Willem de Kooning Academy – waarmee hij een maatschappelijk probleem wil aankaarten. Tim van der Mee: “Ik wil dit kunstproject inzetten voor de strijd tegen olifantenstropers in Afrika.”

Wat is hij van plan? Een grote slagtand van een olifant namaken. Met mensentanden dus. Mensentanden bestaan ook deels uit ivoor. Door de opbrengst van de verkoop van de slagtand te doneren aan organisaties die strijden tegen de ivoorjacht, geven wij vanuit de mens iets terug aan de olifant. We bestrijden ivoor met ivoor.  Voor zijn project heeft Tim ongeveer 2.800 tanden nodig.

1 euro per tand of kies voor het goede doel
Elysee Dental wil graag haar netwerk gebruiken om Tim te helpen zijn doel te realiseren. Als tandtechnisch lab vindt vindt Elysee Dental dat de tandheelkunde er ook een oordeel van moet hebben. Daarom stelt Elysee Dental voor elke tand of kies die via hen ingestuurd wordt € 1, – beschikbaar voor een (nog nader te bepalen) tandheelkundig doel in Afrika. Om de tandarts te helpen bekendheid te geven aan de deelname aan dit project stelt Elysee Dental gratis promotiemateriaal beschikbaar.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
botvervanger met groeifactoren

Nieuwe botvervanger met groeifactoren

Dongyun Wang van ACTA ontwikkelde voor haar promotieonderzoek een nieuwe botvervanger. Het materiaal kan groeifactoren uitscheiden en hiermee botherstel stimuleren, naast het functioneren als dragermateriaal waarop een laag is aangebracht van bijvoorbeeld calcium of fosfaat (scaffold).

Bij het botherstel wordt op de plaats van het defecte bot eerst een scaffold gemaakt. Daarna doen groeifactoren uit hun bloed het werk waarbij botvormende cellen worden aangetrokken om nieuw bot aan te maken. Het bot is dus niet alleen een botvervanger maar is ook een dragermateriaal.

Vervolgstudie
Het nieuwe materiaal kan in de toekomst misschien gebruikt worden in combinatie met kankergeneesmiddelen bij behandeling van botdefecten door kanker. In een vervolgstudie wordt hiernaar gekeken.

Promotie
Wang verdedigt haar proefschrift Osteoinductive and antibacterial biomaterials for bone tissue engineering op 21 september aan de Vrije Universiteit.

Promotorprof. dr. Daniel Wismeijer en de copromotor: dr. Yuelian Liu (beiden Orale Implantologie, ACTA)

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
versleten-dentitie

Restaureren van een versleten dentitie – een teambenadering

Voorspelbare functie en esthetiek van de definitieve restauratie bij patiënten met een (ernstig) versleten dentitie vereist een gezamenlijke klinische en technische benadering door tandarts en tandtechnicus. Wat zijn de gevolgen van slijtage, welke aspecten zijn van belang bij behandeling en welke materialen hebben de voorkeur?

Verslag van de lezing van prof. dr. Daniel Edelhoff

Slijtage dentitie
De aanwezigheid van gebitsslijtage is internationaal een toenemend probleem. Een normale jaarlijkse afname van glazuur op de occlusale vlakken varieert van 29ųm (molaren) tot 15 ųm (premolaren). Wanneer het glazuur sneller slijt dan kan dit leiden tot pathologische slijtage. Wanneer het dentine blootligt, gaat slijtage tien keer sneller. Belangrijk bij slijtage patiënten is om de gehele problematiek in kaart te brengen. Zo is de prognose onder andere afhankelijk van de parodontale situatie en kunnen de overlevingspercentages erg verschillen. Zo geldt voor gebitselementen in een parodontaal gezonde situatie een 50-jaarsoverlevingspercentage van meer dan 99,5% (Holm-Pedersen et al. 2007). Bij patiënten die regelmatig parodontale behandeling ondergaan (60-80% botverlies aan het begin van de follow-up) geldt een10-jaarsoverlevingspercentage van 93% (Pretzi et al. 2008).

Gevolgen slijtage: Occlusal Plane  en gebitsklasse
De positie van de occlusal plane heeft invloed op spraak, kauwfunctie en esthetiek (lachlijn). Deze positie wordt bepaald door de diepte van de beet (verticale hoogte) en het dento-alveolaire complex. Wanneer er sprake is van slijtage dan verandert deze positie. Patiënten met gebitsslijtage klagen meestal over verminderde esthetiek (59%), gevoeligheid (40%), functionele problemen (17%) en pijn (14%). Bij mannen komt slijtage vaker voor dan bij vrouwen.

Slijtage in de zijdelingse delen heeft effect op het front: er ontstaat een klasse III/end-to-end relatie in het front. Bij herstel van verticale dimensie moeten er weer adequate relaties gecreëerd worden. Volgorde van opbouwen is hierbij van belang.

Behandeling gebitsslijtage
Bij behandeling van slijtage moeten verschillende aspecten meegenomen worden:

  • Fonetiek
  • Pupillijn (foto’s)
  • Relaties d.m.v. een facebow-registratie
  • Profiel (zachte weefsels). Voor de westerse populatie geldt de volgende verhouding: 40-50% bovenste gezichtshelft (bovenkant neus- neusliphoek), 55-60% onderste gezichtshelft (neusliphoek – kinpunt).

Wanneer er wordt gekozen voor behandeling van slijtage dan is het verstandig om eerst splint-therapie toe te passen. Op deze manier kan de patiënt eerst wennen aan de juiste beethoogte. Aan de hand van o.a. de bovengenoemde gegevens wordt er een wax-up gemaakt. Aan de hand van de wax-up wordt er vervolgens een splint vervaardigd. 

  1. Uitneembare conventionele splint (opbeetplaat
    Meestal wordt er gebruik gemaakt van een opbeetplaat in de gewenste beethoogte die over de gebitselementen van de bovenkaak ligt. Deze conventionele opbeetplaat heeft een aantal nadelen:
    – Discomfort voor de patiënt
    – Invloed op spraak
    – Esthetisch minder fraai
    – De splint wordt niet altijd geaccepteerd
    – Effect afhankelijk van motivatie van de patiënt (compliance)
  1. Uitneembare CADCAM splint
    Een andere soort uitneembare splint wordt vervaardigd met behulp van de CADCAM techniek. De materialen die hiervoor gebruikt worden, hebben bij een dikte van 0,6 millimeter nog steeds een goede sterkte: Empress CAD 500N, e.max CAD 800N, Paradigm MZ100 >1000N (Schlichting et al. 2011). De CADCAM splint is tandkleurig en er wordt zowel een voor de boven- als voor de onderkaak vervaardigd. De juiste morfologie en esthetiek kan toegepast worden. Als een soort volledige brug wordt de splint op de (ongeprepareerde) gebitselementen geplaatst. Omdat de splint minder opvallend is wordt het dragen van de splint beter geaccepteerd. Automatisch wordt er meer zekerheid gecreëerd met betrekking tot acceptatie van de nieuwe beethoogte voor de patiënt. Ook geeft deze splint een goede mogelijkheid om de toekomstige morfologie, esthetiek en fonetiek uit te testen. De splint kan 23-uurs per dag gedragen worden waardoor een kortere gewenningsperiode mogelijk is. Mocht de splint niet bevallen dan kan er een nieuwe vervaardigd worden.
  1. Niet-uitneembare splint
    Naast de uitneembare splint kan er ook gekozen worden voor een niet-uitneembare vaste splint. Dit zijn (partiële) kronen vervaardigd met de CADCAM-techniek (PMMA). Deze kronen kunnen voor 1 à 2 jaar in situ gelaten worden. Deze methode wordt door patiënten erg goed geaccepteerd.

Slijtvastheid materialen
Voor slijtage opbouw kunnen verschillende materialen gebruikt worden.

Stawarczyk et al. (2013) onderzocht de mate van slijtage bij verschillende CADCAM materialen. Voor dit onderzoek werd tandglazuur als ‘antagonist’ gebruikt. PMMA slijt het hardst, gevolgd door composiet. Van deze materialen is glaskeramiek het beste bestand tegen slijtage.

Smales et al. (2007) onderzocht de 10-jaarsoverlevingspercentages van directe composiet restauraties versus indirecte goud(porseleinen) restauraties. Voor de directe restauraties gold een overlevingspercentage van 62% na 10 jaar. Falen was meestal het gevolg van fractuur van de restauratie. Voor de indirecte restauraties gold een 10-jaarsoverlevingspercentage van 74,5%. Falen van de indirecte restauratie was meestal het gevolg van het loskomen van de kroon, endo-problematiek of extractie.

Monolithisch lithiumdiscilicaat (IPS e.max Press) wordt ook gebruikt voor het opbouwen van slijtage. In tegenstelling tot de multilayerd veneers (waarbij vaak chipping optreedt) treden er amper mislukking op bij monolithische onlays met een minimale dikte van 1 millimeter.

Daniel Edelhoff is in Düsseldorf opgeleid tot Certified Dental Technician waarna hij tandheelkunde ging studeren in Aachen. In 1994 behaalde hij de titel Doctor of Medical Dentistry. Hij deed promotieonderzoek en werkte aan de universiteit van Portland, Oregon. In 2003 promoveerde hij aan de Universiteit van Aachen. Hij is nu hoogleraar en hoofd van de afdeling ‘Prosthodontics and Dental Material Sciences’ op de Ludwig-Maximillians Universiteit in München. Sinds 2014 is hij actief lid van The European Academy of Esthetic Dentistry (EAED). Edelhoff is redacteur van het onderzoek tijdschrift Clinical Oral Investigatons.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Daniel Edelhoff tijdens het congres Posterior2016 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
nazorg pardontologie

Nazorg: de sleutel tot parodontaal succes

Nadat de actieve parodontale behandeling is afgerond en er een gezonde situatie is bereikt volgt de nazorgfase. Waarom is nazorg zo belangrijk? Wat houdt goede nazorg in en hoe vaak laat je de patiënt terugkomen?

Parodontale nazorg
Waarom is nazorg zo belangrijk? Wat houdt goede nazorg in en hoe vaak laat je de patiënt terugkomen? Het doel van nazorg is het handhaven van het resultaat dat met actieve parodontale behandeling bereikt wordt. Idealiter is de parodontale therapie geslaagd wanneer de volgende scores worden bereikt:

  • Plaque score < 15%
  • Bloedingscore <10%
  • Rest pocket < 5 mm
  • Beperkte furcatieproblematiek

Nazorg op de lange termijn
Wat is het effect van nazorg op de lange termijn? Een goed behandelresultaat na de actieve parodontale behandeling biedt zonder nazorg geen garantie voor de toekomst.

Verschillende studies over parodontale nazorg laten zien dat nazorg belangrijk is. Rosling et al. (1976) en Nyman et al. (1977) lieten het effect zien na 2 jaar nazorg. Axelsson et al. (1981) deed onderzoek naar een nazorgperiode van zes jaar. Hij concludeerde dat de patiënten die ingedeeld waren in de ‘recall-nazorg-groep’ na zes jaar een zeer goede mondhygiëne hadden, daarnaast was er geen sprake van aanhechtingsverlies. Patiënten die geen begeleiding meer kregen, hadden hoge plaque-scores, een slechte mondhygiëne, hoge bloedingsscores, meerdere pockets en aanhechtingsverlies. Een strikt en kwalitatief nazorgprogramma draagt bij aan het eindresultaat van de parodontale behandeling.

Axelsson et al. (2004) onderzocht een periode van 30 jaar nazorg. Hij concludeerde dat een strikt nazorgprogramma niet alleen bijdraagt aan de parodontale conditie maar ook de incidentie van cariës en het verlies van gebitselementen laag houdt. De totale behandelbehoefte wordt dus gereduceerd door goede parodontale nazorg.

Structuur nazorg
Welke structuur moet je aanhouden om goede nazorg te bewerkstelligen?
Bij het uitvoeren van de volgende stappen voldoe je aan een goede nazorg:

  • Informatie gesprek
  • Update medische anamnese
  • Plaque kleuring: Het is bewezen dat dit de beste manier is om te laten zien waar plaque zit
  • Mondhygiëne her-instructie
  • Intra-oraal onderzoek – inclusief slijmvliezen
  • Parodontaal onderzoek
    Dit houdt in: het beoordelen van bloeding na sonderen, pocketdiepte, aanhechtingsniveau, recessies, furcaties, mobiliteit en indien nodig naar aanleiding van de klinische bevindingen het maken van röntgenfoto’s.
  • Subgingivale gebitsreiniging
    Toelichting: stabiele plaatsen hoeven niet subgingivaal gereinigd worden. Er hoeft alleen selectief gereinigd te worden: pockets met bloeding, pockets dieper dan 5 mm, furcatie problemen. Daarnaast hoeven instrumenten in de nazorgfase niet heel scherp te zijn. Door (te) scherpe instrumenten te gebruiken ontstaat er een hogere kans op schade aan de wortel. Bij gebruik van ultrasoon instrumentarium is het aan te raden om ronde tipjes te gebruiken omdat deze weefselvriendelijker zijn.
  • Polijsten
    Polijsten zorgt ervoor dat aanslag en plaque verwijderd wordt, het tandoppervlakte gladder wordt en daarnaast worden de tanden blootgesteld aan fluoride. Eventueel kan de airflow gebruikt worden. Indien er sprake is van hoge cariësactiviteit dan is het aan te bevelen om nog apart fluoride aan te brengen.
  • Bepalen van frequentie nazorg op basis van een risico analyse
    De volgende factoren worden meegenomen: bloeding na sonderen, aantal verdiepte pockets (>5mm), botverlies versus leeftijd, roken, medische anamnese.
    Stelregel: Laag risico = 6 maand-interval, Gemiddeld risico = 4 maand-interval, Hoog risico = 3 maand-interval

Frequentie nazorg
Rosen et al. (1999) concludeerde dat de nazorg frequentie om een stabiele parodontale situatie te kunnen handhaven tussen de 3 en 6 maanden moet liggen. Voor de niet-parodontitis-risico groep geldt dat in sommige gevallen een recall van een keer per jaar voldoende is.

Furcaties
De aanwezigheid van furcaties worden niet meegenomen in de bovengenoemde risico analyse maar dit is wel een belangrijke factor. Hirschfield en Wasserman (1978) onderzocht een groep van 600 patiënten met een gemiddelde nazorgfase van 22 jaar. De resultaten lieten zien dat 31% van molaren met furcatie problemen verloren gaat in de nazorgfase. Hoe meer de gebitselementen naar distaal gelegen zijn, hoe groter de kans op verlies. Derde molaren hebben vaak nauwere furcaties en lopen daardoor een hoger risico op verlies, dit kan een reden zijn om te beslissen om deze molaren te extraheren.

Peri-implantitis
Nazorg is ook belangrijk om een stabiele conditie te handhaven rondom implantaten. Het gebruik van de airpolisher (airflow) met glycine-poeder is het meest effectief tijdens de nazorg. Indien dit apparaat niet beschikbaar is dan kunnen er ultrasone niet-metalen tips gebruikt worden in combinatie met chemotherapeutica (bijvoorbeeld waterstofperoxide of citroenzuur).

Motivatie
Wat is de goede manier om de patiënt te motiveren? Om hier achter te komen moet er uitgezocht worden of er sprake is van interne motivatie (patiënt wil het zelf) of externe motivatie (patiënt denkt dat het van de tandarts moet). Om de patiënt te helpen, moeten de juiste hulpmiddelen aangeraden worden en daarnaast moet er een techniek aangeleerd worden die het gedrag van de patiënt kunnen veranderen. Rageren wordt bijvoorbeeld beter geaccepteerd door patiënten dan flossen. Ook het aanraden van elektrisch poetsen kan een patiënt motiveren: het is makkelijker, resulteert in een beter resultaat en het wordt als eenvoudiger ervaren.

Samenvatting
Het bewerkstelligen van goede nazorg is het moeilijkste van het hele parodontale behandelproces. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er telkens opnieuw ingeschat moet worden waar de patiënt behoefte aan heeft.

Afsluitend: Overtreatment versus undertreatment
Er is sprake van overtreatment wanneer er een parodontale behandeling uitgevoerd wordt bij patiënten die niet in staat zijn om een goede mondhygiëne te handhaven en/of weigeren deel te nemen aan de nazorg fase.
Er is sprake van undertreatment wanneer men een patiënt niet laat deelnemen aan nazorgfase óf wanneer er te vroeg gestart wordt met de nazorg (de parodontitis is nog niet onder controle).

Anna Louropoulou studeerde als tandarts af in 2002 aan de ‘Dental School of Aristotle University’ te Thessaloniki, Griekenland. In 2007 behaalde zij haar Post Academisch diploma in de Parodontologie aan ACTA. Sindsdien werkt zij als parodontoloog-implantoloog in Rotterdam en Amsterdam. Naast haar klinische werkzaamheden werkt zij als onderzoeker en universitair docent bij de sectie Parodontologie aan ACTA. Haar promotieonderzoek betreft de reiniging/decontaminatie van implantaatoppervlakken.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Anna Louropoulou tijdens het congres PARO van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Bacteriën

Bacteriën in de mond verhogen risico op alvleesklierkanker

Veranderingen in de bacteriën in de mond van een persoon zouden mogelijk het risico op alvleesklierkanker verhogen. Dit blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd op een bijeenkomst van de American Association for Cancer Research (AACR).

Onderzoek
De onderzoekers vergeleken de microbiota in de mond van 361 Amerikaanse mannen en vrouwen met alvleesklierkanker met monsters van 371 mensen die deze ziekte niet hebben. De deelnemers zijn tien jaar gevolgd.

Bacteriën
Uit de resultaten blijkt dat de bacteriën P. gingivalis en A. actinomycetemcomitans in verband staan met alvleesklierkanker. Patiënten met P. gingivalis hebben 59% meer risico op alvleesklierkanker dan patiënten zonder deze bacterie. Hetzelfde geldt voor patiënten met A. actinomycetemcomitans die minstens 50% verhoogde kans hebben op alvleesklierkanker. In eerder onderzoek is aangetoond dat beide typen bacteriën in verband staan met parodontitis .

Conclusie
Volgens de onderzoekers is dit het eerste bewijs dat specifieke veranderingen in de microbiota in de mond een mogelijk risicofactor is voor alvleesklierkanker. Zij hopen dat verder onderzoek meer inzicht kan bieden in risicofactoren en mogelijke behandelingen van dit kankersoort

Bron: NYO School of Medicine 

 

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Coachman training DSD day

DSD Day met Dr. Christian Coachman – 22 september 2016, Boom Chicago in Amsterdam

Na 7 jaar DSD World Tour, reizend over 5 werelddelen, 54 landen, 181 steden met 58.000 deelnemers komt Dr. Christian Coachman, de ontwerper van het Digital Smile Design concept, naar Amsterdam om live diverse updates te tonen van de digitale en emotionele tandheelkunde en de praktische uitvoering hiervan.

Kom op 22 september naar Boom Chicago in Amsterdam en leer waarom dit revolutionaire concept wordt gebruikt door duizenden succesvolle professionals in de moderne klinieken! Bekijk het volledige programma op onze website.

Digital Smile Design
Digital Smile Design is het onderwerp van de exclusieve training gegeven door Dr. Christian Coachman. De deelnemers worden alle aspecten van DSD bijgebracht. Het doel van DSD is het ontwikkelen van een glimlach bij patiënten die voldoet aan de functionele, esthetische en emotionele wensen van de patient.

Technieken en verwachting patiënt
Moderne technieken en materialen zijn zinloos als de verwachting van de patiënt niet wordt waargemaakt. Deze training op 22 september 2016 heeft als doel om beide aspecten optimaal te integreren waardoor de case acceptatie van de behandelaar wordt vergroot.

Doelgroep
De training is zeer geschikt voor alle tandheelkundige professionals die een eerste stap zetten naar Digital Smile Design:

  • Algemeen tandartsen
  • Specialisten
  • Tandtechniekers
  • Tandartsassistenten
  • Praktijk Managers
  • PR & Marketing

KRT-punten
Tandartsen ontvangen 6 KRT-punten bij deelname.

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
expositie

Tandheelkundige expositie in Duitsland

In een historisch museum in Colditz, bij Leipzig, zijn op dit moment vele tandheelkundige voorwerpen te bezichtigen. Van pelikanen en tanden gemaakt van koe bot, tot de tandenborstels van het Koninklijk Huis.

Andreas Haesler
De expositie is samengesteld door tandtechnicus Andreas Haesler. Er zijn werken uit meer dan 170 verschillende archieven te vinden, zowel uit Duitsland als uit andere landen. De tentoonstelling is de eerste dentale tentoonstelling in Duitsland die meer dan 250 m2 beslaat, met een oppervlakte van 300 vierkante meter. In Colditz zijn daarnaast ook 3000 vierkante meters wetenschappelijke bibliotheek te vinden, waarin zich ook oude tandheelkundige geschriften bevinden.

Collectie
Te zien zijn onder andere een tongreiniger, pincet en spatel uit de Romeinse periode en tandenborstels van het Spaanse koninklijkhuis. Ook wordt er een documentaire getoond over tandheelkundige afwijkingen.

Filmindustrie
Haesler’s expositie heeft inmiddels ook de filmindustrie bereikt. Er werd inmiddels door maar liefst 46 film en televisie producties een aanvraag gedaan voor gebruik van de materialen. Van de inkomsten gaat een deel naar het museum.

Dental Museum
Park 9b
04680 Colditz OT Zschadrab
I www.dentalmuseum.eu

Open van woensdag tot en met zondag, van 10.00 tot 17.00

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Plastic fles heeft invloed op gebitsontwikkeling

Niet alleen de inhoud maar ook een plastic fles of verpakking zelf blijkt slecht voor het gebit. Dit komt door de chemische stoffen Bisfenol A (die gebruikt wordt bij de productie van plastic) en vinclozolin (een schimmelbestrijdingsmiddel). Uit recent onderzoek blijkt dat deze chemische stoffen samen de ontwikkeling van het gebit bij kinderen beïnvloeden.

BPA en hypomineralisatie
Bisphenol A (BPA) zit in sommige soorten plastic flessen en soms ook aan de binnenkant van blikjes of gecoate kartonnen verpakkingen. BPA kan vanuit plastic voedselverpakkingen in het voedsel komen. Het is al langer bekend dat BPA schadelijk is voor het tandglazuur en hypomineralisatie veroorzaakt. Hypomineralisatie leidt tot een grotere kans op gaatjes en een grotere gevoeligheid van het gebit. Deze aandoening treft ongeveer 18% van de 6- tot 8-jarigen.

Onderzoek
Voor het huidig onderzoek hebben de onderzoekers van het Franse Nationale Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek ratten een dagelijkse dosis BPA gegeven in combinatie met vinclozolin (schimmelbestrijdingsmiddel). Deze dosis komt overeen met de hoeveelheid waar de mens dagelijks mee in contact komt. Uit het onderzoek blijkt dat de combinatie van BPA en vinclozin zorgt voor verandering in de genexpressie die invloed heeft op de mineralisatie van het tandglazuur.

Verbod
Het gebruik van BPA wordt door de Europese wetgeving streng gereguleerd. In Europa geldt al een verbod op de import en verkoop van babyflesjes die BPA bevatten.

Bron:
sciencedaily.com

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
dental game

Online game: Dental Surgery

In de nieuwe online game Dental surgery staat de speler eens naast de tandartsstoel, in plaats van er zelf in te liggen.

Concentratie
Dental Surgery is een online game uit de serie Operate Now, waarbij de speler zelf plaats kan nemen in de schoenen van een tandarts. Taak is om een afgebroken tand van een patiënt te vervangen door een implantaat. Hierbij is het belangrijk dat de speler goed alle verschillende stappen in de gaten houdt, gezien het feit dat het onthouden van deze stappen de enige manier is om het hoogste level te bereiken.

Hierbij is het uiteraard van groot belang om goed op te letten hoe dit nou precies moet, want om op  het hoogste niveau te komen moeten alle stappen uit het hoofd worden geleerd!

Speel de game

 

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Behandel een uitgeslagen tand als hartattack

Martin Tope: ‘’Behandel een uitgeslagen tand als een hartattack’’

In vergelijking met een hartattack, hebben mensen helaas nog te weinig kennis over wat te doen bij een uitgeslagen tand. Als juist gehandeld wordt, zijn de kansen voor de uitgeslagen tand aanzienlijk gunstiger. Onmiddellijke replantatie is bij de uitgeslagen tand de aangewezen therapie voor blijvende gebitselementen.

Consequenties
Consequenties na avulsie:

  • Beschadiging parodontaal ligament (PDL). Het PDL is het bindweefsel dat de parodontale ruimte overbrugt, ze overspant de periradiculaire ruimte van alveolair bot naar wortelcement.
  • Infectie pulpa, 100% pulpanecrose

Het wortelcement dient als een belangrijke beschermlaag voor de tand. Als deze ‘protective layer’ volledig weg is, kan de pulpa ‘communiceren’ met het PDL.

Schade aan het wortelcement
Bij schade aan het wortelcement is er een grote kans op:

  • Intrusion (hoogste waarschijnlijkheid)
  • Avulsion
  • Laterale luxatie
  • Extrusie luxatie
  • Subluxatie
  • Concussie (Laagste waarschijnlijkheid)

Hoe kunt u de kans op resorptie verkleinen?
Complicaties liggen op de loer na het terugplaatsen van een uitgeslagen tand: ontstekings- en vervangingsresorptie. Door het element snel te replanteren en te kiezen voor een juist bewaarmedium kan de prognose van de tand gunstig worden beïnvloed.

Dode periodontale cellen zijn een indicatie voor een ontsteking. Indien er sprake is van een lokale beschadiging, zal het cement zichzelf moeten herstellen. Take-home message van Martin Trope: “Als er radiolucentie op de röntgenfoto te zien is, dan is het foute boel”.

Er is vaak sprake van interne resorptie of externe resoptie, maar niet van beide. Kleurt een tand roze, dan is sprake van externe resoptie. Externe resorptie wordt vaak misdiagnosticeerd als interne resorptie. Bij externe resoptie is de pulpa er niet bij betrokken. Odontoblasten zetten weer een beschermlaag af bij de pulpa, waardoor er geen sprake is van penetratie.

Het repositioneren van een uitgeslagen tand kan ook zorgen voor vervangingsresoptie: ankylose. Het wortelcement wordt dan vervangen voor bot. Een gevolg kan dan zijn de tand achterblijft in de groei.

Management avulsie
Aan oppervlakte beschadiging kun je niks veranderen, je moet het limiteren. Dat houdt in dat u zo snel mogelijk moet replanteren. Het best is om dit binnen de eerste 5 minuten te doen. In de eerste 5 minuten verlies je bijna geen cellen. Een gevolg van later replanteren is dat het PDL dood gaat.

Na 30 minuten is 40% van de cellen verloren. Gelukkig hebben vitale cellen de capaciteit om dode beschadigde cellen van het PDL te herstellen en te compenseren. Na 120 uur is het PDL volledig dood.

To do
Houd de tand vast bij de kroon; onder de kraan (niet langer dan 10 seconden) om vuil eraf te halen.  Eventueel kan ook melk gebruikt worden. Het wordt afgeraden om hiervoor instrumenten te gebruiken of het worteloppervlak aan te raken.

Een geschikt medium om een uitgeslagen element in te bewaren:

  • Zout water
  • Melk (meest gebruikt en beschikbaar)
  • In de mond: beste voor het PDL

Het is beter om geen water, alcohol of huisgemaakte zoutoplossing te gebruiken.

De patiënt moet dan zo spoedig mogelijk  naar de tandartsenpraktijk. Minimaliseer de tijd van de tand buiten de mond.

Plaats vervolgens een semi-rigide spalk voor twee weken. Belangrijk is dat deze schoon te houden is. Indien de spalk enkele weken langer geplaatst wordt, is dat geen probleem. Dit wordt soms zelfs aanbevolen omdat er ook sprake kan zijn van een (gemiste) alveole fractuur.

Verder moet de patiënt twee weken zacht voedsel eten om de uitgeslagen tand te ontzien. Daarnaast is het advies om te spoelen met chloorhexidine gedurende 2 weken. Indien het element gecontamineerd is geweest, is een tetanusinjectie geïndiceerd. Geadviseerd wordt hierbij de huisarts in te schakelen. Het voorschrijven van antibioctica profylaxe is zelden noodzakelijk.

Element langer dan 60 minuten buiten mond
Indien een element langer dan 60 minuten buiten de mond is geweest, is er een zeer kleine kans op slagen. Het advies van Martin Trope is dan om met fosforzuur het PDL weg te etsen. Extra-oraal kan dan ook al de endodontische behandeling worden uitgevoerd. Emdogain kan dan gebruikt worden om het element terug te plaatsen en daarna te spalken.

Als het element lange tijd buiten de mond is geweest en daardoor slechte prognose heeft door het necrotische PDL, kan ook worden besloten om het element niet te replanteren.

Follow-up

  • Endontische behandeling 7-10 dagen na replanteren van de uitgeslagen tand.
  • Verwijderen van de splint na 2 weken en het maken van een röntgenfoto.
  • Klinische en röntgenologische controle na 4 weken, 3, 6 en 12 maanden. Daarna jaarlijks.

 

Dr. Martin Trope is geboren in Johannesburg. Hij studeerde daar af in 1976. Na enkele jaren algemene praktijkvoering verhuisde hij in 1980 naar Philadelphia, USA om zich in de endodontologie te specialiseren aan de Universiteit van Philadelphia. Naast zijn eigen praktijk voor endodontologie en trauma is hij als universitair docent verbonden aan de School of Dental Medicine bij Penn University. Hij heeft zeer veel universitair onderwijs gegeven, 180 publicaties op zijn naam staan en wordt wereldwijd gezien als een van de meest vooraanstaande specialisten op het gebied van traumata.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Martin Trope tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
restauratiematerialen mondzorg

Nieuwe restauratiematerialen: minimaal invasief en levenslange coaching

In de tandartspraktijk komen steeds nieuwe restauratiematerialen en technieken beschikbaar. Dit geeft de tandarts veel mogelijkheden, maar maakt keuzes ook moeilijker. Lees het verslag over minimaal invasieve composiet restauraties als onderdeel van een levenslang tandheelkundig coaching concept.

Verslag van de lezing van prof. dr. Ivo Kreici tijdens het NVGPT-jaarcongres.

Micro-invasieve esthetische tandheelkunde draait om VOORKOMEN
Als je de tandheelkunde wilt veranderen, moet je beginnen bij kinderen. De mondhygiënist speelt hierin een heel belangrijke rol volgens prof. dr. Ivo Krejci. Hoofdredenen van tandverlies zijn cariës en parodontitis. Waarom zouden we om cariës en parodontitis geven? Het is niet dodelijk. Ook al ga je er niet van dood, het zorgt wel voor verlies van levenskwaliteit. Soms wordt gedacht dat er altijd nog een implantaat geplaatst kan worden. Hierbij dient gerealiseerd te worden dat implantaten tandheelkundige problemen niet oplossen. Implantaten zijn de consequentie van falende preventie, falende conserverende tandheelkunde en falende endodontologische behandelingen.

Primaire preventie vs. secundaire preventie
Preventie is een medische of een publieke gezondheidsprocedure die erop gericht is een ziekte of medische probleem te voorkomen, in plaats van behandelen of genezen. Bij profylactische maatregelen wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • primaire preventie: het voorkomen van een ontwikkeling van een ziekte
  • secundaire preventie: er is al sprake van ziekte, waarbij de patiënt beschermt moet worden voor verslechtering van het proces

Een vulling maken: symptomen behandelen
Cariës en parodontitis zijn chronische ziekten. Eenmaal geïnfecteerd, altijd geïnfecteerd. Cariëslaesies zijn de symptomen van deze ziekte en moeten daarom op een minimaal invasieve manier behandeld worden, passend bij de filosofie van secundaire preventie met een levenslang coaching project.

Globaal genomen zijn tanden ontwikkeld voor een periode van 30 jaar. Dat was vroeger de levensverwachting van de mens. Tegenwoordig moeten tanden veel langer meegaan. Het is de uitdaging om te strijden tegen demineralisatie van tanden door zuren.

Cariës: bacterie gerelateerde zuren
Erosie: niet-bacterie gerelateerde zuren.

Het gaat niet over esthetiek, maar om een gezond gebit. De patiënt moet er zelf voor zorgen dat hij zijn tanden zijn hele leven kan houden. Dental fitness, zoals prof. Ivo Krejci het noemt. Het ligt dus niet bij de tandarts maar bij de patiënt. Preventie, daar draait het om.

Geen volledige kronen, maar composiet
Cariës neemt niet af, maar continueert de gehele levensduur. Direct en indirect composiet materiaal voor restauraties is volgens prof. Ivo Krejci de beste keuze, omdat het adapteert aan de tand. Het is micro-invasief, heeft een goede kwaliteit en adhesieve eigenschappen. Verder is het gemakkelijk te repareren en modificeren, door het oppervlak voor te behandelen met zandstralen. Voor indirect composiet materiaal kan gekozen worden voor een CAD/CAM blok.

Een volledige kroonomslijping voor herstel van functie en esthetiek was jaren dé behandeling van eerste keus. De hoeveelheid tandmateriaal die hierbij verwijderd moest worden voor de dikte van het indirecte restauratiemateriaal, past niet bij de conserverende manier van denken om te streven naar zoveel mogelijk glazuurbehoud. Bij volledige omslijpingen wordt te veel gezond tandweefsel verwijderd, wat ongunstige effecten heeft op de pulpa en het parodontium. Als je een restauratie plaatst moet je al denken: Wat is de volgende stap? Volgens prof. Ivo Krejci wordt met een volledige kroonpreparatie de tand vernietigd. Niet alles in de tandheelkunde draait om evidence based dentistry, maar om ‘don’t do any harm’ met conserverende tandheelkunde. Elke restauratie is tijdelijk, het is een vervanging. Er is nog geen nieuw materiaal ontwikkeld waarvan de structuren en fysiologische functies zoveel mogelijk overeenkomen met de originele, biologische situatie.

KISS: Keep IT Simple Smart
Moderne tandheelkunde moet kosteneffectief zijn. Het KISS-principe – Keep It Simple Smart – is de manier om complexe, tijdrovende en dure oplossingen te voorkomen. Een techniek die daarbij past is micro-abrasie. Deze minimaal-invasieve techniek is een chemisch/mechanische behandeling waarbij oppervlakkige defecten verwijderd kunnen worden. Kleine beginnende cariëslaesies, ook tussen tanden en kiezen (klasse II), zouden op deze manier behandeld kunnen worden, bijvoorbeeld met ICON (Fabrikant DMG).

Ook een tunnelpreparatie bij standaard klasse-II cariëslaesies tussen tanden past bij de conservatieve filosofie. Hierbij wordt de randlijst intact gehouden en verwijder je alleen cariës met bijvoorbeeld een longneck-boor. Zo ontstaat een extreem kleine caviteitspreparatie. Fluorescerende lichttechnieken kan worden gebruikt om cariës zichtbare te maken. Het is een zeer betrouwbare techniek, eventueel kan een filter op de microscoop geïnstalleerd worden.

Verder moeten tandartsen zich afvragen of ze nog stiften in endodontische behandelde gebitselementen willen plaatsen nu gewerkt wordt met adhesieve technieken. Er bestaat een grotere kans op een wortelfractuur door het toepassen van stiften.

Prof. dr. Ivo Krejci graduated in 1983 from the University of Basel, Switzerland, and received his Dr.med.dent. degree in 1986 and his Privatdozent (Switzerland) in 1993 from the University of Zurich, Switzerland. He is fellow of the Academy of Dental Materials and has a postgraduate specialisation diploma of the Swiss Society of Preventive and Restorative Dentistry. He is president of the Swiss Society of Preventive and Restorative Dentistry, past president of the Academy of Operative Dentistry European Section, past member of the editorial board of the Journal of Dental Research and member of several associations. Prof. Krejci has published over 250 articles and book chapters on restorative concepts, esthetics, posterior composites, tooth colored adhesive inlays, onlays and adhesive slot bridges, light curing, adhesion, glass ionomers, base materials, finishing techniques, compomers and lasers and he is author of three textbooks. Prof. Krejci has supervised more than 50 doctoral theses and has lectured on numerous international scientific meetings and continuing education courses. He is currently Ordinary Professor and Chairman of the Division of Cariology and Endodontology and President of the School of Dental Medicine at the University of Geneva, Switzerland.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Ivo Kreici tijdens het NVGPT-jaarcongres

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Dentallect erkend MBO-4 opleiding tandartsassistent

Dentallect erkend voor opleiding MBO-4 Tandartsassistent

Dentallect is door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap officieel erkend om de mbo-4 opleiding Tandartsassistent aan te bieden. Ze mag hiermee diploma’s verstrekken onder de Wet Erkend Beroepsonderwijs (WEB). Het diploma biedt civiele erkenning en de mogelijkheid door te stromen naar het hbo. Dentallect heeft de erkenning verkregen voor 2 opleidingsvarianten, namelijk de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de 3e leerweg. De opleiding is opgebouwd uit een unieke mix van klassikaal onderwijs, video e-learning en webinars en kent belangrijke deelcertificaten.

Achtergrond
Dentallect is sinds 2012 actief binnen het onderwijswezen en is ontstaan vanuit de Delftse tandartspraktijk De Tandartsengroep. In de afgelopen jaren heeft Dentallect meer dan 50 specifieke modulen ontwikkeld die alle aspecten van het beroep tandartsassistent omvatten. Momenteel maken in totaal zo’n 2000 cursisten, verdeeld over ruim 100 Nederlandse praktijken, gebruik van deze modulen.

De behoefte aan gediplomeerde medewerkers is groot. Dit heeft te maken de met toenemende eisen binnen tandartspraktijken. Ook hebben de beroepsorganisaties KNMT en ANT een duidelijk standpunt ingenomen met betrekking tot de borging van de kwaliteit van tandartsassistenten, hun opleidingsniveau en taakdelegatie. Om dit nog beter te faciliteren, heeft Dentallect de stap gezet om als erkende opleider diploma’s te mogen verstrekken.

Mix
Het studieprogramma bestaat uit een unieke mix van klassikaal onderwijs, video e-learning en webinars. De video’s zijn doelgericht en zeer beeldend. Het onderwijsprogramma is al geruime tijd in gebruik en geëvalueerd door de ruim 2000 cursisten en daarmee sterk doorontwikkeld. Door deze mix kan de tandartsassistent in spe veelal studeren op tijden die uitkomen en is reistijd sterk beperkt en kunnen de lessen zo vaak herhaald worden als nodig.

Deelcertificaten
Dentallect kent zes deelcertificaten, waaronder infectiepreventie en radiologie, die gekoppeld zijn aan examens. Deze deelcertificaten sluiten aan bij de hedendaagse tandartspraktijk en komen volledig overeen met de mbo-4-vereisten. De deelcertificaten blijven 5 jaar geldig, zodat de assistent binnen dat tijdsbestek de mbo-opleiding Tandartsassistent met een officieel erkend diploma kan afronden.

2 varianten: BBL en 3e leerweg
Bij de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) moet de cursist naast de opleiding ook in een praktijk werkzaam zijn om vaardigheden op te doen en kennis te kunnen toepassen. Deze omleiding duurt 2 jaar en kent urenverplichtingen.

Naast de BBL-opleiding biedt Dentallect ook de 3e leerweg aan. Dit is een nieuwe wettelijke mogelijkheid om een erkend diploma te halen in minder contacturen en leerjaren dan in de beroepsbegeleidende leerweg. Tijdens een intake wordt bepaald of deze opleidingsvorm daadwerkelijk past.

Waar en wanneer?
Na de intake en inschrijving kan de deelnemer direct beginnen met het volgen van de lesvideo’s zonder te hoeft te wachten totdat de klassikale lessen beginnen. De klassikale lessen zullen in januari en september op verschillende locaties starten, waarbij de deelnemer kan aansluiten.

Aanvullende informatie

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Dhin jaarverslag

Jaarverslag DHIN

Dental Healthcare International Nederland (DHIN) zorgt voor het bevorderen van de mondgezondheid van achtergestelde groepen, zowel in binnen- als buitenland. Zij doen dit door zowel materialen als kennis aan te bieden aan deze groepen. Onlangs presenteerden zij hun jaarverslag van 2015.

Verhuizing
Een grote verandering voor DHIN het afgelopen jaar was de verhuizing nar hun nieuwe pand in Houten, op de Peppelkade 11b. Afgelopen jaar heeft de hulporganisatie gemerkt dat de inhaalslag in lage lonen landen groot is geweest, ook op tandheelkundig gebied. Een brede spreiding van medische hulp blijft echter achterwege, aangezien overheden vaak ofwel niet in staat zijn of de noodzaak niet inzien van goede tandheelkundige hulp. Met het nieuwe pand heeft DHIN betere omstandigheden gecreëerd om zowel betere materialen als kennis te kunnen faciliteren.

Bestuursaangelegenheden
Afgelopen jaar heeft de hulporganisatie met droefheid afscheid moeten nemen van Arnold van Leeuwen en Wim Gundlach. Van Leeuwen was de laatste acht jaar van zijn leven werkzaam bij DHIN en was expert op het gebied van kleingoed en installaties. Gundlach was ook meerder jaren werkzaam als adviseur van het bestuur en als magazijnchef. Hiernaast heeft Hette van der Meer besloten zijn werkzaamheden te stoppen bij DHIN en heeft Wim van Palenstein Heldermand besloten zijn bestuursfunctie neer te willen leggen. Hij zal wel op de achtergrond aanwezig blijven als adviseur. Hiermee neemt hij de plaats over van Jaap de Jonge, die zijn adviseurschap beëindigt. Een nieuwe aanwinst voor DHIN is Klaas Wegter, die hiervoor actief was als monteur bij Dental Union.

Verleende subsidies
DHIN heeft afgelopen jaar subsidie kunnen verlenen aan verschillende projecten van fADA en Fit for Learning in Malawi. Dit werd mogelijk gemaakt door donaties van KNMT, ANT, Henry Schein en het Ivoren Kruis.
Ook heeft de hulporganisatie Kruispost-tandartsen Amsterdam, die medische en psychosociale zorg biedt aan onverzekerden, daklozen en asielzokers, geholpen een thermodesinfector in bezit te krijgen. Hiermee hoeft het instrumentarium niet langer handmatig gereinigd te worden.

Financiën
Wat betreft de financiën is er afgelopen jaar €43.467 uitgegeven aan het nieuwe pand in Houten, naast de huurkosten voor een half jaar voor de voormalige loods in Linschoten, wat €4.486 heeft gekost. Hier tegenover is er €42.536 aan donaties ontvangen, €14.168 aan de levering van diverse projecten en €1.813 aan rente. Verder verschilt het uitgave patroon weinig van dat van 2014. DHIN kan hiermee spreken over een financieel gezond 2015.

Bron: jaarverslag 2015

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis