tanden

Ontdek de mond met Mouthy

Mouthy is een nieuwe tentoonstelling die de verborgen wereld in ieders mond ontdekt. De tentoonstelling is vanaf nu te zien in Londen.

Projecten
Bij de tentoonstelling zijn verschillende projecten te bekijken, die zijn gecreëerd in samenwerking met tandheelkundige onderzoekers van King’s College London. Zij plaatsten eerder al een oproep naar kunstenaars voor de tentoonstelling. Een aantal van de grootste projecten zijn:

  • Spit Crystal – Inés Cámara Leret vraagt bezoekers om hun speeksel en creëert hiermee een collectief speeksel kristal
  • Terminal Sulcus – Beatrice Haines heeft afgietsels van tongen verzamelt en hiermee een enorme tong gemaakt. Bezoekers kunnen hier ook een afgietsel van hun eigen tong laten maken.
  • Saliva Moon – Briony Clarke tovert het speeksel van bezoekers om tot maanlandschappen
  • Kiss Culture – een selectie van foto’s van platen die door mensen werden gekust.

Meer aandacht voor de mond
De tentoonstelling brengt de mond onder de aandacht – iets wat zo simpel, maar zo belangrijk is, aldus Jen Wong, hoofd van de programmering van Science Gallery London, de host van de tentoonstelling. Met deze tentoonstelling worden wetenschappers en kunstenaars bij elkaar gebracht om de bezoeker zo een vernieuwend perspectief op de mond te brengen.

Pop-up locaties
De tentoonstelling werd geopend in een treintunnel in de London Bridge afgelopen week, en zal op meerdere pop-uplocaties verschijnen. Dit zal gebeuren van juli tot en met november. In juli ligt de focus op speeksel.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Kidsfabriek

Professionals gezocht voor Kidsfabriek

Op 20 augustus vindt in Ulft binnen en buiten de SSP-hal een gratis evenement plaats voor kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar.  Kidsfabriek is opgezet door vrijwilligers en heeft een non-commercieel karakter. Voor de derde keer zal de Mondhoek kinderen op speelse wijze in contact brengen met mondzorg.

Er worden meer dan 1000 kinderen verwacht op dit evenement en bij de eerste keer werd al duidelijk dat 2 mondhygiënisten veel te weinig zijn om al die enthousiaste kinderen op te vangen. Ook 4 mondhygiënisten bleken te weinig.

Workshops.
Dit jaar hebben zich al 8 mondhygiënisten zich vrijwillig opgegeven om kinderen tandenpoetsen te leren, een workshop pH meten te laten doen en zich in te zetten aan het verbonden wetenschappelijk onderzoek. Dit jaar zal ook voorgelezen worden aan de allerkleinsten en ook de ouders krijgen hun eigen informatiehoekje.

Steentje bijdragen.
Coördinator Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna zou het heel leuk vinden als dit jaar het gehele mondzorgteam zich zou presenteren. Dat betekent dat ze opzoek is naar tandartsen en assistenten die hun steentje willen bijdragen aan dit imago-verhogende evenement. Kinderen worden namelijk op camera om hun reactie gevraagd. Diverse journalisten lieten al weten interesse te hebben om eens een kijkje te komen nemen.

Aanmelden.
Dus als jij ook kinderen een lach op hun gezicht toveren? Mail dan naar Lieneke@tandarts.nl om het draaiboek te ontvangen. Ze wacht op jou!

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
NZa onderzoekt keten tandartspraktijken

Consumentenbond start onderzoek mondzorg

De Consumentenbond roept mensen op een vragenlijst in te vullen over ervaringen met behandelingen en prijzen in de tandheelkunde.

Onderzoek Consumentenbond 2015
In 2015 openden de Consumentenbond en het onderzoeksprogramma De Monitor een meldpunt. Hierbij konden consumenten aangeven of zij vóór een behandeling werden geïnformeerd over de behandelmogelijkheden en -kosten. Volgens de Consumentenbond gaven de 600 reacties “reden tot zorg”. Met de nieuwe vragenlijst wil de bond bekijken of deze situatie is veranderd. De resultaten van het onderzoek werden voorgelegd aan de beroepsverenigingen van tandartsen waarbij de bond leden vroeg om de informatieverstrekking over behandeling te verbeteren.

NPCF onderzoek: patiënt geeft eigen tandarts en mondhygiënist ruim een 8
Een grootschalig onderzoek onder ruim 9.000 leden van de NPCF gaf onlangs aan dat patiënten over het algemeen erg tevreden zijn met hun tandarts en mondhygiënist. Ze gaven hun tandarts en mondzorgpraktijk gemiddeld een 8,2 als rapportcijfer. Hun mondhygiënist scoorde met een 8,1 ook erg hoog.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
antibiotische profylaxe

Overeenkomst orthopeden en tandartsen over richtlijn antibiotica

Na jaren van discussie hebben orthopeden en tandartsen nu samen een richtlijn opgesteld wat betreft het toedienen van antibiotica bij patiënten met een gewrichtsprothese. De belangrijkste boodschap die hieruit voorkomt is dat patiënten met gewrichtsprothese en een tandheelkundige ingreep ondergaan geen antibiotische profylaxe toegediend hoeven te krijgen om een infectie aan de prothese te voorkomen.

Onenigheid
Vele onenigheid bestond al jaren over het wel of niet toedienen van antibiotica. Dat de bestaande adviezen verschillende richtingen op wezen hielp hier niet bij. Om die reden drong Geert Walenkamp, hoogleraar orthopedie, aan bij de Nederlandse Orthopaedische Vereniging aan op een nieuwe richtlijn, die gefocust zou moeten zijn op antibioticaprofylaxe bij tandheelkundige ingrepen voor mensen met een gewrichtsprothese. Die richtlijn is nu inderdaad opgesteld, met de duidelijke boodschap dat de antibiotica beter niet kan worden toegediend.

Onderzoek
Deze conclusie werd niet zomaar genomen. Uit enkele observationele studies bleek dat antibiotica wel degelijk positieve effecten teweeg brengt in een aantal gevallen. Dit was echter niet het enige wat meetelt, aangezien dit weinig uitsluitsel gaf over dat antibiotica niet juist zinloos zou kunnen zijn. Zo is het onwaarschijnlijk dat er zo’n groot aantal bacteriën in de bloedbaan komt dat dit een infectie zou kunnen gaan vormen.

Verlaagde weerstand
Ook bij patiënten met een verlaagde weerstand is antibiotica niet per se noodzakelijk. De relatie tussen een lage immuniteit en het ontstaan van infecties is namelijk heel onduidelijk. Daarom geldt ook hier dat maar beter niet toegediend kan worden.

Gezondheid gebit zeer belangrijk
Of een tandheelkundige ingreep te doen voor het plaatsen van een prothese slim is, is een andere vraag. Dat er een verband is tussen gebit en de gezondheid in zijn algemeenheid is zeker, maar hoe dit verband precies in elkaar zit is niet zeker. Het is in elk geval belangrijk om mensen te blijven wijzen op het belang van een goede mondhygiëne en regelmatige controles.

Bron:
Medisch Contact  &
Richtlijn

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
doktersgesprek

1 op de 3 patiënten blokkeert bij doktersgesprek

Bij 1 op de 3 patiënten komt veel belangrijke informatie van een gesprek met een arts niet goed aan. Het gesprek gaat langs hun heen, wordt niet goed opgeslagen of er wordt niet alles gevraagd wat was gewild.

Lastig te begrijpen
Minister Schippers liet het al weten aan de Kamer: het is zeer belangrijk dat arts en patiënt samen tot een overeenkomst komen over vervolgstappen in het zorgtraject, wat begint bij goed en duidelijk wederzijds begrip. Dit bleek echter problematisch uit een onderzoek van TNS NIPO. Hieruit kwam voort dat 25% van de patiënten het lastig vindt een arts goed te begrijpen. 34% gaf zelfs aan de inhoud van het gesprek alweer vergeten te zijn zodra de spreekkamer werd verlaten.

Negatieve emoties
Verschillende redenen zouden dit kunnen verklaren. Zo zouden negatieve emoties invloed kunnen hebben op behandelkeuze. Ook gaven velen die volgens zichzelf met heftige emoties kampten aan zich minder of niet goed voor te bereiden op een doktersbezoek.

Iemand meenemen
Wat hierbij zou kunnen helpen, is het meenemen van iemand naar het gesprek. Dit kan helpen met het opvangen van emoties, het maken van juiste keuzes en het überhaupt onthouden van dat wat behandeld is. 96% van de deelnemers gaf aan nooit iemand mee te nemen naar een doktersgesprek terwijl 37% dit wel zou willen. Hiernaast helpt het ook om zo goed mogelijk voor te bereiden op een gesprek.

Bron:
Zilveren Kruis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
tv

Haagse tandarts op TV

Tandarts Lachmansingh van Tandartspraktijk Tandbewust uit Den Haag is 24 juli te zien bij televisieprogramma LifestyleXperience op RTL4.

LifestyleXperience
LifestyleXperience is een programma waarin allerlei ‘spannende, innovatieve, luxueuze en trendy topics’ voorbij komen, aldus RTL4. Meerdere presentatoren bespreken wekelijks van alles en nog wat, variërend van de nieuwste gadgets tot de leukste hotspots en bijzondere evenementen. Lachmansingh zal in de uitzending vooral dieper ingaan op het bleken van tanden.

Bron:
Dichtbij

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
antibiotische profylaxe

Richtlijn antibioticaprofylaxe bij gewrichtsprothese

Na jaren van discussie hebben orthopeden en tandartsen nu samen een richtlijn opgesteld. Hieruit komt voort dat patiënten met een gewrichtsprothese die een tandheelkundige ingreep ondergaan geen antibiotische profylaxe toegediend hoeven te krijgen.

 

Richtlijn antibioticaprofylaxe bij gewrichtsprothese

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
compliment

Tandartsen en mondhygiënisten over hun ervaringen met visitatie

Visitatie is een kwaliteitsinstrument waarbij collega’s bij elkaar in de praktijk komen en feedback geven. U laten visiteren kan op verschillende manieren via de KNMT, ANT en NVM. Bij elke visitatie komt er een hoofdvisiteur en een assistentvisiteur bij uw praktijk over de vloer. dental INFO interviewde twee tandartsen en twee mondhygiënisten over hun ervaringen met visitatie: waarmee deden zij mee en wat hebben ze van de visitatie geleerd?

Wie visiteert?
De hoofdvisiteur is een collega, een tandarts of mondhygiënist, die door de beroepsvereniging is opgeleid tot hoofdvisiteur. De assistentvisiteur is een tandarts of mondhygiënist die zelf gevisiteerd is of wordt. Als de tandarts de praktijkeigenaar is, zal de hoofdvisiteur een tandarts zijn. Heeft u geen mondhygiënist in dienst, dan is ook de assistentvisiteur een tandarts. Als u als tandarts een mondhygiënist in dienst heeft, is de assistentvisiteur een mondhygiënist en zo wordt uw mondhygiënist dus ook gevisiteerd door een collega. Als u zelf mondhygiënist bent met een vrije vestiging, dan is de hoofdvisiteur tevens mondhygiënist. Ook de ZZP-tandarts en de ZZP-mondhygiënist kunnen gevisiteerd worden.

dental INFO interviewde een aantal gevisiteerden:

  • Peter Paul van Bennekom, de tandarts die zich liet visiteren en aan de wieg stond van visitatie.
  • Sascha van Hummel, de mondhygiënist die al lang zelf visiteur is en tevens ZZP’er is.
  • Johan Oost, tandarts die zijn praktijk liet visiteren via de KNMT.
  • Ruth Sederel, mondhygiënist in loondienst en lid van de Commissie Visitatie.

Wat waren de redenen van de tandarts om met de visitatie mee te doen?
Oost antwoordt: “Samen met mijn compagnon hebben we de praktijk (Tandheelkundig Centrum Beuningen) een kleine 5 jaar geleden overgenomen. Ondanks dat de praktijk destijds al redelijk op orde was, hebben we flink wat veranderingen doorgevoerd en protocollen strakker opgezet. Maar er is in de laatste jaren behoorlijk wat wet- en regelgeving bijgekomen en we wilden daarom weten waar we precies staan met de praktijk. We denken dat we de praktijk aardig op orde hebben maar toch wilden we dat er kritisch gekeken zou worden naar waar we ons nog in kunnen verbeteren.“

Van Bennekom: “Visitatie is voor elke medische beroepsbeoefenaar de beste mogelijkheid om een frisse onafhankelijke blik van een collega op je werk te krijgen. Dat is anders dan een ISO-certificering. Wij zagen duidelijk het verschil tussen certificeren en visiteren doordat de laatste visitatie kort na een certificeringssessie kwam. De meerwaarde van visiteren is dat het veel meer gericht is op het klinisch functioneren.

Oost en van Bennekom kozen beiden niet voor de Iqual-visitatie. Oost: “We hebben gekozen voor de normale visitatie. In onze Iqual-groep zitten diverse goede kennissen en  ons gevoel zegt dat er daardoor wellicht minder kritisch gekeken zou kunnen worden. Daarnaast bestaat onze Iqual groep ook uit niet-praktijkhouders, die doorgaans minder ervaring hebben met bijvoorbeeld een KEW-dossier. Tevens wilden we simpelweg een frisse blik van onbekende collega’s. “ Van Bennekom vult aan:  “Ik vond het een voordeel dat ik zo zelf een vergelijkbare praktijk in het land kon bezoeken als assistentvisiteur. “

Hoe beviel het visitatie-traject?
Oost: “Het is ons zeer goed bevallen, erg leerzaam als er kritisch naar je praktijk wordt gekeken. Van tevoren natuurlijk best spannend, want je geeft je eigenlijk helemaal bloot. Al gauw bleek dat zowel de hoofdvisiteur als de assistentvisiteurs een prettige manier van communiceren hadden en je het gevoel gaven dat gezamenlijk de puntjes op de i  worden gezet.

Van Bennekom: “Toen ik zelf als voorzitter van het KRT betrokken was bij de voorbereidingen van visitatie als kwaliteitsinstrument, lag de inhoudelijke invulling nog helemaal open. De uiteindelijke invulling vraagt wel wat voorbereiding, maar geeft veel inzicht in de praktijkvoering en is niet zo vrijblijvend. De vragenlijsten die men van te voren moet invullen, geven een goed beeld van de richting van de visitatie. Het invullen van de vragenlijsten gaf onze praktijk al een aardig zetje om met name op het gebied van dossiervorming nog een extra stapje te maken. De visitatie vond ik natuurlijk net als Oost ergens wel spannend, want als praktijkhouder heb ik natuurlijk het gevoel dat alles klopt en volgens regels en richtlijnen gaat, maar niets is minder waar. Veel dingen regelen we in de praktijk namelijk op gevoel. De collegiale toets is dan echt wel relevant. De spanning maakt dat het wel een beetje mag schuren. Als ik dat als zorgverlener voel, weet ik dat er wat aan te pakken is.  De gesprekken met de hoofdvisiteur en de assistentvisiteur waren wel heel open en niet oordelend.”

Oost vult aan over de voorbereidingen: “Vooraf dachten we dat we veel tijd kwijt zouden zijn aan het hele traject maar dat bleek erg mee te vallen. De vragenlijsten en het dossieronderzoek heeft ons hooguit drie uur gekost en dus een middagje visitatie waarbij er overigens gewoon door werd gewerkt in de praktijk.”

Zou u visitatie nu aanraden aan collega’s?
Oost: “Absoluut! Ik denk dat het belangrijk is dat je je praktijk af en toe eens langs de meetlat legt: Zijn de protocollen op orde, klopt de dossiervorming en zijn de hygiënemaatregelen voldoende? Tevens is het ook erg leerzaam om eens als assistentvisiteur in een andere praktijk te mogen kijken.

Van Bennekom: “Inderdaad zeker een aanrader, sterker nog: Een collega, die zich niet door een collega in de keuken wil laten kijken, heeft wat uit te leggen. Niet alleen naar zijn collega’s, maar vooral naar zijn patiënten. Eigenlijk zou je een lijst moeten openbaar maken van niet-gevisiteerden…”

Wat was de reden van de mondhygiënisten om hoofdvisiteur te worden?
Sederel en van Hummel wilden hoofdvisiteur worden. Van Hummel: “Visitatie is een mooi instrument om kwaliteit te waarborgen. Je kunt op een gelijkwaardige manier bij elkaar in de keuken kijken en iedereen leert hiervan. Iedereen heeft toch een blinde vlek, hoe fijn is het als een collega deze wel ziet en je tips kan geven.”

Sederel: “In 2013 werd de Commissie Visitatie van de NVM nieuw leven in geblazen. Als net-afgestudeerde wilde ik graag actief lid worden bij de NVM en een functie binnen de Commissie Visitatie leek mij een mooie kans om me in te zetten voor de kwaliteit van onze branche. De training tot hoofdvisiteur volgen was een logische stap als commissielid. Daarbij is het leuk om het traject waaraan ik met de commissie heb gewerkt in de afgelopen 2,5 jaar ook zelf in praktijk te brengen. “

Van Hummel was al langer visiteur en maakte het proces mee naar de nieuwe visitatievariant:
“ De vorige variant was intensief doordat er nog niets gedigitaliseerd was. Ik was uren aan het voorbereiden en aan het afstemmen met mijn mede-visiteurs. We gingen in die tijd ook met z’n drieën, een hele delegatie dus en dat kwam nog wel eens bedreigend over voor de gevisiteerde. Nu gaan we in duo’s en de communicatie is enorm verbeterd met een digitale vragenlijst en een document waarin iedereen werkt.

Training
Beide mondhygiënisten volgden een 4-daagse training waarbij naast wet- en regelgeving en het leren omgaan met de software (het ADAS-systeem) communicatie centraal stond. Het dusdanig opstellen zodat de gevisiteerde zich veilig voelt op zo’n spannend moment stond centraal. De hoofdvisiteur leerde de juiste vragen te stellen op een zo laagdrempelig mogelijke manier. Van Hummel: “ De opleiding vond ik zeer leerzaam, het werken met het ADAS systeem, alle mogelijkheden ervan onderzoeken. We zijn ook bij elkaar gaan visiteren om ervaring op te doen. Dit is volgens mij de enige manier om het echt te leren. Het is best moeilijk om de juiste vragen te stellen en tegelijk ook op te letten hoe de praktijk eruit ziet en wat je opvalt. De rol als gevisiteerde vond ik ook een hele belevenis.“

Sederel: ”Ik heb het visitatietraject ervaren als een beetje spannend, maar vooral heel leuk en leerzaam. Hoe bewust ik me er ook van ben dat de visitatie niet gezien moet worden als een middag waarop twee collega’s eens even komen kijken wat jij allemaal wel of niet fout doet in je praktijk, toch wil je het graag goed doen. Bij het invullen van de vragenlijsten ga je al nadenken over je handelen, dat maakt het meteen al functioneel. Het geeft je ook een beeld van de punten waarover het visitatieteam vragen kan gaan stellen en daarmee handvaten voor het voorbereiden van de visitatie. D-Day was voor mij niet bepaald een relaxte aangelegenheid. Gezonde spanning is de juiste diagnose, denk ik. Ik had zelfs voor wat versnaperingen gezorgd om op die manier nog wat punten te scoren bij de ‘jury’, haha! Gelukkig vielen bij aanvang de zenuwen weg en gedurende de middag hing er zelfs een open sfeer en de visiteurs stelden zich belangstellend en niet-oordelend op. Hierdoor kon ik vol enthousiasme mijn werkplek laten zien en was het achteraf gezien een plezierige middag.”

Hoe gaan de mondhygiënisten verder na de visitatie?
Van Hummel: “Na de visitatie kan ik weer geïnspireerd verder met nieuwe kennis over praktische zaken, maar zeker ook met heel veel ervaringen die ik meeneem in mijn dagelijkse leven.”

Sederel: Het doel van een visitatie is om van elkaar te leren en daarmee de kwaliteit van onze praktijkvoering te optimaliseren. In mijn situatie kwamen er zowel eyeopeners als bevestigingen van reeds bekende punten van ontwikkeling naar voren. Waar ook aandacht aan wordt besteed bij een goede visitatie zijn de positieve punten die het visitatieteam ziet. Soms heb je als professional helemaal niet in de gaten dat jij je op bepaalde punten op een hele positieve manier onderscheidt van anderen. De combinatie van zowel tips als tops maakt een visitatie voor mij zó 2016! Ik werk met een groot, maar ook zeker fijn team van tandartsen, mondhygiënisten en assistenten, waarin dingen bespreekbaar gemaakt kunnen worden. Dat komt de mogelijkheid tot ontwikkeling op het gebied van kwaliteit ongetwijfeld ten goede.“

Dus…een aanrader?
Van Hummel: “ Ik kan het zeker aanraden aan collega’s. Als je een open blik hebt, kan je zoveel leren van een visitatie. Het is fijn om met vakgenoten van gedachten te wisselen en altijd met als hoogste doel jouw kwaliteit te verhogen. Het is een instrument precies op maat voor de mondhygiënist, wat bloot legt waar het goed gaat en waar je nog kan groeien.

“Sederel: Ik zou iedere professional willen adviseren om zich te laten visiteren, omdat het een leuke en eenvoudige manier is om de kwaliteit van je praktijkvoering op een hoger niveau te krijgen. Door je te laten visiteren laat je zien aan de buitenwereld dat je kwaliteit hoog in het vaandel hebt staan. Daarnaast krijg je letterlijk op een blaadje aangereikt waar de sterke kanten en mogelijke verbeterpunten van je werk liggen en het is aan jou of je ook wat met de adviezen doet.”

En…is het echt nou zo eng?
Sederel: “Waar ik voorafgaand aan de visitatie bang was om ‘af te gaan’, ben ik achteraf gezien een zeer waardevolle en positieve ervaring rijker. Ik zeg DOEN!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
desinfecteren

Voorkom kruisbesmetting door desinfecteren van praktijkruimtes

Waar moet de praktijkindeling idealiter aan voldoen om de verspreiding van pathogene micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen? Welke middelen zijn er beschikbaar voor reinigen en desinfecteren?

Verslag van de lezing van dr. Alexa Laheij tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Mensen dragen 1-3 kg micro-organismen bij zich. Als deze uit balans zijn, kan dit leiden tot ziekte. Sommige micro-organismen leiden tot infectieziektes (MRSA, VRE, ESBL; deze micro-organismen zijn antibiotica resistent.) De resistentie van bacteriën tegen antibiotica komt steeds vaker voor. Ook gaat de verspreiding van deze bacteriën steeds sneller. Dit komt omdat de mens steeds reislustiger is, maar ook doordat er weinig nieuwe antibiotica ontwikkeld wordt. Het is voor de industrie niet interessant om nieuwe antibiotica te ontwikkelen. Het is erg lastig en antibiotica wordt door de meeste mensen maar kort gebruikt. Hierdoor levert het niet genoeg winst op. Een MRSA-besmette behandelaar mag niet behandelen, deze moet eerst van de bacterie zien af te komen.

Trend
Als de trend van de hoeveelheid mensen die doodt gaat aan een infectie met een resistente bacterie zich doorzet, zijn er in 2050 net zoveel personen die dood gaan aan een infectie met een resistente bacterie, als dat er nu personen dood gaan aan kanker. Een besmetting met een bacterie is niet ernstig, maar een infectie kan wel ernstige gevolgen hebben. U kunt dus best een resistente bacterie bij u dragen, zonder dat dit meteen ernstige gevolgen heeft. Omdat we veel bacteriële infecties in de toekomst niet goed meer kunnen behandelen met antibiotica, lijkt het zaak om de verspreiding van de multi-resistente bacteriën te verminderen of te voorkomen.

Wat kunnen we doen om de verspreiding van deze bacteriën te voorkomen?
De bacteriën worden overgedragen door contact met bloed of slijmvliezen. De tandarts kan kruisbesmetting proberen te voorkomen. Dit kan door de praktijk in te delen in kritische en niet-kritische ruimtes. Kritische ruimtes zijn over het algemeen alleen de behandelkamers en de sterilisatieruimte. Dit zijn ruimtes waarin werkkleding en persoonlijke bescherming moet worden gedragen. Dit zijn handschoenen, bril en neusmondmasker.

Niet-kritische ruimtes zijn de wachtkamer, gang, toilet, eetruimte, kantoor, etc. In deze ruimtes is het niet verplicht werkkleding te dragen. Persoonlijke bescherming mag in deze ruimtes niet gedragen worden.

Ontstaan van besmetting
Besmetting kan ontstaan door smeercontaminatie. Hierbij raakt u bijvoorbeeld met uw handen eerst het ene besmette object aan, waarna u de bacteriën overdraagt naar een ander nog schoon object.

Een andere vorm van besmetting is besmetting door aerosolen. Hierin is de tandheelkunde binnen de gezondheidszorg uniek. Aerosolen zijn deeltjes in de lucht, welke zo klein zijn dat je ze niet kunt zien. Deze deeltjes verspreiden zich door de ruimte en komen daarna in ongeveer 30 minuten naar beneden en besmetten zo alle oppervlakken.

Het verdient de aanbeveling om dan ook alle kasten afsluitbaar te maken en zo veel mogelijk dicht te houden. De vloeren moeten glad en naadloos zijn. Er mogen geen stoffen gordijnen aanwezig zijn. Planten mogen niet in de kritische ruimtes geplaatst worden. Een airconditioning is (voorlopig) toegestaan, omdat er niet bewezen is dat dit de besmetting vergroot.

Schoon en vuil gedeelte in de praktijk
Ruimtes en werkbladen moeten worden in gedeeld in een schoon en vuil gedeelte. Vuil mag niet in aanraking komen met schoon. Alles wat wel vies is geworden moet worden gereinigd en gedesinfecteerd, het is dus makkelijk om zo weinig mogelijk op het werkblad te hebben staan.

Telefoon, computer, toetsenbord en muis
Een telefoon in de behandelkamer is toegestaan, maar moet buiten de spatzone staan. Deze mag bijvoorbeeld niet naast de computer staan. Dit omdat de computer eigenlijk altijd in de spatzone staat. Het toetsenbord en de muis moeten dus ook afneembaar zijn of beschermd worden met een vervangbare hoes. Deze hoes moet dan na elke patiënt worden vervangen.

De reiniging, desinfectie en sterilisatieruimte moet ook zichtbaar gescheiden worden in een schoon en een vuil gedeelte.

Thermodesinfector en autoclaaf
Al het semi-kritische instrumentarium (alles wat in aanraking komt met de patiënt) moet in de thermodesinfector worden gereinigd en gedesinfecteerd. De thermodesinfector reinigt eerst en desinfecteert daarna. Reinigen moet altijd eerst plaats vinden, voordat goed gedesinfecteerd kan worden. Een thermodesinfector geeft een heel schoon eindresultaat, een autoclaaf verwijdert alleen nog de sporevormers. Deze worden dus als enige niet door een thermodesinfector verwijderd.

Alle producten die niet thermisch gedesinfecteerd kunnen worden, moeten chemisch gedesinfecteerd worden.

Chemische reiniging kan met:

  • Alcohol (30s inwerktijd)
  • Chloor (5m inwerktijd, een afdruk moet dus minimaal 5 minuten in het bad liggen)
  • Peroxide (corrosief)
  • Quaternair ammoniumverbinding (dit desinfecteert niet volledig, sommige bacteriën blijven toch nog leven)
  • Glucoprotamine (inwerktijd van 15-60 minuten, dit kan gebruikt worden als tijdelijk bewaarbad voor vies instrumentarium)
  • Chloorhexidine (desinfectie van slijmvliezen voor een chirurgische ingreep, doodt alleen bacteriën, maar niet de virussen en schimmels)

Autoclaaf niet te vol pakken en uitdampen
Kritisch instrumentarium wordt gebruikt bij chirurgische ingrepen. Deze dienen gesteriliseerd te worden in een autoclaaf. Bij het gebruik van een autoclaaf moet er op gelet worden dat deze niet te vol gepakt wordt, aangezien de zakjes moeten kunnen opbollen. Ook moeten de zakjes aan het einde van het sterilisatieproces helemaal opdrogen. Ze mogen niet vochtig opgeborgen worden! Bij het vochtig opbergen, is het niet meer steriel.

Hoekstukken: extern en intern reinigen
Hoekstukken moeten behalve extern ook intern gereinigd worden. Dit kunt u doen met speciale hulpstukken voor in de thermodesinfector. Een nadeel is dat de cyclus van de thermodesinfector erg lang is. Een ander, sneller alternatief is de DAC. De DAC reinigt, oliet en desinfecteert de hoekstukken in 12 minuten.

Laheij is tandarts, heeft een praktijk in Voorschoten en is onderzoeker op ACTA.

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
prevention

Prevention is the key: we can make a difference

Mondhygiënist Dyonne Leerdam startte in Suriname haar eigen mondzorgpraktijk. Tijdens haar werk kwam ze veel slechte gebitten tegen en begon een stichting om preventie op een hoger niveau te krijgen. Prevention is the Key, is haar grootste project.

Verslag van de lezing van Dyonne Leerdam tijdens het NVM-congres.

Op het podium stond een vrouw met een duidelijke missie. Haar presentatie maakte duidelijk indruk en Dyonne Leerdam ontving na haar afsluiting een zeldzaam lang applaus. Prevention is the Key, We Can Make A Difference, luidde haar presentatie titel. Dyonne werkt in een gebied waar mondzorg (en voornamelijk de preventieve tak) achtergesteld is en waar een totaal andere sfeer heerst. Ze werkt namelijk in Suriname. Zij liep haar stage in Suriname en werd kort na haar vertrek weer teruggevraagd door haar stagepraktijk. Vijf jaar geleden startte Dyonne er haar eigen praktijk.

Onderzoek
Tijdens haar werk kwam ze veel slechte gebitten tegen. Ze vroeg zich af hoe dat nou kwam. Was dit soms normaal in deze regio? Om aandacht te vragen voor dit probleem en om met cijfers te komen, startte ze in 2012 een onderzoeksproject “Hoe gezond is uw mond” met de hulp van Nederlandse stagiaires. Bij 289 participanten scoorden ze de DPSI waarbij slechts 8 personen op de lage DPSI 2 uitkwamen. De overige participanten scoorden voornamelijk DPSI 4. Sinds dien vindt dit jaarlijks plaats onder de naam “de week van de mondhygienist”

Projecten
“Hoe kan dit? Wat kan ik doen? Ik ben maar in mijn uppie?”, vroeg Dyonne zich af. Ze zette een stichting ter bevordering van de mondgezondheid op waardoor diverse projecten en evenementen worden geinitieerd. Enkele daarvan lopen min of meer synchroon met die van de NVM in Nederland. Zo hield ze de Week van de Mondhygiënist en de Diabetesmaand. Want: “Je kunt niet achterlopen, ook al ben je in je eentje!”

In laatste Week van de Mondhygiënist stonden mensen in rijen voor de deur. Dit keer bepaalde ze niet alleen de DPSI maar – samen met een verpleegkundige, en een personal trainer – ook de BMI, de bloedsuikerwaarde en de bloeddruk. In totaal heeft ze 144 mensen in de stoel kunnen helpen. De resultaten moet ze nog uitwerken: “Dat lezen jullie vast nog wel ergens. In elk geval kan ik zeggen dat er slechts 3 patiënten de DPSI 2 hadden. Waarvan een de eerste participant was: Een 70-jarige Nederlander, die al jaren trouw haar mondhygienist bezocht.”

Prevention is the Key
Voor haar grootste project Prevention is the Key bezoekt ze het binnenland. “In Botopasi geven de kinderen aan drie jaar met kiespijn te lopen!” Er wordt daar normaal gesproken enkel curatief gehandeld: een paar gezondheidswerkers hebben namelijk geleerd te extraheren. Verder zijn er geen gekwalificeerde tandheelkundigen in het binnenland van Suriname. “Het is ongelooflijk, daar zitten standaard 10 mensen in de wachtkamer en er zijn in de hele dokterspost maar 3 mondspiegels te vinden! Die worden alleen schoongemaakt met alcohol…”

Preventieprogramma
Dyonne is zeer ambitieus en wil in de vraag voorzien. De mensen daar hebben namelijk wel een enorme informatiehonger. Ze wil een constructief preventie programma creëren voor het binnenland van Suriname. Ze wil minder pijnklachten en een mindshift bij de jeugd bewerkstelligen.

“Dyonne bezocht de school in Botopasi. Deze school heeft 175 kinderen. Veel van deze kinderen hadden een 100% plak/bloedingsscore. Ze gaf met haar stagiaire poetslessen boven het open riool… Een andere plek was er nou eenmaal niet. De tandenborstels blijven op school en de juffen werken goed mee. Ze merkt duidelijk verandering: 16% minder plaque is het resultaat van het eerste kwartaal. Ook zijn er minder pijnklachten en hebben minder kinderen last van mondgeur. Deze mondgeur werd als eerst gesignaleerd door de docenten. De docenten zijn dus blij met haar/ het initiatief van de stichting!

Dyonne zou dit project graag willen kunnen blijven voortzetten en uitiendelijk opzetten in andere dorpen, maar de financiën zijn een groot probleem.

Tip
Als laatste gaf Dyonne de mondhygiënisten een portie power in de vorm van een speech: “Hol niet steeds naar de NVM, zet zelf je schouders er onder. Wij zijn als mondhygiënisten belangrijk! Vraag jezelf af, wat kan IK doen en doe het op je eigen manier.”

Dyonne Leerdam is NVM-mondhygiënist en oprichter van de eerste mondhygiënistenpraktijk in Suriname. Voor meer informatie bezoek de website of de facebook pagina

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Dyonne Leerdam Clerx tijdens het NVM-voorjaarscongres.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

De implantaatgesteunde frameprothese

Welke mogelijkheden biedt de implantologie voor uitneembare voorzieningen? Met name vrij-eindigende frameprotheses in de onderkaak hebben een beruchte prognose ten aanzien van patiënt comfort. Implantaatsteun kan van grote waarde zijn.

Verslag van de lezing van drs Martijn Brenkman tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

De frameprothese verandert niet mee met de patiënt en levert zo doende in de loop van de jaren problemen op. De patiënt denkt dan telkens aan “dat niet goed passende ding” in zijn mond. Met de toename van ouderen neemt het aantal frames ook toe. Ondanks alle innovaties, zijn er nog steeds veel patiënten die in aanmerking komen voor frames. Vaak spelen de financiële mogelijkheden van de patiënt een rol bij de keuze van een frameprothese. Veel dragers van een frameprothese hebben als criterium: “Als ik maar kan kauwen”.

Partiële prothese
Bij drie tot vier occluderende paren is sprake van een functionele dentitie en is een partiële prothese acceptabel in tegen stelling tot de volledige prothese. Het frame zou zich moeten blijven ontwikkelen om het de patiënt geriefelijker te maken. Het raster, de minor en de occlusale steunen kunnen digitaal ingepland en geprint worden. Maar metaal kan nog niet geprint worden. Op het model wordt het kunststof gepast en daarna wordt de uiteindelijk versie gemaakt. Het is dus maar half digitaal. Toch is het volledig digitale frame de toekomst. Maar ook dit kan nog steeds problemen geven, want de patiënt blijft nou eenmaal anders dan een print.

Objectief versus subjectief
Met het verlies van gebitselementen neemt de kauwefficiëntie slechts objectief af. De tandarts houdt er daarom vaak een andere mening op na dan de patiënt die het subjectief beleeft. De patiënt redt zich wel: bij een matig zittende prothese wordt het frame al gauw thuisgelaten.

Toepassing
De perceptie tussen de patiënt en de tandarts kan dus behoorlijk verschillen. Het enige voorspelbare in deze is de frontvervanging vanwege esthetische redenen. Een patiënt gaat nu eenmaal niet zonder voortanden rondlopen.

Een frameprothese is verder een goede oplossing als aanvulling op de processus alveolaris, bij meerdere grote diastemen, bij problemen met de belastbaarheid en als de prognose slecht is. In dat laatste geval is het een “sjieke” vorm van afbouwen. Is afbouwen niet het doel, dan is het zaak dat na plaatsing van het frame naar de mondhygiënist wordt verwezen. “De patiënt moet om de drie maanden naar de mondhygiënist wegens hoog risico op wortelcariës. De mondhygiëne moet rigoureus beter. De gebitselementen zijn niet voor niets verloren gegaan”, zegt Brenkman.
Hij toonde hierbij een foto van een gebit met forse recessies, cariës en plaque als ondersteuning.

foto implant

foto implant2

Vrij-eindigende prothesen
Bij een vrij-eindigend partieel gaan de elementen en het frame werken als een wig. Het geeft slijtage van de elementen waar het partieel op steunt en het zit niet prettig. Wil men dit voorkomen, dan biedt ondersteuning via een dorsaal implantaat uitkomst. De juiste positie van het implantaat is dan wel heel belangrijk. Het kan een enorme mobiliteitsreductie betekenen. De ankers kunnen eventueel verwijderd worden.

Als laatste tip gaf Brenkman mee om de lengte en locatie van het abutment op het model te noteren zodat het eenvoudig terug te vinden is in de kaak.

Drs. Martijn Brenkman is tandarts en voltijds werkzaam bij de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daar is hij verantwoordelijk voor het theoretische en praktische onderwijs in de partiële prothetiek aan studenten in de Bachelor- en Masterfase van de tandheelkunde opleiding in Groningen. Complexe restauratieve problemen bij (medisch-) gecompromitteerde patiënten hebben zijn bijzondere interesse. Als clinicus is hij betrokken bij een prospectieve studie naar implantaatgesteunde frameprotheses.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van drs Martijn Brenkman tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Woordenlijst mondzorg vertaald Engels en Spaans

Woordenlijst Nederlandse mondzorgtermen vertaald in Engels en Spaans

Buitenlandse tandartsen die in Nederland gaan werken kunnen nu een praktische woordenlijst van de gebruikte termen in de mondzorg raadplegen.
DPA Dentistry ontwikkelde deze woordenlijst waarin mondzorgbegrippen van en naar het Engels, Spaans en Nederlands worden vertaald.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
tandarts en mondhygiënist krijgen hoog rapportcijfer

Patiënt geeft eigen tandarts en mondhygiënist ruim een 8 als rapportcijfer

Patiënten zijn over het algemeen erg tevreden met hun tandarts en mondhygiënist. Ze geven hun tandarts en mondzorgpraktijk gemiddeld een 8,2 als rapportcijfer. Hun mondhygiënist scoort met een 8,1 ook erg hoog. Dit blijkt uit onderzoek van de NPCF onder ruimt 9.000 leden. Maar 2% van de respondenten in het onderzoek geeft de eigen tandarts een cijfer lager dan 6. En meer dan 10% van de respondenten geeft zelfs een 10.

Verbeterpunten
Uit het onderzoek van de NPCF komen ook verbeterpunten naar voren. Met name in de informatievoorziening vinden patiënten dat tandartsen en mondhygiënisten zich zouden moeten verbeteren. Zo geeft bijna de helft van de tandartsen die een behandeling beginnen die meer gaat kosten dan 250 euro geen prijsopgave aan de patiënt. ‘Dit is echter wettelijk verplicht’, vertelt Van Drie van de KNMT, ‘we gaan onze leden daar nogmaals uitdrukkelijk op wijzen.’ Ook willen patiënten graag meer overleg over voor- en nadelen van behandelingen en over alternatieven.

Wisselen van tandarts
Patiënten die van tandarts wisselen geven aan soms met onverwachte behandelingen te worden geconfronteerd. Dat komt deels door verschil van aanpak tussen tandartsen onderling; voor mondproblemen zijn vaak meerdere oplossingen mogelijk. Van Drie: ‘De oprichting van een richtlijneninstituut voor de mondzorg gaat deze behandelvariatie tussen tandartsen verkleinen. In richtlijnen wordt vastgelegd wat de best bewezen behandeling is.’

Kosten als reden voor niet-behandelen
Een op de vijf mensen laat een behandeling soms aan zich voorbij gaan vanwege de kosten. Ze stellen de behandeling uit of laten deze helemaal niet doen.  Een op de zeven ondervraagden zegt de afgelopen twee jaar niet naar de tandarts of mondhygiënist te zijn geweest. Vijftien procent geeft de kosten hiervan als belangrijkste reden.

Lager opgeleiden
De NPCF constateert dat lager opgeleiden minder vaak de tandarts bezoeken dan hoger opgeleiden. Ook wijst de NPCF erop dat ook kwetsbare mensen steeds langer thuis blijven wonen. Dat betekent dat zorgverleners extra alert moeten zijn op de mondzorg bij kwetsbare ouderen.

Kijk hier voor de rapportage van de meldactie Mondzorg (pdf)

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Esthetische aanvullingen op orthognatische chirurgie

Iemands lach is belangrijk voor een eerste indruk en voor het sociaal functioneren. Binnen het vakgebied MKA (mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie) zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van esthetische aangezichtschirurgie. Een overzicht.

De kaakosteotomie (chirurgische kaakcorrectie) is de meest potente behandeling om het gelaat te veranderen. Maar orthognatische chirurgie (diagnostiek en behandeling van afwijkingen aan het gezicht en de tand- en kaakstand) kan vaak gecombineerd worden met esthetische aangezichtschirurgie zoals: liposuctie, lipofilling, zygoma osteomie, kaakhoek augmentatie, otoplastiek, blepharoplastiek, rhinoplastiek en liplift. Met deze esthetische aangezichtschirurgieprocedures worden de behandelingsmogelijkheden voor de osteotomie kandidaat vergroot.

Bij veel professionals is het nog onbekend wat de mogelijkheden zijn om de schoonheid en harmonie van het aangezicht te verbeteren. Johan Jansma liet verschillende behandelingen de revu passeren tijdens zijn lezing.

In het aangezicht wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • Dentitie
  • Aangezichtsskelet
  • Weke delen

Dentitie en aangezichtsskelet
Dentitie en het aangezichtsskelet bepalen in belangrijke mate de aangezichtscontour. Dentitie is zeer belangrijk voor esthetiek van het aangezicht, tevens geeft de dentitie ook lipsteun. De kaakstand bepaalt mede de stand van de dentitie.

Gelaatssymmetrie
Symmetrie nastreven is belangrijk, maar is lastig te bepalen. Er zijn veel technieken voor behandelplanning beschikbaar, ook zonder röntgenstraling.
Chirurgische opties om de aangezichtscontour te beïnvloeden zijn o.a.:

  • Plaatsen van alloplastische implantaten (van poreus polyethyleen of siliconen (Kaakhoek, jukbeen, kin, etc.)
  • Zygoma osteotomie: correctie van het jukbeen

De hals
De behandeling om de kin-halshoek te verbeteren met liposuctie, kan het beste plaatsvinden op relatief jonge leeftijd. Dan is de huid nog elastisch, wat gunstig is.

Lippen
Veroudering veroorzaakt onder andere verlenging van de bovenlip en het afhangen van de mondhoeken. Afhangende mondhoeken en marionettelijnen zijn deels te behandelen met fillers en lipaugmentatie. Een facelift heeft slechts beperkte invloed op de mondhoek. Chirurgische opties zijn o.a.:

  • Lipofilling
  • Fillers/lipaugmentatie (resorbeerbaar, hyaluronzuur). Ook voor tandartsen is dit een interessante behandeling. Als men de bovenlip behandelt, behandelt men ook altijd de onderlip. De onderlip moet altijd groter blijven.
  • Liplift
  • Mondhoeklift

De neus
Veel osteotomie kandidaten hebben een vormafwijking van de neus en zullen daardoor geïnteresseerd zijn in de mogelijkheid van een neuscorrectie. De operaties zijn vaak te combineren. Een rhinoplastiek is geen vergevingsgezinde ingreep. De neus is prominent aanwezig in het gelaat en voor een groot deel opgebouwd uit kraakbeentjes.

De oogleden
Een correctie van het boven- en/of onderooglid wordt een blepharoplastiek genoemd.

Het oor
Een correctie aan het oor wordt een otoplastiek genoemd.

Conclusie
Verdiep u goed in wat de patiënt mooi vindt. Laat de verwachtingen overeenkomen en zorg dat u met uw patiënt op één lijn zit. Daarvoor zal in de toekomst nog meer gebruik gemaakt worden van 3D-technieken, met 2D is het toch lastig om evident het behandelresultaat te plannen.

Lezing door: Dr. J. Jansma, MKA chirurg, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMCG

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Chirurgie, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
Parodontitis en algemene gezondheid

Parodontitis en algemene gezondheid

Parodontale behandeling draagt bij aan de algemene gezondheid. Wat is er bekend over de relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten en de relatie tussen parodontitis en diabetes type 2? Heeft parodontale behandeling effect op deze ziekten?

Mondhygiëne en hart- en vaatziekten (HVZ)
Een slechte mondhygiëne is geassocieerd met een toegenomen risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten (HVZ). Oliviera et al. (2010) volgde voor zijn onderzoek 11.869 deelnemers (gemiddelde leeftijd 50 jaar). De gemiddelde follow-up periode was 8 jaar. Er werd gekeken naar de frequentie tandenpoetsen. De resultaten waren als volgt:

  • 5% van de onderzoeksgroep ontwikkelde HVZ;
  • De incidentie van HVZ bij deelnemers die twee keer per dag hun tanden poetsen is 3%;
  • De incidentie van HVZ bij mensen die zelden of nooit hun tanden poetsen ligt veel hoger (11%), het relatieve risico is 1,7;
  • Er kan niet worden gesteld dat het minder frequent tandenpoetsen de oorzaak is van HVZ. De resultaten laten wel zien dat er een link bestaat tussen de mondgezondheid en de algehele gezondheid. Patiënten zouden dus gemotiveerd kunnen worden door aan te geven dat de kans op HVZ verlaagd wordt door frequent tanden te poetsen.

Parodontitis als risicofactor voor bepaalde aandoeningen
Het is bekend dat de kans op bepaalde aandoeningen hoger ligt bij aanwezigheid van parodontitis. Onder deze aandoeningen vallen:

  • Longinfecties
    De inhalatie van de mondbacteriën kan longinfecties veroorzaken, dit geldt vooral voor ouderen.
  • Premature geboortes
    Het vermoeden is dat bacteriën de placenta kunnen passeren.
  • Pre-eclampsie / zwangerschapsvergiftiging
  • Reuma
  • Diabetes
  • Hart- en vaatziekten (HVZ). Hieronder valt artherosclerose, hartinfarcten, beroertes en overlijden.

Hart en vaatziekten (HVZ)
De resultaten van verschillende longitudinale studies hebben laten zien dat de incidentie van HVZ toeneemt wanneer er sprake is van parodontitis. Op basis van een meta-analyse is gebleken dat het relatieve risico op het ontwikkelen van HVZ bij parodontitis patiënten 1,5 is. Het is algemeen geaccepteerd dat er een link bestaat tussen HVZ en parodontitis. Hoe die relatie precies bestaat is echter nog niet bekend.

De relatie tussen parodontitis en hart- en vaat ziekten is in vele landen onderzocht, en bijna altijd was die link gevonden. Toch zijn er grote verschillen tussen landen wat betreft leefgewoonten, roken en voeding, en ook genetische achtergrond, alsmede het voorkomen van HVZ. Voor Nederland is de relatie nog niet vast gesteld; momenteel loopt op ACTA een epidemiologische studie om te bezien of de associatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten ook gevonden kan worden.

Wat zijn de mogelijke mechanismen voor de relatie tussen parodontitis en HVZ?
Bij de aanwezigheid van parodontitis kan het wondoppervlakte een grootte hebben van 5-20 cm2 (PISA). Er is sprake van een bacteriemie en dit kan leiden tot de volgende condities:

  • Toename van de pro-inflammatoire status: Toename van ontstekingsmediatoren in het bloed, zoals CRP en interleukines.
  • Toename van de immuun-activiteit.
  • Toename van de pro-trombotische status: De toename van o.a. interleukine-6 leidt tot een toename van stollingsfactoren. Dit kan leiden tot ischemie van bloedvaten.
  • Aanwezigheid van dyslipidemie: Het cholesterolgehalte neemt toe.

Als gevolg van de aanwezigheid van deze condities neemt de artherogenese toe, dwz het ontstaan en verergeren van aderverkalking. Dit leidt dan weer tot endotheliale dysfunctie. De intima media wall thickness (IMT) neemt toe met als gevolg dat het bloedvat vernauwt. Het is bewezen dat bij parodontitis patiënten de IMT significant dikker is. Aan de hand van de pulse wave velocity (PWV) is vastgesteld dat de aorta stijver is bij parodontitis patiënten. Er is sprake van minder elasticiteit van de bloedvaten (Flow Mediated Dilatationn, FMD). Hierbij moet wel vermeld worden dat erfelijke aanleg een grote rol kan spelen, bepaalde erfelijke factoren komen zowel voor bij HVZ patiënten als bij parodontitis patiënten.

Is er sprake van verbetering van het vaatstelsel bij parodontale behandeling?
Uit onderzoek blijkt (Piconi et al. 2009 en Han et al. 2014) dat de IMT verbetert na parodontale behandeling. De stijfheid van de aorta (PWV) neemt niet significant af maar er is wel sprake van een trend. Als er naar de elasticiteit (FMD) van de slagader in de arm wordt gekeken dan is er een significante toename zichtbaar zes maand na de behandeling. Geconcludeerd kan worden dat parodontale behandeling effect heeft op de vaten, het is alleen niet bekend of we hiermee ook de preventie van HVZ bewerkstelligen.

C-reactive protein
C-reactive protein (CRP) wordt in de lever geproduceerd. Deze biomarker is in verhoogde waardes aanwezig bij patiënten met parodontitis. Wanneer de CRP-waarde hoger is dan 2,1 mg/L, dan is er een verhoogd risico op het krijgen van HVZ. Na parodontale behandeling daalt het CRP-gehalte significant. Uit een meta-analyse van case-control studies is gebleken dat parodontale behandeling zorgt voor een reductie van CRP van een halve milligram per liter, dit resulteert in een gemiddelde waarde onder de 2,1 mg/L. Wanneer patiënten, die al bekend zijn met comorbiditeit (andere ziekten), parodontaal behandeld worden dan draagt dit zeker bij aan de verlaging van CRP. Patiënten met overgewicht hebben minder kans op een daling van het CRP. Bij deze patiënten is het dus aan te raden om af te vallen omdat de behandeling dan meer effect heeft.

Link tussen parodontitis en suikerziekte
Diabetes type 2 patiënten hebben een minder goed functionerend immuunsysteem. Hierdoor treden er vaker infecties op, kunnen er macro en micro vasculaire problemen ontstaan en is er sprake van een vertraagde wondgenezing. De parodontitis is meestal in een ernstigere vorm aanwezig dan bij niet-diabeten. Voor diabetici geldt dat de situatie verbeterd kan worden door het gebruik van medicatie, gewichtsverlies, (extra) lichaamsbeweging, verandering van dieet en door behandeling van chronische infecties en ontstekingen.

Vicieuze cirkel
Diabetes begint met insuline resistentie, de lichaamscellen reageren niet goed op de hoeveelheid insuline waardoor de suikers niet goed worden opgenomen. Het suikergehalte in het plasma is verhoogd, dit is toxisch. Eiwitten functioneren slechter doordat ze geglycolyseerd raken, ook de eiwitten die de wondgenezing bewerkstelligen functioneren dus minder. Hemoglobine raakt ook geglycolyseerd (HbA1c) en is tevens een marker voor de hoeveelheid suiker die er aan verbonden is. Het eindproduct van geglycolyseerde eiwitten (AGE) is toxisch voor bloedvaten. Dit leidt tot micro- en macrovasculaire complicaties en hierdoor ontstaan er weer makkelijker infecties. Dit leidt weer tot insuline resistentie.

HbA1c
De HbA1c-waarde gaat naar beneneden bij het uitvoeren van parodontale behandeling.
Bij mensen met overgewicht leidt parodontale behandeling gemiddeld genomen niet tot een significante reductie van HbA1c. Overgewicht speelt dus een grote rol bij het effect van de behandeling. Een kleine verlaging van HbA1c heeft al grote effecten voor de gezondheid van de patiënt, het reduceert onder andere de kans op overlijden. Parodontale behandeling van diabetes type 2 patiënten draagt bij aan de vermindering van diabetes gerelateerde complicaties.

Conclusie

  • Frequentie tandenpoetsen is gelinkt aan HVZ
  • Parodontitis is een risicofactor voor het ontstaan van bepaalde aandoeningen, hoe deze relatie precies is, is nog niet bekend.
  • Er is een link tussen HVZ en parodontitis, erfelijkheid speelt hier mogelijk ook een rol bij.
  • Parodontale behandeling bij diabetes patiënten zonder overgewicht kan zorgen voor een verlaging van HbA1c. Als de patiënt iets aan overwicht kan doen dan is dit erg belangrijk.

Prof.dr. Bruno Loos is in 1981 afgestudeerd als tandarts. Na een periode algemene praktijk behaalde hij een MSc in de parodontologie en een PhD in de orale biologie, beide in de VS. Loos is hoogleraar parodontologie en werkt full time bij ACTA. Hij leidt daar het MSc programma parodontologie en is voorzitter van de sectie parodontologie/biochemie. Zijn onderzoek is gerelateerd aan systemische effecten van parodontitis en effecten van parodontale behandeling op algemene gezondheid. Daarnaast bestudeert hij aspecten van de vatbaarheid voor parodontitis (genetische en immunologische factoren), alsmede aspecten van peri-implantitis (microbiologie, effecten van behandeling).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Bruno Loos tijdens het congres PARO2015 van Bureau Kalker .

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
beperking

Mondzorg bij mensen met een beperking

De Vlaming Luc Marks coördineert een wetenschappelijk onderzoek over mondgezondheid bij mensen met een mentale beperking. Voor dit onderzoek werden maar liefst 16000 atleten afkomstig uit 49 verschillende landen in Europa en Eurasia onderzocht. Ruim 40% van de Nederlandse Special olympiërs bleek duidelijke gingivale problemen te hebben. “Er is dus werk aan de winkel.” Helaas kon hij er niet meer over vertellen omdat er nog een embargo op zijn onderzoek rust. De resultaten verschijnen dit jaar nog in een hoogstaand wetenschappelijk tijdschrift en zullen dan openbaar zijn.

Meer vergoeding
Hij kon wel vertellen dat België schrok van de resultaten en zich besefte dat er voor mensen met een beperking meer behandelingen vergoed zou moeten worden. Daarom werd in België voor mensen met een beperking het budget voor tandsteenreiniging verviervoudigd. Daarnaast kwamen ook specifieke behandelingen zoals extracties en uitneembare protheses weer terug in het pakket. Ook de specifieke conserverende zorg zal in 2015 nog een extra financiële tegemoetkoming krijgen en….last but nog least…per 2016 zal er een opleiding Mondhygiënist starten. De opleiding krijgt een verplichte stage en onderwijs over mensen met een beperking.

Tips
Tandarts met kennis
Belgisch onderzoek dat juni 2015 wordt gepubliceerd heeft aangetoond dat ouders van patiënten met Down syndroom expliciet vragen naar een tandarts met extra kennis in deze doelgroep. Zo’n specialist kan namelijk tips geven waar zij echt wat aan hebben. Bijvoorbeeld de tip over napoetsen. Hierbij blijkt ook de individuele aanpak van belang.

Aangepaste tandenborstel
Het gebruik van een specifieke en individueel aangepaste tandenborstel kan motiveren om zelf goed te gaan poetsen. Een elektrische borstel verdient bij deze doelgroep duidelijk de voorkeur. Bij gebruik hiervan is een extra instructie wel aanbevolen. Een leercurve dient in acht genomen te worden. Marks haalde ook nog de elektrische tandenborstel met de ingebouwde Blue Tooth technologie aan. “Dit heeft echt een toegevoegde waarde, waardoor men zo mooi kan evalueren! Precies die gegevens die ik wil weten: Wie heeft er wel en niet gepoetst en waar wel en waar niet. Bovendien kan zo het familielid van een patiënt met een beperking het ook zien. Hij geeft ook een signaal bij te hard drukken. Dus als iemand tijdens het poetsen blijkt geeft van discomfort en het signaal gaat af, dan weet je nu waardoor dat veroorzaakt wordt.”

Geen verschil
Ook Marks was heel stellig: “Er mag geen verschil in mondzorgkwaliteit zijn tussen niet-beperkten en beperkten! Onze overheden hebben deze aanbeveling van de Verenigde Naties ondertekend en dienen deze dan ook te respecteren.”

Prof. dr. Luc Marks is Hoofd Centrum Bijzondere Tandheelkunde in het Universitair Ziekenhuis Gent, België .

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Luc Marks tijdens het NVM-voorjaarscongres.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Te hoge dosering opioïden voorgeschreven na tandextractie

Te hoge dosering opioïden voorgeschreven na tandextractie

Amerikaanse tandartsen schrijven vaak een hoge dosering opioïden voor na een tandextractie. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek gepubliceerd in de Journal of the American Medical Association.

Regelmatig voorgeschreven
Uit studies blijkt dat tandartsen regelmatig opioïden voorschrijven na een tandextractie, ondanks dat is aangetoond dat een combinatie van steroïde medicijnen en paracetamol effectiever is voor pijnbestrijding.

Onderzoek
Voor het onderzoek zijn data geanalyseerd van ruim 2.5 miljoen Amerikaanse patiënten die tussen 2000 en 2010 een tandextractie hebben gehad. De onderzoekers keken hoe vaak en hoeveel opioïden worden voorgeschreven in een week. Tevens werd geanalyseerd welke soort opioïde wordt voorgeschreven.

Resultaten
Patiënten van 14 tot 17 jaar krijgen het vaakst opioïden voorgeschreven (61%), gevolgd door patiënten in de leeftijdscategorie van 18 tot 24 jaar (52%). De gemiddelde leeftijd van een patiënt die opioïde voorgeschreven krijgt is 24,9 jaar, en meer dan 60% van de patiënten is vrouw. De meest voorgeschreven opioïde is hydrocodon (78%), gevolgd door oxycodon (15,4%), propoxyfeen (3,5%) en codeïne (1,6%).

Verminderen
Het onderzoek suggereert dat tandartsen vaak een te hoge dosering opioïde voorschrijven op basis van de verwachte pijnintensiteit en duur. Tandartsen en organisaties in de Verenigde Staten zijn al jaren bezig om overmatig gebruik van opioïden te verminderen en misbruik te voorkomen. Zo probeert men de laagst mogelijke effectieve dosering voor te schrijven om de risico’s op overdosering te verkleinen.

Bron:
jama.jamanetwork.com

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Vereniging KiMo

 Vereniging KiMo wordt enige richtlijneninstituut

Er komt toch maar één instituut voor de ontwikkeling van mondzorgrichtlijnen: Vereniging KiMo. De Federatie Tandheelkundig Wetenschappelijke Verenigingen (FTWV) en de beroepsorganisaties KNMT en ANT hebben hierover overeenstemming bereikt. In de Vereniging KiMo komen de huidige organisaties Stichting KiMo en Vereniging NVPM.

Groot draagvlak
De Vereniging KiMo zorgt zowel voor de wetenschappelijke ontwikkeling van richtlijnen als de zeggenschap van professionals over de praktische uitvoerbaarheid ervan. Dat vergroot volgens FTWV, KNMT en ANT het draagvlak bij professionals voor uitvoering van de richtlijnen en dat is in het belang van de kwaliteit van de mondzorg. Als een richtlijn in de praktijk bijvoorbeeld onvoldoende werkt, tot grote administratieve belasting of tot een extreme kostenstijging van de zorg leidt, kan aan de ontwikkelaars een verzoek om aanpassing worden gedaan.

Mondzorg breed
KiMo wordt in eerste instantie opgericht door de federatie van wetenschappelijke verenigingen en de beroepsorganisaties van tandartsen, kaakchirurgen en orthodontisten. Daarnaast is ook ruimte gecreëerd voor deelname van mondhygiënisten en tandprothetici aan de richtlijnontwikkeling in de vorm van een bijzonder lidmaatschap. Zodat ook deze professionals kunnen aangeven of een richtlijn voor hen in de praktijk uitvoerbaar is.

Vliegende start
De nieuwe vereniging kan meteen aan de slag met de zes richtlijnen die al op het meerjarenprogramma van het Zorginstituut Nederland staan. Bovendien kan doorgeborduurd worden op de al operationele organisatie van de stichting KiMo. Kort nadat het bestuur is geïnstalleerd en de commissies bekend zijn, zal de uitwerking van deze richtlijnen ter hand worden genomen.

Kosteloos aansluiten
De eerste drie jaar nemen FTWV, KNMT en ANT de financiering van de nieuwe vereniging voor hun rekening. Professionals kunnen gedurende die periode kosteloos aansluiten als aspirant-lid of aspirant-buitengewoon lid. De oprichtende partijen hebben er alle vertrouwen in dat de vereniging KiMo zich in die tijd zodanig weet te bewijzen en een solide plek in het mondzorglandschap inneemt dat het veld op een of andere manier de financiering overneemt waarna de vereniging KiMo geheel op eigen benen zal komen te staan.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Yvonne buunk werkhoven in programma Zwarte Prietpraat over mondzorg

Radioprogramma Zwarte Prietpraat over mondzorg

Van zondag op maandagnacht, was Yvonne Buunk-Werkhoven – NVM-bestuurslid, mondhygiënist en onderzoeker – hoofdgast bij Prem Radhakishun in zijn radioprogramma Zwarte Priet Praat.  Yvonne sprak over mondzorg en haar passie voor mondverzorging en angst voor sociale afwijzing. Het programma werd live uitgezonden op 30 / 31 mei, van 00.00-02.00 uur op radio 1.

Interactief
Luisteraars konden vragen stellen via Twitter, email en telefoon waardoor het programma zeer interactief was. De vragen ging vaak over basale punten, bijvoorbeeld over het melkgebit, fluoride en de rekening van de tandarts of mondhygiënist. Voor veel vragen verwees Yvonne luisteraars naar hun eigen mondhygiënist of tandarts.

Beluister de uitzending – kies hierbij voor de uitzending van maandag 30 mei

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Siilo als alternatief voor WhatsApp voor artsen

Gezien de twijfelachtige veiligheid van WhatsApp experimenteren artsen nu met een nieuwe app, die hen kan helpen om op afstand, digitaal met elkaar te kunnen overleggen op een veilige manier.

Twijfelachtige veiligheid WhatsApp
Er is de laatste tijd veel discussie geweest over de vraag of het delen van informatie onder artsen via WhatsApp verantwoord is of niet, gezien de twijfelachtige beveiliging van dit medium. Onlangs heeft WhatsApp ingevoerd dat verstuurde berichten versleuteld worden, wat ten goede komt van de veiligheid. Echter, de vraag naar een veiligere optie blijft.

Proef met alternatieve app
Om die reden is afgelopen week in de provincie Utrecht een proef gestart met Siilo, waarin bijna tweehonderd artsen deelnemen aan een live digitaal overleg via de app, met een nieuwe beveiligde communicatietechniek. “Het is alsof je met 200 artsen tegelijk in de spreekkamer naar een patiënt kijkt. Je komt tot een beter medisch oordeel en voorkomt onnodige verwijzingen naar het ziekenhuis.”, aldus dr David Schaap.

Aanwinst voor de zorg
Via Siilo kunnen artsen onderling versleutelde berichten, foto’s en video’s uitwisselen. Dit kan natuurlijk ook via WhatsApp, maar aangezien dit door de Autoriteit Persoonsgegevens wordt afgeraden is de nieuwe app toch een aanwinst voor de zorg, als deze goed uit de test komt.

Bron:
Zorgvisie, Telegraaf

 

Lees meer over: E-health, Kennis