Laterale bovenincisief

Restauratieve overwegingen bij de agenetische laterale bovenincisief

Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Lees meer over de behandelmogelijkheden.

Incidentie
De prevalentie van een agenetische laterale bovenincisief ligt tussen de 1,5-2,0%. Dit zijn ongeveer vijftig patiënten per praktijk. Alleen de tweede onderpremolaar is vaker agenetisch.

Behandeling
Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Belangrijk is dat de behandelopties al op jonge leeftijd met de patiënt besproken worden. Het diasteem kan gesloten, geopend of verplaatst worden.

1 Diasteem sluiten
Een diasteem ter plaatse van de laterale bovenincisief kan gesloten worden door het uitvoeren van een orthodontische behandeling, het vervaardigen van een etsbrug of conventionele brug, het plaatsen van implantaten of door het uitvoeren van segment osteotomie. De behandelkeuze ‘orthodontisch sluiten’ heeft de voorkeur maar is afhankelijk van de volgende factoren:

  • Kaakrelatie/occlusie
    Er zijn twee situaties die gunstig zijn om het diasteem te sluiten. Dit is een klasse I relatie met crowding in het onderfront en een klasse II relatie zonder crowding in het onderfront.
  • Profiel
    Een convex profiel is gunstig wanneer er gekozen wordt om het diasteem te sluiten. Het is van belang om te kijken naar de nasolabiale hoek. Wanneer deze hoek groot is dan zal deze hoek toenemen bij het sluiten van het diasteem. Wanneer een incisief 1 millimeter naar dorsaal wordt verplaatst dan zal de lip zich ook 0,75 millimeter naar dorsaal verplaatsen.
  • Kleur en vorm van cuspidaten
    De cuspidaten moeten globaal dezelfde kleur hebben om het esthetisch fraai te houden. Eventueel kan er gebleekt worden. Bij voorkeur gaat het om een smalle cuspidaat omdat de glazuurcementgrens beter past bij de morfologie van een laterale incisief. Om van een incisief een cuspidaat te maken is redelijk wat tandweefselpreparatie nodig. Uit een onderzoek blijkt dat deze weefselafname weinig gevolgen heeft voor het element. Van 37 getransformeerde elementen verkleurde er slechts één. Alle elementen bleven vitaal.
  • Lachlijn
    Tijdens het lachen is de gingiva vaak zichtbaar. De gingivalijn is belangrijk voor de esthetiek. Door de centrale incisieven te intruderen en de cuspidaten te extruderen ontstaat er een mooie gingivalijn. Een andere optie is het chirurgisch corrigeren van de gingiva.

2. Diasteem openen
In sommige gevallen is het sluiten van het diasteem niet mogelijk, bijvoorbeeld bij een klasse III relatie. In dit geval moet er gekozen worden om de diastemen te openen. Het gaat altijd om een lang behandeltraject. Het is verstandig om de patiënt hier zo vroeg mogelijk van op de hoogte te stellen. Openen van een diasteem gaat in de volgende stappen.

  1. Orthodontie
    De kaken worden opgelijnd. Het is belangrijk om gebruik te maken van een orthodontische set-up.
  2. Osteotomie
    De klasse III relatie wordt gecorrigeerd naar een klasse I relatie.
  3. Implantologie
    Ter plaatse van de diastemen worden implantaten geplaatst.

Hoe breed moet dat diasteem worden?
Er zijn verschillende manieren om de breedte van het diasteem te bepalen. De gouden-standaard-verhouding tussen de centrale incisief en de laterale incisief is 1:0,618. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een Bolton analyse. Het makkelijkst is het maken van een waxup. De breedte van het diasteem is ook afhankelijk van de definitieve voorziening die vervaardigd zal worden: een brug of een implantaat.

Definitieve voorziening: een element-gedragen restauratie of een implantaat-gedragen restauratie?
Er zijn veel opties voor het opvullen van het diasteem. Opties zijn het vervaardigen van een etsbrug, glasvezelversterkte brug, conventionele brug, cantileverbrug of het plaatsen van een implantaat. Bij de keuze van deze definitieve voorziening moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  1. Occlusie en frontrelatie
    Vooral bij het vervaardigen van bruggen is het belangrijk dat de beet gelicht wordt en er goede frontale afsteuning is. Er mag geen sprake zijn van een diepe beet.
  2. Specifieke ruimte
    De ruimte die nodig is voor een implantaat is anders dan voor een adhesiefbrug. Wanneer er een conventionele brug vervaardigd wordt dan moeten de buurelement zo parallel mogelijk aan elkaar gepositioneerd worden.
  3. Restauratieve status buurelement
    Wanneer de buurelementen gaaf zijn dan kan er beter niet gekozen worden om een conventionele brug te vervaardigen. Een betere optie is dan een etsbrug of implantaat.

Implantologie
De meest gekozen optie is het plaatsen van een implantaat. Het voordeel is dat het buurelement niet aangetast wordt en daarnaast is er sprake van een hoog succespercentage. Een implantaat heeft echter ook nadelen en risico’s. Het plaatsen van een implantaat is een invasieve ingreep omdat er bijna altijd te weinig bot aanwezig is. Dit heeft zowel invloed op de behandeling als op het eindresultaat. De esthetische uitkomst is variabel.

Ook stopt niet in alle gevallen de groei rond het 18e levensjaar, vooral jongens groeien langer door. Door het te vroeg plaatsen van een implantaat kan er op latere leeftijd een diasteem ontstaan tussen de centrale incisief en het implantaat. Dit is het gevolg van transversale groei en mesiale drift.

Bij het te vroeg plaatsen van een implantaat kan ook de buccale gingiva gaan doorschemeren. Dit is een gevolg van saggitale groei. Bij mannen stopt dit pas na 20-22 jarige leeftijd. Verticale groei kan zorgen voor een toename in afstand tussen de incisaallijn van de centrale incisief en het implantaat.
Een implantaat moet dus niet te vroeg geplaatst worden, zeker niet bij mannen. Een andere contra-indicatie is de afwezigheid van incisale afsteuning en een afwijkend groeitype (longfaces).

3. Diasteem verplaatsen

Het voordeel van het verplaatsen van een diasteem is dat het esthetische risico kleiner is. Er wordt bijvoorbeeld een implantaat geplaatst ter plaatse van een premolaar in plaats van de laterale incisief.

Conclusie
Uit onderzoek blijkt dat orthodontisch sluiten tot meer tevredenheid leidt dan het vervaardigen van een prothetische voorziening. Ook komen er parodontaal meer problemen voor bij een prothetische voorziening. Orthodontisch sluiten is de meest voorspelbare behandeloptie. Er moet echter wel rekening gehouden worden met de nasolabiale hoek en met de risico-groepen. Interdisciplinair overleg is belangrijk bij het behandelen van patiënten met een agenetische laterale bovenincisief.

Dr. Marijn Créton is tandarts-maxillofaciaal prothetist en sinds 2000 verbonden aan het UMC Utrecht.
Tussentijds was zij werkzaam als docente aan de Internationale Universiteit van Barcelona te Spanje (2003-2004). Haar klinische werkzaamheden in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde Utrecht bestrijken het volledige werkgebied van de bijzondere tandheelkunde, waarbij de aangeboren afwijkingen zoals schisis en oligodontie en oncologie haar bijzondere interesse hebben. Daarnaast startte zij in 2006 een parttime verwijspraktijk. In juli 2012 promoveerde zij op een proefschrift: ‘Severe hypodontia: dental, dentofacial, osseous and genetic aspects.’ Sinds 2008 is ze bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT – NVvE – NVVRT – NVvK – VvO – NVMKA – RTV – NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Orthodontie, Restaureren, Thema A-Z
spiegel - tandarts

Verborgen pijn bij kinderen met het syndroom van Down

Kinderen met het syndroom van Down kunnen pijn moeilijk aangeven. Tandartsen onderschatten vaak de pijn van een kind met dit syndroom. Hierdoor wordt een tandheelkundige behandeling vaak onderschat.

Verslag van de lezing van mevrouw drs. Bouvy-Berends, tandarts CBT Rijnmond, Rotterdam

Pijnrapportage
Er bestaan vijf vitale functies. Pijn is, naast hartfunctie, temperatuur, bloeddruk en ademhaling, de vijfde vitale functie. Om pijn aan te kunnen geven is een zekere cognitie en vaardigheid vereist. Zelfrapportage wordt gezien als de gouden standaard bij het aangeven van pijn. Maar wat als je dit niet kunt?
De afgelopen decennia is de kennis enorm toegenomen. Vroeger dacht men dat zuigelingen geen pijn hadden. In de jaren tachtig is men er achter gekomen dat zuigelingen wel pijn ervaren, ondanks dat zij dit niet zelf kunnen aangeven. Ook is er lange tijd een ernstige lacune geweest wat betreft het pijnonderzoek bij gehandicapten, pas in de jaren negentig is hier meer over bekend geworden.

Pijn bij kinderen met een beperking
Kinderen met het syndroom van Down moeten gezien worden als een fragiele en kwetsbare groep, helemaal als het gaat om het aangeven van pijn. Uit onderzoek is gebleken dat 60% van de kinderen en 75% van de volwassenen met deze handicap, chronische pijn heeft.
Vaak heeft deze groep mensen meerdere medische problemen. Bij 50% van de kinderen met het syndroom van Down, moet op jonge leeftijd al een hart- of darmoperatie uitgevoerd worden. Ook is het bekend dat mondproblemen bij deze groep vaak onbehandeld zijn.
Over het algemeen onderschatten ouders de pijn bij hun kind. Ook tandartsen onderschatten de pijn van een kind. Een gevolg hiervan is dat de noodzaak van een tandheelkundige behandeling vaak onderschat wordt: pijn en ongemak in de mond worden onvoldoende herkend door de ouders, verzorgers en de tandarts. Door uitstel van pijndiagnostiek en hospitalisatie wordt er een verhoogd overlijdensrisico gecreëerd.

Dimensies van pijn
Het pijnmodel van Loeser geeft de 4 dimensies van pijn weer:

  • Pijnprikkel: De nociceptie.
  • Pijngewaarwording: Het pijnsignaal bereikt de hersenen, pijn wordt waargenomen.
  • Pijnbeleving: De emotionele pijnbeleving.
  • Pijngedrag: Het gedrag ten gevolge van de pijn, zoals schreeuwen of een pijnstiller innemen.

De interpretatie van deze dimensies is lastige bij mensen met beperking.

Onderzoek bij kinderen met het syndroom van Down
Mensen met het syndroom van Down hebben een langere reactie tijd op pijnprikkels dan mensen zonder een beperking. Door een hogere sensorische pijndrempel is er een vertraagde pijnexpressie. Ook hebben mensen met het syndroom van Down meer problemen met het lokaliseren van een koude prikkel.
Uit DNA onderzoek is gebleken dat er 6 pijngenen liggen op chromosoom 21, wat een gedeeltelijke verklaring kan zijn voor het ‘afwijkende’ pijngedrag.
Resultaten uit een Nederlands onderzoek (De Meetbus) laten zien dat 85% van de onderzochte personen in staat was verbaal pijn aan te geven. Echter, de mate (20%) en de locatie (46%) van de pijn was minder goed aan te geven. 88% kon het verschil tussen koud en warm aangeven. Een minderheid van de kinderen is volgens de ouders in staat tot zelfrapportage van de pijn. Kinderen met DS kunnen minder goed met hun pijn omgaan; zij vragen niet om hulp maar zoeken vaker afleiding.
Het is goed om te beseffen dat cognitief-vaardige mensen met het syndroom van Down beter kunnen omgaan met hun pijn of beter de gevolgen kunnen overzien. Bij minder vaardige mensen met het Syndroom van Down moet men alert zijn als hun dagelijkse functioneren ineens achteruit gaat.

‘Het is belangrijk dat onderzoek bij deze kwetsbare groep wordt doorgezet. Er moeten betere meetinstrumenten worden ontwikkeld voor onderzoek bij mensen met een uitingsbeperking’, zei mevrouw Bouvy-Berends.

Conclusies

  • Kinderen met het syndroom van Down blijven altijd afhankelijk van anderen bij beoordeling van pijn.
  • De pijnbeleving van kinderen met het syndroom van Down is anders: De reactie op pijn is trager en de pijn is minder goed te lokaliseren.
  • Waarschijnlijk zijn deze mensen minder pijngevoelig. Maar omdat dit niet zeker is, mag hier niet van worden uitgegaan.
  • Het belangrijkste is om pijn te voorkomen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van mw. drs. Bouvy-Berends, tandarts CBT Rijnmond, Rotterdam, tijdens het afscheidssymposium ‘Kaaskiezen? Geen Keuze!’ in het UMCG.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Pijn | Angst, Thema A-Z

Direct plaatsen van een implantaat leidt tot goede korte termijn resultaten

Een implantaat dat direct in de extractie-alveole wordt geplaatst met direct een tijdelijke restauratie toont geen significant verschil ten opzichte van een implantaat dat direct is geplaatst zonder tijdelijke restauratie bij botdefecten. Er zijn dus minder chirurgische handelingen nodig voor een goed eindresultaat in de esthetische zone. Dit blijkt uit het proefschrift van Kirsten W. Slagter aan de Rijksuniversiteit Groningen dat zij op 6 april verdedigt in het UMCG.

Onderzoek
In een gerandomiseerd onderzoek werden 80 patiënten geïncludeerd met een niet te behouden gebitselement in de esthetische zone van de bovenkaak in de periode van 1 januari 2010 tot en met mei 2012. Deze patiënten werden verder onderverdeeld in 4 groepen van 20. Zo konden de verschillende behandelmodaliteiten ten opzichte van elkaar worden onderzocht. Eén jaar na het direct plaatsen van implantaten is de behandelresultaat geëvalueerd. Er is gekeken naar het overlevingspercentrage van de implantaten, veranderingen in de harde en zachte peri-implantaire weefsels rond het implantaat, een objectieve beoordeling van het esthetische resultaat en de beoordeling van de patiënt zelf.

Kortetermijnresultaten
De belangrijkste conclusie is dat het direct plaatsen van een implantaat na het trekken van een tand leidt tot uitstekende kortetermijnresultaten (1 jaar). Of deze techniek ook op lange termijn tot goede resultaten leidt moet nog worden onderzocht.

Bron: rug.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Op naar een eerlijke en doelmatige mondzorg

De zorgkosten stijgen: de premie is de helft van wat we in totaal betalen voor de zorg in Nederland. Van wat we in een jaar uitgeven aan cultuur kunnen we nog geen week zorg betalen. Maar de opbrengsten van de zorg stijgen gelukkig ook. Voor allerlei zorgvormen doemt nu steeds vaker de vraag op hoe doelmatig ze nu precies zijn, dus hoe de kosten en opbrengsten zich tot elkaar verhouden.

Verslag van de lezing van dhr. prof. dr. Werner Brouwer tijdens de ALV & NVM-najaarscongres ‘De jeugd niet vergeten’.

Wat levert de zorg precies op?
Economen willen de kosten van de zorg rechtvaardigen. Mede daarom is evidence based medicine steeds belangrijk geworden. We moeten hardmaken dat de zorg iets essentieels oplevert en dat er resultaat wordt geboekt. Het doel van de zorg is niet om geld te besparen, maar juist meer welzijn in onze maatschappij. Geld kan maar een keer uitgegeven worden en daarom moet worden bekeken naar welk stukje van de maatschappij extra geld toe moet. Meer zorg kan dus gevolgen hebben voor het onderwijs en de veiligheid.

Kosten vergelijken
Om de economische zorg te evalueren worden de kosten en de effecten van A en B met elkaar vergeleken. Vervolgens wordt dan de normatieve vraag gesteld: Rechtvaardigen de extra opbrengsten de extra kosten? En is dit bij A of bij B het grootst?

QALY
QALY staat voor Quality-adjusted life year en wordt gebruikt om de effectiviteit van een behandeling in de gezondheidszorg weer te geven. Bij een QALY van 0 is de patiënt overleden. Een QALY van 1 staat voor één jaar in leven in goede gezondheid. Dr. Brouwer laat een schema zien waarin ziektes worden vergeleken met de zorgkosten: Hoeveel kost 1 QALY bij een ziekte? Op de gepresenteerde lijst staat helemaal onderaan: oplossing voor kinderen zonder anus. Hierbij kost 1 QALY dus het minst. Helemaal bovenaan de lijst staat een oplossing voor ouderen met leukemie, een oplossing voor dialyse en longtransplantatie. Als men geen rekening zou houden met de normatieve vraag zouden we onderaan de lijst beginnen met geld uitgeven totdat het budget op is. We investeren dan dus in de oplossing voor impotentie in plaats van longtransplantaties.

Ernst van aandoening zeker van belang
De QALY-bedragen gaan enkel over een persoon. We zouden anders bijvoorbeeld een persoon met kalknagels helpen omdat dit goedkoper zou zijn dan een longtransplantatie. Maar de ernst van de aandoening is ook zeker van belang bij het maken van dit soort keuzes. Waar ligt de grens? Wat mag één perfect gezond jaar kosten? Wat mag cariësvermindering kosten? Daar is nog geen antwoord op. Niet alles is in getallen uit te drukken en alle ethische stukken moeten dan ook worden bekeken in zo’n beslisproces.

Mondzorg
In 2011 werd er meer geld uitgeven aan de mondzorg dan aan de huisarts. Schijnbaar dringt het door dat mondzorg iets waardevols is aangezien het effect heeft op de algehele gezondheid. De doelmatigheid van de mondzorg wordt ook steeds verder geoptimaliseerd. We weten nu dat NOTCP (Gewoon Gaaf) in de eerste drie jaar geen kostenbesparing leverde. Maar na deze periode is er misschien wel een gezondheidswinst en een kostendaling. De mondzorg kan dus waarschijnlijk op een doelmatige wijze effectiever worden door de invoering van NOCTP. En mogelijk goedkoper worden door taakherschikking. |

Taakherschikking
Erik Vermaire (TNO) en collega’s onderzochten het effect van NOCTP in een doorsnee tandartsenpraktijk. Hieruit blijkt dat een op het individu afgestemd preventieprogramma ter voorkoming van cariës leidt tot een gezonder gebit vergeleken met standaard tandartsenzorg. Als de NOCTP-behandeling door een mondhygiënist wordt uitgevoerd, zijn de kosten ook lager. Op het moment leeft daarom de discussie over de inrichting van het Nederlandse mondzorgstelsel met nadruk op preventie, hygiëne en leefstijl en of deze past bij de verschuivingen van werkzaamheden richting de mondhygiënist. Er ligt een belangrijke taak voor de beroepsgroep in het entameren van dit debat.

Werner Brouwers is hoogleraar Gezondheidseconomie aan en tevens voorzitter van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij houdt zich vooral bezig met de doelmatigheids- en rechtvaardigheidsaspecten van keuzen in de zorg en methodologie van economische evaluaties in de zorg. Hij heeft over deze thema’s uitgebreid gepubliceerd, nationaal en internationaal. Werner is verder onder andere lid van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Zorginstituut Nederland en het Europese Expert Panel on Effective ways of Investing in Health.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van de heer dhr. prof. dr. Werner Brouwer tijdens de ALV & NVM-najaarscongres ‘De jeugd niet vergeten’.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tarieven, Thema A-Z

Paneldebat ‘Praktijkorganisatie en toenemende regeldruk’

Tijdens het ANT-congres Dental Studie Update was er een paneldebat over praktijkorganisatie en de toenemende regeldruk. Een kort verslag van de besproken stellingen: de WIP-richtlijn, verdwijnen VAR en ketenvorming.

Debatdeelnemers
J.W. Vaartjes – Voorzitter ANT
P. Boot – VvAA, financieel economisch adviseur
E. Kolsteeg – Nederlandse vereniging van groothandelaren in de tandheelkundige branche (VGT)
B. van den Heuvel – Ontwikkelaar van de app Pien, onderzoek naar vrije tarieven
H. Brand – Medisch bioloog

Stelling 1: De WIP richtlijn is onwerkbaar en moet vereenvoudigd worden.

Uit het debat kwam naar voren:
De presentatie eerder op deze dag gegeven door dr. Alexa Laheij was erg helder en de voorgestelde aanpak lijkt werkbaar. Er is een nieuwe richtlijn op komst. Deze zal iets strenger zijn dan de huidige WIP richtlijn. Vooral praktijken welke nu nog niet aan de huidige richtlijn voldoen, zullen ook de nieuwe richtlijn slecht werkbaar vinden.

Stelling 2: Het verdwijnen van VAR is een goede zaak

Uit het debat kwam naar voren:
Vooral vanwege het niet werken van de VAR in andere branches, wordt de VAR overal afgeschaft. Voor de tandheelkunde lijkt dit een kwalijke zaak, aangezien er weinig problemen met de VAR waren. Na de VAR zal er gewerkt gaan worden met een modelovereenkomst, waarbij er grote financiële risico’s voor de mondzorgpraktijken gaan ontstaan. Want wanneer is iemand geen zzp’er meer, maar worden zijn werkzaamheden als werkzaam in loondienst gezien? Is dit na bijvoorbeeld 5 keer verlengen van het contract of al eerder? En als dit dan als loondienst gezien wordt, wie draagt dan de kosten?

Stelling 3: Uiteindelijk is ketenvorming de enige manier om aan alle wetten en regels te kunnen voldoen.

Uit het debat kwam naar voren:
Het lijkt dat de hoeveelheid regels en wetten op dit moment zo veel is dat één persoon dit niet allemaal kan implementeren in de praktijk. Kleine praktijken hebben het op dat vlak dus erg lastig. Bij grotere praktijken kun je de taken splitsen en iedereen verantwoordelijke maken voor een deelgebied. Een keten is daar niet een voorwaarde voor. Ook een grote praktijk, die niet onderdeel van een keten is, kan dit goed regelen. Buiten deze stelling om, lijkt het erop dat een kleine praktijk in de toekomst niet meer rendabel is. Schaalvergroting (groepspraktijk) is de trend en lijkt noodzakelijk.

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving

In de toekomst gaatjes verhelpen met een pil?

Onderzoekers van de University of Florida hebben bacteriën ontdekt die tandbederf kunnen helpen voorkomen.

A12
In tijdschrijft Applied and Environmental Microbiology werd vermeld dat een groep onderzoekers een nieuw type bacteriën heeft ontdekt. Deze bacteriënsoort gaat onder andere Streptococcus mutans te lijf, en bestrijdt zo gaatjes in de mond. De nieuwe bacterie wordt A12 genoemd.

Onderzoek
Volgens de onderzoekers is A12 zowel in staat om gaatjes te veroorzaken, vernietigen en om hun veroorzakers te neutraliseren. Voor het onderzoeken hiervan werd tandplak van verschillende mensen verzameld en geanalyseerd en getest op meer dan 2000 bacteriën. Hieruit bleek dat deze ene bacteriënsoort dus positief resultaat toonde.

Preventie of bestrijding gaatjes
In de toekomst kan de vondst van deze bacterie een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de preventie of bestrijding van gaatjes, door de mogelijkheden om de bacterie te verwerken in bijvoorbeeld probiotica.

Bron: Applied and Environmental Microbiology

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
ranking

Beste universiteiten in tandheelkunde: Universiteit Leuven op 7e plaats

In de QS World University Rankings per onderwerp van 2016 is op het gebied van tandheelkunde The University of Hong Kong gebleken als topuniversiteit, gevolgd door de University of Michigan (VS) en het Karolinska Institutet (SE) op plaats 2 en 3. Leuven staat zevende.

QS World University Ranking by Subject
Elk jaar onthult de QS World University Rankings by Subject een lijst met een ranking voor de beste universiteiten, opgesplitst in 42 individuele vakgebieden. Hiermee is dit bij verre de meest complete lijst. De ranking wordt bepaal door middel van de academische reputatie, de reputatie van de werknemers en de impact van het onderzoek dat wordt gedaan.

Op het gebied van tandheelkunde is de top 10 als volgt:
1. The University of Hong Kong
2. University of Michigan
3. Karolinska Instutet
4. King’s College London
5. University of Gothenburg
6. Tokyo Medical and Dental University
7. KU Leuven
8. University College London
9. Universidade de Sao Paulo
10. New York University

Nederland
De enige Nederlandse universiteit die voor tandheelkunde in het lijstje voorkomt is Radboud Universiteit te Nijmegen, met een 41e plaats. In alle overige gebieden scoorden Nederland goed met een eerste plek voor de universiteit van Wageningen op het gebied van land- en tuinbouw en bosbeheer. De Technische Universiteit van Delft wist drie plekken in verschillende top 10s te bemachtigen.

Bron: Top Universities en Top Universities

Lees meer over: Kennis, Scholing

Water drinken tegen slechte adem

Nieuw onderzoek beweert dat elke dag beginnen met een glas water een goede manier is om slechte adem te weren.

60% minder bacteriën
Het Nederlandse onderzoek, dat werd gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene, heeft aangetoond dat je dag beginnen met het drinken van of spoelen met een glas water tot wel 60% van de bacteriën die bijdragen aan een slechte adem kan verwijderen.
De studie werd uitgevoerd door E. van der Sluijs, D.E. Slot, E.W.P. Bakker en G.A. van der Weijden.

Geen uitsluitsel
De studie heeft aangetoond dat water drinken kan helpen, wat helaas niet betekent dat dit een slechte adem ook echt kan bannen. Michaela ONeill, voorzitter van de British Society of Dental Hygiene and Therapy zegt: “Een glas water elke ochtend spoelt de bacteriën die een slechte adem veroorzaken weg, maar dat betekent niet dat dit gelijk alle problemen oplost.” ONeill legt ook uit dat een effectieve mondverzorgingsroutine vooral van groot belang is.

Bron: The International Journal of Dental Hygiëne 

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Europees alarm systeem voor niet goed functionerende tandartsen

Het is nu door heel Europa mogelijk om tandheelkundige professionals die eerder werden geband om in een Europees land aan het werk te gaan gelijk te herkennen, door invoering van het European Alert Mechanism.

Melding
Het alarm systeem werd op 18 januari ingevoerd en zorgt ervoor dat binnen drie dagen nadat een tandarts is verboden te werken, maatregelen is opgelegd of geschorst, dit bekend wordt in Europa (European Economic Area, EEA). Op deze manier worden patiënten zoveel mogelijk weerhouden van het krijgen van een onveilige tandheelkundige behandeling.

Hogere standaarden
Dr. Nigel Carter, van de British Dental Health Foundation: “Ook wordt op deze manier voorkomen dat tandheelkundigen die onveilige praktijken uitvoeren niet in staat zijn om door te gaan met hun slechte praktijken door simpelweg naar een andere plek in Europa te verhuizen. Hopelijk lijdt dit tot hogere standaarden in de Europese tandheelkunde.

Tandartstoerisme
Het systeem identificeert tandheelkundigen en hun eventuele restricties. Achtergrondinformatie wordt niet direct gegeven, maar kan wel worden opgevraagd. Op deze manier kunnen hopelijk veel gevallen van tandartstoerisme en daarmee vele risico’s worden voorkomen.

Bron:
British Dental Health Foundation

Lees meer over: Actueel, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z
snoepen-kinderen

Suiker van groot belang bij ontstaan gaatjes

Suiker van groot belang bij ontstaan gaatjes
Onderzoekers van de internationale en Amerikaanse Association for Dental Research (IADR en AADR) willen opnieuw benadrukken dat suiker wel degelijk van groot belang is bij het ontstaan van gaatjes. Het idee van het meespelen van meerdere factoren en het gebrek aan suiker-gerelateerd beleid bekritiseren zij hiermee.

Onderschatting belang suikers
In een van de twee artikelen stellen de onderzoekers dat de hoofdoorzaak van gaatjes wel degelijk suiker is, wat zij concluderen aan de hand van verschillende klinische studies. In het tweede artikel wordt gesproken over hoe het huidige gezondheidsbeleid hier niet genoeg op inspeelt, en wat er in dit beleid zou moeten veranderen. “Het belang van suikers als oorzaak van gaatjes wordt onderschat en is niet aanwezig in preventieve strategieën. Dit is ondanks het overduidelijke bewijs dat suiker van immens belang is bij de wereldwijde gaatjes-epidemie,” aldus een van de studenten.

Geen multifactoriële oorzaak
In de artikelen wordt benadrukt dat er weinig sprake is van een multifactoriële oorzaak. Suikers zijn zeer bepalend, terwijl andere factoren maar weinig effect blijken te hebben op de vorming van gaatjes. Met suikers worden zowel toegevoegde suikers, als natuurlijke suikers in bijvoorbeeld honing en sap bedoeld. Bewijs haalden de studenten uit onderzoek, dat bewijst dat er een causale relatie bestaat tussen suikers en gaatjes en dat het ontstaan van gaatjes toeneemt naarmate men ouder wordt, wat aangeeft dat het innemen van suikers levenslang effect heeft.

Bewijs
Hoewel het bewijs allemaal behoorlijk duidelijk is, geven de onderzoekers aan dat het lastig is om echt uitsluitend bewijs te kunnen geven, aangezien het bijna onmogelijk is om single-blind, of zelfs double-blind, onderzoek te doen. Daarnaast maakt onder andere de suiker industrie het heel lastig om daadwerkelijke gedragsverandering in gang te zetten, aangezien de industrie blijft ontkennen dat haar product schadelijk is.

Huidig beleid
Het huidige beleid focust op gebruik van fluoride, om de wortels te beschermen tegen de suikers. De focus leggen op het verminderen van gebruik van suikers blijkt nog te lastig. Wat vooruitgang wordt wel geboekt, met behulp van de World Health Organization. Deze hebben namelijk richtlijnen opgesteld, waarin wordt genoemd om maximaal 10 procent suikers per dag in te nemen.

Noodzakelijke verbeteringen
Volgens de onderzoekers, Meyer en Lee, zou nog veel meer kunnen worden gedaan, zoals het minder toegankelijk maken van producten met veel suikers en alle nadelen van suikers benadrukken bij de consumenten. Daarnaast vragen de onderzoekers de wetenschappelijke wereld voor hulp. Zij denken dat als er maar genoeg onderzoek komt, en daarmee bewijs, een verandering realistischer zal zijn.

Bron: Journal of Dental Research

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Congres ACTA, Cementeren van zirkonium – gratis deelname

26 mei 2016, ACTA Amsterdam

Deelname is gratis. Lezing Matthias Kern: Hechten aan zirkoniumkeramiek; methoden en klinische resultaten. Lezing Daniele Rondoni: Modern management van keramische materialen voor esthetische oplossingen

Programma
Vanaf 17.45: Ontvangst met een broodje en soep
18.45 – 21.30: Lezing door professor Matthias Kern en Daniele Rondoni.

Lezing Matthias Kern: Hechten aan zirkoniumkeramiek; methoden en klinische resultaten

Synopsis
Hechting aan tandheelkundige keramiek op silicabasis met gebruik van etstechnieken en silanisatie is goed ingevoerd; voor bonding van dentale oxidekeramiek met weinig of geen silica daarentegen bestaat er nog geen algemeen aanvaarde methode. Het doel van deze lezing is een samenvatting te geven van de huidige kennis van hechting aan tandheelkundige oxidekeramiek en, in het bijzonder, zirkoniumkeramiek en de klinische toepassingen. Erkende methoden van hechting aan tandheelkundige oxidekeramiek vereisen initiële reiniging, opruwing en chemische activering via zandstralen met zuivere aluminiumoxidepartikels of aluminiumoxidepartikels met een silicacoating. Vervolgens worden, afhankelijk van de oppervlaktesamenstelling na zandstralen, chemische hechtingsmiddelen gebruikt zoals gefosfateerde monomeren, silanen of multifunctionele primers. Hoewel er al een groot aantal laboratoriumonderzoeken naar bonding met zirkoniumkeramiek bestaat, zijn er nog steeds klinische langetermijnonderzoeken nodig voor restauraties met zirkoniumkeramische hechting zonder mechanische retentie om te staven of de hechtingsmethoden van laboratoria garant staan voor duurzame hechting onder klinische omstandigheden. Er worden klinische langetermijnresultaten van minimaal invasieve zirkoniumkeramiekrestauraties met kunstharshechting gepresenteerd.

Lezing Daniele Rondoni: Modern management van keramische materialen voor esthetische oplossingen

De huidige mogelijkheden met Noritake-materialen: een klassieke benadering van keramische restauraties via layering op metaal en meer recente opties in KATANA zirkonium.

Synopsis
Tegenwoordig zijn er nieuwe diagnostische instrumenten beschikbaar voor preventie en zorg. Ook laten verschillende nieuwe restauratieve materialen zien geschikt te zijn voor zowel voor conservatieve als prothetische technieken. Wanneer tandtechnici bereid zijn om te werken met een zo breed mogelijk scala aan materialen en technieken, kunnen tandartsen voor iedere ingreep het meest geschikte materiaal kiezen.

Focus
Het aantonen van de sterke punten van de voorgestelde benadering, namelijk de eenvoud en het repetitieve karakter.
Analyse van de belangrijkste kenmerken van de hedendaagse zirkoniumbenadering.
Bijvoorbeeld: de mogelijkheid om meervoudig translucent en meerkleurig zirkonium te gebruiken voor structuren die worden opgebakken, voor in te kleuren monolithische structuren en – tegenwoordig – de translucente, al dan niet meerlaagse varianten.
Analyse van en optimale aandacht voor de invloed op de uiteindelijke esthetische resultaten.
Criteria om te bepalen wanneer het raadzaam is om te kiezen voor een monolithische oplossing, of voor een keramische coating.

Schrijf u snel in! Deelname is gratis

Lees meer over: Kennis, Scholing

Ontdek exclusieve aanbiedingen en partners op de Henry Schein Virtuele Openhuisdagen!

Dit event is voorbij

Na het succes van de Nederlandse Virtuele Openhuisdagen vorig jaar, gaan we dit event opnieuw op deze wijze vormgeven en organiseren we dit ook voor het eerst voor onze Belgische markt.

In Nederland en België

Kom onze exclusieve promoties en partners ontdekken in het virtuele Henry Schein dorp op:

  • 21 en 22 april in Nederland
    en op
  • 21, 22 en 23 april in België

Inschrijven nieuwsbrief over Openhuisdagen

Schrijf je alvast in op onze nieuwsbrief om geen enkele communicatie hieromtrent te missen.
Nederlandse Virtuele Openhuisdagen

Belgische Virtuele Openhuisdagen

 

 

 

Lees meer over: Aanbiedingen, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing

NVT WTA cursus: Druk, drukker, drukst

20 april – Breukelen

Tandartsen gaan parttime werken, doen de crediteurenadministratie de deur uit, kopen avond- en weekenddiensten af en laten managementtaken over aan een praktijkhouder.

Meer uitbesteden
Ze geven werkzaamheden uit handen en zenden hun patiënten door naar tandprothetist, mondhygiënist of preventie-assistent. Horizontale verwijzingen vinden plaats naar parodontoloogen endodontoloog, maar ook naar gnatoloog, kindertandarts en naar een centrum voor bijzondere tandheelkunde. Tot slot wordt ook verwezen naar tweede lijn, orthodontist en MKA-chirurg. Fysiek, sociaal en mentaal geeft dat de tandarts-van-nu lucht, zou je op het eerste gezicht zeggen.

Toenemende druk
Echter, er zijn ook allerlei zaken die in toenemende mate druk zetten op diezelfde tandarts-van-nu, zoalsverscherpte wet- en regelgeving, hygiënische praktijkvoorschriften als WIP 2015, nieuw aangenomen klachtenwet door de Eerste Kamer der Staten Generaal, hogere kwaliteitseisen voor restauratieve zorg, hogere eisen van de patiënt over de esthetiek, een zorgdag voor je kind(-eren), eisen die de levenspartner stelt.

In balans
Hoe houden we het vol en zijn we wel gelukkig? Hoe houden of krijgen we onze belasting en belastbaarheid in balans?

’s Morgens komen met de fiets, tussen twee patiënten in gepland even staan en rekken, tussen de middag een blokje om. Twee maal per week naar de fitness, één maal per twee weken de oppas in huis en samen met je partner hapje eten in de stad of samen naar een film/concert. Eén middag per week uit de praktijk en tandheelkunde bedrijven in een verpleegtehuis, een penitentiaire instelling, de universiteit. Lid worden van een studieclub tandheelkunde, een leesclub, de Rotary of een andere serviceclub.

Inhoud
Deze WTA-avond gaat over mentale, sociale en fysieke belasting van de tandarts-van-nu en over de oorzaken van verschillen in geluk.

Lees meer over: Kennis, Scholing

NVT-congres: Patiënten en hun pillen 2

9 juni, Utrecht

Na de succesvolle Thematour Patiënten en hun Pillen in 2013 volgt nu het congres. Niet de Thematour gevolgd? Natuurlijk geen probleem. Tijdens deze congresmiddag en -avond krijgt u een update over (nieuwe) antitrombotica en bisfosfonaten met een accent op: Hoe ermee om te gaan? Er zijn nieuwe richtlijnen. Geneesmiddelen moeten eigenlijk elektronisch worden voorgeschreven. Geldt dat ook voor tandartsen? Wat adviseert de apotheker bij het voorschrijven van pijnmedicatie? Patiënten worden ouder met hun eigen dentitie, maar krijgen op gevorderde leeftijd allerlei lichamelijke gebreken. Bij de behandeling daarvan wordt vaak verlangd dat de patiënt “focusvrij” is, ook de mond.

Toetsvragen
Tijdens het congres ontvangt u een overzicht van medicamenteuze pijnstilling (wat, hoeveelheid, wanneer, hoelang).
Uiterlijk 14 dagen voor aanvang van het congres krijgt u digitaal toegang tot de hand-out en toetsvragen. Beantwoording van de toetsvragen vóór aanvang van het congres levert 1 punt extra op. Dit punt wordt alléén toegekend indien u ook tijdens het congres aanwezig bent.

Meer informatie over het NVT-congres

Lees meer over: Kennis, Scholing

Mondspoelmiddelen

Wie het advies krijgt om een mondspoelmiddel te gaan gebruiken, moet de juiste keuze kunnen maken. Bij de apotheek, de drogist en de supermarkt zijn veel soorten te koop. De verschillende mondspoelmiddelen hebben een verschillende werking. In deze folder wordt de toepassing van de verschillende middelen uitgelegd. De tandarts of mondhygiënist kan in de folder aankruisen welk spoelmiddel het beste kan worden gebruikt.


Download brochure 20130627130153451-mondspoelmiddelen-130517-01.pdf
Lees meer over: Kennis

Orde, netheid, regelmaat: tuchtrechter hecht veel waarde aan goede dossiervorming

Iedere tandarts moet patiëntendossiers bijhouden. Daarin moet staan relevante informatie over de (mond)gezondheid van de patiënt, uitgevoerde behandelingen én alles wat daarvoor van belang is. Lees het bericht over twee tuchtrechtuitspraken waarbij het patiëntendossier doorslaggevend was voor de uitspraak.

Iedere tandarts moet patiëntendossiers bijhouden. Daarin moet staan relevante informatie over de (mond)gezondheid van de patiënt, uitgevoerde behandelingen én alles wat daarvoor van belang is. Denk aan de toestemming van de patiënt voor de behandeling. Die moet schriftelijk worden vastgelegd. Of aan de indicatie voor een behandeling. Lees het bericht over twee tuchtrechtuitspraken waarbij het al dan niet bijhouden van het dossier van doorslaggevend belang was voor de uitspraak.

Dossierplicht volgt uit WGBO
De dossierplicht volgt uit de Wet inzake de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. Het belangrijkste doel is dat de tandarts de behandeling goed kan volgen en uitvoeren. Maar het medisch dossier is voor tal van andere zaken van belang. Een zorgverzekeraar kan een dossiercontrole uitvoeren om te kijken of een behandeling is uitgevoerd. De tandarts kan discussie krijgen met een patiënt over gemaakte afspraken. Het patiëntendossier kan dan steeds uitsluitsel bieden. Niet in de laatste plaats kan het patiëntendossier een grote rol spelen in tuchtzaken. Klachten worden gegrond of ongegrond verklaard op basis van wat de tandarts in het patiëntendossier heeft genoteerd, of juist niet. Dat zal ik toelichten aan de hand van twee recente uitspraken van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG).

Belang van het dossier in het tuchtrecht

Eerste uitspraak: klacht ongegrond door goede dossiervorming
In de eerste uitspraak klaagde de patiënt onder andere dat de tandarts hem niet had gewezen op aanwezigheid van parodontitis, onvoldoende informatie had verstrekt en hem onterecht bij de praktijk had uitgeschreven. Enigszins onredelijk leek deze patiënt wel: hij wilde eerst geen behandeling en eiste vervolgens gratis behandeling. Deze eis leidde tot heftige discussies en beëindiging van de behandelingsovereenkomst. De beklaagde tandarts deed aan uitgebreide dossiervoering. Hij noteerde de mate van mondhygiëne, de DPSI-score, zijn plan wat betreft behandeling, wat met de patiënt besproken was en diens reactie. Een voorbeeld:

“pt komt voor de eerste keer c, mhg slecht tot matig, paro (dpsi 3/2/3/4/2/4) uitgebreid uitgelegd en ook risico’s en consequenties, veel suikermomenten, veel plak, meerdere laesies (…) -> advies plan maken met bw ed (geen recente foto’s!!!) -> pt weinig onder de indruk en vindt het prima zoals het is, bij last geeft hij het wel aan zegt hij. volgende c nog eens verder op borduren (eigenlijk wil ik hem over 3 maanden nog eens zien zodat wij hem nog eens erop kunnen wijzen en kunnen motiveren want actie nodig -> pt belt zelf wel voor een nieuwe afspraak zegt hij)” en “iedere keer een stap verder (…) beter iets dan niets”

Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de klacht gegrond omdat de tandarts een onzinnige behandeling zou hebben gegeven (hij had uit wanhoop een kroon geplaatst) maar ging daarmee volledig buiten zijn boekje: daarover was niet geklaagd! Het CTG zette een streep door deze uitspraak en verklaarde de meeste klachten ongegrond. Dit had de tandarts aan zijn dossiervoering te danken. Daarin was steeds genoteerd wat met de patiënt besproken was en hoe deze had gereageerd. Dat de patiënt achteraf anders stelde mocht hem niet baten. Eén van de klachten werd juist gegrond verklaard vanwege het patiëntendossier, maar nu omdat de tandarts had verzuimd iets op te schrijven (de omstandigheden waaronder de behandeling was beëindigd). Dit achtte het CTG van groot belang omdat een behandelingsovereenkomst niet zomaar beëindigd kan worden en de tandarts ‘nodeloze discussies’ daarover moet voorkomen.

Tweede uitspraak: klacht gegrond door niet goed bijgehouden dossier
In een tweede zaak werd geklaagd over een onzorgvuldige orthodontiebehandeling (orthodontist had op foto’s verlies van wortellengte gemist terwijl dit voor de behandeling belangrijk was) en gebrek aan informatieverstrekking. Ook hier ging de orthodontist nat omdat hij niet in het patiëntendossier genoteerd had waar hij de foto’s op had beoordeeld en wat hij daarover precies met de patiënt had besproken.

Conclusie: goede dossiervorming van groot belang in mondzorgpraktijk
Deze uitspraken onderstrepen het belang van een goede dossiervoering. Vaak vinden tandartsen een zeer summiere dossiervoering normaal, maar tijden veranderen (snel). Een tuchtklacht van een patiënt kan er mee staan of vallen, net als een materiële controle van een verzekeraar. Een discussie met een patiënt kan ermee gesust worden. Neem uw dossiervoering nog eens goed onder de loep en pas waar nodig aan. Dat kost weliswaar tijd en energie, maar kan in de toekomst veel profijt opleveren!

Presentatie in samenwerking met Eldermans|Geerts, ACTA, Zilveren Kruis en de KNMT over controles in de mondzorg.

Door: Sophie van Kan, advocaat bij Eldermans|Geerts

 

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
map

Online medisch dossier voor iedereen

Over een aantal jaar zal elke Nederlander beschikken over een eigen online pagina, waarop alle medische gegevens te vinden zijn. Dit is deel van het project ‘Meer regie over gezondheid’ van Patiëntenfederatie NPCF.

Dagboek
Het idee achter de medische pagina is dat patiënten op deze manier zelf makkelijk kunnen bijhouden hoe hun gezondheid zich ontwikkelt. De pagina zou kunnen worden bijgehouden als een soort dagboek, waarin kan worden vermeld hoe iemand zich op een dag voelt en hoe bijvoorbeeld nieuwe medicijnen of routines hier een rol in spelen. Daarnaast hoeft op deze manier niet meer elke keer opnieuw gevraagd te worden naar medisch verleden bij een bezoekje aan een nieuwe arts.

Veiligheid
De NPCF denkt dat dit medisch dossier een stap verder gaat dan het bestaande elektronische patiëntendossier en andere soortgelijke gezondheidsdossiers, die volgens hen vaak ingewikkeld zouden zijn en vele beperkingen zouden bevatten. “Sommige ziekenhuizen hebben al persoonlijke dossiers, maar we moeten kijken hoe we die veilig op elkaar kunnen aansluiten. Dit staat of valt met het vertrouwen van mensen dat het veilig is. Je gegevens moeten echt van jou zijn en van niemand anders.”, aldus de NPCF. Om dit te realiseren zullen eerst duidelijke afspraken worden gemaakt over onder andere de beveiliging.

Geen verplichting
DE NPCF hoopt dat het systeem in 2020 in werking kan gaan. Mensen kunnen hierbij zelf bepalen wat zij wel en niet in het dossier zetten, en of zij hier überhaupt gebruik van maken. De NPCF werkt samen met onder andere apothekers, huisartsen, fysiotherapeuten, gemeenten, ziekenhuizen, de GGZ en het ministerie van Volksgezondheid.

Bron: NPCF

Lees meer over: E-health, Kennis

Stappenplan Gewoon Gaaf beschikbaar voor praktijken

Het stappenplan Gewoon Gaaf voor kinderen van 0-18 jaar ontwikkeld door het Ivoren Kruis is nu beschikbaar voor praktijken. Het stappenplan is onderverdeeld naar de doelgroepen 0-4, 4-12 en 12-18 jaar.

Stappenplan Gewoon Gaaf
De preventiemethode Gewoon Gaaf legt de nadruk op het stimuleren van goede zelfzorg bij de (ouder van de) patiënt van 0-18 jaar en begint bij de doorbraak van de 1e tand (6-12 maanden). Als basis wordt het PMO-protocol en het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis gevolgd. Aanvullende terugkombezoeken plannen mondzorgverleners op basis van het risicoprofiel (groen, geel, oranje of rood). Deze maakt hij bij elk PMO-bezoek. Daarbij maakt hij een inschatting of de ouders de gemaakte zelfzorgafspraken zelfstandig nakomen of dat daarbij zijn steun nodig is. Bij Gewoon Gaaf draait het om het inlevingsvermogen van de mondzorgverlener in de unieke patiënt. Belangrijk daarbij is dat hij aansluit bij het niveau van de patiënt. De mondzorgverlener bekijkt hoeveel ondersteuning (de ouder van) de patiënt nodig heeft en beoordeelt het risico dat de patiënt loopt. Na ieder consult maakt hij zelfzorgafspraken met de (ouder van de) patiënt, waar hij een volgend bezoek op terugkomt.

Stappen, hulpvragen en tips
In het stappenplan worden de stappen kort beschreven. In de bijlagen zijn hulpvragen, tips en suggesties te vinden die bij de stap aansluiten. Het stappenplan is tot stand gekomen met behulp van input uit het dentale veld, de omslaggroep en het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. De NVvK ondersteunt Gewoon Gaaf en is blij met het stappenplan dat kosteloos is te downloaden en printen.

Lees ook
Gewoon Gaaf: preventiemethode voor kinderen en hun ouders

Bekijk de video:  Gesprek Gewoon Gaaf


Download brochure stappenplan-gewoon-gaaf-def.pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Tandarts E-consultant: appen met je tandarts

Tandarts E-consultant is een nieuwe app waarmee mensen filmpjes en foto’s kunnen opsturen naar hun tandarts om aan te geven waar ze last van hebben en of het pijn doet. De tandarts kan zo op afstand het probleem inschatten en advies geven.

Drempel lager
De app is ontwikkeld door Tandartspraktijk Tilburg. Met behulp van deze app hoeven mensen niet direct langs te komen, en is de drempel lager om een consult aan te vragen. Dit helpt met name patiënten die angstig zijn voor de tandarts. Als het nodig is voor de patiënt om een afspraak te maken, kan de tandarts via de app alvast uitleggen wat de behandeling inhoudt zodat de patiënt beter weet wat hem te wachten staat.

Andere mogelijkheden
Via de app is het ook mogelijk om een afspraak te maken, het laatste nieuws te lezen over de mondzorg en mondverzorgingsproducten te kopen.

Lees meer over: E-health, Kennis

Zoete dranken verhogen kans op hartfalen bij mannen

Nieuw onderzoek bevestigt dat het drinken van gezoete dranken leidt tot een verhoogd risico op hartfalen. Met name bij het nuttigen van twee of meer glazen per dag blijkt een bijzonder hoog risico op te treden.

23% meer kans op hartfalen
Naast een hoger gewicht, brengen zoete (fris)dranken ook een hoger risico op tandbederf en diabetes. Nu blijkt dat deze dranken ook een negatieve invloed hebben op het hart, aldus onderzoekers in het British Medical Journal. Dit bleek uit onderzoek onder 42.000 Zweedse mannen, over een periode van meer dan tien jaar. Resultaten lieten zien dat mannen die meer dan twee gezoete dranken per dag consumeerden, een verhoogde kans van 23 procent hebben op hartfalen.

Bron: British Medical Journal




Lees meer over: Kennis, Onderzoek