Cursus: Team zorg(t) voor het parodontium

Cursus op 10 juni, Apeldoorn

Doelgroep: tandartsen, mondhygiënisten, assistenten

Parodontale zorg en behandeling hebben als doel om elementen te behouden in een gezonde mond. Daarbij is uitgebreide aandacht nodig voor de medische anamnese waarbij gescreend wordt of een systemische aandoening en medicatie invloed hebben op de conditie van het parodontium. Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat er individuele verschillen zijn in vatbaarheid en immuunrespons.

Het begint met een goede DPSI score die de toegang kan vormen tot uitgebreidere diagnostiek en behandelplanning.

Tijdens het uitgebreide parodontale onderzoek wordt een parodontiumstatus ingevuld. Samen met röntgenfoto’s wordt de diagnose gesteld. Vervolgens kan een behandelplan opgesteld worden. Afhankelijk wat er al in de eerste lijn aan gebitsreiniging en niveau van de zelfzorg gedaan is, wordt eerst zoveel mogelijk non-chirurgisch behandeld ten gunste van de mondgezondheid. Een goede initiële behandeling zal chirurgische vervolgbehandeling zoveel mogelijk beperken.

Specifieke aandacht moet er zijn voor het niveau van de zelfzorg. Preventieve maatregelen zijn essentieel om uiteindelijk lange termijn succes tijdens de nazorg een goede kans van slagen te geven. Behandeling in de tweede lijn kan hierin verschillen van die in de eerste lijn. Dit heeft met zowel gedrag van de behandelaar als van de patiënt te maken hebben. Een goede initiële behandeling, die als verlengstuk van de diagnostiek geldt, levert een enorme gezondheidwinst op. Er zijn niet veel wegen naar een frisse mond. Een goede start is een unieke kans die niet gemist mag worden.

Naast de klassieke weg van chirurgische pocketeliminatie, eventueel regeneratief, zijn er meerdere technieken om de prognose van een of meerdere elementen te verbeteren. Muco-gingivale chirurgie is hier een voorbeeld van. Het betreft dan minimaal invasieve micro-chirurgische ingrepen. Tandvlees rondom recessies is vaak lastig goed te onderhouden. De orthodontist maakt in dergelijke situaties deel uit van het zorgteam. Het kan hier ook gaan om patiënten die geen parodontitis hebben.

Er gaat niets boven het behoud van natuurlijke elementen. Indien er een tand of kies verloren is gegaan of wanneer elementen een slechte endodontisch-restauratief en/of parodontale prognose hebben, dient pas overwogen te worden of een prothetische reconstructie met een implantaat geïndiceerd is. Een implantaat is iets heel anders dan een natuurlijk element en dient anders benaderd te worden in de diagnostiek en zeker ook tijdens de na- en de zelfzorg. Parodontale voorzorg en een goede relatie met degenen die de suprastructuur vervaardigen en plaatsen is essentieel.

Interdisciplinaire samenwerking heeft een synergetisch effect. Intercollegiaal overleg met de endodontoloog, de orthodontist, de kaakchirurg en de tandtechnieker zijn van groot belang

Lees meer over: Kennis, Scholing

Diabetes patiënten hebben meer tandverlies

Uit een Amerikaanse studie is gebleken dat mensen met diabetes twee keer zoveel tanden verliezen als mensen zonder diabetes. Vooral bij diabetes patiënten met een donkere huidskleur werden hoge getallen van tandverlies bevonden.

Paradontitis
Deze uitkomst is niet heel verrassend, aangezien mensen met diabetes vaker parodontitis hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat niet alleen de helft van de Amerikaanse volwassenen parodontitis heeft, maar ook dat dit getal nog hoger ligt bij diabetes patiënten. Parodontitis leidt weer tot grote kansen op tand uitval, wat het niet raar maakt dat diabetes patiënten vaker tanden verliezen dan anderen.

Onderzoek
Gezien deze relatie tussen diabetes en parodontitis, besloten onderzoekers de aantallen tandverlies te onderzoeken bij zowel mensen met als zonder diabetes. Er werd data verzameld van negen verschillende enquêtes over nationale gezondheid en voeding in Amerika, daterend van 1971 tot 2012. Zo werden gegevens verzameld over 37,607 mensen van 25 jaar en ouder.

Meer tandverlies diabetespatiënten
Er werd gevonden dat iedereen meer tanden verloor naar mate men ouder werd, maar dat diabetes patiënten zo’n vier tanden meer verloren. Door de jaren heen is men over het algemeen wel veel minder tanden gaan verliezen dan voorheen. Waar in 1971 bij mensen zonder diabetes gemiddeld 12 tanden in hun leven verloren, en mensen met diabetes 19, was dit slechts 4 tanden zonder diabetes en 8 tanden met diabetes in 2011.

Verschil in verlies tussen verschillende afkomsten
Ook werd er gekeken naar de afkomst van de mensen. De etnische groepen waarvan voldoende data beschikbaar was waren donkere Amerikanen zonder diabetes, bij wie het aantal verloren tanden naarmate ze ouder werden het snelst exponentieel vorderde. Donkere Amerikanen met diabetes verloren het meeste aantal tanden, en Mexicaanse Amerikanen het minste aantal tanden.

Bron:
DrBicuspid

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
wortelkanaalbehandeling

Verdoving niet altijd voldoende bij een wortelkanaalbehandeling

Voor een succesvolle verdoving bij een wortelkanaalbehandeling is het belangrijk dat eerst wordt onderzocht hoeveel pijn de patiënt daadwerkelijk heeft, omdat een standaarddosering niet altijd voldoende is. Dit blijkt volgens een onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Aesthesia Progress.

Onderzoek
Tandartsen gebruiken voor een wortelkanaalbehandeling lokale verdoving, maar soms is dit niet genoeg als de patiënt voor de behandeling veel pijn ervaart. 177 volwassenen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Deze patiënten hadden een lichte, matige of ernstige kiespijn in de onderkaak. Voor de wortelkanaalbehandeling kregen zij allemaal een standaarddosering anesthesie. Het bleek dat 33% van de patiënten met een matig pijn niveau geen, of een beetje pijn ervoeren tijdens de behandeling. Echter had maar 16% van patiënten met ernstige pijn de behandeling als pijnloos ervaren.

Invloed
Het pijn niveau voor de behandeling zou dus invloed kunnen hebben op de succesvolle werking van de anesthesie. Het lijkt erop dat hoe hoger het pijn niveau van de patiënt vóór de behandeling, hoe lager de pijndrempel is tijdens de operatie. Volgens de onderzoekers zouden de patiënten met ernstige pijn daarom twee verdoving injecties moeten krijgen. Leeftijd en geslacht zouden geen invloed hebben op de werking van het verdovingsmiddel.

Bron:
Anesthesiaprogress.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Meer vrouwelijke tandartsen

Al vele jaren wordt het beroep van tandarts gezien als een mannenberoep. Maar uit onderzoek blijkt dat in Duitsland nu meer vrouwen dan mannen kiezen voor de tandheelkunde. Ook in Nederland stijgt het aantal vrouwelijke studenten tandheelkunde.

Duitsland
Van het totaal aantal examenkandidaten in de tandheelkunde in Duitsland was ongeveer twee derde vrouw. Vergeleken met 15 jaar geleden is dit een stijging van 12,7 procent. Tevens is in deze zelfde periode het aantal vrouwelijke gepromoveerden in de tandheelkunde gestegen met 14,7 procent.

Nederland
Volgens de cijfers van de KNMT groeide het aantal vrouwelijke tandartsen tussen 2000 en 2010 met 10%. De KNMT verwachtte dat deze trend in de toekomst verder zal doorzetten. Tevens blijkt dat in 2013 in het westen van Nederland relatief de meeste vrouwelijke tandartsen werkzaam waren (45%) vergeleken met de overige delen van Nederland.

Bronnen:
zwp-online.info
volksgezondheidenzorg.info

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Update implantologie: Korte implantaten – sneller en goedkoper

Gerry Raghoebar, onderzoeker op het gebied van implantologie, sprak tijdens het TP congres over de laatste stand van zaken op gebied van implantologie: korte implantaten en direct implanteren.

100% implantaatoverleving
Gerry Raghoebar is onderzoeker op het gebied van implantologie. Hij legde uit dat korte implantaten worden bestudeerd en dat de patiënten een jaar zijn vervolgd. Hij besprak twee studies uit het proefschrift van Felix Guljé en daaruit bleek maar liefst 100% implantaatoverleving. Over korte implantaten spreekt men als het implantaat kleiner is dan 7 mm. Korte implantaten kunnen in geresorbeerde kaken worden geplaatst. Een bot opbouw is daardoor overbodig geworden. Door gebruik van korte implantaten kan de behandeling een stuk sneller worden uitgevoerd en bovendien een stuk goedkoper. Helaas is het resultaat op de langere termijn (nog) onbekend.

Direct implanteren
Wat ook een stuk sneller is, is het direct na extractie van een gebitselement een implantaat plaatsen. Ook hierbij zijn op de korte termijn uitstekende resultaten geboekt. Maar bij te weinig bot in de extractiealveole en recessie van de mucosa moet dit niet uitgevoerd worden. Dan kan er een botopbouw worden gedaan en moet drie maanden gewacht worden alvorens het implantaat te plaatsen. Raghoebar liet een foto zien van een jonge vrouw die een ongeluk had gehad. De 21 met een fistel werd getrokken. Hierbij is het wel heel belangrijk dat de alveole goed wordt gereinigd alvorens het implantaat geplaatst wordt. Het direct plaatsen vergt een ervaren operateur. Helaas geldt ook bij direct plaatsen dat het lange termijneffect (nog) niet duidelijk is.

Gerry Raghoebar voltooide zijn studie tandheelkunde en geneeskunde te Groningen. Vanaf 1988 is hij als MKA-chirurg werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Op 1 januari 2006 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen met als persoonsgebonden leerstoel Implantologie. Naast de klinische werkzaamheden verricht en begeleidt hij onderzoek, en is hij als docent betrokken bij het onderwijs. Hij geeft verschillende postacademische cursussen en voordrachten in binnen- en buitenland.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van het TP Congres. 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
endodontische herbehandeling

Wel of geen endodontische herbehandeling?

De keuze tussen een endodontische herbehandeling, chirurgie – of niets doen kunt u maken aan de hand van een richtlijn. Ook individuele overwegingen en verwachtingen van de patiënt spelen een belangrijke rol.

Verslag van de lezing van Hagay Shemesh tijdens het NVvE congres De Endo-Richtlijn.

Wanneer herbehandelen?
Vroeger werd de keuze van herbehandeling vooral op lekkage ‘concepten’ gebaseerd: als de coronale afsluiting niet goed was dan werd er een herbehandeling uitgevoerd.
Tegenwoordig wordt de behandeling bepaald aan de hand van:

  • De klachten
  • Kwaliteit van de wortelkanaalbehandeling (vulling)
  • Kwaliteit van de coronale afsluiting
  • Aanwezigheid van een peri apicale laesie

De keuze voor de juiste behandeling kan worden gemaakt aan de hand van een beslisboom, die u stap voor stap naar de juiste behandeling leidt. Bekijk de beslisboom (pag 11).

Kennis uit onderzoek

  • Er is een duidelijk verband tussen de lengte van de kanaalpreparatie en de slaging van de endodontische behandeling. Klinische outcome studies geven een duidelijke voorkeur voor een wortelkanaalvulling van 0-2 mm van de röntgenologische apex (Ng et al. 2008).
  • Apicale radiolucenties kwamen significant vaker voor bij inadequate wortelkanaalvullingen in vergelijking tot juist gevulde wortelkanalen (Peters, Lindeboom, Elst, Wesselink 2011).
  • De waarschijnlijkheid van een persisterende parodontitis apicalis was hoger bij een te kort of te lang afgevuld kanaal, als het kanaal niet volledig was opgevuld of als er radiologische tekenen waren van een overhangende of kierende restauratie (Kirkevang LL, Vaeth M, Wenzel A. 2014).
  • Onvoldoende wortelkanaalvulling of coronale restauratie kunnen een bestaande peri-apicale laesie verergeren (Tsesis et al. 2013).
  • In vitro lekkage modellen: alle wortelkanaalvullingen lekken na een paar maanden (Shemesh et al. 2006). Met andere woorden: een lekkende coronale restauratie betekent dat het hele kanaal na een paar maanden geïnfecteerd wordt. De vraag is of deze modellen betrouwbaar zijn en hoe klinisch relevant de conclusies zijn.
  • Conclusie aan de hand van onderzoek Ricucci & Bergholtz 2003: goed geprepareerde wortelkanalen zijn bestand tegen penetratie van bacteriën ook bij langdurige orale blootstelling als gevolg van cariës, fractuur of verlies van een restauratie.

Röntgenfoto’s bij peri-apicale laesie
Hoe betrouwbaar zijn röntgenfoto’s bij het detecteren van een peri-apicale laesie?
30-40% van de peri-apicale laesies wordt gemist op röntgenopnames.

De afweging tussen chirurgie en herbehandeling moet ook worden gemaakt aan de hand van:

  • Mislukking van een endodontische herbehandeling
  • Beperkte toegang (of anatomische afwijking)
  • Risico’s
  • Kosten
  • Behandelaar

Herbehandeling versus chirurgie

  • Herbehandeling is minder invasief en heeft weinig contra-indicaties, naast de hoge kosten en de tijd.
  • Chirurgie is goedkoper en sneller.

Data zijn vooral gebaseerd op het vergelijken van het succes van oude behandelmethoden van herbehandeling versus chirurgie. Long term en short term succespercentages zijn hierbij verschillend. Door de ontwikkelingen in de chirurgie is dit dan ook een populair onderwerp.

Conclusies

Een beslisboom/richtlijn geeft geen oplossing voor alle situaties

  • Een beslisboom/richtlijn zal constant moeten veranderen afhankelijk van wetenschappelijke ontwikkelingen en kennis
  • De beslissing herbehandeling/chirurgie/niets doen is gebaseerd op systematische methodologie en wetenschappelijk bewijs
  • Een richtlijn maakt de beslissing beter verdedigbaar en reproduceerbaar (maar niet uniform…)
  • Een richtlijn (of beslisboom) wordt altijd gebruikt samen met klinische ervaring en individuele overwegingen van de behandelaar en de verwachtingen van de patiënt. Het ene aspect is niet belangrijker dan het andere aspect.
  • Dr. Hagay Shemesh behaalde zijn tandartsdiploma in 1990 aan de Hebrew University in Jeruzalem en volgde daar van 1996 tot 2000 de Master of Science opleiding in de Endodontologie. Sinds 2002 is hij gevestigd in Nederland en verbonden als docent aan de sectie Endodontologie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Sinds 2004 is hij als endodontoloog verbonden aan de Verwijspraktijk. In 2009 promoveerde hij cum laude aan het ACTA . Thans is hij hoofd van de opleiding Endodontoloog op het ACTA.

    Amir Moinzadeh is PhD student endodontologie aan ACTA.

    Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Hagay Shemesh en Amir Moinzadeh tijdens het NVvE Voorjaarscongres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Medische diagnostiek bij de tandarts: hoe ver moet je gaan?

De tandarts wordt tegenwoordig 6 jaar opgeleid als mondarts. Geneeskunde komt dus steeds vaker in de mondzorg terug. Is het zinnig dat u zich als tandarts ook gaat bezighouden met medische diagnostiek?

Verslag van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT congres Dental Studie Update.

Problematiek per leeftijdscategorie
Tijdens haar presentatie kwamen alle leeftijdscategorieën langs met hun eigen problematiek, want de tandarts maakt de groei van het gezin mee. Zelfs de ongeboren vrucht heeft in de toekomst misschien al met mondzorg te maken. De gebitselementen worden immers dan al aangelegd.

Kinderen
Bij kinderen moeten we de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld in acht nemen. Alhoewel niet alle tandartsen goede ervaringen hebben met de bereikbaarheid van het bureau.

Pubers en jongeren
Bij pubers moeten we waakzaam zijn op obesitas. De relatie met cariës is aangetoond, niet alleen het effect van de suikers maar ook de obesitas zelf heeft invloed op de mondgezondheid.

Bij jongeren die seksueel actief zijn, kunnen we de gevolgen van een SOA soms in de mond terugvinden, zoals plekjes op de tong bij syfilis en een witte tongzijde bij HIV.

Volwassenen
Plotselinge veranderingen van de gingiva – roodheid en verdikken – kunnen een teken zijn van diabetes. Van Diermen haalde hierbij een casus aan van een 45-jarige vrouw. Tegenwoordig staat in de richtlijn van de huisartsen dat zij de mond dienen te inspecteren. Maar helaas is de huisarts hier nauwelijks in geschoold. Gelukkig komt er bij artsen wel steeds meer aandacht voor de relatie tussen de mond en de algehele conditie. Ze haalde hierbij een onderzoek aan over cardiologen en hun kennis rondom parodontitis.

Ouderen
Van Diermen kwam bij het station ‘ouderdom’, dat met gebreken komt. De anamnese is bij ouderen erg belangrijk. Een 75-plusser neemt gemiddeld vijf keer zoveel medicatie dan een jongere. Van Diermen opperde dat het aanschaffen van een IRN-meter – voor het meten van de snelheid van bloedstolling – voor in de praktijk wellicht een idee is. Zo kan je meten of een element zonder risico op nabloeding geëxtraheerd kan worden. Ook een glucosemeter kan zelf aangeschaft worden.

Toekomst
Van Diermen sloot af met de toekomst: In de toekomst kan zelfs via het speeksel medische diagnostiek bedreven worden. Ook de patiënt zelf kan over apps beschikken waarbij hij zelf zijn (medische) conditie bij houdt. Misschien ligt hier ook de toekomst van de mondhygiëne? Op de markt zijn al elektrische tandenborstels te vinden die via blue tooth werken. De mondarts kan ook zelf apps te raden slaan om kennis te vergaren zoals via de EHBO app en de dental prescribing app.

Dr. Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziektenleer en Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI) van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar ze het onderwijs verzorgt in de MTI en verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van medisch complexe patiënten. Tevens geeft ze frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Erosieve slijtage: wat is waar en niet waar?

Verslag van de lezing van mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Ontbijten
Veel tandheelkundigen adviseren om te wachten met tandenpoetsen als de patiënt iets zuurs heeft geconsumeerd. Maar ja, wat neem je dan als ontbijt en wanneer ga je dan poetsen? Veel ouders ervaren opstaan als spitstijd en kunnen simpelweg niet zo flexibel zijn. Gelukkig vertelde Huysmans dat het eigenlijk niet zo gek veel uitmaakt of nu wel of niet vlak na het consumeren van zuur gepoetst wordt. De tong kan namelijk ook slijtage geven. Voordat de tandenborstel ook maar in de buurt komt, heeft de tong al voor slijtage gezorgd. De tandenborstel zal waarschijnlijk niet zo’n groot aandeel hebben in de mate van slijtage. Maak je dus niet al te druk om het poetsmoment voor of na het ontbijt.

Verschillen en overkomsten erosieve slijtage en cariës
Het Ivoren Kruis heeft het Advies Cariëspreventie uitgebracht. In dit advies staat onder andere dat zeven eet- of drinkmomenten het basisadviesis om cariës te voorkomen. Dit basisadvies kan overgenomen worden bij de preventie van erosieve gebitsslijtage. Ook hierbij geldt dat als de zeven eet- of drinkmomenten worden overschreden, de kans op erosieve slijtage toeneemt..

Een groot verschil tussen erosieve slijtage en cariës is dat cariës niet normaal is: cariës is een ziekte. Met slijtage zal echter iedereen vroeg of laat te maken krijgen. Fysiologische slijtage is normaal, de tand des tijds slijt gebitselementen af. Versnelde, pathologische slijtage kan leiden tot problemen, zoals pijn en een verstoorde functie en esthetiek.

Een overeenkomst is dat erosieve slijtage net als cariës ‘arrested’ kan worden. De mate van slijtage blijft dan gelijk en is niet progressief.

Groot probleem?
Van de 15-jarigen heeft volgens onderzoek 44% erosieve slijtage. Dat klinkt veel, maar slechts een kwart hiervan heeft ernstige slijtage: slijtage tot in het dentine. Dit criterium werd echter in het onderzoek al snel gegeven. Daarom de vraag: Is het probleem wel echt zo erg? “Hoogstwaarschijnlijk krijgt slechts 1% van de mensen uiteindelijk echt ernstige slijtage. Het probleem is dus niet zo groot als je soms hoort. Maar daar waar het ernstig is of gaat worden, moeten we alert zijn. Deze patiënten moeten we op tijd eruit zien te pakken”, adviseert Huysmans.

Maagzuur grotere rol dan gedacht
Maagzuur speelt een grotere rol dan we met zijn allen denken. Althans bij volwassenen. We moeten daarom goed doorvragen als we tekenen van erosieve slijtage zien. Veel mensen geven namelijk niet uit zichzelf aan last te hebben van maagzuur. Vraag daarom aan patiënten met erosieve slijtage waarbij niet snel een oorzaak te vinden is of ze last van maagzuur hebben. Vraag naar oprispingen en overgeven, brandend maagzuur en dergelijke.

Kinderen met reflux en erosieve slijtage komen ook voor maar de relatie is daarbij (nog) niet aangetoond. Wel is bekend dat er een sterke relatie is tussen astma en reflux. Longklachten door reflux is waarschijnlijk maar nog niet geheel causaal aangetoond. Maar let u wel op het hoesten, keelpijn en pijn bij het slikken bij patiënten met erosieve slijtage. Dit kan een aanwijzing zijn voor de oorzaak van de slijtage.

Kwaliteit van het speeksel
Een goede pellicle kan waarschijnlijk zorgen dat zuur niet in contact komt met tandoppervlak. De ene pellicle beschermt goed en de ander niet. Er was zelfs bij het onderzoek een persoon waarbij de pellicle de erosieve slijtage juist verergerde. De een kan dus meer zuur hebben dan de ander.
Het advies om kaas, yoghurt of melk te nuttigen blijft onveranderd. Volgens Huysmans is dit een stuk effectiever dan na de maaltijd met water naspoelen. Er zijn aanwijzingen dat het melkeiwit caseïne door inbouw in de pellicle het tandoppervlak beschermt.

Fluoride
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat fluoride ook een rol kan spelen in de preventie van erosieve slijtage. Vooral formuleringen met tin (tinfluoride en/of tinchloride in combinatie met fluoride) lijken erosieve slijtage te kunnen verminderen.

Erosieve slijtage komt vaak niet alleen
Het is vaak lastig te achterhalen of de erosieve slijtage fysiologisch is of pathologisch. Met regelmaat is het een combinatie van beide. Attritie, abrasie en erosie gaan tevens hand in hand. “Dus let niet alleen op frisdrankgebruik en kijk uit voor tunnelvisie. Probeer zoveel mogelijk informatie in te winnen en denk na.” Let op: vaak spelen meerdere componenten mee bij slijtage. Vraag niet alleen wat geconsumeerd wordt, maar ook naar de manier waarop. Zo wordt door patiënten gespoeld met frisdrank, op lolly’s gebeten of bierflesjes geopend met de tanden. Een infantiele slik kan slijtage opleveren en knarsen en te hard poetsen ook. Sommige beroepen, bijvoorbeeld het werken in een fabriek met chemische stoffen in de lucht, kunnen slijtage in het gebit opleveren. Tandlijtage is multifactorieel: In dit veelal langdurige proces kunnen zuren een rol spelen, allerlei soorten mechanische belasting en de beschermende werking van speeksel. Deze factoren hangen op hun beurt samen met levensstijl, voedingspatroon, gewoonten, gezondheid en medicijngebruik. Vraag daarom ook naar gewoontes en big life events vanwege de invloed van stress. Vergeet hierbij niet dat diverse drugs ook van invloed kunnen zijn.

Advies Erosieve gebitsslijtage
Bekijk het Advies Erosieve Gebitsslijtage

Mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans studeerde tandheelkunde van 1982 tot 1987 in Nijmegen. Daar promoveerde ze in 1992 op een vitro onderzoek naar mechanisch gedrag van plastische stiftopbouwen. Daarna volgde ze een omschakeling naar de cariologie, met als bijzonder aandachtsgebied de diagnostiek van cariës. Momenteel ligt de nadruk op diagnostiek en preventie van (secundaire) cariës en erosie, en op de kwaliteit van restauratieve zorg in de algemene praktijk. Na een periode van 10 jaar waarin zij hoogleraar Conserverende Tandheelkunde was in Groningen, is zij sinds september 2008 hoogleraar Cariologie en Endodontologie in Nijmegen. De opleiding van mondhygiënisten in de preventieve en operatieve cariologie heeft haar bijzondere aandacht.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie, maart 2015.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Casus: afwijking aan de tong

Bekijk de foto van de afwijking aan de tong en beantwoord de vragen.
Om welke afwijking gaat het en wat zijn de meest voorkomende oorzaken?

Beantwoord de vragen en bekijk de antwoorden.


Lees meer over: Casus, Kennis

Edin Dental Academy erkend voor MBO-4 opleiding Tandartsassistent

Edin is door de onderwijsinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap positief beoordeeld voor de diploma-erkenning MBO-4 Tandartsassistent (Crebo-erkenning). Als eerste gespecialiseerde en niet-bekostigde onderwijsinstelling in de tandheelkundige branche is Edin gemachtigd de MBO niveau-4 opleiding tandartsassistent aan te bieden en diploma’s te verstrekken onder de Wet Erkend Beroepsonderwijs (WEB). Het diploma biedt civiele erkenning van het beroep Tandartsassistent en de mogelijkheid door te stromen naar het Hoger Beroeps Onderwijs.

Vraag gediplomeerde assistenten groeit
Minder dan de helft van alle tandartsassistenten in Nederland – totaal ca. 18.000 – heeft nu het wettelijk erkende MBO-diploma.
De vraag naar gediplomeerd personeel groeit door de toenemende certificering van tandheelkundige praktijken en de standpunten van de beroepsverenigingen van tandartsen voor taakdelegatie aan assistenten.

Huidig aanbod beperkt
Het huidige opleidingsaanbod voor volwassenen is beperkt, volgens Edin. Alleen de zelfstudie opleiding van de LOI en de opleiding Scheidegger zijn beschikbaar. Bovendien hebben opleididingen aan een ROC bij volwassenen niet de voorkeur gezien de leeftijdsverschillen met de niet-volwassen studenten en de lange opleidingsduur.

Twee-jarige MBO-opleiding tot Tandartsassistent
Edin speelt in op de marktwensen en start een twee-jarige MBO-opleiding tot Tandartsassistent met (digitaal) theorie-onderwijs, leren in de dagelijkse praktijk en veel praktisch simulatie onderwijs. De studenten zullen intensief begeleid worden tijdens de periode van werkend leren. De opleiding omvat tenminste 1600 studiebelastingsuren van leren en werken per jaar. Het opleidingprogramma vindt inhoudelijk zijn grondslag in het kwalificatiedossier zoals dat wettelijk is vastgelegd in het Centraal Register Erkend Beroepsonderwijs (Crebo).

Standpunten KNMT en ANT
Edin komt met dit initiatief tegemoet aan het standpunt van de KNMT die het zeer wenselijk acht dat tandartsassistenten over het wettelijk erkende MBO-4 diploma beschikken. Daarnaast houdt Edin ook nadrukkelijk rekening met het standpunt van de ANT, dat meer gericht is op structurering van de rolbeschrijvingen in de tandartspraktijk en het op maat afstemmen van de bij de structuur horende opleidingseisen.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Standpunt ANT over opleidingen assisterend personeel

De ANT heeft haar ‘Standpunt Opleidingen Assisterend Personeel in de Tandartspraktijk’ uitgebracht waarin zij de opleiding voor assisterend personeel structureert.  Aan de hand van rolbeschrijvingen in de tandartspraktijk worden er drie (A, B en C) diploma’s voor tandartsassistenten beschreven, waarvan er één voor een nieuwe functie is: de paro-assistent, vergelijkbaar met de ‘klassieke mondhygiënist’.

Nieuwe opleiding tot paro-assistent
De opleiding tot tandartsassistent kan volgens de ANT met een A, B en C diploma een gestructureerd karakter krijgen dat ook voor patiënten makkelijk te begrijpen is. Het A-diploma staat voor de omloop- tot stoel-assistent, dat conform het bestaande ANT standpunt modulair is opgebouwd; meer opleiding waar het nodig is, minder waar het kan. Het B-diploma staat voor de preventie-assistent zoals we die nu ook kennen. Het C-diploma komt te staan voor een nieuwe opleiding tot ‘paro-assistent’ en omvat de volledige preventie-opleiding, plus de huidige paropreventie en paropreventie-nazorg opleidingen; sterk vergelijkbaar met de ‘klassieke mondhygiënist’.

De ANT is van mening dat de paro-assistent als een nieuwe functieomschrijving met bijbehorende opleiding ingevoerd kan worden. “Het heeft gezien de loopbaan van de student en de doorstroommogelijkheden van deze opleiding de voorkeur dat voorafgaand aan de start het niveau Mbo-4 is gehaald. Duidelijk een stap boven het niveau van de stoel-assistent en de preventie assistent, maar nog steeds vallende binnen het kader van de taakdelegatie onder leiding van de tandarts.”

Taakherschikking
Volgens de ANT kan deze nieuwe structuur de door de overheid geplande taakherschikking vermijden. Al 15 jaar staat taakherschikking in de tandheelkunde op de agenda van het ministerie van Volksgezondheid (VWS). Minister Schippers heeft het voornemen om de Wet BIG te verruimen waarbij mondhygiënisten meer taken krijgen als het toedienen van anesthesie, boren van tandbederf en het interpreteren van röntgenfoto’s.

De ANT is het niet eens met deze verruiming en onderneemt nu actie richting VWS, politiek en betrokken partijen. De taakherschikking is volgens de ANT een verkapte vorm van bezuiniging: mondhygiënisten zouden bepaalde taken voor lagere tarieven dan tandartsen kunnen uitvoeren. De beroepsvereniging denkt ook dat mondhygiënisten geen ruimte hebben voor deze taken, “zij hebben nu al de handen vol aan preventieve mondzorg en het genezen van tandvleesziekten.” Ook is de ANT ervan overtuigd dat “patiënten meer nadelen dan voordelen zullen ondervinden als Nederland als enig land op deze wijze een significant afwijkend stelsel doorvoert. Dit zal leiden tot grote verwarring en misleiding bij de patiënt.”

De NVM gaf in juli 2014 in een brief aan VWS aan de wetswijziging voor taakherschikking te zullen steunen. De ANT vraagt zich af of voldoende mondhygiënisten deze mening delen.

Bron:
Persbericht ANT

Lees meer over: Kennis, Scholing, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Mondzorg spektakel ToothCamp nu ook naar Den Bosch

ToothCamp breidt uit. Het mondzorgspektakel voor kinderen in groep 8 van de basisschool doet dit jaar niet alleen Amsterdam aan maar ook Den Bosch. Doel van ToothCamp is om prepubers en hun ouders te motiveren goed voor hun gebit te zorgen.

Leren hoe belangrijk het is om je mond gezond te houden
De 11-, 12- en 13-jarige deelnemers krijgen op ToothCamp een wereld aan proefjes, tests, weetjes en voorstellingen voorgeschoteld. Initiatiefneemster Ira van Eelen van ToothCamp : ‘We komen niet met droge leerstof, maar met spannende chemische proeven met zuur en kalk of porselein en schuurmiddelen. Zo leren we de bezoekers op een verrassende manier hoe belangrijk het is om je mond gezond te houden, en hoe je dat doet. Het is een schoolreisje waar je leert door te doen, te zien, te horen en te ruiken.’

KNMT als sponsor
De KNMT zich dit jaar opnieuw van harte als sponsor aan ToothCamp verbonden, vertelt waarnemend voorzitter Hendrike van Drie: ‘Kinderen die naar de middelbare school gaan, komen in aanraking met veel ongezonde gewoonten, zoals snoepen, energiedrankjes en roken. Ze staan aan veel verleidingen bloot die slecht zijn voor de mondgezondheid. Tegelijkertijd hebben jongeren kwetsbare gebitten; pas op je 22e is je gebit volgroeid. Tot die tijd moet je er juist extra goed voor zorgen om het gaaf en gezond te houden. ToothCamp stimuleert jongeren daarin op een heel leuke en effectieve manier en probeert ook de ouders daarin mee te nemen.’

15 en 18 maart
ToothCamp, dat dit jaar voor de derde keer plaatsvindt, is op dinsdag 15 maart in Amsterdam (RAI) en op vrijdag 18 maart in Den Bosch (Brabanthallen). Beide dagen duurt het evenement van 12 tot 15 uur. De toegang is gratis. Aanmelden voor ToothCamp is nog mogelijk.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Tandbederf door mond ademen

Tandbederf door mond ademen

Onderzoek van de University of Otago heeft aangetoond dat ademen door je mond terwijl je slaapt het kans op tandbederf vergroot, aangezien op deze manier de tanden worden blootgesteld aan een hogere zuurgraad.

Zuurgraad
Een hoge zuurgraad staat bekend om het versnellen van het ontstaan van tandbederf, omdat hierdoor het beschermende glazuurlaagje sneller wordt afgebroken. Om te onderzoeken of dit ook het geval is tijdens het slapen, lieten onderzoekers tien vrijwilligers slapen met een klipje op hun neus, waardoor zij geforceerd door hun mond moesten ademen.

Uitkomst
Vervolgens werden de pH niveaus getest en vergeleken met de niveaus van zonder klipje. Bij degenen die door de neus ademden werd een pH niveau van 7 gevonden, wat niet de basis is, maar ook zeker niet zuur. Bij hen die gedwongen werden om door hun mond te ademen werd echter een pH niveau gevonden van 6,6, betekenend licht zuur, tot zeer zuur, en zelfs soms een pH niveau van 3,6.

Mond ademen meer risico
Zodra het pH niveau daalt tot onder de 5,5 begint het glazuur delen van zijn werking te verliezen, aldus hoofdonderzoekster Joanne Choi. “De pH niveaus werden gedurende de tijd steeds lager bij alle deelnemers van het onderzoek, maar daalden sneller bij degenen die door hun mond ademden. Dit is een belangrijke conclusie.”
Met dit onderzoek kan de aanname worden bevestigd dat het ademen door de mond van invloed kan zijn bij het ontstaan van gebitsproblemen, zoals glazuurerosie en gaatjes.

Bron:
Journal of Oral Rehabilitation

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
113149030-software-5001

In 2018 moet patiënt eigen medische gegevens kunnen downloaden

Door technische innovaties kunnen ziekenhuizen zich steeds meer gaan focussen op de behoefte van de patiënt. Een van de dingen die hier misschien wel uit voort komt is dat patiënten binnen twee jaar hun eigen medisch dossier moeten kunnen downloaden. Dit wordt dan ook genoemd in de NVZ-strategie ‘Zorg voor 2020’ die NVZ-voorzitter Van Rooy aan Minister Schippers presenteerde.

Patiëntenportal
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) denkt dat het haalbaar is om uiterlijk in 2020 een patiëntenportal te openen, waar klanten onder andere hun medische gegevens, maar ook resultaten van testen, kunnen downloaden. Ook zouden hierin contactgegevens kunnen worden bijgehouden en afspraken worden gemaakt en verzet.

Investeringen
Overleg over de investeringen die gedaan zouden moeten worden om dit te kunnen realiseren zijn druk gaande tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Schippers, Minister van Volksgezondheid: “Investeren in ICT is een ongelooflijk belangrijk thema. Ik deel die commitment en we gaan bekijken hoe we elkaar hierin kunnen ondersteunen. Ik neem die uitnodiging graag aan.”

ICT-oplossingen
In de NVZ-strategie zijn oplossingen in ziekenhuizen door middel van nieuwe technologieën een veel terugkomend thema, al dan niet met veiligheidsgarantie als voorwaarde. Van Rooy: “Door internet en een steeds mondiger wordende patiënt verandert de medische wereld met een niet te onderschatten kracht. Patiënten rekenen op een goede en veilige beschikbaarheid van informatie. Informatieveiligheid moet hierin volkomen gegarandeerd zijn.”

Zorg voor 2020
Naast ICT-oplossingen werden in ‘Zorg voor 2020’ onder andere ook dure medicatie, gezondheidsvaardigheden en meer inzicht met minder registratie belicht.

Bron:
Nederlandse Vereniging van ziekenhuizen

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Thema A-Z
Prognosetool

Prognosetool: duidelijk en snel een beeld over de prognose van een tand

In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Er is nu een speciale prognosetool in ontwikkeling waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand.

Prognosetool
In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Een patiënt wil graag weten hoe een behandeltraject er uit gaat zien en hoeveel dit traject ongeveer gaat kosten. Het gebitselement moet worden bekeken vanuit verschillende tandheelkundige deelaspecten. Vervolgens kan er een profiel geschetst worden over de prognose van het element, het behandeltraject en de voorwaarden voor dit traject om een optimaal resultaat te verkrijgen.
Om dit te realiseren is er nu een speciale prognosetool (ontwikkeld door het FSfE vzw) waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand. De prognosetool is ontwikkeld om een prognose te kunnen geven op lange termijn waarbij er rekening gehouden wordt met de restauratieve en parodontale aspecten. Het doel is om duidelijk te kunnen communiceren met de patiënt. De patiënt moet weten wat en hoe groot zijn of haar probleem is. Dit wordt gevisualiseerd aan de hand van ‘stoplichtkleuren’. De prognosetool ‘stelt’ verschillende vragen en deze kunnen samen met de patiënt ingevuld worden.

Factoren
Om een goede voorspelling te kunnen doen over de prognose van een gebitselement wordt er rekening gehouden met patiënt-gerelateerde factoren en element-gerelateerde factoren. Hieronder volgt een opsomming.

Patiënt gerelateerde factoren

1. Medische status
Deze bestaat uit fysieke factoren zoals de DETI-score en systemische factoren. De aanwezigheid van bijvoorbeeld diabetes mellitus kan invloed hebben op de prognose van het gebitselement.

2. Tandbederf
Dieet, mondhygiëne, aanwezigheid van agressieve bacteriën en het hebben van een droge mond bepalen het risico.

3. Overbelasting
Aanwezigheid van hoektandgeleiding is cruciaal om de prognose van de overige gebitselementen te verbeteren.

4. Gebitsafbouw
Motivatie van de patiënt en zijn of haar financiële mogelijkheden spelen hierbij een rol.

5. Positie en occlusie
Indices om ernst van de positie en occlusie te bepalen is de IOTN-score.

– Score 1: Perfecte positie en occlusie.
– Score 2: Er is sprake van een kleine afwijking zonder echte gevolgen.
– Score 3: Er is sprake van een grotere afwijking maar er is nog steeds een goede prognose.
– Score 4 of 5: De gebitsafwijking moet eerst behandeld worden omdat er anders problemen ontstaan.

Tand gerelateerde factoren
Deze factoren zijn onder te verdelen in de volgende groepen: tandweefsel, bot en tandvlees en het wortelkanaal.

1. Tandweefsel
Pericervicaal weefsel
Het pericervicale weefsel is het gebied van 5 millimeter boven tot en met 5 millimeter onder botniveau. Dit gebied is cruciaal voor een goede prognose van het element.

Biologische breedte
De biologische breedte is de regio twee millimeter boven het botniveau. Wanneer dit deel onbeschadigd is dan kun je gegarandeerd netjes werken en een goede restauratie maken. Wanneer dit niet het geval is, dan is het raadzaam om het element te extruderen of een klinische kroonverlenging uit te voeren zodat er een biologische breedte gecreëerd wordt.

Ferrule
De ferrule is de omvattingsmogelijkheid van het gebitselement. Er is sprake van voldoende ferrule indien deze een millimeter dik en twee millimeter hoog is en er minimaal 50% van deze wand aanwezig is. De gebitselementen die aan deze voorwaarde voldoen, hebben een goede prognose. De ontwikkeling van de hechttechniek heeft dit concept echter wel veranderd. Wanneer er te weinig ferrule is, moet er overwogen worden om een extra behandeling uit te voeren om meer ferrule te creëren. Zonder ferrule is het element namelijk niet restaureerbaar.

Laterale articulatiekrachten
Vooral laterale krachten kunnen gevolgen hebben voor de dentitie, dit geldt in mindere mate voor verticale krachten. Elementen in het front worden dus voortdurend ongunstig belast en hier is dan ook automatisch meer tandweefsel/ferrule nodig om een betere prognose te kunnen garanderen. Voor de bovenkaak geldt dat de linguale wand van de frontelement erg belangrijk is. Voor het onderfront is dit met name de buccale wand.

2. Bot en tandvlees

De conditie van het parodontium wordt bepaald aan de hand van de DPSI-score.
– Score 0,1,2: Geen probleem.
– Score 3,4: Er is sprake van een probleem, er moet behandeld worden.

Aan de hand van verschillende factoren zoals de locatie van het element (boven- versus ondermolaar), pocketdiepte (hoe dieper de pocket hoe hoger de score), aanwezigheid van een furcatie, mobiliteit, rookgedrag, aanwezigheid van diabetes mellitus en de leeftijd van de patiënt wordt er een totaalscore bepaald.

3. Het wortelkanaal
Hiervoor wordt de DETI-score gebruikt. Aan de hand van deze score kunnen de elementen in de volgende groepen worden ingedeeld:

–  Makkelijk te behandelen/ gunstige prognose
   Het element is vitaal, er bestaan geen klachten.

–  De behandeling vereist ervaring
Er zijn bijvoorbeeld krommingen aanwezig, kanalen zijn nauwelijks zichtbaar op de röntgenfoto of er is sprake van extreem
lange wortels.

Specialistische behandeling
Dit is vereist bij o.a. grote krommingen, het uitvoeren van herbehandelingen, niet zichtbare kanalen, interne resorptie en
grote restauraties. Bij deze behandeling is een microscoop vereist.

Onder voorbehoud behandelen
Dit is het geval indien er sprake is van afgebroken vijlen, zilverpunten, een reeds uitgevoerde apexresectie of externe
resorptie.

–  Het element is verloren
Dit zijn gebitselement met een barst in de wortel.

Prognosetool: De uitslag
Het verslag kan opgeslagen worden en indien gewenst naar de patiënt gestuurd worden. De uitslag wordt weergegeven in een ‘stoplichtkleur uitslag’. Voor de patiënt wordt zichtbaar of het nog zin heeft om in het element te investeren. Met de prognosetool kan geen garantie worden gegeven; het uitgangspunt is het geven van een goede lange termijn prognose.

In ontwikkeling
De prognosetool is inmiddels beschikbaar voor iPad in de Appstore.

Luk Daneels is tandarts. Zijn interesse in de endodontologie werd geprikkeld in de VS. Hij startte zijn eigen algemene praktijk en werkte daarnaast in andere praktijken. De wortelkanaalbehandeling werd zijn specialisme. Sinds 2009 werkt hij uitsluitend op verwijzing, waarbij hij zowel de wortelkanaalbehandeling als de directe opbouw van de tand voor zijn rekening neemt. Hij is voorzitter van de Flemish Society for Endodontology (FSfE).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Luk Daneels tijdens het najaarscongres van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
richtlijnen

Antibioticaprofylaxe bij tandheelkundige ingrepen bij patiënten met een gewrichtsprothese

KNMT-richtlijn, maart 2016


Download brochure richlijnmodule-ab-profylaxe-2016.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Artsen mogen WhatsApp niet gebruiken over patiënt

Artsen mogen WhatsApp niet gebruiken over patiënt

Artsen mogen de berichtenapp WhatsApp niet gebruiken voor het versturen van medische gegevens. Dit stelde de Autoriteit Persoonsgegevens onlangs in het televisieprogramma EenVandaag. De autoriteit adviseert artsen daarom een alternatief hiervoor te zoeken.

Privacy- en beveiliging
WhatsApp is een dienst van Facebook die in het verleden enkele privacy- en beveiligingsproblemen heeft gehad. De app slaat foto’s op de telefoon van de gebruiker op en deze worden vervolgens weer door diverse clouddiensten bewaard waardoor foto’s gemakkelijk een eigen leven kunnen gaan leiden.

Niet herleidbaar
De KNMG, de beroepsvereniging voor artsen, adviseert haar leden alleen WhatsApp te gebruiken als de gegevens niet tot een patiënt herleidbaar zijn.

 

Lees meer over: E-health, Kennis

Eklund Foundation opgericht voor tandheelkundig onderzoek en educatie

In het verlengde van het 50-jarig jubileum van TePe, een familiebedrijf in mondhygiëne producten, doneert de familie Eklund 50 miljoen SEK (bijna 5,4 miljoen euro) aan de nieuwe Eklund Foundation. Deze stichting is opgericht om verder onderzoek en educatie op het gebied van tandheelkunde mogelijk te maken.

“Binnen ons familiebedrijf staat het motto een goede mondgezondheid voor iedereen hoog in het vaandel. We zijn daarom trots op de oprichting van deze stichting, vertelt CEO Joel Eklund. Hij vervolgt: In de afgelopen 50 jaar heeft TePe wereldwijd waardevolle samenwerkingsverbanden opgebouwd met universiteiten, instituten en de dentale professie. Met de stichting willen wij onze waardering uiten en een bijdrage leveren aan de kennisontwikkeling op het gebied van tandheelkunde in de toekomst.

Vanaf het voorjaar 2016 kunnen internationaal de aanvragen voor onderzoek en educatatie ingediend worden. De financiële verdeling zal in de herfst van 2016 plaatsvinden.

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z

Vooroordelen bij de tandarts en mondhygiënist

Misschien wel een van de grootste fouten die een mondzorgprofessional kan maken, is het beoordelen van een klant op basis van uiterlijk, afkomst of manier van praten. Dit kan vele consequenties met zich meebrengen. Het hebben van zulke vooroordelen mag dan misschien onschuldig lijken, het kan wel degelijk vele consequenties met zich meebrengen, aldus Ashley Latter. Deze Brit helpt tandartsen en hun teams om hun communicatie en verkoopvaardigheden te verbeteren.

Consequenties
Vooroordelen kunnen misbeoordelingen van klanten met zich meebrengen, wat niet alleen duizenden euro’s en kansen kan schelen, maar ook ervoor kan zorgen dat niet alleen het potentieel van de tandarts niet volledig wordt benut, maar ook dat de dromen van de klant niet kunnen worden waargemaakt.

Kosten versus behandeling
Denk hierbij aan een voorbeeld waarbij een klant komt om te kijken naar mogelijke behandelopties, waarbij de tandarts er vanuit gaat (door bepaalde vooroordelen) dat prijs per definitie de doorslaggevende factor zal zijn. De tandarts gaat helemaal op in de prijs, waarna de potentiële klant de ruimte weer verlaat zonder een enkel idee wat er aan het probleem kan worden gedaan.

Diagnose eerst
Om zeker te weten dat dit u als tandarts of mondhygiënist niet overkomt, is een ding belangrijk om te onthouden: schrijf nooit wat voor, voordat het beeld van het probleem, het doel en de wil van de klant volkomen duidelijk zijn. Dan kan er nog weinig misgaan.

Bron: Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Regelmatig gebruik van anti-cariës middelen kan tandbederf verminderen

Regelmatig gebruik van anti-cariës middelen, waaronder chloorhexidine spoeling, fluoride, en xylitol-producten, kan tandbederf verminderen. Dit blijkt uit een Amerikaanse onderzoek, gepubliceerd in BMC Oral Health.

Onderzoek
2.7000 volwassenen van een Amerikaanse kliniek die een hoog risico lopen op ontwikkeling van cariës, hebben deelgenomen aan het onderzoek. Een op de drie deelnemers had in 18 maanden een aangetaste of gerestaureerde tand minder als hij of zij regelmatig anti-cariës middelen gebruikte. Van deze groep, kreeg 83% een hoog geconcentreerde fluoride gel of tandpasta mee voor thuisgebruik, 67,2% moest met chloorhexidine spoelen en 42,7% kreeg xylitol-bevattende producten. De bevindingen suggereren dat het gebruik van antibacteriële middelen de ernst van cariës bij hoog-risico patiënten kan verminderen.

Vervolg
Huidig onderzoek is gericht op de patiënten van een kliniek, waarvan de meeste een laag inkomen hebben en hoog risico lopen op de ontwikkeling van cariës. Verder onderzoek is nodig of de gevonden waarnemingen kunnen worden gegeneraliseerd.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z