Nieuwe methode voor opsporen tumoren in speeksel

Nieuwe methode voor opsporen tumoren in speeksel

Thamara Osinga ontwikkelde voor haar promotie een nieuwe manier om endocriene tumoren in de bijnieren en het hoofd-halsgebied op te sporen in speeksel.  Deze methode blijkt effectief te zijn en vormt een goed alternatief voor diagnostiek bij kinderen.

Osinga bestudeerde twee soorten zeldzame endocriene tumoren: tumoren in de bijnieren en tumoren in het hoofd-halsgebied. Ze bekeek bestaande laboratoriumtechnieken voor opsporing van deze tumoren en ontwikkelde een nieuwe methode.

Speeksel- en bloedmonsters vergeleken
Voor vaststelling van het stadium van tumoren, worden genmuaties in het DNA bepaald. Osinga vergeleek speeksel- en bloedmonsters van dertig patiënten voor het vaststellen van deze genmutaties. Haar conclusie is dat in een speekselmonster wel wat meer vervuiling plaatsvindt, maar dat dit geen negatieve invloed heeft op de analyse. Volgens de onderzoekster is een speekselmonster een goed alternaitief voor een DNA-monster uit bloed omdat dit minder duur, minder ingrijpend en gemakkelijker af te nemen is.

Over de onderzoekster
Thamara Osinga (1987) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen, dat het onderzoek ook financierde. Osinga werkt als internist in opleiding in de Ziekenhuisgroep Twente, Almelo.

Bron:
Rijksuniversiteit Groningen

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
patientenkaart

NZa factsheet voor consument: de rekening van de tandarts en mondhygiënist

De NZa maakte een factsheet waarin zij mogelijke vragen over de rekening van de tandarts of mondhygiënist beantwoorden.
In de factsheet staan vragen als ‘Op mijn rekening staan allemaal codes. Hoe weet ik wat de tandarts heeft gedaan?’ en ‘Mijn tandarts brengt meer tijd voor gebitsreiniging (M03) in rekening dan ik in de stoel heb gelegen. Mag dit?’. Ook wordt aangegeven wat de consument kan doen al hij niet tevreden is over de rekening.

Bekijk de NZa factsheet

Bron: NZa


Download brochure factsheet-de-rekening-van-de-tandarts-en-de-mondhygie-nist.pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Tooth

Voorkomen en behandelen van iatrogene incidenten bij endodontie

Tijdens het chemisch-mechanisch prepareren van wortelkanalen kunnen meerdere iatrogene incidenten optreden. Ook tijdens de desinfectie van het wortelkanaalstelsel kunnen incidenten optreden. Welke incidenten kunt u tegenkomen en hoe gaat u hiermee om?

Tijdens het chemisch-mechanisch prepareren van wortelkanalen kunnen meerdere iatrogene incidenten optreden: afgebroken instrumenten, apicale blokkades, ledges en perforaties. Ook tijdens de desinfectie van het wortelkanaalstelsel kunnen incidenten optreden: doorpersen van irrigatievloeistof en dientengevolge het ontstaan van een emphyseem. Deze incidenten maken de behandeling complexer en kunnen het eindresultaat nadelig beïnvloeden.

Verslag van de lezing van prof. dr. Michael Hulsmann over het voorkomen en de behandeling van endodontische complicaties.

Instrumentenbreuk
Redenen voor het fracturen van vijlen is de mate van de kromming van het wortelkanaal. Ook blijkt dat grotere NiTi instrumenten een snellere achteruitgang van kwaliteit tonen dan kleinere vijlen en daardoor eerder factureren. Het steriliseren van instrumenten heeft geen invloed op instrumentbreuk.

Voorkomen
Instrumentbreuk kan voorkomen worden door het gebruik van een torque-controlled motor, een inschatting van de kanaalkromming, een constante snelheid, passief gebruik van instrumenten en geen instrumenten te gebruiken in een droog kanaal. Bij roterend instrumentarium is het advies: niet meer dan 300 rotaties per minuut.

Wat doen?
Wat te doen als een instrument is afgebroken? Raak niet in paniek, stop met de behandeling, informeer de patiënt en maak een röntgenfoto voor aanvullende informatie.

Afhankelijk van de positie van de afgebroken vijl in het wortelkanaal wordt gekeken of het mogelijk is om de vijl te verwijderen. Over het algemeen geldt dat alleen bij rechtlijnige toegang en zichtbaarheid van het coronale gedeelte van de afgebroken vijl het mogelijk is om het instrument te verwijderen. Het doel is daarbij nooit het verwijderen van het instrument, maar toegang verkrijgen tot het apicale foramen voor optimale desinfectie.

Er zijn verschillende technieken om gefactureerde instrumenten te verwijderen uit het wortelkanaal. Met een zogenoemd ‘staging platform’ wordt vanaf coronaal tot de afgebroken vijl geprepareerd, daarna is het mogelijk om de vijl met een ultrasone tip los te trillen. Bij ovale kanalen kan bypass-techniek een optie zijn om instrument te verwijderen. Langere instrumenten zijn vaak eenvoudiger te verwijderen dan kleine instrumenten. De anatomie van een gebitselement bijvoorbeeld isthmus kan soms handig zijn om een vijl te verwijderen.

Tijd
Uit onderzoeken blijkt des te langer je bezig bent een instrument te verwijderen, hoe kleiner de kans dat het gaat lukken. Ook is de kans groter op secundaire risico’s tijdens behandeling: onder andere het verlies van dentine en het ontstaan van een perforatie. Het advies van dr. Michael Hulsmann is om niet langer dan 45-60 minuten de tijd nemen om een instrument te verwijderen.

Er is geen universele techniek voor het verwijderen van instrumenten. Het is mogelijk verschillende technieken en hulpmiddelen te combineren. Bij het gebruik van ultrasone tips in combinatie met het werken met microscoop, is de kans het grootst om een instrument te verwijderen.

Irrigatie
Natriumhypochloriet lost organisch weefsel op en heeft een sterke desinfecterende werking. Buiten het wortelkanaal heeft het een oxiderende werking op de aanwezige eiwitten. Er kan hierbij schade optreden aan het endotheel van de bloedvaten. Hierdoor verandert de doorlaatbaarheid van de bloedvaten waardoor er bloedingen kunnen ontstaan en er ontstekingsmediatoren vrijkomen. Een hevige ontstekingsreactie treedt op met necrose en ulceratie tot gevolg (van Hooft & van Es 2008). Om de kans op een natriumhypochlorietaccident zo laag mogelijk te houden kunnen de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden:

  • Zo laag mogelijke concentratie NaOCl wat redelijkerwijs mogelijk is
  • Laterale opening van spoelnaald om minder apicale druk te krijgen
  • Juiste werklengtebepaling
  • Niet vastklemmen van spoelnaald in wortelkanaal
  • Lichte druk uitvloeien spoelvloeistof

Natriumhypochlorietaccident
Wanneer er een natriumhypochlorietaccident optreedt is er sprake van zeer hevige pijn bij de patiënt met zwelling, hematoomvorming en vaak ook bloeding uit het wortelkanaal. Het is belangrijk om goede uitleg te geven aan de patiënt over wat er gebeurd is en wat de patiënt nog kan verwachten.

De patiënt moet de eerste 24 uur koude compressen aanbrengen met een interval van 15 minuten. Als pijnstilling wordt een NSAID afgeraden om verdere bloeding te voorkomen (Hales et al. 2001). Na 24 uur kunnen er warme compressen aangebracht worden om ecchymose te voorkomen. Daarnaast kan er gespoeld worden met warm water of warme spoelmiddelen om de bloedcirculatie te stimuleren. Antibioticum is niet noodzakelijk, maar kan voorgeschreven worden in het geval van risico op secundaire infectie. Over het wel of niet voorschrijven van corticosteroïden is geen eenduidigheid. Over het algemeen geneest het letsel zonder verdere complicaties, maar zenuwletsel en littekenvorming worden wel beschreven.

Emfyseem
Naast het doorpersen van vloeistoffen kan er ook emfyseem in het gezicht optreden bij een endodontische behandeling. Het kan optreden wanneer het wortelkanaal gedroogd wordt. De verspreiding van lucht in het periradiculaire gebied gaat heel snel en uitgebreid met zwelling van het gelaat tot gevolg. Over het algemeen is de pijn kortdurend. Kenmerkend is crepitus bij palpatie. De zwelling gaat binnen een paar dagen weg en over het algemeen zijn er geen pijnklachten nadien. Profylactitisch wordt er een breed-spectrum antibioticum voorgeschreven.

Allergische reacties
Allergische reacties op endodontische materialen komen zelden voor.
Spoelvloeistof in ogen
Als er spoelvloeistof in de ogen van de patiënt komt moet men meerdere minuten spoelen met water. Preventief is het daarom aan te raden de patiënt een bril te laten dragen en de ogen dicht te houden gedurende de behandeling. Ook alert zijn op het voorkomen van beschadiging van kleding.

Doorpersen
Het cement AH26 wordt veel gebruikt, daarom zijn er veel case reports beschikbaar waarbij doorpersen hiervan beschreven wordt. In een uitzonderlijke situaties gaat dit gepaard met beschadiging van de nervus. Bij tweede molaren en spongieus bot is de kans hierop groter. Ook als er op de röntgenopname een apicale laesie zichtbaar is die tot de nervus loopt. Bij een overmaat aan vulmateriaal kan besloten worden een CBCT te maken voor diagnostiek en eventueel de overmaat chirurgisch te verwijderen.

Het doorpersen van calciumhydroxide is erg pijnlijk, aangezien het weefsel oplost. Opiaten kunnen eventueel worden voorgeschreven als pijnstilling.

Since 1982 prof. dr. Michael Hülsmann is member of the Department of Operative Dentistry, University of Göttingen, Germany. Since 1999: Professor for Operative Dentistry. 2009 – 2013: Head of Department of Preventive Dentistry, Periodontology and Cariology.Chief-Editor of the German journal ‘Endodontie’, and associate editor of the ‘International Endodontic Journal’. Board member of Journal of Endodontics and ENDO – Endodontic Practice Today. Author of textbook: Problems in Endodontics: Etiology, Diagnosis, Treatment (Quintessence Publ.), 2007. Awarded with the Hans-Genet-Award by the European Society of Endodontology (ese) and the NVvE.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts en tandarts-endodontoog Maikel Vogels van het congres De endodontische misser van de NVvE

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

De psychologie van acute versus chronische pijn

Psychologische aspecten als emoties, verwachtingen en overtuigingen, controle en eerdere ervaringen spelen een rol in de beleving van acute pijn. Wat zijn de psychologische gevolgen van chronische pijn op de patiënt en hoe kan de behandelaar hiermee omgaan?

Psychologie en acute pijn

Wat is pijn?
Pijn is een universeel verschijnsel. Pijn is functioneel, het signaleert weefselbeschadiging en is onmisbaar om te overleven. Enerzijds biedt pijn bescherming: je wil voorkomen dat het erger wordt. Anderzijds treedt er een leereffect op: pijnlijke situaties zullen eerder vermeden worden. Angst kan hiervan het gevolg zijn. In sommige gevallen is pijn niet meer functioneel, dit zijn de gevallen waarbij de pijn aanhoudt nadat de pijnlijke stimulus weg is. Er is dan sprake van chronische pijn.

Pijn als biopsychosociaal fenomeen
Pijn is een biopsychosociaal fenomeen: biologische, psychologische en sociale factoren spelen een voorbeschikkende, uitlokkende, onderhoudende of versterkende rol bij psychische, sociale of lichamelijke problematiek en/of herstel daarvan.

Model van Loeser
Het model van Loeser geeft duidelijk aan dat pijn een biopsychosociaal fenomeen is:

  • Nociceptie: Er treedt weefselbeschadiging op en dit zorgt voor stimulatie van receptoren. Op deze manier worden er signalen afgegeven. Nociceptie is een biologisch aspect van pijn.
  • Gewaarwording: Het signaal bereikt de hersenen, het lichaam weet dat er pijn is. Ook treden er reflexen op. Gewaarwording is ook een biologische aspect van pijn.
  • Pijnbeleving: Het signaal wordt geïnterpreteerd. Hiervoor is bewustzijn nodig. Pijnbeleving is het emotionele en psychische aspect van pijn.
  • Gedrag: De uiting die we geven aan de beleving van de pijn. Het gedrag is afhankelijk van de sociale context en cultuur.

Pijn en culturele context
Pijn wordt vaak omschreven als een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging, of die beschreven wordt in termen van een dergelijke beschadiging. Maar pijn is niet altijd ongewenst. Soms kiezen mensen er voor om pijn te ondergaan als dit bepaalde voordelen met zich meebrengt, dit wordt beïnvloed door de sociale en culturele context van iemand. Pijn kan bijvoorbeeld gezien worden als een middel om spirituele reinheid te bereiken: de sociale context verleent een andere betekenis aan de pijn.

Pijn is een menselijke ervaring
Cognities, emoties en gedrag worden beïnvloed door sociale en culturele context en hebben invloed op de pijnbeleving. Pijnbeleving is vooral een menselijke ervaring, het is subjectief en bestaat dan ook volledig in het hoofd. De perceptie van pijn wordt actief gecreëerd door de hersenen. Pijn is, net als de perceptie van andere zintuigen, te beïnvloeden. Hersenen maken bijvoorbeeld gebruik van datareductie: op basis van verwachtingen en emoties is er sprake van selectieve aandacht. Ook kan informatie extra waarde krijgen door emotie: de context die pijnbeleving kleurt is de psychologische gemoedstoestand van een persoon, ofwel emoties. Een aantal voorbeelden van het beïnvloeden van pijn zijn: wrijven, acupunctuur, hypnose, witte jas en een placebo.
Angst is ook een emotie. Angst brengt je in een toestand die anticipeert op waargenomen gevaar. Dit is een autonoom proces, het kan niet worden aan of uitgezet. Het bereid een persoon voor op vechten of vluchten. Het lichaam reageert hier op: snellere hartslag en bloeddruk, snellere ademhaling.

Samenvatting:

  •  Pijn is alarmbel van onze psyche.
  • Acute pijn wordt beïnvloed door emoties, cognities en sociale culturele context.
  • In de praktijk: bereid de patiënt voor, begeleid de patiënt tijdens de behandeling en evalueer daarna.

Chronische pijn en psychologie

20% van de bevolking heeft last van chronische pijn. Er wordt gesproken over chronische pijn wanneer deze langer aanhoudt dan 3 tot 6 maanden en continu of afwisselend aanwezig. Chronische pijn zorgt voor vermoeiend, boosheid, frustratie, irritatie, angst en depressie. Uit onderzoek blijkt dat fysieke en psychisch symptomen hand in hand gaan, dit geldt voor depressies maar ook voor angst. Een depressie verhoogd dus de kans op chronische pijn en andersom.

Samenvatting:

  • Als je al een depressie hebt dan verhoogd dit een kans op chronische pijn en andersom.
  • Antidepressiva kunnen dus ook de pijn verminderen of laten verdwijnen.
  • Bovenstaande geldt ook voor angst en paniekstoornissen.
  • Chronische pijn heeft een sterk effect op de psyche van een persoon.

Gevolgen voor de behandelaar

Een patiënt met chronische pijn is vaak gefrustreerd en wanhopig. Typisch is ook dat ze vaak al bij meerdere specialisten zijn geweest. Bij deze patiënten moet een tandarts altijd oplettend zijn, het gevaar is namelijk dat je graag wilt helpen en mogelijk het verkeerde doet. Om er achter te komen of er sprake is van chronische pijn kan de patiënt gevraagd worden of er sprake is van andere pijnen en/of negatieve gevoelens.

Behandelopties
Het is vaak lastig om patiënten te behandelen met chronische pijn. Multidisciplinaire behandelingen hebben vaak een groot effect. Het is belangrijk dat een patiënt niet aan zijn of haar lot overgelaten wordt en de patiënt niet verteld wordt dat er niets aan de pijn te doen is. Het is beter om empathie te tonen en de patiënt voor te stellen om met de pijn om te leren gaan en naar een acceptabel niveau te brengen.

Arjen van Wijk is werkzaam als universitair hoofddocent bij de sectie Sociale Tandheelkunde en Voorlichtingskunde aan het ACTA. Van Wijk doet voornamelijk onderzoek naar acute pijn vanuit een psychologisch perspectief, maar ook op
het gebied van agenesieën en kwaliteit van leven. Daarnaast verzorgt hij onderwijs op het gebied van statistiek en methodologie en is statistisch adviseur voor bachelor- en masterstudenten tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Arjen van Wijk tijdens het NVvE najaarscongres

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Cees Kleverlaan benoemd tot hoogleraar Biomaterialen ACTA

Dr. C.J. Kleverlaan is onlangs benoemd tot hoogleraar Biomaterialen aan ACTA. Hij onderzoekt de kwaliteit en eigenschappen van tandheelkundige en geneeskundige materialen. Zijn interesse gaat uit naar de ontwikkeling van nieuwe materialen en het bekijken van de voorspelbaarheid van falen van biomaterialen, meldt ACTA. Hij richt zich op het bestuderen van ongewenste interacties van materialen op het lichaam. 

Naast zijn onderzoekswerkzaamheden geeft hij onderwijs over materialen aan ACTA. Hij publiceert in diverse wetenschappelijke tijdschriften.

Foto: UvA, Dirk Gillissen

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
Opleiding Tandheelkunde UMCG heeft geldtekort

Opleiding Tandheelkunde UMCG heeft geldtekort

De opleiding Tandheelkunde van het UMCG heeft een geldtekort en organisatieproblemen. Dit meldt het Dagblad van het Noorden. Het verbeterplan na een rapport over de angstcultuur binnen de organisatie zou zijn uitgesteld.

Onderzoek
In 2014 onderzocht een commissie de organisatie naar aanleiding van een brandbrief van studenten over de kwaliteit van de opleiding. De commissie concludeerde dat er een gevoel van onveiligheid heerste onder veel medewerkers en studenten. Naar aanleiding van het onderzoek stapte Frank Abbas, hoofd van het CTM, op en werden verbetermaatregelen voorgesteld.

Reorganisatie
De opleiding blijkt ook al jaren een geldtekort te hebben, dat vorig jaar opliep tot negen ton, volgens het Dagblad van het Noorden. Hierdoor moet nu gereorganiseerd worden en wordt het verbeterplan op de lange baan geschoven. Tien banen worden geschrapt en enkele vacatures worden niet ingevuld. ProDent, de belangenorganisatie van de studenten, maakt zich zorgen over de situatie. Het UMCG bestuur neemt binnenkort een beslissing over de afdeling.

Bron: Dagblad van het Noorden

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
onderzoek-loepbril

Parodontitis vormt ook een risicofactor voor atherosclerose

Parodontitis is een risicofactor voor hartziekten. De bacterie Porphyromonas gingivalis (P. gingivalis) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van parodontitis. Uit nieuw onderzoek gepubliceerd in het tijdschrijft Infection and Immunity, blijkt dat deze bacterie ook in verband staat met atherosclerose.

Plaque
Bij atherosclerose, ofwel aderverkalking, worden vetachtige stoffen in de wand van slagaders afgezet waardoor er plaque kan ontstaan dat kan leiden tot vorming van een bloedstolsel. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat P. gingivalis aanwezig is in de plaque van kransslagaders bij patiënten met een hartinfarct. Nu heeft een onderzoeksteam aangetoond dat de parodontale ziekteverwekkers voor veranderingen zorgen in de genexpressie dat ontstekingen en atherosclerose in de gladde spiercellen van de aorta veroorzaakt.

Conclusie
Het gevonden mechanisme verklaart de relatie tussen parodontitis en cardiovasculaire afwijkingen. Het doel van de onderzoekers is om bio markers te vinden die kunnen helpen bij de diagnose en behandeling van beide ziektes.

Bron: American Society for Microbiology iai.asm.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Een moeilijke mond? Uitdagingen in de omgang met patiënten

Een patiënt is geen standaard persoon maar iemand die op een bepaalde manier tegen dingen aankijkt. Een mondzorgbehandeling verloopt hierdoor soms niet zoals u zou willen. Hoe kunt u als mondzorgprofessionals hierop inspringen?

Theo Bouman, adjunct-hoogleraar Klinische Psychologie, sprak tijdens het NVM-congres over uitdagingen in de omgang met de patiënt.

Uiteenlopende opvattingen
“Patiënten zijn nare mensen. Ze maken er een zooitje van!”, zei Bouman op een humoristische manier. Hij bedoelde hier echter mee dat er bij sommige patiënten andere zaken leven dan alleen het gebit op orde brengen. Mondhygiënisten kunnen dan wel hun best doen om de mondzorg van de patiënt te verbeteren, maar als de bedoelingen en opvattingen van de mondhygiënist en patiënt uiteenlopen heb je een moeilijk behandelcontact.

Therapie-ontrouw
“Kijkt u Dr House? Dan weet u wat ik bedoel. Een diagnose stellen en mensen beter maken is niet altijd even simpel. Moeilijke patiënten reageren vaak niet op de behandeling zoals u zou willen.” Patiënten zijn met regelmaat therapie-ontrouw. Dit geldt niet alleen voor mondzorg maar denk ook aan fysiotherapie en het gebruik van medicatie. Het voornemen is er wel maar mensen handelen daar niet altijd naar.

Hoe lost u het op?
Waarom gedragen mensen zich zo? Wij zijn allen geneigd om feiten te kleuren met onze emoties. Emoties die we hebben door eerdere ervaringen en door gedachten. Hierdoor kan er een discrepantie in opvatting ontstaan tussen de mondhygiënist en de patiënt. De mondhygiënist bedoelt het een maar de patiënt kan het op een andere manier opvatten. Het gaat dus twee kanten uit. Hoe los je dit nu op? “Als u als mondhygiënist zelf door hebt waar uw eigen misinterpretaties liggen, kunt u uzelf veranderen. Uw patiënt kunt u niet veranderen. Door eigen gedrag te veranderen, beïnvloedt u ook het gedrag van uw patiënt.”

Angst en schaamte
Veel mensen schamen zich voor hun tandartsangst of voor hun lichaam. Veel mensen zijn bang voor de tandarts en 1 á 2 % lijdt aan body dysmorphic disorder en denkt dat ze heel lelijk zijn terwijl ze dit niet zijn. Hierop moet ook de mondhygiënist bedacht zijn. Zo kan iemand zijn eigen tanden heel geel of onregelmatig vinden terwijl dat niet zo is.

Vage klachten en vage verhalen komen veelvuldig voor bij angst, schaamte en schuldgevoel. Mensen verhullen dan waar ze zich voor schamen of schuldig over voelen. Als mondhygiënist kunt u daarop inspringen. Het is belangrijk om oog te hebben voor de angst en schaamte van een patiënt en deze bespreekbaar te maken. Het helpt als u een patiënt een compliment geeft en helpt als hij over zijn angst of schaamte begint. U kunt hem dan op zijn gemak stellen waardoor het onderwerp bespreekbaar wordt. Zo komt een patiënt beter tot z’n recht.

Stem af op de patiënt
Slechts 50% van de patiënten volgt de adviezen van de mondhygiënist op. Hierover gaf Bouwman de tip: “Hang geen standaard verhaal op, dat werkt niet. Stem je verhaal op je patiënt af.” Het is gemakkelijk om mensen een folder mee te geven. Maar werkt dit ook?
“Het is beter om een patiënt gepersonaliseerde informatie te geven. Dus informatie die is afgestemd op de mondzorg van de individuele patiënt. Daar heeft de patiënt echt iets aan.
U kunt bijvoorbeeld de relevante punten uit een folder doorspreken met een patiënt. De patiënt kan dan aangeven of hij de informatie begrijpt. Zo signaleert u niet alleen wat er fout gaat, maar kijkt u naar wat een patiënt wél kan doen.”


Prof. dr. Theo Bouman is adjunct hoogleraar Klinische Psychologie bij de Rijksuniversiteit Groningen.


Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Theo Bouman tijdens het NVM-congres.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis

Digitale technologie versnelt behandeling implantaten

Digitale technologie biedt de oplossing om het gehele proces van het plaatsen van implantaten te versnellen. Dit blijkt uit onderzoek gepubliceerd in de Journal of Oral Implantology.

Doel
Het doel van het onderzoek is om te kijken hoe de kosten van tandheelkundige implantaten kunnen worden verminderd en hoe de procedure gemakkelijker kan worden gemaakt voor het tandheelkundig team.

Onderzoek
Volgens de onderzoekers kost het chirurgen, restauratieve tandartsen en technici jaren om de benodigde handtechnieken onder de knie te krijgen. Daarnaast moet de patiënten vele malen langskomen voor een implantologie behandeling. Uit het gepubliceerde artikel blijkt dat met behulp van digitale technologie een patiënt maar twee keer hoeft langs te komen voor een behandeling, inclusief het consult, de diagnose, digitale scans en het plaatsen van de implantaten. De digitale scans zorgen voor een 3D reconstructie voor het plaatsen van implantaten. Deze informatie wordt vervolgens elektronisch doorgestuurd naar een productiebedrijf, waar alle benodigde modellen digitaal worden geprint.

Conclusie
Het onderzoek suggereert dat de behandeling sneller verloopt met behulp van digitale software en dat het tandheelkundig team tevens minder tijd hoeft te besteden aan het leren uitvoeren van de procedure. Door verdere verbeteringen en integratie van verschillende digitale technieken kan het proces nog soepeler verlopen.

Bron:
Journal of Oral Implantology

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Stress slecht voor huid

Stress slecht voor huid

Veel patiënten merken dat hun huid verslechtert in tijden van emotionele stress. Professor Uwe Gieler, werkzaam in Universitair Ziekenhuis in Giessen, heeft nu ook wetenschappelijk aangetoond dat stress daadwerkelijk van invloed kan zijn.

Allergische reactie
Gieler heeft aangetoond dat in stresssituaties zogenaamde neuropeptiden worden vrijgegeven. Dit zijn chemische boodschappers in het zenuwweefsel die zich in het immuunsysteem mengen. Dit is gelijk aan wat gebeurt bij allergenen, waardoor een soortgelijke allergische reactie optreedt.

Stress management
Om deze reden adviseert Gieler artsen om, bij diagnose van dit probleem, de patiënt voornamelijk te laten werken aan ontspanningstechnieken en stress management, om zo de klachten te verminderen.

Bron: http://www.apotheken-umschau.de/

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
sluiten

Veel artsen wisselen informatie uit via WhatsApp

Vier op de tien artsen gebruikt een appdienst, zoals WhatsApp tijdens werk. De KNMG, beroepsvereniging van artsen, adviseert dat geen tot de persoon herleidbare gegevens over de app verstuurd moeten worden.

Peiling
De KNMG heeft een peiling gedaan hoe WhatsApp of een andere appdienst door de artsen gebruikt wordt. Van de 702 ondervraagde artsen, gebruikt 86% de appdienst privé en 44% voor werk. Naast dat de appdienst gebruikt wordt voor contact met collega’s, delen zij ook foto’s, namen en diagnoses van patiënten met elkaar.

Beroepsgeheim
Foto’s en andere patiëntgegevens vallen onder het medisch beroepsgeheim. Het is niet verboden om met collega-artsen digitaal te overleggen zolang de foto maar niet herleidbaar is tot een identificeerbare patiënt.

Beveiliging
Het is belangrijk dat u goed weet met wie u gegevens deelt en dat dit op een veilige manier wordt gedaan. Verzending via WhatsApp is niet beveiligd. Goede versleutelde varianten op WhatsApp zijn o.a. Escualapp, Kanta Messenger, Signal of TextSecure.

Bron: Medischcontact.nl

Lees meer over: E-health, Kennis
Rookverbod in huis leidt tot minder rokers

Rookverbod in huis leidt tot minder rokers

Roken kan leiden tot ernstige mondgezondheidsproblemen. Het gebruik van tabak veroorzaakt ziektes aan het tandvlees, voortijdig verlies van tanden, verkleuring van tanden, slechte adem en het reuk- en smaakvermogen wordt aangetast. Volgens nieuw onderzoek wordt de kans groter dat mensen stoppen met roken, als roken in- en buitenshuis wordt verboden.

Onderzoek
Amerikaanse onderzoekers hebben 1718 rokers ondervraagd. Hieruit blijkt dat mannelijke rokers stoppogingen ondernemen als zij niet in huis mogen roken. Vrouwelijke rokers niet. Verder blijkt het rookverbod bij huishoudens zonder kinderen effectiever. Dit komt mogelijk omdat het ultieme doel is om te stoppen met roken, en niet om de blootstelling aan omgevingsrook te verminderen.

Effectief
Volgens de onderzoekers zijn mensen eerder geneigd te stoppen met roken, als er een wet komt die die het roken in eigen huis verbiedt. Een compleet rookverbod, zowel in- als buitenshuis, zou het meest effectief zijn.

Bron:
BDJ Team 

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Limburgse tandartsenpraktijk ontvangt HKZ keurmerk

Limburgse tandartsenpraktijk ontvangt HKZ keurmerk

Roer-Mondzorg BV is de twaalfde mondzorgpraktijk in Nederland en de eerste in Limburg, die HKZ gecertificeerd wordt. Het HKZ keurmerk stelt een basisgarantie voor kwaliteit en maakt zichtbaar dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan bepaalde eisen. Praktijkmanager Jacqueline Mulder vertelt meer over hoe het hele proces verlopen is.

Hoe kwamen jullie op het idee om de praktijk te laten certificeren?
“Wij wilden ons onderscheiden van andere praktijken. Na een vergadering van de beroepsorganisatie van praktijkeigenaar Léon Horrichs en een brainstormsessie binnen de praktijk kwamen we op het idee om ons te laten certificeren. We hebben informatie verzameld over hoe dat precies in zijn werking gaat en kwamen erachter dat een HKZ certificaat het hoogst haalbare is. Tevens bleek dat maar weinig praktijken dit certificaat hebben.”

Hoe gaat het krijgen van een HKZ certificaat in z’n werk?
“We hebben een onafhankelijke partij ingeschakeld om de praktijk te laten beoordelen. Eerst vonden er twee vooronderzoeken plaats. Een in maart en de ander in september. Uit het eerste vooronderzoek bleek dat we er nog niet helemaal klaar voor waren. We hebben toen goede afspraken met elkaar gemaakt en hebben ons gefocust op het verbeteren van de werkorganisatie. De grote audit vond vervolgens plaats in december en duurde twee dagen. Twee auditors hebben deze uitgevoerd. Een van hen is tandarts, hij controleert onder andere de patiëntendossiers, werkinstructies en de handelingen van de assistenten en tandartsen. De ander auditor focust zich meer op de richtlijnen van de praktijk zoals de klachtregeling en het managementsysteem. Na een audit kan je verbeterpunten krijgen. Wij hebben echter positief advies gekregen met 0 afwijkingen en 0 aanbevelingen.”

Welke voordelen heeft het HKZ certificaat voor uw praktijk?
“Je onderscheidt je als praktijk van anderen en de communicatie in het team verloopt veel beter, omdat alles nu is vastgelegd”.

Heeft u adviezen voor andere praktijken die HKZ gecertificeerd willen worden?
“Het kost veel tijd en energie om het hele team op een lijn te krijgen. Met behulp van teamtraningen kan je onderling duidelijke afspraken maken. Zorg dat iedereen gehoord wordt en er geen hiërarchie is. Effectieve samenwerking is dan ook het belangrijkst: wees open naar elkaar, want iedereen moet zijn schouders eronder zitten om dit mogelijk te maken”.

Gaat u ook communiceren naar patiënten dat uw praktijk HKZ gecertificeerd is?
“Normaal gesproken krijg je de certificaat opgestuurd. Maat dit keer vindt er een uitreiking plaats. Hierover zal ook een artikel worden geplaatst in de plaatselijke krant. Wat het behalen van de certificaat extra bijzonder maakt is dat de eigenaar Léon Horrichs van de praktijk binnenkort met pensioen gaat. Het is dan wel heel erg mooi dat hij het hoogst haalbare met zijn praktijk bereikt heeft”.

Roer-Mondzorg is een van de meest ervaren tandheelkundige centra in de regio van Roermond waar zich verschillende specialismen onder één dak bevinden: het plaatsen van implantaten (implantologie), het uitvoeren van zenuwbehandelingen (endodontologie),het vervaardigen en repareren van gebitsprotheses (tandtechniek) en mondhygiëne (mondhygiënistes).

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tandheelkunde opleiding wordt een learning community

De opleiding tandheelkunde in Groningen neemt drastische maatregelen om de heersende angstcultuur aan te pakken. De opleiding wordt vanaf 2017 een learning community. Dat staat in de eerste plannen voor het nieuwe studieprogramma.

Aanleiding
In het voorjaar stuurden masterstudenten een brandbrief naar het UMCG-bestuur over de kwaliteit van de opleiding. Een commissie deed vervolgens onderzoek en concludeerde dat er een gevoel van onveiligheid heerst onder veel medewerkers en studenten.

Aanpak
Een projectgroep heeft het onderwijs bij tandheelkunde nader onderzocht. Zij kwamen tot de conclusie dat het complete studieprogramma moet worden aangepakt: de opleiding moet een learning community worden. Dit houdt in dat de studenten in kleine groepen werken, en ook buiten de universiteit een gemeenschap vormen.

Programma
De projectgroep wilt ook dat de stof meer verspreid wordt, minder toetsen tegelijkertijd plaatsvinden en er meer ruimte komt voor zelfstudie en internationalisering. Daarnaast zal het flipping the classroom-model worden toegepast: studenten bereiden thuis online de stof voor, en gaan op de universiteit in groepsvorm opdrachten maken. Ook moeten de studenten vakken gaan volgen bij geneeskunde voor de noodzakelijke medische basiskennis.

Bezuinigen
Door het nieuwe onderwijsprogramma en de bezuinigingen moet er worden gereorganiseerd. Hoe dit eruit gaat zien is nog onduidelijk.

Bron:
U krant

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
veroudering rondom de mond

Correctie van veroudering rondom de mond

Veroudering rondom de mond kan worden gecorrigeerd met injectables: fillers en botox.
Verslag van de lezing van MKA-chirurg dr. Johan Jansma over de mogelijkheden.

Anatomie
Gedegen kennis van de anatomie en het verouderingsproces is van groot belang bij de behandeling met injectables. Voor een goed begrip kan het aangezicht het beste worden beschouwd aan de hand van de verschillende lagen waaruit het is opgebouwd. De buitenste laag is de huid, daaronder bevindt zich het oppervlakkig gelegen vet, daaronder de mimische musculatuur, daaronder het dieper gelegen vet. In het gelaat zijn ware en valse ligamenten aanwezig. Ware ligamenten zorgen voor de verankering van de huid aan het periost en zijn op deze manier relatief stabiele plekken in het gelaat. Hierdoor blijft de onderrand van de mandibula redelijk stabiel (mandibulaire retaining). Het uitzakken van vet over de onderrand van de mandibula (achter het ware ligament van de mandibula) heet ook wel jowling.

Valse ligamenten verankeren de weke delen en het vet. Doordat deze geen verankering op een vast punt hebben, kan het vet in het aangezicht gaan uitzakken. De musculatuur (onder andere heffers voor de bovenlip, platysma) in en rond het gelaat bepaalt voor een heel groot deel de manier waarop veroudering plaats vindt.

Tijdens het ouder worden vindt benige atrofie (het veranderen en verminderen van botstructuren) plaats. Hierdoor verandert de maxilla, wordt de kinpunt stomper, veranderen de oogkassen en wordt de neuspunt platter.

Rimpels ontstaan door de afname van de elasticiteit van de huid. Dit proces wordt versneld door herhaalde contracties van de spier en ook door roken en zonexpositie. Rimpels zijn eerst oppervlakkig, ze zijn dan alleen te zien bij contractie. Daarna kunnen ze statisch worden en zijn ze ook te zien zonder dat er contractie van een spier plaats vindt. In de hals worden de voorranden van het platysma steeds duidelijker zichtbaar bij het ouder worden. Het vet in de hals zakt uit en hierdoor ontstaat een stompere halshoek.

Injectables
Rimpels en plooien kun je behandelen met injectables of kun je verminderen door een huidbehandeling (bijvoorbeeeld een chemische peeling of laserbehandeling).
Botulinetoxine type A (Botox A) is vooral voor de behandeling van dynamische rimpels. Botox zorgt voor verlamming en atrofie van de spier die de rimpel veroorzaakt. Die rimpel is altijd loodrecht gelokaliseerd ten opzichte van de contractierichting van de mimische spier. Het effect houdt ongeveer 3-4 maanden waarna de behandelingherhaald moet worden.

Fillers kunnen gebruikt worden om volume aan te brengen. Fillers (hyaluronzuur) kunnen ingespoten worden in de gehele dermis. Hoe dieper, hoe groter de partikels in de filler moeten zijn voor een goed resultaat. Afhankelijk van de plaats waar het ingebracht wordt, houdt deze behandeling ongeveer 6-9 maanden aan. Op sommige plekken – op niet bewegelijke plekken zoals de neusrug – houdt het effect tot wel 18 maanden aan.

Botox
Bij een normaal beeld in rust en een gummy smile (tandvlees zichtbaar bij het lachen) bij contractie van de spieren (heffers van de bovenlip) is er sprake van erg mobiele bovenlip. Deze kun je behandelen door de musculus levator labii superioris alaeque nasi te injecteren met botox. De gummy smile zal dan veel minder aanwezig zijn bij activiteit.

Fillers
Fillers kunnen gebruikt worden om rimpels op te vullen. Een filler kan op verschillende manieren aangebracht worden. Dit kan door op een plek de naald in te steken en de klok rond te gaan en op elk stukje een beetje uit te spuiten (fanning). Tevens kan dit door op meerdere plekken in te steken en een soort rooster in te spuiten (crosshatching).

Ook het uitdrijven kan op twee manieren. Je kunt de naald heel diep insteken en uitdrijven tijdens het langzaam terugtrekken van de naald. Je kunt ook op meerdere plekken insteken en telkens een klein depot leggen.

De lippen kun je opvullen door langs de rand van lippenrood en normale huid een lijntje filler te leggen. Sommige patiënten vinden het ook mooi om de randen van het filtrum (de verticale sleuf boven de bovenlip) wat explicieter te maken. Hiertoe kan je op deze twee plekken een lijntje filler inspuiten.

Lipofilling
Lipofilling is het toevoegen van volume door middel van eigen vet. Hiertoe wordt vet elders uit het lichaam gehaald – vaak via de navel of binnenzijde van de knie – en weer geïnjecteerd op de plek waar je volume wilt. Dit heet ook wel micro-fattransfer of liposculptuur. Dit vet mag je overal, zelfs in de spieren, inspuiten.

Liplifting
Je kunt de bovenlip iets liften door een klein strookje huid onder de neus weg te halen. Dit doe je door middel van een zogenoemde bufallohorn-incisie.

Mondhoeklift
Een mondhoek lift kan de oplossing zijn bij de chronische aanwezigheid van ragaden bij prothesedragers. Dit kan door middel van een ‘taartpuntexcisie’ of ‘wrap around’ ter plaatse van de mondhoek. Bij de taartpuntexcisie blijft het litteken vaak iets meer zichtbaar na de behandeling.

Lipimplantaat
Ter verfraaiing van de lippen kan een siliconen lipimplantaat ingebracht worden in de bovenlip. Dit wordt gedaan door een naald, volledig van links naar rechts, door de lip te steken en op deze manier het implantaat op de plek te trekken.

Conclusie

  • Veroudering vindt plaats via een vast patroon, hierdoor kun je er ook op een voorspelbare manier in ingrijpen. Er is een sterke relatie met de anatomie.
  • Het mooiste resultaat krijg je door een subtiele verandering aan te brengen. Zo, dat niet duidelijk is wat er precies veranderd is, maar het totaal plaatje er wel beter uitziet.
  • Voor tandartsen is samenwerking met een kaakchirurg goed mogelijk.

Johan Jansma studeerde achtereenvolgens Tandheelkunde en Geneeskunde aan de Rijks Universiteit Groningen. In 1991 voltooide hij de opleiding tot Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg in het UMCG. In datzelfde jaar promoveerde hij in de geneeskunde. In 2000 werd hij geregistreerd als Hoofd-Hals Oncoloog. Na zijn opleiding legde Johan Jansma zich in het bijzonder toe op chirurgische kaakcorrecties, cosmetische aangezichtschirurgie en de behandeling van aangeboren gelaatsafwijkingen. Voor de verdere verdieping in de cosmetische aangezichtschirurgie werden stages gevolgd in binnen- en buitenland, o.a. bij Prof. dr. Mommaerts, Prof. dr Roger West en Prof. dr. Bruce Epker. Hij is als MKA-chirurg werkzaam in het UMCG en het Martini ziekenhuis.

 

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Orthodontische esthetiek

Esthetiek vanuit orthodontisch perspectief

Bij een orthodontische behandeling moeten zowel de occlusie als de esthetiek van de patiënt in de behandelplanning worden meegenomen. De orthodontisten Bert Jongsma en Krista Janssen bespraken de proporties van het aangezicht tijdens de klinische avond CTM-MKA-Ortho in het UMCG op drie niveaus:

  • De marco-esthetiek – gehele aangezicht
  • De mini-esthetiek – het tonen van de gebitselementen, zoals bij bij lachen
  • De micro-esthetiek – rond gebitselementen en gingiva

Zorgvraag
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen subjectieve en objectieve zorgvraag. Het is lastig om de zorgvraag uit te filteren: wat bedoelt patiënt? Ziet de zorgverlener wat er gezien moet worden? Wat beweegt de patiënt? De professionele perceptie komt lang niet altijd overeen met de lekenperceptie. Daarom zullen orthodontisten rekening moeten houden met de perceptie van schoonheid van hun patiënten. (Proefschrift Rosemie Kiekens, 2008)

Wat is mooi?
Schoonheid blijft een mysterie. Er bestaan grote maatschappelijk verschillen, het is tijdsgebonden en de visie verschilt per regio. ‘Wat is mooi’, blijft subjectief. De oudste sporen van menselijke cultuur wijzen op een hang naar esthetiek. In de klassieke oudheid stond Euclides aan de basis van de sectio divina als basisprincipe voor ideale proporties, ook van het menselijk lichaam In de renaissance ontstond een ware revival van de belangstelling voor analyse van gelaatsverhoudingen ten behoeve van onder andere de portretkunst (Leonardo da Vinci, Hans Holbein, Albrecht Dürer ) Als relatief recentelijke ontwikkeling kunnen de röntgen cefalometrie (gevoed vanuit de anthropologie) en 3D imaging worden genoemd. In de orthodontie speelt het streven naar optimale esthetiek naast optimale functie en duurzaamheid een belangrijke rol in de diagnostiek en behandelplanning.

Macro esthetiek
Verhoudingen gelaat
Orthodontisten zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van diverse richtlijnen, onder andere voor de orthodontische diagnostiek. Om de diagnostiek van esthetiek gestructureerd te kunnen uitvoeren zullen deze een belangrijke rol krijgen, ook voor tandartsen.

Analyse van de ontwikkeling op leeftijd
Bij adolescenten is er nog steeds kaakgroei, met een grote variatie. Daarbij is bij deze groep de groeispurt van belang. Groei is lastig in te schatten waardoor het effect bij een orthodontische behandeling niet altijd goed voorspelbaar is..

Evaluatie van het profiel
Evaluatie van het profiel geeft in zekere mate een indruk van de skeletale afwijking. Cephalometrie speelt een belangrijke rol in diagnostiek, waarbij wordt gelet op:

  • De voor- achterwaartse kaakrelatie
  • Positie van de lippen en de prominentie van de incisieven
  • De divergentie van het gelaatsprofiel, met name de inclinatie vanhet mandibula vlak

Bij frontaal onderzoek wordt gekeken naar:

  • Positie van de tandboogmiddens in relatie tot het aangezicht
  • Faciale symmetrie
  • Hoogte breedte verhouding (drie indeling)

Welke mogelijkheden zijn er voor behandeling?

  • Groeibeïnvloeding van het aangezichtskelet in combinatie met tandverplaatsing
  • Voornamelijk tandverplaatsing binnen de bestaande marges van de processus alveolaris
  • Orthognatische chirurgie in combinatie met tandverplaatsing

Mini esthetiek
Relatie tussen lippen en elementen

  • Lachlijn
  • Zichtbaarheid elementen en gingiva
  • Breedte van de lach

Mini-esthetiek gaat over het tonen van de gebitselementen bij lachen. De lach is erg belangrijk voor de buitenwereld. Wat maakt een lach een mooie lach?


Hoge lachlijn (gummy smile)

 
(Dys)congruentie incisale lijn bovenfront met onderlip


Er is toch iets mis: scheef occlusievlak


Agenesie 22 en de asrichting van de centrale incisieven wijkt af van de asrichting van de middenlijn door het gelaat.


Tandboogmidden bovenfront naar links na orthodontische behandeling en een ongelijkmatige guirlande vorm van de gingiva


Een van de zeldzame foto’s waarop Cary Grant lacht. Avulise 21 tijdens begin van zijn loopbaan (toneelknecht), het diasteem is grotendeels spontaan gesloten (mondelinge overlevering C. Booy)

Krista Janssen analyseerde de lach van beroemdheden.

Bij de tand-lippen relatie wordt gekeken naar de rust positie van de lippen bij het lachen en in rust. Bij de analyse van de lach wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van lach:

  1. Een sociale (is reproduceerbaar)
  2. Een emotionele

In de orthodontie behandelt men naar de sociale lach.
Voor de hoeveelheid blootgestelde gingiva en gebitselelementen zijn de frontale- en driekwart analyse beide belangrijk.

Relatie tussen lippen en lachlijn
Voor de esthetiek van de lach kan gebruikt gemaakt worden van een smile design. Belangrijk zijn dan harmonie & tandexpositie. Bij een smile desgin wordt gekeken naar:

  1. Liplijn
  2. Curve tandboog
  3. Curve van de bovenlip
  4. Laterale ruimte naast de tandboog bij lachen (black triangles)
  5. Lach symmetrie
  6. Kanteling van de kaak
    Op micro-niveau
  7. Element componenten
  8. Gingiva componenten

Micro esthetiek
Esthetiek op element niveau

  • Proporties van de elementen
  • Lengte-breedte verhouding
  • Gingivale niveau

Voor het gingivale niveau is het mooi als de gingivalijn van de centrale incisieven en de cuspidaten op dezelfde hoogte ligt en de gingivalijn van de laterale incisieven circa 1,5 mm lager ligt. Papillen zijn in het front groter. De ideale positie van het contactpunt ligt in het midden van de kroon op 50%. In percentages uitgedrukt neemt het percentage af van 50% tot 30% richting de cuspidaten en komt het contactpunt hoger te liggen.
– 50% tussen centrale incisieven  > 40% tussen centrale en laterale incisief > 30% tussen laterale incisief en cuspidaat.

Een afwijking van een verticale loodlijn valt op. Daarentegen valt een mediaanverschuiving minder op. Tot 4 mm wordt vaak nog als niet storend ervaren.

Wat kan de orthodontist doen op micro-esthetiek niveau?

  • Bovenboog verbreden
  • Extrusie en intrusie steps en torque verschillen aanbrengen bij individuele elementen voor gingivalijn en restauraties
  • Herstellen mediaanlijn
  • Voorbereiden op composietrestauraties
  • Voorbereiden op prothetiek

Lezing door: dr. A.C. Jongsma, en Krista Janssen, orthodontisten bij de afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met het Wenckebach Instituut.

Dec 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Curaçaose tieners roeren de mond over mondgezondheid en mondverzorging

Mondzorg bij jongeren staat volop in de belangstelling, ook op Curaçao. In de zomer van 2014 is het ministerie van volksgezondheid Curaçao de ‘oude bekende tandartsbussen’, na jaren van stilstand, weer gaan inzetten voor periodieke mondonderzoeken en preventieve zorg voor de basisschoolkinderen. Bovendien werden de mensen uit de wijk ook de gelegenheid geboden om een bezoek aan de mondhygiënist en/of tandarts in de bus brengen.

Mondgezondheid jongeren
Uit onderzoek blijkt dat het met de mondgezondheid van jongeren in de leeftijd van 12-18 jaar niet al te best gesteld is. En dat het gebruik van frisdranken, energie-, en sportdrankjes populair is . Is dat daadwerkelijk zo, hoe is dit op Curaçao?

Om inzicht te krijgen in de motivatie, houding, gewoontes en voorkeuren van deze groep jeugdigen is in het tweede trimester van het schooljaar 2013/2014 op Curaçao een survey onderzoek uitgevoerd. De vragenlijsten zijn door studenten Social Work van de University of Curaçao, Dr. Moises da Costa Gomez (UoC), verspreid op verschillende middelbare scholen (VSBO,HAVO/VWO) en 461 scholieren hebben de vragenlijst ingevuld.

Onderzoek
Het is algemeen bekend dat jongeren veelal wel een sterke mening over allerlei issues hebben, maar dat die mening niet altijd consistent is. En wat vinden de Curaçaose jongeren van mondgezondheid en hoe kijken ze tegen mondverzorging aan? Allereerst gaven Curaçaose jongeren aan hun gebit TOP te vinden, want zij waardeerden hun mondgezondheid met het rapportcijfer “8” (Goed). Eenderde (34%) van hen waardeerde de eigen mondgezondheid zelfs met een “10”, zijnde “Zeer Goed”. Dit neemt niet weg dat 1 op de 8 scholieren aangaf regelmatig klachten te hebben(slechte adem, bloedend/gevoelig tandvlees, cariës,kiespijn).

Hoewel tandheelkundige zorg in de Basis Verzekering Ziektekosten voor kinderen tot 18 jaar vergoed wordt, rapporteerde slechts 35 % van de scholieren hiervan op de hoogte te zijn. Iets meer dan de helft (55%) van de gehele groep ondervraagde scholieren heeft een tandarts bezocht in het jaar voorafgaand aan het onderzoek.

Echter, 38% van de tieners is nog nooit bij een mondhygiënist geweest. De ervaringen met de verschillende mondzorgprofessionals zijn overwegend positief. Toch bleek 10% van de tieners bang te zijn voor de tandarts, volgens het DAS-meetinstrument.

Verschillen
Jongens en meisjes vertoonden veel overeenkomsten in hun gewoontes en voorkeuren. Behalve wat tanddecoraties betreft. Hoewel de gehele groep tieners tanddecoraties overwegend “een beetje negatief” vond, gaven meer jongens dan meisjes aan tanddecoraties “sexy en aantrekkelijk” te vinden. Daarnaast hadden meer meisjes dan jongens recentelijk een mondzorgprofessional bezocht.

Verschillen werden voornamelijk tussen de verschillende leeftijdsgroepen, jong (12-13jaar), midden (14-15jaar) en de oudere groep (16-18jaar)waargenomen. De jonge groep tieners gaf aan op een jongere leeftijd voor het eerst de mondzorgprofessional te hebben bezocht, namelijk op 2 ½ jarige leeftijd. Het aantal tieners uit deze jongste leeftijdsgroep dat recentelijk de mondzorgprofessional had bezocht, was significant hoger dan de twee oudere leeftijdsgroepen. Bij de midden en oudere groep tieners ligt de gemiddelde leeftijd van het eerste bezoek aan de tandarts tussen het 7de en 8ste levensjaar.

Poster actie Tanden Kwijt
In dit survey onderzoek waren de jongeren op Curaçao ook gevraagd hun mening te geven over de NVM poster actie “tanden-kwijt” (www.tandenkwijt.nl). Niet enkel of zij zich door een dergelijke poster aangesproken voelden, of dat ze de poster-boodschap begrepen, maar eveneens naar hun bereidheid om hun gedrag ten aanzien van mondverzorging en consumptie van suikerhoudende drankjes en tussendoortjes te verminderen.

Hoewel uit het onderzoek is gebleken dat de oudere groep tieners aanzienlijk meer suikerhoudende tussendoortjes en/of drankjes nuttigde (gevolgd door de midden leeftijdsgroep), gaf met name de jongere leeftijdsgroep aan meer bereid te zijn, om minder suikerhoudende tussendoortjes en/of drankjes te willen gaan nuttigen.

Meer onderzoek is nodig
De resultaten uit dit onderzoek geven meer inzicht in wat de Curaçaose jeugd van mondgezondheid en mondverzorging vinden. Bovendien, laten de bevindingen gerelateerd aan de NVM poster zien dat een dergelijke publiekscampagne effectief kan zijn, 28.2% van de jongeren voelt zich aangesproken door de boodschap van de poster. Verder onderzoek is echter noodzakelijk om in de toekomst meer effectieve preventie programma’s te ontwikkelen, afgestemd op de verschillende doel- en leeftijdsgroepen.

Door: Esther Reyerse (http://www.mondhygienecuracao.com/) en Yvonne Buunk-Werkhoven (www.spoh-arts.com) Met dank aan dr. Odette J. van Brummen-Girigori, onderzoeker UoC-Research Centre, voor haar toegewijde medewerking.


Download brochure kiesvoortanden-tnols2013r10056.pdf
Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Gluten

Geen gluten in tandheelkundige producten

Binnenkort plaatst de Nederlandse Coeliakie Vereniging (NCV) een artikel in hun magazine over de signalerende rol van de tandarts bij het stellen van de diagnose coeliakie en de vraag of er gluten in tandheelkundige producten voorkomen, meldt de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche).

Klachten in de mond van coeliakie patiënten
Bij patiënten met een glutenovergevoeligheid kunnen afteachtige laesies van het mondslijmvlies voorkomen. Deze afteachtige leasies hebben bij patiënten met coeliakie een meer chronisch karakter dan gewone aften. Daarnaast heeft ongeveer 20% van de coeliakiepatiënten glazuurdefecten. Dit kan in het gehele gebit voorkomen, maar meestal in de snijtanden. Dit noemt prof. dr. I. van der Waal in zijn boek over mondziekten. Ook het coeliakieforum noemt deze klachten.

Geen gluten in tandheelkundige producten
De VGT heeft in het verleden eerder onderzocht of er gluten in tandheelkundige producten voorkomen. Dit bleek niet het geval te zijn. De NCV zal dit opnemen in het artikel over coeliakie en de mondzorg.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Interview: Het geven van poetslessen aan asielzoekers

Mondhygiëniste Naomi Adler heeft poetslessen gegeven aan asielzoekers naar aanleiding van de projectweek over persoonlijke verzorging van School 23 in Eindhoven. In het volgend interview vertelt zij over haar ervaringen en hoe zij zo’n les heeft aangepakt.

Hoe kwam u op het idee om poetsles aan asielzoekers te gaan geven?
“De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten hadden een verzoek ingediend bij alle collega’s in de regio of wij op een school voorlichting wilden geven over mondverzorging aan asielzoekers. Uiteindelijk zijn maar heel weinig mensen op dit verzoek ingegaan, wat mij eerlijk gezegd verbaasde.”

Gaf u zowel les aan kinderen als volwassenen?
“In mijn groep zaten 18 asielzoekers tussen de 18 en 26 jaar oud. Sommigen waren pas vier weken in Nederland, en sommigen al ruim vier maanden. De poetslessen werden gegeven in het kader van een projectweek over persoonlijke verzorging om de jongeren helpen voor te bereiden op een baan.”

Hoe verliep de communicatie?
“De studenten kwamen echt overal vandaan: Syrië, Afghanistan, Eritrea, Polen en Bulgarije. Omdat zij vrijwel geen Nederlands of Engels spraken, moest ik improviseren. Uiteindelijk werd het een combinatie van Engels en Nederlands en veel uitbeelden.”

Hoe pakte u de les aan?
“De focus van de les lag op het leren van vaardigheden voor goede gebitsverzorging. Voor de les had ik een PowerPoint gemaakt met illustratieve dia’s. Eerst vertelde ik waarom een gezond gebit belangrijk is, en over het ontstaan van tandplak en tandvleesontstekingen. Daarna heeft iedereen een plaktest mogen doen en mochten zij vervolgens hun tanden gaan poetsen voor de spiegel waar bij velen ook het tandvlees ging bloeden. Zo werden zij zich ook meer bewust van het belang van goede gebitsverzorging. In totaal duurde een les anderhalf uur, dus we hadden ook tijd om te praten over kiespijn en tanden trekken.”

Heeft u ook een gebitscheck gedaan?
“Tijdens het aanbrengen van de kleurstof voor de plaktest, heb ik een beetje naar het gebit kunnen kijken. Eerlijk gezegd viel het niet tegen. We moeten dan ook niet vergeten dat sommigen eerst in een normale maatschappij hebben geleefd, tot een aantal jaar geleden.”

Hoe waren de reacties?
“De reacties waren heel positief en leuk. Binnenkort gaan wij de lessen evalueren en hoor ik hoe het bij anderen is gegaan. In maart zal ik weer poetsles aan asielzoekers gaan geven op deze school.”

Heeft u nog tips voor uw collega’s?
“Durf uit je comfort-zone te komen! Het improviseren is een uitdaging, maar het is een leuke en bijzondere ervaring. Uiteindelijk leer je ook veel over jezelf. Probeer daarnaast in de lessen voornamelijk te focussen op de basiszorg, want deze mensen hebben al zoveel aan hun hoofd. En probeer te begrijpen waar deze mensen vandaan komen. Je hoort veel in de media, maar om zelf mee te maken wat het met je doet. Ik ben blij dat ik als mondhygiënist op deze manier iets voor hen kan betekenen.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
facebooklogo

Tips voor effectief gebruik van Facebook

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Veel bedrijven benaderen tegenwoordig hun klanten via sociale media zoals Twitter en Facebook. Ook tandartspraktijken kunnen op deze manier verbinden met zowel bestaande als potentiële nieuwe patiënten. Onderstaand artikel geeft u enkele tips die handig zijn voor het effectief inzetten van Facebook.

1. Algemeen
Plaats geen informatie of opmerking over patiënten op sociale media. Als u sociale media wilt gebrui-ken om behandelingen te bespreken let er dan op dat uw patiënten niet kunnen worden geïdentifi-ceerd. U kunt hiervoor ook een sociaal media beleid invoeren voor uw medewerkers zodat iedereen zich hier duidelijk van bewust is.

2. Website
Plaats een link van de website op uw Facebook-pagina en vice versa. Controleer of de links ook wer-ken.

3. Reageer binnen 24 uur
Het is belangrijk dat als patiënten vragen stellen via Facebook, hier snel op gereageerd wordt. Dat be-tekent, volgens de normen van de sociale media, binnen 24 uur! Zorg er daarom voor dat een mede-werker (of medewerkers) de verantwoordelijkheid heeft om uw Facebook-pagina minstens een keer per dag te controleren en kan reageren op de vragen of opmerkingen. Zorg ervoor dat deze verant-woordelijkheid wordt gedelegeerd bij ziekte of vakantie.

4. Verhoog aantal volgers
Vraag aan alle medewerkers van uw praktijk of ze uw Facebook-pagina willen volgen. Vraag dit ook aan vrienden en familie. Als u toestemming heeft gekregen om de e-mailadressen van uw patiënten te gebruiken, kunt u ook hen uitnodigen om uw pagina te volgen. Daarnaast kunt u een middels een poster in de praktijk uw patiënten informeren over de Facebook-pagina.

5. Bericht plaatsen
Plaats regelmatig een bericht. Het hoeft niet elke dag, maar minimaal één keer per week.

6. Content
Het is van belang om relevante en goede content te publiceren. Het gaat hier om kwaliteit, en niet om kwantiteit. De eenvoudigste manier om uw berichten op newsfeeds van mensen te krijgen is om content te plaatsen die mensen grappig, interessant of persoonlijk relevant vinden. Berichten met foto’s en afbeeldingen zijn populairder dan alleen tekstberichten.

7. Planning
Het kan moeilijk en tijdrovend zijn om elke keer nieuwe berichten te bedenken. Zorg er daarom voor dat u een planning heeft voor de communicatie via Facebook. Maak een lijst van onderwerpen die geplaatst kunnen worden zoals over de gezondheid, personeel updates, actueel nieuws etc. En vraag iedereen van het team om een bericht te creëren. Zo heeft u straks een groot database aan berichten die via een bepaalde planning geplaatst kunnen worden op Facebook.

8. Monitoren
Zorg ervoor dat het communicatieplan regelmatig, consistent en gevarieerd is. Houd de opmerkingen, aantal likes van berichten en het aantal vrienden bij om te kunnen zien welke berichten het beste werken bij uw Facebook-vrienden.


Lees meer over: E-health, Kennis