Gezond en veilig werken met straling

Gezond en veilig werken met straling

De Inspectie SZW heeft de digitale publicatie ‘U werkt veilig met straling. Weet u dat zeker?’ uitgebracht. Daarin staat kort en bondig hoe u de risico’s van werken met straling kunt voorkomen of beperken.


Download brochure gezond-en-veilig-werken-met-straling[1].pdf
Lees meer over: Adviezen, Kennis

Richtlijn periodiek mondonderzoek

Klinische praktijkrichtlijnen ontwikkeld door UMC St Radboud Nijmegen, 2007.


Download brochure richtlijn-periodiek-mondonderzoek.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

KNMT en ANT richten vereniging op voor richtlijnen in de mondzorg

De beroepsorganisaties van tandartsen KNMT en ANT slaan de handen ineen en richten een vereniging op voor richtlijnen in de mondzorg. Met de oprichting van de Nederlandse Vereniging Praktijkstandaarden Mondzorg (NVPM) willen beide organisaties de inbreng van de tandarts bij de totstandkoming van evidence based richtlijnen borgen en het draagvlak hiervoor vergroten.

Rechtstreekse invloed
Richtlijnen zijn volgens KNMT en ANT essentieel voor de kwaliteit en de transparantie van de zorg aan de patiënt. Voor de haalbaarheid van richtlijnen zijn praktische toepasbaarheid en brede overeenstemming binnen de beroepsgroep noodzakelijke voorwaarden. De NVPM zal daarom gaan bestaan uit individuele tandartsen. Zij bepalen welke richtlijnen worden ontwikkeld en autoriseren de richtlijnen.

Breed programma
Met de oprichting van de NVPM willen KNMT en ANT een breed richtlijnenprogramma voor de mondzorg mogelijk maken. Naast richtlijnen voor het medisch tandheelkundig handelen, gaat het ook om handvatten voor de praktijkvoering. Om te komen tot dit brede programma zoekt de NVPM nadrukkelijk de samenwerking met de wetenschappelijke verenigingen in de mondzorg. Zodat wetenschappelijke onderbouwing, praktische haalbaarheid en brede consensus binnen de beroepsgroep samen de basis vormen voor een succesvol richtlijnenprogramma.


Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Assistenten opleiden met e-learning

Advertorial

“De praktijk groeide hard en we hadden veel nieuwe assistenten nodig. Het niveau van de solliciterende assistenten voldeed echter niet.” Daarom besloot El Boushy ze zelf op te leiden. Nu, een aantal jaar later, heeft zijn bedrijf Dentallect een compleet aanbod van online theorie- en praktijklessen.

Snel, effectief en overzichtelijk

El Boushy en zijn collega’s besloten assistenten zelf (verder) op te leiden. “Maar ja, hoe ga je dat doen? In eerste instantie hebben we de assistenten zelf les gegeven. Dit bleek een zware klus te zijn om dit iedere keer te herhalen en de lessen onder het team te verdelen. Wij zochten naar efficiëntere en betere methoden en hieruit is het idee geboren om de lessen op video te zetten. Het geheel bleek echter toch complexer te zijn dan we in aanvang dachten. We hebben veel geëxperimenteerd en hebben het werk continu verbeterd om zo tot een mooi en kwalitatief goed resultaat te komen.”

Uit de hand gelopen
Het maken van het lesmateriaal was een gróót leerproces. “In eerste instantie wilden we uiteraard nagaan of dat de lesstof duidelijk genoeg was voor de assistenten. Hiervoor hebben wij de modulen voortdurend moeten verbeteren. Later zijn er toetsen ontwikkeld die na het afronden van de video’s gemaakt kunnen worden en aantonen of dat de lesstof goed begrepen is.” Lachend: “En eigenlijk is het vanaf toen totaal uit de hand gelopen.”
El Boushy kreeg de smaak te pakken, en al snel volgden er meer modules. In 2012 bracht hij ze onder in een bedrijf: Dentallect. “Het heeft best lang geduurd voordat we ons aanbod naar buiten hebben gebracht. Voordat alles echt goed werkt en goed genoeg is, ben je zo weer een tijd verder. Medio 2013 hadden we de eerste zeven modules live, maar daarna heeft alles nog meerdere updates gekregen.”

De toegevoegde waarde voor de praktijk
Inmiddels heeft Dentallect een compleet aanbod van zestig theorie- en praktijklessen, die relevant zijn voor praktijkmedewerkers. De modules bestaan uit video’s en vragen en zijn gericht op de praktijk. Sleutelvragen waren “Hoe kun je een assistent op het gebied van infectiepreventie of vierhandig werken zo snel en goed mogelijk opleiden?”
De meeste video’s zijn opgenomen in de behandelkamer. De docent legt aan praktijkmedewerkers bijvoorbeeld uit welke zaken je tijdens een behandeling goed vierhandig kunt doen. Of hoe je het werkveld open houdt. “De video’s zorgen voor een enorme bewustwording”, zegt El Boushy. “We kunnen alle kleine details goed laten zien. Hoe geef je een instrument aan? Wat is een goede afsteuntechniek? e-Learning is veel beeldender dan een gewone presentatie of een studieboek. De studenten kunnen zich meteen een voorstelling maken van de praktijk, want de video’s laten zien hoe het er in de praktijk aan toegaat. Bovendien is het goed gestructureerd en zit er een logische opbouw in onze modules. Het grote voordeel van e-learning is ook dat je direct met een assistent aan de slag kunt zonder dat je hoeft te wachten op agenda’s van klassikale opleidingen, die soms ook niet eens doorgaan.“

  

Snel
Een ervaren assistent heeft per module twee uur nodig om deze af te ronden. Een startende assistent zo’n vier uur. Vakinhoudelijk zitten deze assistenten dan zeker op mbo-4 niveau. We werken volgens het kwalificatiedossier van Calibris. Maar maken wel een schifting in de informatie die we aanbieden.
“De modules van Dentallect onderscheiden zich duidelijk van andere aanbieders. Dit komt doordat deze in de echte praktijk zijn opgenomen. Hierbij komen onderwerpen aan de orde zoals bijvoorbeeld het assisteren bij kroon- en brugwerk. Dergelijke lessen worden zelden gegeven, maar voegen wel veel waarde toe. Daarnaast zijn de modulen voorzien van een groot aantal video’s, animaties en toetsing”, zegt El Boushy. “De toetsen zijn duidelijk uitgebreider dan bij andere aanbieders. Wij hechten hier veel waarde aan. Je wilt immers niet dat een module doorlopen is, maar niet is blijven hangen. We maken het geheel echter laagdrempelig doordat toetsen overgemaakt kunnen worden bij onvoldoende resultaat. De meeste mensen vinden het erg leuk om Dentallect modules te doen, blijkt uit onze evaluaties.”

Voorwaarden
Volgens El Boushy is er niet veel voor nodig om van e-learning een succes te maken: “Zorg ervoor dat de assistent een goede computer met een goede internetverbinding heeft. Je hoeft geen computernerd te zijn om de modules te doorlopen; als je overweg kunt met Outlook en Word moet het lukken. We hebben overigens ook een partner met wie we combinaties van e-learning met klassikaal onderwijs aanbieden. Sommigen vinden het nu eenmaal prettig om met andere cursisten te kunnen praten en direct contact hebben met de docent.”

Mbo 4 en erkenning
Op dit moment heeft Dentallect ruim 1200 cursisten en zijn er zo’n honderd praktijken die met het programma werken. “Voor Infectiepreventie hebben we al meer dan vijfhonderd certificaten afgegeven. Onze module is daarvoor landelijk nu het meest gebruikte programma en het certificaat is erkend in de markt. Als een assistent alle modules doorloopt, dan bedraagt de investering zo’n € 2000,- , maar het is ook mogelijk om al voor enkele tientjes het kennisniveau op te vijzelen. Na het doorlopen van het complete programma is de assistent uitstekend opgeleid op mbo 4-niveau. In de nabije toekomst zullen we dan ook zeker mbo 4 opleidingen faciliteren, zodat de assistent die Dentallect doorlopen heeft een erkend diploma kan behalen.”
“Enkele modulen worden nu ook al gebruikt door verschillende ROC’s. Wij verwachten door de enthousiaste reacties dat dit in de toekomt alleen maar verder toe zal nemen.”


Scholing op maat
Ook scholing op maat is mogelijk met Dentallect: “We hebben een praktijkmanagementaccount waarmee de praktijkhouder medewerkers aan zijn of haar account kan koppelen en ze ‘à la minute’ de modules kan geven die ze nodig hebben. Daarnaast heeft men met het praktijkmanagementaccount inzicht in resultaten en een keurig dossier met alle behaalde certificaten. Dat past volledig bij het recente ANT-standpunt m.b.t. variabele opleidingseisen voor assistenten op basis van de mate van tandheelkundige risico’s. Dus minder opleiding voor een omloopassistent, méér voor een assistent aan de stoel.” De KNMT ziet juist graag dat alle assistenten in de toekomst een mbo 4-opleiding hebben gevolgd, maar geeft een ‘generaal pardon’ aan assistenten die al in een praktijk werkzaam zijn: “Er is alleen een grote groep die niet aantoonbaar geschoold is”, zegt El Boushy. “Dentallect is dan bij uitstek het middel om te voldoen aan de eisen van de wetgever, doordat toetsing extern, transparant en gedegen wordt uitgevoerd, daarnaast zal aansluiting met mbo 4 geboden worden.”

Kennismaken met Dentallect?
Probeer kosteloos de demonstratiemodule uit via www.dentallect.nl


Download brochure ant-standpunt-3.pdf
Lees meer over: Kennis, Scholing
dossier

De voordelen van uitgebreide dossiervoering

Bij dossiervoering ligt de nadruk meestal op de verplichte onderdelen die vanuit de richtlijn moeten worden vastgelegd. Wat vaak onderbelicht blijft is, dat uitgebreide dossiervoering ook een toegevoegde waarde heeft voor de praktijk en de kwaliteit van zorgverlening. De voordelen van dossiervoering op een rijtje.

Houdt u een dossier bij omdat het moet?
Steeds vaker is dossiervoering een punt van aandacht, mede door de herziening van de KNMT-richtlijn Patiëntendossier in december 2014. De nadruk ligt dan vooral op de onderdelen die vanuit de richtlijn verplicht vastgelegd moeten worden in het dossier. Wat vaak onderbelicht blijft is, dat uitgebreide dossiervoering ook een toegevoegde waarde heeft voor de kwaliteit van zorgverlening en voor de praktijk. De voordelen van dossiervoering op een rijtje.

Spanningsveld tussen meer dossiervoering en efficiënter werken
In de KNMT-richtlijn Patiëntendossier wordt gesteld dat dossiervoering van belang is in het kader van:

  • verantwoording en toetsbaarheid
  • kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening

In artikelen, cursussen en IGZ inspecties ligt de nadruk vervolgens vooral op de verplichte onderdelen die in ieder dossier vastgelegd moeten worden in het kader van verantwoording en toetsbaarheid. Daarmee wordt het uitbreiden van dossiervoering door tandartsen vooral als een verplichting gezien, die veel werklast met zich meebrengt. Deze extra last past daarmee niet in het zoeken naar een efficiëntere praktijkvoering, waar veel tandartsen op dit moment mee bezig omdat het rendement van de praktijk onder druk staat. Door tandartsen wordt een ‘spanningsveld’ ervaren tussen meer dossiervoering en efficiënter werken. Ik ben van mening dat dit spanningsveld er niet hoeft te zijn en dat een uitgebreider dossier alleen maar toegevoegde waarde oplevert voor de praktijk.

De voordelen
Uitgebreide dossiervoering levert heel veel voordelen op die tegenwoordig nog maar beperkt worden onderkend en benut. En doordat de zorgverlening meer en meer een teamprestatie wordt, zullen deze voordelen in de toekomst alleen maar groter worden.

1. Zorgverlening is geen momentopname maar een proces
Zonder een goed bijgehouden dossier bestaat de zorgverlening uit losse momentopnamen na elkaar. Echter, mondzorg is een continu proces waarbij de patiënt frequent wordt gezien. Door van elk bezoek (in het bijzonder bij het periodiek mondonderzoek) ook goede verslaglegging te doen en in de tijd te beoordelen, is de tandarts veel beter in staat om de verleende zorg als een proces te overzien. Om zodoende in te kunnen spelen op ontwikkeling van de mondgezondheid van de patiënt.

2. Kwaliteit van zorg neemt toe door de kans op fouten te reduceren
Louis van Gaal zei ooit: “Kwaliteit wordt geleverd door de kans op fouten te reduceren”. In plaats van te vertrouwen op de informatie die we in ons hoofd opslaan, maakt het delen en beschikbaar hebben van informatie de kans op fouten kleiner. Het patiëntendossier is uiteraard de centrale plek waar al deze informatie samenkomt.

3. Effectiviteit van geleverde zorg wordt zichtbaar
Door gegevens vast te leggen stelt een tandarts zichzelf in staat om de effectiviteit van de geleverde zorg te beoordelen. Nogmaals, mondzorg is een proces van zorgverlening. De laatste fase binnen het proces is de evaluatie fase. Zonder goede vastlegging is het niet mogelijk het effect te meten. Dit wordt wel mogelijk door bijvoorbeeld de volgende zaken consequent vast te leggen én periodiek te evalueren:

  • DPSI-score
  • succes van de endodontische behandeling
  • reden en levensduur van een restauratie
  • pijnklachten als gevolg van cariës
  • effecten bij behandelbeleid Mondzorg Jeugdigen

4. Regie van zorgverlening ligt bij de tandarts
De zorg wordt tegenwoordig door steeds meer zorgverleners geleverd. Zowel binnen één praktijk als via horizontale en verticale verwijzing. De tandarts dient de regie te hebben en te houden over de zorgverlening. Alleen diegene die alle informatie centraal beschikbaar heeft in het patiëntendossier, kan de regie voeren over de zorgverlening. Belangrijk daarbij is uiteraard dat er goede afspraken zijn gemaakt omtrent het verwijzen door en rapporteren naar de hoofdbehandelaar.

5. Bespreken van een zorgdoel geeft richting aan de zorg
Binnen de KNMT-richtlijn Patiëntendossier is het wenselijk een zorgdoel vast te leggen. Kenmerk van het stellen van doelen is dat dit richting en focus oplevert. Het bespreken van het zorgdoel met patiënten levert een toekomstgericht gesprek. Het zorgdoel kan vervolgens als kapstok dienen bij het bespreken van behandelplannen, wat de acceptatie van behandelplannen vergroot.

6. Dossiervoering is uitermate goed te delegeren
Wat wordt vastgelegd in het patiëntendossier, is uiteraard een keuze van de tandarts. Echter, het daadwerkelijk vastleggen van de informatie in het dossier, kan prima door een niet-tandarts worden uitgevoerd. Door duidelijke afspraken te maken en assistenten ook goed te instrueren, kan de dossiervoering grotendeels worden gedelegeerd. Dit uiteraard altijd onder supervisie van de tandarts.

Dit resulteert erin dat dossiervoering helemaal niet veel extra tijd vraagt van de tandarts. En de tandarts juist en vooral tijd kan besteden aan het beoordelen van alle informatie in het dossier. Alleen dan zullen alle voordelen namelijk volledig tot zijn recht komen.

Door: Sjoerd Kuiken – http://kuikenpraktijkmanagement.nl/ Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Zijn visie is gebaseerd op het ontwikkelde Praktijk Management Model.

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier
Helft van sterfgevallen aan de gevolgen van mondkanker komt door roken

Helft van sterfgevallen aan de gevolgen van mondkanker komt door roken

Bijna de helft van de sterfgevallen aan de gevolgen van kanker van de mond- en keelholte komt door roken. Dit blijkt uit onderzoek gepubliceerd in JAMA Internal Medicine.

Onderzoek
Uit statische gegevens blijkt dat 346,000 Amerikanen in het jaar 2011 zijn overleden aan een van de twaalf kankersoorten. 48,5 procent van deze sterfgevallen is toe te schrijven aan het roken van sigaretten. Zo zou roken de oorzaak zijn van bijvoorbeeld 80% van de sterfgevallen aan de gevolgen van longkanker. In 2011 waren er meer dan 8500 sterfgevallen aan de gevolgen van kanker van de mond- en keelholte. 47% van deze sterfgevallen komt door het roken. Daarnaast zou naar schatting 5% van het aantal sterfgevallen van longkanker komen door blootstelling aan rook.

Risico
Volgens de onderzoekers is ondanks de daling van 5 procent van het aantal rokers in de periode 2000 – 2012, het risico op kanker bij rokers in diezelfde periode toegenomen. Om het aantal sterfgevallen van kanker te verminderen, zullen er meer maatregelen moeten worden genomen in het kader van het beleid ter bestrijding van tabaksgebruik. Bijvoorbeeld door het aanbieden van stoppen-met-rokenzorg.

Bron: archinte.jamanetwork.com

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
gebit-in-glas1

Protocol: volledige gebitsprothese maken

Het vervaardigen van een goede, volledige gebitsprothese is niet moeilijk als u werkt volgens een vast protocol. Door te werken volgens richtlijnen krijgt u een voorspelbaar resultaat. Zo voorkomt u ergernis en ontevredenheid bij de patiënt en het behandelteam. Bekijk het protocol.

Het vervaardigen van een goede, volledige gebitsprothese (VP) is niet moeilijk als u werkt volgens een vast protocol. Maar u moet er wel even moeite voor doen. Door te werken volgens richtlijnen krijgt u een voorspelbaar resultaat. Zo voorkomt u ergernis en ontevredenheid bij het behandelteam
én de patiënt. Ook voorkomt u kostbare overmaaktijd en/of verlies door niet-declareerbare stoeltijd. Bekijk het protocol.

1. Uitgieten van voorlopige afdrukken en belijnen van de gipsmodellen
Lepelrand 2mm boven diepste punt in de omslaglepel. Deze wordt vaak te diep in de omslagplooi gelegd
waardoor er irritatie optreedt en de VP zo omhoog wordt gedrukt.

2. Individuele afdrukken
– Bepaling incisiefpunt
– Vervaardiging stabiele registratieplaten
– Controle over hoogte en verloop van de waswallen

3. Bepaling verticale en centrale relatie
Voor beetcontrole op de beetvork
– Controle vlak van oriëntatie in bovenwaswal
– ‘voorlopige’ beetrelatie vastleggen door middel van ‘guided closure’ methode
– aanbrengen registratie apparatuur
– intra-orale pijlpuntregistratie: onder waswal 2-3mm inkorten

4. Front opstellen

5. Volledige opstelling in was

6. Volledig passen in was
– Radering A-lijn
– Afwerken en overzetten in kunststof
– Remounten, reoccluderen (inslijpen)

7. Plaatsen prothese
– Controle afwerking
– Beoordeling resultaat

8. Nazorg

Henk van Dijk is Volledige Prothese-specialist bij Elysee Dental.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Henk van Dijk tijdens de zomerafsluiting van Elysee Campus.


Download brochure nieuw-protocol-volledige-gebitsprothese-veranderd-september2015[1].pdf
Lees meer over: Kennis

Casus: Man van 75 jaar komt met pijnlijke tong

Een man van 75 jaar komt bij u met de klacht van een pijnlijke tong. Wat is er aan de hand?
Bekijk de diagnose en beantwoord de vragen.

Geschiedenis
Een man van 75 jaar komt bij u met een klacht. Hij geeft aan dat zijn tong al een lange tijd pijnlijk is. Na doorvragen geeft de patiënt aan dat hij ongeveer 20 maanden geleden op zijn tong had gebeten en toen erge pijn aan de rechter zijde van de tong voelde. Ook vertelt hij dat de zweer op zijn tong nog steeds aanwezig is en sporadisch pijn doet, zelfs na meerdere “natuurlijke behandelingen” die door een vriend waren aanbevolen. De patiënt zegt dat hij recentelijk verhuisd is en dit zijn eerste bezoek aan een tandarts is. Bij doorvragen blijkt dat zijn laatste bezoek aan een tandarts meer dan zeven jaar geleden is geweest.

Zijn medische geschiedenis laat zien dat er 10 jaar geleden hypertensie bij de patiënt geconstateerd is. Sindsdien gebruikt hij het middel Furosemide (een diureticum), er zijn geen recente veranderingen in zijn medicatie. De patiënt is een roker die al 30 jaar een pak per dag rookt. Ook drinkt hij alcohol in sociale situaties. Voor de rest waren er geen bijzonderheden op te merken.

Extraoraal onderzoek
De patiënt had geen abnormale huidlaesies. Ook had hij geen vergrootte schildklier, speekselklieren of lymfeklieren.

Intraoraal onderzoek
De patiënt had een enkele, grote zweer met verheven randen over de rechter zijde van de tong, op de laterale rand. Verder waren geen andere laesies te zien.


Test uw kennis
Beantwoord de vragen over de casus, en test uw kennis!

Discussie
De meest voorkomende soort van orale kanker is het plaveiselcelcarcinoom ook wel bekend als squamous cell carcinoma (SCC). Ongeveer 66% van dit type orale kanker komt voor bij mensen in ontwikkelingslanden. Als voorbeeld: in Zuidoost-Azië zijn 40% van alle kanker diagnoses orale plaveiselcelcarcinomen. In tegenstelling tot 4% in ontwikkelde landen. De American Cancer Society schat dat ongeveer 30.000 nieuwe gevallen van orale plaveiselcelcarcinomen worden gediagnosticeerd en er per jaar meer dan 8000 mensen sterven in de Verenigde Staten aan deze vorm van kanker.

Orale plaveiselcelcarcinomen zijn verbonden aan verschillen etiologische risicofactoren: leeftijd boven de 45 jaar, gecombineerd roken en alcohol gebruik, immunosupressie, blootstelling aan zon (lippen), orale humaan papilloma virus (HPV) infectie en HIV infectie. Daarnaast stijgt het risico ongeveer met een factor van negen als iemand een verleden heeft met kanker in het hogere spijsverteringssysteem, vergeleken met de algehele populatie.

Een gedetailleerd onderzoek van het hoofd en nek gebied is erg belangrijk en moet inspectie en palpatie van de zachte weefsels in de mond bevatten. De meest voorkomende locatie voor oraal plaveiselcelcarcinoom is de laterale rand van de tong. Een gedetailleerd onderzoek van de tong is daarom nodig. Wanneer de tong asymmetrisch is of verkleurd is moet dit genoteerd worden .

Referentie
Epstein JB, Gorsky M, Cabay RJ, Day T, Gonsalves W. Screening for diagnosis of oral premalignant lesions and oropharyngeal squamous cell carcinoma: Role of primary care physicians. Can Fam Physician. 200;54(6):870-875.

Casus van Juan Yepes, jfyepes@iupui.edu DDS, MD, MPH, DrPH van de Indiana University School of Dentistry, Department of Pediatric Dentistry en het Riley Hospital for Children, eerder gepubliceerd op DrBicuspid

Lees meer over: Casus, Kennis
wortelkanaal vulmethode

Wortelkanaal vulmethoden en materialen: uit 2016 of 1967?

Verslag van de lezing van Amir Moinzadeh tijdens het NVvE congres over de conclusies van klinische en in vitro studies over vulmaterialen en –methoden bij wortelkanaalbehandelingen.

Welke vulmethode leidt tot een hoger succes percentage bij een element met parodontitis apicalis?
Volgens het beschikbare in vivo bewijs zijn alle vultechnieken gelijk in de outcome.

Welke vulmethode leidt tot een hogere dichtheid van de vulling bij en endodontisch behandeld element?
Er zijn meer luchtbellen bij de laterale compactie ten opzichte van de single cone.

Klinische eindpunt
Dit is het einddoel van de behandeling. De einddoelen bij een endodontische behandeling zijn zowel de genezing/preventie van parodontitis apicalis als het behoud van het element.

Surrogaat eindpunt
Dit is een meting van een specifieke factor die waarschijnlijk invloed heeft op het klinische eindpunt. Voorbeelden zijn: lengte en/of dichtheid van de wortelkanaalvulling.

Wortelkanaalvulmaterialen

  • Metacrylaat (resin based sealer) en gutta percha (GP) geven goede resultaten (92% succes).
  • Op grond van de in vitro en in vivo data die op dit moment beschikbaar zijn, is er nog geen duidelijk voordeel van het gebruik van een metacrylaat ten opzichte van adhesieve wortelkanaalvulmaterialen (Young Kyung Kim et al.).

Factoren die de keuze voor materiaal kunnen bepalen zijn

  • Prijs
  • Tijd
  • Allergieën
  • Beschikbaarheid
  • Esthetiek

Conclusies klinische studies vulmaterialen of –methoden

  • Er zijn klinische studies naar de invloed van verschillende vulmaterialen of -methoden op de uitkomst, maar ze tonen geen verschil
  • Naast verschillen in de klinische uitkomst van nieuwe vulmaterialen of -methoden kunnen er ook andere voor- en nadelen aan zijn verbonden die in overweging kunnen genomen worden.
    Als er geen conclusies kunnen worden getrokken uit klinische studies door limitaties in het studie design, is het geadviseerd om rekening te houden met de eigenschappen en het gedrag van de materialen zoals in vitro wordt vastgesteld.

1. Methacrylaat (resin-based) vulmaterialen

Het is niet bekend of metacrylaat sealers beter zijn dan conventionele sealers op basis van klinische resultaten.

Conventionele wortelkanaalvulmaterialen

  • Epoxy sealers (AH26 of AHplus): gouden standaard in vitro
  • Zinc oxide eugenol sealers (Kerr pulp canal sealer)

Metacrylaat sealers: bewerkstelligen binding aan dentine door hybride laag te vormen.

  • Real Seal (Resilon) sealer: aan de hand van klinisch in vivo bewijs heeft dit een gelijke outcome als bij GP met een conventionele sealer
  • Composieten met een lage viscositeit

Op grond van beschikbare klinische in-vivo bewijzen zijn de klinische resultaten van een Resilon seal gelijk aan die van GP met een conventionele seal. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat die studies belangrijke beperkingen hadden.
Stiften

Polycaprolactone
Bioafbreekbare alifatische polyester en fillers

Dimethacrylate monomeren gemixt in de polymeer

  • Insufficiënte monomeren in de stift
  • Inhomogene dimethacrylaat verspreiding in de punt
  •  Biodegradeerbaar

Metacrylaat resin-based sealer (Real Seal SE)

  • Zelfetsende primer met een dual cure composiet
  • Verhoogde hydrofiele eigenschappen; verhoogde penetratie in de tubuli en collageen netwerk
  • Verhoogd hydrofiel, waardoor verhoogd oplosbaar

Als gevolg van polymerisatie is het krimppercentage hoog in het wortelkanaal. Dit zorgt voor tussenruimtes, wat nadelig is.

RealSeal is hier als voorbeeld gebruikt van een vulmateriaal dat commercieel sterk gepromoot werd vooraleer in vitro studies verschillende beperkingen hiervan hebben aangetoond. Dit materiaal is ondertussen van de markt gehaald.

2. Calcium silicate-based filling materials

MTA
Samenstelling: Portland cement (PC) + bismuth oxide
Kleinere en gelijkmatigere deeltjesgrootte, minder Fe3+ dan PC

Bijzonderheden

Kan worden gebruikt in een vochtige omgeving

  • Vormt apatiet-achtige neerslag op het oppervlak bij specifieke omstandigheden (biomineralisatie)

– Vocht heeft invloed op fysische eigenschappen van conventionele materialen tijdens de verwerking van het materiaal
– MTA wordt hydraulisch materiaal genoemd, wat betekent dat het kan uitharden in een vochtige omgeving
– MTA heeft vocht nodig om te hydrateren en zijn eigenschappen te kunnen tonen
– MTA is geschikt voor perforatie herstel, open apices, retrograde afsluiting en directe pulpa overkapping

Beperkingen van MTA

  • Lastig te verwerken
  • Lange verwerkingstijd
  • Wash-out effect
  • Bismuth oxide reageert met irrigatie oplossingen (NaOCl), veroorzaakt verkleuringen

 3. Vultechnieken in 2016

  • Laterale compactie is de meest gebruikte techniek in de USA en de meest onderwezen in Europa
  • Op grond van recente micro-CT onderzoek, is de afdichting van de single cone techniek beter dan die van laterale compactie (Moinzadeh, Zerbst, Boutsioukis, Shemesh & Zaslansky (in review))

Conclusie

In-vitro bevindingen zijn surrogate eindpunten

  • Het klinisch eindpunt voor een endodontische behandeling is de preventie of genezing van parodontitis apicalis en het behoud van het element
  • Wees bewust als materialen overmatig worden gepromoot, wees geduldig en wacht tot er bewijs beschikbaar komt voordat u overstapt op een nieuw materiaal
  • Alle calcium silicaat materialen zijn verschillend en we weten nog weinig over de werking van de meeste hiervan
  • In-vivo en in-vitro onderzoek zijn complementaire benaderingen waarmee getracht wordt een bijdrage te leveren aan de keuzes die de clinicus moet maken
  • Vertrouw op het best beschikbare bewijs
  • Amir Moinzadeh is tandarts-endodoloog. In 2004 studeerde hij af als tandarts aan de Université Libre Bruxelles (België) en in 2011 als endodontoloog na een driejarige specialisatie-opleiding aan de Universiteit Gent (België). Momenteel doet hij promotieonderzoek als PhD student endodontologie aan ACTA op het gebied van vulmaterialen en –technieken. Daarnaast werkt hij ook als endodontoloog in de klinische praktijk.Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Amir Moinzadeh tijdens het NVvE congres De Endo-Richtlijn.
Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
pijndiagnostiek

Pijndiagnostiek, soms gecompliceerder dan je denkt…

Bijna dagelijks wordt de tandarts geconfronteerd met patiënten met pijn. Een overzicht van pijnoorzaken die lastig te achterhalen zijn zoals kiespijn zonder odontogene oorsprong, persisterende kiespijn na een endodontische behandeling en atypische tandpijn.

Verslag van de lezing van dr. Jan Warnsinck tijdens het NVvE najaarscongres.

Definities pijn
Pijn is een onaangename sensorische of emotionele ervaring samenhangend met actuele of potentiële weefselbeschadiging of beschreven in termen van een dergelijke beschadiging. Acute pijn heeft een functie; het waarschuwt je dat er iets aan de hand is. Persisterende pijn heeft daarentegen geen functie. Onder persisterende pijn wordt pijn verstaan die langer aanwezig is dan de tijd die het weefsel nodig heeft om te kunnen herstellen. Wanneer pijn in een ander gebied wordt waargenomen dan waar de oorzaak is gelegen, wordt gesproken over gerefereerde pijn.

Pijn na een endodontische behandeling

Napijn
Na het uitvoeren van een endodontische behandeling kan er sprake zijn van napijn. In 20-65% van de gevallen treedt er napijn op en in 5-10% van deze gevallen gaat het om ernstige napijn. Wanneer de pijn voorafgaand aan de behandeling ernstig was, dan is de kans op napijn groter. In de meeste gevallen is de pijn na enige dagen weer verdwenen. Het is belangrijk dat de
patiënt van te voren gewaarschuwd wordt voor eventuele napijn.

Persisterende pijn
Er kan ook sprake zijn van persisterende pijn na een endodontische behandeling, deze treedt bij ongeveer 5% van de gevallen op. In de meeste gevallen is er sprake van een non-odontogene oorzaak, de vraag is dan of er voorafgaand aan de endodontische behandelding wel de juiste diagnose is gesteld. Vraag de patiënt dus altijd of de pijn te vergelijken is met de
pijn die optrad voor de start van de endodontische behandeling. Vaak is het stellen van een diagnose erg lastig. Aan te raden is dan ook om genoeg tijd te nemen voor de diagnostiek.

Anamnese, onderzoek en diagnose
Een goede anamnese afnemen kost tijd. Onmisbare informatie moet onder andere gehaald worden uit de medische anamnese (interferentie medicatiegebruik) en behandelhistorie (voorafgaande behandelingen/behandelaars). Het is belangrijk om te vragen naar het effect van eerder uitgevoerde behandelingen.

Anamnese
Belangrijke informatie kan verkregen worden door de volgende vragen te stellen:

  1. Wat is het tijdstip van het ontstaan van de pijn en welke behandelingen zijn er reeds uitgevoerd?
  2. Hoe uit de pijn zich in de loop van de tijd? (Continuïteit)
  3. Wat is het karakter van de pijn: continu, zeurend, kloppend, stekend, aanvalsgewijs?
  4. Geef de intensiteit van de pijn aan met een cijfer op de schaal van 1-10.
  5. Wat is de lokalisatie van de pijn en is de pijn goed lokaliseerbaar?
  6. Hoe is de temperatuurgevoeligheid van de pijnlocatie?
  7. Is er sprake van TMD (pijn bij beweging)?
  8. Is er sprake van klem- of knarsgedrag?
  9. Zijn er neurologische verschijnselen aanwezig?
  10. Is er sprake van hoofd- en/of nekpijn of pijn elders in het lichaam?
  11. Kunnen er psychosociale factoren een rol spelen zoals stress en life events?
  12. Naast de bovengenoemde vragen kan een diagnostische vragenlijst gebruikt worden. De scores geven aan om wat voor patiënt het gaat. Is er sprake van somatisatie, angst, depressie, stress of een slaaptekort?

Onderzoek
Het is belangrijk dat een onderzoek volledig wordt uitgevoerd omdat alle testresultaten bij elkaar tot de juiste diagnose zullen leiden. Het onderzoek bestaat uit:

  1. Sensibiliteittest.
  2. Percussie test – vraag aan patiënt: ‘Is dít de pijn waar u voor komt?’.
  3. Palpatie.
  4. Parodontaal onderzoek – pockets meten.
  5. Röntgenonderzoek.
    Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat de CBCT geen vervanging is van tweedimensionale röntgenfoto’s. Een CBCT moet wat toevoegen aan de diagnostiek en kan bijvoorbeeld wel nuttig zijn wanneer er ondanks de endodontische herbehandeling toch nog sprake is van pijn.
  6. Het opsporen van breuken en barsten met behulp van de tooth slooth (crackfinder).
  7. Occlusie en articulatie controleren.
  8. Proefanesthesie geven – bron van de pijn in- of uitsluiten.
  9. Proefboren.
  10. Uitgebreid functie onderzoek: bewegingsonderzoek, dynamische en statische testen – indien deze testen negatief zijn, dan is er geen sprake van TMD.

Persisterende pijn na endodontische behandeling
Persisterende pijn na een endodontische behandeling kan odontogene en niet-odotogene oorzaken hebben. Diagnostiek kan lastig zijn. In het volgende schema staan de mogelijke oorzaken van persisterende pijn na endodontische behandeling.

Goede dx en goed uitgevoerde endodontische behandeling

Goede dx en onvoldoende uitgevoerde endodontische behandeling

verkeerde dx met odontogene oorzaak

Verkeerde dx niet-ondontogene oorzaak

Persisterende extraradiculaire infectie beschadiging apicale parodontium door te lange preparatie Te hoge restauratie, articulatiestoornis Nabijgelegen structuur
Doorpersen debris en vulmateriaal Onvolledige fractuur kroon/wortel Verafgelegen structuur
Onvoldoende reiniging wortelkanaalstelsel/gemist kanaal Neurovasculaire pijn
Neuropatische pijn

1. Toelichting ‘goede diagnose en goed uitgevoerde endodontische behandeling’
Volgens een onderzoek van Marquis et al. (2006) is de röntgenologische kans op een succesvolle endodontische behandeling 80% bij non-vitale elementen en 90% bij vitale elementen. Het niet-slagen is vaak het gevolg van de apicale delta of de periapicale biofilm.

2. Toelichting ‘goede diagnose en onvoldoende uitgevoerde endodontische behandeling’
Oorzaken zijn:

  • Beschadiging en irritatie van het apicale parodontium.
  • Onvolledige pulpectomie.
  • Onvoldoende reiniging van het kanaalstelsel.
  • Gemist kanaal.

3. Toelichting ‘verkeerde diagnose met odontogene oorzaak’
Oorzaken zijn:

  • Te hoge restauratie
    Er is sprake van scherpe pijn die lijkt op pulpale en periapicale pijn. De pijn kan overgaan in een doffe pijn, op de röntgenfoto is er sprake een verbreed parodontaal spleet.
  • Kroon- wortelfractuur
    De symptomen van een onvolledige kroon- of wortelfractuur kunnen variëren van licht zeurende pijn tot zeer scherpe pijn. Pijn neemt toe wanneer fractuurdelen bewegen. De diagnose kan gesteld wordt met behulp van de tooth slooth, kleuring, een lichtbron, de lichtmicroscoop en/of een diagnostische flap.
  • Verticaal wortelfractuur
    Verticale wortelfracturen kunnen voorkomen worden door de knobbels van het element te overkappen na het uitvoeren van een endodontische behandeling, indien de mesiale en/of distale randlijst afwezig zijn. Vaak is er een fistel aanwezig in de marginale gingiva, soms gecombineerd met een diepe pocket. Meer dan de helft vertoont een laterale radiolucentie.
  • Pulpitis nabijgelegen element

4. Toelichting ‘verkeerde diagnose met non-odontogene oorzaak’

  • Nabijgelegen structuren
    De oorzaak van non-odontogene pijn op locatie kan liggen in een van de kauwspieren zoals de M. Temporalis, M. Masseter, M. Digastricus Anterior of in de Sinus Maxillaris.
  • Verafgelegen structuren
    Ook kan de oorzaak van de pijn ontstaan in een verafgelegen structuur. Cardiale pijn is hier een voorbeeld van. De pijn zou in dat geval kunnen toenemen bij lichamelijke inspanning.
  • Uitgebreide pathologie
    Fibromyalgie, osteomyelitis en neoplasieën zijn hier voorbeelden van.
  • Neurovasculaire oorzaak
    Voorbeelden van neurovasculaire pijn zijn migraine en clusterhoofdpijn.
  • Neuropathische pijn
    De definitie van neuropatische pijn is: ‘pijn die ontstaat als direct gevolg van een laesie of ziekte van het somatosensorische systeem’. Het gaat om een functionele afwijking van het centrale zenuwstelsel. Hieronder vallen:

    – 1. Periodieke neuropathische pijn: trigeminus neuralgie. De oorzaak hiervan is niet duidelijk. Lichte aanraking kan slecht te verdragen zijn er is sprake van heftige pijn.
    – 2. Continue neuropathische pijn: persisterende dentoalveolaire pijn (PDAP).
    PDAP is pijn die persisteert in het dentoalveolaire gebied zonder dat er bewijs is voor lokale pathologie.

Persisterende dento-alveolaire pijn (PDAP)
Kenmerken van PDAP

  • Continue diepe pijn, dof van karakter.
  • De patiënt heeft moeite met het omschrijven van pijn: De pijn kan jeukend, tintelend of prikkend aanvoelen. De pijn voelt anders dan eerder ervaren tandpijn.
  • De pijn heeft een specifieke plek in het dentoalveolaire gebied.
  • De pijn is minstens 8 uur per dag aanwezig.
  • De prevalentie is 1%.
  • De pijn komt vaker voor bij vrouwen, gemiddeld 55 jaar oud.
  • In 80% van de gevallen is er reeds een tandheelkundige ingreep uitgevoerd.
  • De pijn is gemiddeld 33 maand aanwezig.
  • De pijn begint vaak met een acute pijn, waarop vaak een ingreep volgt: vitaalextirpatie of extractie.

Diagnostische criteria PDAP, expert opinion (Nixdorf et al. 2012)

  • Persisterende pijn, die minstens 8 uur per dag aanwezig is, gedurende minstens 15 dagen per maand, gedurende minstens 3 maanden.
  • De pijn wordt ervaren in een duidelijk omschreven deel van het dentoalveolaire gebied.
  • De pijn wordt niet veroorzaakt door een bepaalde ziekte of aandoening.

Epidemiologie (Ram et al. 2009)

  • Prevalentie vermoedelijk ongeveer 1%
  • Vrouwen: mannen = 2:1 , gemiddeld 55 jaar oud
  • Gemiddeld aantal hulpverleners 1,7
  • In 80% tandheelkundige ingreep reeds plaatsgehad: endodontische (her)behandelingen, apicale chirurgie, extractie, vervanging restauraties of combinaties
  • Gemiddelde tijdsduur: 33 maanden

Diagnostiek PDAP
Diagnostiek is lastig en het is belangrijk dat er een goede anamnese, klinisch- en röntgenonderzoek en een uitgebreid functie onderzoek (UFO) uitgevoerd wordt. Wanneer er bij een PDAP-patiënt een CBCT gemaakt wordt dan is er bij het grootste gedeelte geen pericapicale afwijking zichtbaar. Bij neuropatische pijn geeft de koudetest verschillende uitslagen. Het is
verstandig op proefanesthesie uit te voeren om een odontogene oorzaak uit te sluiten. Proefanesthesie geeft echter niet altijd een betrouwbare uitslag. Somatosensorische testen kunnen uitgevoerd worden aan beide kanten van het gelaat zodat de pijnlijke zijde met de niet-pijnlijke zijde vergeleken kan worden. Wanneer de oorzaak van de pijn niet achterhaald kan worden dan mogen er geen invasieve ingrepen uitgevoerd worden en moet de patiënt op tijd verwezen worden. Het voorschrijven van pijnstilling, zoals tricyclische antidepressiva, is wetenschappelijk onvoldoende bewezen. Er is dus geen consensus over medicatie. Indien er sprake is van neuropatische pijn dan moet de patiënt verteld worden dat er geen sprake is van weefselschade.

Conclusies

  • Ogenschijnlijke odontogene pijn kan gerefereerde pijn zijn.
  • Kennis van non-odontogene pijn is van belang.
  • TMD-pijn (meestal myogeen) is het meest voorkomend na odontogene pijn.
  • Anamnese en onderzoek zijn basis voor juiste diagnose.
  • Geen diagnose, geen behandeling, tijdig verwijzen.

Jan Warnsinck is in 1982 afgestudeerd in Groningen, waarna hij tot 1998 als algemeen-prakticus werkzaam is geweest. Vanaf 1998 is hij part-time verbonden als universitair docent bij de sectie Endodontologie aan het ACTA (Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam) en verzorgt daar mede het postacademisch onderwijs op het gebied van de Endodontologie. In 2003 rondde Jan de postacademische opleiding Endodontologie (erkend door de Nederlandse Vereniging van Endodontologie) af. In de periode 2003-2012 was hij praktijkhouder van de Verwijspraktijk voor Endodontologie te Santpoort – Zuid. Daarnaast is hij sinds 2013 Gnatholoog bij de sectie Orale Kinesiologie van het ACTA. In 2010 is de 3e druk van het standaardwerk
Endodontologie verschenen, waar hij mede-auteur van is.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van J. Warnsinck tijdens het NVvE najaarscongres.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
Kaakgewrichtsklachten

Diagnostiek van kaakgewrichtsklachten

Diagnostiek van kaakgewrichtsklachten kan tijdrovend en lastig zijn door de overlap van verschillende symptomen. Ook psycho-somatische aspecten kunnen een rol spelen. Hoe ziet een onderzoek bij deze patiëntengroep eruit?

TMD en orofaciale pijn
Temporo Mandibulaire Dysfunctie (TMD) wordt over het algemeen gedefinieerd als musculo-skeletale klachten. Orofaciale pijn kan ook haar oorsprong hebben in het KNO-, schedel- en nekgebied. Vanuit deze regio’s kunnen dus projecties op het orofaciale gebied plaatsvinden. De oorzaak van TMD kan myogeen zijn (interventie niveau is laag) of arthrogeen/discogeen zijn (interventie niveau is midden/hoog). Ook kunnen psychosociale factoren een rol spelen bij meer chronische pijnklachten.

Verloop van TMD in de tijd
Klachten zijn vaak fluctuerend en soms zelf-oplossend. Progressie naar meer chronische en verergerende intra-capsulaire TMD stoornissen zijn ongewoon. Bij slechts 5-7% van de patiënten met gewrichtsgeluiden verergeren de klachten en vragen deze om behandeling.

Risicofactoren bij de TMD en orofaciale pijn

  • Medische pre-dispositie, zoals hypermobiliteitsyndroom, traumata en andere systeemaandoeningen
  • Occlusie en articulatie stoornissen
  • Parafuncties als kaakklemmen en tandenknarsen / Psychosociale factoren

Onderzoek bij TMD en orofaciale pijn
Onderzoek bij kaakgewrichtsklachten en orofaciale pijn bestaat uit de volgende stappen:

1. Screening

De screening bestaat uit 10 vragen, een kort onderzoek en enkele vragen over de psychosociale status van de patiënt.

10 vragen
De volgende vragen worden gesteld:

  • Heeft u pijn bij kauwen en het openen van de mond?
  • Raakt de kaak wel eens ‘op slot’ ?
  • Hoort u regelmatig kaakgewrichtsgeluiden?
  • Voelt uw kaak regelmatig stijf en vermoeid aan?
  • Heeft u regelmatig pijn in en rondom het oor, in de wangen of aan de slapen?
  • Heeft u regelmatig pijn aan tanden en kiezen zonder zichtbare oorzaak?
  • Heeft u regelmatig last van hoofdpijn en nekklachten?
  • Passen uw tanden en kiezen nog goed op elkaar?
  • Heeft u eerdere pijnklachten in het hoofd-, hals-, nekgebied doorgemaakt?
  • Hebben uw klachten een grote impact op uw dagelijks functioneren?

Psychosociaal onderzoek
Een psychosociale oorzaak van de klachten zijn verdacht bij inconsistente en vage pijnrapportage, symptomen die niet overeenkomstig zijn met de innervatie en functie van het kaakgewricht, overdramatisatie, ‘life events’ en afwijkende reacties op medicatie.

Screening onderzoek

  • Meet de mondopening en de horizontale excursies. Let op afwijkingen (en incoördinatie) bij bewegingen.
  • Palpeer beide kaakgewrichten en in de gehoorgang voor pijn in rust.
  • Palpeer beide kaakgewrichten voor geleiden tijdens bewegingen.
  • Palpeer kauw-, tong-, hals- en nekspieren voor pijn.
  • Inspecteer voor buitensporige abrasie en wang- en tongimpressies.
  • Inspecteer voor afwijkende kaak- en beetverhoudingen en de stand van het hoofd ten opzichte van de romp.

Vuistregels bij dit onderzoek zijn:

  • Maximale mondopening bestaat uit drie vinger diktes, ‘3 vinger regel’.
  • Horizontale excursies: lateraal en proaal over de tongspatel.
  • Het bi-condylaire systeem wijst bij bewegingsuitslagen meestal de aangedane zijde aan.
  • Achterhaal welke structuren (spier, kapsel, discus, bot, etc.) de grensposities bepalen van de onderkaak.

2. UFO: uitgebreid functie onderzoek

Myogene/myalgiforme pijn (uitgaande van het spierweefsel)
Spierpijn is diffuus, zeurend en fluctueert in de tijd. Vaak is de pijn niet specifiek aan te wijzen en is de pijn belastingafhankelijk. Indien de maximale opening nog vergroot kan worden, is er sprake van een myogene oorzaak van de klacht. Ook kan er sprake zijn van zwelling, palpatiepijn, rekpijn, contractiepijn en trismus.

Welke tests kunnen myogene klachten opwekken?

  • Palpatie test.
  • Eindstandtest: Met duim en vingers wordt de maximale opening vergroot.
  • Contractietest: weerstand
    1. concentrisch/ dynamische test
    2. isometrisch statische test
    3. excentrische test (meest belastend)
  • Aanvullend kan er eventueel nog een MRI, EMG of echo gemaakt worden.

Arthrogene pijn (uitgaande van het gewricht + kapsel)
Er is in de meeste gevallen sprake van pijn in rust en toenemende pijn bij beweging. Door het kaakgewricht te manipuleren (e.g.’joint play’) kan pijn geprovoceerd worden. De maximale mondopening is weinig te vergroten met behulp van de eindstandtest. De mondopening is vooral beperkt bij intra-articulaire/discogene stoornissen. Een OPT kan gemaakt worden om te kijken of er sprake is van ossale en dentogene afwijkingen. De pijn kan verlicht worden door de hydraulische druk in de bovenste TMG kamer te verhogen. Door het geven van lokale anesthesie biedt de clinicus de mogelijkheid gewrichtspijn uit te sluiten, maar biedt tevens een aanvullende mogelijkheid een vaak pijnlijke discusrepositie te vergemakkelijken.

3. Diagnose: primair myogeen of primair arthrogeen/discogeen

  • Bij het stellen van de diagnose van kaakgewrichtsklachten moeten de psychosomatische aspecten meegenomen worden; vooral bij meer chronische condities.
  •  Maak onderscheid in arthrogene en myogene gewrichtsklachten.
  • Therapie bij een myogene oorzaak is het vervaardigen van een beetplaat (splint) in combinatie met spierrelaxatietechnieken.
  • Indien de oorzaak arthrogeen is dan moet er onderscheid gemaakt worden tussen een capsulaire oorzaak en een discogene oorzaak.
  • Behandeling bij een capsulaire (inflammatoire) oorzaak bestaat uit mobilisatie en lokale ijsapplicatie en NSAID’s.
  • Behandeling bij een discogene oorzaak bestaat uit manipulatie met of zonder anesthesie. Scharnieroefeningen zijn ondergelijke situaties niet zinvol.
  • Indien er sprake is van een discusluxatie dan moet altijd getracht worden deze te reponeren.
  • Een myogene trismus dient pas behandeld worden na de ontstekingsfase.
  • Irreversibele behandelingen moeten voorkomen worden.
  • Bij onvoldoende diagnostische zekerheid dient er geen therapie plaats te vinden. Zoek zonodig gespecialiseerde hulp.

Dr. Jules Hesse is fysiotherapeut (NL) en manueel therapeut (USA). In 1982 heeft hij de opleiding tot fysiotherapeut in Amsterdam afgerond. Van 1984-1986 volgde hij in Atlanta de opleiding tot manueel therapeut. Hij werkte 18 jaar bij de vakgroep Functieleer van ACTA en promoveerde daar in 1996. Dr. Hesse is verbonden aan de afdeling MKA-chirurgie van het VUMC en het Slotervaart Ziekenhuis, heeft een praktijk voor Hoofdpijn-, Nek- en Kaakgewrichtsklachten in Amsterdam, is klinisch directeur van Fysiomed Sportmedisch Centrum en is docent aan de medische faculteit in Innsbruck, Oostenrijk.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Jules Hesse tijdens het congres Diagnostiek van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Relatie stress moeder en tandbederf bij kinderen

Kinderen van moeders met chronische stress hebben meer kans op tandbederf. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in the American Journal of Public Health.

Onderzoek
De onderzoekers hebben gegevens van 716 Amerikaanse kinderen tussen de twee en zes jaar oud geanalyseerd, en hun moeders tussen de 30 en 36 jaar. Hieruit blijkt dat gaatjes vaker voorkomen bij kinderen wiens moeders twee of meer kenmerken toont van chronische stress, zoals een hoge bloeddruk. Chronische stress staat ook in verband met hoe vaak de kinderen borstvoeding krijgen en de tandarts bezoeken.

Borstvoeding
Uit het onderzoek blijkt dat moeders met chronische stress minder of geen borstvoeding geven. Tandbederf kwam het meest voor bij kinderen die geen borstvoeding hebben gekregen. Deze kinderen krijgen ook vaker ongezondere voeding met veel suikers, wat leidt tot tandbederf.

Conclusie
Volgens de onderzoekers heeft de kwaliteit van het leven van de moeder effect op het gebit van hun kinderen. Het landelijk beleid op het gebied van mondgezondheid bij kinderen moet hier rekening mee houden.

Bron:
The American Journal of Public Health

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Verdovingsmiddel mogelijk effect op tandontwikkeling

Verdovingsmiddel mogelijk effect op tandontwikkeling

Het gebruik van plaatselijke verdoving in de mondzorgpraktijk heeft mogelijk invloed op de tandcelgroei en daarmee op de tandontwikkeling bij kinderen. Dit blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Cell Death Discovery.

Plaatselijke verdoving
Plaatselijke verdoving wordt regelmatig toegepast in de tandheelkundige praktijk. Steeds vaker wordt dit ook toegepast bij de behandeling van kinderen vanwege tandbederf of andere gebitsproblemen. Bijwerkingen van het verdovingsmiddel met betrekking tot het tandweefsel of de celgroei is niet eerder onderzocht.

Onderzoek
Het werkingsmechanisme van lokale verdovingsmiddelen uit China, Zwitserland en Groot-Brittannië zijn grondig onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat het toedienen van hoge concentraties van lokaal anestheticum voor een langere periode invloed heeft op de mitochondriën van de tandcellen. Dat kan leiden tot celdood.

Vervolgonderzoek
Hoewel de studie aantoont dat plaatselijke verdoving mogelijk een schadelijk effect heeft op de tandontwikkeling, benadrukt het onderzoeksteam dat verdere klinische studies nodig zijn. De onderzoekers raden ouders wel aan om extra aandacht te besteden aan de mondhygiëne van hun kinderen zodat tandartsbehandelingen waar verdoving bij nodig is, vermeden kunnen worden.

Bron: Plymouth 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Gebit

Tips en trucs voor het werken met composiet in het algemeen

Het gebruik van composiet in het front is niet altijd zo eenvoudig. Hoe gaat u met creativiteit en eenvoudige middelen meer voorspelbaar te werk? Tips en trucs van algemeen practicus Stephane Bowet.

Kleurbepaling
Soms is het moeilijk om kleur op een objectieve manier te beoordelen. Beeld, ook op foto, wordt beïnvloed door veel verschillende factoren waardoor het objectief beoordelen hiervan niet meer mogelijk is. Door het plaatsen van een polarisatiefilter op een camera, ontstaat er een methode om foto’s op een objectieve manier te kunnen beoordelen. Polarisatie fotografie is handig voor het verkrijgen van informatie over de restauratie of beginsituatie. Door deze foto-techniek worden de tandstructuren en de kleurintensiteit veel duidelijker. Een vereiste voor deze manier van fotografie is dat de foto’s in RAW worden gemaakt. Daarnaast moet er gebruik worden gemaakt van een ringflits (105 mm, ISO 100, sluitertijd 1/125, diafragma 32).

Om de juiste composietkleur te kiezen is het handig om een beetje composiet aan te brengen op het element. Omdat er een kleurverandering optreedt na de polymerisatie, is het belangrijk dat dit composiet uitgehard wordt. Door middel van polarisatie-fotografie kan gekeken worden of de gekozen composietkleur goed is.

Isolatie
Het aanbrengen van een rubberdam is erg belangrijk voor het vervaardigen van een goede restauratie. Het is aan te bevelen om een dikke kofferdam te gebruiken en de gaatjes zo klein mogelijk te maken. Om geen last te hebben van de rubberdam tijdens het restaureren is het vaak nodig de rubberdam goed diep te plaatsen. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen, die apart of in combinatie gebruikt kunnen worden, beschikbaar. Een klem, flossdraad, retractiedraad of teflontape kunnen gebruikt worden.

Verwerken van composiet
Om luchtbellen in het composiet te voorkomen is het belangrijk dat het niet direct vanuit de carpule wordt aangebracht. Ook moet de bonding niet direct uitgehard worden na het aanbrengen.
Met behulp van een penseel kan composiet op de juiste wijze verplaatst, gladgestreken en opgeruwd worden. Om te voorkomen dat het penseel blijft kleven, kan er een hele kleine hoeveelheid composiet primer aangebracht worden op het penseel.

Diasteemsluiting
Wanneer er bij het sluiten van een diasteem een wig interproximaal geplaatst wordt, dan is de kans groot dat dit de restauratie in de weg zit. Om toch een goed contactpunt te creëren kan er een wig incisaal tussen de element worden gestoken en kan eerst cervicaal gevuld worden. Daarna kan proximaal een wig geplaatst worden en kan verder worden opgebouwd naar incisaal. Op deze manier kan een natuurlijke proximale contour gecreëerd worden en wordt de aanwezigheid van een black triangle geminimaliseerd.

Siliconensleutel
Het gebruik van siliconensleutel bij een incisale opbouw in het front is belangrijk om zo voorspelbaar mogelijk te werken. Een siliconensleutel kan vervaardigd worden op een opwas (voorkeur) of op een mock-up. Met behulp van deze sleutel is het mogelijk om een juiste inschatting te maken van de dikte van de restauratie en wordt het dus mogelijk om de restauratie in de juiste lagen op te bouwen.

Afwerken
Een scalpel nr. 12 kan gebruikt worden voor het wegsnijden van de cervicale overmaat. Soflex-schijfjes zijn erg handig om de juiste vorm te creëren. Met behulp van potloodlijntjes kan het composiet selectief weggeslepen worden. De laatste stap in het afwerkingsproces is het polijsten van het composiet. Het is belangrijk dat het hoekstuk langzaam draait tijdens het afwerken.

Alternatieve wig
Teflon tape kan gebruikt worden om een ‘wig’ te creëren. Voorwaarde is dat de omgeving droog is (rubberdam) en dat de instrumenten waarmee de ‘wig’ gemoduleerd wordt vochtig zijn.

Stephane Browet is werkzaam als algemeen practicus in Brussel. Hij studeerde in 1995 af als tandarts aan de Vrije Universteit Brussel. Na zijn afstuderen volgde hij een 2-jarige post graduate opleiding ‘Esthetische tandheelkunde’. Direct na het beëindigen van die opleiding kreeg Stephane de smaak van het doceren te pakken. Vandaag de dag is Stephane zowel nationaal als internationaal een veel gevraagd spreker en cursusleider. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld cofferdam, werken met composiet, het gebruik van de microscoop en volledige keramische restauraties.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
gebit-in-glas

Protocol: volledige gebitsprothese maken

Het vervaardigen van een goede, volledige gebitsprothese is niet moeilijk als u werkt volgens een vast protocol. Door te werken volgens richtlijnen krijgt u een voorspelbaar resultaat. Zo voorkomt u ergernis en ontevredenheid bij de patiënt en het behandelteam. Bekijk het protocol.

Het vervaardigen van een goede, volledige gebitsprothese (VP) is niet moeilijk als u werkt volgens een vast protocol. Maar u moet er wel even moeite voor doen. Door te werken volgens richtlijnen krijgt u een voorspelbaar resultaat. Zo voorkomt u ergernis en ontevredenheid bij het behandelteam
én de patiënt. Ook voorkomt u kostbare overmaaktijd en/of verlies door niet-declareerbare stoeltijd. Bekijk het protocol.

Protocol
Bekijk hier het volledige protocol

1. Uitgieten van voorlopige afdrukken en belijnen van de gipsmodellen
Lepelrand 2mm boven diepste punt in de omslaglepel. Deze wordt vaak te diep in de omslagplooi gelegd
waardoor er irritatie optreedt en de VP zo omhoog wordt gedrukt.

2. Individuele afdrukken
– Bepaling incisiefpunt
– Vervaardiging stabiele registratieplaten
– Controle over hoogte en verloop van de waswallen

3. Bepaling verticale en centrale relatie
Voor beetcontrole op de beetvork
– Controle vlak van oriëntatie in bovenwaswal
– ‘voorlopige’ beetrelatie vastleggen door middel van ‘guided closure’ methode
– aanbrengen registratie apparatuur
– intra-orale pijlpuntregistratie: onder waswal 2-3mm inkorten

4. Front opstellen

5. Volledige opstelling in was

6. Volledig passen in was
– Radering A-lijn
– Afwerken en overzetten in kunststof
– Remounten, reoccluderen (inslijpen)

7. Plaatsen prothese
– Controle afwerking
– Beoordeling resultaat

8. Nazorg

Henk van Dijk is Volledige Prothese-specialist bij Elysee Dental.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Henk van Dijk tijdens de zomerafsluiting van Elysee Campus.


Download brochure nieuw-protocol-volledige-gebitsprothese-veranderd-september2015.pdf
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z

Oculus Rift: een kijkje in de operatiekamer bij kaakchirurgie

Binnenkort is het mogelijk om met een virtuele headset nauwkeurige grafische weergaves weer te geven van de menselijke anatomie en verschillende chirurgische procedures.

Yeshwanth Pulijala
Yeshwanth Pulijala, PhD onderzoeker aan de universiteit van Huddersfield, is gekwalificeerd kaakchirurg en stuitte tijdens zijn werk tegen de problemen van de weinige mogelijkheden voor visualisatie in de operatiekamer. Zijn passie voor 3D-ontwerpen was al eerder opgewerkt tijdens een master aan de universiteit van Glasgow, waar hij SurFace ontwikkelde: een mobiele applicatie die patiënten informatie geeft over kaakoperaties.

Live-operaties
“Leren door middel van observatie en participatie zijn belangrijke aspecten van het onderwijs van toekomstige chirurgen en tandartsen. Studenten leren het vak door het observeren van live-operaties.” Aldus Yesh. Probleem is echter dat, mede door de drukte in operatiekamers, niet iedereen altijd even goed mee krijgt wat er nou precies tijdens zo’n operatie gebeurt.

Virtuele headset
Yesh verdiepte zich in dit probleem, en combineerde dat met zijn interesse voor 3D-ontwerp. Uiteindelijk kwam hieruit de zogenaamde Oculus Rift: een speciale virtuele headset die de mogelijkheid biedt om de volledige chirurgische procedure stap voor stap te kunnen volgen, op zo’n manier dat het nauwelijks van het zelf uitvoeren van een operatie te onderscheiden is. De eerste versie hiervan zal begin 2016 op de markt worden gebracht.

Bron: University of Huddersfield

Lees meer over: Actueel, E-health, Kennis, Thema A-Z

App tegen gaatjes bij kinderen wint Hokwerda Award

Een app die gaatjes bij kinderen helpt voorkomen: met dat idee heeft Nynke Tjeerdsma de Hokwerda Award 2015 gewonnen. De studente Tandheelkunde uit Groningen ontving de prijs voor duurzame mondzorg vrijdag 2 oktober uit handen van de naamgever, professor Oene Hokwerda. De uitreiking vond plaats op het studentencongres van de KNMT.

Tjeerdsma over haar idee: ‘Cariës is de meest voorkomende, onomkeerbare aandoening bij kinderen. De omvang van het probleem en de gevolgen voor het kind vragen om investeringen in preventie. Kinderen gebruiken steeds meer en steeds vaker op vroege leeftijd al elektronische middelen zoals tablets en smartphones. Dit bracht me op het idee om een kindvriendelijke app te ontwikkelen; namelijk ‘Jong verstand’.’ Het winnen van de Hokwerda Award betekent dat Tjeerdsma 1.000 euro krijgt en hulp om haar idee in de praktijk te brengen.

De Groningse studente was samen met twee anderen genomineerd voor de prijs. Het idee van Auke Westerhout (student Tandheelkunde, Groningen) voor het gebruik van slijtageindicatoren bij diamantboren sleepte de tweede prijs binnen. De Nijmeegse studente Rawia Al Samarrai bedacht een IT-applicatie waarmee medische informatie van huisartsen en medicatie-informatie van apotheken beschikbaar komt voor tandartsen. Zij werd daarmee derde.

Over de Hokwerda Award
De Hokwerda Award beloont jaarlijks ideeën van studenten Tandheelkunde en Mondzorgkunde die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit, veiligheid – van patiënt en/of behandelteam, de gezonde werkwijze en of ergonomie binnen de tandheelkunde. De Hokwerda Award is een gezamenlijk initiatief van de KNMT, de beroepsvereniging van tandartsen, het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en de tandheelkundige groothandelsvereniging VGT. De initiatiefnemers willen met de prijs stimuleren dat de arbeidsomstandigheden in de dagelijkse praktijkvoering verder verbeteren en zo bijdragen aan het welzijn van de beroepsbeoefenaren in de mondzorg.

Lees meer over: E-health, Kennis
wortelkanaalbehandeling

Voorspellers van ernstige pijn na wortelkanaalbehandeling

Een nieuwe studie gepubliceerd in Journal of Dental Research toonde aan dat sommige patiënten meer kans op ernstige pijn na een wortelkanaalbehandeling hebben. De onderzoekers vonden bij patiënten vier factoren die postoperatieve pijn voorspelden.

Vier factoren
De volgende factoren bleken een significante voorspeller te zijn voor ernstige pijn na een wortelkanaalbehandeling.

  • Diagnose van symptomatische apicale parodontitis
  • Intensiteit van de pijn voor behandeling
  • Pijn die erger wordt bij stress
  • Aantal dagen waarop de patiënt door de pijn werd beperkt in zijn of haar dagelijkse activiteiten

Verklaring eerdere bevindingen
De onderzoekers denken te weten waarom eerder onderzoek naar apicale parodontitis als risicofactor voor postoperatieve pijn tegenstrijdige resultaten opleverde. In eerder onderzoek werden zowel asymptomatische als symptomatische apicale parodontitis opgenomen in de resultaten. Bij het huidige onderzoek hebben de onderzoekers duidelijk onderscheid gemaakt tussen deze twee.

Intensiteit van pijn
De intensiteit van de pijn voor de behandeling was van invloed op de kans op pijn na de behandeling. Iedere toename in pijn vanaf de basisgrens zorgde voor een verhoogde kans van vijftien procent op ernstige pijn na de behandeling. Dit effect werd door eerdere studies ook al gevonden wat er op kan wijzen dat dit een belangrijke voorspeller voor pijn is.

Andere voorspellers
Dit is het eerste onderzoek waarin werd gevonden dat bij patiënten waarbij pijn verergerde door stress meer kans op ernstige pijn na de behandeling hadden. Deze patiënten hadden twee en half keer zoveel kans op ernstige pijn. De dagen waarop een patiënt door pijn werd weerhouden van zijn dagelijkse activiteiten bleken ook een goede voorspeller voor postoperatieve pijn. Voor iedere dag dat een patiënt wegens pijn thuis bleef nam de kans op ernstige postoperatieve pijn met tweeëndertig procent toe.

Implicaties voor praktijk
De uitkomsten van dit onderzoek kunnen helpen om patiënten beter te informeren over de behandeling en de mogelijke uitkomsten. Omdat deze gegevens van te voren kunnen worden verzameld kan ook het pijn behandelplan hierop worden aangepast.

Bron: DrBiscuspid

Lees meer over: Endodontie, Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

Uitzending Kassa over tandenpoetsen

Martijn Rosema, mondhygiënist en onderzoeker bij ACTA, beantwoordt vragen over tandenpoetsen en tandpasta in de uitzending van Kassa, uitgezonden op 26 september.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Commotie over link besmette tandheelkundige instrumenten en Alzheimer

Met bèta-amyloïd besmette tandheelkundige instrumenten zouden volgens de Britse professor neurologie John Collinge van University College London de ziekte van Alzheimer kunnen overbrengen. De American Association of Endodontics zegt dat deze conclusie niet zo maar getrokken mag worden en dat meer onderzoek nodig is.

Passage uit het persbericht van de American Association of Endodontics:

“There is no evidence that root canal treatment poses a risk of developing Alzheimer’s disease,” said AAE President Dr. Terryl A. Propper, a private practicing endodontist in Nashville, Tenn. “There are procedures in place to minimize infection risk from endodontic instruments such as files and reamers. Many endodontists employ single-use instruments and, if not, instruments are thoroughly sterilized prior to each use. The study published in the journal Nature makes no mention of dental procedures as a risk factor, and the study author, Professor John Collinge, said, “Our current data has no bearing on dental surgery and certainly does not argue that dentistry poses a risk of Alzheimer’s disease.”

De studie van Collinge is gepubliceerd in Nature


 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek