patienttevredenheid

Tandheelkunde-onderzoek ACTA: zeer goed tot excellent

Het tandheelkundeonderzoek aan ACTA is beoordeeld als zeer goed tot excellent. Een externe commissie kwam tot dit oordeel over de ACTA-onderzoeken tussen 2007 en 2013. De onderzoeken op de kerngebieden van ACTA, Oral Infections and Inflammation en Oral Regenerative Medicine, worden als excellent gekwalificeerd waarmee deze tot de meest invloedrijke onderzoeksgroepen ter wereld behoren in hun werkveld, meldt de UVA.

Oral Infections and Inflammation
Het zwaartepunt Oral Infections and Inflammation (OII) is gericht op de etiologie (ziekteoorzaken), preventie en therapie van orale aandoeningen (zoals cariës en parodontitis), en de gevolgen van deze aandoeningen voor de algehele gezondheid. De commissie beoordeelt de kwaliteit van het onderzoeksprogramma als excellent: ‘De vele sterke publicaties van de OII-groep hebben een grote impact gehad binnen het vakgebied en hebben opinies in de bredere academische gemeenschap beïnvloed’. De maatschappelijke relevantie van het zwaartepunt is beoordeeld als zeer goed, onder andere vanwege de door ACTA ontwikkelde richtlijnen voor mondgezondheid bij de behandeling van diabetes die zijn opgenomen in de NHG-standaard voor huisartsen. De toekomstbestendigheid van het onderzoek is eveneens als zeer goed beoordeeld.

Oral Regenerative Medicine
De onderzoekskwaliteit van het zwaartepunt Oral Regenerative Medicine krijgt de kwalificatie excellent. In het onderzoek gaat het om de biologische processen van adaptatie en herstel van bot en parodontium, en de bio-compatibiliteit van materialen. De commissie noemt het bijeenbrengen van de celbiologie-subgroep en de prothetische/implantologie-subgroep een zeer positieve ontwikkeling. De celbiologen worden als excellent beschouwd in termen van originaliteit van denken, experimentele benaderingen, en kwaliteit en kwantiteit van onderzoeksoutput. De implantologen/tandarts-prothetisten worden beoordeeld als zeer goed en met een geschiedenis van een zeer sterk onderzoeksprogramma. De maatschappelijke relevantie wordt gekwalificeerd als zeer goed, onder meer door de ontwikkeling van producten die veelbelovend gebruik van stamcellen mogelijk maken. De toekomstbestendigheid, tot slot, wordt ook als zeer goed beoordeeld.

Aanbevelingen
Het rapport besluit met een aantal aanbevelingen. Zo moedigt de commissie ACTA-onderzoekers ten zeerste aan om meer externe samenwerking te zoeken, zowel met wetenschappers van de andere faculteiten van UvA en VU als met onderzoekers van andere onderzoeksinstellingen in Europa, en hun interacties met bedrijven te versterken.

Bron: ACTA

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Diagnostiek van fracturen: hoofdbrekens over barsten en breuken

Vaak wordt onterecht gesproken over het Crack-tooth-syndrome indien er sprake is van schade aan het gebitselement dat optreedt door chronische overbelasting. Welke klachten kunnen optreden bij een scheur of barst? Aan de hand van een classificatie kan een risicoinschatting gemaakt worden van een breuk of barst.

Cracks
Er wordt vaak onterecht gesproken over het Crack-tooth-syndrome indien er sprake is van schade aan het gebitselement dat optreedt door chronische overbelasting. Syndroom is in dit geval een onterechte benaming aangezien het niet gaat om een reeks aan symptomen die tegelijkertijd voorkomen.
Klachten die op kunnen treden wanneer er sprake is van een scheur of barst zijn pulpitisklachten en pijn bij bijten. Pijn bij bijten kan opgewekt worden met behulp van een crack-finder, vaak neemt de patiënt pas pijn waar bij het openen van de mond na dichtbijten.
De behandeling is afhankelijk van het soort scheur of barst. Zolang de barst de bodem van de pulpakamer niet doorkruist, is het element nog te redden. Indien de scheur tot in de pulpakamer loopt dan moet er een endodontische behandeling uitgevoerd worden aan het element. Het is aan te raden om tenminste de aangedane knobbel te verkorten en te overkappen.

Classificatie
Breuken en barsten kunnen in de volgende groepen verdeeld worden:

  • Craze lines: Beperkt zich alleen tot in glazuur. Er is geen sprake van pijn.
  • Fractured cusp (knobbelbreuk): De barst loopt door in het dentine en moet daarom behandeld worden. In de meeste gevallen komt knobbelbreuk voor bij gerestaureerde elementen en volgt de breuk de hoeken van de restauratie. De knobbel moet ingekort en overkapt worden, in sommige gevallen laat de knobbel vanzelf los tijdens het prepareren.
  • Cracked tooth: De verticale barst ontstaat in het glazuur en loopt door tot in dentine. Deze barst kan het beste behandeld worden door centraal de barst weg te halen en proximaal te laten zitten zodat de preparatie proximaal niet te diep wordt. De knobbels van het element moeten een volledig overkapt worden, het liefst met een partiële kroon of onlay.
  • Split tooth: Deze volledige breuk loopt verticaal door dentine en treedt vooral op bij elementen die endodontisch behandeld zijn. Om dit te voorkomen, is het aan te raden om alle endodontisch behandelde elementen te overkappen met een knobbeloverkapte restauratie.
  • Vertical root fracture: Deze verticale breuk loopt verticaal tot in dentine en vinden met name plaats op de buccale en linguale vlakken van het gebitselement.
    De breuk ontstaat ergens in de wortel (en dus niet in de kroon) en breidt zich van daar uit. Op een röntgenfoto is vaak een helo-achtige zwarting zichtbaar bij de apex. Ook is er klinisch vaak een abrupte smalle pocket sondeerbaar, soms in combinatie met een fistel.

Preventie verticale wortelfractuur
Hoe kan worden voorkomen dat er een wortelfractuur ontstaat? Belangrijk is dat er zo weinig mogelijk worteldentine afgenomen wordt bij een endodontische behandeling. Bij het plaatsen van een stift moet men genoegen nemen met de eindsituatie na de endodontische behandeling. Vermijd daarnaast condensatie krachten, er mag dus niet met een handplugger tegen de kanaalwanden geduwd worden.

If no symptoms: wait en see?
Hoe weet je van buitenaf of een scheur zich tot in het glazuur beperkt (craze lines)? Scheuren in het glazuur geven vaak geen pijnklachten maar 75% van de dentine barsten zijn ook asymptomatisch. Het komt dus geregeld voor dat de behandeling te laat is. Daarnaast is het lastig – indien er geen klachten zijn – om de patiënt te overtuigen van een behandeling. Aan de hand van lichtfoto’s zou een patiënt beter ingelicht kunnen worden.

Risico inschatten
Op de volgende manier kan het risico van een scheur of barst ingeschat worden:

  • Type 1: Geen risico. In deze groep vallen de craze lines.
  • Type 2: Medium risico. In deze groep vallen breuken die open staan en voorkomen in combinatie met slijtfacetten of een restauratie.
  • Type 3: Hoog risico. In deze groep vallen de breuken die horizontaal of diagonaal van de hoek van de restauratie lopen. Vaak blijft er bij de breuk debris van polijstpasta hangen. Ook barsten met halo van bruine gloed onder de barst, vallen in deze groep.

Jan Berghmans studeerde eerst klassieke talen en studeerde daarna magna cum laude af als tandarts aan de Vrije Universiteit Brussel in 1983. Jan is mede-oprichter en past president van de Flemish Society of Endodontology. Hij is certified member van de European Society of Endodontology (ESE) en was country representative voor België bij ESE en IFEA. Jan runt een verwijspraktijk voor endodontologie in Brussel en is een veelgevraagd spreker. In 2013 werd hij aangesteld als voorzitter van het ESE Corporate and PR committee. Jan Berghmans is tevens gastdocent aan de postgraduaat opleiding endodontologie aan de universiteit van Lissabon.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Jan Berghmans tijdens het congres Diagnostiek van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
NVvP Najaarscongres

NVvP Najaarscongres over de kunst van het ouder worden

‘Ouder worden is onvermijdelijk, maar de eindstreep halen kan wel op een gezondere manier’. Het NVvP najaarscongres ging over de kunst van het ouder worden. Lees het verslag.

Veroudering
Prof. dr. dr. Andrea Maier, de jongste hoogleraar interne geneeskunde van ons land, ging van start met een lezing over veroudering en de impact hiervan op onze samenleving. Vanwege de toenemende levensverwachting in, in 1895 bedroeg deze 47 jaar, anno 2015 leven we gemiddeld 78 jaar, is het niet meer reëel dat iemand aan slechts één ziekte zal overlijden. Bij toenemende leeftijd is er tendens van toename in het aantal gediagnostiseerde ziekten per persoon. Bijvoorbeeld hoge bloeddruk, dementie, depressie, visuele –en gehoorproblemen, incontinentie en verlaagde mobiliteit. Hier kan men ook de vraag stellen: ‘Kunnen deze ziekten tezamen bij ouderen als één nieuwe ziekte worden gezien, namelijk “ouderdom”?

Onderzoek bij dieren toont aan dat bij verhoogde leeftijd het aantal senescente cellen in weefsel toeneemt. Dit zijn beschadigde cellen die niet meer kunnen delen, maar wel het vermogen houden om de omringende cellen/weefsels te beïnvloeden, daar zij wel metabaal actief blijven. Het aantal verhoogde senescente cellen is te koppelen aan een verhoogde kans op ouderdom geassocieerde ziektes. Interessant genoeg komt een verhoogd aantal scenecente cellen voor bij verhoogd medicatiegebruik, diabetes en een verhoogd cortisol bij personen onder chronische stress. Dus, als het aantal scenecente cellen in de weefsels verminderd kan worden, zou een persoon ook minder met ouderdom geassocieerde ziektes kunnen ontwikkelen. Wat hierbij kan helpen: niet roken, meer fruit en groenten, matig alcohol gebruik, verhoogde fysieke activiteit en verminderde suikerinname.

Ouder worden is onvermijdelijk, maar de eindstreep halen kan wel op een gezondere manier.

Erfelijke componenten en omgeving
Als tweede spreker kreeg professor Moleculaire Epigenetica, Marianne Rots het woord. Zij vertelde ons dat veroudering mede wordt bepaald door de erfelijke component en wordt beïnvloed door de omgeving. Interessant is dat we meer invloed hebben op onze genen dan we oorspronkelijk dachten. Dankzij epigenetica. Epigenetica bepaalt of een gen ‘aan’ of ‘uit’ staat, heel hard werkt of bijna niet. Eiwitten rond onze chromosomen bepalen hoe ‘strak’ de chromosomen totaal zijn opgerold en of een gen kan worden afgelezen. Daar waar DNA ons iets zegt over onze bouwstenen, bepaalt epigenetica wat er gebouwd wordt. Omgevingsfactoren zoals voeding zijn daarop van invloed, niet alleen die van onszelf, ook wat onze ouders en zelfs onze grootouders hebben meegemaakt kan een rol spelen. In de toekomst gaat epigenetica ons mogelijk helpen bij het eerder diagnosticeren, voorspellen en voorkomen van ziekten, dankzij prognostische markers.

Link parodontitis en welvaartsziekten
De derde spreker was Wijnand Teeuw, bioloog, parodontoloog en onderzoeker aan de sectie parodontologie aan het ACTA. Hij bracht ons een mooie en heldere uiteenzetting betreffende een mogelijke link tussen parodontitis en een aantal welvaartziekten zoals hart –en vaatziekten en diabetes mellitus. Van deze welvaartziekten is het bekend dat de prevalentie toeneemt samen met leeftijd, net als bij parodontitis. Tevens is er spraken van een grote overlap betreft de risicofactoren van deze welvaartziekten en parodontitis, zoals erfelijkheid, omgeving en lifestyle.

Daarbij reist de vraag of parodontitis associatief of causatief is voor deze welvaartziekten en vice versa. De associaties tussen of deze ziekten en parodontitis zijn aangetoond, maar het oorspronkelijke verband is tot op heden minder duidelijk. Men heeft hierbij gekeken naar markers van deze systemische ziekten, zoals bv CRP, HbAlt en endodenteelfunctie in relatie tot de paradontale conditie. Sommige behandelstudies laten een verbetering zien van deze markers na een paradontale behandeling, maar helaas kan het positieve effect van de behandeling soms worden overschaduwd door het negatieve van roken en/of obesitas. Dat laatste kan ons erop attenderen dat een aantal patiënten een totaalbehandeling nodig heeft waarbij meerdere, zo niet alle, aspecten van de algehele gezondheid in ogenschouw worden genomen.

Dit leidt ook naar het idee dat de algehele gezondheidszorg zich meer zou moeten richten op de primaire preventie in plaats van het behandelen en bestrijden van symptomen, aangezien voorkomen beter is dan genezen. De oude adagia hebben meerdere sprekers deze dag laten vallen.

Onderzoeksprijs
Na de goed verzorgde lunch werd de NVvP Oral & Onderzoeksprijs uitgereikt aan Sergio Bizzarro (en dit was niet zijn eerste keer) voor zijn onderzoek naar subgingivale plaque in rokers met verschillende DNA-technieken waaronder pyrosequencing. Rokers met veel aanhechtingseverlies hebben minder diversiteit in het aantal bacteriesoorten.

Voeding
Volgens arts en onderzoeker Kris Verburgh van de Universiteit Brussel, die daarna aan de beurt was, zijn de huidige gezondheidsadviezen heel tegenstrijdig en zorgen ze voor veel verwarring. De beste manier om een gezondheidsadvies te benaderen, is via biogerontologie. Hierbij kijkt men naar het proces van ‘ouder worden’, dus naar de reactie van het lichaam op de lange termijn. Er is een aantal path-ways in het lichaam dat door stimulatie meer proteïnen produceert, waarna deze proteïnen gaan samenklonteren. Deze geklonterde proteïnen kunnen de kans op onder andere de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson en hart –en vaatziekten vergroten.

Door een gezonde levensstijl kunnen we de kans op het ontstaan van deze ziekten verkleinen. Voeding speelt hier een grote rol in. Belangrijk is dat men zetmeel en suikerinname beperkt en het dieet verschuift naar een groente en fruitrijk dieet en slechte vetten vervangt door meer gezonde vetten. Een gezonde vervanging van het huidige voedsel is havermout, peulvruchten (erwten, bonen), groente, fruit, gevogelte, vis, noten, blauwe bessen, donkere chocolade. Brood, rijst, pasta, aardappelen, roodvlees en natuurlijke suikers zouden we minder moeten eten. Als men gezond eet, weinig abdominaal vet heeft, niet rookt en regelmatig beweegt is er 86% minder kans op een hartaanval, 90% minder kans op diabetes mellitus en 60% minder kans op Alzheimer. Zo kan een GEZONDE levensduur gerekt worden.

Gezondheidszorg
Als laatste spreker kreeg psychiater Bram Bakker het woord, die zonder presentatie een goed verhaal hield over de huidige gezondheidszorg en over hoe moeilijk het is gedag te veranderen. Om gezonder te leven, moeten we ons proberen te houden aan ‘BRAVO’ wat staat voor Bewegen minimaal een half uur per dag matig intensief, 7 dagen per week niet Roken, Alcohol met mate, gezonde Voeding en voldoende Ontspannen.

Mens erachter
Het was weer een uitermate boeiend congres, misschien wel juist omdat we naast het parodontium en de mond verder keken naar de mens erachter, maar we het immers als behandelaars toch voor doen.

Verslag van het NVvP congres Hollandse meesters: over de kunst van het ouder worden door Erol Liefferink, Elmira Baloori, Thijs de Jong, Conroy Faber. Sectie Parodontologie, Acta, Amsterdam

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Weinig aandacht consument voor effect van roken op gebit

Onderzoek heeft aangetoond dat weinig rokers zich bekommeren om de gevolgen van roken op het gebit. Tandartsen in het Verenigd Koninkrijk wordt aangeraden om NoSmokingDay te gebruiken als middel om patiënten te wijzen op deze negatieve gevolgen, meldt Dentistry.

Het onderzoek werd uitgevoerd door de British Heart Foundation (BHF) onder 2000 rokers. Hieruit kwam naar voren dat slechts 44% van de rokers zich druk maakt om de negatieve effecten van roken op hun gebit. Slechts 27% maakt zich druk om het effect dat roken heeft op hun tandvlees.

Vrouwen maken zich meer zorgen
Vrouwen zijn meer bezig met de effecten van roken op het gebit dan mannen, respectievelijk 49% en 38% gaf aan dat hun gebit een reden voor bezorgdheid was. Rokers in de leeftijdscategorie 18-24 jaar hielden zich het meest bezig met de effecten van roken op het gebit.

NoSmokingDay
In het Verenigd Koninkrijk vindt jaarlijks een NoSmokingDay plaats. De BHF raadt tandartsen aan om deze dag aankomend jaar te gebruiken om aandacht te vestigen op het effect van roken op het gebit.

Bron: Dentistry.co.uk



Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Romeinen hadden gezond tandvlees

De uitspraak “vroeger was alles beter” lijkt inmiddels te dateren tot de Romeinse tijd. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat Romeinen gezonder tandvlees hadden dan de huidige generatie. Maar zij hadden ook al last van infecties, abcessen en tandbederf.

5% had tandvleesaandoening
Een onderzoeksteam van King’s College London en het Natural History Museum heeft 303 schedels onderzocht van een begraafplaats in Engeland. De schedels dateren van 200 en 400 na. Chr.
Slechts vijf procent van de opgravingen blijkt tandvleesaandoeningen te hebben gehad. Inmiddels heeft een derde van de wereldpopulatie deze aandoening, waarbij roken en diabetes 2 als de grootste boosdoeners worden aangewezen.

Roken
“Door de belangrijke rol van roken te benadrukken, vooral bij het bepalen van de gevoeligheid voor progressieve parodontitis in moderne populaties, kan de aandoening worden voorkomen” zegt professor Hughes van het tandheelkundige instituut aan het King’s College in Londen.
De professor voegt toe dat we nu wel beter af zijn omdat de infecties vroeger onbehandeld bleven, waardoor deze jaren chronische pijn veroorzaakten.

Bron: BBC

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Opmerkelijk, Thema A-Z

Een goede toegangscaviteit: wat is de juiste grootte?

Vele missers in de endodontie kunnen vermeden worden door een goede toegangscaviteit. Een te kleine caviteit kan leiden tot een ledge. Het teveel verwijderen van pericervicaal dentine zal de kies aanzienlijk verzwakken. Wat is nu de juiste grootte?

Vele missers in de endodontie kunnen vermeden worden door een goede toegangscaviteit. Een te kleine caviteit zal snel leiden tot bijvoorbeeld een ledge, waardoor we het apicale derde van de wortel nooit goed kunnen reinigen. Het teveel verwijderen van pericervicaal dentine zal de kies aanzienlijk verzwakken, wat dan weer tot breuk kan leiden. Ook kan een gemist kanaal door de juiste opening voorkomen worden. Wat is nu de juiste grootte?

Verslag van de lezing van endodontoloog Koen Ackx tijdens het congres De endodontische misser van de NVvE.

Ackx lichtte de 6 wetten van Krasner en Rankow toe die helpen bij de zoektocht naar de kanaalingangen. Hierbij wordt gepleit voor een conservatieve opening.

Zes wetten van Krasner en Rankow voor systematische opening
(Krasner en Rankow, 2004)

  1. Law of symmetry 1
    Kanaalingangen liggen symmetrisch aan een denkbeeldige lijn van mesiaal naar distaal in het gebitselement (uitzondering hierbij is een bovenmolaar).
  2. Law of symmetry 2
    De kanaalingangen liggen loodrecht op de denkbeeldige lijn van mesiaal naar distaal (uitzondering hierbij is een bovenmolaar).
  3. Law of color change
    De kleur van de pulpabodem is donkerder dan de pulpawand.
  4. Law of orifice location 1
    Kanaalingangen liggen altijd op de overgang pulpabodem/pulpawand.
  5. Law of orifice location 2
    De kanaalingangen liggen in de hoek van de grens pulpabodem/pulpawand.
  6. Law of orifice location 3
    Kanaalingangen liggen op ontwikkelingslijnen.

Het lezen van de pulpabodem

  1. WAAR is de pulpakamer?
  2. CORONAL ACCESS. Waar starten we met de opening van de pulpakamer?
  3. VORM van de endodontische toegangscaviteit

1. Waar?

  • Law of centrality 
    De pulpakamer is centraal gelegen ter hoogte van de glazuurcementgrens.
  • Law of Concentricity
    De wanden van de pulpakamer zijn op gelijke afstand van de buitenomtrek van het gebitselement ter hoogte van de glazuurcementgrens.
  • Law of the CEJ 
    Glazuurcementgrens is een markeerpunt om de positie van de pulpakamer te bepalen.

Om te voorkomen dat bij de endodontische opening een perforatie van de pulpabodem optreedt kan een pocketsonde zeer praktisch zijn bij het vooraf inschatten van het niveau van de pulpabodem en/of glazuurcementgrens aan de hand van een röntgenfoto. Op 5/6 mm moet je vaak al het pulpadak zien. Uit dit onderzoek blijkt dat in 97% van de situaties het dak van de pulpakamer op het niveau van de glazuurcementgrens ligt. (Allan & Deutsch 2004).

2. Coronal access
Met coronal access wordt bedoeld de primaire toegangscaviteit. Voor incisieven is het advies om meer vanaf incisaal te openen. Voor onderincisieven gaat de voorkeur uit naar een opening vanaf buccaal in plaats van linguaal. Zo is de kans groter om het tweede kanaal in een onderincisief te vinden. Ongeveer 40% van de onderincieven heeft een tweede kanaal. In oudere literatuur wordt het mesiale kanaal van een bovenmolaar vaak teveel naar mesiaal afgebeeld.

3. Vorm
Koen Ackx pleit voor een conservatieve opening. Vaak wordt de toegangscaviteit te groot geprepareerd, wat resulteert in een verzwakking van het gebitselement met een grotere kans op fracturen. Vooral als het gebitselement nog beslepen wordt voor een kroon. Hiervoor moet ongeveer 60% tandmateriaal verwijderd worden voor de juiste dikte van het indirecte restauratiemateriaal. Advies is daarom om het pulpadak niet volledig te verwijderen en de pulpahoorns te laten zitten. Zo kan een minimaal invasieve toegangscaviteit geprepareerd worden.

Conclusie

  • Onderzoek de pulpakamer systematisch
  • Bewaar zoveel mogelijk pericervicaal dentine


Koen Ackx studeerde af, met de graad onderwijsbevoegdheid, aan de tandheelkunde aan de KU Leuven in 1996.In 2004 startte hij een verwijspraktijk endodontie te Heverlee en sinds 2012 is hij eigenaar van een nieuwe groepspraktijk, eveneens uitsluitend endodontie, te Herent.
Hij is sinds 1999 lid van de Flemish Society for Endodontology (FSfE) en is momenteel penningmeester van deze vereniging. Vanaf 2010 geeft hij cursussen endodontie bij het Vlaams verbond voor Tandartsen (VVT).


Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Winnaars Mail & Win: boek Beter poetsen

In de dental INFO e-mailnieuwsbrief van november plaatsten wij de Mail & Win aktie voor het boek Beter poetsen van  mondhygiënist Tiffany Claus. Uit alle inzendingen hebben wij ad-random de volgende 2 winnaars gekozen:

– E. Rebel, Praktijk voor Mondhygiëne E. Rebel
– A. Riem, tandarts-pedodontoloog, Tandinzicht

De winnaars krijgen het boek per post toegestuurd. Wij wensen hen veel leesplezier!

Het boek Beter poetsen
De Brabantse mondhygiëniste Tiffany Claus schreef het boek ‘Beter poetsen’ voor iedere bezoeker van tandarts en mondhygiënist. Ze wil klanten aanzetten tot nadenken en tot actie “want zelfzorg is de goedkoopste zorg die er is.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Leergang Parodontologie gestart op 1 januari 2015

Op 1 januari startte de Leergang Parodontologie (LP), een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM). De leergang biedt mondhygiënisten een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van de parodontologie.

De NVM krijgt hierbij de ondersteuning in de vorm van een financiële injectie van Oral-B voor de volledige uitwerking van de
opleidingsbeschrijving. Ook dhr. Dr. Schelte Fokkema, MSc, (mondhygiënist, tandarts/parodontoloog) speelde een belangrijke rol bij het opzetten van een gedetailleerd leerprogramma.

Erkend
De LP is erkend als post-HBO door het Centrum Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION) en richt zich op mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie. Via de LP wordt hun rol als mondhygiënist en de samenwerking met andere
mondzorgprofessionals binnen het mondzorgteam versterkt: een win-win situatie voor alle partijen.

De invulling van de LP
De cursisten volgen een aantal DentalCourses Mondhygiënisten (DCM) cursussen, nemen deel aan 7 seminars en behandelen minimaal 10 patiënten gedurende een praktijkstage in samenwerking met een parodontoloog. Mondhygiënisten die in het verleden al onderdelen van de LP volgden bij DCM, kunnen hiervoor vrijstellingen krijgen.

Om kwaliteit te kunnen garanderen, ligt het maximum aantal cursisten per studiejaar op 24.

Informatieavond
Donderdag 8 januari 2015 wordt een informatieavond voor de Leergang Parodontologie georganiseerd bij van der Valk Hotel in Breukelen. De informatieavond begint om 19.00 uur en eindigt om 22.00 uur. Toegang is gratis. Indien u zich hiervoor wilt inschrijven kunt u een mail te sturen naar info@kiesDCM.nl.

Lees meer over: Kennis, Scholing

De endodontische opening: een essentiële stap

Voor een succesvol behandelresultaat is de endodontische opening een essentiële stap. Endodontische diagnostiek door aanvullend optisch onderzoek wordt door Walter van Driel Intra Coronale Diagnostiek (ICD) genoemd. Met deze zogenoemde kijkoperatie wordt beoogd het element intern toegankelijk te maken voor visuele inspectie, het mede stellen of bevestigen van de diagnose en het inschatten van de moeilijkheidsgraad van de behandeling en de haalbaarheid ervan.

Ontwerp endodontische opening
Het ontwerp van de endodontische opening speelt een belangrijke rol. Een handigheid: oriënteer u op kleurveranderingen. Bij de endodontische opening staat de glazuurcementgrens centraal. De pulpakamer ligt ter hoogte van de glazuurcementgrens. Advies is om tijdens het openen een klem op het te behandelen element te plaatsen. De endodontische opening gaat door de kroon heen, waarbij de pulpabodem altijd apicaal ligt van de glazuurcementgrens. Dit is de plek waar de rubberdamklem aangrijpt. Het prepareren van de kanaalingangen hoort bij de endodontische openening.

De pulpakamer is centraal gelegen en heeft de vorm van de buitenomtrek van de tand of kies ter hoogte van de glazuurcementgrens.

De kanaalingangen liggen altijd op de overgang: pulpawand-pulpabodem. De overgang pulpawand-pulpabodem is te herkennen aan kleurverschil. Het dentine van de pulpabodem is altijd donkerder van kleur. Om het kleurverschil beter zichtbaar te maken is even boenen met natriumhypochloriet effectief. Onder hoeken zoeken met je sonde, want vaak is het zo dat er dentine over de kanaalingang hangt. Als er ontwikkelingsgroeven te zien zijn op de bodem, liggen de kanaalingangen altijd aan het uiteinde hiervan.

Het artikel van Krasner en Rankow uit 2004 heeft een overzicht van de anatomie van de pulpakamer en de locatie van kanaalingangen.

Endokijkoperatie

  • Visuele inspectie
    • intern (opening)
    • extern (chirurgisch)
  • Bevestigen diagnose
  • Complicaties inschatten: prognose

Aan de hand hiervan bepaalt u de diagnose. Een kanaalvulling kan er op de foto soms zeer flatteus uitzien, toch kan er wat aan de hand zijn. Bij elementen die al eerder endodontisch behandeld zijn, is het belangrijk om te achterhalen wat de meest belangrijke oorzaak is van het uitblijven van genezing en of het nog mogelijk is een duurzame restauratie te plaatsen.

Instrumentarium
Voor het doelmatig openen is het advies een scherpe boor te gebruiken, om vlot en zo geruisloos mogelijk te werken. Licht en vergroting is erg belangrijk en werken met een loepbril (3,5-6 vergroting), maar het liefst met een microscoop.

Pijnbestrijding
Als er sprake is van een irreversibele pulpitis kan het verdoven soms lastig zijn. Indien niet een complete pijnreductie verkregen kan worden, heeft u als alternatief intrapulpaire anesthesie.

Walter van Driel studeerde van 1977 tot 1984 tandheelkunde aan de UvA. Van 1997-2005 was hij universitair docent endodontologie op het ACTA. Daarnaast heeft hij diverse functies vervuld binnen de NVvE en NMT. Hij is van diverse wetenschappelijke verenigingen lid en tevens Fellow van het International College of Dentists (ICD). Sinds 1986 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie. Walter geeft veel lezingen en cursussen over endodontologie. Hij is eigenaar van het CIDE in Den Haag, een cursuscentrum voor praktische cursussen, met name op het gebied van de endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Walter van Driel tijdens ENDO2014 van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Uw website altijd up-to-date

Hou houdt u uw website altijd up-to-date zonder dat dit u tijd en moeite kost?

gave tanden INFO is website met informatie, nieuws en video’s voor mooie en gezonde tanden. Met een RSS-feed van gave tanden INFO geeft u steeds nieuwe informatie aan uw patiënt over mondzorg: automatisch, gemakkelijk en in de stijl van uw website.
Automatisch 
Automatisch vullen via RSS feed. Artikelen krijgt u zo automatisch op uw website met de kopregel en eerste introductietekst. Plaatsing van de feed is kosteloos.

Eigen stijl
Uw webdeveloper kan de RSS-feed in de stijl van uw website plaatsen.

Makkelijk
Uw webdeveloper plaatst eenmalig de RSS-feed op uw website en vervolgens worden de artikelen die gave tanden INFO plaatst, automatisch op uw website geplaatst.

 

Interesse?
Heeft u interesse? Stuur ons een e-mail Wij sturen u dan meer informatie en de RSS-feed die u kunt plaatsen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Dr. G. Aarab ontvangt NVGPT-subsidie

Dr. G. (Ghizlane) Aarab van de ACTA afdeling Orale Kinesiologie ontving een onderzoeksubsidie van €5000,- van de NVGPT (Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde).

De onderzoekster ontving de subsidie voor haar onderzoek “The effects of oral appliance therapy on masseter muscle activity in obstructive sleep apnea patients: a randomized controlled trial”, meldt ACTA.

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Grote verschillen tussen arm en rijk in mondgezondheid

Grote verschillen tussen arm en rijk in mondgezondheid

Het verschil tussen armen en rijken op zeventigjarige leeftijd? Het aantal tanden. Onderzoek toont aan dat de armste mensen uit de samenleving maar liefst acht tanden minder hebben dan de rijksten uit dezelfde samenleving.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder verschillende bevolkingsgroepen in Wales, Noord-Ierland en Engeland. Meer dan 6000 mensen van 21 jaar of ouder namen deel aan het onderzoek.

Bevestiging van eerder onderzoek
Onderzoek toonde al eerder aan dat er grote verschillen zijn in de mondgezondheid van verschillende sociaaleconomische klassen. Dat er een verschil in mondgezondheid werd gevonden was dus niet zo raar. Dat de verschillen zo groot zijn en in welke mate het mensen dus beïnvloed is echter een nieuwe bevinding.

Bron
The independent 



Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Voorlichting over je gebit in de bioscoop

Kinderen van 5, 6 en 7 jaar in de Engelse stad Plymouth hebben afgelopen week in een bioscoop geleerd hoe ze goed voor hun gebit kunnen zorgen.

De film ‘Open Wide and Step Inside’ wordt vertoond in een filmtheater in Plymouth waar het scherm als een halve bol om het publiek heenstaat, net zoals in het Omniversum in Den Haag. Het is voor het eerst dat deze technologie wordt gebruikt om kinderen van 5, 6 en 7 te overtuigen goed te zorgen voor hun tanden.

Zelf poetsen
Kinderen van deze leeftijd zijn de doelgroep van de film omdat kinderen van 7 moeten beginnen zelf hun tanden te poetsen, dus zonder begeleiding van hun ouders. Ook kunnen ze zelf goede keuzes maken over wat én wanneer ze eten en drinken.

3-jarigen met rotte tanden
Uit onderzoek blijkt dat andere manieren om kinderen te wijzen op beter poetsen, een beter dieet en halfjaarlijkse controles geen effect hebben. Daarnaast blijkt uit twee rapporten dit jaar dat de gebitten van kinderen in Groot-Brittannië sterk achteruit gaan. Uit de eerste blijkt dat meer kinderen in ziekenhuizen behandeld worden met dentale problemen dan wat voor ziekte dan ook. Uit het tweede rapport blijkt dat 12% van de 3-jarigen al last heeft van tandbederf.

Onderwijspakket
Naast de film is er een onderwijspakket voor onderwijzers en een tasje met cadeautjes voor de leerlingen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Duitse studenten Tandheelkunde studeren meer dan 40 uur per week

Het lijkt een cliché dat studenten Medicijnen en Tandheelkunde veel studeren en studenten Sociologie weinig. Maar er blijkt wel degelijk een verband te zijn tussen het type studie en benodigde studietijd, zo blijkt uit Duits onderzoek.

In Duitsland besteden studenten Tandheelkunde ná studenten Diergeneeskunde de meeste tijd aan hun studie. Tandheelkunde-studenten studeren 42,5 uur per week. Studenten Medicijnen 38,9 uur en studenten Sociologie studeren slechts 22,6 uur per week.

De Universiteit van Konstanz doet sinds 1982 namens het Duitse Ministerie van Onderwijs onderzoek naar het studiegedrag aan Duitse universiteiten en hogescholen.

Bron:
ZWP-online

Lees meer over: Kennis, Scholing

Waterkwaliteit? Mij een zorg!

Bacteriën zijn overal. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. Onlangs ook weer met de hygiëne-in-de-keuken-campagne van het ministerie van Volksgezondheid. De concept WIP-richtlijn brengt water ook onder de aandacht. Waarom is zorg voor water in de behandelunit zo van belang?

Overal
Bacteriën zijn overal. Toen Antonie van Leeuwenhoek deze micro-organismen ontdekte, werd snel duidelijk dat het er veel waren en ook van verschillende aard. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. De meerderheid van de bekende bacteriën is gelukkig onschadelijk. Het ministerie van Volksgezondheid startte onlangs een nieuwe hygiënecampagne om weggezakte kennis over hygiëne in de keuken weer naar boven te halen. Tijdens de reclameblokken die onze TV-series onderbreken worden we eraan herinnerd dat alles hygiënisch schoon moet zijn en we regelmatig onze handen moeten wassen. De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) brengt ook water onder de aandacht.

Waakzaam
In de afgelopen jaren hebben de kranten gelukkig niet vol gestaan met artikelen over mensen die ziek zijn geworden bij de tandarts. We leven echter in een tijd waarin steeds huiveriger wordt omgegaan met antibiotica, vanwege groeiende resistentie van micro-organismen. Nu de bevolking vergrijst en er dus meer immunogecomprimeerde patiënten in de behandelunit plaats nemen, dienen we waakzaam zijn. Er zijn veel studies over de waterkwaliteit in behandelunits gedaan die dit onderbouwen.

Water in de behandelunit
De tandartsstoel heeft zich in de laatste decennia ontwikkeld tot een heuse behandelunit. Moderne units bestaan uit meerdere complexe integrale onderdelen. Ook worden er meerdere dentale instrumenten – gekoppeld aan een behandelunit – gekoeld of gevoed door water. De instrumenten worden voorzien van water dat laminair (lagen bewegen zich parallel ten opzichte van elkaar) door dunne kunststof leidingen stroomt. De stroomsnelheid wordt hierdoor een stuk lager waar omgevingsbacteriën dankbaar gebruik van maken.

Daarbij stroomt het water niet continu door de behandelunit. Een gemiddelde behandelunit wordt niet langer dan twaalf uur per dag gebruikt. Stagnatie van het water bij kamertemperatuur draagt bij aan een toename van micro-organismen in de unit. Zo hechten ze zich aan het oppervlak in de kunststof leidingen. Zodra er een aantal zich gehecht hebben, wordt het voor andere micro-organismen makkelijker zich ook te vestigen. De bacteriën maken vervolgens een complex netwerk van allerlei polymeren om hun verblijf aan de wanden van de leidingen te vergemakkelijken. Het gevormde complex wordt dan biofilm genoemd. In deze biofilm kunnen ook pathogene micro-organismen, denk bijvoorbeeld aan Legionella, schuilgaan. Als delen van de biofilm loslaten kunnen deze in de mond van de patiënt terecht komen of middels aerosol in de luchtwegen van de patiënt of behandelaar.

Inzicht
Het is dus zaak om inzicht te krijgen in de waterkwaliteit van de behandelunit. Met het verkregen inzicht kan er een scala aan eventuele maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit beheersbaar te maken.

Welke maatregelen?
Maatregelen die een tandheelkundige praktijk zou kunnen nemen om de waterkwaliteit beheersbaar te maken:

– Naleven spoelprotocollen
Het strikt naleven van de spoelprotocollen beschreven in de richtlijnen van de WIP.
Spoelen zal een reductie van het aantal aanwezige micro-organismen realiseren. Echter, zal dit in een reeds sterk verontreinigde unit niet een dusdanige reductie opleveren, zodat een eventuele norm niet overschreden wordt.

– Gebruik desinfecterende middelen
Een tweede optie is het gebruik van desinfecterende middelen om de behandelunit van binnenuit te reinigen. Niet ieder desinfectiemiddel is echter even effectief. Er zijn middelen die micro-organismen goed bestrijden, maar echter niet doordringen in de eerdergenoemde biofilm. Sommige desinfectiemiddelen kunnen het binnenwerk van de behandelunit corroderen, met alle gevolgen van dien. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de waterkwaliteit van het aanvoerwater, voordat het in de behandelunit komt, reeds verontreinigd is. In dat geval kunt u netjes spoelen en desinfectiemiddelen gebruiken, maar zal de behandelunit binnen afzienbare tijd weer verontreinigd kunnen zijn.

– Inventarisatie leidingwerk
Middels een inventarisatie van het leidingwerk kan worden nagegaan of er bijvoorbeeld dode leidingen aanwezig zijn.

Omdat niet iedere praktijk gelijk is, is het wenselijk om per situatie te inventariseren wat eventuele knelpunten zijn. Zo blijkt maar weer: meten is weten.

Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur, DRS-Waterzorg

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Juridische implicaties van endodontische complicaties

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Naast de technische aspecten moet de behandelaar ook met juridische implicaties rekening houden. Welke rechtsgebieden gelden er en hoe voorkomt u een klacht?

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Sommige complicaties hebben nauwelijks uitwerking op het uiteindelijke behandelresultaat terwijl andere zelfs kunnen leiden tot vroegtijdig verlies van het gebitselement. Naast de technische aspecten van complicaties tijdens een endodontische behandeling, moet de behandelaar ook met de juridische implicaties rekening houden.

De impact van een klacht is erg groot. Vaak is er daardoor sprake van een slechte nachtrust en een andere patiëntbenadering. Hoe kunt u problemen aanpakken en voorkomen?

Rechtsgebieden
Er zijn vier verschillende rechtsgebieden die verband houden met behandelcomplicaties binnen de endodontologie. Tijdens de lezing van Tijmen Hiep werden de eerste drie besproken.

  1. Klachtrecht
  2. Tuchtrecht
  3. Civielrecht
  4. Strafrecht

1. Klachtrecht

Voor patiënten is het klachtrecht een laagdrempelige mogelijkheid voor het indienen van klachten. Zorgverleners zijn verplicht een klachtenregeling te hebben. De meeste tandartsen hebben deze klachtenregeling geregeld bij de beroepsorganisatie (ANT/NMT) en sommige hebben zelf een klachtenregeling opgezet.

2. Tuchtrecht

Het doel van tuchtrecht is:
– Bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening

Waar wordt bijvoorbeeld op getoetst?
– Is behandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening?

Er wordt dus niet gekeken of het beter had gekund.

3. Civielrecht

In een civiele procedure stelt de patiënt de tandarts aansprakelijk voor schade als gevolg van handelen. Het doel van de patiënt is een schadevergoeding.

Hoe kun je een klacht voorkomen?

  1. Managen van de verwachtingen
  2. Vermelden van de risico’s
  3. Bespreken van alternatieven
  4. Informed consent
  5. Dossiervorming

De endodontische behandelaar heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Indien er tijdens de behandeling een complicatie is opgetreden, wees dan empatisch en leg de situatie uit. Vaak is communicatie namelijk de reden voor het indienen van een klacht.

Tijmen Hiep is tandarts-algemeen practicus sinds 2007 en sinds 2011 jurist op het gebied van het gezondheidsrecht waarbij zijn afstudeerscriptie in het teken stond van taakdelegatie en voorbehouden handelingen in de tandheelkunde. Sinds 1 september 2013 is hij Penningmeester / Vice-voorzitter bij de KNMT.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Tijmen Hiep tijdens het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving
Een dikke wang? Wat nu?

Een dikke wang? Wat nu?

Uw patiënt krijgt na de behandeling een dikke wang: er is sprake van een odontogene ontsteking. Wat is het antibioticabeleid bij ontstekingen? Welke antibioticum heeft de voorkeur? En wanneer kunt u beter doorverwijzen naar de kaakchirurg?

Verslag van de lezing van prof. dr. Spijkervet, hoofd afdeling MKA-chirurgie, UMCG.

Odontogene ontstekingen

Submuceus abces
Stappen bij de behandeling van een submuceus abces:
1. Abces incisie. Oppervlakte anesthesie is meestal voldoende. Maak de incisie altijd op de plaats waar de zwelling de grootste bolling heeft. Cave: foramen mentale/n. mentalis bij incisie in de regio 1e molaar 1e premolaar in de onderkaak.
2. Drainage.
3. Dagelijkse professioneel spoelen.
4. Extractie of endodontische (her)behandeling worden pas later in een rustig stadium uitgevoerd.
5. Het voorschrijven van antibiotica is niet nodig.

Antibioticabeleid bij ontstekingen

De keuze om wel of geen antibiotica voor te schrijven, wordt bepaald aan de hand van de volgende factoren:

1. Status van afweer patiënt
De lokale afweer van het hoofd-halsgebied bestaat uit een intacte anatomie, normale secretie, ongestoorde drainage, het mucosale immuunsysteem en de lichaamseigen flora (kolonisatie resistentie). Indien de lokale afweer verstoord is dan bestaat er een grotere kans op ontsteking.
Naast de lokale afweer bepalen ook de humorale en de cellulaire afweer het niveau van afweer van de patiënt. Ook indien een van deze twee afweersystemen verstoord is, bestaat er een grotere kans op exacerbatie van odontogene ontstekingen.

2. Mogelijkheden van drainage
Bij een odontogene ontsteking kan drainage plaatsvinden door een opening te maken in het betreffende element (endodontische opening) of door de ontsteking te benaderen via het kaakbot (bijvoorbeeld Schröderse Lüftung). Mogelijkheden tot drainage worden soms belemmerd. Een element kan bijvoorbeeld al eerder endodontisch behandeld zijn, de kanaalvulling beperkt dan de mogelijkheden tot drainage. Bij het benaderen van een ontsteking via het kaakbot, moet er rekening worden gehouden met het niveau van de apices ten opzichte van de musculus mylohyoideus en de ligging van de apices ten opzichte van de buccale cortex. Deze kunnen de bereikbaarheid van de ontsteking beperken.

3. Oorzakelijk micro-organismen
In 70% van de gevallen veroorzaakt een aerobe-anaerobe mengflora een odontogene ontsteking. In 25% van de gevallen gaat het om een anaerobe flora en in 5% van de gevallen om een aerobe flora.

Keuze antibiotica

Bactericide versus bacteriostatisch
In principe wordt er geen antibiotica voorgeschreven wanneer er drainage mogelijk is behalve wanneer het gaat om een snelle uitbreiding (agressieve micro-organismen of sterk verlaagde afweer van de patiënt). Een bactericide antibiotica heeft de voorkeur bij acute ontstekingen omdat het een direct effect heeft. Hieronder vallen penicilline (bijv. amoxicilline ), cefalosporine en metronidazol. Bij chronische ontstekingen wordt vaak voor een bacteriostatisch antibioticum gekozen, zoals tetracycline, erythromycine, clindamycine.

Empirische keuze
Het is belangrijk dat de micro-organismen die de odontogene ontsteking veroorzaken, gevoelig zijn voor het antibioticum. Ook moet het antibioticum op de locatie van de ontsteking kunnen komen. Om het juiste antibioticum te kiezen, wordt bij voorkeur zo veel mogelijk informatie verzameld. Echter is dit niet altijd mogelijk en moet er op empirische gronden een antibioticum gekozen worden. Bij empirisch gebruik moet een antibioticum binnen 48 uur effect hebben.

Contra-indicaties
De meeste antibiotica worden uitgescheiden via de nieren. De enige contra-indicatie voor het voorschrijven van antibiotica is, naast een bewezen allergie voor het voor te schrijven antibioticum, een verstoorde nierfunctie.

Beta-lactam antibiotica
In principe wordt er bij een odontogene ontsteking altijd gekozen voor een beta-lactam antibioticum. Bij overgevoeligheid kan er een antibioticum gekozen worden uit een andere groep. Binnen de beta-lactam groep is er onderscheid te maken tussen smal spectrum en breed spectrum antibiotica:

  • Smal spectrum: benzylpenicilline, feneticilline (broxyl: komt vaak niet op plek van bestemming als gevolg van onvoorspelbare resorptie; dus beter niet voorschrijven bij een acute ontsteking).
  • Breed spectrum: o.a. amoxicilline, cefalosporine.

Abnormaal beloop odontogene ontstekingen

Een odontogene ontsteking volgt in de meeste gevallen het volgende schema:
1. Chronisch peri-apicaal granuloom, symptoomloos.
2. Acuut veretterend granuloom (peri-apicaal abces), vaak bij verminderde weerstand.
3. Periostitis, deze ontstaat 1-2 dagen na het ontstaan van een acuut veretterend granuloom.
4. Subperiostaal abces, deze ontstaat 2-3 dagen na het ontstaan van periostitis.
5. Submuceus abces, deze ontstaat 2-3 dagen na het ontstaan van het superiostaal abces.

Een submuceus abces zal dus vaak 5-8 dagen na de start van de eerste symptomen aanwezig zijn. Wanneer een ontsteking afwijkt van dit tijdschema en sneller verloopt dan moet u als tandarts bedacht zijn op de aanwezigheid zeer virulente micro-organismen en het ontstaan van een ernstige ontsteking zoals cellulitis, flegmone of een loge abces. Het is erg belangrijk om hier alert op te zijn, mortaliteit van een flegmoneuze ontsteking ligt namelijk rond de 10%, en is veelal het gevolg van onalertheid of onbekendheid in het voortraject van de exacerbatie.

Wanneer moet een patiënt verwezen worden naar de kaakchirurg?

Bij een snel progressieve ontsteking

  • Bij problemen met ademhaling
  • Bij een trismus met een mondopening van minder dan 5 mm
  • Bij slikklachten
  • Bij hoge koorts (> 39C)
  • Samenvatting
    • Het verdient aanbeveling antibiotica voor te schrijven bij een odontogene ontsteking indien er geen drainage plaats kan vinden, of sprake is van een snelle uitbreiding van de ontsteking, en wanneer er sprake is van een gecompromitteerde afweer.
    • Bij voorkeur wordt er amoxicilline voorgeschreven (breed spectrum).
    • Houd het tijdschema voor de progressie van odontogene ontstekingen in de gaten, bij een abnormaal tijdschema moet u alert zijn.
    • Redenen voor verwijzing naar de kaakchirurg zijn: moeilijkheden met ademhaling, trismus, slikklachten en koorts.

    Prof. dr. F.K.L. Spijkervet, hoofd afdeling MKA-chirurgie

    Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Spijkervet tijdens de klinische avond ‘Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk’ van het Wenckebach Instituut in het UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Uitneembaar gebit

Is ‘een uitneembaar gebit ’voorbij?

Is een uitneembare voorziening nog van nu of neemt het zelfs weer toe? Verslag van de lezing van Nittert Postema tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Gebitsprothese
Tijdens de presentatie liet Postema ons zien dat een gebitsprothese vaak een goede oplossing is om kauwen, spraak, spierfunctie, esthetiek en welbevinden te herstellen en niet voorbij is. Aan de hand van casussen werd dit duidelijk geïllustreerd en werden toepasbare tips gegeven.

Bij een gebitsprothese wordt de afname van bot vervangen door kunststof. Bij sterke resorptie wordt de bovenkaak smaller en de onderkaak breder en wordt bij voorkeur gekozen voor lingualized occlusion. De beet en beethoogte bepalen is het aller moeilijkst. Kennis van occlusie en articulatie is van groot belang. Waar moeten de boventanden staan en hoeveel mm van de fronttanden is zichtbaar bij ontspannen bovenlip. De hoeveelheid tand is afhankelijk van leeftijd en geslacht. De volledige prothese is een goede voorziening wanneer de eigen dentitie verloren gaat.

De bovenprothese functioneert goed maar de onderprothese functioneert gemiddeld slecht en dan zijn implantaten geïndiceerd. Was het vroeger tandbehoud nu staat botbehoud centraal want als het nodig is, is botvolume voorwaarde om implantaten te kunnen plaatsen. We moeten flabby ridge en botverlies voorkomen in de bovenkaak. Implantaten onder de onderprothese is een voorwaarde voor goed het functioneren van de onderprothese.

Motiverend begeleiden
De behandeling vraagt veel communicatie. Helpen is begrijpen waarom de patiënt doet wat hij doet en niet zeggen wat hij moet doen. Betrek de patiënt in het zorgproces door te vragen naar de verwachting, want kwaliteit is voldoen aan de verwachting van de patiënt. De mens achter het probleem is belangrijk voor Postema. Je hoort vaak één verhaal, maar meestal zijn het er meerdere en die kunnen het behandelresultaat blokkeren. Behandelen is luisteren en communiceren.

Citaten van Postema

  • ‘Poets de tanden die je wilt behouden. Anders worden ze vals. Tandheelkunde begint met een goede mondhygiëne.’
  • ‘Vooraf is het diagnostiek, achteraf is het excuus.’
  • ‘Alles wat je aandacht geeft, wordt groter.’
  • ‘Aandacht voor negatieve zaken is niet productief. Benoem vooral positieve dingen!’
  • ‘Doe aan OPA = Parkeren, Opbouwen, of Afbouwen: patiënten moeten weten waar ze zitten in het tandheelkundig traject.’

Nittert Postema
Drs. Nittert Postema is in 1969 te Utrecht afgestudeerd als tandarts en heeft in 1970, in Amsterdam ,een praktijk gestart die later , mede onder zijn leiding, is uitgegroeid tot een groepspraktijk. Hij was parttime 1 jaar werkzaam als klinisch-docent op de faculteit Tandheelkunde van de RU- Utrecht tot september 1970 en aansluitend aan de VU te Amsterdam tot 1975. Daarna was hij parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam noord. Vanaf 1986 tot 2008 was hij werkzaam bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde aan de faculteit Tandheelkunde en Geneeskunde van KUN te Nijmegen. Hij was 14 jaar Hoofd van het CBT. Vanaf 1972 tot heden geeft hij theoretische en klinische Bij- en Nascholings Cursussen aan tandartsen en tandtechnici. De volledige gebitsprothese, de totale rehabilitatie, de implantologie en adhesieve tandheelkunde hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
SOA’s en tandheelkunde

SOA’s en tandheelkunde

Hoe herkent u seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) in de mondholte? Een overzicht van de meest voorkomende SOA’s en de besmettingskans.

Verslag van de lezing van dermatoloog dr. Van Leent tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Wanneer men vraagt wat bedoeld wordt met veilige seks, is het antwoord doorgaans het vermijden van HIV. Over andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zit men over het algemeen minder in, terwijl deze vaak voorkomen. SOA’s betreffen bacteriële, virale of parasitaire infecties.

Bacterieel: gonorroe, chlamydia en syfilis
Viraal: herpes, wratten en bloedoverdraagbare virussen (HIV, HBV, HCV)

Gonorroe
In 2012 bezochten 3.991 met gonorroe besmette mensen een SOA-centrum in Nederland. De prevalentie is hoger bij mannen (76%) dan bij vrouwen (24%).

Epidemiologisch:

Mannen die seks hebben met mannen (MSM):

  • 32% met Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 16% geïsoleerd orofarynx

Vrouwen:

  • 24% Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 11% geïsoleerd orofarynx

Hetero mannen:

  • Onbekend

Besmetting
Besmettelijke periode is tijdens de incubatietijd, tijdens de klinische fase en bij een asymptomatische infectie. De besmettelijkheid is 24 uur na behandeling met antibiotica waarvoor de stam gevoelig is voorbij.

Besmetting gaat via contact via de slijmvliezen, maar kan ook via de handen. De transmissie kans is van vrouw naar man 20-50% en van man naar vrouw 50-90%. Buiten het lichaam is het slechts kort levensvatbaar.

Bij orofaryngeale gonorroe infecties is 79% van de infecties asymptomatisch, 15% heeft een pijnlijke keelinfectie en 5% purulente tonsillitis lymfadenopathie. En heel zeldzaam is gedissemineerde gonorroe infectie.

Prognose en beleid
Een gonorroe infectie is “self limiting”, meestal verdwijnt deze binnen enkele weken, hooguit een jaar. Toch is het testen en behandelen van MSM en vrouwen relevant in het kader van transmissie. Gonorroe is resistent voor 10-20% van de penicilline en 30-60% van de tetracycline en chinolonen. Cefalosporines kunnen het beste worden ingezet, al komt er al een verminderde gevoeligheid voor in Nederland.

Chlamydia
In 2012 bezochten 14.721 personen besmet met chlamydia een soa centrum in Nederland. De prevalentie tussen mannen (7.664) en vrouwen (7.057) is nagenoeg gelijk. Chlamydia besmetting komt het meest voor op jonge leeftijd (15-19 jaar). Ook komt chlamydia meer voor bij bepaalde bevolkingsgroepen, zoals bij jongeren uit de Nederlandse Antillen, Suriname en Sub-Sahara Afrika. Het is onbekend waarom dit het geval is.

Chlamydia trachomatis komt bij voorkeur voor in het cilindrisch epitheel, meestal asymptomatisch (mannen 50%, vrouwen 70-90%). De specifieke symptomen bij keelinfectie zijn niet bekend.

Besmetting
Besmetting gaat via slijmvlies contact. Transmissiekans van vrouw naar man is 28% en van man naar vrouw 45%.

Syfilis
De prevalentie van syfilis neemt de laatste jaren af. In 2000 was nog 7% (van de MSM) besmet en in 2011 was dat slechts 2%. Ongeveer 200 van de 38.000 bezoekers op de soa poli in Amsterdam was besmet. Al is wel bekend dat het aantal besmettingen in de loop der jaren fluctueert, het komt en gaat in perioden van 20 jaar. In 2012 meldden zich op de soa-poliklinieken in Nederland 571 personen met infectueuze syfilis: 16 vrouwen en 555 mannen. Het komt vooral voor op latere leeftijd bij MSM: 93%.

Stadium 1: primaire syfilis

  • Solitair of multipel, pijnloos, schoon ulcus, op de plaats van inoculatie
  • Meestal op de genitalia of in de mond
  • De laesies zijn besmettelijk
  • 80% heeft ook regionale lymfezwelling
  • Ook zonder behandeling verdwijnt het ulcus na drie tot zes weken

Stadium 2: secundaire syfilis

  • Drie tot zes weken na primaire syfilis
  • Bij 60-90% van de onbehandelde patiënten
  • Maculopapuleus, niet jeukend exantheem op de romp en extremiteiten, inclusief handpalmen en voetzolen
  • Soms condylomata lata
  • Ook de slijmvliezen kunnen laesies vertonen
  • ‘moth-eaten’ alopecia
  • Algemene symptomen als malaise, koorts, spier- en gewrichtspijnen en lymfadenopathie

Stadium 3 is zeldzaam en hier wordt niet op ingegaan.

Syfilis in de mondholte
In het primaire stadium ontwikkelt slechts 4-12% een ulcus in de mond/keelholte. Hoewel in 40-75% extra genitale ulcera. In het secundaire stadium krijgt 30% orale afwijkingen.

Transmissie vindt nagenoeg altijd plaats via direct contact. Overdracht via naalden bij drugsgebruikers of via tatoeage is zeer zeldzaam.

Voor bestrijding van syfilis helpt penicilline het beste. Ook de penicilline die men toevallig gebruikt voor een andere aandoening.

Herpes
Herpes type 1 en 2 zijn seksueel overdraagbaar. Type 1 is wat milder en geeft een kleinere kans op besmetting met type 2. Ongeveer 80% van de Nederlanders is besmet met herpes type 1.

Via de slijmvliezen van de orofarynx, genitaliën of conjunctiva treedt herpes het lichaam binnen, het verspreidt zich naar de autonome of sensibele ganglia (type 1 in de nervus trigeminus). Het speelt periodiek kortstondig op.

Verloop herpes labialis
* Een eerste episode

  • Meestal op de kleuterleeftijd
  • Pijnlijke vesiculairelaesies van de orale mucosa (gingivo stomatitis) eventueel gepaard gaande met systemische symptomen (koorts, malaise)
  • De laesies genezen over het algemeen binnen 1-2 weken
  • Meestal verloopt de eerste episode asymptomatisch

* Een recidief herpes labialis

  • Verloopt minder heftig dan de eerste keer
  • Vaak beperkt tot de lippen, geen slijmvlies betrokkenheid, palatum molle en aangrenzende gingiva
  • Op plaatsen nabij de eerste episode infectie
  • Meestal geen systemische symptomen

Besmetting
Transmissie verloopt via direct contact met lichaamsvocht, mucosa. Via de intacte huid is het moeilijk besmet te raken, eventueel wel mogelijk via (micro)laesies. Besmetting vindt ook plaats door contact met speeksel of mondslijmvlies. Het virus overleeft niet lang in de omgeving buiten de gastheer.

Besmettelijke periode

  • Bij (a)symptomatische primaire herpes uitscheiding van soms grote hoeveelheden virus
  • Bij (a)symptomatische recidieven wordt opnieuw virus uitgescheiden
  • Geïnfecteerden zijn levenslang potentieel besmettelijk, ook zonder de symptomen

70% van de populatie verspreid minimaal een maal per maand het virus in besmettelijke hoeveelheden.

Tandheelkundige behandelingen
Voor tandheelkundige behandeling hoeven buiten de WIP-richtlijn geen extra maatregelen genomen te worden om besmetting tegen te gaan. Het is een recidief, de patiënt kan zichzelf niet opnieuw besmetten. Het is slechts nog besmettelijk voor de personen die nog niet besmet zijn.

HIV
Het is bekend dat in Nederland 20.528 mensen zijn besmet met HIV in 2012. Er overlijden 130 mensen per jaar in Nederland aan HIV. HIV is in Nederland nog nooit overgedragen via een prikaccident.

Typen
Er zijn 2 typen HIV: HIV-1 en HIV-2

Verloop

  • 2-4 weken acuut retroviraal syndroom
  • 4-6 weken seroconversie (window fase)
  • Het duurt 1 tot 15 jaar voordat HIV zich ontwikkelt tot aids.

Opportunistische infecties

  • Orofaryngeale candidiasis*
  • Uitgebreide herpes infecties
  • Kaposi sarcoom

Een gezond volwassen persoon is weerbaar tegen candidiasis, alleen bij een ernstig verstoorde weerstand kan candidiasis de overhand krijgen in de mondholte.

HIV transmissiekans

  • Zeer moeilijk te achterhalen
  • Via besmette lichaamsvloeistoffen, echter tot op heden is overdracht via speeksel of traanvocht bij de mens nog niet bewezen
  • Via slijmvliezen of beschadigde huid
  • Via prik/snijaccident (<0,3%)

Advies
Volgt altijd de WIP-richtlijnen. Onbekende HIV-dragers zijn besmettelijker dan de HIV- dragers die onder behandeling zijn. Oefen en bespreek het protocol bij prikaccidenten in de praktijk, wees voorbereid!

HPV
Het merendeel van type 6 en 11 gaat onopgemerkt, slechts 1% krijgt zichtbare wratten. Het is ernstiger bij immuno-incompetenten. De transmissie kans tijdens één seksueel contact wordt geschat op 60% en een toename hiervan bij meerdere seksuele partners. Ongeveer 25% van de mond- en keel kanker is geassocieerd met HPV type 16. Behandeling volgt vaak alleen bij klachten en is cosmetisch van aard.

Symptomen

Condyloma acuminatum

  • Bleke, verruceuze papels en plaques
  • Meestal lippen palatum durum en gingiva

HPV maligne geïnduceerde maligniteit

  • Meestal geïndureerd ulcus
  • Meestal in tonsillen of tongbasis

Overdraagbaar via direct contact op via voorwerpen.

Verwijzen
Mensen met symptomen van een SOA kunt u doorverwijzen naar een huisarts, SOA-centrum of dermatoloog. Meld erbij dat het zich uit in de mondholte, anders nemen de instanties aan dat het om de genitaliën gaat.

Onderzoek bij de huisarts kost ongeveer €300 aan lab kosten, dit kost de patiënt zijn eigen risico. Een bezoek aan een SOA-centrum wordt door de overheid gefinancierd, GGD’en regelen dit. Het onderzoek wordt gedaan door een verpleegkundige met een arts op de achtergrond.

Bij het opmerken van een keelsoa kunt u doorverwijzen naar een groot soa centrum of naar de dermatoloog.

Info voor behandelaren
www.soa.nl (tabblad professionals)
www.ggd.amsterdam.nl

Info voor patiënten
www.soa.nl
Infolijn: 0900-2042040
E: sense@soaaids.nl

Verslag door Maja Koster-Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Edwin J.M. van Leent is werkzaam in het AMC en VUmc als Chef van de poliklinieken Dermatologie. Gespecialiseerd in seksueel overdraagbare aandoeningen. Dr van Leent is daarnaast verbonden aan de Soa polikliniek van de GGD Amsterdam (als plv. opleider). Hij heeft in het verleden als vrijwilliger gewerkt in diverse categorale soa klinieken. Daarnaast geeft hij les op verschillende opleidingen voor artsen en verpleegkundigen. Naast zijn drukke werkzaamheden is hij lid van de KNMG Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Beste tandheelkunde bachelor in Nijmegen

Voor de beste bacheloropleiding tandheelkunde gaan studenten naar het Radboudumc in Nijmegen. De opleiding is door de Keuzegids Universiteiten uitgeroepen tot de beste opleiding binnen zijn vakgebied.

Topopleiding
De Keuzegids Universiteiten is een onafhankelijke instelling die wetenschappelijke opleidingen beoordeelt op kwaliteit. De Keuzegids Universiteiten kent daarnaast aan de beste opleidingen in het Nederlandse bacheloronderwijs het kwaliteitskeurmerk ‘topopleiding’ toe. Dit keurmerk heeft de bacheloropleiding tandheelkunde van het Radboudumc ook in de wacht weten te slepen.

Bron: Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Scholing