antistollingsmedicatie

De patiënt met antistollingsmedicatie in de tandheelkundige praktijk

Gemiddeld zijn er per praktijk zo’n 200 patiënten die antistollingsmedicatie gebruiken. Elke mondzorgprofessional heeft hier dus regelmatig mee te maken. Een update over de ACTA-richtlijn en wat u kunt doen bij nabloeding.

Verslag van de lezing van Baucke van Minnen, kaakchirurg, tijdens het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

Gemiddeld zijn er 45 patiënten per praktijk die coumarines gebruiken. Ongeveer 150 patiënten per praktijk gebruiken trombocytenaggregatieremmers.

ACTA richtlijnen
In 2009 is de ACTA richtlijn voor antistollingsmedicatie opgesteld. Daarvoor was er veelal onduidelijkheid over wat wel en niet mocht met betrekking tot het gebruik van stollingsmedicatie wanneer er tandheelkundige ingrepen plaatsvonden. In de richtlijnen staat onder andere onder welke voorwaarden de stollingsmedicatie gecontinueerd mag worden wanneer een patiënt een bloedige ingreep moet ondergaan.

De vraag is nu of deze ACTA richtlijn goed voldoet. Om dit na te gaan is er in het UMCG een onderzoek gestart waarbij patiënten die antistollingsmedicatie gebruiken zijn vervolgd na de ingreep. Geconcludeerd kan worden dat sprake is van een laag percentage milde nabloedingen. Deze konden door de patiënten zelf worden gestelpt. Ernstige nabloedingen deden zich niet voor, wanneer aan de voorwaarden in de richtlijn was voldaan.

Concept
Recent is er verwarring ontstaan als gevolg van de nieuwe ACTA-richtlijn 2013. Denise van Diermen schreef hier haar proefschrift over. Op dit moment moet de ACTA richtlijn 2013 echter nog als concept worden gezien en geldt de versie van 2012. Ondanks discussie over de richtlijnen is voor grote groep patiënten gewoon duidelijk wat men moet doen. Bij twijfel kan de trombosedienst gebeld worden. Het is belangrijk dat de nieuwe ontwikkelingen goed in de gaten worden gehouden.

Tranexaminezuur
Ook is er enige discussie over het wel of niet naspoelen met tranexaminezuur bij gebruik van vitamine K antagonisten. Er is hiervoor weinig wetenschappelijk bewijs. Het advies is daarom om hier zachtjes mee te spoelen.

Gebruik van twee trombocytenaggreagtieremmers
Bij gebruik van twee TAR’s is het op dit moment nog te adviseren om eerst te overleggen met de behandelend arts. Misschien kan een van beide medicijnen gestaakt worden. Anders is het raadzaam, omdat het gebruik van twee TAR’s vaak tijdelijk is, om de behandeling uit te stellen. Ook kan de trombosedienst altijd geraadpleegd worden.

Nabloedingen
Wanneer de bloeding niet stopt en er sprake is van een nabloeding dan is het belangrijk dat de wond goed afgedrukt wordt. Het is verstandig om de patiënt minstens 20 minuten stevig om een gaasje te laten dichtbijten (met of zonder tranexaminezuur). De wond kan desgewenst opnieuw stevig overhecht worden. Soms is het aanbrengen van wondverband bv van gelatine of collageen spongostan aan te bevelen.

Verwijzen
Een patiënt mag naar de kaakchirurg verwezen worden in de volgende gevallen:

  • De bloeding houdt aan ondanks de bovenstaande maatregelen.
  • Er is sprake van veel bloedverlies met een (vermoeden op) Hb-daling als gevolg.
  • Bij verdenking op een doorgeschoten INR. Dus een INR boven de 3,5.

Baucke van Minnen studeerde geneeskunde in Groningen. In 2001 begon hij aan de studie tandheelkunde in
Groningen. In 2006 promoveerde hij op onderzoek naar de mogelijke toepassingen en het biologisch gedrag van een biodegradeerbaar polyurethaan schuim. De opleiding tot kaakchirurg (2005-2010) volgde hij in het UMCG en het Medisch Centrum Leeuwarden. Na afronden van de opleiding bleef hij als kaakchirurg aan het UMCG verbonden, met als aandachtsgebieden de aangezichtstraumatologie en de implantologie. Sinds 2010 is hij actief in de Vereniging Regiotafel Antistolling Groningen, een samenwerkingsverband tussen de trombosedienst en diverse eerste- en tweedelijns
zorgverleners.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde’ van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Scholing, Thema A-Z

Commentaarronde conceptrichtlijn lachgas

De Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) heeft een nieuwe conceptrichtlijn opgesteld voor het toedienen van lachgas: ‘Voorwaarden voor het toepassen van lichte (inhalatie)sedatie in de tandheelkunde door middel van zuurstof-lachgas door tandartsen, artsen en mondhygiënisten’.

Bekijk de richtlijn

U kunt uw commentaar op dit concept mailen naar uw beroepsorganisatie. Deze richtlijn is voorgelegd aan de KNMT, ANT, NVM, VBTGG en NVvK.


Lees meer over: Kennis, Scholing

Promotie: beperkingen bij bepalen botkwaliteit met CBCT-scan

De beeldtechniek van een Cone Beam Computed Tomography (CBCT) ̶ meer specifiek de Accuitomo 170 en NewTom 5G CBCT scanners ̶  is (nog) niet geschikt voor de evaluatie van botdichtheid bij het plaatsen van implantaten. Dit concludeert Azin Parsa van het ACTA in zijn promotieonderzoek. Reden hiervoor is dat de plaats van het object in de scanner tijdens het scannen en de keuze van de scaninstellingen invloed hebben op de CBCT grijswaarden. Daarnaast is er verschil tussen uitkomsten van scanners van verschillende fabrikanten, meldt het ACTA.

Stabiel
Het is van belang dat een implantaat direct na het plaatsen stabiel is voor een betere hechting van het bot en daarmee het resultaat op lange termijn. De botkwaliteit van de kaak is een van de belangrijkste factoren voor deze stabiliteit. De onderzoeker bekeek daarom de mogelijkheden voor beoordeling van de botkwaliteit met een CBCT scan vóór de plaatsing van implantaten.

Promotie
Datum: 7 oktober 2014, 11.45 uur
Locatie: Auditorium van de Vrije Universiteit, de De Boelelaan 1105, Amsterdam
Titel promotie: Application of cone beam computed tomography in bone quality assessment prior to implant placement
Spreker: Azin Parsa
Promotor: prof. dr. P.F. van der Stelt, copromotor: dr. B.A. Hassan

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Register Preventieassistenten verruimt overgangsregeling

Het Register Preventieassistenten verruimt haar overgangsregeling. Voorheen was registratie met terugwerkende kracht alleen mogelijk voor preventieassistenten die een cursus Preventieassistent onder KNMT-licentie hadden gevolgd. Nu vallen daar ook andere cursussen Preventieassistenten onder.

Het Register Preventieassistenten, het onafhankelijke, openbare certificatenregister van preventieassistenten in Nederland, verruimt haar overgangsregeling. Voorheen was registratie met terugwerkende kracht alleen mogelijk voor preventieassistenten die een cursus Preventieassistent onder KNMT-licentie hadden gevolgd. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat ook andere cursussen Preventieassistent die in het verleden zijn gegeven voldoen aan de kwalitatieve eisen van het Register Preventieassistenten. Preventieassistenten die zo’n cursus met goed gevolg hebben afgerond kunnen nu ook gebruik maken van de overgangsregeling en zich laten registreren op www.registerpreventieassistenten.nl

Verruimde regeling
De verruimde overgangsregeling houdt in dat preventieassistenten die in de periode 1 januari 1995 tot en met 30 september 2014 een cursus Preventieassistent met goed gevolg hebben afgerond, worden toegelaten tot het Register Preventieassis-tenten, mits de cursus is geaccrediteerd door een erkend accreditatie-instituut én voldoet aan de inhoudelijke eisen van het
Register Preventieassistenten.

Toetsing
De cursussen Preventieassistent die gevolgd zijn door preventieassistenten die zich afgelopen jaar voor het Register Preventieassistenten hadden aangemeld maar niet geregistreerd konden worden, zijn als gevolg van de verruiming nader onderzocht. In opdracht van het bestuur van het Register Preventieassistenten heeft het onafhankelijke Keurmerkinstituut het onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek dat de cursussen Preventieassistent van Academie Tandartsenpraktijk, Beekpark Academy en Centrum Tandzorg (Wierda en Wolsky) voldoen aan de eisen van het Register Preventieassistenten. Deze cursussen vallen nu ook onder de overgangsregeling.

Overgangsregeling
De overgangsregeling geldt tot 1 oktober 2014. Cursisten die na deze datum een cursus Preventieassistent volgen, kunnen zich alleen in het register registreren als de betreffende cursus erkend is door de Stichting Register Preventieassistenten. Een overzicht van erkende cursussen Preventieassistent is in te zien op register-preventieassistenten.nl/zoek-cursus

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing

Fotostappenplan voor mondzorgbehandeling

Voor mensen met een verstandelijke beperking kan een tandartsbezoek veel spanning met zich meebrengen. Vaak komt dit doordat zij niet goed weten wat er gaat gebeuren of hebben ze eerder een onprettige ervaring opgedaan. Kentalis heeft daarom in samenwerking met de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde (SBT) een fotoserie ontwikkeld met diverse tandartsbehandelingen. Zo kan de patiënt op een goede manier begeleid worden en kan het tandartsbezoek meer ontspannen verlopen.

Fotostappenplannen
Bekijk de fotostappenplannen:

  • Standaardcontrole en met extra optie
  • Polijsten
  • Tandsteen verwijderen
  • Fluorbehandeling
  • Verdoven
  • Behandeling boren:
    1. gaatjes vullen-boren
    2. gaatjes vullen-extra optie etsen
    3. gaatjes vullen
    4. gaatjes vullen-bijslijpen
    5. gaatjes vullen-bijslijpen-extra optie
  • Spoelen
  • Röntgenfoto maken
  • Pre-operatief consult
  • Narcose met infuus of met mondkapje
  • Behandeling door mondhygiënist inclusief poetsinstructie
  • Aankomst lopend en aankomst met lift, personeel en ruimten
  • Vertrek
  • Instrumenten

Daarnaast is een overzicht beschikbaar van de behandelingen.

Bron:
Kentalis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Stoptober: een maand lang stoppen met roken

In oktober vindt de actie Stoptober plaats: een maand lang stoppen met roken. Het doel van Stoptober is om mensen te helpen stoppen met roken. De steun die mensen aan elkaar hebben moet hierbij helpen. Door deze actie wordt ook de stap naar het voorgoed stoppen met roken verkleind.

In Groot-Brittannië werd in 2012 Stoptober voor het eerst georganiseerd. Volgens Medisch Contact stopten toen 160.000 mensen in deze maand met roken. Deelnemers hebben vijf keer meer kans op voorgoed te stoppen.

App en sociale media

Vanaf 1 oktober kunnen consumenten gebruik maken van alle steun van Stoptober via de app, Facebook en Twitter. De app met dagelijkse tips en advies kan vanaf 22 september worden gedownload.

Toolkit
Voor huisartsen, praktijkondersteuners, stoppen-met-roken coaches op de rookstoppoli en apotheekmedewerkers is een toolkit ontwikkeld om hen te helpen Stoptober te ondersteunen. De toolkit bestaat uit een poster, visitekaartjes, een te downloaden flyer en een toelichting op de ondersteuning die de zorgprofessional kan geven.

Betrokken
Bij Stoptober zijn onder andere het Ministerie van VWS, het Trimbos-instituut en KWF Kankerbestrijding betrokken.


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Europese week voor hoofd-halskanker

Van 22 tot 26 september wordt de Europese week voor hoofd-halskanker gehouden. De Europese Hoofd-Hals vereniging (EHNS) vraagt in deze week aandacht voor deze ziekte en hoopt door bewustwording op een vroegere diagnose.

60% van de patiënten heeft bij diagnose namelijk al een vergevorderd stadium van de ziekte bereikt en 60% van deze patiënten overlijdt binnen 5 jaar. Als de diagnose in een vroeg stadium van de ziekte wordt gesteld, is de kans op overleving 80 – 90%.

Roken, alcoholgebruik en HPV
Hoofd-halskanker vormt wereldwijd 5% van het totale aantal kankergevallen. Hoofd-halskanker komt voor in de mondholte, keelholte en het strottenhoofd.

Risicofactoren zijn:

  • Roken: rokers hebben een grotere kans op hoofd-halskanker dan niet-rokers.
  • Alcoholgebruik: mannen die meer dan drie glazen alcohol per dag drinken en vrouwen die meer dan twee glazen alcohol per dag drinken, hebben een significant grotere kans op hoofd-halskanker.
  • HPV: Het aantal gevallen van keelkanker neemt toe als gevolg van bepaalde subtypen van het Human Papilloma Virus (HPV).

Symptomen herkennen
Toonaangevende experts op het gebied van hoofd-halskanker adviseren eerstelijns zorgverleners hun patiënt door te verwijzen naar een hoofd-halschirurg als zij meer dan drie weken een van de volgende klachten hebben:

  • Pijnlijke/gevoelige tong, niet genezend zweertje en/of rode of witte slijnvliesafwijkingen in de mond.
  • Keelpijn.
  • Aanhoudende heesheid.
  • Pijn en/of moeite met slikken.
  • Zwelling in de hals.
  • Eenzijdige verstopte neus en/of bloederige afscheiding uit de neus.

Op de website van de Europese Hoofd- en Halsvereniging (EHNS) vind je meer informatie over deze symptomen én de behandeling van hoofd-halskanker.

Bekijk de video over symptomen

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Tandenpoets workshop bij Kinderfestival

Tijdens het Kinderfestival in de Kidsfabriek in Ulft gaven twee mondhygiënisten onlangs een tandenpoets workshop aan bijna 150 kinderen. De workshop werd gegeven door mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna en Yvonne Buunk-Werkhoven, NVM-bestuurslid, onderzoeker en sociaal psycholoog, meldt de Oude IJsselstreek Vizier.

Tandplakverklikker
Tijdens de workshop werd de test met de tandplakverklikker gedaan. Veel kinderen bleken een erg roze mond te krijgen. Buunk vertelde aan de Weekkrant dat zij schrok van het percentage kinderen dat maar een keer per dag poetst, een percentage dat ver onder het landelijk gemiddelde ligt. Er blijkt dus nog veel werk aan de winkel te zijn voor de mondhygiënist.

Meten zuurgraad
Ook werden er proefjes gedaan om de zuurgraad te meten. Volgens Steverink-Jorna weten veel kinderen en ouders niet dat iets wat niet zuur proeft wel erg zuur kan zijn. Ook gaf zij aan dat ouders vaak denken dat ranja niet slecht voor het gebit is, doordat het is verdund. Bij de voedingsconsult die naast de mondhygiënisten stond, konden kinderen en ouders zien hoeveel suiker dranken bevatten.

Na afloop kregen de kinderen een tandenborstel, beschikbaar gesteld door Houjemondgezond.nl en een tasje met onder andere een kleurplaat van de NVM, waarmee een elektrische tandenborstel kon worden gewonnen.

Bron:
Oude IJsselstreek Vizier
Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Poetsen

Wat is de beste poetstechniek?

Wat is de beste poetstechniek? Op-en-neer, heen-en-weer of in kleine cirkeltjes poetsen? Britse onderzoekers vergeleken poetsadviezen uit tien landen en kwamen tot een onverwachte conclusie. Het onderzoek is gepubliceerd in de British Dental Journal.

Goed poetsen
Er was een groot verschil in gemaakte aanbevelingen over poetstechnieken, de poetsfrequentie en de poetsduur. Het vaakst werd geadviseerd te poetsen volgens de Modified Bass techniek (19 professionals). Elf respondenten adviseerden de Bass techniek, 10 de Fones techniek en 5 de scrub techniek.

Verwarrende poetsadviezen
Goed tandenpoetsen draagt niet alleen bij aan de mondgezondheid, maar ook aan de algehele gezondheid. Wat goed poetsen precies is, blijft echter onduidelijk. De poetsadviezen uit tien landen spreken elkaar tegen. Nader onderzoek moet uitwijzen welk poetstechniek nu echt het beste werkt.

Bron:
British Dental Journal

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

NVM deelname Meldmaand Patiëntveiligheid

In elke (mondzorg)praktijk komen incidenten voor. Het is belangrijk om inzicht te verkrijgen in deze incidenten zodat herhaling voorkomen wordt. Om hiervoor aandacht te vragen organiseert de NVM samen met Stichting Portaal voor Patiëntveiligheid/CMR, ondersteund door het Ministerie van VWS, in september de landelijke meldmaand voor incidenten.

Deze meldmaand is onderdeel van een breder project waarin ook andere professionals in de eerste lijn, zoals huisartsen en diëtisten, hun incidenten melden.

Anoniem melden incidenten
De NVM roept mondhygiënisten en patiënten op om (bijna) incidenten (anoniem) te melden via het speciale portaal. De meldingen worden verzameld en geanalyseerd. Zo wordt inzichtelijk op welke punten de kwaliteit van de mondzorg geoptimaliseerd kan worden.

Meer informatie over de meldmaand

Bron:
NVM

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Slecht gebit invloed op carrière

Een kwart van de Britten is ontevreden over zijn of haar gebit. De helft van hen denkt dat een slecht gebit een nadelige invloed heeft op de kansen om een nieuwe baan te vinden. Dit blijkt uit onderzoek van Oasis Dental Care onder 2.125 mensen, meldt The Telegraph.

De Britten die ontevreden zijn over hun gebit (25%), zouden wittere tanden willen (58%), een compleet gebit (37%), een schoner gebit (36%) en rechtere tanden (35%).

64% van alle deelnemers is van mening dat een slecht gebit het zelfvertrouwen beïnvloedt. Ook denkt 55% dat een slecht gebit de kans op een nieuwe relatie verkleint. Daarnaast is 44% van de deelnemers ervan overtuigd dat slechte tanden de kansen op nieuwe vriendschappen verkleint.

Bron:
The Telegraph


Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Risicoanalyse

Risicoanalyse voor tevreden patiënten

Patiënten hebben soms het idee dat tandartsen alleen maar geld willen verdienen. Dit beeld kan ontstaan als ze geen idee hebben van wat er aan de hand is. Door toepassing van een risicoanalyse maakt u de reden van uw behandeling goed inzichtelijk. Lezing dr. John C. Kois.

There is no joy in mediocre dentistry
J.C.Kois

There is no better dentistry than no dentistry
J.C. Kois

Het vijfentwintigjarig bestaan van de Paro Praktijk Utrecht en Praktijk voor Parodontologie en Implantologie in Nijmegen werd gevierd met een serie van vier lezingen van dr. John C. Kois op het lustrumcongres in Ermelo. Kois is een tandarts en een gerenommeerd internationale spreker. Hij is een inspirator op het gebied van parodontale en restauratieve tandheelkunde. Deze Amerikaan wordt daarom gezien als een grootheid in de tandheelkunde. Jaren geleden was hij al in Nederland. Dat hij nu weer naar Nederland kwam voor het lustrumcongres is uniek. Het was dan ook een congres dat je niet had willen missen.

Hit Man versus Healer
Door aan patiënten uit te leggen wat de problemen zijn, kunnen tandartsen gezien worden als Hit Man. Vaak heerst bij patiënten het idee dat tandartsen alleen maar geld aan ze willen verdienen. Dit beeld ontstaat doordat patiënten vaak geen idee hebben van wat er precies aan de hand is. Als tandarts moet je zorgen dat patiënten je in een andere rol zien. Door toepassing van een risicoanalyse maak je goed inzichtelijk voor de patiënt wat er aan de hand is. De gegevens zelf – zoals onder andere lichtfoto’s, modellen, vragenlijsten – moeten dan de Hit Man worden terwijl de tandarts dan de Healer wordt, omdat hij een oplossing moet bedenken. Door gebruik te maken van moderne technologieën, zoals bijvoorbeeld een intra-orale scanner, is het mogelijk om slijtage aan te tonen. Hierdoor wordt het probleem inzichtelijk voor de patiënt. En zo ben je de Healer die een oplossing moet bedenken in plaats van de Hit Man.

Risicoanalyse
Een lange termijn visie bij de behandelplanning is erg belangrijk. Door een individuele risicoanalyse is het mogelijk de meest geschikte behandeling te bepalen. Tevens ontstaat daardoor de mogelijkheid om patiëntproblemen te evalueren, met als doel het afnemen van het risicoprofiel voor elke patiënt. De klinische besluitvorming is daardoor objectief en zal niet worden beïnvloed door emoties. Door een risicoanalyse uit te voeren bij de behandelplanning, zal er volgens Kois een verplaatsing komen van het restauratieve denken van de tandarts, naar een wellnessmodel. Door gebruik te maken van een checklist wordt efficiëntie, continuïteit en voorspelbaarheid gecreëerd.

Kois legt de risicoanalyse uit die is gebaseerd op vier verschillende diagnostische categorieën. Het gebruiken van deze analyse laat patiënten zien dat behandelingen voortkomen uit vier verschillende soorten risico’s:

1.Parodontaal
2. Biomechanisch
3. Functie
4. Dentofaciaal

Doordat patiënten zo eerder inzien wat hun probleem is, kunnen zij de Hit Man zijn.

Risicoprofielen
Bij de risicoanalyse wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende risicoprofielen.

Bij de risicoanalyse vult de patiënt een vragenlijst in. Tandartsen komen hierdoor meer te weten en worden niet verrast door iets wat de patiënt weet en dat gemist is tijdens de controle.

Advies van dr. John Kois: creëer een focus voor de risicogroepen 1 t/m 4 en ontwikkel ‘the why’. Streef ernaar om van hoog risicoprofiel rood naar laag risicoprofiel groen te gaan. Door de diagnostische categorieën gelijktijdig te analyseren, waarbij het risico is verkleind of de prognose wordt verbeterd, kan interdisciplinaire behandeling succesvol worden toegepast met veelbelovende kansen.

Barbecue concept
Kois maakt voor mondzorgbehandelingen de vergelijking met het zogenoemde ‘barbecue concept’. Er zijn verschillende soorten barbecues op de markt te krijgen, waarvan de kosten erg variëren. Door de hoge kosten van tandheelkundige behandelingen, kunnen veel mensen zich geen (uitgebreide) behandelingen veroorloven, volgens Kois.

Het idee: bied meer mensen een instap tandheelkundige behandeling aan – zoals het instapmodel barbecue – met de mogelijkheid om later over te stappen naar effectievere behandelingen. Zo blijft het gebit stabiel. Een voorbeeld dat Kois noemde is om eerst de stabiliteit in het front te herstellen en daarna de behandeling van zijdelingse delen in kwadranten over de jaren te spreiden.

Skills
‘Producten geven je niet de skills’ zei Kois. Volgens Kois zijn tandartsen geneigd alle mogelijke materialen te kopen, maar weten ze vaak niet bij welke patiënt ze deze materialen het beste kunnen gebruiken. Door te begrijpen hoe een verandering in de mondgezondheid ontstaat (‘Build the why’), weet de tandarts wat hij doet. Door te denken hoe een verstoring ontstaat, zal de manier van zorg veranderen en leiden tot meer betaalbare behandelopties.

Risico’s

  • Parodontaal

Doordat er tegenwoordig in de parodontologie goede protocollen zijn, is parodontitis geen grote veroorzaker van tandverlies meer. Een groter risico voor tandverlies is de biomechanische oorzaak. De parodontale risicoanalyse is gebaseerd op de hoeveelheid botverlies. Om botverlies te bepalen is het belangrijk om het aanhechtingsverlies te meten. Bloeding na het meten van pockets is minder voorspelbaar voor botverlies. Bij de parodontale analyse wordt gekeken naar patiëntspecifieke risico’s (zoals genetica, roken en diabetes) en tandspecifieke risico’s (botdefecten). Een furcatie is een voorbeeld van een tandspecifiek risico dat resulteert in een hoger risicoprofiel.

  • Biomechanisch

Bij de biomechanische risicoanalyse wordt gekeken naar de oorzaken van verlies van tandstructuren, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen cariës en erosie. Bij xerostomie is het cariësrisico toegenomen. Een simpele manier om te kijken of er sprake is van xerostomie is, door te kijken of een houten stoker blijft plakken op het wangslijmvlies.

Erosie is lastig te scoren, het is de taak van de tandarts om te achterhalen hoe erosie is ontstaan. Een voorbeeld van Hitman: laat uw patiënt lichtfoto’s van de erosie zien en zeg niet alleen maar dat het tandglazuur aan het oplossen is.

Cola heeft een zeer lage pH waarde (2,48). Yoghurt heeft ook een lage pH waarde maar veroorzaakt geen erosie. De kans op erosie is namelijk afhankelijk van het soort zuur. Citroenzuur geeft het meeste erosie.

Niet carieuze cervical laesies
Uit onderzoek blijkt dat de RDA-waarde van tandpasta invloed heeft op cervicale slijtage. Advies is om een tandpasta te gebruiken met een RDA-waarde die niet hoger is dan 70.

  • Functie

Functie: Hoe je bijt en kauwt. Bij de diagnostiek wordt gekeken naar de stabiliteit van het kauwstelsel, TDM, occlusaal trauma (mobiliteit) en attritie. Parafuncties en neurologische afwijkingen worden door de hersenen gestuurd en hebben een hoog risico. Een beperkte kauwbeweging of disfunctie wordt veroorzaakt door de tanden, hierbij hoort een gemiddeld risicoprofiel.

Over occlusie zijn vele theorieën beschikbaar. Kois gebruikt een protocol gebaseerd op drie P’s:
P 1– Positie: Positie van de manidibula, condyles in stabiele situatie
Het doel is een reproduceerbare positie van de condyles vast te leggen. Hiervoor gebruikt Kois ‘the Kois Deprogrammer’.

P2- Place: Occlusie zijdelingse delen in maximale occlusie en esthetiek
Kois noemt dit de home positie van de posterior dentitie. Dit betekent een stabiele occlusie in de zijdelingse delen.

P3- Pathway vs. Guidance: Pathway wordt bepaald door de hersenen en guidance door de tanden
Hiervoor gebruikt Kois de zogenoemde ‘envelope of function’. Dit zijn de bewegingen van de mandibula gecreëerd door de vorm van de tanden. Belangrijk bij P3 is dat de bewegingen van de voortanden binnen de ‘envelope of function’ vallen.

  • Dentofaciaal

Bij de dentofaciale analyse wordt gekeken naar de lach. Is er sprake van veel of weinig zichtbare tanden? Hierbij wordt dan ook gekeken naar de bewegelijkheid van de lip. Een lipbeweging van 8 mm is normaal, bij 10 mm is er sprake van hypermobiliteit. Ook spelen de kleur van de tanden, de positie van de tanden en de gingiva een rol. Daarnaast is belangrijk is om te weten of de patiënt zijn oude lach weer wil herstellen of een de lach wil die nooit heeft bestaan.

Conclusie
Maak een systematische behandelplanning met behulp van de vier diagnostische categorieën en gebruik hiervoor protocollen. Door gebruik te maken van een risicoanalyse worden mislukkingen tot een minimum beperkt en de kans op succes vergroot.

Dr. John Kois is oprichter van het Kois Center, een trainingscentrum voor implantologie, esthetische en restauratieve tandheelkunde.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van het lezing van dr. John C. Kois, tijdens het Lustrumcongres van de Paro Praktijk Utrecht & Praktijk voor Parodontologie en Implantologie in Nijmegen.

Interessante links
Biologische zone
Crest hoogte
Treatment planning deel 1
Treatment planning deel 2
Succesvolle behandeling
Introductie occlusaal onderzoek (oude video)
Parodontale behandeling

Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Ondernemen
De noodzaak van een rubberdam bij de wortelkanaalbehandeling

De noodzaak van een rubberdam bij de wortelkanaalbehandeling

Veel tandartsen zijn sceptisch over het gebruik van een rubberdam. Ze vinden het onnodig, niet praktisch, lastig en tijdrovend. Uit onderzoek blijkt ook dat in de algemene praktijk het gebruik van een rubberdam laag is. Evidence vinden in de literatuur voor het gebruik van rubberdam is erg lastig. Maar tijdens de presentatie van de zeer ervaren endodontoloog Walter van Driel werd duidelijk dat het gebruik van een rubberdam bij de wortelkanaalbehandeling noodzakelijk is.

Nadelen van het gebruik van een rubberdam

  • Patiëntacceptatie
  • Aanbrengen van de rubberdam is tijdrovend
  • Een rubberdam is moeilijk in gebruik
  • Kosten
  • Effect van rubberdamklemmen. Puntcontactklemmen kunnen schadelijk zijn, met name klemmen in het front kunnen veel krachten uitoefenen. Het is daarom belangrijk dat klemmen mooi aansluiten.

Voordelen van het gebruik van een rubberdam

  • Bescherming. Door gebruik van een rubberdam is de kans op aspiratie erg klein.
  • Uitkomst van de behandeling. Uit onderzoek van Nieuwenhuysen blijkt dat endodontische herbehandeling met een rubberdam betere resultaten geeft.
  • Minder napijn met isolatie.
  • Beter zicht op het werkterrein.
  • Behandeling kan efficiënter worden uitgevoerd.

Technieken en hulpmiddelen die het gebruik en aanbrengen van een rubberdam makkelijker maken

  • Walter van Driel adviseert de rubberdamklem langzaam te plaatsen. Laat tijdens het plaatsen het element droogblazen door uw assistent, daardoor zakken de weefsels en kan de klem geplaatst worden op de glazuurcementgrens en wordt beschadiging van de gingiva voorkomen.
  • Breng bij kinderen een ligatuur aan om de klem om aspiratie te voorkomen.
  • Door gebruik van Opaldam (Ultradent) is het mogelijk om het element volledig te isoleren.
  • Om allergische reacties te voorkomen wordt het gebruik van een latexvrije rubberdam aangeraden.
  • Tijd is geen issue. Het is altijd mogelijk een rubberdam binnen 5 minuten aan te brengen.
  • Voor het isoleren van tanden kan ook gebruik gemaakt worden van wedjets. Bijvoorbeeld als het niet mogelijk is een klem te plaatsen op elementen kan ook gekozen worden tanden te isoleren zonder klem en enkel wedjets te gebruiken.

Walter van Driel studeerde van 1977 tot 1984 tandheelkunde aan de UvA. Van 1997-2005 was hij universitair docent endodontologie op het ACTA. Daarnaast heeft hij diverse functies vervuld binnen de NVvE en NMT. Hij is van diverse wetenschappelijke verenigingen lid en tevens Fellow van het International College of Dentists (ICD). Sinds 1986 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie. Walter geeft veel lezingen en cursussen over endodontologie. Hij is eigenaar van het CIDE in Den Haag, een cursuscentrum voor praktische cursussen, met name op het gebied van de endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Walter van Driel tijdens ENDO2014 van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Kaasmolaren en de (on)mogelijkheden vanuit orthodontisch perspectief

Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. Wanneer kunt u een kind met kaasmolaren doorverwijzen naar een orthodontist? Op welk tijdstip kunnen kaasmolaren het beste geëxtraheerd worden? Congresverslag.

Verslag van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Hypomineralisatie in het blijvende gebit

MIH en MH
Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. De prevalentie van een kaasmolaar in het blijvende gebit ligt tussen de 10-19%. In sommige gevallen zijn niet alleen de zessen aangedaan maar ook de incisieven. Hier worden de volgende termen voor gebruikt:

  • ‘Molar Incisor Hypomineralisation’ (MIH)
    Zowel de incisieven als de eerste molaren zijn aangedaan.
  • ‘Molar Hypomineralisation’ (MH)
    Alleen de eerste molaren zijn aangedaan.

Etiologie
De etiologie is multifactorieel.
Zuurstofgebrek tijdens de geboorte of astma, hoge koorts, otitis media, prematuriteit, malabsorptie en zelfs inname van dioxines via de moedermelk bij langdurige borstvoeding worden genoemd als mogelijke oorzaak.

Uitingen
Hypomineralisatie is te herkennen aan het aanwezige glazuurdefect. De aangedane elementen zijn overgevoelig voor warm, koude en mechanische prikkels. Ook is de DMFS-score hoger bij kinderen met kaasmolaren.

Extractie van de kaasmolaar

De behandeling van kaasmolaren kan erg variëren, van sealants tot en met het plaatsen van implantaten. Een van de behandelopties is extractie van de kaasmolaren. Behandeling van M(I)H vergt goede communicatie tussen de verschillende tandheelkundige professionals.

Gebitsontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren
Het is bekend dat de wortel afvorming sneller verloopt bij kinderen met kaasmolaren. Het is dus verstandig om kinderen met kaasmolaren al vroeg te verwijzen naar de orthodontist.

Op welk tijdstip moet er geëxtraheerd worden?
De furcatie vorming van de tweede molaren vindt plaats in de intertransitionele periode, dit is in de leeftijdsperiode 8-10 jaar. Extractie van de eerste (kaas)molaar kan het beste plaatsvinden in deze periode, dus wanneer de bifurcatie van de tweede molaren net te zien zijn op de OPG. Als deze timing wordt gehandhaafd dan is de kans groot dat de diastemen goed worden ingenomen door de doorbrekende tweede molaren.
Follow-up is erg belangrijk. Vooral de inclinatie van de tweede molaren moet goed gevolgd worden. Zolang deze parallel verloopt is er geen probleem. Kipt deze molaar naar mesiaal of linguaal dan is orthodontische behandeling nodig om de diastemen te sluiten. De kans is groot dat ook de verstandskiezen uiteindelijk op de plaats van de tweede molaren doorbreken.

Ernstige vormen en craniofaciale afwijkingen
Bij een ernstige vorm van MIH is een snelle wortelresoptie van de melkelementen in de zijdelingse delen opvallend. Ook komt MIH voor met andere craniofaciale afwijkingen. Voorbeelden zijn schisis, cleidocraniale dysplasie waarbij de botresorptie afwijkend verloopt en er veelal sprake is van geretineerde elementen, oligodontie waarbij ectopische resorptie van de eerste molaren geregeld optreedt.

Extractie in de bovenkaak
Indien er sprake is van ruimtegebruik dan kunnen de eerste molaren in de bovenkaak het beste zo lang mogelijk behouden blijven. Bij extractie van de eerste molaren in de bovenkaak moet er rekening gehouden worden met een eventueel zakkende sinusbodem in extractie alveole.

Samenvatting

  • Veel dentities laten hypocalcificaties zien.
  • Niet alle kaasmolaren zijn te behouden.
  • Orthodontische interventie kan verhoudingen verbeteren.
  • Behandeling vergt een goede samenwerking tussen verschillende disciplines.
  • Wortelafvorming verloopt sneller samen met de dentale ontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren.
  • Maak op tijd een OPG bij iemand met kaasmolaren.
  • Door een eerste (kaas)molaar te extraheren, behoeven de verstandskiezen niet meer geëxtraheerd te worden.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist,afdeling Orthodontie, UMCG, tijdens het afscheidssymposium ‘Kaaskiezen? Geen Keuze!’ in het UMCG.

Het afscheidssymposium van Bart Fledderus stond in het teken van kaasmolaren. Bart Fledderus, algemeen practicus, klinisch docent en kinder- en CBT-tandarts, werd door verschillende sprekers in het zonnetje gezet op deze dag. Ook de bezoekers die Bart niet persoonlijk kenden, hadden na deze dag een goed beeld van hem. Bart is een bevlogen man die geen tijd kent. Met plezier heeft hij veel betekend voor de tandheelkundige behandeling van kinderen, angstigen, ouderen en gehandicapten. Ook het behandelen van katten, honden en konijnen was voor Bart geen probleem. Bart heeft ook een tijd in het bestuur van Ivoren Kruis gezeten, de Nederlandse vereniging van mondgezondheid.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z
Geüpload naarCraniomandibulaire dysfunctie en orofaciale pijn: een lastige probleem?

Craniomandibulaire dysfunctie en orofaciale pijn: een lastig probleem?

Pijn is subjectief. Wat zijn de oorzaken van craniomandibulaire dysfunctie en orafaciale pijn en hoe behandelt u het? Verslag van de lezing van fysio- en manueeltherapeut dr. Jules Hesse.

Pijn is subjectief
De clinicus is afhankelijk van de pijnrapportage van de patiënt. Er is bestaat geen neurofysiologische of chemische test die pijn kan meten. Risicogroepen voor onder- en overbehandeling van pijn zijn: jonge kinderen, hoogbejaarden met cognitieve en/of emotionele handicap en gehandicapten. Taalbarrières en cultuurverschillen vormen ook een risico. Pijnschalen zijn een hulpmiddel bij onderzoek naar pijn, ook wel clinimetrie genoemd.

CMD en orofaciale pijn
Craniomandibulaire dysfunctie (CMD) is overwegend een musculo-skeletale klacht. Deze kaakklachten worden globaal onderverdeeld in: artrogene, myogene en gecombineerde vorm. Kiespijn in een voortand, maar geen oorzaak te vinden? De pijn zou veroorzaakt kunnen worden door een triggerpoint in de temporale spier. Triggerpoints in spieren kunnen een gerefereerde pijn veroorzaken. Uit recent onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen hoofdpijn, parafuncties (klem- en knarsgedrag) en nekklachten. Hoofdpijnklachten zijn vaak het gevolg van parafuncties en nekklachten kunnen worden aangezet en onderhouden door parafuncties. Als tandarts dient u alert te zijn op deze symptomen en zo nodig te behandelen.

Als de maximale mondopening niet meer wordt bereikt, wordt er gesproken van een trismus. Een myogene trismus is de meest voorkomende in de tandheelkunde, deze ontstaat vaak bij zwelling en pijn na het verwijderen van een verstandskies of een mandibulaire anesthesie. De spier m. pterygoideus medialis is hier het meest bij betrokken. Bij persisterende klachten kan na de ontstekingsfase eventueel gestart kunnen worden met een fysiotherapeutische behandeling van een myogene trismus.

Oorzaken CMD

  • Aantasting van het gewrichtsoppervlak
  • Spierincoördinatie
  • Vacuüm formatie (cavitatie-effect)
  • Synoviale vloeistof beweging
  • TMG hypermobiliteit (lateraal/mediaal. Ligamenten)
  • Tuberculum knap

60% van de bevolking heeft een kaakknap die doorgaans geen klachten veroorzaakt. Een gewrichtspijn is doorgaans beter te lokaliseren dan een musculaire pijn.

Interventie

Myogene klachten

  • Interventie snelheid: laag tot midden
  • Behandeling: instructies,counseling, oefeningen, splint
  • Splinttherapie is een behandeling die vaak wordt toegepast bij CMD. Bij deze behandeling dient u er rekening mee te houden geen geretrudeerde contactpositie van de onderkaak te nemen.

Arthrogene klachten

  • Interventie snelheid: hoog!
  • Met name snel insturen bij discus verplaatsing (”closed lock”) die een duidelijke mondopeningsbeperking veroorzaakt; meestal gaat dit gepaard met lokale (oor-)pijn.
  • Habituele condylaire luxaties: een zogenaamde ”open lock”.
  • Behandeling: insturen naar specialist of gespecialiseerd fysiotherapeut.

Dr. Jules R. Hesse (1954) was in 1982 als eerste fysio- en manueeltherapeut betrokken bij het onderwijs aan studenten tandheelkunde aan de UVA en VUMC. Hij is aangesloten bij de American Academy of Orofacial Pain (AAOP) en mede-oprichter van de Physical Therapy Board of Craniofacial and Cervical Therapeutics (PTBCCT). In zijn onderzoek heeft hij zich o.a. toegelegd op craniomandibulaire dysfunctie en orofaciale pijn. Op dit moment is hij verbonden aan de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van het Slotervaart Ziekenhuis en het VU Medisch Centrum. Daarnaast is hij als manueeltherapeut voor hoofdpijn-, kaak- en wervelkolomklachten verbonden aan het Sport Medisch Centrum Fysiomed. Van zijn hand zijn vele publicaties in de nationale en de internationale literatuur verschenen. Zo is hij o.a. mede-auteur van het boek Mondziekten-, kaak- en aangezichtschirurgie. Wereldwijd geeft hij vele lezingen aan zowel tandartsen, artsen en fysiotherapeuten.

Verslag door:
Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Jules Hesse tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice .

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

4 excuses van mondzorgprofessionals om internet marketing links te laten liggen

Veel mondzorgprofessionals maken gebruik van internet marketing: het contact leggen met de patiënt via internet. Toch bestaan er volgens DentristIQ redenen voor twijfel over de werking van internet marketing, maar is die onzekerheid gegrond te noemen?

1. Berichten per post kunnen versturen maakt internet marketing nutteloos
Mondzorgprofessionals verzonden voorheen hun berichten per post, maar op dit trage systeem was veel aan te merken. Internet marketing biedt echter uitkomst. Zo zorgt internet marketing ervoor dat de patiënt mondzorgprofessionals kan opzoeken die zich binnen diens regio bevinden.

2. Internet marketing werkt niet
Het werkt zeker! Haast elke mondzorgprofessional wereldwijd voorziet zich van internet marketing.

3. Patiënten doen aan mond-tot-mondreclame
Het bovenstaande is zeker waar, maar brengt niet voldoende. Weinig mensen wisselen hun ervaringen uit met anderen over hun mondzorgprofessional. Het investeren in internet marketing geeft juist een permanente en grotere toestroom van nieuwe patiënten.

4. Geen geld voor internet marketing
Het is een veel gehoord excuus. Maar: bij een goed aangeschreven bedrijf voor deze diensten, zullen de inkomsten al gauw de kosten overstijgen. Het is de investering zeker waard.

Bron:
DentristIQ


Lees meer over: E-health, Kennis

Spraak-app helpt mindervaliden met communicatie mondzorgprofessional

Wat is deze app?
Schotse wetenschappers aan de Universiteit van Dundee hebben een zogenaamde ‘spraak-app’ ontwikkeld. Dit programma helpt kinderen en volwassenen met een lichamelijke of geestelijke handicap om contact te leggen met hun mondzorgprofessional.

Wat doet de app?
Gehandicapten hebben veelal angst voor een bezoek aan een mondzorgprofessional en ervaren daarbij veel stress.

Het ‘Stories at the Dentist communication’ systeem bereidt mindervaliden voor op een bezoek aan hun mondzorgprofessional. Zo geeft het systeem de aanwezige opties van de behandeling en de nazorg. Deze opties worden gegeven op basis van de al bestaande gegevens van de patiënt. Een patiënt met autisme krijgt bijvoorbeeld voornamelijk afbeeldingen te zien, zoals van artsen.

Vervolgens kan de patiënt niet alleen een keuze maken uit deze plaatjes, maar ook welke opties angst opwekken. Nadat de patiënt zijn of haar keuze heeft gemaakt, wordt een rapport opgesteld. Dit rapport over de angst en voorkeuren van de patiënt wordt, voor de behandeling van start gaat, besproken tussen mondzorgprofessional en patiënt.

Wat brengt de toekomst?
In de toekomst moet deze app te downloaden zijn voor iedereen die behoefte heeft aan afstemming voor de mondzorgbehandeling.

Bron:
University of Dundee

Lees meer over: E-health, Kennis

Stoppen met roken bij de tandarts

In Noord-Ierland kunnen tandartsen hun patiënten binnen hun praktijk gratis externe begeleiding aanbieden om te stoppen met roken. “Stoppen met roken is goed voor je mondgezondheid”, zo motiveert een tandarts zijn deelname aan het project.

De Noordierse organisatie voor kankerbestrijding Cancer Focus Northern Ireland begon het door de overheid gefinancierde project aangezien 25% van de volwassenen er rookt en daarvan tweederde met roken wil stoppen. De helft van de rokers overlijdt er als gevolg van zijn verslaving.

Persoonlijke begeleiding
Cancer Focus zette een gratis begeleidingsservice op in onder meer tandartsenpraktijken, bedrijven en dorpshuizen. Degenen die willen stoppen met roken kunnen wekelijks rekenen op persoonlijke begeleiding én nicotinepleiseters of -kauwgom.

Losse tanden door roken
“Stoppen met roken is ontzettend goed voor je mondgezondheid”, vertelt tandarts Phillip McLorinan vanuit zijn praktijk in Dunmurry, een voorstad van Belfast. “Roken kan leiden tot verkleuring van tanden, tandvleesontsteking, losse tanden en mondkanker.

Bijna 70% stopt
Dunmurry Dental Practice was de eerste waar het project van start ging, en met succes. “Al 30 patiënten van ons maakten gebruik van de begeleiding en dit aantal blijft stijgen”, vertelt de tandarts. Het stoppen-met-roken project behaalt in heel Nood-Ierland goede resultaten: 68% van de deelnemers is na een behandeling van vier weken gestopt met roken.

Bron
Ireland’s dental magazine
Cancer Focus

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

De audit van een kwaliteitsmanagementsysteem

Een audit is een belangrijke tool om te toetsen of het kwaliteitsmanagementsysteem werkt. Het is een onderdeel dat thuishoort in de C-stap (Check) uit de verbeter- of PDCA-cyclus* In de vorm van een interview en een kritische blik op de documenten in het praktijkwerkboek, wordt getoetst of het managementsysteem nog voldoet aan de normeisen, het managementsysteem wordt nageleefd en er mogelijkheden zijn tot verbetering.

* De PDCA-cyclus is de basis voor een kwaliteitsmanagementsysteem. De letters staan voor:
P – Plan: De plannen die je maakt en doelen die je stelt voor de praktijkvoering.
D – Do: Je gaat aan de slag om de doelen te realiseren.
C – heck: Je checkt of je op de goede weg zit.
A – Act: Je stelt de doelen bij of zet een tandje bij om alsnog de doelen te behalen.

Soorten
Er zijn 3 soorten audits:

  • Een eerste partij of interne audit binnen dezelfde organisatie.
  • Een tweede partij of externe audit waarbij een organisatie een leverancier of aannemer audit.
  • Een derde partij of externe audit uitgevoerd door een onafhankelijke organisatie, ook wel een certificatieaudit genoemd.

Voorwaarden
Een audit moet aan diverse voorwaarden voldoen om succesvol te verlopen:

  • Een audit dient plaats te vinden door een onafhankelijk persoon voor een objectief resultaat.
  • Er moet een toepassingsgebied of scope vastgesteld worden. Zo kan men ervoor kiezen om binnen een praktijk alleen de processen te toetsen die betrekking hebben op de eerstelijns tandheelkunde en niet de processen voor de orthodontie.
  • Er moeten auditcriteria of eisen geformuleerd worden welke dienen als referentie waartegen getoetst gaat worden. Zo kan getoetst worden of men voldoet aan wet- en regelgeving, normen, procesbeschrijvingen in het praktijkwerkboek en werkinstructies.
  • Feiten en bewijzen vormen de basis op grond waarvan conclusies worden getrokken om gericht actie te kunnen nemen.

Een concreet resultaat is bijvoorbeeld dat er behoefte is aan training of dat niet conform een procedure in het praktijkwerkboek gewerkt wordt. Op grond daarvan kan weer actie worden ondernomen en de PDCA-cyclus is weer rond.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Triatleten brengen hun mondgezondheid in gevaar

Hoe meer sporters trainen, hoe meer hun mondgezondheid in het geding komt. Zij hebben vaker last van tanderosie dan niet-sporters en hun speekselproductie is niet optimaal. Dat blijkt uit een Duitse studie, schrijft Dentistry.

Minder speeksel
Voor deze studie werden twee groepen vergeleken: 35 triatleten en 35 niet-sporters. De triatleten produceerden minder speeksel en hun speeksel had een lagere ph-waarde.

Meer tanderosie
Verder had de groep triatleten meer tanderosie. Atleten gebruiken vaak sportvoeding en energiedrankjes met veel suiker tijdens het sporten. Dat vergroot het risico op tanderosie. Geadviseerd wordt om een rietje te gebruiken voor suikerhoudende dranken.

Bron:
Dentistry


Lees meer over: Kennis, Onderzoek