moderne adhesieven

Hechting aan tandweefsel: moderne adhesieven kunnen meer dan u denkt

De adhesieve technologie maakt onzichtbaar tandherstel mogelijk, er kan minimaal invasief gewerkt worden en de behandelingen zijn goed betaalbaar. Welk bondingsysteem kan er het beste gebruikt worden?

Met directe technieken kunnen er kleine kleurcorrecties vervaardigd worden, bijvoorbeeld bij een patiënt met fluorose. Ook zijn uitgebreidere behandelingen mogelijk, dit is bijvoorbeeld het geval bij iemand met ernstige erosie/abrasie waarbij er sprake is van beethoogteverlies. Door met glasvezelversterkt composiet te werken, wordt het mogelijk om steeds grotere sterke composietvullingen te vervaardigen. Het glasvezel voorkomt scheuren en breuk van het materiaal. Glasvezelversterkt composiet wordt altijd afgedekt met gewoon composiet, de bulk bestaat uit glasvezelversterkt materiaal. Ook is er veel mogelijk met porselein, de indirecte techniek.

Adhesieven
De trend op dit moment is een ‘all-in one’ bondingsysteem omdat dit snel en makkelijk werkt. De vraag is echter of dit materiaal duurzaam genoeg is. Er zijn veel verschillende bondingsystemen en producten op de markt. Welk bondingsysteem kan er het beste gebruikt worden?

Allereerst moet er onderscheid gemaakt tussen twee systemen, namelijk de ‘ets-en-spoel’ adhesieven en de ‘zelf-ets’ adhesieven (‘droog’ systeem).

‘Ets-en-spoel’ adhesief

De stappen voor het gebruik van dit systeem zijn als volgt:

  1. Isolatie
    Het te restaureren element moet goed drooggelegd worden, bij voorkeur met een rubberdam en matrix.
  2. Etsen met fosforzuur
    Eerst moet het glazuur geëtst worden en daarna pas het dentine. Vervolgens wordt er gespoeld en (zacht) gedroogd. Na het drogen wordt er gecontroleerd of het glazuur voldoende geëtst is.
  3. Aanbrengen van de waterhoudende primer
    Voor een optimale werking moet de primer ingemasseerd worden met een kwastje of micro-brush.
  4. Aanbrengen van een bonding agent (adhesief hars) en deze polymeriseren.

Glazuur vereist fosforzuur en voor glazuur geldt dus dat de ‘ets-en-spoel’ techniek de beste hechting geeft.
Fosforzuur lijkt echter te agressief te zijn voor dentine. Voor de hechting aan dentine speelt microretentie door harsuitlopers en de vorming van een hybride laag een grote rol. De natuurlijke bescherming van collageen, zijnde hydroxyapatiet, wordt door het fosforzuur verwijderd en bijkomend is de harsinfiltratie zelden volledig wat zorgt voor geleidelijke degradatie van de hechting. Hierdoor is het lastig om een volledig verzegelde hybride laag te bekomen.

Verbeteren hechting
Om deze hechting te verbeteren, kan het volgende gedaan worden:

  1. Het toepassen van de ‘ethanol wet-bonding techniek’.
    Na het etsen en spoelen wordt ethanol aangebracht als tussenfase. Dit is een meer geschikt medium voor het hars, waardoor het beter in het collageennetwerk infiltreert. Uit onderzoek blijkt dat deze techniek werkt, maar alleen indien ethanol in oplopende concentraties worden aangebracht. Voor een tandarts zal dit betekenen dat hij/zij hier minimaal drie minuten mee bezig is.
  2. Het inhiberen van biodegradatie door gastheerenzymen.
    Uit onderzoek blijkt dat gastheerenzymen door bondingsystemen worden geactiveerd en daar mede instaan voor de teloorgang van de hechting. Bijgevolg kan men met een gepaste inhibitor, zoals het in de tandheelkunde alom gebruikte chloorhexidine, dit proces van biodegradatie afremmen. Helaas is het positieve effect verdwenen na 12 maanden.

3.    Het toepassen van biomimetische reparatie van ‘ets-en-spoel’ hybride lagen.
Hier wordt gewerkt met calciumfosfaten om gedemineraliseerde hybride lagen te re-mineraliseren; deze methode neemt
echter ook verschillende weken in beslag en is daardoor klinisch moeilijk toepasbaar.

Uit onderzoek blijkt dus dat de bovengenoemde methoden wel potentiële oplossingen bieden maar op dit moment zijn ze (nog) niet goed uitvoerbaar in de praktijk.

‘Zelf-ets’ adhesief

Er bestaan verschillende ‘zelf-ets’ bondingsystemen. Afhankelijk van hun zuurtegraad reageren ze op verschillende wijze met het tandmateriaal en met de smeerlaag: Hoe lager de pH-waarde, hoe agressiever het bondingsysteem. De voorkeur gaat daarom uit naar een milde ‘zelf-etsende’ primer met een pH van ongeveer 2.
Bij gebruik van een ‘zelf-ets’ adhesief kan gesproken worden van een tweevoudige kleef-techniek omdat er sprake is van zowel microretentie als chemische hechting.

Monomeren
De chemische hechting is afhankelijk van het monomeer. Er bestaan verschillende monomeren, zoals bijvoorbeeld:

  1. 10-MDP
    Dit monomeer is duurzaam omdat het bindt aan hydroxyapatiet, dat zo collageen blijft beschermen, en er vindt vorming plaats van stabiel calcium-zout.
  2. phenyl-P
    Dit monomeer vormt geen stabiele binding met hydroxyapatiet en lost het integendeel op, het legt collageen vrij en resulteert in een onstabiel calcium-fosfaat dat ingebed wordt in de hybride laag.

10-MDP lijkt dus vele voordelen te hebben en draagt bij aan een betere hechting door de chemische interactie. Het is momenteel één van de meest doeltreffende monomeren.

Samenvatting

  • Moderne adhesieven zijn klinisch effectief.
  • Er moet een keuze gemaakt worden uit een ‘ets-en-spoel’ techniek of een ‘zelf-ets’ techniek.
  • Voor glazuur geldt dat het beste gekozen kan worden voor een ‘ets-en-spoel’ techniek.
  • Voor dentine is deze keuze lastiger:
    – Voor de ‘ets-en-spoel’ techniek geldt het volgende: hydroxyapatiet wordt verwijderd, collageen wordt vrijgelegd, er vindt diepe hybridizatie plaats en er is geen of nauwelijks (zwakke) chemische interactie. Kortom, er vindt collageendenaturatie en harsdegradatie plaats.
    -Voor het ‘zelf-ets’ adhesief geldt het volgende: het materiaal bindt wel aan hydroxyapatiet, het materiaal beschermt collageen, er vindt oppervlakkige hybridizatie plaats en er is sprake van een primaire chemische binding. Kortom, het gaat om een meer stabiele kleeftechniek.

Besluit
Het besluit op dit moment is dan ook dat beide kleeftechnieken nodig zijn. Glazuur moet selectief geëtst worden met fosforzuur. Voor een goede hechting aan dentine kan het beste een milde ‘zelf-etsende’ primer op basis van 10-MDP gebruikt worden. Na de primer wordt er in het ideale geval afzonderlijk een solventvrije bonding agent aangebracht en wordt deze vervolgens gepolymeriseerd. Hierna kan het composiet aangebracht worden.

Prof. Dr. Bart Van Meerbeek studeerde aan de KU Leuven in 1988 af als tandarts.
Is nu hoogleraar tandheelkunde aan de KU Leuven en geeft leiding aan de BIOMAT onderzoeksgroep te Leuven. Kijk op: http://med.kuleuven.be/biomat. Hij doet fundamenteel en klinisch onderzoek naar hechting van adhesieve materialen aan gemineraliseerde tandweefsels, glazuur en dentine. Daarnaast is hij algemeen practicus in de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Van zijn hand zijn honderden internationale artikelen verschenen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Periodontal Inflamed Surface Area (PISA), parodontitis als ontstekingslast

Wat is ‘Periodontal Inflamed Surface Area’ (PISA)? De relatie parodontitis – diabetes en parodontitis – reumatoïde artritis aangetoond. Verslag van klinische avond. Verslag van de lezing van dr. W. Nesse tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Wat is ‘Periodontal Inflamed Surface Area’ (PISA)?
Wanneer er naar onderzoeken over parodontitis wordt gekeken, dan blijkt dat er 13 verschillende definities van parodontitis worden gebruikt. Hiervan hanteert geen een van de onderzoeken de hoeveelheid ontstoken weefsel.
PISA staat voor de grootte van de wond in de mond veroorzaakt door parodontitis. Het weerspiegelt de ontstekingslast: hoe groter het wondoppervlak, hoe groter de ontstekingslast. PISA is relatief eenvoudig te berekenen en geeft een beeld van de systemische belasting van parodontitis.

Diabetes
Het hemoglobine A1c gehalte (HbA1c) reflecteert de bloedglucose spiegel over langere tijd. Er is onderzocht of er een relatie is tussen parodontitis en het HbA1c-gehalte in het bloed. Uit een onderzoek, dat is uitgevoerd op Curaçao, is gebleken dat naarmate de PISA-waarde toeneemt, het HbA1c-gehalte hoger is. Er kan dus gesteld worden dat ernstiger parodontitis samenhangt met slechtere bloedsuikerspiegel regulatie bij type 2 diabetes patiënten. De PISA is in een gezonde populatie (dwz mensen zonder diabetes) de enige definitie van parodontitis die het HbA1c-gehalte voorspelt.

Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis (RA) is een auto-immuun aandoening waarvan de oorzaak nog onbekend is. 1-3% van de bevolking heeft RA. De gewrichten zijn bij deze aandoening ontstoken. Het is een systeemziekte: er is sprake van extra-articulaire manifestaties, verminderde levensverwachting en het is invaliderend. Mensen met parodontitis hebben vaker RA en mensen met RA hebben vaker last van parodontitis. Het lijkt zo te zijn dat parodontale behandeling reductie geeft van RA ziekteactiviteit en ernst, maar om hier zeker van te zijn is meer onderzoek nodig.
ACPA (anti-citrullinated protein antibody) is een type auto-antilichaam dat typerend is voor RA. Jaren voordat RA manifesteert, blijkt er al ACPA aanwezig te zijn in het lichaam. Uit onderzoek met muizen is gebleken dat ACPA-transfusies de artritis verergeren. Citrulline is aanwezig in tandvlees bij parodontitis patiënten. Deze eiwitten kunnen dus mogelijk zorgen voor de een auto-antilichamen reactie specifiek voor RA.

Dr. W. Nesse is kaakchirurg in opleiding en werkzaam bij het UMCG, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Congres ‘Diagnostiek in de praktijk’

31 oktober 2014, Amsterdam RAI

Patiënten met een chronische ziekte, een knobbelfractuur, periapicale radiolucenties, kaakgewrichtsklachten, beginnende cariëslaesies, psychische problemen of een ongezond parodontium, u komt ze dagelijks tegen in uw praktijk. In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten

Inhoud
Door het congres ‘Diagnostiek in de praktijk’ loopt een rode draad: In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten. Wanneer gaat u wel een behandeling inzetten en wanneer (nog) niet? Is de parodontale status van uw patiënt ineens veel slechter? Kan ik beginnende cariës vroegtijdig herkennen en de patiënt aanzetten tot gedragsverandering? Is een gebarsten element nog te redden en neem ik een 2D of een 3D röntgenopname? Begin ik direct een endo of wacht ik rustig af? Is mijn patiënt gezond en hoe is zijn of haar psychische gemoedstoestand?

De sprekers hebben voor u een goed gestructureerde congresdag samengesteld. Diverse diagnostische vraagstukken, waarmee u dagelijks te maken heeft, worden tijdens het congres besproken. Zowel de theoretische achtergronden als heel praktijkgerichte informatie zullen uitgebreid aan de orde komen.

Acht bekende specialisten op hun vakgebied geven u genoeg stof tot nadenken. Over beslissingen die u bij iedere patiënt steeds weer neemt om de juiste diagnose te stellen. De basis voor iedere tandheelkundige (be)handeling. Een volle dag over onderwerpen die met bijna elke patiënt raakvlakken hebben. Een dag die u als tandarts of mondhygiënist niet wilt missen.

De sprekers en de titels van de lezingen

  • Dr. Denise van Diermen
    Medische diagnostiek
  • Prof.dr. Ad de Jongh
    Diagnostiek van (onderliggende) psychische problemen
  • Dr. Jules Hesse
    Diagnostiek van kaakgewrichtsklachten
  • Jan Berghmans
    Diagnostiek van fracturen: hoofdbrekens over barsten en breuken
  • Dr. Guus van Strijp
    Cariësdiagnostiek: waarom wachten op cavitatie?
  • Dr. Dick Barendregt
    Parodontale diagnostiek: hoe diep moet het probleem worden?
  • Dr. Erwin Berkhout
    Diagnostiek met straling, 2D en 3D beeldvorming
  • Michiel de Cleen
    Endodontische diagnostiek: snel ingrijpen of rustig afwachten?

Het congres wordt georganiseerd door Bureau Kalker.

Meer informatie en inschrijven

Lees meer over: Diagnostiek, Kennis, Scholing, Thema A-Z

NMT Fonds Mondgezondheid opgericht

De NMT kondigde op haar jubileumcongres de oprichting van het NMT Fonds Mondgezondheid aan. Dit fonds wil aandacht vragen voor de impact van mondgezondheid op de algehele gezondheid, meldt de NMT.

Het fonds zal voorlichting en onderzoek op dit gebied stimuleren en via speciaal gekozen projecten concrete steun aan groepen patiënten geven. Er zal dit jaar gestart worden met een pilotproject waarbij tandartspraktijken zorg bieden aan klanten van de voedselbank.

Partners van het fonds zijn Henry Schein, de VvAA en Philips Oral Care, naast de NMT.

De consumententest ‘Hoe gezond is je mond?’ liet eerder zien dat Nederlanders wel basiskennis hebben over het verzorgen van hun mond maar verder weinig weten over mondgezondheid. Deze test werd door ruim 10.000 consumenten ingevuld.

Bron:
NMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
studenten

ACTA-studenten starten stage in Suriname

Drie ACTA-studenten starten op 2 juni een stage in Suriname. In samenwerking met Jeugdtandverzorging zullen zij daar kinderen een mondzorgbehandeling geven en basisscholen bezoeken voor het geven van poetslessen. Voor hun onderzoek zullen wij gegevens verzamelen waarmee op termijn de mondzorg in Suriname kan worden verbeterd.

Daarnaast gaan zij, onder begeleiding van een Surinaamse tandarts, naar Botopasi en Poesoegroenoe in het binnenland van Suriname. Daar zullen zij tandheelkundige hulp leveren aan zowel volwassenen als kinderen voor wie dit anders onbereikbaar zou zijn. Ook hier zullen zij onderzoeksgegevens verzamelen.

Sponsoring
Het project zal ongeveer twee maanden duren. De studenten zoeken sponsoren voor dit grote project. U zou hen goed kunnen helpen met een financiële bijdrage of het beschikbaar stellen van materialen. Denk hierbij aan handschoenen, mondmaskers, kado’s voor kinderen, kindertandenborstel of zelfs oude extractietangen.

Interesse?
Heeft u interesse in het geven van een financiële bijdrage? U kunt uw bijdrage overmaken op rekeningnummer 446779520 t.n.v. A.J. Laret o.v.v. sponsoring stage Bright smile for Suriname.

Voor vragen of meer informatie kunt u mailen naar Denise Liem.

De studenten zullen ook een weblog bijhouden en zijn te volgen via Facebook, Twitter en instagram(BrightSmileSuriname). In ruil voor uw bijdrage kunnen zij iets voor u betekenen via social media.




Lees meer over: Kennis, Scholing

Cursus Stralingsdeskundigheid | Edin, div data, Maarn

Tijdens deze cursus wordt uitgebreid stil gestaan bij de stralingsbescherming in de tandartspraktijk. Deze cursus heeft als doel u op te leiden tot stralingsdeskundige niveau 5A/M. Daarnaast wordt u geholpen bij het opstellen van het zogenaamde Kernenergiewet dossier.

Voor wie
De cursus is bedoeld voor tandartsen, die formeel niet bevoegd zijn om röntgenstraling toe te passen of hiertoe opdracht te geven. Het toepassen van röntgenstraling door tandartsen is geregeld in de wet BIG en in het Besluit Stralingsbescherming. Op grond van de genoemde wetgeving is een tandarts alleen bevoegd om röntgenstraling toe te passen wanneer zij/hij een diploma stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5 heeft behaald. Het diploma stralingsbescherming is een apart diploma naast het tandartsdiploma, dat pas sinds de negentigerjaren deel uitmaakt van de studie. Er zijn dus tandartsen, die tijdens kun opleiding geen diploma stralingsbescherming hebben behaald en dit ook na hun opleiding niet hebben gedaan. Voor deze tandartsen heeft Edin samen met AVS de cursus Stralingsbescherming opgezet.

Leerdoelen
Na de cursus Stralingsbescherming bent u als tandarts bevoegd röntgenstraling toe te passen en hiertoe opdracht te geven. Tijdens de cursus worden de volgende onderwerpen behandeld:

  • mogelijkheden waarop mens en milieu zo veel mogelijk tegen de risico’s van straling worden beschermd
  • de risico’s van straling tijdens zwangerschap
  • de wettelijke verplichtingen voor de tandarts bij het toepassen van röntgenstraling, zoals het Kernenergiewet (KEW) dossier
  • het opstellen van een KEW-dossier

 

Lees meer over: Kennis, Scholing

Steeds hogere studieschuld voor Britse studenten tandheelkunde

Steeds hogere studieschuld voor Britse studenten tandheelkunde Britse studenten tandheelkunde hebben het financieel steeds zwaarder. De huidige eerstejaars studeren waarschijnlijk af met een studieschuld tot 60.000 pond. Dat verwacht de British Dental Foundation (BDA), schrijft Dentistry .

De verwachte studieschuld van de huidige studenten is fors toegenomen. Studenten tandheelkunde die afstudeerden in 2013 leenden veel minder: bijna 25.000 pond.

Collegegeld
De BDA wijt de hogere studiekosten onder andere aan het verhoogde collegegeld. In het Verenigd Koninkrijk bedraagt het collegegeld bij veel universiteiten 9.000 pond. Ook becijferde de BDA dat de kosten voor levensonderhoud kunnen oplopen tot 38.000 pond.

Lenen
De BDA pleit nu voor gunstigere studieleningen, zodat de studie tandheelkunde toegankelijk blijft voor alle geïnteresseerden.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Scholing
boekje-johnny-joker

Leuker tandenpoetsen met Johnny Joker

Wat zou er gebeuren als kinderen nooit meer tanden hoeven te poetsen? Het boekje Johnny Joker houdt zijn kiezen op elkaar laat het zien. Een grappig, mooi en educatief kinderboekje over tandenpoetsen.

Bekijk het boekje in Johnny’s winkel

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Te weinig AED’s in Nederlandse tandartspraktijken

Als een patiënt een hartstilstand krijgt, is het belangrijk om snel te reanimeren. Enkele weken geleden is er in de media veel aandacht besteed aan reanimatie met de AED.

Meer hartstilstanden
Door de toenemende vergrijzing zullen levensbedreigende cardiovasculaire aandoeningen vaker voorkomen. Het risico dat een tandarts of mondhygiënist in de praktijk met een dergelijke situatie wordt geconfronteerd is daardoor ook toegenomen. Enerzijds kan een acute situatie ontstaan door de tandheelkundige behandeling, anderzijds kan een hartstilstand zich bij toeval voordoen, bijvoorbeeld in de directe omgeving van de tandartspraktijk.

Noodsituaties in de praktijk
Uit een onderzoek van de universiteit van Dresden bleek dat van de 620 ondervraagde tandartsen iets meer dan de helft (57%) tot 3 noodsituaties had meegemaakt. Zesendertig procent van de tandartsen kwam in aanraking met tot 10 noodsituaties. Naast hartstilstand en vasovagale collaps waren er andere ernstige situaties zoals acuut coronair syndroom, anafylactische reactie, luchtwegobstructie en cva (Müller et al. 2008).

AED vaker gebruikt
De AED wordt momenteel met grote regelmaat ingezet. Onderzoek in Noord-Holland wijst uit dat bij bijna 60% van alle hartstilstanden vóór aankomst van een ambulance een AED wordt aangesloten (Koster 2014). Ofschoon deze studie een grotere beschikbaarheid en inzet van AED’s door burgerinitiatieven aantoont, is er nog ruimte voor verbetering.

AED ontbreekt bij praktijken
Uit een recent onderzoek in België onder tandartsen blijkt dat een AED zelden in de praktijk aanwezig is (van Parys 2011) Onderzoek uit Duitsland wijst uit dat slechts 2% van de tandartsen een AED bezit (Müller et al. 2008). In België is dit percentage nog lager: 1,3% (van Parys 2011). Hoe het met de Nederlands praktijken is gesteld, wijst onderzoek niet uit.

Juiste training en uitrusting
Ofschoon medische noodgevallen in de tandartspraktijk eerder een uitzondering zijn, zijn ze zeker niet zonder levensgevaar (Girdler et al. 1999). Het verdient daarom aanbeveling praktijken uit te rusten met een AED om in acute cardiale noodgevallen hulp te kunnen bieden. Naast Atherton et al adviseren ADA counsil on scientific affairs ook een training met een AED te volgen om juist te kunnen reageren in acute omstandigheden. (Atherton et al. 1999 en ADA counsil on scientific affairs, 2002) Naarmate eerder wordt ingegrepen, worden bij een acute hartstilstand de overlevingskansen aanzienlijk vergroot.

Door:
Th.L. Balm, Cardiarent, verhuur van AED’s.

Bronnen:

Lees meer over: Bedrijven, Kennis, Onderzoek, Scholing, Veiligheid

Stappenplan Legionella beheersing

In veel praktijken voldoet de waterkwaliteit niet aan de in de WIP-richtlijn gestelde norm, blijkt uit een onderzoek uit 2012 onder 211 tandartspraktijken*. Tweederde van de praktijken had een waterkwaliteit boven de norm. Uit het verleden zijn weinig aantoonbare schadelijke gevolgen hiervan bekend, maar de gevolgen van een matige waterkwaliteit kunnen voor zowel behandelaar als patiënt groot zijn.

In dit artikel vindt u een geadviseerd stappenplan om controle te krijgen over de waterkwaliteit binnen de praktijk.

Norm
In de WIP-richtlijn is de gewenste norm beschreven van < 200 KVE/ml (kolonievormende eenheden per ml) en zijn spoelmaatregelen opgenomen. Zo moeten alle unitleidingen ‘s morgens voorafgaand aan de eerste behandeling worden doorgespoeld (tenminste 30 seconden) en tussen twee patiënten in worden de gebruikte leidingen, zonder hand- en hoekstukken, eveneens doorgespoeld (tenminste 10 seconden).

Oorzaken slechte waterkwaliteit
Met het doorspoelen van de unit wordt het effect van stilstaand water op de groei van bacteriën grotendeels tegengegaan. Uit praktijkverhalen blijkt echter dat stilstaand water niet de enige oorzaak kan zijn voor een slechte waterkwaliteit. Andere oorzaken zijn:

  • Doorlevering van bacteriën vanuit een voorgeschakeld systeem.
  • Lussen in leidingen, waardoor water minder goed doorspoelt.
  • ‘Dode’ leidingen binnen de praktijk die voor stilstaand water zorgen.
  • UV systemen in behandelstoelen die onnodig permanent en voor water opwarming zorgen.
  • UV systemen die een te gering doordringingsvermogen hebben.
  • Lekkend terugslagventiel.
  • Warme en koude leidingen die te dicht bij elkaar zijn aangelegd.

Met onderstaand stappenplan kunnen praktijken deze risico’s goed beheersen en hun waterkwaliteit laten voldoen aan de geldende norm.

Stappenplan

  1. Meten is weten
    De eerste stap in het voorkomen van vervuiling van het unitwater, is weten hoe het gesteld is met de waterkwaliteit. Meten dus. Advies daarbij is om zowel te testen op het totaal aantal kolonievormende eenheden als ook op de aanwezigheid van Legionella en Pseudomonas. Bij de meeste tests kan de praktijk zelf een monstername doen en deze opsturen aan het lab.
  2. Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)
    Bij een waterkwaliteit boven de gestelde norm gaan praktijken soms direct over tot het desinfecteren van de unit en leidingen. Echter, de aanleiding kan zeer divers zijn, dus is het van belang allereerst de risico’s van het waterleidingnet te identificeren. BRL 6010 gecertificeerde bureau’s kunnen een dergelijke RI&E uitvoeren (niet te verwarren dus met de Arbo RI&E).
  3. Gericht maatregelen nemen
    Het RI&E rapport brengt alle risico’s van het waterleidingnet binnen de praktijk in kaart en schrijft beheersmaatregelen voor. Vervolgens kan de praktijk gericht verbetermaatregelen doorvoeren, waarmee de waterkwaliteit wordt verbeterd. Na enige tijd dient opnieuw een monstername gedaan te worden om het resultaat van de genomen maatregelen te beoordelen.
  4. Onderhoud uitvoeren
    Alleen door regelmatig te testen houdt de praktijk ook daadwerkelijk grip op de waterkwaliteit. Advies is om bij elke unit 1 tot 2 keer per jaar een watertest uit te voeren.

* Onderzoek door ACTA-onderzoekers Wim Crielaard en Rob Exterkate, zie NT Blad 13/2013, p. 32.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement
Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en het verbeteren van de praktijkvoering.

Lees meer over: Bedrijven, Kennis, Onderzoek, Praktijkhygiëne, Praktijkorganisatie, Thema A-Z, Veiligheid

Onthullend promotiefilmpje blameert Australische tandartsenvereniging

Een seksistisch promotiefilmpje voor een groot tandartsencongres bracht een Australische tandartsenvereniging in moeilijkheden, dat schrijft The Australian.

Burlesque
Het filmpje bevat beelden van een burlesque-act, onderdeel van een “Dentist Late Night’ programma tijdens een Australisch tandartsencongres vorig jaar. Daarbij waren zeer schaarsgeklede artiesten te zien.

Social media
Het filmpje was bedoeld om een congres van de Australian Dental Association te promoten. Daarom werd het gepubliceerd op Facebook en Youtube.

Klachten
De video werd verwijderd nadat een verenigingslid zich per e-mail beklaagde over de inhoud ervan. Ook op Twitter werd het filmpje ‘seksistisch’ en ‘ongepast’ gevonden.

Bron:
The Australian

Lees meer over: Kennis, Scholing
M3 inferior: wel of niet verwijderen?

M3 inferior: wel of niet verwijderen?

Wat is het juiste moment om een verstandskies in de onderkaak te verwijderen?
Lees de adviezen aan de hand van literatuur en casuïstiek. Verslag van de lezing van kaakchirurg Jacques Baart.

Bij voorkeur wordt een verstandskies verwijderd op jonge leeftijd, tussen de 20-25 jaar. Maar waarom niet nog eerder? Het verwijderen van alleen een tandkiem (germectomie) is namelijk een eenvoudige ingreep.

Citaten uit een aantal met name retrospectieve studies

Uit een onderzoek waarbij in de onderzoeksgroep preventief de M3 inferior verwijderd werd, bleek dat bij 6% van de controlegroep (waar niets werd gedaan) per jaar toch een indicatie ontstond om de M3 inferior te verwijderen. Preventieve verwijdering is dus niet per se nodig. Tussen deze groepen bestaan verder geen verschillen in nabezwaren en kosten. Een afwachtende strategie met betrekking tot het verwijderen van de M3inferior is dus in het algemeen verstandig.

In een andere studie werd gekeken naar de frequenties van vroeg-operatieve complicaties zoals pijn, zwelling, trismus, alveolitis en foetor ex ore en laat post-operatieve complicaties (> 10 dg) zoals pijn, zwelling en zenuwuitval bij 1282 M3 verwijderingen.
Conclusies uit dit onderzoek:

  • 60% van de behandelde patiënten valt in de leeftijdscategorie 20-25 jaar.
  • In 16-20% van de gevallen treden er complicaties op, hiervan is een klein aantal blijvend.
  • Bij vrouwen treden er meer complicaties op dan bij mannen (man:vrouw = 40%:55%)
  • Er moet een reden zijn om de kies te verwijderen. Indicaties voor het verwijderen van de M3inferior zijn: cariës, beperkte mondhygiëne, pericoronitis, parodontitis, ruimtegebrek, aanwezigheid van een abces, pulpitis, aanwezigheid van een cyste, het ontbreken van een antagonist, parodontitis apicalis, focus, prothetische redenen, orthodontische reden en een wortel- of kaakfractuur.

Adviezen aan de hand van casuïstiek

M3 inferior deels zichtbaar
Wanneer een M3inferior scheef doorkomt en deels zichtbaar is dan is dit een indicatie voor extractie. Het element is namelijk onbereikbaar voor goede mondhygiëne en bereikbaar voor bacteriën.

M3 inferior niet zichtbaar, wel sondeerbaar
Wanneer de verstandskies niet zichtbaar maar wel sondeerbaar is en er geen sprake is van pockets en pus dan kan in overleg met de (vooral oudere) patiënt gekozen worden het element in eerste instantie te laten zitten. Bij elke controle moet opnieuw gekeken worden of er geen pockets ontwikkelen. Een goede mondhygiëne is belangrijk.

Crowding onderfront
Het is bewezen dat een verstandskies in de onderkaak niet bijdraagt aan crowding in onderfront. Dit is dus geen indicatie.

Röntgenologische controle
Het kan voorkomen dat zich ter plaatse van nog geïmpacteerde M3inferior een cyste ontwikkelt of dat het element zorgt voor resorptie van de tweede molaar. Wanneer zich geen klachten voordoen en er lokaal geen pathologie is (pocket, ontsteking, BOP-) is het maken van een OPT eens in de 3-5 jaar voldoende om dit in de gaten te houden.

Cyste
In de onderkaak kan er ontwikkeling plaatsvinden van een folliculaire cyste, keratocyste of ameloblastoom. Het is belangrijk om hier op tijd bij te zijn, bijvoorbeeld door eens in de 3-5 jaar een OPT te maken van een tot dan toe asymptomatische verstandskies. Het is echter niet juist om een verstandskies om deze reden preventief te verwijderen. De frequenties van deze pathologie is veel lager dan het ontstaan van serieuze complicaties bij preventieve M3 verwijdering.

Twijfel
Wanneer er twijfel bestaat bij de tandarts of het verwijderen van de M3 inferior wel of niet de beste keuze is, dan is het beter om wat ruimte te bewaren voor de kaakchirurg. Vraag een kaakchirurg wat zijn/haar behandeladvies is. Een kaakchirurg kan beter de risico’s inschatten van een dergelijke behandeling en hierdoor weet een patiënt ook beter waar hij/zij aan toe is. Bij een klacht van de patiënt is de kaakchirurg aansprakelijk en niet de tandarts.

Decapiteren (of coronectomie)
Wanneer de M3 inferior tegen de nervus alveolaris inferior is gelegen, is decapiteren van het element ook een mogelijkheid. In deze gevallen wordt alleen de kroon verwijderd. In 80% van de gevallen krijgt de patiënt nooit last van de wortelrest. Indien de patiënt wel last krijgt dan is de kans groot dat de wortelrest niet meer op de nervus ligt.

Samenvatting

  • De M3 inferior mag alleen op indicatie verwijderd worden.
  • Baseer de keuze niet op een uitzonderlijke casus waarin het fout is gegaan.
  • Bij verwijzing: laat ruimte over voor de kaakchirurg en vraag om advies en eventuele behandeling.
  • De behandelkeuze is afhankelijke van de volgende criteria: anamnese, klinisch onderzoek, röntgenologisch onderzoek (3-5 jaar mag er tussen zitten).
  • Overweeg decaputatie in geval van een nauwe relatie met de nervus.

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie en Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde.

Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT  NVvE  NVVRT  NVvK  VvO  NVMKA  RTV  NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
internet

Gratis online cursus tandheelkunde moet meer studenten trekken

Geïnteresseerden kunnen sinds maart 2014 een online cursus tandheelkunde volgen van Sheffield University. Daarmee wil de universiteit tieners aanmoedigen tandheelkunde te gaan studeren, schrijft Belfast Telegraph.

Online lessen
De gratis cursus duurt zes weken en wordt gegeven als massive open online course (MOOC) op Futurelearn. Studenten van over de hele wereld leren onder andere over veel voorkomende mondziekten en nieuwe tandheelkundige technieken zoals 3d-geprinte tanden.

Tieners helpen
Sheffield University wil tieners met de cursus helpen bij hun studiekeuze. Studenten krijgen een voorproefje van het vak tandheelkunde. De cursus biedt ook een goede voorbereiding op een studie tandheelkunde. Volgens de universiteit hebben de studenten een streepje voor bij toelatingsgesprekken.

Bron:
Belfast Telegraph


Lees meer over: Kennis, Markttrends, Scholing, Thema A-Z
Acute medische situaties

Wat te doen bij acute medische situaties?

De overheid stelt dat tandartsen bij acute medische problemen hulp moeten kunnen bieden totdat de ambulance voorrijdt of andere professionele hulp arriveert. Dit heet tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. In veel groepspraktijken zijn er al kastjes met een AED. De reanimatie slaagkans met een AED is 60 %. Een handmatige reanimatie heeft slechts 20 % kans van slagen.

Wat kunt u doen bij acute medische situaties? Verslag van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen, arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie en de heer dr. H.S. Brand, medisch bioloog.

Ademhalingsmoeilijkheden
Een normale ademhaling is 10 tot 12 maal per minuut. Er wordt een case behandeld van iemand met een astma bronchiale aanval. Vraag vooral bij lange (endo)behandelingen of deze patiënten een Ventolin spray mee willen nemen. Als de patiënt een aanval krijgt, is de spray dichtbij.

Wat ook nog wel eens voorkomt is een hyperventilatieaanval. Kenmerkend is de oppervlakkige ademhaling, lichtheid in het hoofd, tintelingen in vingers en rondom mond. De goede actie is de patiënt rechtop te laten zitten en in een plastic zakje te laten ademen totdat de patiënt rustiger wordt.

Controleer bij een ernstige cyanose (benauwdheid) met blauwe tong, neus en handen het bewustzijn en de hartslag en bel de ambulance. Ga reanimeren en als u een zuurstoftank heeft met een masker, sluit deze direct aan.

Allergische reactie
Een anafylactische reactie vindt plaats als iemand ernstig allergisch is. Dit heet het type I reactiepatroon. Deze reactie kan onder andere optreden bij contact met latex, gutta percha en anesthetica. De patiënt krijgt een rood gezwollen gezicht, klamme huid, zwakke snelle pols en lage bloeddruk. De patiënt kan ook duizelig worden en het bewustzijn verliezen. Het is slim als de tandarts een medische urgentiekoffer in zijn bezit heeft. Er moeten drie injecties gegeven worden met adrenaline, dexamethason en clemastine. Bel ook de ambulance.

Er zijn ook nog andere types overgevoeligheidsreacties: type II, III en IV . Deze zijn over het algemeen minder ernstig en gaan gepaard met huidreacties. Een overgevoeligheidsreactie van het type II is meer lokaal en gaat gepaard met weefselschade. Kenmerkend is dat een aantal allergenen zich aan het membraan van bepaalde lichaamscellen kunnen binden. Hierdoor verandert het membraan van structuur. Het type III kenmerkt zich door allergenen die met circulerende antilichamen in het bloed reageren waardoor immuuncomplexen ontstaan. Hierdoor ontstaat een lokale ontstekingsreactie. Ongeveer 6 uur na contact met het allergeen is de Type III overgevoeligheidsreactie maximaal. Het klassieke voorbeeld van het Type IV is de zogenaamde contactallergie. Hierbij passeren vetoplosbare stoffen (haptenen) de buitenste laag van de epidermis. Hierdoor ontstaan Th1 lymfocyten gericht tegen het allergeen. Bij een herhaald contact worden deze Th1 lymfocyten weer geactiveerd en er ontstaat weefselschade. Een type IV overgevoeligheidsreactie heeft aanzienlijk meer tijd nodig om zich te ontwikkelen, met een maximum van 24 tot 72 uur.

Hartinfarct
De patiënt krijgt pijn op de borst, uitstralend naar hals en kaakhoeken en/of naar linker schouder, arm en hand. Vaak is de patiënt misselijk en moet hij/zij braken.

De patiënt ziet bleek, transpireert, heeft een weinig krachtige polsslag en de bloeddruk is laag. Nitroglycerine kan uit de medische urgentiekoffer gehaald worden en sublinguaal toegediend worden. Als dit begint te werken dan is er sprake van angina pectoris.

In ernstige gevallen werkt dit niet en kan er een hartinfarct met circulatiestilstand ontstaan: in dit geval dient u onmiddellijk de ambulance te bellen en te starten met basale reanimatie. Geef een Aspirine 500 mg om het bloed te verdunnen en eventueel zuurstof uit de fles.

Hypoglykemie bij diabetes mellitus
Er is sprake van sufheid of motorische onrust, of verward of agressief gedrag. Er kunnen ook buikklachten zijn met een bleek gezicht en transpireren. De goede actie is om druivensuiker te geven en bji bewustzijnsverlies eventueel glucagon intramusculair 1 mg/ml in te spuiten.

CVA Herseninfarct
Hierbij is sprake van een halfzijdige verlamming, dwangstand van de ogen, een taal/spraakstoornis en eventueel bewustzijnsverlies. De te nemen actie is het controleren van bewustzijn, pols en ademhaling en zo nodig basale reanimatie uitvoeren. Het is belangrijk dat de patiënt zo snel als mogelijk naar het ziekenhuis vervoerd wordt.

Nieuwste reanimatietechniek
Het middagprogramma bestaat uit het oefenen van de reanimatie op poppen. Dit is een goede oefening en vooral het ritme van de reanimatie is zwaar.

De huidige reanimatietechniek is dertig maal met beide handen op elkaar op het borstbeen drukken 5-6 cm diep en daarna twee maal te beademen. Vervolgens weer dertig keer drukken. Bij voorkeur wordt dit na enkele minuten overgenomen door iemand anders. En hopelijk is de ambulance er dan al.

Urgentiekoffer
Zowel mevrouw Van Diermen als de heer Brand benadrukken dat het handig is om een medische urgentiekoffer in de praktijk te hebben met medicijnen die in acute situaties nodig zijn. Een urgentiekoffer bevat meestal: : Druivensuiker, glucagon-injectieset, adrenaline noodpen, dexamethason injectie, antihistaminicum injectie, antihistaminicum tabletten, zuurstof, nitroglycerine spray en Ventolin inhaler.

Informatie en cursussen over reanimeren
Op de site van de Nederlandse Reanimatie Raad kunt u posters over reanimatie downloaden. Cursussen reanimeren kunt u volgen bij:
Oranje Kruis
Rode Kruis
BHV Nederland

De Nederlandse Hartstichting heeft een app over reanimeren ontwikkelt die u gratis kunt downloaden.

Mevrouw D. Van Diermen is arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziekteleer en Medisch Tandheelkundige Interactie bij het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Tevens doet zij onderzoek op dit gebied. Daarnaast was Van Diermen bestuurslid van de Vereniging voor Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI).

De heer dr. H.S. Brand is medische bioloog en als universitair docent werkzaam bij de afdeling Parodontologie en Orale Biochemie en de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, bij het ACTA.

Verslag door Marian Vrolijk van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen en de heer dr. H.S. Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
dentcloud

DentCloud – patiëntregistratiesysteem in de cloud

De Netpoint group is al sinds 15 jaar uw allround dienstverlener in de mondzorg en stelt zich ten doel de meest innovatieve, betrouwbare en efficiency verhogende software en ICT producten ten behoeve van de mondzorg op de markt te zetten.

DentCloud®
Een overtuigend bewijs hiervan is het op 21 maart gelanceerde DentCloud®, waarvan Netpoint de Nederlandse vertegenwoordiging heeft. Het is een low budget patiëntregistratiesysteem in de cloud, speciaal gemaakt voor tandartsen en mondhygiënisten.

Het biedt de mogelijkheid tot uitgebreide dossiervorming, behandelplannen, röntgenfoto´s, correspondentie, agendabeheer en declareren/factoring. Onder andere door middel van autorisaties is DentCloud® bijzonder goed beveiligd. De kosten, eigenlijk kun je het gezien de prijs geen kosten noemen, bedragen € 0,99 cent per dagdeel (per aansluiting) dat u er daadwerkelijk gebruikt van maakt.

Toegankelijk via smartphone, tablet en pc. Indien u DentCloud® wilt testen kunt u er één maand lang gratis gebruik van maken.

Bekijk hier de demo

Vertrouwde producten
Maar ook de vertrouwde producten van Netpoint maken het werken voor u als specialist in de mondzorg en voor uw medewerkers efficiënt en makkelijk.

  • OrthWin
  • Dentium
  • OrthView
  • DentCloud
  • Factoring
  • Netpoint Tele Center
  • OrthoTracing

Meer informatie
Wilt u kennis maken met de Netpoint group of een van haar innovatieve producten? Klik dan op deze link voor een afspraak of neem contact met ons op.

Netpoint group B.V.
Elzenweg 31a
5144MB Waalwijk
I www.netpoint.nl
E info@netpoint.nl
T 0416 – 54 05 05




Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier, Praktijkorganisatie, Producten

Medische gegevens niet veilig bij NZa: minister start onderzoek

Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverleners en zorgverzekeraars zijn niet in veilige handen bij de NZa, meldt NRC. Zo waren voor het complete personeel, vakantiekrachten en uitzendkrachten jarenlang vertrouwelijke documenten te bekijken op de centrale computer, in de Outlook agenda en in het digitale postsysteem. Dit blijkt uit een dossier van een NZa-medewerker die hierover de klok luidde bij zijn werkgever. De medewerker pleegde enkele dagen later zelfmoord.

Na publicatie hierover in het NRC,  informeerde minister Schippers de Tweede Kamer over haar besluit een onafhankelijk commissie in stellen die het interne functioneren van de NZa gaat onderzoeken. Het onderzoek richt zich op het borgen van ICT-veiligheid, vertrouwelijkheid van dossiers en beoordeling van de inmiddels getroffen maatregelen.

Bron:
NRC
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Tarieven, Thema A-Z
gebit-500

Radboudumc ontvangt Amerikaanse subsidie voor kunstmatig kaakherstel

Onderzoekers van de vakgroep Biomaterialen (afdeling Tandheelkunde) van het Radboudumc hebben ruim 500.000 euro  ontvangen uit een subsidieprogramma van het Amerikaanse leger. Dit programma is bedoeld om onderzoek naar regeneratieve geneeskunde voor herstel van oorlogsverwondingen te versnellen. De Nijmeegse onderzoekers gaan de subsidie gebruiken voor verder onderzoek naar de toepassing van injecteerbaar cement bij botherstel in kaken en schedels.

Kaken herstellen
Jeroen van den Beucken, senior onderzoeker bij Biomaterialen gaat het onderzoek leiden: “We doen al langer onderzoek naar de vraag hoe we injecteerbaar botvervangend materiaal kunnen gebruiken om botweefsel te herstellen. Met dit project willen we de laatste experimentele vragen beantwoorden en toewerken naar de ontwikkeling van een product dat gebruikt kan worden bij patiënten.” Het betreffende kunstbot is gemaakt van calciumfosfaat en kan rond beschadigd bot geïnjecteerd worden. Afhankelijk van de ernst van het letsel, kan dit kunstbot binnen 3 tot 10 maanden volledig vervangen worden door lichaamseigen bot. Dit tempo is te sturen door de toevoeging van melkzuurpolymeren aan het botcement.

Eigen bot op gang helpen
De polymeren zitten als deeltjes ingesloten in het cement en worden door contact met vloeistof in het lichaam afgebroken tot natuurlijk melkzuur. Dit zuur zorgt voor snelle afbraak van het cement. Het melkzuur is bovendien zelf probleemloos biologisch afbreekbaar. De ruimtes die de polymeren achterlaten komen vervolgens vrij voor de ingroei van botweefsel. Op den duur vervangt het lichaam zo al het kunstcement door eigen bot. In de praktijk blijkt echter dat het afbraaktempo van het kunstcement het proces van botaangroei beperkt. Door optimalisatie van de polymeren in het cement kan de afbraak versneld worden.

Jeroen van den Beucken: “We willen met de subsidie verder werken aan een goede mix van kunstcement en polymeren die snel afbreekt, maar (op de langere termijn) wel zorgt voor stabiel botherstel. Onderdeel van ons onderzoek is ook de eerste studie bij menselijke proefpersonen. Samen met onze Amerikaanse partners moet dit leiden tot een product dat straks daadwerkelijk toegepast wordt bij patiënten.”

Bron:
Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Ben Tiggelaar

MBA in één dag: Masterclass voor tandartsen

MBA in één dag met Ben Tiggelaar, 13 mei. Fris uw kennis over leiderschap, strategie, organisatie en verandermanagement razendsnel op. Bij inschrijving krijgt u een extra masterclass cadeau! Tijdens deze masterclass op 3 juni laten Ben Tiggelaar en Alex Klein zien hoe u de theorie toepast in úw praktijk als tandarts. Gericht en op maat.

Steeds meer tandartsen zoeken naar manieren om bedrijfskundiger en ondernemender naar hun praktijk te kijken. Kritische klanten, sober overheidsbeleid én veeleisende verzekeraars zetten uw marges onder druk. Hoe maakt u uw praktijk nóg professioneler en klaar voor de toekomst?

MBA in één dag
Tijdens het seminar ‘MBA in één dag’ op 13 mei hoort u in één dag alle belangrijke inzichten en tips van de grootste managementdenkers ooit. Ben Tiggelaar laat o.a. zien:

• Hoe u leiding geeft met (veel) meer impact
• Wat u nodig heeft voor een messcherpe strategie
• Hoe u een verandering ‘tussen de oren’ krijgt

Inclusief masterclass voor tandartsen op 3 juni 2014
Door de unieke samenwerking tussen Edin en ‘MBA in één dag’ krijgen tandartsen bij inschrijving voor het seminar een extra masterclass cadeau! Tijdens deze masterclass op 3 juni laten Ben Tiggelaar en Alex Klein zien hoe u de theorie toepast in úw praktijk als tandarts. Gericht en op maat!

14.800 deelnemers gingen u voor!
In de afgelopen 10 jaar namen maar liefst 14.800 managers deel aan deze unieke seminarformule. In 2014 verzorgt Ben slechts één uitvoering van dit seminar, en wel op 13 mei. Dit is dus uw kans om uw managementkennis in sneltreinvaart bij te spijkeren. Grijp hem!

Ga naar de Edin website en schrijf je snel in!

Lees meer over: Kennis, Scholing

Hiv vroegtijdig opsporen door mondcontrole

Hiv-infecties zijn vroegtijdig op te sporen door in de mond te kijken. Een eenvoudige mondcontrole kan vooral voor mensen in lagelonenlanden levensreddend zijn. In gebieden waar hiv veel voorkomt, is het doen van een hiv-test vaak beperkt. Het is daarom belangrijk om lokale gezondheidswerkers te trainen in het doen van deze mondcontroles. Dit concludeert promovendus Lucina Koyio in een artikel dat op 14 maart verscheen in PLOS One. Op 9 april promoveert zij aan het Radboudumc.

Onderzoek in Kenia
Koyio deed haar onderzoek in Kenia, in een regio in het Nairobi-district met bijna één miljoen inwoners. Meer dan 8 procent van de bevolking in deze regio is met Hiv geïnfecteerd. De bestrijding van de ziekte is een hardnekkig probleem in Kenia. Veel mensen onderschatten de gevolgen van een hiv-besmetting, of laten zich uit sociale angst niet testen. Maar ook onbekendheid met de eerste symptomen van een hiv-infectie spelen een rol bij de moeizame bestrijding van de ziekte.

Zweren door verzwakte afweer
Patiënten met een hiv-besmetting krijgen vaak te kampen met zweertjes of verkleuringen in het gezicht en in de mond die over het algemeen pijnloos zijn. Bij 98% van de patiënten met hiv is het ontstaan van dergelijke plekken een eerste indicatie van een hiv-besmetting. De zweren worden in de meeste gevallen veroorzaakt door een infectie met een Candida schimmel. Deze schimmel komt van nature in de mond voor, maar leidt bij mensen met een verzwakt immuunsysteem (een van de gevolgen van een hiv-besmetting) tot infecties. De zweren ontstaan ook als een patiënt niet reageert op een behandeling met antivirale middelen, of als deze medicijnen niet goed worden ingenomen.

Trainen om hiv te herkennen
De meeste Kenianen zijn voor hun gezondheidszorg aangewezen op laaggeschoolde gezondheidswerkers in gezondheidscentra met erg beperkte middelen. Door het volgen van een training konden deze gezondheidswerkers hiv-infecties herkennen aan de typische mondverkleuringen. Pas nadat ze verkleuringen hadden vastgesteld, lieten ze een hiv-test doen. Op deze manier konden de beperkt beschikbare testen doelmatiger worden ingezet. Ook bij patiënten die al hiv-medicatie kregen konden de gezondheidswerkers op basis van de verkleuringen vaststellen of de antivirale middelen aansloegen.

Bron:
Persbericht Radboud UMC

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid geeft mondzorgadvies

Van 2 t/m 16 april kunnen consumenten bij de verzekeringswinkels van Zorg en Zekerheid gratis mondzorgadvies van mondhygiënisten krijgen.

Consumenten kunnen zich aanmelden via Zorg en Zekerheid voor een consult. Tijdens het 15 minuten durende consult wordt de gezondheid van het tandvlees beoordeeld en krijgt de consument advies over mondzorg.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Markttrends, Thema A-Z