Beschermende laag vermindert aanhechting van bacteriën op tandglazuur

Een beschermende laag vermindert de aanhechting van biofilm op tandglazuur. Dit stelt Nivedita Cukkemane van het ACTA in haar promotieonderzoek, meldt de VU. Biofilms zijn een bacteriebevattend slijmlaagje op de oppervlakten van bijvoorbeeld de mondholte, katheters of prothesen. In de mondholte spelen ze een rol bij tandbederf), tandvleesontsteking en ontsteking rond de tand of kies en ze zijn moeilijk te behandelen en controleren.

Beschermende lagen
Cukkemane ontwikkelde in het laboratorium onder andere twee verschillende beschermende lagen. Een laag op basis van peptiden die zijn afgeleid van in de natuur voorkomende eiwitmoleculen en een laag op basis van een op amino-alcohol gebaseerd ingrediënt. Beide lagen gaven een duidelijke vermindering van de aanhechting van orale bacteriën aan het tandglazuur. De toegepaste peptiden waren afgeleid van eiwitten die bij de mens van nature in speeksel voorkomen.

De nieuw ontwikkelde beschermende lagen zouden toegepast kunnen worden in mondverzorgingsproducten zoals mondspoelmiddelen, tandpasta’s en mondsprays. Daar is wel verder laboratoriumonderzoek en klinisch onderzoek voor nodig.

Bron:
VU

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

De verschillen tussen ISO 9001 en HKZ

Veel mondzorgprofessionals zien de bomen niet meer door het certificeringsbos. Een korte uitleg van de verschillen.

Als u werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem, kunt u dat doen op basis van meerdere soorten normen: normenschema’s. De normenschema’s die voor u als tandartspraktijk relevant en waardevol kunnen zijn, zijn de HKZ en ISO normen.

ISO 9001 normen
De ISO 9001 normen zijn de internationale normen voor kwaliteitsmanagement en zijn zo algemeen dat ze voor veel sectoren bruikbaar zijn. Er zijn ook recentelijk ISO 9001 normen ontwikkeld voor de zorgsector: de EN 15224 normen. Deze zijn voor alle subsectoren in de zorgsector geschikt en ook heel globaal opgesteld.

HKZ normen
De HKZ normen zijn sectorspecifiek. In de HKZ normen zijn zowel de algemene ISO 9001 normen opgenomen als normen die voor de desbetreffende sector belangrijk zijn zoals bepaalde wet- en regelgeving. Zo staan er in de HKZ normen (ook wel het certificatieschema genoemd) voor tandartsenpraktijken normen die bepalen welke informatie een patiënt dient te krijgen bij inschrijving. In de ISO 9001 normen staan deze normen niet, want normen voor het inschrijfproces zijn niet voor iedere bedrijfstak relevant.

Door een uitgebreider normenschema beschikt u na HKZ-certificering over zowel een ISO 9001 certificaat als een HKZ-certificaat en niet andersom. Indien u uw praktijkwerkboek op basis van sectorspecifieke HKZ normen opstelt, voldoet u aan alle eisen die voor u relevant zijn, ook bijvoorbeeld de belangrijke WIP-richtlijnen. Indien u het boek uitbreidt met behandelprotocollen, heeft u een boek dat staat als een huis en waarin alle informatie is opgenomen die voor uw praktijkvoering zo belangrijk is.

Let op, de certificaten dienen wel erkend te zijn door een geaccrediteerde instelling. Er zijn 3 certificerende instellingen die geaccrediteerd zijn om op basis van het normenschema voor tandartsenpraktijken externe audits uit te voeren. Dit zijn Lloyd’s Register, Kiwa en Tüv.


Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Kaaskiezen

Kaaskiezen

Kaaskiezen zijn kiezen waarvan de beschermende glazuurlaag niet of niet goed is ontwikkeld. Ze hebben gedeeltelijk of helemaal een kaaskleur (wit-crème tot geel-bruin) en kunnen er ook wat bobbelig uitzien. Ze zijn gevoeliger dan andere kiezen, omdat de buitenste laag zwakker is. Kaaskiezen komen zowel voor in het melkgebit als in het blijvend gebit. Het Ivoren Kruis ontwikkelde er een patiëntenfolder over.

Informatie
De folder geeft antwoord op vragen zoals Wat zijn kaaskiezen? Waardoor ontstaan kaaskiezen? Welke kiezen zijn gevoelig voor kaaskiezen? Doen kaaskiezen pijn? Kun je kaaskiezen beschermen? en Wat doet de tandarts aan kaaskiezen?

Bestellen bij Ivoren Kruis

Lees meer over: Patiëntenfolders volwassenen

Test uw kennis over wet- en regelgeving in de zorgplicht

De wetten en richtlijnen voor veiligheid, infectiepreventie, arbo en milieu worden regelmatig aangescherpt. Bent u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen?

Als werkgever in de mondzorg heeft u een zorgplicht naar uw personeel, uw patiënten en het milieu. Deze zorgplicht wordt omschreven in diverse wet- en regelgeving.

Deze vragenlijst staat niet meer open

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing

Consumentenbond voert actie tegen suikerpraatjes

Fabrikanten van levensmiddelen verdoezelen volgens de Consumentenbond hoeveel suiker er in een product zit. Ze omzeilen het woord suiker en proberen zo hun producten gezonder te laten lijken. De consumentenbond is van mening dat fabrikanten eerlijker moeten zijn over suiker in producten lanceert daarom de actie Suikerpraatjes.

Misleidend
Bart Combée, directeur Consumentenbond: “Toen wij etiketten eens goed gingen bestuderen kwamen we 50 verschillende namen tegen die fabrikanten gebruiken in plaats van het woord suiker. Ook gebruiken fabrikanten misleidende claims op producten waar veel suiker in zit. Ze noemen iets een ‘verantwoord tussendoortje’, terwijl eenderde van het product uit suiker bestaat.”

Suikerschandpaal
De actie Suikerpraatjes is onderdeel van de ‘Kletspraatjes’ actie tegen fabrikanten die misleidende namen, verpakkingen en etiketten gebruiken. De Consumentenbond heeft een Suikerschandpaal op haar website geplaatst en vraagt bezoekers de suikerpraatjes van fabrikanten via Twitter of Facebook te verspreiden.

Bron:
Consumentenbond

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
geweld

Online cursus meldcode voor de mondzorg gelanceerd

Professionals in de zorg hebben een belangrijke rol bij het signaleren en de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om ze hierbij te ondersteunen hebben Augeo Academy The Next Page, NMT, ANT en NVM de online cursus ‘Werken met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in de mondzorg’ ontwikkeld. In deze cursus leren tandartsen, mondhygiënisten en tandartsassistenten hoe zij moeten werken volgens de Wet Meldcode die sinds 1 juli 2013 van kracht is.

“Mondzorgprofessionals leren niet alleen hoe zij signalen van kindermishandeling, ouderenmishandeling en huiselijk geweld kunnen herkennen, de online cursus gaat ook heel concreet in op hoe je moet handelen als je vermoedt dat een kind of een volwassene mishandeld wordt”, aldus Augeo Academy The Next Page . “Ook worden de stappen van de Meldcode behandeld en biedt de cursus handvatten hoe je hier in de praktijk mee omgaat. Voor praktijkhouders biedt de cursus een praktische manier om het hele team bekend te maken met het onderwerp. Een online cursus kan namelijk op elk moment en elke plek gevolgd worden.”

Grote signaleringskans
De signaleringskans van huiselijk geweld en kindermishandeling is groot bij professionals binnen de mondzorg. Lichamelijke mishandeling vindt zeker in de helft van de gevallen plaats in het hoofd-halsgebied. Ook symptomen van seksuele mishandeling zijn goed zichtbaar voor een mondzorgprofessional. Tandartsen en hun team, orthodontisten en mondhygiënisten hebben door de periodieke controles regelmatig contact met patiënten, waardoor zij ook bij het signaleren van mentale vormen van mishandeling een belangrijke rol spelen.

Een team van tandartsen, mondhygiënisten, tandartsassistenten en specialisten heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de cursus. De online cursus duurt ongeveer twee uur en sluit af met een kennistoets. Na zes en na twaalf maanden volgt een opfrismoment om te zorgen dat de opgedane kennis paraat blijft. Er is accreditatie aangevraagd bij het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT), het Kwaliteitsregister mondhygiënisten (KRM) en de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundig Assisterenden (NVvTA) voor 2 punten.

Inschrijven
Mondzorgprofessionals kunnen de cursus bestellen via de website van Augeo Academy The Next Page

 

Lees meer over: Kennis, Scholing

VPM Mondhygienecongres: 7 februari, Ede

Op vrijdag 7 februari 2014 organiseert de Vereniging Promotie Mondhygiene (VPM) haar 13e VPM Mondhygienecongres in het CineMec te Ede. Het thema van dit congres is: “Back to the Future”.

Programma
08.45 – 09.30 uur: Ontvangst deelnemers

09.30 – 09.45 uur: Opening en inleiding op het thema door de dagvoorzitter Ellen Bol, mondhygiënist en directeur NVM

09.45 – 10.15 uur: Mondhygiënist van de toekomst
Dr. Katarina Jerkovic, mondhygiënist en hoofddocent Hogeschool Utrecht
Verschillende maatschappelijke en beroepsgerelateerde ontwikkelingen stellen andere, en hogere eisen aan de mondzorg van de toekomst. Veranderende zorgvraag en zorgaanbod, groeiend aantal ouderen, noodzaak voor transparantie en onderbouwing van de beroepsuitoefening zullen leiden tot een veranderende rol van de mondhygiënist in de toekomst.

10.15 – 11.00 uur: Controle door de mondhygiënist
Peter Paul van Bennekom, tandarts
De ontwikkelingen in het beroepenveld geven meer ruimte voor mondhygiënisten om zelfstandig verrichtingen uit te voeren. Met een blik vanuit de praktijk laat Van Bennekom zien hoe de mondhygiënist (samen met tandarts?) een essentiële rol speelt op het gebied van diagnostiek. Aan de hand van casuïstiek wordt een herkenbaar (en bruikbaar) model gepresenteerd voor de praktijk.

11.00 – 11.30 uur: Koffiepauze

11.30 – 12.15 uur: Een gezonde mond, zeker!…een mooie lach, graag!
Wenda Rodenburg, mondhygiënist
Tijdens de opleiding tot mondhygiëniste wordt alles geleerd over de gezonde mond en hoe deze te onderhouden. In de dagelijkse praktijk komt er een extra doel bij. Naast de gezonde mond graag een mooie lach. Welke rol kan de mondhygiënist in dit vraagstuk vervullen en kan hij/zij daar ook zelfstandig in handelen? Zijn er technieken die niet of nauwelijks door de algemeen tandartsen worden uitgevoerd?

12.15 – 13.30 uur: Lunch

13.30 – 14.30 uur: Samenwerking bij diabetes en mondgezondheid

14.30 – 15.00 uur: Theepauze

15.00 – 15.15 uur: Uitreiking VPM-Mondhygiene-prijs

15.15 – 16.15 uur: Gaan we poetsen met bacteriën?
prof.dr.Wim Teughels, onderzoeksgroep parodontologie, KU Leuven
Optimistische resultaten vanuit de gastrointestinale wereld hebben geleid tot de introductie van probiotica in de mondgezondheidszorg. Deze nieuwe anti/pro-microbiële therapieën openen nieuwe deuren voor de preventie en behandeling van mondaandoeningen.. Deze lezing zal een stand van zaken geven over het gebruik van probiotica voor orale gezondheidsdoeleinden.

1615 – 16.20 uur Afsluiting door de dagvoorzitter Ellen Bol

16.20 – 17.00 uur: Borrel

Organisatie
De Vereniging Promotie Mondhygiëne (VPM) is de brancheorganisatie van fabrikanten en direct betrokkenen die gezamenlijk het belang van de mondhygiëne centraal stellen.

Leden van de VPM zijn:
Advanced Dental Diagnostics, BohnStafleu van Loghum, Edin, GlaxoSmithKline Consumer Healthcare, Johnson & Johnson Consumer, Philips Oral Healthcare, TePe en Yakult.

Lees meer over: Kennis, Scholing

De do’s and dont’s van antibiotica

Het grote gevaar van antibiotica is resistentie. Door veelvuldig gebruik ervan kunnen bacteriën ontstaan waar antibiotica niet meer tegen opgewassen zijn. Een bekend voorbeeld is de MRSA-bacterie. In Zuid-Europa blijkt dat sommige subgingivale bacteriën niet meer de das omgedaan kunnen worden door antibioticaresistentie. Tandarts-Parodontoloog dr. Winkel legde tijdens het congres Paro Keukengeheimen uit hoe we verantwoord kunnen omgaan met antibiotica.

Voorzichtig met combikuur
Het is niet aan te raden om roekeloos om te springen met de combikuur van amoxicilline en metronidazol. Deze antibiotica samen kunnen colitis ulcerosa veroorzaken, een ontsteking van de dikke darm. ‘’De combikuur is een atoombom“, waarschuwde Winkel. “Als je het bijvoorbeeld op kan lossen met alleen metronidazol heeft dat de voorkeur boven de combinatie kuur.”

Elke parodontitis is anders. En elke patiënt heeft weer een andere behandeling nodig, al dan niet ondersteund door een (combi)kuur. Het is dus belangrijk om eerst een bacteriologisch onderzoek te doen voordat u een antibioticakuur voorschrijft. Zo voorkomt u over-treatment maar ook under-treatment.

Komen er geen bijzonderheden uit een bacteriologisch onderzoek maar ziet u wel wat bijzonders in de progressie van de parodontitis? In dat geval kan er genetisch iets aan de hand zijn. “Wij testen dan patiënten op het IL1 gen”. Er zijn namelijk 4 genotypen bij ontstekingsreacties:

  • Genotype 1
    Patiënten met een normale ontstekingsreactie
  • Genotype 2
    Patiënten met een sterke ontstekingsreactie door een verhoogde productie van pro-inflammatoire cytokinen IL-1 alpha en IL-1 beta
  • Genotype 3
    Als genotype 2 maar tevens wordt er te weinig anti-inflammatoire stof IL-1ra gemaakt
  • Genotype 4
    Patiënten hebben een verlaagde productie van het anti-inflammatoire IL-1ra wat resulteert in een verminderde remming van de ontstekingsreactie. Dit genotype komt in verhoogde frequentie bij peri-implantitis voor.

Bij type 2 ,3 en 4 moet er gezorgd worden dat het plak niveau zo laag mogelijk is bij. Dat kan betekenen dat er agressievere behandelingen qua chirurgie dienen plaatst te vinden maar ook dat er meer ondersteund moet worden met spoelmiddelen.

Lokale antibiotica
Er zijn lokale antibiotica op de markt. Deze producten hebben echter maar een klein indicatie gebied. Ze zijn namelijk niet geschikt bij A.a., P.g. infecties. Lokale antibiotica zijn vaak van de familie van de tetracyclines wat een bacteriostatisch antibioticum is: ze doden de bacteriën niet maar beletten wel dat ze zich vermenigvuldigen, zodat het lichaam de tijd krijgt om ze op te ruimen. Maar door de hoge concentratie in de pocket worden deze antibiotica bacteriocidisch en zijn ze bijvoorbeeld een goed instrument bij een peri-implantaire infectie op basis van commensale bacteriën.

Mondhygiëne
De mondhygiëne van een patiënt blijft altijd het belangrijkste. Hierbij hoort ook tongreiniging door middel van een tongschraper. Denk er ook eens aan om de patiënt vanaf linguaal te laten rageren. Gaasjes kunnen ook een welkome hulp zijn bij de mondhygiëne. Winkel adviseert ook mondspoelmiddelen als aanvulling op de basale mondhygiëne.

Edwin Winkel studeerde tandheelkunde aan de Rijks Universiteit Groningen. In 1985 was Edwin een van de oprichters van de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA) waar hij werkzaam is op het gebied van de parodontologie, implantologie en halitose. De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) verleende hem in 1989 de erkenning als parodontoloog (NVvP). Van 1990 tot 1997 werkte hij ook als parodontoloog in de Kliniek voor Parodontologie Alkmaar. In 1999 werd hij door de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI) erkend als implantoloog. Edwin promoveerde in 2000 op het proefschrift Systemic antibiotic therapy in periodontics. Sinds 2005 is hij universitair hoofddocent bij de afdeling parodontologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Sinds 1982 is hij spreker op nationale en internationale cursussen, symposia, workshops en congressen en is hij docent in de nascholingscursussen die de KvPA verzorgt voor tandartsen en mondhygiёnisten.

Verslag door Bertine van Roy en Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van het congres Paro Keukengeheimen van Dental Best Practice  



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Stofje in chocolade versterkt tandglazuur

Tandpasta met een werkzame stof uit chocolade verhardt tandglazuur net zo goed als tandpasta van bestaande merken. Dat concludeerden Amerikaanse onderzoekers, meldt Medscape.

Theobromine
De geteste tandpasta bevat het stofje theobromine, dat ook in chocola voorkomt. Uit een klinische studie blijkt dat de nieuwe tandpasta beter werkt dan fluoridetandpasta bij het verharden van tandglazuur. Theobromine kan in combinatie met fosfaationen en calcium het tandglazuur namelijk snel opbouwen.

Kindertandpasta
De tandpasta met theobromine wordt op de markt gebracht zonder fluoride. De tandpasta kan dus een uitkomst zijn voor kinderen, die geen fluoridetandpasta kunnen gebruiken.

Bron:
Medscape

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Implantaat slaagt vaker bij vrouwen

Vrouwen verliezen minder vaak een implantaat dan mannen. Dat blijkt uit een studie naar de slagingspercentages van implantaten in Duitsland, meldt ZWP online.

Slagingspercentage
Voor de studie weden 3000 patiënten gevolgd. Zij hadden sinds 1991 in totaal 10.000 implantaten gekregen. De patiënten verloren maar weinig implantaten. Ongeveer 90% van de implantaten was na 20 jaar nog aanwezig te zijn.

Verlies
Uit de studie bleek ook dat implantaten vooral in het eerste jaar worden verloren. De slagingskans van een implantaat werd door verschillende factoren beïnvloed. De kans op verlies was het kleinst bij:

  • Implantaten in een tandeloze onderkaak;
  • Implantaten die één tand vervangen;
  • Implantaten langer dan 10 mm;
  • Implantaten met een relatief grote doorsnede;
  • Moderne implantaten.

Implantaten met botopbouw deden het niet beter dan implantaten zonder opbouw.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

17 t/m 22 maart 2014: Week van de Mondhygiënist

Noteer alvast in uw agenda…. 17 t/m 22 maart 2014: de Week van de Mondhygiënist. Een week waarin praktijken hun deuren openen en gratis mondzorgadvies aanbieden.



Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NEN ontwikkelt concept voor normen tandheelkunde

Het NEN (Nederlands Normalisatie-instituut) heeft een concept standaard ontwikkeld met tandheelkundige diagnostische termen en definities. Tot en met 1 maart kunnen mondzorgprofessionals het ontwerp inzien en commentaar hierop geven.
Bekijk de concept standaard

De concept standaard is ontwikkeld om duidelijkheid te krijgen in de diagnostische termen en codes. Hiermee kan wetenschappelijk onderzoek in databases op een zelfde manier worden verwerkt en wordt communicatie met patiënten en andere mondzorgprofessionals vergemakkelijkt.

Bron:
NEN

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Cariës een van meest voorkomende chronische ziekte wereldwijd

Cariës is onder de wereldbevolking een van de meest voorkomende chronische ziektes. Maar, cariës en andere tandheelkundige ziekten, zoals orale kanker, krijgen in veel landen weinig aandacht. Naar schatting heeft tweederde van de wereldbevolking geen toegang tot een tandarts. Dit stelde Habib Benzian in zijn promotieonderzoek dat hij op 10 januari verdedigde aan de Universiteit van Amsterdam, meldt ACTA.

Benzia ontwikkelde de PUFA-index om de gevolgen van onbehandelde tandbederf te meten. De nieuwe index is goedgekeurd door de FDI.

Onbehandelde cariës kan volgens de onderzoeker leiden tot ongemak, pijn en infecties die een negatieve invloed hebben op de gezondheid en kwaliteit van leven. In zijn onderzoek toont Benzia aan dat kinderen op de Filppijnen met meerdere onbehandelde tandproblemen, vaak een lagere Body Mass Index hebben en vaker afwezig zijn op school dan kinderen met minder tandbederf.

Politieke besluitvormers geven mondziekten niet de voorrang die dit verdient, stelt de onderzoeker.

Bron:
ACTA

 

 

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Een telefoontje van een geïrriteerde patiënt

Af en toe zal een boze of geïrriteerde patiënt er alles aan doen om uw balie-assistent op de proef te stellen. Hoe gaat u hiermee om?

Telefonische gespreksvaardigheden zijn cruciaal in het verkrijgen en behouden van een goede relatie met uw patiënten. Maar dit is niet altijd even makkelijk. Af en toe zal een boze of geïrriteerde patiënt er alles aan doen om uw balie-assistent op de proef te stellen. Niet alleen haar telefonische vaardigheden, maar ook haar geduld.

Hoe kunt u effectief met een boze en geïrriteerde patiënt omgaan? Volg de volgende stappen:

  1. Laat de patiënt uitrazen. Onderbreek hem niet en geef geen defensieve antwoorden. Luister aandachtig en moedig de patiënt aan om meer te vertellen en te zeggen wat hij op zijn lever heeft. In deze fase heeft de patiënt nog teveel emotie, dus zal hij u waarschijnlijk niet eens horen.
  2. Actief luisteren. De meest effectieve manier om de woede van een patiënt te temperen is door oprecht te luisteren. Vat samen wat de patiënt zegt. Dit geeft u de mogelijkheid om zijn verhaal helder te krijgen. Daarnaast geeft u zo aan dat u uw best doet om de patiënt te begrijpen en dat u zich inleeft in de patiënt.
  3. Ga niet in discussie. Dat is net zo iets als terpentine op een BBQ gooien. Hoe meer u met uw hakken in het zand gaat, hoe meer de patiënt dit ook zal doen. De discussie wordt dan zo overschaduwd door emoties, dat de oplossing alleen maar verder weg komt te liggen. Door niet in discussie te gaan, geeft u de patiënt nog geen gelijk, maar hij wordt wel een heel stuk rustiger.
  4. Blijf kalm. De patiënt kan niet lang boos op u blijven als u kalm blijft. Uw kalmte laat ook zien dat u de patiënt en zijn emotie respecteert. Dat u oprecht geïnteresseerd bent in zijn klacht, zodat u er iets aan kan doen.
  5. Herhaal de klacht. Vat de klacht samen om te kijken of u de patiënt begrepen heeft.
  6. Biedt excuus aan. “Het spijt me dat het zo gelopen is mevrouw Janssen”. U erkent wederom geen schuld, maar u geeft wel aan dat u het vervelend vindt dat de patiënt uw zorg zo ervaart.
  7. Geef aan dat u de patiënt begrijpt. En dat u uw best zal doen om tot een goede oplossing te komen. Vraag eventueel aan de patiënt welke oplossing hij voor ogen heeft. Geef aan dat u er op terugkomt en wanneer (doe dat ook). Het kan ook zijn dat u afspreekt dat de Praktijkmanager op een afgesproken tijdstip terugbelt. Zorg er wel voor dat deze dat ook daadwerkelijk doet.

Door:
Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl

Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Speekseltest voor alvleesklierkanker

Alvleesklierkanker kon al worden vastgesteld met een speekseltest. Onderzoekers weten nu ook hoe biomarkers voor alvleesklierkanker terechtkomen in speeksel, schrijft Dentistry.

Alvleesklierkanker is een zeer agressief type kanker. Slechts 6% van de patiënten leeft 5 jaar na de diagnose nog. Bij het vermoeden van alvleesklierkanker wordt gewoonlijk een onaangename biopsie uitgevoerd.

Transport
Eerder was al bekend dat alvleesklierkanker ook opgespoord kan worden door speeksel te testen op bepaalde biomarkers. Hoe deze biomarkers in speeksel terechtkwamen, was echter nog onduidelijk. De huidige studie geeft daarover uitsluitsel na onderzoek bij muizen.

RNA-molecuul
Volgens de onderzoekers zijn de biomarkers in speeksel een bewerkte vorm van RNA-moleculen. RNA-moleculen brengen boodschappen over van het DNA in een cel. Bij alvleesklierkanker veranderen tumorcellen RNA op zo’n manier dat deze als biomarkers tevoorschijn komen in speeksel. Toen de onderzoekers dit proces verhinderden, vonden ze geen biomarkers meer in het speeksel van de onderzochte muizen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
De Face-bow-registratie in de praktijk

De Face-bow-registratie in de praktijk

Wanneer is een face-bow-registratie wenselijk en wat is het voordeel ervan? Welke hulpmiddelen zijn nodig bij een face-bow-registratie en hoe voert u dit uit? Web-tv verslag.

Verslag van de web-tv Face-bow-registratie van Bohn Stafleu van Loghum.

Wat is het voordeel van het gebruik van een face-bow?
Een face-bow-registratie kan worden gezien als een communicatiemiddel. Een tandtechnieker ziet de patiënt niet en met behulp van een face-bow-registratie wordt het voor de tandtechnieker duidelijk hoe de situatie in de mond is. Om een passend werkstuk te maken is een face-bow-registratie in bepaalde situaties essentieel.
Wanneer er geen face-bow-registratie plaatsvindt, wordt er gebruik gemaakt van een middenwaarde-articulator. Er bestaat dus een kans dat het ingipsen van de modellen niet op de juiste wijze gebeurt waardoor de situatie in de articulator niet overeen komt met de werkelijkheid. Dit heeft weer consequenties voor de werkstukken die vervaardigd moeten worden. Bij het registreren met een face-bow is er sprake van schedelbetrokkenheid. Er wordt rekening gehouden met de afwijkende verhoudingen en asymmetrieën van iemands gelaat. Een face-bow registratie bootst de werkelijkheid na en heeft dus alleen maar meerwaarde.

Wanneer is een face-bow registratie wenselijk?
Het doel van het registeren is het behouden en/of herstellen van de fysiologische occlusie en habituele occlusiebeweging om deze te laten eindigen in stabiele maximale occlusie.

Het gebruik van de een face-bow registratie is wenselijk in de volgende gevallen:

1. Kroon- en brugwerk
Een face-bow registratie is wenselijk bij uitgebreid kroon- en brugwerk. Onder uitgebreid kroon- en brugwerk valt het volgende:

  • Vervaardiging van kroon- of brugwerk bij meer dan drie elementen
  • Een frontbrug met een hoektand als pijler
  • Bij het vervaardigen van meerdere kronen op de laatste molaren
  • Bij het vervaardigen van een combinatiewerkstuk met implantaten

2. Afwijkende symmetrie
Bij afwijkende symmetrie van de dentitie ten opzichte van het gelaat is een face-bow registratie wenselijk.

3. Reorganized approach
Wanneer er sprake is van een ‘reorganized approach’, dit wil zeggen dat er tijdens de behandeling verandering optreedt van de beethoogte en occlusale morfologie, wordt bij voorkeur gewerkt met een face-bow.

4. Volledige prothese
In sommige gevallen kan de face-bow registratie ook goed gebruikt worden bij het vervaardigen van een volledige prothese (ook in combinatie met implantaten). Dit is ook niet heel vreemd aangezien er sprake is van een uitgebreide gebitsrehabilitatie: veel kenmerken ontbreken zoals beethoogte, vlak van occlusie, curve van spee, knobbelhelling, afstand van de gebitselementen tot de gewrichten, afstand van de elementen tot het mid-sagittale vlak en de grootte, vorm en kleur van de elementen. De registratie wordt hier uitgevoerd tijdens de afdrukfase en niet bij de beetbepaling omdat de tandtechnieker op deze manier de kans krijgt om een betere waswal te maken.

Welke hulpmiddelen zijn er nodig om een registratie uit te voeren?
Een registratie is een methode om de positie van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak en de schedel vast te leggen. Registreren is niet nodig bij genoeg stabiliteit, dit betekent een stabiele maximale occlusie met voldoende occlusale eenheden. Wanneer er wel geregistreerd wordt dan wordt er gebruik gemaakt van de volgende hulpmiddelen.

1.Gebitsmodellen
Het is belangrijk dat er goede gipsmodellen van de patiënt aanwezig zijn. Goede modellen geven voldoende informatie over de tandbogen en functie. Het is belangrijk dat de gipmodellen vrij worden gemaakt van luchtbellen die in de afdruk zaten zodat ze perfect op elkaar passen.

2.Articulator
Het is belangrijk dat een articulator op de juiste manier wordt gebruikt. Immers, hier is het resultaat van afhankelijk. Een articulatie papiertje kan gebruik worden om te controleren of de gebitsmodellen op de juiste manier in de articulator is staan: De contactpunten in de mond moeten gelijk zijn aan de situatie in de articulator. Belangrijk is om te weten met welk soort articulator uw tandtechnieker werkt.

3.Wasbeet
Een wasbeet dient de relatie tussen de boven- en onderkaak betrouwbaar weer te geven. De materialen die hier voor gebruik worden dienen zo stabiel mogelijk te zijn. Met een wasbeet kan de maximale occlusie en de centrale occlusie vastgelegd worden.

  • Maximale occlusie is een occlusie waarbij zoveel mogelijk elementen contact met elkaar maken. Om de maximale occlusie vast te leggen moet de was geheel doorgebeten zijn, waarbij het belangrijk is dat aan de cuspidaten er aan ventrale zijde in staan en dorsaal de laatste molaren. Wanneer er sprake is van een stabiele occlusie met een twijfelachtig aantal occlusale eenheden en onvoldoende aanwijzingen voor articulatie trajecten óf afwezigheid van voldoende distale occlusale eenheden, wordt de registratie vastgelegd in maximale occlusie.
  • Centrale occlusie is de occlusie bij centrale relatie oftewel de relatie van de onderkaak ten opzichte van de schedel waarvan het Frankforter vlak horizontaal verloopt waarbij beide kaakkopjes zich in de ongedwongen meest dorsale stand in de fossae articulares bevinden. Om deze vast te leggen moet de was juist nergens doorgebeten zijn en moet de operateur er voor zorgen dat er minimaal twee gelijke wasbeten aanwezig zijn zodat het zeker is dat het om de juiste (reproduceerbare) centrale occlusie gaat. Wanneer er sprake is van een instabiele occlusie met onvoldoende aanwijzingen voor articulatie trajecten dan wordt de centrale occlusie geregistreerd.

4.Face-bow
Er bestaan verschillende face-bow-merken. Zo heb je de Artex-face-bow en de Denar-face-bow. Het is belangrijk te weten hoe de face-bow werkt voordat het gebruikt wordt.

Hoe voer je een face-bow-registratie uit?
Via deze link kunt u de stappen bekijken die gemaakt moeten worden bij een face-bow registratie.

Wanneer maak je een stabilisatie opbeet plaat (splint)?
Registeren kan alleen plaatsvinden wanneer het kauwstelsel gezond is. Indien dit niet het geval is, is het aan te raden eerst een splint te vervaardigen voor de patiënt. Hiervoor is het ook verstandig gebruik te maken van een face-bow. De wasbeet geeft exact aan hoe dik de splint moet worden. Vaak wordt er een dikte van zo’n 2 à 3 mm in acht genomen. De dikte is echter afhankelijk van de mondsituatie: de spalk moet dik genoeg zijn om genoeg stevigheid te waarborgen maar moet zo dun mogelijk zijn voor het comfort van de patiënt. Bij een diepe beet is vaak een dikkere splint nodig om goed te functioneren.
Een splint wordt gebruikt in de volgende situaties:

  1. Wanneer de beethoogte/occlusie behouden moet blijven.
  2. Met als doel de kauwspieren te laten ontspannen.
  3. Met als doel de kaakkopjes te stabiliseren in het kaakgewricht.
  4. Met als doel het beschermen van de natuurlijke dentitie.

Wat kan er fout gaan tijdens een registratie?
Wanneer er geregistreerd wordt dan is het belangrijk om rekening te houden met de (a)symmetrieën in het gelaat. De registratie moet evenwijdig zijn aan de gehoorgangen en/of de pupillijn. Wanneer dit niet het geval is dan is de kans groot dat de opgewassen elementen te lang worden gemaakt.

Sprekers
Hans van Pelt, tandarts-prosthodontist
Hugo Vreugdenhil, tandarts-gnatholoog
Cornelis Thissen, tandtechnicus, 4Dental Reeuwijk
Ransom Altman, tandarts-gnatholoog, implantoloog

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de WebTV Face-bow-registratie van Bohn Stafleu van Loghum
Jan 2014

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Producten, Restauratie

Nieuwe experimentele behandeling voor parodontitis

Parodontitis veroorzaakt vaak ontstekingen die moeilijk te behandelen zijn. Een nieuwe behandeling met een enzym biedt mogelijk uitkomst, meldt ZWP online.

Ontstekingen bij parodontitis ontstaan doordat het immuunsysteem te sterk reageert op een toename van bacteriën in de mond. Momenteel wordt parodontitis daarom vooral behandeld door goede mondhygiëne te bevorderen.

Afweercellen
Bij de nieuwe behandeling worden immuuncellen gestimuleerd met het signaaleiwit CCL22. Dit eiwit wordt aangebracht op ontstoken plekken in de mond. Uit onderzoek blijkt dat een bepaalde immuuncel, de T-cel, vervolgens veel meer voorkomt. Ook worden pockets minder diep en verminderen ontstekingen.

Evenwicht
De verhoogde concentratie T-cellen houdt de afweerreactie van het immuunsysteem onder controle. Daardoor verbetert de mondgezondheid.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z

Eiwit dpysl4 helpt ontwikkeling labtanden

Het eiwit dpysl 4 heeft invloed op de groei van tandkiemen, blijkt uit onderzoek. Deze kennis helpt laboratoria bij het ontwikkelen van kunsttanden met natuurlijk glazuur, schrijft ZWP online.

Onderzoek
Het eitwit dpysl4 beïnvloedt de ontwikkeling van dentale epitheelcellen. Bij een hoog niveau dpysl4 vonden wetenschappers meer biomarkers. Dat duidt op een toename van cellen die tandglazuur maken. Wanneer er te weinig dpysl4 aanwezig was, ontstonden tandkiemen van slechte kwaliteit. De epitheelcellen veranderden namelijk minder vaak in ameloblasten.

Veelzijdig eiwit
Eerder was al bekend dat dpysl4 de ontwikkeling van neuronen in de hippocampus reguleert.

Bron:
ZWP online
Studie

Lees meer over: Actueel, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Streef naar een behandeling zonder narcose

‘Streef naar een behandeling zonder narcose’

Zo adviseerde Arie Riem, tandarts ‘bijzondere zorggroepen’, tijdens zijn lezing op het congres over Pijn. Wat zijn de alternatieven voor behandeling onder narcose? En als narcose toch nodig is, wat is dan belangrijk op anesthesiologisch en tandheelkundig vlak?

Verslag van de lezing van Arie Riem, tandarts-pedodontoog en Doeke Visser, anesthesieverpleegkundige, tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

Wat is de definitie van pijn?
Pijn is een onplezierige, gevoelsmatige en emotionele beleving die wordt geassocieerd met een daadwerkelijke of dreigende beschadiging van weefsel. Deze definitie, al in 1979 geformuleerd door de International Association for the study of pain (IASP), maakt duidelijk dat pijn niet persé samengaat met weefselbeschadiging maar dat: “Pain is in the brain”.
Zo begon Arie Riem z’n lezing en hij vervolgde ermee dat een eerste ervaring veelal bepalend is voor de volgende ervaring: “The first cut is the deepest”. Pijn en angst zijn vaak aan elkaar gekoppeld en wanneer men pech heeft ontstaat er een spiraal waarbinnen de een de ander versterkt.

Strikt met indicatie
Narcose is bijzonder indrukwekkend, want door enkele milliliters van een narcoticum wordt het bewustzijn weggevaagd. Tot op heden is onduidelijk of het ook een neurotoxisch effect heeft op het brein. Met name bij de jongste kinderen moet men rekening houden met dit aspect. Het is belangrijk om altijd strikt te zijn met de indicatie. Volgens Riem dient gestreefd te worden naar een behandeling zonder narcose.

Alternatieven
Zaken die gedaan en overwogen moeten worden alvorens over te gaan tot een behandeling onder narcose zijn:

  • Diagnostiek bij voorkeur multidisciplinair. Laat patiënten angstvragenlijsten invullen.
  • EMDR Eye Movement Desensitization and Reprocessing

EMDR is een psychotherapeutische interventietechniek die veel wordt toegepast bij mensen met een posttraumatische stressstoornis. Er is veel wetenschappelijk bewijs dat therapie met EMDR voor traumabehandeling doeltreffend is. Er zijn in Nederland meer dan 2.200 therapeuten die de techniek leerden. Wanneer mensen door een specifiek voorval getraumatiseerd raakten is het belangrijk om eventuele behandeling met EMDR te bespreken.

  • NRS/VAS gebruik van een Numerieke Schaal of een Visueel Analoge Schaal voorkomt u dat u gaat denken voor uw patiënt. Interpreteer niet maar vraag aan uw patiënt hoe angstig of gespannen deze is: Vraag uw patiënt hoeveel pijn iets heeft gedaan op de schaal.

De Visueel Analoge Scorelijst met Smilies is met name bij kinderen tot ongeveer 7 jaar goed bruikbaar.

  • Behavioral management: gebruik gedragsbeïnvloedende technieken

Basisregels:

  • “Maak contact met het kind en onderhoud dat voortdurend”
  • “Beloon gewenst gedrag en negeer ongewenst gedrag”
  • “Zeg wat je doet en doe wat je zegt”
  • Afleiding
    Bijvoorbeeld: TV kijken, puzzelen, muziek luisteren,
  • Relaxatie: bewuste aandacht voor ademhaling is zeer effectief met name ook bij mensen met een verhoogde braakreflex. Laat door de neus in- en uitademen, diep tot in de “ballonbuik”.

  • Hypnose
  • Optimale locale anesthesie: overweeg computergestuurde en / of intra-ossale anesthesie
  • Medicamenteuze sedatie: per os met Midazolam / Dormicum of intravasaal met Propofol
  • Inhalatie sedatie met lachgas

Waar als tandheelkundige rekening mee te houden?
Indien een behandeling onder narcose toch niet uit de weg kan worden gegaan, hou dan rekening met:

–   U heeft een beperkte operatietijd van maximaal 2,5 uur: doe daarom zoveel mogelijk pre-operatief.
–   Onder narcose worden in principe geen endodontische behandelingen gedaan bij meerwortelige elementen.
–   Essentiële materialen moeten goed geregeld zijn:

  • RVS Kronen
  • Roestvrij stalen geprefabriceerde kronen gelden als de gouden standaard voor het restaureren van de tijdelijke dentitie vanwege de optimale doelmatigheid en voorspelbaarheid. Het niet gebruiken hiervan tijdens gebitssaneringen onder narcose bij jonge kinderen moet gezien worden als een kunstfout.
  • MTA
    Mineral Trioxide Aggregate heeft de tandheelkunde volgens Riem stukken leuker gemaakt omdat goede resulaten na gebruik van het materiaal erg voorspelbaar zijn. Een goed geïndiceerde en uitgevoerde MTA-pulpotomie heeft een succes van tussen de 90- en 100%. Het hoge slagingspercentage is te danken aan het feit dat vitaal pulpaweefsel na bedekking met MTA vitaal blijft.
  • Röntgen
    het kunnen maken en interpreteren van röntgenopnamen voor goede diagnostiek en eventueel ter controle van het welslagen van eigen werkzaamheden tijdens behandelingen onder algehele anesthesie is een vereiste.

Narcose
Na de lezing van Riem, vertelde Doeke Visser, anesthesie verpleegkundige en collega van Riem, wat er aan een narcose vooraf gaat en hoe het werkt.

Voorwaarden
Om veilig algehele anesthesie te geven, in een office based setting, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  1. Pre-operatief onderzoek. Hierin wordt een inschatting gemaakt van de algehele gezondheid van de patiënt. De volgende punten komen aan de orde: hart, longen, medicijngebruik, chronische ziektes, eerdere ingrepen onder algehele anesthesie, allergieën, mondopening (intubatie). Ook wordt in dit gesprek het grote belang van de pre-operatieve nuchterheid besproken. Nuchterheid sluit de kans uit op ernstige complicatie veroorzaakt door aspiratie van maaginhoud.
  2. Gebruik van hoogwaardige anesthesie apparatuur en medicatie, en alle medicatie/hulpmiddelen om anesthesiecomplicaties te couperen.

Verloop van de behandeling

  • Voor de ingreep vindt de Time-out procedure plaats waarin de naam, nuchterheid, en allergieën van de patiënt worden gecheckt door het gezamenlijke operatieteam.
  • Het kind wordt op schoot bij een van de ouders in slaap gebracht met een dampvormig anestheticum via een kapje. Als het patiëntje slaapt gaan de ouders met de behandelend tandarts naar een andere ruimte. De tandarts verneemt dan de laatste stand van zaken over de klachten in de mond en bespreekt wat ter tafel komt.
  • Er wordt door het anesthesieteam een infuus geprikt en de anesthesie wordt dan intraveneus voorgezet.
  • Er wordt een nasale tube met cuff en een keel tampon ingebracht. Wij adviseren het gebruik van “damestampons” (OB). De aanwezigheid daarvan in de keel is goed zichtbaar dankzij het uit de mond hangende draadje. Het draadje maakt verwijdering erg snel en gemakkelijk.Er bestaat veel discussie over het gebruik van de nasale tube versus het larynxmasker in de
    tandheelkunde. Wij geven de voorkeur aan de (nasale) tube omdat de vrijheid en bescherming van de luchtweg alleen dan 100% gegarandeerd kan worden hetgeen bij het larynxmasker nooit het geval kan zijn.
  • Tijdens de behandeling wordt gestart met post-operatieve analgetica in de vorm van perfalgan en een NSAID.Pre-emptive analgesia is het toedienen van pijnstillers voordat de pijn ontstaat en geeft zeer goede post operatieve resultaten.
  • Aan het eind van de behandeling wordt, voordat de patiënt wakker wordt, gecheckt of alle gebruikte gazen, wattenrollen en dergelijke verwijderd zijn. Daarna mag de patiënt wakker worden.
  • Op de recovery wordt de patiënt wakker in de armen van de ouder. Er wordt een recept voor pijnstillers meegeven met het advies de per-operatief gestarte pijnstilling thuis te continueren. Voor kinderen wordt paracetamol geadviseerd.
  • Als de patiënt een ijsje heeft gegeten – voor ons een check om te kijken of de slik reflex weer terug is – is het tijd voor de weg terug naar huis. Wij adviseren dit altijd met twee verzorgers te doen. Een persoon concentreert zich op het welzijn van de patiënt en de andere concentreert zich op de veiligheid in het verkeer.
  • De verzorgers krijgen het mobiele nummer van de behandelaar mee zodat zij altijd post- operatieve zorgen of problemen kunnen bespreken.
  • Daags na de ingreep of na het weekend worden de verzorgers nagebeld om te horen hoe het met de patiënt gaat en om de eerste afspraak voor evaluatie en nazorg te maken.

Arie Riem is tandarts sinds 1988 en zijn aandacht is altijd uitgegaan naar “bijzondere zorggroepen”. Hij werkte 14 jaar op de afdeling angstbegeleiding en gehandicaptenzorg van de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam. Van 2002 tot 2010 was hij verbonden aan het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius ziekenhuis waar hij voor regio “Midden Nederland” de gebitsbehandelingen onder algehele anesthesie bij gezonde kinderen uitvoerde. Ruim 10 jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Justitietandartsen en tandarts van onder andere het Pieter Baan centrum. Vanaf 2003 is hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Sinds drie jaar voert hij samen met anesthesioloog Brans tandheelkundige narcosebehandelingen uit. Sinds oktober 2012 in de nieuwe kinderkliniek TandInZicht in de Bilt.

Doeke Visser is anesthesie verpleegkundige.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Arie Riem en Doeke Visser tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Opinie, Pijn | Angst, Thema A-Z
diagnostiek bij pijn

Diagnostiek bij pijn

Bij pijn is de diagnose het allerbelangrijkste: het voorkomt overtreatment of een verkeerde behandeling. Waar moet u op letten bij de diagnosestelling? Verslag van de lezing van tandarts-endodontoloog Machteld Siers.

Pijn
Er zijn twee soorten pijn:

  1. Nociceptieve pijn: normale pijn die het meest bekend is, waarbij er een direct verband is tussen de stimulus en de respons.
  2. Neuropatische pijn: pathologische pijn, waarbij er een discrepantie is tussen de stimulus en de respons en er neurologische symptomen zijn.

Machteld Siers sprak tijdens het TP congres ‘Endo meets Resto’ over de nociceptieve pijn.

Diagnose
Het stellen van een diagnose van pijn bij een endodontische behandeling is het allerbelangrijkste. Het voorkomt overtreatment of zelfs een verkeerde behandeling. Voordat een diagnose is gesteld, kan geen behandeling plaatsvinden.

Onderdelen
Diagnostiek bestaat uit meerdere onderdelen:

1. Specifieke anamnese 
– Waar?
Locatie van de pijn
– Sinds wanneer?
Groot verschil tussen sinds korte of al langere tijd
– Wanneer?
Warm, koud, bij kauwen of aanraking
– Interval en frequentie van de pijn
– Is het element te hoog?
– Verandert de pijn?
Als de pijn na behandeling niet vermindert, kunt u zich afvragen of de goede diagnose is gesteld

2. Extra-oraal onderzoek
    – Zwelling
– Littekens
– Fistels
– Kaakgewricht

3. Intra-onderzoek
    – Slijmvliezen
– Mucosa
– Gingiva: sonderen is een zeer belangrijk onderdeel. Zijn er pockets?
– Conditie van de elementen: mobiliteit, restauraties, verkleuringen

Een luisterend oor en gezond verstand zijn daarnaast belangrijke aspecten van de diagnostiek. Vaak kan al een diagnose op basis hiervan gesteld worden en dient het onderzoek erna als bevestiging van deze diagnose. Zoek echter niet alleen naar bevestiging van wat je na het luisteren aanvankelijk denkt, maar ook naar het tegenovergestelde. Denk om de instinkers!

4. Testen
    – Percussie
– Koude en warmte
– Proefpreparatie
– Bijttest: ‘cracked tooth’, met behulp van een fract-finder
– Lokaal anesthesie

Alles gecombineerd resulteert dit in de diagnose.

Koude Warmte Percussie X-foto
Reversibel ++ +/-
Pijnlijk irreversibel +++ ++ +/-
Irreversibel met parodontitis apicalis +/- +/- + +/-
Parodontitis apicalis +++ +

De irreversibele pulpitis gecombineerd met parodontitis apicalis is een overgangsgebied, waarbij het element a-vitaal wordt, maar er nog lang niet altijd iets zichtbaar is op de röntgenfoto. Het element kan dan ook niet eenduidig op de testen reageren.
Bij de parodontitis apicalis is het belang van sonderen en vitaliteit testen groot. Er kan immers worden gedacht een gecombineerd paro-endo-probleem. Bij een puur parodontaal probleem is het element te allen tijde vitaal. Indien een element sensibel reageert: blijf eraf! Een endodontische behandeling heeft dan geen toegevoegde waarde.

Cervicale externe resorbtie
Een aparte diagnose, waarover nog veel te weinig bekend is. Zo weten we nog niet hoe het ontstaat en wat triggers zijn in het ontstaan hiervan. Er zijn nog geen causale verbanden gelegd. Dit maakt de diagnostiek ook lastig. Het wordt vaak pas te laat ontdekt en herkend, waardoor het betreffende element verloren is.

De pulpa blijft gezond, vitaal en normaal reversibel reageren. Het begint vaak diep, waardoor het intra-oraal niet te diagnosticeren is en röntgenfoto’s vereist zijn, maar ook hierop is het lastig zichtbaar. Het betreft een wolkerig beeld in tegenstelling tot cariës. Als het wel hoog zit, is het te herkennen aan een roze plek cervicaal op het element. Dit komt, omdat het bloed en granulatieachtig weefsel bevat. Hierbij onderscheidt het zich dus ook duidelijk van cariës.
Het is meestal solitair aanwezig, maar er is ook een casus bekend waarbij 12 elementen door resorbtie aangetast waren. Het maken van een status is slechts een momentopname, het komt immers bijna nooit tegelijk voor bij meerdere elementen.

CBCT
We zijn helaas vaak nog beperkt in onze diagnostiek. Op onze 2D-foto’s is lang niet altijd alles zichtbaar. CBCT kan hier uitkomt bieden, echter de straling is nog erg hoog bij deze techniek. Ook kan iets zichtbaar op de CBCT niet altijd één op één vertaald worden naar een diagnose door strooistraling. Per patiënt moet duidelijk aan de hand van het ALARA-principe bekeken worden of deze techniek een toegevoegde waarde kan hebben bij de diagnostiek.

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers tijdens het TP congres Endo meets Resto

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z