tandarts-materiaal

Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation – Deel 2

Door een teamapproach worden patiënten het beste geholpen. Het is afhankelijk van de behandeling welk team je nodig hebt. De behandeling door de parodontoloog, orthodontist, endodontoloog, implantoloog, mondhygiënist en/of tandtechnicus wordt idealiter gecoördineerd door de (restauratief) tandarts. Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers (deel 2).

Lees ook: Deel 1: Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation

Diagnose en indicatie op elementniveau

Bevindingen (diagnose) en aanbevelingen (indicatie) leiden ertoe dat we patiënten kunnen gaan behandelen. Tanden moeten langer meegaan dan de patiënt zelf: dat is de uitdaging waar we als tandarts mee te dealen hebben. Hoe groter de restauratie, hoe groter de kans op falen, d.w.z. dat het betreffende element niet tot het eind van het leven van de patiënt mee gaat.
Vaak wordt gezegd dat een endodontische behandeling een element verzwakt. Er blijkt echter dat het niet de endodontische behandeling is die het element verzwakt, maar dat de combinatie met een grote restauratie de tandverzwakking veroorzaakt. Daarnaast is er ook sprake van een aanzienlijke tandverzwakking wanneer we te maken hebben met uitgebreide 3- of meervlaksrestauraties.

Falen van elementen en/of fracturen willen we sowieso voorkomen. Bij subgingivale fracturen is het element in veel gevallen niet meer te redden.
Om het element op lange termijn te behouden is het gebruik van keramiek voor elementen met tandverzwakkende restauraties raadzaam, liefst voor een fractuur optreedt. Een onlay (overkapping van de knobbels) geeft meer evenredige verdeling van de spanning en (dus) duurzaamheid bij endodontisch behandelde elementen.

Slijtage

Met gebitsscans of -modellen kun je goed in kaart brengen hoe de slijtage zich ontwikkelt. Maar wanneer nou ingrijpen?
Slijtage is de enige tandziekte die je niet zelf kunt voorkomen. Het proces kan fysiologisch of pathologisch zijn.

Tandslijtage:

1. Fysiologisch

  • Passend bij leeftijd patiënt
  • Geen expositie dentine
  • Klachten afwezig

→ Monitoren

2. Fysiologisch / pathologisch

  • Wel slijtage geen expositie dentine
  • Sensitiviteit
  • Ongewenste gewoontes
  • Verwachtingspatroon van pijnklachten

→ Preventief beleid

3. Pathologisch

  • Expositie dentine
  • Sensitiviteit / pijn
  • Esthetische problemen
  • Functionele problemen
  • Progressieve slijtage

→ Restauratief en preventief beleid

Keuze voor composiet of een partiële kroon wordt voornamelijk gemaakt op basis van verzwakking van het element en het risico dat daarmee gepaard gaat op vitaliteitsverlies of zelfs om verlies van het element te voorkomen.
De behandelindicatie is afhankelijk van:

  • Grootte van de restauratie
  • Endodontische behandeling
  • Mate van slijtage

Restauratief tandarts Maarten Bekkers adviseert om een indirecte restauratie te indiceren wanneer bij een element sprake is van aanzienlijk integriteitsverlies. Wanneer we pas in een laat stadium een kroon indiceren zal het vaak voorkomen dat we enkel een onmogelijke kroon met een matige prognose kunnen vervaardigen.
Het doel is de integriteit van het element zo veel mogelijk te herstellen door de fractuurweerstand te minimaliseren met behulp van adhesieve technieken en door op indicatie te overkappen. Als er sprake is van een endodontische behandeling in combinatie met een 3- of meervlaksrestauratie overkapt tandarts Maarten Bekkers altijd.

Gebitsniveau

Het is belangrijk om uit te zoomen, zo ga je van elementniveau naar gebitsniveau. Wanneer kies je voor een uitgebreid behandelplan?

Wanneer een uitgebreid behandelplan?

Redenen zijn:

Uitgebreide restauraties

  • >5 elementen met tandverzwakkende situaties
  • Een diepe beet (3 mm overbite)
  • Afwezigheid van anterior geleiding en/of instabiele occlusie in combinatie met TMD gerelateerde klachten

De behandelplanning voor een restauratief behandelplan bestaat voor Maarten Bekkers uit 4 stappen:

  1. Kennis maken
  2. Informatie verzamelen en analyseren
  3. Digital Smile Design, esthetische try-in
  4. Presentatie behandelplan

Het ontbreken van anterior geleiding en/of occlusale stabiliteit kan zorgen voor TMD klachten. De kauwmuscalatuur wordt dan mogelijk overbelast wat in verband gebracht kan worden met:

  • Chronische hoofd-, nek- en faciale pijn
  • Spanning in de kaak
  • Falende splinttherapie
  • Chronisch gebruik pijnstillers
  • Milde kaakgewrichtspijn
  • Bruxisme / klemmen

Door het terugbrengen van de occlusale stabiliteit en anterior geleiding wordt direct een lagere spieractiviteit gemeten en na enkele weken zijn er ook minder klachten. Dit wordt gedaan door het inslijpen van de occlusie en vervolgens de articulatie.

Bij een diepe beet is vaak sprake van een constricted (of restricted) envelope of function. Door het ontbreken van bewegingsvrijheid van de beet kan dit tot overmatige slijtage, kaakklachten of andere problematiek leiden.
In dit soort gevallen is het raadzaam om de problematiek in een behandelplan te onderzoeken en de noodzaak van behandeling te bepalen.

Het bovenstaande komt uit de lezing van Maarten Bekkers. Hieronder volgt het verslag van het deel van Patrick Oosterwijk.

Diagnostiek

Het is cruciaal om het juiste verwachtingspatroon bij uw patiënt te creëren. Het blijkt dat wanneer artsen hun patiënten volledig informeren en betrekken bij hun beslissingen, dit verschillende positieve effecten heeft. Zo leidt gezamenlijke besluitvorming bij patiënten tot actievere deelname aan het verdere behandelproces, een betere inschatting van risico’s en een algehele hogere tevredenheid. Creëer daarom het juiste verwachtingspatroon bij uw patiënt.

Fail to plan is plan to fail

Het kijken naar het totaalplaatje is belangrijk voor de diagnostiek. Patrick Oosterwijk merkte dat hij vroeger veel op aannames werkte. Hierdoor ontstaat in veel gevallen miscommunicatie. Het is belangrijk is om alles goed te documenten. Voor een goede samenwerking met het laboratorium zijn de onderstaande zaken voor de diagnostiek van uitgebreide casussen noodzakelijk:

  • Lichtfoto aangezicht
  • Kleurbepaling, ook van de stomp
  • Intra-orale foto(‘s)

Overige wenselijke informatie voor de diagnostiek:

  • Uiteindelijk doel behandeling
  • Is er nog glazuur aanwezig
  • Is er recent een endodontische behandeling gedaan?
  • Klemt of knarst de patiënt
  • Wensen van de patiënt
  • Modellen oude situatie
  • Facebow
  • Video
  • Gezichtsscan
  • Individuele articulatie registratie
  • Leeftijd
  • Geslacht

De lijst voor de wenselijke input is langer dan die voor de noodzakelijke. Belangrijk hierbij is dat het wel praktisch haalbaar moet zijn. Voor de diagnostiek is er altijd een ontwerp die goedgekeurd moet worden. Hiervoor wordt een digitale of analoge wax-up gebruikt. Na goedkeuring kan ervoor worden gekozen om een pasfase in de mond van de patiënt te doen, deze kan worden toegepast voor prepareren maar ook na prepareren als een tijdelijke pasfase.

Waardoor remake indirecte werkstukken?

De grootste remake van indirecte werkstukken komt door een onjuiste kleur of pasvorm. Onder andere de kwaliteit van het omliggende licht speelt hierbij een rol. Is er daglicht? Is het bewolkt? Is er geen direct zonlicht? De uitkomst is daarnaast ook afhankelijk van:

  • Occulaire fysiologie
  • Veroudering retina
  • Visueel onderwijs

De classic shade kleurring is voor veel behandelaars de standaard kleurenring. Er wordt een onderscheid gemaakt in verschillende kleurgroepen:
A: Rood-bruin
B: Rood-geel
C: Grijs
D: Rood-grijs
Elke kleurgroep heeft dezelfde hue en binnen de groep zie je een vermeerdering in chroma. Er is geen relatie value, wat de Vitaplan 3D wel heeft. Hierbij vertegenwoordigen 1-5 de value niveau’s.

De 3D-masterkleuring kijkt naar Hue en chroma en dekt het volledig spectrum af, deze kleurring heeft daarom de voorkeur. Er vindt bij iedereen een kleurverandering plaats van het gebit door glazuur dat verandert door de jaren heen: het wordt dunner er translucenter. En zorgt voor vermindering van value (lichtere kleuren naar donkerder kleuren).

Kleurbepalen

Het gebruiken van een fotospectrometer kan een toegevoegde waarde zijn voor het bepalen van kleur. De optishade gecombineerd met Matisse software is een techniek die gebruikt kan worden voor het creëren van een recept voor het opbakken. Hierbij wordt de ondergrond zowel als de beschikbare ruimte en het te gebruiken materiaal meegenomen.

Digitalisering komt steeds meer voor in de praktijk, een scanner is hiervoor onmisbaar. De technieken zijn zo ontwikkeld dat een intra orale scan gecombineerd kan worden met een aangezichtsscan en eventueel een CBCT, daarbij kunnen de individuele articulatietrajecten worden vastgelegd (en gecombineerd met de andere scans) om op deze manier niet alleen de occlusie goed vast te leggen maar ook de vormgeving van de restauratie past bij iedere individuele patiënt (een voorbeeld hiervan is de ModJaw). Een groot voordeel van deze technieken is dat er veel voorspelbaarder wordt gewerkt en de esthetische verwachtingen kloppen met de haalbaarheid hiervan.

Daarnaast werkt het om de patiënt te motiveren een bepaald behandeltraject in te gaan.
Een pasfase van de mock-up voor prepareren is een leidraad voor hoe je gaat prepareren. Na het prepareren kan ook worden gekozen voor een pasfase. Je zou hiervoor kunnen gebruiken:

  • Eggshell provisional
  • Pasbrug PMMa
  • Transparante pasbrug

Lees ook:

Deel 1: Samenwerking tandarts/keramist: It’s all about (the) preparation

Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985 en tot 2012 was hij eigenaar van een allround tandtechnisch laboratorium met vestigingen in Utrecht, Amersfoort en in ACTA. Sinds 2012 is hij voor Elysee Dental verantwoordelijk voor de kennisoverdracht van tandtechnische oplossingen en processen richting tandartsen en tandtechnici. Hij is de contactpersoon voor verschillende tandheelkunde universiteiten waarvoor Elysee Dental het techniekwerk verzorgd. Vanuit deze positie draagt Patrick bij aan gedegen kennisoverdracht richting de studenten van de tandheelkundige opleiding. Naast het geven van lezingen over uiteenlopende onderwerpen verzorgt Patrick ook lezingen voor een grote Europese laboratoriumgroep.

Maarten Bekkers is afgestudeerd in 2008 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Na zijn afstuderen werkte hij in verschillende praktijken en volgde hij congressen, cursussen en trainingen om zich te kunnen ontwikkelen op het gebied van de restauratieve en esthetische tandheelkunde. Begin 2015 werd Maarten erkend als specialist Restauratief Tandarts (NVVRT), in september 2015 werd hij tevens op Europees niveau erkend als Prosthodontist (EPA). In 2015 lanceerde hij zijn tandheelkundig behandelconcept ‘gaaf.care’ om complexe en/of esthetische cases op gestructureerde wijze voorspelbaar, tandweefselbesparend en duurzaam te kunnen plannen en uitvoeren. Maarten houdt zich in de praktijk voornamelijk bezig met de esthetische en restauratieve tandheelkunde. Tevens interesseert hij zich in implantologie en parodontale esthetische chirurgie.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Patrick Oosterwijk en Maarten Bekkers tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
meldcode

Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vernieuwd

Denk je bij een patiënt aan kindermishandeling of huiselijk geweld? Meld deze signalen zodat er hulp kan komen en vraag advies aan een collega. De KNMG heeft de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld onlangs vernieuwd. Bekijk de vernieuwde KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld 2023

De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld is een uitgave van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). De KNMT sluit zich bij deze meldcode aan.

Wijzigingen

De KNMG heeft de meldcode van 2018 op enkele punten herzien. De belangrijkste verandering: in stap 2 van het stappenplan is het vragen van advies aan een collega verplicht gesteld bij (vermoeden van) kindermishandeling en huiselijk geweld. Je moet nu niet alleen advies vragen aan Veilig Thuis, maar dus ook aan een of meerdere collega’s.

Daarnaast zijn er stappenplannen toegevoegd voor hoe je kunt handelen als politie, justitie, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming of een Gecertificeerde Instelling (GI) je vraagt om informatie over een van je patiënten.

Bron:
KNMG

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
tand - kapot - erosie

Cracks en barsten in tanden: behandelen of afwachten?

Gebitselementen hebben tijdens het leven het nodige te verduren en we komen dan ook regelmatig allemaal barsten en scheuren tegen waarbij de vraag opkomt: wat moeten we ermee? Alles lijmen al dan niet met openslijpen voorkomt een heleboel problemen zo wordt wel beweerd, maar is dat zo?

Vanuit de endodontologie en restauratieve tandheelkunde spraken Aukje Bouwman, tandarts endodontoloog en Niek Opdam, Universitair hoofddocent en adhesief tandarts hierover in de NWVT-cursus.
We starten met een klinische casus uit de oude doos waarbij een cracked tooth sydrom over het hoofd gezien werd.
In de mond is een kroon aanwezig op element 25 met resorptie en cariës, waardoor het element verloren is. Er wordt gekozen een brug te maken van de 24 naar de 26. Daarbij ontstaat een reeks van complicaties, ook door postoperatieve pijn, die resulteren in endo’s op beide peilerelementen en veel geslijp aan de nieuwe brug. Uiteindelijk zonder het gewenste resultaat want de oorzaak van de pijn was een cracked tooth aan een ondermolaar.

Typerend voor het cracked tooth syndrome is pijn bij bijten en voor temperatuur (koude) waarbij er ook perioden kunnen zijn dat het element klachtenvrij is.

Soorten cracks

Er zijn verschillende soorten stadia van cracks:

Cracks beperkt tot glazuur

Hierbij is er geen indicatie voor behandeling. Het kan voor een patiënt wel esthetisch storend zijn.

Cracks in zowel glazuur als dentine (beperkt tot het cervicale deel van het element)

Dit type crack kan bijvoorbeeld leiden tot een knobbelfractuur. Wanneer er een restauratie in de tand aanwezig is, kan deze verwijderd worden, waarmee beter zichtbaar gemaakt kan worden hoe ver de crack doorloopt.

Crack die niet beperkt is tot het cervicale deel, maar doorloopt tot in de wortel

Dit zijn de elementen die door de crack uiteindelijk avitaal kunnen worden.

Crack die begint in de kroon, maar uiteindelijk doorloopt door de hele radix

Dit type crack zorgt voor verlies van het element.

Crack die ontstaat in de wortel

Dit type cracks komt alleen voor bij endodontisch behandelde elementen en leidt tot een verticale wortelfractuur, waardoor het element verloren gaat.

Typerende klachten voor een cracked tooth

  • Pijn bij temperatuurverschillen en met name bij koud
  • Pijn bij bijten en dan vaak bij loslaten
  • Vaak is er een barst zichtbaar in de tand, wanneer je de restauratie verwijdert
  • Soms ontstaan na het bijten op iets hards

Waarom precies is niet duidelijk, maar een crack begint vaak op de hoek van een geprepareerde box. Het belichten van de tand met een lamp kan een barst zichtbaar maken. Het licht wordt maar tot de barst doorgegeven en het deel achter de barst oogt veel donkerder.
Ook met behulp van een frackfinder of toothslooth kan per knobbel getest worden of er klachten zijn bij bijten welke op een barst kunnen wijzen.

Symptomatische cracks

Uit een grootschalig onderzoek in Amerika is gebleken dat 70% van de patiënten in de algemene praktijk minimaal één element met een crack heeft en dat maar ongeveer 21% van deze cracks symptomatisch is.

Uit ditzelfde onderzoek kwamen een aantal risico factoren voor het symptomatisch zijn van cracks:

  • Bruxisme
  • Cracks in molaren
  • Slijtagefacetten door het glazuur heen (dit is een teken van overmatige occlusale belasting)
  • Cariës
  • Een crack in het distale vlak, waarschijnlijk doordat hier grotere krachten op komen dan op het mesiale vlak
  • Wanneer de crack duidelijk zichtbaar is als deze met een lamp belicht wordt. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat wanneer het licht breekt, de crack mogelijk dieper is.
  • Donker verkleurde cracks zijn negatief geassocieerd met klachten

Klemmen en knarsen

Bij patiënten die klemmen kan dit zichtbaar zijn in de dentitie door onder andere cracks, maar ook door elementen met uitgeholde restauraties of elementen waarbij de interdigitatie tussen de knobbels van de onder en bovenkaak heel strak in elkaar passen. Ook een palatinale inbeet van het onderfront in het bovenfront kan een teken van parafunctioneren zijn. Buiten de mond kan de hypertrofisch kauwmusculatuur opvallen. Patiënten die heftig klemmen of knarsen zijn zelfs in staat om gave elementen volledig door de midden te bijten. Niek noemt dit ook wel de super slopers.

Risico op cracks

Wanneer er door een crack pulpitis klachten ontstaan, leidt dit niet gegarandeerd tot een probleem bij de pulpa, maar het geeft wel een duidelijk risico.
Bij elementen met een centraal gelocaliseerde crack, leidt dit veel vaker tot een endodontische behandeling dan bij elementen met een crack meer lateraal onder de aanzet van een knobbel. Het is te adviseren om de patiënt hiervan van tevoren op de hoogte te stellen.

Bij een element met een brede istmus is het risico op cracks groter. Bij een smalle istmus is er dus een kleiner risico op cracks, maar als je een crack hebt, dan is het vaak een ongunstigere crack (te verwachten bij heftige klemmers). Ook de plek van de knobbel kan een hoger risico geven op cracks: bijvoorbeeld de buccale knobbels van bovenmolaren zijn veel vaker aangedaan dan de palatinale knobbels.

Avitale elementen en barsten

Het is goed om, voordat je de endodontische behandeling start, je af te vragen waarom er pulpaproblemen zijn ontstaan. Een diepe cariëslaesie is voorspelbaarder te behandelen dan een crack tot in de pulpakamer. Wanneer een element een kleine restauratie heeft met een peri-apicaal probleem dan moet er bijna wel een barst zijn die doorloopt tot in de wortel of pulpakamer.
Wanneer deze barst helemaal doorloopt tot in de wortel, dan ontstaat er een smalle pocket in het verlengde van de aanwezige crack . Deze kan soms ook interdentaal aanwezig zijn en is dan enorm lastig om te sonderen.

Een fractuur die ontstaat in de wortel kan soms lastig te diagnosticeren zijn. Als er nog geen pocket sondeerbaar is en de röntgenfoto nog geen lucentie toont, kunnen klachten bij bijten na een kanaalbehandeling duiden op een verticale wortelfractuur.
Zo’n verticale wortelfractuur komt niet bij alle wortels even veel voor. In de meer ovale wortels zien we meer van dit soort barsten.
Tijdens het prepareren van de kanalen komen er meer kracht op de kanaalwand bij ovale kanalen, maar belangrijker nog is dat bij occlusale belasting er meer druk komt op de wand van deze wortels.

Een verticale wortelfractuur is altijd in een endodontisch behandeld element. Vaak is er sprake van een mooie kanaalvulling met daarbij een hoge fistel en/of een smalle diepe pocket mid-buccaal of mid-palatinaal. De meeste verticale fracturen worden gevonden bij de premolaren in de bovenkaak en molaren in de onderkaak. We vinden ze vaker bij vrouwen dan bij mannen en ze ontstaan pas een aantal jaar na het voltooien van de endodontische behandeling. 2-5% van alle endodontisch behandelde elementen wordt gerapporteerd verloren te gaan door een verticale wortelfractuur.

Prognose van elementen met cracks

Prognose van elementen met cracks

Klik hier voor een vergrote versie

Risico factoren en prognose bij vitale elementen

Zijn er cracks aanwezig en zijn er geen symptomen dan heeft het element een goede prognose. Wanneer een element wel symptomen heeft, zien we dat zo’n element in veel gevallen ook zonder behandeling weer asymptomatisch wordt.

Belangrijk om te weten is hoe vaak een cracked tooth resulteert in een endodontische behandeling. Hierover is in de literatuur nog geen eenduidig antwoord te vinden.
Een onderzoek van Niek z’n eigen praktijk kwam uit op 7%. Hierbij waren symptomatische elementen met crack behandeld met behulp van een (knobbeloverkapte) composietrestauratie.

Uit een ander retrospectief onderzoek kwam naar voren dat 21% van de symptomatische cracks tot een wortelkanaalbehandeling leiden. Deze twee onderzoeken zijn lastig met elkaar te vergelijken. Mogelijk hebben beide onderzoeken naar verschillende types cracks gekeken, aangezien het laatste onderzoek uitgevoerd werd door de endodontoloog. Hierbij kan het zijn dat de elementen al een (vernieuwde) composietrestauratie hadden gekregen en dat er door blijvende klachten naar de endodontoloog verwezen is.

Er zijn online heel veel studies te vinden over cracks uit Korea. Hierbij worden ook veel cracks beschreven bij volledig gave elementen. Het is de vraag of de uitkomsten van deze studie ook relevant zijn in Nederland, of dat er toch te grote verschillen zijn tussen de beide samenlevingen, vooral te denken aan de stress levels.

Vuistregel

De vuistregel van Aukje is dat als de crack loopt tot op de pulpabodem, een endondontische behandeling een goede kans van slagen heeft, en ze deze dus afmaakt. Loopt de crack verder het wortelkanaal in, dan is het risico dat het mis gaat een stuk groter. Het blijkt echter dat deze elementen een betere prognose hebben dan eerder gedacht. Er komt uit onderzoek een 88% kans op overleving en 82% succes na vijf jaar. Een belangrijke risico factor hierbij is wel een pocket dieper dan vijf millimeter. Is deze aanwezig, dan heeft het element een aanzienlijk slechtere prognose.

Ook de positie van de crack heeft invloed op de prognose van het elementen. Centrale cracks leiden veel vaker toch endodontische problemen dan cracks onder een knobbel. Belangrijk is om dit duidelijk met de patiënt te communiceren. Dat er bij bepaalde cracks meer risico is op pulpa klachten of op een endodontische behandeling of mogelijk zelfs extractie.

Behandelstrategieën cracks

Er zijn verschillende opties om (symptomatische) cracks te behandelen

  1. Het adhesief verbinden van de knobbels
  2. Het adhesief verbinden van de knobbels met knobbeloverkapping
  3. Het adhesief verbinden van de knobbels en elimineren van de cracks
  4. Een kroon
  5. Een endodontische behandeling

Binnen de biomimetische tandheelkunde is er op dit moment een overtuiging dat de crack verwijderd moet worden in plaats van alleen overkapt. Hiervoor is in de literatuur op dit moment geen bewijs te vinden. Het wel aanwezige bewijs geeft aan dat het zinvol is om de crack te overkappen.
Welke knobbels precies overkapt moeten worden, is lastig te zeggen en zal per patiënt en per situatie afgewogen moeten worden. Bij de aanwezigheid van risicofactoren is het overkappen van alle knobbels aan te raden. Over het wel of niet toevoegen van een vezelmatje in deze restauraties zijn nog weinig resultaten bekend.

Een heel opmerkelijk onderzoek met wel hele goede resultaten voerde een soort posterior ‘Dahlbehandeling’ uit bij elementen met cracks. Hierbij werd het element met crack in plaats van verlaagd en overkapt, 1,5 mm verhoogd. Er werd gewacht tot het element weer geïntrudeerd was en daarna minimaal invasief gerestaureerd met behulp van een onlay.

Wat is het juiste materiaal om te kiezen voor een restauratie bij een bruxist: metaal, composiet of keramiek?

Dit is een lastige vraag om te beantwoorden. We weten dat composiet werkt. Het breekt niet, maar slijt wel. Naar metaal is er weinig onderzoek, maar de verwachting is dat dit minder slijt. Naar keramiek zijn geen onderzoeken omdat het gigantisch duur is.

Take home massages

  • Symptoomloze cracks hoef je niet te behandelen
  • Bij symptomatische cracks is de knobbeloverkappende adhesieve restauratie eerste keus, waarbij de kobbels ongeveer twee millimeter overkapt worden
  • Informeer de patiënt over persisterende klachten en eventueel benodigde vervolgbehandeling
  • Maak een foto van de crack
  • Ook bij diepere cracks is er een reële kans op behoud van het element

Aukje Bouwman was in februari 2000 de eerste die in Nijmegen als tandarts afstudeerde in het nieuwe millennium. Zij werkte vervolgens als medewerker en waarnemer in verschillende algemene praktijken. Van 2002 tot 2005 volgde Aukje met succes de MSc. opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sindsdien is zij werkzaam bij het RadboudUMC en verzorgt zij studentenonderwijs en postacademisch onderwijs op het gebied van de endodontologie. Samen met collega-endodontologen runt Aukje een verwijspraktijk voor endodontologie in Nijmegen.

Dr. Niek Opdam is universitair hoofddocent aan het Radboudumc. Naast onderwijs doet hij onderzoek op het terrein van de restauratieve tandheelkunde met als speciale aandachtsgebieden de levensduur van restauratief werk in de algemene praktijk, secundaire cariës en gebitsslijtage. Hij promoveerde op zijn proefschrift ‘Clinical procedures for posterior composite restorations’. Hij schreef meer dan 120 artikelen in internationale tijdschriften (H-indez 36) en hij geeft veel lezingen en cursussen in binnen- en buitenland. Hij is voorzitter van de European Federation of Conservative Dentistry. Opdam heeft een parttime verwijspraktijk in ‘s-Hertogenbosch met als differentiatie de adhesieve tandheelkunde. In zijn praktijk behandelt hij veel patiënten met gebitsslijtage.

Verslag voor dental INFO, door tandarts Paulien Buijs, van de lezing van Aukje Bouwman en Niek Opdam tijdens de NWVT Cursus over cracks en barsten in tanden: behandelen of afwachten?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Tand - pijn

Casus: Zenuwbeschadiging van de nervus hypoglossus na infiltratie-anesthesie

Een 64-jarige vrouw in Tennessee ondervond tongverlamming na toediening van lokale infiltratie-anesthesie voor een tandheelkundige restauratie volgens een casusrapport gepubliceerd in Oral and Maxillofacial Surgery Cases. Door de tongverlamming is het vermogen om te praten aangetast.

De nervus hypoglossus

De nervus hypoglossus is een motorische zenuw en is verantwoordelijk voor het stimuleren van bijna alle intrinsieke en extrinsieke tongspieren.

Oorzaken van de zenuwbeschadiging

De zenuwbeschadiging zou veroorzaakt kunnen worden door mechanische compressie tijdens lokale infiltratie waardoor de zenuwen werden samengedrukt; een chemische verwonding in verband met de lokale anesthesie die werd gebruikt; of direct letsel door de naald.
Volgens de auteurs is de iatrogene schade aan de nervus alveolaris inferior uitgebreid in de literatuur beschreven maar is er een gebrek aan literatuur over complicaties met betrekking tot de nervus hypoglossus.

Onduidelijke spraak en afwijking van de tong na infiltratieanesthesie

De 64-jarige vrouw uit Tennessee bezocht haar tandarts om onder plaatselijke verdoving een tand met cariës te behandelen. Via inferieure alveolaire zenuwblokkade kon geen adequate anesthesie worden verkregen waarop de tandarts vervolgens lokale infiltratie anesthesie toepaste in de bodem van haar mond. Kort na de procedure klaagde de vrouw over een afwijking van haar tong naar rechts en onduidelijke spraak, waarnaar ze werd doorverwezen naar de afdeling mond- en aangezichtschirurgie. Het onderzoek liet een significatie dysartrie, rechtszijdige tongatrofie en afwijking naar rechts zien. Verder vertoonde de vrouw diepe hypesthesie voor verminderde pijnzin, lichte aanraking en druk. De MRI-scan van haar hersenen vertoonde geen tekenen van een cerebrovasculair accident of andere neurologische pathologie. Door de verlamming van de tong was het vermogen om te praten aangetast. De vrouw herstelde grotendeels van de zenuwbeschadiging binnen een paar maanden.

Vervolgbehandelingen

De 64-jarige vrouw werd gediagnosticeerd met rechtszijdige hypoglossale en linguale zenuwletsels. Ze werd doorverwezen naar logopedie, spraakstrategie en neuromusculaire elektrische stimulatie. Verder onderging ze om de 3 maanden vervolgonderzoeken. Na een paar maanden behandeling verbeterden de zwakte van de tong, het bewegingsbereik, het gevoel van de tong. Haar onduidelijke spraak verbeterde tot 85%.

Conclusie

Aangezien de verwonding kan ontstaan door verschillende aandoeningen, waaronder goedaardige en kwaadaardige pathologie, is een volledige medische geschiedenis, klinisch onderzoek en beeldvorming noodzakelijk.

Bron:
Oral and maxillofacial surgery cases

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
NVM-mondhygiënisten-vraagt-in-najaarscampagne-aandacht-voor-preventieve-mondzor

NVM-mondhygiënisten vraagt in najaarscampagne aandacht voor preventieve mondzorg

Van 7 november tot 15 december vindt de najaarscampagne van NVM-mondhygiënisten plaats. Tijdens deze landelijke campagneweek vraagt van beroepsvereniging NVM-mondhygiënisten aandacht voor preventieve mondzorg bij de jeugd, vooral bij de allerkleinsten van 0 tot 4.

Consultatiebureau

Hoog tijd om het plan uit te voeren om mondzorgprofessionals op de centra van Jeugd en Gezin in te zetten, zoals de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers heeft beloofd in de Tweede Kamer. De minister vindt dat kinderen door een mondhygiënist of een academische geschoolde mondzorgverlener moeten kunnen worden gecontroleerd op het consultatiebureau. Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Kleine kinderen die nu nog niet bij een mondhygiënist of tandarts komen, komen vaak wel op het consultatiebureau. Deze groep op het consultatiebureau laten controleren door een mondhygiënist, is een goede stap naar een betere mondgezondheid. Hier wordt achter de schermen hard aan gewerkt, maar moet in 2024 bij alle consultatiebureaus geregeld zijn.”

Gebitten jongere kinderen vanaf dag 1 controle nodig

En dat is nu hard nodig, want uit het laatste Signalement Mondzorg (2021) blijkt dat 1 op de 4 kinderen op 5-jarige leeftijd een of meerdere gaatjes in het gebit heeft. Maar dat kan doorbroken worden als kinderen vanaf het eerste tandje door een mondhygiënist worden gezien. Uit onderzoeken naar interventieprogramma’s als Gezonde Peutermonden en GigaGaaf! blijkt dat preventie via een mondzorgverlener bij de centra voor jeugd en gezin voor jonge kinderen werkt. Deze kinderen bleken aanzienlijk minder gaatjes te hebben dan de controlegroep, die niet gecontroleerd werd. Cariës bij kinderen kan leiden tot pijn en negatieve gevolgen hebben voor de algemene gezondheid, kwaliteit van leven, het sociaal functioneren, spraakvermogen en schoolprestaties. Cariës heeft niet alleen effect op de kinderen zelf, maar ook op het gezin en de samenleving.

Oudere kinderen

Maar ook bij oudere kinderen staat de mondgezondheid onder druk, volgens het Signalement Mondzorg. Voor 11-, 17- en 23-jarigen is de mondgezondheid gestagneerd of zelfs verslechterd. Verder zijn er in alle leeftijdscategorieën verschillen tussen de hoge en lage SES-groep, waarbij de lage SES-groep een slechtere mondgezondheid heeft. Ook valt op dat jeugdigen met een migratieachtergrond een slechtere mondgezondheid en tandheelkundig gedrag hebben. Een slecht wisselgebit bij de jeugd op de lagere school kan later tot forse mondproblemen leiden. Ook leidt de sterke toename van (erosieve) gebitsslijtage tot zorgen: een vijfde van de 17-jarigen en ruim de helft van de 23-jarigen vertoont slijtage tot in het tandbeen. Meestal is erosie de oorzaak van gebitsslijtage; erosie komt door het nuttigen van zuren in zoete voedingsmiddelen en dranken.

Geef de jeugd een goede start vanaf het eerste tandje!

Manon van Splunter-Schneider, voorzitter van NVM-mondhygiënisten: “Het is van groot belang dat jongeren de komende jaren de preventieve mondzorg weten te vinden. Gedragsverandering begint bij kinderen en jongeren die nog vatbaar zijn voor deze boodschap. De meeste problemen in de mond zijn namelijk met goede zelfzorg en een bewust eet- en drinkpatroon te voorkomen. Voordat je achttien jaar wordt, kun je ook nog eens kosteloos de mondhygiënist bezoeken. De mondzorg tot 18 jaar valt onder de basisverzekering. Deze goede start geeft kinderen een voorsprong voor de rest van hun leven.

Zorg dat jongeren een echte basis krijgen, kies dan voor gratis mondzorg tot 23 jaar.

Er zijn veel discussies en zorgen bij de politieke partijen over de toegankelijkheid van de mondzorg. Het advies van de mondhygiënisten is dan ook: zorg voor een stevige basiszorg bij de jongeren. Verleng dus de vergoeding van mondzorg in het basispakket tot de leeftijd van 23 jaar en leg hiermee echt een goede basis voor de mondgezondheid. De leeftijd tot 23 jaar wordt gekenmerkt door typisch gedrag van pubers en jongeren die nog studeren: iedereen kent het wel. Sterk wisselende emoties, ondoordachte beslissingen nemen, lang in bed blijven liggen. En structureel onvoldoende aandacht schenken aan de verzorging van het gebit. Dit gedrag is te verklaren als je bedenkt dat de hersenen van een puber en jongvolwassene nog volop in ontwikkeling zijn. De ontwikkeling van het kinderbrein tot volwassen brein duurt ca. 20-25 jaar. En een goede mondzorg begint bij jezelf maar moet wel gestimuleerd en aangeleerd worden.

Online promotie- en mediacampagne

We rollen onze boodschap uit via een advertentiecampagne die verspreid wordt via de onlinekanalen Google, Facebook, Instagram en YouTube. Om de jeugd rechtstreeks te bereiken zetten we TikTok en Snapchat in. Via diverse advertenties zal eerst gewezen worden op de symptomen en daarna volgt een advertentie waarin de consument wordt aangezet tot actie middels de oproep ‘maak een gaatje vrij voor de mondhygiënist.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Parodontale zorg met op algoritmen gebaseerde herinneringsintervallen

Hoe stem je nazorg zorgvuldig af op de paropatiënt met stadium IV? De Zwitserse parodontoloog Christoph Ramseier vertelde hierover tijdens zijn lezing bij het NVvP-congres. Hij legde uit hoe regelmatig meten van de pocketdiepte ingezet kan worden in een mathematisch algoritme om optimale tijdintervallen te berekenen.

Het doel van ondersteunende parodontale therapie is het bereiken en behouden van klinische stabiliteit op lange termijn bij elke parodontale patiënt. Recent klinisch onderzoek heeft een algoritme geïdentificeerd dat mondzorgprofessionals zal helpen om de herinneringsintervallen efficiënter te bepalen voor alle patiënten die deelnemen aan het terugroepprogramma.

Elke patiënt kan er baat bij hebben om bij elk bezoek te worden beoordeeld op resterende parodontale sondedieptes (PPD’s). Dergelijke individuele kwantitatieve gegevens kunnen worden gebruikt in wiskundige formules (algoritmes) die kunnen helpen bij het bepalen van de optimale tijd tussen opeenvolgende terugroepbezoeken voor elke patiënt. Bovendien zal het gebruik van dit algoritme in combinatie met evaluatie van individuele risicofactoren parodontale patiënten een meer gepersonaliseerde en effectievere ondersteunende parodontale zorg bieden. Deze wetenschappelijke benadering is van bijzonder belang voor een succesvolle lange termijnbehandeling van verschillende parodontale patiënten in stadium IV.

Conclusie lezing

Geschat wordt dat precisiegeneeskunde zich in de toekomst verder zal ontwikkelen met behulp van machine learning. Er is een roep om actie om onze patiënten te ondersteunen bij het maken van gezonde keuzes. Verder moeten we de risicofactoren beheersen en we moeten alle risicofactoren op alle niveaus aanpakken. Aanvullende eHealth/mHealth kan ondersteunend zijn, zelfs met kleinere effectgroottes, en de effecten kunnen groter worden als we apps gebruiken die gericht zijn op onderwijs.

Dr. Christoph Ramseier is parodontoloog en wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Bern in Zwitserland. Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan en is een veelgevraagde internationale spreker.

Door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Christoph Ramseier tijdens het NVvP-congres.

Lees ook:
Parodontale regeneratie bij stadium IV parodontitis en de esthetische vraag van de patiënt

De onderschatte rol van trauma door occlusie bij ernstige paro-patiënten

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Gedragsverandering: Practice what you preach!

Gedrag veranderen is moeilijk en per definitie complex. Als (mond)zorgprofessional weet je dat. Maar weet je ook hoe het écht voelt voor een patiënt om z’n gedrag te moeten veranderen?

Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven, sociaal psycholoog en mondhygiënist, deed de proef op de som, veranderde haar lifestyle en schreef er op een bespiegelende wijze* een N=1 artikel over.

Het artikel is gepubliceerd in JCIMCR

Het beschrijft de reflectie van haar lifestyle verandertraject. ”Jezelf patiënt ‘voelen’ kan heel zalvend werken maar ook laten zien wat nu écht impact maakt om behavioral change te bewerkstelligen.” (citaat van Renata Lubbelinkhof)

*”Spiegelen is te beschouwen als een psychologisch fenomeen, dat zich kan voordoen in zowel non-verbale communicatie als in verbale communicatie. In deze casus wordt spiegelen gedefinieerd als ‘de bereidheid en vaardigheid om jezelf (als zijnde de ander) te volgen’. Het begint dus met bewustwording en met te bedenken dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen gedrag; jijzelf in wezen dus ook. Wanneer je in een spiegel kijkt, gebruik je niet alleen enkel je ogen, maar de kunst is, om ook je emoties te doorvoelen. Sta open voor emoties van de ander en/of van jezelf, doorvoel ze en leer van wat jou ‘triggert’, wat je ziet en wat je voelt…”, zegt Yvonne Buunk-Werkhoven.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Henry Schein Dental steunt opnieuw KiKa

Het Practice Pink-programma van Henry Schein blijft de campagne tegen kanker in 2023 steunen

Henry Schein kondigde vandaag de jaarlijkse start aan van zijn Practice Pink®-programma, een initiatief dat de afgelopen 17 jaar meer dan 1,9 miljoen dollar heeft opgebracht om non-profitorganisaties te steunen die zich inzetten voor kankeronderzoek en -preventie.

Practice Pink

Practice Pink is een mondiaal initiatief van Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Samen met non-gouvernementele organisaties en leveranciers uit Noord-Amerika en Europa helpt Henry Schein tandartsen en zorgprofessionals om mensen bewuster te maken van kanker. Ook wordt er geld ingezameld voor de behandeling van borstkanker en andere vormen van kanker.

Door klanten verschillende roze producten te bieden, waaronder verbruiksartikelen voor de gezondheidszorg, praktijkbenodigdheden en kleding, ondersteunt Practice Pink belangrijke inspanningen op het gebied van kankeronderzoek en -preventie.

Donatie

In het kader van het Practice Pink™-programma doneert Henry Schein Nederland met zijn Dental en Medical team een percentage van de omzet van deze verkochte ‘pink’ producten, aan KiKa (Stichting Kinderen Kankervrij). KiKa heeft als doel om de genezingskans van kinderen met kanker te verhogen naar 100%. Om dit te bereiken, financiert KiKa wetenschappelijk onderzoek naar kinderkanker. Hierdoor wordt de kwaliteit van behandelingen verbeterd en de bijwerkingen verminderd. Als gevolg hiervan stijgt de genezingskans van kinderkanker. Klanten kunnen zich rechtstreeks melden bij Henry Schein Dental en Henry Schein Medical voor meer informatie over de producten en de periode.

Het Global Practice Pink-programma ondersteunt organisaties in de VS, waaronder de American Cancer Society, Cohen Children’s Medical Center of Northwell Health en Stony Brook Children’s Hospital. Het programma helpt ook verschillende organisaties over de hele wereld, waaronder ALADINA (Spanje), Cancer Research UK (Verenigd Koninkrijk), LILT (Italië), Odyssea (Frankrijk) en meer.

“Bij Henry Schein geloven we sterk in het potentieel van publiek-private samenwerking om bij te dragen aan een gezondere wereld, en het Practice Pink-programma van Henry Schein is hier een goed voorbeeld van”, zegt Maureen Knott, Vice President U.S. Supplier Initiatives, Henry Schein en President, Henry Schein Cares Foundation. “Door de gecombineerde toewijding en vrijgevigheid van onze leveranciers en klanten zullen we ons blijven inzetten voor de voortgang van kankeronderzoek en -preventie, terwijl we samen streven naar een wereld waarin kanker niet langer een bedreiging vormt.”

Lees meer over Practice Pink en Henry Schein Cares

*) Bron: KiKa

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Producten
ChatGPT-model nu ook in de zorg te vinden

ChatGPT-model nu ook in de zorg te vinden

Dat artificial intelligence (AI) op elk werkvlak kan worden gebruikt is een feit, maar dat het nu ook wordt toegepast in de zorg is iets nieuws. Het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) zet als proef AI in om medische vragen van patiënten te beantwoorden. ETZ is niet de enige, UMC Groningen en Amsterdam UMC gaan ook aan de slag met de toepassing van epd-leverancier Epic.

AI zou worden toegepast om medische vragen van patiënten te beantwoorden. Ziekenhuizen merken nu al dat er wekelijks duizenden berichten binnen komen en dit aantal zal alleen maar toe nemen. Om dit aan te kunnen, gaat ETZ een large language model inzetten om te helpen de vragen te beantwoorden. Dit zal de medewerkers veel tijd gaan besparen.

Hoe het werkt

AI maakt automatisch een conceptantwoord op de vragen, waarna dit in het elektronisch patiëntendossier (epd) wordt gezet. Een medewerker moet het antwoord eerst lezen voordat het naar een patiënt kan worden gestuurd. Zo kunnen ze de antwoorden nog aanpassen en eventuele fouten eruit halen.

Privacy

Om de privacy van de patiënten niet te schaden, draait het hele model binnen de cloud-omgeving van het ziekenhuis. Het kan niet worden hertraind, omdat dat tegen het medisch beroepsgeheim en privacywet AVG in zou gaan. Verbeteren zou alleen kunnen door de instructies die het ziekenhuis geeft aan te passen. Dit heet prompt-engineering.

Om de instructies aan te passen wordt er aan de zorgverleners feedback gevraagd. Wijzigingen kunnen bijvoorbeeld zijn op welke vragen het model wel of niet antwoord geeft. Bij ETZ kan het model alleen antwoord geven als de informatie al bekend is in het dossier van de patiënt.

Europese primeur

ETZ, UMC Groningen en Amsterdam UMC zijn de eerste ziekenhuizen in Europa die AI gaan uitproberen. Bij ETZ duurt de proef drie maanden, dit doen ze in een veilige testomgeving. Echte patiënten merken hier dus nog niks van. De andere twee ziekenhuizen zijn nog niet zo ver als ETZ. Ze zijn ermee bezig, maar weten nog niet wanneer zij het gaan testen.

Toekomst

AI zou in de toekomst meer gaan doen dan alleen vragen beantwoorden. Er wordt nu al gesproken over medische samenvattingen van het patiëntendossier en concept-patiënten brieven. Denk aan ontslagbrieven voor huisartsen. Hierdoor zou de arts meer tijd hebben voor de zorg van patiënten.
Uiteindelijk zou AI ook informatie uit het dossier van een patiënt kunnen combineren met medische domeinkennis. Omdat je het model dan gebruikt als medical device, worden daar wel strenge eisen aan gesteld. Het zal dus nog wel even duren voor dat we daar zijn.

Bron:
Skipr

 

 

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Alles over wortelcariës

Alles over wortelcariës

Komt wortelcariës ook binnen de paropraktijk voor waar de mondhygiëne meestal optimaal is bij patiënten in de nazorgfase? Ja, dat komt zeker voor. Maar wortelcariës is niet altijd even simpel te constateren. Bijvoorbeeld omdat het ook een artefact op de röntgenfoto zou kunnen zijn en het klinisch beeld niet meteen goed duidelijk is.

Invloed van parodontitis op cariës

Veel te zien in de paropraktijk zijn actieve laesies; kalkachtig aspect met plakranden er omheen. Je ziet een soort jaarringen op het glazuur waar in het verleden cariës is begonnen, daar waar vroeger de gingivaranden lagen. In de loop van het paroprotocol wordt de mondhygiëne beter en dan zie je dat de wortelcariës er minder actief begint uit te zien. Het blijft wel altijd opletten op moeilijk bereikbare plaatsen zoals op het furcatiedak. Bij een flapoperatie worden furcaties goed bereikbaar voor ragers gemaakt mits de patiënt over de motorische vaardigheden en motivatie beschikt om de ragers goed te gebruiken. De angst blijft wel dat er alsnog cariës en een pijnklacht ontstaat. Dus dit moet zorgvuldig worden afgewogen.

Acute cariës

Cariës kan er heel plotseling zijn terwijl je gewend bent dat de patiënt altijd keurig zijn mondhygiëne uitvoert en de situatie al heel lang stabiel is. Ineens kan rondom een pijler veel bloeding ontstaan. Kroonranden zijn de lastige plekken om te reinigen daarom zijn de wortels bij de kronen meer gevoelig voor cariës. Een droge mond door minder speeksel aanmaak ten gevolgen van stress, medicijngebruik, kan de wortelcariës versnellen

In oplossing

Wortelcariës ontstaat net als in glazuur door zuren vanuit de biofilm bij fermentatie van suiker. Zolang remineralisatietijd voldoende lang is, zal erna demineralisatie geen cariës ontstaan. Toch is wortelcariës bijzonder want het dentine lost in een relatief iets minder zure omgeving al op ten opzichte van het tandglazuur. Glazuur gaat in oplossing bij een pH van 5,5 en dentine al bij 5,8. De cariës zit meteen in het dentine vanwege het missen van een glazuurkap of het worteloppervlak.

Krijg je van plak wortelcariës?

Patiënten in de nazorg van parodontitis hebben relatief meer blote wortels dan iemand zonder (behandelde) parodontitis. Toch hebben zij relatief minder kans op wortelcariës. Bij het onderzoek waaruit dit bleek, is er helaas niet in kaart gebracht of de lengte en breedte van het blootliggende worteloppervlak van invloed was. Er werd een duidelijke relatie gevonden tussen plak en wortelcariës, dit in tegenstelling tot de relatie plak en krooncariës. De glazuurcementgrens is predelictieplaats en is dus lastig te reinigen.

Gemineraliseerd dentine

Zeker ouderen kunnen een ander voedingspatroon krijgen. Maar als het voedingspatroon hetzelfde blijft en het aantal recessies vermeerderd dan kan er ineens wortelcariës ontstaan. Door fluoride, plakverwijdering en verbeterde voeding kan dentine zich weer herstellen. Wanneer dentine van de wortel mineraliseert dan ontstaat er een hypermineralisatie. Gemineraliseerd dentine is zo hard als glazuur. Dit oppervlak glimt.

Zwarte cariës

Carieus dentine is te herkennen aan een dof oppervlak. Glazuurcariës is bij een zwarte kleur stabiel maar dit geldt niet bij dentine. Zwart dentine kan duiden op een actieve cariës laesie. Daarom is het verstandig om bij een zwarte verkleuring op het worteloppervlak met de zijkant van de pocketsonde te voelen. Carieus dentine voelt ruw en leerachtig aan.

Is fluoride de oplossing?

Ter preventie en behandeling kan er fluoride worden ingezet. Een spoelmiddel werkt helaas onvoldoende in geval van wortelcariës. Tandpasta met 5000 ppm is bijzonder geschikt voor tandhalscariës. Het is eenvoudig in het dagritme in te bouwen, makkelijker dan gel en het is net zo effectief als maandelijks een gebitsreiniging en fluorideapplicatie in de praktijk. Ook op de rager kan fluoride aangebracht worden, zeker in geval van furcaties. Chloorhexidine wordt enkel ingezet als plak een groot probleem is en niet voldoende kan worden verwijderd door de patiënt.

Is een restauratie de oplossing?

Restaureren is vaak niet zo’n goede oplossing vanwege hoog risico op pulpabeschadiging. De cariës zit vaak rondom het element en is dus ook moeilijk de restaureren. Ook zit het vaak onder een geplaatste kroon. Als restaureren moet, doe het dan met composiet. Cariës die onder de gingiva doorloopt kan hiermee ook gerestaureerd worden omdat het niet resulteert in extra ontsteking. Glascionomeer erodeert al snel door te weinig speeksel. Composiet lijkt dus het meest weefselvriendelijk maar het is technisch moeilijk uit te voeren.

Aanvulling door em. prof. dr. Cees de Baat, voorzitter van de richtlijnencommissie Wortelcariës:  “Indien restauratieve behandeling noodzakelijk wordt geacht, heeft glasionomeercement als restauratiemateriaal de voorkeur wanneer ter plaatse sprake is van contaminatie met vocht. Dit is zo opgenomen in de Richtlijn Wortelcariës. Richtlijnen zijn echter nooit in beton gegoten. Als deskundigen wetenschappelijk gefundeerde argumenten hebben om hiervan af te wijken, is dat geen probleem.”

Kan men ultrasoon gebruiken?

Het gebruik van de ultrasoon op wortelcariës is geen groot probleem. De patiënt poetst namelijk zelf ook het tandmateriaal weg. Het helpt juist om het glad en hard achter te laten. Een abrasie hoeft in principe ook niet gevuld te worden behalve als er risico bestaat op een fractuur.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van het webinar Paro-behandeling gelukt, element verloren van de NVvP met sprekers prof.dr. M-C. Huysmans (hoogleraar Cariologie en Endodontologie Radboudumc) en dr. R.Z. Thomas (parodontoloog NVvP – Arnhem, Groningen).

Dit artikel is eerder op dentalinfo.nl en gezien interesse hiervoor opnieuw onder de aandacht gebracht.

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
tand - kapot - erosie

Directe restauraties in het front

Om tot een voorspelbaar eindresultaat te komen is gedegen kennis van de procedure, materialen en morfologie van belang. De voorkeur gaat uit naar voorspelbare en gestructureerde procedures die foutkansen zoveel mogelijk reduceren. Verslag van de lezing van tandarts Marta Ilik.

Layering

Een tand bestaat uit verschillende soorten tandweefsel en geen tand ziet er hetzelfde uit. Door te werken met layering, verschillende kleuren en lagen direct composiet, kan een esthetisch resultaat bereikt worden. Tandarts Marta Ilik is gespecialiseerd in esthetische tandheelkunde. Ze vertelt hoe jonger de patiënt is, hoe meer levendigheid er is in de tand: de interne structuren komen meer naar voren. Door te werken met layering is het doel een natuurlijke tand te imiteren met direct composiet.
Hoe de lagen van de layering techniek worden aangebracht is afhankelijk van de translucentie van het element. Marta Ilik maakt een onderscheid tussen:
– weinig of geen translucentie
– licht tot matige translucentie
– matige tot sterke translucentie

Factoren esthetisch fraai resultaat

Voor een esthetisch fraai resultaat blijkt dat de vorm van de tand het belangrijkste is, daarna is van belang:
– Kleur
– Structuur
– Translucentie
Hoe meer tanden gerestaureerd worden hoe kleiner de rol is van de factor kleur.

Tijdmanagement

Voor een mooi eindresultaat, werkt Marta Ilik altijd volgens hetzelfde protocol:

1. Initieel consult
2. Behandelplanning
3. Wax-up
4. Mock-up – Als de patiënt akkoord is, dan starten met behandeling
5. Procedures

Informatie verzamelen

Bij een initieel consult gaat Marta Ilik informatie verzamelen. Ook al is de patiënt verwezen voor de voortanden, er wordt altijd naar de gehele mond gekeken. Door haar visie om minimaal invasief te werken is een beugel vaak geïndiceerd. Bij elke patiënt wordt een fotostatus gemaakt en indien nodig nog röntgenfoto’s. Ook worden er met behulp van een scan studiemodellen van het gebit gemaakt.

Als de patiënt weg is gaat ze nadenken over een behandelplan. Doordat er lichtfoto’s zijn en soms ook filmopnames kan het goed geanalyseerd worden. Er wordt gekeken naar het gebit in verschillende posities. Past de hoeveelheid tand die zichtbaar is ook bij de leeftijd van de patiënt? Loopt de lachlijn mooi mee?

Smile design

Met behulp van een Smile design kan Marta Ilik de digitale behandelplanning maken. Door digitaal de lach en het gezicht te analyseren worden de juiste positie, vorm en stand bepaald. Deze uitkomst wordt overgezet naar een opwas op modellen. Een mediaanlijnverschuiving tot 4 mm is vaak niet heel storend, dit hoeft niet te worden aangepast. Esthetisch is het fraai dat het gingivaniveau van de hoektanden op hetzelfde niveau ligt als dat van de centrale incisieven. Bij de intake meet ze ook de breedte van de voortanden. Belangrijk is dat de mondhygiëne op een hoog niveau is.
Indien een tandvleescorrectie nodig is, wordt de gingivectomie gedaan aan de hand van de opwas. Na behandeling plaatst ze zelf de spalk en dan ook essix retainer.

Een behandelplan zonder orthodontie zou er zo uit kunnen zien:

  • Mondhygiëne
  • Opwas en mock-up
  • Extern bleken
  • Gingivectomie bovenfront
  • Composietveneers
  • Spalk bovenfront
  • Essix retainer

Wax-up

Een wax-up is nodig om vorm en functie uit te testen. De wax-up overbrengen naar patiënt heet de mock-up. Het overzetten van de mallen voor de mock-up doet Marta Ilik ook vaak met flow omdat ze dat preciezer vindt dan zelfuithardend tijdelijk vulmateriaal. Ze gaat pas door met de volgende stap als de patiënt akkoord heeft gegeven. Als de patiënt akkoord is kan gestart worden met de behandeling.

Indien extern bleken nodig is, moet er met de behandelplanning rekening mee worden gehouden: voor ongeveer 2 tot 3 weken kan dan minder goed aan tandweefsel gehecht worden. Voor de bleekbehandeling is het nodig om, indien mogelijk, zoveel mogelijk oud composietmateriaal buccaal te verwijderen . Dit kan gedaan worden met een hardstalen boor. Ondertussen kan, indien nodig, een gingivectomie met laser worden gedaan.

Een palatale mal, ook wel palatinale matrix genoemd, wordt gemaakt van putty, deze moet breed en dik genoeg zijn voor stabiliteit.
Op de bucco-insicale rand wordt de mal afgesneden, natuurlijk zo strak mogelijk.

Je gebruikt de mal om de palatinale vormgeving neer te zetten met een glazuur composiet. Door met de mal te werken heb je meteen de lengte, breedte, positie en articulatie voor het element staan. De approximale vormgeving volgt dan met een transparante strip uit de hand. Daarna wordt met verschillende composietkleuren en kleureffecten het buccale deel van het element hersteld. Hiervoor gebruikt Marta geen mal, maar wel de mock-up als referentie voor de buccale anatomie.

Kleur

Voor de kleurbepaling kan gekozen worden voor:

  • VITA shade guide
  • Individuele shade guide
  • Composiet try-in
  • Spectrofotometer

De VITA shade guide is meer voor porselein. Voor composietveneers is de composiet try-in op eigen tand de techniek die Marta IIlik gebruikt. Belangrijk is wel om te belichten, de kleur kan namelijk nog iets veranderen.

Polar eyes wordt gebruikt om de kleur goed te kunnen beoordelen. Door het filter op de camera te doen is het mogelijk interne structuren te zien.

Procedure

Behandelingen zijn altijd met verdoving en onder cofferdam.
Indien er een spalkje is dan moet die eraf, want anders is het niet mogelijk de cofferdam goed op de plek te krijgen. Er worden flossligaturen aangebracht om cervicaal goed te kunnen vrijleggen . Hierbij is het ook wel erg prettig voor de patiënt dat het verdoofd is.
Indien er nog composiet op de elementen zit, moet eerst het oude composiet worden verwijderd. De bevel moet echt wel 2 mm breed zijn en eindigen in dentine, zodat de breuklijn beter gemaskeerd kan worden.

Procedure II Bonding

Zandstralen is essentieel in de behandeling. Etsen is net altijd iets verder dan ze gaat behandelen. Dan ben je zeker van een goede adhesie en later geen verkleuringen.

Procedure II Tandfragment

Het kan zijn dat het tandfragment is bewaard na een trauma. Om het fraai te kunnen terugplaatsen is het advies van Marta Ilik om op zowel het fragment als op de tand een bevel aan te brengen. Door een puttymal te maken kun je het fragment goed positioneren voor het plaatsen.

Procedure II Glazuur frame

In het frame van de palatinale matrix komen verschillende lagen. De glazuur layer moet dun zijn, want anders heb je geen ruimte voor interne kleuren. Bovendien zorgt teveel glazuurkleur dat de tand ook te grijs gaat worden.
Wil je na afwerken nog een laag composiet aanbrengen dan moet je het composiet activeren door even wat modeling resin aan te brengen.

Procedure II Dentine Mamelons

Voor de interne laag wordt een dentine of body kleur gebruikt. Mamelons worden minder zichtbaar bij ouder worden. Het composiet wordt dakpansgewijs aangebracht en met dunne instrumenten. De interne laag komt niet bij de buitenranden, want daar zit glazuur. Tip van Marta Ilik is om van de insicale rand naar tand te werken voor een betere aansluiting. Met een kwastje kun je het composiet glad maken voor het te belichten. Hierop doet ze vaak modeling resing, bonding kan namleijk gaan verkleuren. Wil je stains aanbrengen dan zijn lichtfoto’s erg belangrijk.

Procedure II Anatomie

Stappen voor de buccale vormgeving:

1. Outline

a. Check met de mal; de randlijsten kun je aantekenen met een potlood
b. Randlijst verleggen met soflex; soflex rechtop oppervlak en naar je toe en je maakt dan snelle bewegingen van cervicaal naar incisaal.

2. Primaire anatomie: Randlijsten en incisale embrasures

3. Primaire anatomie: Buccale contour

a. Veel gemaakt fout is dat voortanden te bol zijn
b. Eva-hoekstuk maakt alleen maar verticale bewegingen en is heel prettig voor de cervicale afwerking van het composiet.

4. Secundaire anatomie

Macro textuur, vaak twee verticale groeven die Marta Illik ook wel Eifeltorens noemt. De mesiale Eifeltoren is net iets langer.

5. Tertiaire anatomie: micro textuur, horizontale lijnen.

Procedure II Polijsten

De finishing touch is een hoogglans van het composiet, om dit te bereiken worden eerst polijstrubbers gebruikt en daarna polijstpasta met polijstwiel.

Marta Ilik studeerde af in 2010 aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Sinds 2012 werkt zij in Amsterdam bij het Amsterdams Centrum Cosmetische Tandheelkunde (ACCT) waar zij gespecialiseerd is in esthetische en restauratieve tandheelkunde. Ze is bestuurslid van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry (DAED). In 2015 is ze door de vakjury van de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde officieel erkend als ‘restauratief tandarts’. In haar werk streeft zij ernaar zoveel mogelijk tandweefsel te behouden. Zo creëert zij een natuurlijke en gezonde basis voor de restauratie, die ze altijd zo mooi mogelijk wil maken. In haar minimaal invasieve behandelingen werkt Marta graag met composiet. Mooie restauraties in het front zijn haar specialiteit. Voor meer informatie : www.martailik.nl

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Marta Ilik tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
tandarts - stoel

Parodontale regeneratie bij stadium IV parodontitis en de esthetische vraag van de patiënt

In de hedendaagse parodontologie is de esthetische vraag van patiënten de belangrijkste uitdaging. Vooral in de anterieure gebieden, waar de verwachtingen van de patiënten hoger zijn is het nu belangrijk om esthetisch succes te behalen.

De nieuwe classificatie van parodontitis is gericht op het interdentale klinische hechtingsniveau. Het doel van klassieke parodontale reconstructieve chirurgische technieken is de regeneratie van de botdefecten of de wortelbedekking in geval van gingivarecessies. Sinds kort maakt de evolutie van de regeneratieve plastische chirurgie het mogelijk om beide tegelijkertijd te behandelen. Tijdens de presentatie van prof. Giuliano Rasperini tijdens het NVvP-congres werden veel verschillende casussen met bijbehorende lichtfoto’s en röntgenfoto’s getoond van patiënten die parodontaal zijn behandeld.

Succes in de parodontologie

De ontwikkelingen in de afgelopen jaren maakt dat we patiënten met parodontitis anders behandelen dan ongeveer 20 jaar geleden. Succes in de parodontologie wordt omschreven als een inspanning voor het behoud van het natuurlijke gebit in verband met het welzijn van de patiënt. Tot op heden behoren tot de criteria die zorgen voor succes bij parodontale therapie:

  • een behandeling en herevaluatie van ernstig zieke tanden voordat extractie wordt overwogen
  • een zo laag mogelijk aantal tanden als belangrijkste eindpunt
  • langdurige documentatie van parodontale stabiliteit
  • patiënttevredenheid inclusief verbeteringen in hun kwaliteit van leven

Op dit moment zijn er veel verschillende chirurgische technieken mogelijk voor de regerenatie van botdefecten of wortelbedekking in het geval van gingivarecessies.

Casussen

Het is belangrijk om geen behandelplan te maken op basis van röntgenfoto’s, maar op basis van de aanhechting van de gingiva.
De behandeling moet gepersonaliseerd worden voor elke patiënt om ook aan de esthetische wensen van de patiënt te voldoen. Verder is het belangrijk dat de patiënt en de tandarts op één lijn liggen om een optimale behandeling uit te voeren.
Belangrijk voor deze patiënten is om goede instructie te geven over hoe zij hun mondgezondheid thuis optimaal kunnen behouden.
In de kliniek zijn er twee scenario’s namelijk, een diepe pocket met een mooie papil of een diepe pocket en recessie. Deze verschillende scenario’s ga je niet op dezelfde manier behandelen.

Twee scenario’s in de kliniek

In de kliniek zijn er 2 mogelijke scenario’s die werden beschreven en allebei op een andere manier behandeld moeten worden. Er kan sprake zijn van een diepe pocket waarbij de papil onveranderd is of een diepe pocket en een recessie.

In het geval van een goede papil en aanhechtingsverlies zijn er 2 behandelopties:
1. Niet-chirurgische behandeling bij de mondhygiënist met als doel het verwijderen van de biofilm van het worteloppervlak
2. Vereenvoudigde chirurgische regeneratieve benadering met behulp van de SFA-EPPT techniek

In het geval van aanhechtingsverlies en een recessie zijn er verschillende technieken mogelijk zoals, SFA + CT, STW + CT, CTW, EPPT + CT, AlCAST en biomateriaal: scaffold+. Bij mucogingivale chirurgie is het belangrijk dat de flap minimaal 1 mm dik is, een dunnere flap maken heeft geen zin. Verder moet de flap vrij zijn van spanning.

Take home messages

  • Respecteer het zachte weefsel vanaf het allereerste begin
  • Respecteer de genezingstijd
  • Behandeling van een botdefect met vereenvoudigde aanpak indien mogelijk
  • Indien nodig gelijktijdige behandeling van infrabony en zacht weefsel
  • Het is mogelijk, zelfs als er een gebrek aan bewijs is, om de papillen te recreëren

Rasperini Giulio is Associate Professor bij de afdeling Biomedical, Surgical and Dental Sciences aan de Universiteit van Milaan.

Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van prof. Giulio Rasperini tijdens het NVvP-congres.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Slaapzorg(en) in de tandartspraktijk

Zoals alom bekend is geven mensen met een verstoorde slaap onder andere aan last te hebben van vermoeidheid, slaperigheid overdag, afname van concentratie, geheugen, en depressieve gevoelens. Zeker een derde deel van de bevolking heeft te maken met slaapproblemen. En de gevolgen zijn niet altijd te overzien. Er is bijvoorbeeld een verhoogde kans op betrokkenheid bij verkeers- en bedrijfsongelukken, een hoog ziekteverzuim en een afname van levenskwaliteit. Dit heeft enorme (economische) impact op ons gezondheidsstelsel en de maatschappij. Daarom is preventie, diagnostiek en behandeling van slaapstoornissen van cruciaal belang.

Maar wat is nou de rol van de tandarts, als het gaat om de tandheelkundige slaapstoornissen? Om dit vorm te geven is het van belang dat er een duidelijke definitie is. Deze is als volgt gedefinieerd:

“Dental sleep medicine is the discipline concerned with the study of the oral and maxillofacial causes and consequences of sleep-related problems”.

Verslag van de lezing van prof. dr. Ghizlane Aarab, tijdens het NVTS-Lustrumcongres. Zij doet onderzoek, verzorgt onderwijs en behandelt patiënten in het kader van de tandheelkundige slaapgeneeskunde op de afdeling Orofaciale Pijn en Disfunctie bij het Academisch Centrum Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA).

Mogelijke rol van de tandarts bij slaapgerelateerde aandoeningen

Er is een uitgebreid scoping review uitgevoerd om te kijken wat er gepubliceerd is over de rol van tandarts bij slaapgerelateerde aandoeningen dental sleep medicine. Hieruit blijkt dat er vooral wordt gepubliceerd over de rol van de tandarts bij slaapgerelateerde ademhalings-stoornissen en slaapgerelateerde mandibulaire bewegingen (Huang et al., 2023). De conclusie uit het artikel geeft een overzicht van de mogelijke rol die de tandarts kan spelen bij patiënten met de verschillende tandheelkundige slaapstoornissen slaapgerelateerde aandoeningen (zie tabel hieronder ).

Bekijk hier een grotere afbeelding.

Obstructievef slaapapneu (OSA) en slaapbruxisme (SB)

Obstructief slaapapneu is een aandoening waarbij de slaap wordt onderbroken door het regelmatig (≥ 5 keer per uur) stoppen van de ademhaling, en valt onder de zogenoemde “slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen (zie tabel X)”. Slaapbruxisme valt onder de slaapgerelateerde bewegingsstoornissen en wordt gezien als “een repetitieve kauwspieractiveit, die gekarakteriseerd wordt door klemmen of knarsen met de tanden/kiezen en/of fixeren van, of duwen met de onderkaak, gedurende de nacht (Lobbezoo et al., 2013)”. Bruxisme kan ook plaatsvinden gedurende de dag, en wordt dan waakbruxisme genoemd (Lobbezoo et al., 2013).

Uit een recente grote cohortstudie (n= 914; samenwerking OLVG west en ACTA) is gebleken dat In 33.3% tot 53.7% komt SB voor bij patiënten met OSA. Een verklaring zou hiervoor zijn dat dit te maken heeft met de aanwezigheid van arousals. Het zou dus niet zozeer te maken hebben met de ademhalingsonderbrekingen. Dat wil echter niet zeggen dat SB geen beschermende functie zou hebben. SB Slaapbruxisme voorkomt komt voor bij 49.7% (RMMA>=2, N=454/914) van de OSA-patiënten. De vele arousals (ontwakingen) tijdens de slaap bij OSA-patiënten lijken een belangrijke rol te spelen bij het ontstaan van SB. SB kan mogelijk de obstructies van de bovenste luchtweg bij OSA-patienten voorkomen en/of opheffen. en komt vaker bij Mmannen en mensen met OSA, een lage BMI, en een litijdens de lichte slaap hebben een grote kans op SB. Door middel van een netwerkanalyse (zie foto; de rode lijnen geven een negatieve associatie aan, en de blauwe een positieve) is naar voren gekomen dat er een verbinding is tussen SB, geslacht en BMI. Wat opvalt hieraan is dat de associatie met RMMA wegvalt. Arousal is dus niet perse een vereiste om op te treden, het is dus geen trigger, maar geeft wel zulke gunstige condities dat het ervoor zorgt dat een SB event plaats kan vinden.

De effecten van OSA-behandeling op SB

De effecten van OSA-therapie op SBWe: we zien een vermindering van SB contractiële eigenschappen van kauwspieren wanneer de onderkaak naar voren wordt gezet door een MRA. Mogelijk zorgt een Het kan zijn dat er vermindering van de bewegingsvrijheid van de onderkaak en pijn in de kauwspieren in minder bruxisme activiteiteen oorzaak is. , danwel dat het pijnlijk kan zijn om met een MRA te bruxeren. Dat neemt niet weg, dat er niet kan worden gebruxeerdt met een MRA. Zowel de De conclusie was dat zowel CPAP-behandeling als de MRA-behandeling verminderen SB aanzienlijk , SB aanzienlijk verminderen, maar er zijn grote inter-individuele verschillen.

Insomnie en slaapbruxisme

Er bestaat een iIndirect verband tussen insomnie (d.w.z. slapeloosheid) met slaapbruxisme, via angst. Wat wil dat nou zeggen? Er is geen significant verschil in SB tussen insomniia-patienten en controles. Maar angst kan wel de kans op beide condities vergroten.

Oorzaken en behandeling van OSA

Als je kijkt naar de anatomie van luchtweg is er geen significant verschil tussen verschillende groepen met OSA. Onderstaand staan de conclusies van studies waarin verschillende groepen met OSA zijn vergeleken. Tevens is er gekeken naar de rol van de anatomie van de luchtweg op de effecten van een MRA behandeling., maar de tonus van de spieren is vooral van belang voor het al dan niet hebben van slaapapneu. Tevens kunnen er uit andere studies aanvullende conclusies worden getrokken:

  • er is significant geen verschil tussen positie afhankelijke OSA en niet positie afhankelijke OSA.
  • er is significant geen verschil tussen Chinese populatie en de Nederlandse populatie. Nederlanders hebben daarentegen wel vaker last van de weke delen die de luchtweg vernauwen, terwijl bij de Chinese populatie de skeletale delen een grotere rol spelen. Echter is het nettoresultaat niet verschillend.
  • er is geen verschil tussen het effect van verschillende type MRA’s op de luchtweg
  • er is geen significant verschil in de luchtweg tussen responders en non-responders op MRA-therapie

Toekomst

Prof. Aarab vertelde dat er nog veel aspecten zijn om te onderzoeken. Hoe vergaat het deze mensen, bijvoorbeeld, op de lange termijn? En: we moeten de tandartsen van de toekomst opleiden in “de tandheelkundige slaapgeneeskunde Dental Sleep Medicine”. Vanuit haar leerstoel zal zij onder andere aandacht gaan besteden aan het uitbreiden van om de tandheelkundige slaapgeneneeskunde DSM toe te voegen in het tandheelkundig curriculum. En daarnaast streeft zij ernaar om ook de tandarts algemeen practicus hier een belangrijke en rol in te laten spelen.

De onderzoeksgroep van prof. Aarab, onderzoekt slaapstoornissen waar de tandarts een positieve rol in kan spelen. Voorbeelden van deze tandheelkundige slaapstoornissen zijn: orofaciale pijn, droge mond, brandend maagzuur, tandenknarsen en kaakklemmen, en snurken en obstructief slaapapneu. Deze tandheelkundige slaapstoornissen worden aan elkaar gelinkt. “Wij hebben bijvoorbeeld gevonden dat bij een effectieve behandeling van obstructief slaapapneu ook het tandenknarsen kan afnemen”.
Binnen de leerstoel van prof. Aarab: “Tandheelkundige Slaapstoornissen”, onderzoekt haar groep hoe de tandarts een positieve rol kan spelen in het voorkomen, herkennen, diagnosticeren en behandelen van deze slaapstoornissen. “Wij doen dit in een klinische multidisciplinaire setting. Denk aan samenwerkingsverbanden met verschillende ziekenhuisafdelingen waaronder keel-, neus- en oorheelkunde, longgeneeskunde, neurologie, klinisch neurofysiologie, etc.”
80% van de Nederlandse bevolking bezoekt jaarlijks tenminste één keer de tandarts, waaronder veel mensen die geen tandheelkundige klachten hebben. Dit geeft de tandarts een unieke positie om tandheelkundige slaapstoornissen of de oorzaken en/of de gevolgen daarvan te voorkomen en/of tijdig te herkennen en/of te behandelen door intensief samen te werken met de medische disciplines.

Mijn droom is dat de tandarts in de algemene praktijk deze rol oppakt.

Referentie: Huang Z, Zhou N, Lobbezoo F, Almeida FR, Cistulli PA, Dieltjens M, Huynh NT, Kato T, Lavigne GJ, Masse JF, Pliska BT, van de Rijt L, Sutherland K, Thymi M, Vanderveken OM, de Vries R, Aarab G. Dental sleep-related conditions and the role of oral healthcare providers: A scoping review. Sleep Med Rev. 2023 Feb;67:101721. doi: 10.1016/j.smrv.2022.101721. Epub 2022 Nov 19. PMID: 36446166.

Prof. dr. Ghizlane Aarab werkt in onderzoek, verzorgt onderwijs en behandelt patiënten in het kader van
de tandheelkundige slaapgeneeskunde op de afdeling Orofaciale Pijn en Disfunctie bij het Academisch Centrum Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA). Zij is tevens werkzaam in de algemene praktijk met de focus op TMD/orofaciale pijn, restauratief herstel van ernstige gebitsslijtage en de tandheelkundige
slaapgeneeskunde.

Prof.dr. Aarab geeft tijdens deze presentatie een overzicht van haar oratie, en neemt
hierbij het publiek mee in de wereld van tandheelkundige slaapstoornissen en de toekomst hiervan.

Verslag door dr. Merel Verhoeff, tandarts en onderzoeker aan ACTA, voor dental INFO van de lezing van prof.dr. Aarab tijdens het NVTS-Lustrumcongres.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Paro2024

Congres PARO2024: het parodontium – De basis voor restauratieve tandheelkunde

Tijdens het congres PARO2024 gaan de sprekers de kracht van het parodontium en het belang van een mooie omlijsting van de tanden door gezond tandvlees voor de esthetiek nader toelichten. Zij zullen stap voor stap de richtlijnen volgen die de weg wijzen naar succesvolle behandeling van parodontitis. Voorbeelden van interdisciplinair samenwerking om de uitdagingen van complexe casuïstiek het hoofd te bieden komen uitgebreid aan de orde.

Belang van een gezond parodontium

Het belang van een gezond parodontium kan niet genoeg benadrukt worden. Niet alleen voor de mondgezondheid maar ook als het gaat om het bereiken van succesvolle restauratieve tandheelkunde met een esthetisch bevredigend resultaat. Een gezond parodontium vormt de basis voor een stabiele occlusie en biedt de nodige ondersteuning voor tandheelkundige restauraties. Een gezond parodontium heeft ook voldoende kracht om tanden te kunnen verplaatsen en zelfs nieuw bot aan te maken. Het houdt tanden op hun plaats en, indien nodig, geeft het de mogelijkheid om tanden en kiezen te verplaatsen om de juiste uitstraling te bereiken.

Richtlijnen

Om succes te behalen bij de behandeling van parodontitis is het volgen van nationale en internationale richtlijnen van groot belang. Deze richtlijnen bieden een leidraad voor een gestructureerd zorgplan en helpen tandheelkundige professionals om het juiste pad te bewandelen voor preventie en therapie van parodontale aandoeningen. Ze stellen hun in staat om geïnformeerde beslissingen te nemen op basis van wetenschappelijk onderbouwde benaderingen en ‘best practices’.

Krachten bundelen

In complexe casuïstiek, waarin parodontitis en verschillende aspecten van de tandheelkunde samenkomen, is interdisciplinaire samenwerking van onschatbare waarde. Door de krachten te bundelen met andere tandheelkundige specialismen, is een holistische aanpak mogelijk die het beste resultaat voor de patiënt oplevert. Of het nu gaat om het plannen van implantaatbehandelingen in samenwerking met een kaakchirurg, het afstemmen van orthodontische behandelingen op parodontale behoeften, of het samenwerken met een restauratief tandarts: interdisciplinaire samenwerking optimaliseert het eindresultaat.

Voor hele team

PARO2024 is een congres afgestemd op het hele tandheelkundige behandelteam: tandartsen, mondhygiënisten, tandarts(preventie)assistenten, kaakchirurgen, orthodontisten en tandtechnici.

Programma

Het congresprogramma bestaat uit de volgende lezingen:

Alwin van Daelen

-Parodontale aspecten van restauratieve tandheelkunde

Dr. Anna Louropoulou

-De kracht van het parodontium onthuld: Autotransplantaten

Prof. dr. Dagmar Else Slot en Tim Thomassen

-Paro stap voor stap

Prof. Dr. Fridus van der Weijden

-Succes verzekerd?

Prof. dr. Mark Timmerman

-Samen aan het werk maakt de zorg…!

Lees meer over www.paro2024.nl

Lees meer over: Kennis, Scholing
De keuze tussen directe en indirecte restauraties

De keuze tussen directe en indirecte restauraties

Wanneer kies je als tandarts voor een directe en wanneer voor een indirecte restauratie? De keuze voor een directe of indirecte restauratie is niet zwart-wit, het gaat om een grijs gebied. Voor grote restauraties gaat de voorkeur uit naar een indirecte restauratie. Er is nog weinig wetenschappelijke literatuur over het lange termijn resultaat van grote composietrestauraties. Verslag van de lezing van dr. Marco Gresnigt.

Direct composiet

Direct composiet in het front

Indicaties voor het gebruik van composiet in het front zijn:
– Het behandelen van relatieve kleine defecten
– Behandelingen bij jonge patiënten
– Temporisatie, bijvoorbeeld bij jonge patiënten waarbij implantologie nog geen mogelijkheid is
– Het behandelen van slijtage

Direct composiet in de zijdelingse delen

Indicaties voor het gebruik van composiet in de zijdelingse delen zijn:

  • Het behandelen van relatieve kleine defecten
  • Temporisatie
  • Het behandelen van slijtage

Eigenschappen van composiet in het front en in de zijdelingse delen

Het grote voordeel van composiet is dat het er minimaal invasief gewerkt kan worden. Daarnaast zijn de kosten vrij laag, neemt een behandeling vaak relatief weinig tijd in beslag en is de repareerbaarheid van het materiaal goed. Het realiseren van de juiste esthetiek, kleur en morfologie is meer uitdagend voor composiet dan voor keramiek. Composieten zijn tegenwoordig vaak erg translucent. Hierdoor krijgen ze snel een grijs uiterlijk. Het is belangrijk om een opake dentinecomposiet te gebruiken.
Het nadeel van het materiaal is de biocompatibiliteit, de degradatie en de levensduur. Composiet degradeert sneller dan keramiek en een optimale mondhygiëne is echt van belang.

Overleving directe composiet restauraties

Laske et al. (2016) voerde een retrospectieve studie uit naar de overleving van klasse II restauraties van 24 algemene praktijken. Er werden 222.836 restauraties geïncludeerd. De jaarlijkse failure rate was 4,9%. Ook hij concludeerde dat endodontisch behandelde elementen eerder verloren gingen en dat grote meervlaks-restauraties sneller verloren gingen (met name in het premolaargebied). Restauraties in molaren deden het minder goed.
De grootte van het defect is dus bepalend voor de keuze voor een directe of indirecte restauratie.

Keramiek

Indirect: front en zijdelingse delen

Het is wetenschappelijk goed onderbouwd om alleen nog maar te kiezen voor een partiële omslijping in plaats van een volledige omslijping. Voor amalgaamrestauraties moest de preparatie aangepast worden om te kunnen restaureren (macromechanisch). Tegenwoordig geldt dat andersom. Er kan zo minimaal invasief mogelijk gewerkt worden.
Lithiumdiscilicaat wordt tegenwoordig gebruikt voor indirecte restauraties en heeft als groot voordeel dat de cohesieve sterkte van het materiaal nog sterker wordt wanneer het bevestigd wordt door middel van immediate dentin sealing (IDS).
Van de Breemer et al. (2021) deed een in vivo studie naar de overleving van 765 partiële restauraties bevestigd met IDS, de gemiddelde observatieperiode was 53,5 maanden. De 5-jaarsoverleving was erg hoog (99,6%). Er is geen verschil in overleving tussen de vitale en niet-vitale elementen, het aantal vlakken van de restauraties en ook niet tussen inlays en onlays.
Dit laatste wordt ook bevestigd door een studie van Hofsteenge et al. (2020). In deze studie werden lithiumdiscilicaat inlays en onlays, bevestigd met en zonder IDS, met elkaar vergeleken. Alle elementen werden eerst verouderd en vervolgens belast. De restauraties die met IDS waren bevestigd deden het significant beter en de met IDS bevestigde inlays en onlays waren even sterk.

Immediate dentin sealing (IDS)

Het protocol voor het aanbrengen van IDS ziet er als volgt uit:

  • Etsen – 10 seconden
  • Primer aanbrengen (optibond FL)
  • Bonding aanbrengen (Optibond FL)
  • Polymeriseren
  • Aanbrengen glycerine gel
  • Polymeriseren

Indirect restauraties – Front

Voordelen van indirecte restauraties in het front zijn:

  • Hoge esthetische eisen
  • Duurzaamheid
  • Kan toegepast worden indien het gaat om meerdere restauraties maar ook wanneer het gaat om een enkele restauratie
  • Sterkte, er treedt minder snel chipping op
  • Na verloop treedt er bijna geen veroudering of degradatie op

Een kanttekening is dat het belangrijk is om met een goede tandtechnieker te werken.

Composiet of keramiek? Composiet én keramiek

Het gebruik van een combinatie van composiet én keramiek kan soms ook een uitkomst zijn, bijvoorbeeld bij een autotransplantaat waarbij alle vlakken gerestaureerd moeten worden. De palatinale zijde kan dan opgebouwd worden met composiet om vervolgens voor de buccale zijde een keramieke facing te maken (margin relocation).

Hechtprocedure keramiek

Voor een goede hechting moet het glazuur, het dentine, de IDS-laag en/of het (oude) composiet op de juiste manier behandeld worden, dit gaat als volgt:

  1. Isolatie door middel van cofferdam
  2. De buurelementen moeten beschermd worden, dit kan met matrix schildjes en/of teflontape
  3. Zandstralen van IDS laag 3 seconden
  4. Etsen glazuur en dentine:
    – Glazuur: 30 seconden fosforzuur
    – Dentine: 10 seconden fosforzuur
  5. Silaan aanbrengen op IDS-laag en oud composiet (+drogen)
  6. Primen van dentine: primer 15 seconden actief aanbrengen, 5 seconden drogen.
  7. Bonding aanbrengen.
  8. Het plaatsen van de indirecte restauratie met composiet
  9. Overmaat verwijderen en polymeriseren

Conclusies

  • Er zijn verschillende factoren van invloed op de keuze of je gaat voor keramiek of composiet. Beide opties moeten per patiënt overwogen worden.
  • Composiet is het minst invasief, het materiaal is goed repareerbaar en behandeling met composiet kost minder tijd en is goedkoper.
  • Keramiek is het meest voorspelbaar met betrekking tot esthetiek, kleur en morfologie. Daarnaast is het materiaal meer biocompatibel en minder degradatie-gevoelig.
  • De keuze tussen indirect en direct is een grijs gebied en patiënt- en tandartsfactoren spelen een rol bij de keuze.
  • Werk altijd zo minimaal invasief mogelijk.
  • Operator factor: train je vaardigheden.
  • Voor composiet in het front en de zijdelingse delen: train je vaardigheden en gebruik de juiste materialen, volg cursussen!
  • Voor keramiek in het front: zoek een goede tandtechnieker en zorg ervoor dat je de juiste hechtingsprocedure uitvoert.
  • Voor keramiek in de zijdelingse delen: de morfologie kan uitstekend hersteld worden, altijd partieel omslijpen.
  • Voor grote restauraties in de zijdelingse delen kan er vaak beter gekozen worden voor keramiek.

Marco Gresnigt is in 2005 cum laude afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit
Groningen. In januari 2012 is hij gepromoveerd op de adhesieve bevestiging van facings. Hij is werkzaam op het centrum voor bijzondere tandheelkunde in het Martini Ziekenhuis Groningen waar hij restauratieve en esthetische behandelingen uitvoert met behulp van een operatiemicroscoop. Op de universiteit van Groningen is hij het hoofd van de restauratieve tandheelkunde en biomaterialen, verricht onderzoek op het gebied van de restauratieve/adhesieve tandheelkunde en doceert hij de esthetische en reconstructieve tandheelkunde op kliniek. Hij heeft meerdere promovendi en publiceert in internationale tijdschriften (>40 peer reviewed artikelen) met name op het gebied van de adhesieverestauratieve tandheelkunde. Hij geeft zowel nationaal als internationaal lezingen en cursussen op het gebied van esthetische en adhesieve tandheelkunde via www.summitdentistry.nl Hij heeft meerdere prijzen gewonnen zoals de GC world clinical case award, Smile award, EAED innovationaward en verschillende wetenschappelijke prijzen. Hij was voorzitter van de internationale Bio-Emulation groep en is global ambasadeur van SlowDentistry.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Marco Gresnigt tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.

Lees ook: Summit Research: stichting voor restauratief tandheelkundig onderzoek
Bij de opleiding Tandheelkunde in Groningen doen wij veel praktisch restauratief onderzoek waar tandartsen echt wat aan hebben in de dagelijkse praktijk. Via onze stichting Summit Research krijg je onze nieuwste onderzoeken, gepresenteerd door onze eigen onderzoekers.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Obesitas

Obesitas en de link met parodontitis: onderliggende oorzaken en effectieve aanpak

Op dit moment heeft meer dan de helft van de Nederlanders overgewicht en 15% heeft obesitas. Natuurlijk zijn voeding en lichaamsbeweging hierin hoekstenen, maar er zijn nog vele andere factoren: genetische, psychologische en gebruik van medicijnen. Verslag van de lezing van prof. dr. Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog en hoogleraar op het gebied van obesitas en stressonderzoek.

Overgewicht

Vet is een actief orgaan waarin veel hormonen worden gemaakt. Vet kan ziek worden waardoor er meer ontstekingsstoffen ontstaan. Deze stoffen zorgen er voor dat je andere ziektes kan krijgen zoals diabetes mellitus type 2, cardiovasculaire ziektes, bepaalde kankervormen en mondziekte. Mensen met overgewicht hebben vaker een slecht verloop van ziektes. Adipokines (vethormonen) leiden tot verhoogde productie van cytokines en zo ontstaat inflammatie. Zo kan parodontitis dus mede veroorzaakt worden door overgewicht.

Factoren voor overgewicht

Het benoemen van het overgewicht in de behandelkamer is moeilijk maar door toestemming te vragen gaat dat meestal wel goed. Bespreek het op een niet-veroordelende manier. Onderzoek hiervoor welke factoren zorgen voor het overgewicht. Ga er niet vanuit dat het simpelweg door verkeerd eten komt. Het ligt deels in het DNA; sommige mensen krijgen nu eenmaal sneller overgewicht dan een ander. In het DNA ligt ook het verzadigingssysteem. Als je voeding ruikt of ziet dan ga je hongerhormonen aanmaken zoals insuline en dan slaat men doorgaans aan het eten. Je krijgt een verzadigd gevoel pas na 20 minuten; als de verzadigingshormonen uit de darmen omhoog gaan. Daarom is langzaam eten en vaak kauwen heel nuttig. Daarnaast komt er vanuit het vet een signaal naar het brein. Maar we kunnen er prima doorheen eten. Vooral als het heel erg lekker is. Een toetje past altijd maar die broccoli niet meer. Dat heeft te maken met het hedonisch systeem, het beloningssysteem. Helaas varen we hier steeds vaker op. De maatschappij is hier debet aan want overal staan er lekkere snacks, bijvoorbeeld langs de snelweg. We maken steeds vaker onbewust voedingskeuzes in plaats van bewuste voedingskeuzes.

Verzadigingssysteem

Het verzadigingssysteem kan op allerlei manieren verstoort raken. Zoals door een slaaptekort (hoger leptine) of op dieet gaan. Dan wil je juist extra gaan eten na het diëten. Gezond eten is de basis, diëten absoluut niet. Bewerkt voedsel kan het systeem ook verstoren. Je eet sneller, meer en je komt aan bij een eetpatroon met bewerkt voedsel. De hoeveelheid calorieën, vezels, zout en vet maakt hierbij niet uit. Ook de psyche kan het systeem in de war doen raken. Als je zoet ziet, schiet je insuline al omhoog. Dus bij het kijken naar een chocolaatje gaat je lichaam er om vragen. Dan kan je er nog een bak gezonde heerlijke salade naast zetten maar je gaat dat chocolaatje pakken. Dan is stress een grote factor. Bij chronische stress er gaat een herverdeling van vet plaatsvinden door het stresshormoon. Vet gaat dan op de buik zitten en dit is nu juist heel ongezond. Daarnaast krijg je snack-trek door stress. Dus wil je iemand gezonder laten eten dan zal je die stress moeten aanpakken.

Medicijnen

Verder kunnen bepaalde medicijnen het systeem in de war schoppen; zoals antidepressiva, antipsychotica en anti-epileptica. En juist medicatie die vaak gegeven worden bij welvaartsziekte. Maagzuurremmer is ook een bekende en deze wordt heel vaak zonder goede indicatie ingenomen. Corticosteroïden worden enorm veel gebruikt en dit is systemische medicatie. Absoluut eentje om in de gaten te houden bij inflammatie.

Leefstijlinterventie

Via de huisarts kan er ook leefstijlinterventie worden ingezet (GLI) en deze valt onder het basispakket. Hierbij wordt regelmatig cognitieve gedragstherapie ingezet. Deze methodes zijn heel effectief. Mensen worden zowel fysiek als mentaal gezonder. Wat nou als je toch niet hiermee (voldoende) afvalt? Dan is er een aanvullende behandeling met medicatie die sinds kort wordt vergoed. Deze middelen geven een sterkere verzadiging en hebben een anti-inflammatoir effect. Dus wellicht werkt dit ook tegen parodontitis.

Prof. dr. Liesbeth van Rossum is internist-endocrinoloog en hoogleraar op het gebied van obesitas en stressonderzoek in het Erasmus MC. Zij is mede-oprichter van het Centrum Gezond Gewicht en co-auteur van de internationale bestseller “VET belangrijk” (FAT, the secret organ). Als bestuursvoorzitter van het Partnerschap Overgewicht Nederland, met adviesrol aan het ministerie van VWS, was zij nauw betrokken bij de invoering van de gecombineerde leefstijlinterventies in de basiszorgverzekering en bij het Nationaal Preventie Akkoord. Daarnaast bekleedt zij diverse (inter)nationale bestuurlijke functies, waaronder leider van het focusgebied Obesitas en Diabetes van de European Society of Endocrinology en is lid van De Jonge Akademie (KNAW).

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Liesbeth van Rossum tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Peri implantitis

Nieuwe richtlijn voor de preventie en behandeling van peri-implantaire ziekten

De Europese Federatie van Parodontologie (EFP) heeft een nieuwe richtlijn gepubliceerd om peri-implantaire aandoeningen bij patiënten te voorkomen en behandelen. De richtlijn bevat aanbevelingen gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke gegevens om de gezondheid van peri-implantaire weefsels te behouden en peri-implantaire ziekten effectief te behandelen.

Peri-implantaire ziekten

Peri-implantaire ziekten vormen een gezondheidsrisico vanwege hun hoge prevalentie en de bijbehorende gevolgen. Gingivitis en parodontitis zijn ziekten die het tandvlees rond natuurlijke tanden aantasten. Peri-implantaire ziekten tasten het slijmvlies maar ook het ondersteunende bot rondom tandheelkundige implantaten aan. Dit kan leiden tot het verlies van implantaten en door implantaten ondersteunde prothesen.

Peri-implantaire mucositis en peri-implantitis

Peri-implantaire mucositis en peri-implantitis zijn twee peri-implantaire aandoeningen.  Peri-implantaire mucositis is een behandelbare ontstekingsleasie die de mucosa rond het implantaat aantast. Het wordt veroorzaakt door ophoping van een peri-implantaire plaque biofilm. Ook roken, diabetes en radiotherapie worden beschouwd als risicofactoren.

Wanneer peri-implantaire mucositis niet wordt behandeld kan het zich ontwikkelen tot peri-implantitis. Peri-implantitis is een ernstiger peri-implantaire biofilm-geassocieerde pathologische aandoening die naast het aantasten van de peri-implantaire mucosa, ook progressief verlies van ondersteunend bot veroorzaakt.

Risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van parodontitis, slechte mondhygiëne en gebrek aan ondersteunende peri-implantaire zorg.

Verschil parodontitis en peri-implantaire ziekten

Peri-implantaire mucositis wordt soms gelijkgesteld met gingivitis en peri-implantitis met parodontitis. Maar in vergelijking met parodontale weefsels zijn peri-implantaire weefsels minder efficiënt in het behouden van weefselgezondheid. Peri-implantaire ziekten komen dus vaker voor, ontwikkelen zich vroeger en gaan sneller vooruit in vergelijking met parodontitis.

Nieuwe richtlijn

De nieuwe klinische praktijkrichtlijn op het hoogste niveau volgens wetenschappelijke normen is het resultaat van een bijeenkomst van vooraanstaande experts georganiseerd door de EFP. De richtlijn volgt twee vergelijkbare klinische praktijkrichtlijnen op het hoogste niveau die de EFP de afgelopen jaren heeft opgesteld voor behandeling van parodontitis.

“De richtlijn identificeert specifieke aangetoonde interventies om bruikbaar te zijn, structureert ze in op behoeften gebaseerde zorgpaden en onderzoekt het huidige niveau van wetenschappelijke ondersteuning voor een verscheidenheid aan algemeen gebruikte benaderingen en technieken.’’ “Het opvolgen van de aanbevelingen zal een consistente, interdisciplinaire en evidence-based benadering van de preventie en behandeling van peri-implantaire ziekten bij alle tandheelkundige professionals mogelijk maken”, volgens co-auteur van het artikel, prof. Moritz Kebschull.

Preventieve interventies

Volgens de richtlijn is het belangrijk dat preventie van peri-implantaire ziekten zou moeten beginnen zodra tandheelkundige implantaten in eerste instantie zijn gepland.

Het wordt aanbevolen om preventieve interventies toe te passen wanneer implantaten chirurgisch worden geplaatst of prothetisch worden belast. Verder is het aangeraden dat zodra de implantaten functioneren, de patiënt een ondersteunend peri-implantaat programma volgt. Dit programma bestaat uit periodieke beoordelingen van de gezondheid van het peri-implantaatweefsel en mondhygiëne instructies. Het behouden van een optimale mondhygiëne bij tandheelkundige implantaten is heel erg belangrijk.

Bekijk de richtlijn van de EFP

Bron:
European Federation of Periodontology

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Bocas Sanas

Bocas Sanas zoekt ervaren tandartsen en mondhygiënisten voor bijdrage aan bijzonder project, Dominicaanse Republiek

Wat heb jij een ontzettend mooie lach! Jij moet ongetwijfeld de ervaren tandarts of mondhygiënist zijn, die samen met ons de kinderen/jeugd in de Domincaanse Republiek voortaan laat mee lachen!

Vrijwilligers gezocht voor overdracht van kennis en kunde op scholen in Dominicaanse Republiek

De tweede helft van februari tot begin maart 2024 is het in de regio Puerto Plata het meest gunstig, om als vrijwilliger met de Stichting Bocas Sanas Holanda Maimon mee te werken aan gezonde monden van de leerlingen. Wil je ook bijdragen aan een zorgvuldige overdracht van kennis en kunde op de scholen –in een enthousiast team van tenminste 8 professionals- in de Dominicaanse Republiek én genieten van deze unieke werk-, reis- en levenservaring?

Aanmelden

Houd rekening met ongeveer €2500,- aan kosten en meld je aan vóór 18 september a.s. via de mail: info@bocas-sanas.com

Informatiebijeenkomst

Wees erbij; de eerste informatiebijeenkomst is op zaterdag 23 september a.s.

Zien en ontmoeten we elkaar dan? Wij kijken er naar uit!

Tot gauw,
Cristina, Agatha, Selma, Yvonne en Frans”

 

Lees ook eerdere artikelen over dit project:

Evaluatie Nederlands preventieprogramma op scholen in Dominicaanse Republiek gepubliceerd

Mondgezondheid bij schooljeugd in Dominicaanse Republiek beter door Nederlands preventieprogramma

Lees meer over: Kennis, Scholing
Jeugd mondzorg

Preventiecampagne jeugd: ‘De tanden van je kind, daar zorgen we samen voor!’

Bij gezond opgroeien hoort een gezonde mond. Toch komt bijna 1 op de 5 kinderen niet bij de tandarts. En lang niet alle ouders weten hoe ze het kindergebit thuis moeten verzorgen.

Om gaatjes en andere problemen in de mond te voorkomen, lanceert de KNMT, de beroepsorganisatie van tandartsen, deel 2 van de preventiecampagne ‘De tanden van je kind, daar zorgen we samen voor!’.

Kids van 4 tot 12 jaar

Het eerste deel van de grootscheepse actie was speciaal gericht op ouders van 0- tot 4-jarigen. Nu zijn de kids van 4 tot 12 jaar aan de beurt. Ook zij bezoeken nog te weinig de tandarts met alle gevolgen van dien. Zo stagneert de mondgezondheid van 11-jarigen of gaat die zelfs achteruit, aldus het laatste Signalement Mondzorg van Zorginstituut Nederland. En nog altijd hebben 2 van de 3 kinderen voor hun 18e verjaardag minstens één gaatje.
Dat kan en moet beter! Maar veel mensen weten niet wat goed is voor de mondgezondheid van hun kinderen. Echt veel hoeven zij er eigenlijk niet voor te doen: goed poetsgedrag aanleren en napoetsen tot zeker 10 jaar, letten op het eet- en drinkgedrag én hun kind van kleins af aan regelmatig meenemen naar de tandarts. En dat kost helemaal niets, want tot 18 jaar worden de tandartskosten vergoed vanuit de basisverzekering. Gelukkig staan ouders er niet alleen voor: sámen met de tandarts kunnen zij het verschil maken en hun kind laten opgroeien zonder gaatjes.

Brede verspreiding campagne

Om ouders met kinderen die nog niet naar de tandarts gaan te bereiken, zijn niet alleen de ruim 10.000 bij de KNMT aangesloten tandartsen uitgenodigd de campagne te promoten. De beroepsorganisatie heeft ook de jeugdgezondheidszorg, zorgverzekeraars, basisscholen en (sociale) instellingen als voedsel- en kledingbanken, wijkcentra en sportverenigingen benaderd om de campagne te verspreiden. Zo zet de KNMT alles op alles om ieder kind te laten opgroeien met een gezond gebit.

Campagnematerialen

De KNMT levert stakeholders gratis campagnematerialen, zoals de campagneposter, kant-en-klare teksten en afbeeldingen voor social media en e-mailnieuwsbrieven en banners voor op websites. Tandartsen wordt gevraagd ook deze poster voor het raam van hun praktijk te hangen, zodat ouders in de buurt die nog niet met hun kind naar de tandarts gaan deze goed kunnen zien. Andere stakeholders kunnen de poster bijvoorbeeld in hun wachtruimte of kantine hangen. En de campagnematerialen bieden diversiteit. Zo kan de variant worden gekozen die het beste past bij de achterban. De posters zijn net als de andere communicatiemiddelen gratis te downloaden op de speciale campagnepagina van de KNMT.

Bovendien zijn alle voor ouders belangrijke informatie en adviezen voor een gezond gebit van hun kind per leeftijdscategorie terug te vinden op www.allesoverhetgebit.nl, de patiëntenwebsite van de KNMT. Hierbij is rekening gehouden met ouders die over lage gezondheidsvaardigheden beschikken. En er wordt steeds benadrukt dat de tandartskosten voor kinderen tot 18 jaar worden vergoed vanuit de basisverzekering.

Staan de komende weken de 4- tot 12-jarigen in de campagne centraal, later dit jaar is er aandacht voor de mondgezondheid van tieners. Naast hun ouders gaan we hen rechtstreeks benaderen via diverse socialemediakanalen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nieuwe chirurgische benaderingen in de parodontologie

Nieuwe chirurgische benaderingen in de parodontologie

EDTA wordt tijdens de parodontale regeneratieve therapie gebruikt om de smeerlaag te verwijderen en het element schoon te maken. Belangrijk hierbij is dat het element niet mobiel mag zijn. Daarom wordt het element in sommige gevallen gespalkt.

Uit de literatuur blijkt dat hoe dieper de pocket die overblijft na initiële therapie, hoe groter het risico wordt op verlies van het element. Bij een pocketdiepte van vijf mm is de odd ratio 7,7. Wanneer dit zes mm wordt, verandert dit al naar 11 en bij zeven mm of meer wordt dit 64. Bij elementen met een pocketdiepte van zes mm of meer is het daarom sterk aan te raden om parodontale chirurgie uit te voeren.

Verslag van de lezing van dr. Serhat Aslan tijdens de EuroPerio Series Single Session.

Parodontale regeneratie door de tijd heen

De biomaterialen hebben een flinke vlucht genomen de afgelopen jaren. In combinatie met de micro chirurgie die we tegenwoordig uit kunnen voeren. Dit leidt dit tot een nieuw flapontwerp. Het allereerste materiaal waarmee we aanhechtingswinst konden behalen was de millipore filter, die later werd vervangen door verschillende membranen. Voor het aanbrengen van de membranen was het nodig om een grote flap te maken. Door de biologicals is dit tegenwoordig niet meer nodig. Belangrijk bij de regeneratie is dat er gestreefd moet worden naar primaire wondheling. Daarbij is het ontwerp van de flap erg belangrijk. Een verkeerd flapdesign kan ervoor zorgen dat de papillen verloren gaan na chirurgische behandeling en dit is niet wenselijk.

In de jaren 90 werd de definitie van micro-chirurgie bedacht. Het ging hierbij om een operatie die uitgevoerd werd met behulp van een microscoop. Dit kan tegenwoordig ook laagdrempeliger uitgevoerd worden met behulp van een loepbril met lamp.

Flapontwerp

In 1985 werd voor het eerst de Papilla Perservation Technique beschreven. Er zijn in de tussentijd nieuwe flapontwerpen bijgekomen, zoals de Modified en Simplified Papilla Perservation Technique. Als laatste ook nog de Minimal Invasive Surgical Technique, kortweg ook wel MIST genoemd.

Hoe kleiner de flap, hoe stabieler de wond. Dit geeft een positief effect op de wondgenezing. De overeenkomsten tussen de modified-MIST flap en de Single Flap Approach (SFA) is dat we bij beide ontwerpen de papil intact last. De flap is gelokaliseerd aan de zijde van het defect. De papil aan de andere zijde wordt niet betrokken in de flap.

Het zou voor de wondgenezing nog voordelig kunnen zijn om helemaal niet te incideren in de papil. Een flapontwerp die we hiervoor kunnen toepassen is de Tunneltechnique. Er wordt een incisie gemaakt in de sulcus, gevolgd door een verticale ontspanningsincisie. Dit zorgt ervoor dat de flap opgetild kan worden en dat er met direct zicht debridement uitgevoerd kan worden. Als het defect zich aan de distale zijde van het element bevindt, dan zal de ontspanningsincisie zich juist aan de mesiale zijde bevinden. Na debridement en eventueel aanbrengen van een biological of botsubstituten wordt alleen de ontspanningsincisie gehecht. Er komen geen hechtingen in de papil. Bij alle elementen die op deze manier behandeld werden, was pocketvermindering zichtbaar.

Dr. Serhat Aslan is a graduate of Ege University, School of Dentistry where he received his DDS degree. He attended Periodontology Program of Graduate Study offered by Institute of Health Sciences at Ege University and graduated with PhD degree at Periodontics. He maintains a private practice limited to periodontics, fixed prosthodontics and implants with focus on microsurgery, soft and hard tissue reconstruction and minimally invasive surgery. Dr. Aslan is a Visiting Professor in the Department of Biomedical, Surgical and Dental Sciences, University of Milan, Italy. He is an Invited Professor in Post-graduate Program in Periodontology and Implantology, University of Porto, Portugal.
Currently, he is the board member and treasurer of Turkish Society of Periodontology. Also, he is a member of European Federation of Periodontology, Italian Society of Periodontology and Implantology and Turkish Academy of Esthetic Dentistry. Dr. Aslan is intensely involved in mono/multi-center clinical research and development in periodontology, with special emphasis to plastic-periodontal surgery, guided bone/tissue regeneration and esthetic implant therapy.

Door: Paulien Buijs, tandarts, verslag van de lezing van dr. Serhat Aslan tijdens de EuroPerio Series Single Session van de EFP.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z