aantekeningen - student - studeren

Rik Bes: Motiveren kun je leren

Verslag van de lezing van Rik Bes over motiveren tijdens de 8e Talking Points in Dentistry van GSK.

Rik Bes is weliswaar zelf geen tandarts (zijn vrouw wel!), maar mede oprichter van de stichting Centre for Motivation and Change. Adviezen komen vaak niet aan. Wat doen we daar aan? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de gegeven adviezen wel tot het gewenste resultaat leiden? Allereerst is het van belang dat een patiënt er aan toe is. Je kunt inhoudelijk wel het juiste advies geven, maar is die patiënt er wel aan toe om dat advies te horen, laat staan zijn gedrag te veranderen? Hoe kun je dat dus optimaliseren is de vraag, waarop Rik Bes zegt: motiveren kun je leren. Dan is het goed te weten waarom mensen nu eigenlijk niet veranderen. Waarom stopt een zwangere vrouw niet met het drinken van alcohol? Waarom gaat een diabetespatiënt niet meer bewegen en gezonder eten? Waarom stopt een COPD patiënt niet met roken?

Adviezen werken vaak niet
De opvattingen van de zorgverleners zijn vaak gebaseerd op het idee dat als patiënten maar zouden weten wat de risico’s zijn, ze dan wel zullen veranderen. Of als patiënten weten hoe ze zouden kunnen veranderen, ze dan wel veranderen. Of als ze het belangrijk zouden vinden om te veranderen, ze dan wel zouden veranderen. Zorgverleners zijn erop gericht kennis over te dragen, middelen en oplossingen aan te dragen en de patiënten (niet goed, dan maar kwaadschiks) te overtuigen dat ze hun probleem belangrijk moeten vinden. Soms werkt een advies op een dergelijke manier, maar vaak werkt het niet of onvoldoende.

Waarom zouden mensen wél veranderen?
De motivatie voor verandering komt geregeld uit de verkeerde mond. Het is vaak de professional die de motivatie voor verandering aangeeft, terwijl de patiënt zelf zijn motivatie zou moeten aangeven. Het gaat hier om de intrinsieke motivatie (uit de patiënt zelf). Er zijn gesprekstechnieken om de intrinsieke motivatie aan te spreken en de houding van de professional te verberen. Waar het om gaat is dat mensen veel sneller, beter en blijvender overtuigd zijn van hun eigen motieven, wanneer hun wensen, redenen, mogelijkheden en noodzaak tot veranderen uit hun eigen mond komt in plaats van uit die van een (goed bedoelende professionele) ander. Een zorgverlener is al snel geneigd zijn redenen aan te geven en de feitelijke mogelijkheden te belichten. Maar vraag de patiënt eens om een reactie, kijk eens hoe je advies valt en hoe de patiënt reageert. Dit voorkomt vaak ook klachten. Er zijn zeven fasen te onderscheiden voor gedragsverandering, te weten:

  • voorbeschouwing (pre-contemplatie)
  • overpeinzing (contemplatie)
  • besluitvorming
  • voorbereiding
  • actie
  • nieuw gedrag
  • terugval

Voor- en nadelen afwegen
Veel patiënten maken zich zelf helemaal geen zorgen (waarom zou ik stoppen met roken?) en ontkennen hun probleem vaak (ik heb helemaal geen drankprobleem). Maak mensen meer gemotiveerd door de voor- en nadelen van hun gedrag af te wegen. Lok patiënten uit vooral zelf na te denken. Veel mensen zeggen dat ze op de goede weg zijn (ja ik ben op dieet, ja ik rook al minder), maar dat is nog geen nieuw gedrag. Veel mensen zullen dus nog terugvallen in hun oude gedrag en vrolijk verder eten of roken. Professionals zijn geneigd om van de huidige situatie van de patiënt (bijvoorbeeld roken) de nadruk te leggen op de nadelen. En voor al de voordelen te noemen van de nieuwe situatie (gestopt met roken). Bij de patiënt is dat precies andersom. De kunst is de patiënt zelf te laten uitleggen wat hij als voor- en nadelen van beide situaties ziet.

Intrinsieke motivatie
Ambivalentie kan je doen verstijven. Denk aan een kind dat van plan is van de hoge duikplank te springen. Eenmaal boven op de plank wil hij eigenlijk helemaal niet meer en is doodsbenauwd. Zijn motivatie om te willen springen wordt beïnvloed door zijn omgeving. Iedereen is toch al gesprongen? Alleen hij moet nog. Ook daarom is de intrinsieke motivatie zo belangrijk. Er zijn drie communicatiestijlen te onderscheiden bij veranderprocessen:

  • Instructie
  • Luisteren
  • Gidsen/coachen

Welke van de drie stijlen je moet toepassen is afhankelijk van de situatie. Voor ieder moment is er een juiste stijl en er is een juiste stijl voor ieder moment.

“Hoe gaat u om met uw patiënten?”
Rik Bes sloot zijn betoog af met de opdracht aan het publiek om nog eens terug te kijken naar vandaag en eens ons eigen gedrag te bekijken: “Hoe gaat u om met uw patiënten?”

Op Youtube zijn aardige voorbeelden te zien van diverse adviesgesprekken (zoekwoord: merlolab) .
De niet zo effectieve interventie:

De meer effectieve en met motiverende gespreksvoering meer consistente interventie

De compilaties van dezee presentaties zijn te bekijken op www.talkingpoints.nl

Bron:
GSK

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Digitaal

Klaas Weima: Overleven in een digitale wereld

Verslag van de lezing van Klaas Weima over de digitale wereld tijdens de 8e Talking Points in Dentistry van GSK.
Hoe zorg je ervoor dat je praktijk gevonden wordt en dat er positief over je praktijk wordt gesproken?

Klaas Weima is oprichter van het bureau Energize, een creatief bureau voor interactieve merkcommunicatie. Hij nam het publiek mee naar de digitale wereld van linkedIn, Facebook, Hyves, MSN en Twitter. Allereerst vroeg hij wie wel eens Twittert. Er gingen weinig vingers de lucht in. En hij vroeg wie er wel eens een marketingplan maakt? Opnieuw gingen er weinig vingers de lucht in. Maar in deze tijd van vrije prijsvorming en meer concurrentie zou je meer aan marketing moeten doen. De wereld digitaliseert. Zo zijn er al miljoenen mensen met een smartphone. Er zijn al heel veel Skype gebruikers – je kunt ook al via Skype (gratis) naar je tandarts bellen. Patiënten zoeken eerder oplossingen voor problemen op internet (Wikipedia) en komen beter voorgelicht in de praktijk. Via vergelijkingssites zoeken (potentiële) patiënten naar de beste zorgverlener. Dit is nu nog het geval bij hun huisartskeuze maar dat zal snel ook het geval zijn in hun zoektocht naar een goede tandarts. Moeten we daar wat mee? Weima gaf het voorbeeld van een jonge moeder die gaat verhuizen en zich op een nieuwe tandarts oriënteert. Hoe doet zij dat? Ze kijkt niet meer in de telefoongids, maar gaat eerst even googelen. Via haar netwerk (Facebook) vraagt ze haar ‘vrienden’ om advies. Ze bekijkt ook enkele fora. Volgensmama.nl is bijvoorbeeld zo’n populair forum. Er zijn zoveel soorten digitale media dat het je al snel duizelt. Je hoeft natuurlijk niet alles te doen. Gevonden worden via Google is al een hele stap voorwaarts.

Zes digitale media
Klaas Weima onderscheidde zes digitale media, te weten:

  • Blogs: websites waarop regelmatig nieuwe bijdragen verschijnen in omgekeerd chronologische volgorde
  • Social Networking sites: websites waarop gebruikers een persoonlijk profiel maken en inhoud delen met mensen in hun netwerk, bijvoorbeeld Facebook
  • Locatie-gebaseerde dienst: informatieve of vermaakapplicatie voor de mobiele telefoon die gebruikmaakt van de gebruikerslocatie, bijvoorbeeld Foursquare
  • Microblogs: een vorm van bloggen waarbij gebruikers via hun sociale netwerk korte teksten of links delen, bijvoorbeeld Twitter
  • Fora: websites bestaande uit publieke discussiepagina’s rondom bepaalde thema’s
  • Instant messaging: een techniek of applicatie waarbij berichten en multimediale inhoud zo snel mogelijk worden overgebracht, bijvoorbeeld MSN

Kennis, doelen en keuzes
Maar hoe overleef je als tandheelkundig zorgverlener in deze wirwar aan informatie? Hoe zorg je ervoor dat je praktijk gevonden wordt en dat er positief over je praktijk wordt gesproken en dat je goed bereikbaar bent? “Doe allereerst kennis op”, adviseerde Klaas Weima. Weet wat er speelt zodat je goed op de hoogte bent. Stel doelen. Vraag jezelf af wat je wilt bereiken op dit vlak. Maak vervolgens keuzes. Welke middelen passen bij mij? Doe het vervolgens en durf daarbij fouten te maken.

De compilatie van de deze presentatie is te bekijken op www.talkingpoints.nl

Bron:
GSK

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
boren

Tandartsboor verleden tijd?

Gaatjes in tanden en kiezen hoeven straks niet meer geboord. Britse onderzoekers gaan ze met een eiwitzalfje te lijf.

Zenuwslopend en pijnlijk geboor in het gebit behoort straks tot het verleden. Tandheelkundigen van de universiteit van Leeds hebben namelijk een compleet andere manier ontdekt om gaatjes te verwijderen. Ze hebben een eiwitmengsel ontwikkeld dat het tandbeen aanzet om het gaatje zélf te dichten.

Dat mengsel hoeft alleen maar op de aangetaste tand te worden gesmeerd. Het eigenlijke wonderingrediënt (verder voorzien van enkele hulpstoffen) is het eiwit P 11-4. Dat dringt door in de scheurtjes veroorzaakt door het zuur, en vormt daar een draderig netwerk dat calcium vasthoudt en daarbij een uitstekende steiger vormt voor nieuw tandbeenweefsel. Net dat steuntje in de rug dat de aangetaste tand nodig heeft. Een eerste test, uitgevoerd bij een kleine groep volwassenen met een begin van een gaatje, was zeer positief.

Bron:
De Pers

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Producten
dossier, map

Werkt u volgens de praktijkrichtlijn Patiëntendossier?

Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Welke gegevens moet het patiëntendossier bevatten en waarom? Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Infectiepreventie draait om het voorkomen van infectieuze ziekten, ook binnen het tandheelkundige team. Ziektekiemen zoals legionella, tuberculose bacteriën, herpes en MRSA. Een patiënt kan het team besmetten, het team de patiënt en door kruisbesmetting kan zelfs de ene patiënt de andere besmetten. Misschien is zelfs een tandartspraktijk verantwoordelijk geweest voor de verspreiding van EHEC. Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Bovendien bevordert het de transparantie.

Verloop van infectie
Eerst is er sprake van transmissie: De bacterie verhuist van de bron, zoals unitwater of de vorige patiënt, naar de volgende patiënt. Hier vestigt de bacterie zich en wordt de kolonisatie gestart. De bacterie past zich aan aan het ecosysteem en weerstaat (of niet) de gastheerreactie. Een mens bestaat uit zo ontzettend veel bacteriën dat men zich kan afvragen of een mens een ‘mens’ is of een kolonie bacteriën. Een mens bevat namelijk minder cellen dan bacteriën. We leven dan ook in een dynamisch evenwicht met onze microflora.

Waarom is de tandartspraktijk nu zo gevaarlijk?
Waarom wordt er ineens zo streng geïnspecteerd in de tandartspraktijk terwijl voetballers straffeloos op het veld spugen er hier vervolgens doorheen sliden? Het verschil is dat voetballers uitgebreid getest zijn op hun gezondheid. Onze patiënten zijn dit vaak niet. Ze kunnen van alles onder de leden hebben en dit verspreiden via tandheelkundige instrumenten. Bovendien mogen onze patiënten van ons verwachten dat ze niet ziek worden van een tandheelkundige behandeling

Zijn pathogenen gevaarlijker dan vroeger?
De pathogenen van vroeger, zoals veroorzakers van de pest, de vliegende tering, cholera en de Spaanse griep hebben we aardig onder controle. Dit komt door de invoering van hygiëne maatregelen en antibiotica. Maar dit heeft een keerzijde. Nu hebben we te maken met MRSA, EHEC en noem het maar op. Antibitiotica-resistentie is een groot probleem. We moeten zorgen dat we weer goed gaan letten op die hygiëne. In 1995 is hiervoor de richtlijn van de werkgroep Infectie Preventie (WIP) in het leven geroepen voor de tandheelkundige praktijk, welke in 2007 herzien is. De aanbevelingen voor mondzorgers zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de literatuur en de expertise van professionals.

De cijfers
Dat infectiepreventie echt nodig is, blijkt wel uit de cijfers. Op zich is de kans van het oplopen van HIV bij een prikaccident met bloed van een HIV-positieve patiënt niet zo hoog (0,3-0,6%), maar dit is bij een prikaccident met bloed van een hepatitispatiënt veel hoger. Oké, gelukkig hoort het hele team wel gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B (37-62% kans), maar steeds frequenter heeft een hepatitis-B patiënt ook hepatitis C. Vooral bij verslaafden moet men hier verdacht op zijn. Tegen Hepatitis-C zijn we niet gevaccineerd. Hepatitis is via bloed en via slijmvliezen (!) overdraagbaar, dus een stuk gemakkelijker dan HIV wat enkel via bloed overdraagbaar is.

De kans op overdracht van het Herpes Simplex Virus (HSV) is hoog. Het leidt niet frequent tot ziekte, maar bedenkt u zich wel dat de aerosol 2 meter hoog kan komen…Het komt op uw armen en gezicht.

Ook komt overdracht van de griep voor binnen de tandheelkundige praktijk. De spreker vond het aan te raden om het team de griepprik te laten halen. Primair ter preventie van overdracht, maar een spin-off is natuurlijk de continuering van de praktijkvoering tijdens zo een epidemische periode. Uiteraard is gevaccineerd zijn geen vrijbrief voor onhygiënisch handelen en moeten dan nog steeds de overige hygiëne maatregelen getroffen worden.

Tuberculose, komt dat nog voor?

Tuberculose (TBC) komt weinig voor onder autochtonen Nederlanders. Onder allochtonen komt het echter wel regelmatig voor. En deze mensen krijgen wij ook in de stoel. Gelukkig is er niet vaak sprake van open TBC, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden. Er is immers een stijgende incidentie van TBC in Nederland. Bovendien is er resistentievorming tegen gangbare antibiotica.

In de USA is daarom een richtlijn opgesteld waarin patiënten met de volgende symptomen apart behandeld moeten worden:

  • Meer dan 3 weken hoesten
  • Gebrekkige eetlust
  • Gewichtsverlies
  • En andere symptomen op een TB-lijst

Hoe kun je nu zien of de patiënt wellicht een ziekte onder de leden heeft, zoals tuberculose?

Het patiëntendossier
En hier komt het patiëntendossier te voorschijn: Laat duidelijk op de kaart naar voren komen dat er sprake is van een (besmettelijke) ziekte. Het dossier moet op zijn minst het volgende bevatten:

  • Medische anamnese
    Denk daarbij aan:
    – Gegevens over allergie, diabetes, reuma, hartafwijkingen, bloedafwijkingen, epilepsie
    – Orale en dentale afwijkingen
    – Systemische aandoeningen, waaronder besmettelijke ziektes
    – Ziekenhuisverleden
    –  Medicatie
    – Reactie op anesthesie
    – Genetische aandoeningen
  • Tandheelkundige historie en anamnese
  • Status praesens
  • Röntgenfoto’s
  • De gegevens die de tandarts met instemming van de patiënt van zijn voorganger heeft overgenomen
  • Gegevens betreffende informed consent inzake voor de patiënt ingrijpende verrichtingen/behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties
  • Tandheelkundige gegevens:
    1.  De verslaglegging van de tandarts-patiënt contacten (consulten)
    Het verdient aanbeveling de volgende gegevens op te nemen:
    – De data waarop de contacten hebben plaatsgevonden (ook geannuleerde afspraken en afspraken die niet zijn nagekomen)
    – De klacht/hulpvraag/wens
    – Het uitgevoerde onderzoek, diagnose en indicatiestelling

    2. Het behandelplan
    – Tot op het moment van voltooiing van de behandeling
    – Met aantekeningen van essentiële afwijkingen van het plan
    – Bij plannen voor langere termijn, rekening houdend met informatie over de redenen waarom die termijn in acht genomen wordt. Tussentijds kunnen hierin immers wijzingen voorkomen

    3. Verder:
    – Verrichtingen (besteed extra aandacht aan het noteren van deels of volledig mislukte verrichtingen) en de naam van de behandelaar
    – Verstrekte tandheelkundige adviezen en behandelvoorstellen, inclusief reacties van de patiënt/mate van medewerking van patiënt
    – Rapportages van bacteriologische onderzoeken
    – Modelanalyse
    – Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    – Recepturen

Als u netjes het patiëntendossier bijhoudt, is er zicht op het welbevinden van de patiënt en kan er gemakkelijk worden geconstateerd of de patiënt ziek is. Bij een (kans op) besmettelijke ziekte dient u een risico inschatting te maken hoe groot de kans is dat u uzelf of uw volgende patiënten besmet.

Los van de overdracht van patiënt op patiënt is er ook nog de overdracht van behandelunit naar patiënt.

Hoe vaak controleert u het water van uw unit(s)?
Ondanks het feit dat ACTA zijn waterkwaliteit in de tandartsunits goed op orde heeft dankzij een actief test en decontaminatie beleid, kampt ACTA momenteel met een grote contaminatie met legionella (non-pneumophila) dankzij een fout in de waterleiding aansluitingen van de nieuwbouw van ACTA.

Wist u dat meer dan 80% van de waterleidingen in units in Nederland meer dan 5.000 KVE/ml bacteriën bevatten? Terwijl de norm 200 KVE/ml is?

Ook veel (Gram-negatieve) bacteriën in water kan COPD veroorzaken bij behandelaars en maakt behandelaars gevoeliger voor andere infecties! In sommige praktijken is het water uit de unit zelfs te vergelijken met urine van een urineweginfectiepatiënt. We hebben als behandelaars een inspanningsverplichting dus zorg ervoor dat uw water wordt gecontroleerd. Legionella-controle is elke 6 maanden nodig. Uit de reacties vanuit de zaal bleek dat er maar enkelen dit wel eens lieten controleren.

Conclusie
Concluderend stelde de heer Soet dat men een reëel risico loopt op infectieziekten bij de tandarts. Door hygiëneregels kan men deze risico’s inperken. Door transparant te zijn kunnen we zorgen voor veiligheid van het team en de patiënt.

Bron:
Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Hans de Soet is microbioloog en werkzaam als Ass. Professor Preventieve Tandheelkunde bij ACTA. Ook hij is Voorzitter van de adviescommissie Infectie Preventie ACTA.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
kaakpijn

Casus acute kaakluxatie

Een gezonde jonge vrouw, komt bij u in de praktijk voor behandeling. Na het uitvoeren van extracties in de onderkaak kan zij haar kaken niet meer op elkaar krijgen. Wat is uw diagnose en behandeling?

Casus
Een gezonde vrouw, 28 jaar, komt bij u in de praktijk voor behandeling. Na het uitvoeren van extracties in de onderkaak kan mevrouw haar kaken niet meer op elkaar krijgen. De patiënt geeft aan dat zij pijn heeft en raakt in paniek. U ziet dat er sprake is van een open beet in het front die niet eerder aanwezig was. Ter plaatse van de preauriculaire regio is een deuk zichtbaar.

Diagnose
Er is sprake van een bilaterale kaakluxatie. Tijdens de extractie is de onderkaak niet goed afgesteund. De kaakkopjes staan nu ventraal van het tuberculum articulare gefixeerd (zie foto). Als gevolg van de kaakluxatie vindt spierspasme van de kauwspieren plaats. Dit veroorzaakt de pijn.

Behandeling
De prognose van een kaakluxatie is goed. Het is belangrijk om eerst de patiënt gerust te stellen. Het beste is om de kaakkopjes zo snel mogelijk weer te repositioneren. Bij uitstel zal namelijk de spaciticteit van de spieren toenemen. Dit maakt het lastiger de kaak te repositioneren. Er worden verschillende procedures beschreven.
Een klassieke methode is om beide duimen naast het occlusale vlak, links en rechts, te zetten (zie foto). Eerst wordt de onderkaak naar caudaal geduwd. Vervolgens kan er, met de vingers die op de kin rusten, een druk naar dorsaal worden bewerkstelligd. Op deze manier worden de kaakkopjes over het tuberculum articulare begeleid. Deze methode kan ook unilateraal plaatsvinden waarbij de kaakkopje een voor een in de oude positie worden gezet. Een toename van pijn tijdens het repositioneren is normaal.
Geadviseerd wordt om de geplande tandheelkundige behandeling te staken. De patiënt kan eventueel pijnstillers slikken en er moet worden geadviseerd om het kaakgewricht te ontlasten door bijvoorbeeld zacht voedsel te eten. Ook moet de mond niet te ver worden geopend. Mocht het niet lukken de kaak zelf te repositioneren, bijvoorbeeld door uitstel van repositie, dan kan worden doorverwezen naar de kaakchirurg.

Een kaakluxatie kan ook optreden als gevolg van bijvoorbeeld een trauma of het wijd openen van de mond tijdens het gapen. In elk geval is het belangrijk dat de kaak zo snel mogelijk weer gerepositioneerd wordt. Ook kan er sprake zijn van een unilaterale luxatie. In dit geval staat de kaak naar de niet aangedane zijde.

Bron:
Journal of the Irish Dental Association – Volume 56 nummer 6 – December 2010/ Januari 2011
Stegenga B, Vissink A, Bont LGM. Mondziekten & Kaakchirurgie.

Lees meer over: Casus, Kennis
Leren- boeken

Laaggeletterdheid betekent gezondheidsrisico’s

Minister Schippers van VWS krijgt maandag 5 september het advies ‘Laaggeletterdheid te lijf’ aangeboden door de Gezondheidsraad. Maandag start de Week van de Alfabetisering.

Impact op gezondheid
Stichting Lezen & Schrijven besteedt na de publicatie van het advies aandacht aan de impact van laaggeletterdheid op gezondheid. Louise Gunning (voorzitter Gezondheidsraad), Wim van der Meeren (voorzitter RvB CZ Zorgverzekeraar), Wilna Wind (directeur NPCF), Margreet de Vries (algemeen directeur Stichting Lezen & Schrijven) en een arts gaan maandagavond in gesprek over het dilemma tussen huidige mensbeelden in de zorg en laaggeletterdheid. In dit gesprek verkennen zij mogelijke oplossingen.

Het gesprek vindt plaats om 20:00 uur in De Balie te Amsterdam. De toegang is gratis, maar reserveren is verplicht. Dit kan middels een mail aan communicatie@debalie.nl

Bron:
Skipr

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Kalender

Dental Review – 30 september in Utrecht

Vijf Nederlandse experts bezochten een meerdaags buitenlands congres en doen daar verslag van tijdens het congres Dental Review. Helder, beknopt en praktijkgericht.

Groot succes
De eerste Dental Review was vorig jaar een groot succes. Niet zo verwonderlijk, want het bleek een uitgelezen mogelijkheid om in één dag kennis te nemen van zeer recente en belangwekkende internationale tandheelkundige onderzoekgegevens. Vijf Nederlandse experts bezochten een meerdaags buitenlands congres en deden daar in Utrecht verslag van.

Bezochte congressen
Ook dit jaar bezoeken weer vijf bekende collega’s een buitenlandse bijeenkomst. Zo worden dit keer bezocht:

  • Het jaarlijkse congres van de American Association of Endodontists in Texas
  • The First International Sialendoscopy Conference in Genève
  • Het congres van de International Association of Dental Research in Boedapest
  • Het wereldcongres van de International Society for Breath Odor Research in Salvador, Brazilië
  • De congressen van de American Association of Fixed Prosthodontics en American Equilibration Society in Chicago

Sprekers
Op 30 september presenteren de collega’s Eijkman, De Cleen, Van der Meij, Van Van Dalen, Winkel en Van der Kuij de zaken die hen op deze congressen zijn opgevallen: nieuwe onderzoeksresultaten, verrassende klinische implicaties en de evaluatie van nieuwe instrumenten, materialen en behandelmethoden. Zij halen voor u de krenten uit de pap, zodat u in een relatief korte tijd een schat aan zeer actuele informatie meekrijgt.

Omdat alle vijf docenten zeer goed ingevoerd zijn in hun vakgebied, kunnen zij internationale trends vertalen naar de Nederlandse situatie. Actuele informatie wordt daardoor ook voor u relevante informatie.

Meer informatie en inschrijven
Via Mark Two Communications, klik hier

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
tand - kapot - erosie

Ontwikkeling en oorzaak van tanderosie bij jeugdigen

Voor gebitsbehoud is het belangrijk om het ontstaan en voortschrijden van tanderosie bij jeugdigen te voorkomen.

El Aidi deed een longitudinaal onderzoek naar tanderosie onder de jeugd in Oss. Bij aanvang van de studie varieerde de leeftijd tussen de 10 en 12 jaar. De steekproef was evenwichtig verdeeld over de beide geslachten en de sociaal economische groepen. De 656 jongeren in de studie werden in een periode van drie jaar drie maal onderzocht op tanderosie en op factoren die verband kunnen houden met tanderosie. Bij 24% van de onderzochte jongeren ontstond tanderosie en bij ruim 60% van de jongeren met tanderosie trad verergering op. Het nuttigen van alcoholische mixdranken, zure groenten en tandenknarsen werden positief geassocieerd met het ontstaan van tanderosie en vitaminetabletten met de progressie van tanderosie. De consumptie van melk- en yoghurtproducten beschermt tegen tanderosie. Tandenknarsers die veel zure producten consumeren, hebben een extra verhoogd risico op tanderosie.
Conclusie
El Aidi concludeert in haar proefschrift dat de oorzaken van het ontstaan van tanderosie complex zijn en dat erosieve componenten meer zijn dan alleen zure (fris)dranken.

Promotie vrijdag 9 september, 13:00 uur
Titel: Voor gebitsbehoud is het belangrijk om het ontstaan en voortschrijden van tanderosie bij jeugdigen te voorkomen.

Locatie
Academiezaal Aula
Comeniuslaan 2
Faculteit der Medische Wetenschappen
Promovendus: mevrouw drs. H. El Aidi
Promotors: prof. dr. G.J. Truin, prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans
Copromotors: dr. ir. E.M. Bronkhorst

Biografie
Halima El Aidi (Cuijk, 1981) studeerde tandheelkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 2004 startte zij als tandartsdocente aan de afdeling Preventieve en Curatieve Tandheelkunde in Nijmegen. In mei 2005 kreeg zij de kans haar promotieonderzoek naar de etiologie van tanderosie uit te voeren. Sinds 2007 werkt El Aidi als tandarts in een groepspraktijk in Rosmalen.

Bron:
Radboud Universiteit Nijmegen

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
dossier - onderzoek

EPD kan doorstart maken

Een aantal koepelorganisaties van huisartsen en apothekers concludeert dat het elektronisch patiëntendossier (EPD) toch kan worden ingevoerd. Het EPD, waarmee artsen medische informatie over patiënten kunnen uitwisselen, sneuvelde dit voorjaar in de Eerste Kamer. De senatoren vreesden dat de privacy van patiënten onvoldoende kon worden gewaarborgd. Aan de jarenlange voorbereiding van het megaproject was toen al ongeveer 300 miljoen euro besteed.

Voorstel
De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de apothekersorganisatie KNMP en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) hebben een vertrouwelijk voorstel gepresenteerd om toch een digitaal patiëntendossier te kunnen invoeren dat de privacy van de patiënt volledig garandeert. Dit voorstel is in handen van het ANP.

Verhoging tarieven
Het EPD zou voortaan Servicecentrum voor Zorgcommunicatie gaan heten. Het plan zou 10 miljoen per jaar kosten. Zorgverzekeraars zouden bereid zijn de kosten te dragen. Ze zouden die doorberekenen via een verhoging van de tarieven die artsen en apothekers voor hun werk krijgen.
Nictiz, de organisatie die belast was met de oprichting van het EPD, heeft na het afblazen van het project opdracht gekregen te onderzoeken of een doorstart mogelijk is. Bronnen rond de vijf koepelorganisaties zeggen goede hoop te hebben dat Nictiz hun voorstel heeft overgenomen. De organisatie zou minister Edith Schippers van VWS inmiddels hebben geïnformeerd over haar standpunt.

Patiëntveiligheid
Een woordvoerder van Nictiz bevestigt dat de brief aan de minister is verstuurd, maar wil niet ingaan op de inhoud van het advies. De vijf belangenorganisaties van artsen en apothekers vinden dat een centraal patiëntendossier een belangrijk middel is om de patiëntveiligheid te verbeteren. Als patiënten, zoals bij bijvoorbeeld senioren veel voorkomt, behandeld worden door diverse artsen, kunnen die hun behandelingen op elkaar afstemmen. Dat voorkomt veel medische complicaties.

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: E-health, Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier
onderzoek - lab

Échte nieuwe tanden, gekweekt in het laboratorium

Nieuw onderzoek maakt het mogelijk om in de toekomst misschien volledige tanden te transplanteren. En dan gaat het niet over tanden van iemand anders maar over volledig in het laboratorium gegroeide tanden.

Transplanteren
Het transplanteren van organen is al sinds de jaren ‘50 praktijk in de geneeskunde. Het probleem van afstotingsverschijnselen en de schaarsheid van donor-organen heeft ertoe geleid dat wetenschappers op zoek gingen naar mogelijkheden om hele organen in het laboratorium te kweken. Gespecialiseerde celtypes zoals hartcellen, zenuwcellen en huidcellen kunnen inderdaad gekweekt worden in het laboratorium. Hiervoor worden embryonale stamcellen gebruikt: cellen die zich nog tot allerlei celtypes en weefsels kunnen ontwikkelen. Deze stamcellen kunnen in het lab, met toevoeging van de juiste stoffen, zo gemanipuleerd worden dat ze zich precies tot het celtype ontwikkelen dat je wilt hebben. Ook relatief simpele weefsels zoals stukjes huid kunnen op deze manier gekweekt worden. Maar een volledig drie-dimensioneel orgaan waarin meerdere celtypes met elkaar samenwerken bleek een stuk moeilijker om te maken.

Tandknopjes
Bepaalde uitwendige organen, zoals tanden, laten zich echter makkelijker in het lab kweken dan bijvoorbeeld een hart. Tanden ontstaan tijdens de embryonale ontwikkeling uit een mix van stamcellen. Er vormen “tandknoppen” in de kaak die zich differentiëren in alle celtypes die een tand nodig heeft: glazuur, tandbeen, tandmerg, bloedvaten en zenuwen. Al 5 jaar geleden hadden wetenschappers uit Tokio het voor elkaar gekregen om uit embryonale stamcellen van muizen in het laboratorium tandknopjes te laten groeien. Dit gebeurde door de juiste stamcellen te behandelen met stoffen die normaal in het lichaam ook tandvorming beïnvloeden. Deze tandknoppen werden in de kaak van de muis geplaatst, waar ze, onder invloed van alle voedingsstoffen uit het lichaam van de muis, uitgroeiden tot normale functionele tanden.

Laboratorium
Destijds was dit al een grote doorbraak, maar de groei van de tand duurde bij de muis al 60 dagen, en bij mensen zou dit nóg langer duren. Voor het behandelen van tandproblemen bij mensen zou deze methode dus niet werken. Daarom zetten de onderzoekers hun tanden in de volgende stap: het kweken van een volledige tand in het laboratorium. Onlangs is dit gelukt, zie hier. Hiervoor is de tandknop, in een speciaal ontworpen apparaatje gekweekt om de afmetingen van de tand te beïnvloeden: hij moet namelijk wel in de kaak van de muis passen. Dit apparaatje blijkt te werken, er worden in het laboratorium tanden gevormd die de normale vorm en afmeting hebben. Vervolgens hebben de onderzoekers deze tanden in de kaak van een muis getransplanteerd waarbij zojuist een tand is getrokken. Deze geheel buiten een lichaam van een muis gekweekte tand is geïntegreerd in het botweefsel in de kaak en heeft zich ontwikkeld tot een volledig functionele tand, met bloedvaten, zenuwen, bot en wortel. Zes weken na de operatie blijkt de volledige tand nog steeds goed te werken.

Voor mensen
Eenzelfde methode zou ooit voor mensen ook ontwikkeld kunnen worden, als een goed en meer natuurlijk alternatief voor kunstgebitten en implantaten. Maar hiervoor moeten eerst nog een hoop hordes genomen worden. Het kweken van humane embryonale stamcellen ligt nog behoorlijk gevoelig, aangezien hier humane foetussen voor gebruikt moeten worden. Maar, hopen de onderzoekers, over een jaar of 10 zijn er mogelijkheden voor een tandtransplantatie.

Bron:
Sciencepalooza.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
roken

Roken voor vrouw slechter dan voor man

Het risico dat roken leidt tot coronaire hartziekten is bij vrouwen groter dan bij mannen. Dit blijkt uit een meta-analyse die Rachel Huxley en Mark Woodward uitvoerden. De resultaten staan in The Lancet.

Onderzoek
De onderzoekers gebruikten de gegevens van bijna 4 miljoen mensen, die bij elkaar ruim 67 duizend coronaire vaatincidenten hadden doorgemaakt. Het risico op zo’n aandoening nam in vergelijking met niet-rokers bij rokende vrouwen een kwart meer toe dan bij rokende mannen. Dat verschil groeide elk jaar dat gerookt werd met zo’n 2 procent. Het verschil was niet afhankelijk van andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

Biologisch verschil of anders roken
Het is volgens de onderzoekers niet duidelijk of dit risicoverschil te maken heeft met biologische verschillen, of dat mannen en vrouwen anders roken. Maar gezien het toenemend aantal vrouwen dat rookt – en gezien het gegeven dat tabaksfabrikanten hun reclame op deze ‘groeimarkt’ richten – zouden overheden hun preventiebeleid meer op deze groep moeten afstemmen.

Bron:
Medisch Contact
The Lancet 2011, doi: 10.1016/S0140-6736(11)60781-2 en -61035-0

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Tand - gaatje - tandarts

CVZ: Grootste deel van Nederlandse jeugd heeft cariës

In het op 9 augustus gepubliceerde Signalement Mondzorg 2011 gaat het CVZ in op de ontwikkeling van de mondgezondheid van jeugdige verzekerden.

Vier op 10 van 21-jarigen poetst niet twee keer per dag met fluoride tandpasta
Uit onderzoek blijkt dat het grootste deel van de Nederlandse jeugd met cariës heeft te maken, ondanks het feit dat de maatregelen om cariës te voorkomen bewezen effectief zijn. Zo is tweemaal daags poetsen met fluoride tandpasta wetenschappelijk onomstreden maar bleek bijna vier op de 10 van de 21-jarigen uit de lage SES groep dit advies niet op te volgen.

Algemene tendens laat wel positieve lijn zien
De algemene tendens is dat de mondgezondheid bij jeugdigen ten opzichte van 2003, een positieve lijn laat zien, zowel bij de jeugdige in de hoge als in de lage SES groep. Wel blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan tussen beide SES groepen. Deze ontstaan op jeugdige leeftijd en blijven voortbestaan in de volwassen leeftijd. Het probleem van de gebitsslijtage neemt in de loop der tijd echter wel toe. Het CVZ doet op het moment onderzoek naar de vraag wanneer er als gevolg van gebitsslijtage recht bestaat op bijzondere tandheelkunde. De resultaten van het onderzoek naar de mondgezondheid van jeugdige verzekerden geven het CVZ geen aanleiding om de minister nu te adviseren pakketmaatregelen te treffen.

Bron:
VAGZ

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Hart - gezondheid

Slechte poetsers hebben 30-40% meer kans op hartaanval

Een schoon en gezond gebit helpt bij het voorkomen van hartproblemen. Uit onderzoek blijkt dat de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor tandplak ook een rol spelen bij de verkalking van de slagaderen van hartpatiënten. Slechte tandverzorging kan dus een verhoogde kans geven op hart- en vaatziekten. De Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (NMT) hamert daarom op het belang van goed poetsen en regelmatige controle van het tandvlees.

Slecht poetsen: 30-40% meer kans op hartaanval
Uit het onderzoek blijkt dat in verkalkte slagaderen van hartpatiënten dezelfde bacteriën voorkomen, die ook medeverantwoordelijk zijn voor tandplak. Bovendien stellen onderzoekers vast dat mensen die slechts eenmaal per dag hun tanden poetsen dertig tot veertig procent meer kans hebben op een hartaanval.

Diverse ondezoeken
Tandarts en vice-voorzitter van de NMT, Hendrike van Drie: “De relatie tussen tandvleesproblemen en hart- en vaatproblemen is aangetoond in diverse onderzoeken. Mensen met een gezond gebit met meer dan 25 tanden bleken minder last te hebben van hartproblemen, dan mensen met minder dan tien tanden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de kans op een hart- of vaataandoening met twintig procent toeneemt als je tandvlees ontstoken is. Ben je jonger dan 65 jaar en heb je chronische parodontitis, dan is die kans zelfs 44 procent. Parodontitis lijkt dus een risicofactor voor hart- en vaatziekten te zijn. Zij hadden significant vaker hart- en vaataandoeningen. Ons advies als tandartsen is: twee maal per dag goed poetsen en het tandvlees regelmatig door een tandarts en/of mondhygiëniste laten beoordelen.”

Waarschuwing cardiologen
Ook cardiologen zien een goede mondverzorging als bijdrage aan het voorkomen van hartproblemen. Cardioloog dr. D. J. A. Lok van het Deventer Ziekenhuis geeft aan dat hart- en vaatziekten geassocieerd zijn met chronische infecties, zoals parodontitis. “Bacteriën die frequent in de mond worden aangetoond, zoals Chlamydia Pneumoniae, kunnen worden aangetroffen in vaatvernauwingen (plaques) van bijvoorbeeld de halsslagaderen.”

Bron:
NMT

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
vakantie

Zonnen voorkomt tandbederf

Het risico op tandbederf kan aanzienlijk worden verminderd door een optimale hoeveelheid vitamine D. Ons lichaam vormt vitamine D, onder invloed van UV-straling, in de huid. Veilig en gematigd zonnen lijkt dus gezond voor de tanden. Onderzoeker William Grant, schrijft in het tijdschrift Dermato-Endocrinology dat een vitamine D-niveau van ten minste 30 nanogram per milliliter bloed er voor zorgt dat lichaamseigen antibacteriële peptiden worden gevormd. Deze peptiden dammen de veroorzakers van tandbederf in.

Wetenschappelijke studies
Grant baseerde zijn onderzoek op 325 wetenschappelijke studies naar UV-straling en tandbederf, die de afgelopen vijftig jaar verschenen. “In gebieden met een lagere UV-stralingsintensiteit treedt tandbederf duidelijk vaker op dan in gebieden die een hogere UV-straling laten zien.”, vertelt Grant. “UV-straling stimuleert de aanmaak van vitamine D en vitamine D is op zijn beurt de motor voor de opbouw van antibacteriële peptiden die het ontstaan van tandbederf voorkomen.”

De onderzoeker beveelt aan om de rol van een optimale vitamine D-opname in de tandheelkunde sterker te benadrukken. Vanaf 30 nanogram per milliliter bloed kan het positieve effect van vitamine D zich voldoende ontwikkelen. Waarden tussen de 40 en 60 ng/ml worden als optimaal beschouwd. Onderzoeker William Grant, schrijft in het tijdschrift Dermato-Endocrinology dat een vitamine D-niveau van ten minste 30 nanogram per milliliter bloed er voor zorgt dat lichaamseigen antibacteriële peptiden worden gevormd. Deze peptiden dammen de veroorzakers van tandbederf in.

Bron:
Gezondheidsnet

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Tijd - klok

Werkgevers willen weten wat medewerkers privé uitspoken

Werkgevers denken te kunnen voorkomen dat werknemers in bijvoorbeeld de Ziektewet belanden door bij te dragen aan een goede werk-privé balans. Daarom wil driekwart van hen graag informatie hebben over het privéleven van hun personeel.

Dit blijkt uit onderzoek onder ruim zeshonderd werkgevers en ruim 1600 werknemers van HR-dienstverlener 365/Zin.

Goed werkgeverschap?
Omdat ze bang zijn dat ze bemoeizuchtig overkomen, zijn werkgevers echter vaak nog huiverig met het stellen van privévragen aan hun werknemers. Maar ze moeten juist de dialoog met werknemers aangaan, aldus Rosé van Velzen, directeur van 365/Zin. “Over het algemeen wordt het juist gezien als goed werkgeverschap.”

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat een derde van de werknemers geen goede werk-privé balans heeft. Een kwart van deze werknemers kent stress door een privé aangelegenheid, een derde kent stress door het werk.

Bron:
HR Praktijk
365/Zin

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Onderzoek, Personeel
digitale communicatie - telefoon

Liever zonder tandenborstel dan telefoon

Liever een leven zonder tandenborstel dan zonder mobiele telefoon, dat zegt een vijfde van de Amerikanen. Dat blijkt uit onderzoek. Seks opgeven zou ook niet zo’n probleem zijn. Amerikanen zouden nogal wat willen opgeven, als ze hun smartphones maar mogen houden, zo bericht RTL Nieuws.

Driekwart doet liever een weekje zonder alcohol, 63 procent is bereid chocolade op te geven en 55 procent stelt het best zonder caffeïne. Maar zonder gsm leven is hen ondenkbaar. Eenderde heeft ingevuld liever seks te weigeren dan te leven zonder telefoon. 21 procent wil liever een week geen schoenen dragen.

Eenderde van de ondervraagden zegt tijdens bioscoopbezoekjes de telefoon te blijven checken, halverwege de film.

Bron:
Spitsnieuws

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
caries - tandarts

Vriendelijke dokter belangrijker dan korte wachttijd

Patiënten vinden bejegening en communicatie het belangrijkst bij hun beoordeling van zorg, daarna volgen organisatieaspecten zoals wachttijden. Zorgverleners en managers in de gezondheidszorg zouden zich dus hierop moeten richten als zij het oordeel over hun zorg willen verbeteren, zo schrijven onderzoekers van het NIVEL en het Centrum Klantervaring Zorg in BMJ Quality & Safety.

Marktwerking steeds belangrijker
In westerse landen wordt marktwerking steeds belangrijker in de zorg. Ook de rol van patiënten is veranderd: zij worden geacht zich op te stellen als actieve consumenten die kiezen voor de beste zorg. Om ervoor te zorgen dat zij een overwogen keuze kunnen maken, is informatie nodig over de kwaliteit en veiligheid van de zorg van verschillende zorgverleners, instellingen en ziekenhuizen. Daarvoor wordt gekeken naar medische indicatoren, maar ook naar de ervaringen van patiënten zelf. In vragenlijsten naar patiëntenervaringen komen allerlei aspecten van kwaliteit aan de orde: over de organisatie van de zorg, het zorgverleningsproces en de uitkomst van de geboden zorg.

Communicatie
Het oordeel van patiënten blijkt vooral gebaseerd op hun ervaring met de communicatie en omgang met de zorgverleners, en de informatieverstrekking. Daarnaast vinden ze ook wachttijden en continuïteit van zorg belangrijke kwaliteitscriteria. Gezondheidsuitkomsten spelen minder een rol bij de algemene beoordeling van de behandeling door patiënten. De onderzoekers denken dat dit komt omdat patiënten ervan uitgaan dat er op dit punt niet zulke grote verschillen zullen zijn, en ze ook moeilijk kunnen beoordelen of andere zorg tot betere uitkomsten had geleid.

Respect en aandacht
NIVEL-afdelingshoofd Jany Rademakers: “We hebben bij verschillende patiëntengroepen gekeken naar wat nu hun uiteindelijke oordeel over de zorg bepaalde. We dachten dat er mogelijk verschillen waren tussen mensen die bijvoorbeeld een eenmalige ingreep in een ziekenhuis laten uitvoeren en mensen met een chronische ziekte. Dit bleek niet zo te zijn. Alle patiënten vinden de manier waarop ze door zorgverleners tegemoet worden getreden het belangrijkste. Daarbij gaat het om respectvol en met aandacht behandeld worden, de ruimte krijgen om vragen te stellen en ook om duidelijke informatie krijgen. Zorgverleners en managers in de gezondheidszorg zouden zich dus vooral op deze aspecten moeten richten bij het verbeteren van hun zorgverlening.”

Onderzoek
De onderzoekers maakten gebruik van CQ-indexen, vragenlijsten die op een gestandaardiseerde manier meten wat patiënten vinden van de zorg die ze hebben gekregen. Ze vergeleken de antwoorden van patiënten die een heup- of knieoperatie, of een staaroperatie hadden ondergaan en patiënten met reuma, spataderen of hernia. In totaal beantwoordden meer dan 10.000 patiënten de vragenlijsten.

Bron:
Nivel

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Snelle wondgenezing in de mond

Tandplaque wellicht bruikbaar in strijd tegen gaatjes en tandvleesontstekingen

Hoe goed je je tanden ook poetst, er blijft altijd een beetje tandplaque achter. Maar dat hoeft geen probleem te zijn, zo blijkt uit onderzoek van Marieke Otten. Tandplaque kan namelijk dienen als “opslagplaats” voor antimicrobiële tandpasta’s en mondspoelmiddelen. Daarmee draagt het bij aan het langdurig effect van deze middelen.

Tandplaque als opslagplaats voor tandpasta en mondspoelmiddelen
“Om gaatjes en tandvleesontstekingen tandplaque te voorkomen, poetsen we onze tanden met tandpasta en gebruiken we mondspoelmiddel. Het effect van deze middelen wordt groter als ze niet alleen actief zijn tijdens het gebruik, maar ook daarna nog blijven werken. Otten bracht de hechting van tandpasta en mondspoelmiddelen aan tandplaque nauwgezet in kaart. Ze toont aan dat antimicrobiële tandpasta’s en mondspoelmiddelen, ook in verdunde vorm, invloed kunnen uitoefenen op ontwikkeling van tandplaque, en dat deze middelen de bacteriële samenstelling van tandplaque beïnvloeden. Verder blijkt dat zelfs een dunne laag tandplaque een opslagplaats is voor antimicrobiële middelen is.

Argument voor gebruik antimicrobiële tandpasta’s en mondspoelmiddelen
Of deze nieuw ontdekte functie van tandplaque daadwerkelijk gaatjes en andere tand- en tandvleesproblemen helpt bestrijden, moet nog nader onderzocht worden. De onderzoeksresultaten zijn niettemin een extra argument voor het gebruik van antimicrobiële tandpasta’s en mondspoelmiddelen, aldus de onderzoeker.

Marieke Otten (Nijmegen, 1983) studeerde Tandheelkunde te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Biomaterialen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).  Promotie 6 juli 2011. Proefschrift: Oral biofilm as a reservoir for antimicrobials. Promotor(s): prof.dr. H.C. van der Mei, prof.dr. F. Abbas, prof.dr.ir. H.J. Busscher.

Bron:
RUG.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Tandheelkundige preventie 2.0: mondzorgapps en e-health

Bijsluiters mee op vakantie met iPhone-app Zelfzorg

Als geneesmiddelen in losse strips zonder de verpakking worden meegenomen op vakantie, ontbreekt in die gevallen de bijsluiter. Met behulp van de Zelfzorg-app voor de iPhone of de mobiele website van Zelfzorg.nl kan iedereen voortaan overal eenvoudig de bijsluiter van receptvrije geneesmiddelen opzoeken en lezen. En als men in vakantielanden zelfzorggeneesmiddelen aanschaft, is de bijbehorende Spaanse of Griekse bijsluiter voor velen lastig te begrijpen. Met behulp van de Zelfzorg-app of Zelfzorg.nl kan de bijsluiter van een vergelijkbaar Nederlands geneesmiddel worden opgezocht. Zelfzorg.nl biedt een overzicht van meer dan 750 bekende Nederlandse zelfzorg(genees)middelen inclusief de originele bijsluiter en een schat aan informatie over veelvoorkomende gezondheidsklachten, van aambeien tot zwemmerseczeem.

Bijsluiters worden vaak thuis gelaten
De informatie die de bijsluiter biedt, is van groot belang. Zeker voor zelfzorggeneesmiddelen omdat deze zonder tussenkomst van een arts door de consument zelf worden toegepast. De informatie op de verpakking en in de bijsluiter geven de informatie die voor een veilig en effectief gebruik nodig is.Op vakantie komt het echter wel voor dat alleen de strips met geneesmiddelen worden meegenomen terwijl de verpakking en de bijsluiter thuis blijven liggen. Als het nodig blijkt om het middel te gebruiken kan dit leiden tot allerlei vragen over de geschiktheid van het middel en het gebruik, of de bijwerkingen. In die gevallen kan iedereen met een iPhone of andere smartphone de bijsluiter eenvoudig opvragen via de Zelfzorg-app of de mobiele website van Zelfzorg.nl.

Onderdeel van Zelfzorg.nl
De Zelfzorg-app en de mobiele website zijn onderdeel van Zelfzorg.nl, de website voor consumenten over gezondheid en zelfzorgproducten. De website helpt consumenten om een verantwoorde keuze te maken uit de vele zelfzorgproducten en geeft bovendien veel informatie over allerlei ziektes en andere ongemakken. Ook vindt u er tips voor een goeduitgeruste reisapotheek.

Bron:
Zelfzorg.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
apps - social media

Summerschool: Eendaagse training over Sociale media door het NIGZ

Deze zomer verzorgt het NIGZ een ééndaagse training over ‘Sociale media’ voor slechts € 75,- . Nog enkele plaatsen vrij, onder andere op 14 juli.

Inhoud van de training

  • De zakelijke inzet van sociale media
  • Praktische handvatten over het gebruik van LinkedIn, Twitter en Facebook
  • Bereik van doelgroepen met sociale media

 

Lees meer over: Kennis, Scholing