Parodontitis mogelijke oorzaak van complicaties tijdens en na zwangerschap

Sneller zwanger door vaak flossen

Vrouwen met een kinderwens moeten ervoor zorgen dat ze hun gebit goed flossen. Wetenschappers ontdekten dat je door goede mondhygiëne twee maanden sneller zwanger kan raken.

De experts uit Australië hielden de zwangerschap van 3.500 vrouwen in de gaten. Daaruit blijkt dat degenen met ontstoken tandvlees gemiddeld zeven maanden nodig hadden om zwanger te raken, terwijl dit bij vrouwen met goede mondhygiëne maar vijf maanden duurde.

Professor Roger Hart zegt dat dit het eerste onderzoek is waaruit blijkt dat een gezond gebit kan bijdragen aan een grotere kans op zwangerschap.

Bron:
NOS.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
computer, scherm, app

Computerspelletjes houden kindertanden gezond

Educatieve computerspelletjes zijn een meerwaarde bij het leerproces van kinderen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Gent bij 392 leerlingen uit het derde leerjaar naar de impact van het tandhygiëneproject ‘Ben de Bever’.

Meer enthousiasme en aandacht
De Christelijke Mutualiteit wil kinderen met het project een half jaar lang laten werken rond tandhygiëne. Daarbij spelen online spelletjes een belangrijke ondersteunende rol. Leraren die deze spelletjes integreren in hun lessen, weken meer aandacht en enthousiasme los tijdens de les. Kinderen vinden het project ‘Ben de Bever’ leuk en geloofwaardig.

Cijfers België
Meer dan een derde van de kinderen poetst zijn tanden te weinig. Zij halen hun tandenborstel één keer per dag of minder uit het badkamerkastje. Bijna één op de tien kinderen gaat nooit naar de tandarts. Nochtans wordt het preventieve tandonderzoek volledig terugbetaald voor kinderen tot 18 jaar.

Scholen kunnen ook volgend schooljaar meedoen met het project. Bekijk hier een filmpje.

Bron:
Het Laatste Nieuws

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
rekenmachine

Onderzoek naar tentamenfraude Mondzorgkunde Inholland

De Hogeschool Inholland doet onderzoek naar fraude bij tentamens. Dit naar aanleiding van berichten dat studenten Mondzorgkunde in Amsterdam de vragen en antwoorden van een aantal tentamens hebben gefotografeerd. Een student van de opleiding Mondzorgkunde zegt in De Volkskrant dat er het afgelopen jaar bij vier belangrijke tentamens is gefraudeerd.

Tijdens inzagemomenten van onder andere ‘kindertandheelkunde’ en ‘parodontologie’ zouden volgens de anonieme student foto’s zijn gemaakt. Die foto’s, waar de opgaves en de juiste antwoorden op staan, werden doorgespeeld aan medestudenten.
Die studenten hoefden alleen nog maar de herkansing te maken, want het tentamen was hetzelfde. “Het is hier een leerfabriek. Men heeft geen zin om nieuwe toetsvragen te bedenken”, zegt de student in de Volkskrant. De medestudenten konden daarmee “moeiteloos een 9 of 10” halen.

Niet dezelfde vragen
Of dit echt zo is gegaan, onderzoekt Inholland. “Het onderzoek loopt nu. We hebben wel al de cijfers van twee tentamenperiodes bekeken en daar zijn geen afwijkende resultaten te zien. Het is niet zo dat een hele klas een tien heeft,” laat een woordvoerster weten. Volgens Inholland is een herkansing niet exact hetzelfde als het eerste tentamen. De hbo-instelling zijn de naam en de foto’s van de student niet bekend. Inholland ziet geen aanleiding om te kijken of dit bij meer opleidingen is gebeurd.

Vaker?
Inholland betreurt het dat de student naar de media is gestapt. De school komt nu deze zaak naar buiten is gekomen weer negatief in het nieuws. Is het niet zo dat tentamenfraude vaker voorkomt, maar dat de focus nu op Inholland ligt vanwege de eerdere berichten over diplomafraude op de school?

Bron:
NOS.nl

Jul 2011

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Recordaantal deelnemers voor toelatingsproef (tand)arts in België

Meer dan 4.000 studenten nemen morgen deel aan de toelatingsproef voor arts en tandarts in Flanders Expo in Gent. Dat is een record, zegt Bernard Himpens, voorzitter van de examencommissie en verbonden aan de faculteit Geneeskunde van de K.U.Leuven. Vorig jaar namen 3.600 studenten deel aan de eerste toelatingsproef.

Het eerste examenmoment vindt plaats op 5 juli om 09.30 uur. Voor wie op 12 juli geen goed nieuws krijgt, is er op 30 augustus een herkansing. De kandidaat (tand)artsen mogen zich verwachten aan meerkeuzevragen, zowel over wetenschappelijke vakken (biologie, wiskunde, chemie en fysica) als over een stilleestekst en over de relatie arts-patiënt.

15% kiest voor opleiding tot tandarts
“Ongeveer 85 procent van de geslaagden kiest voor een opleiding tot arts, vijftien procent gaat voor tandarts”, aldus Himpens. Hoewel de voorbije jaren steeds aan het contingent voldaan werd, is het beroep van tandarts blijkbaar niet zo aantrekkelijk als dat van arts.

Tandartsen vaak naar buitenland
“Het examen is geen probleem, er zijn altijd kandidaten genoeg”, aldus Stefaan Hanson, woordvoerder van het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Het zijn de werkomstandigheden en de financiële omstandigheden die werken als tandarts blijkbaar minder interessant maken. Studenten die dan toch voor de richting tandarts kiezen, trekken vaak naar het buitenland, waar de werkomstandigheden en de verloning beter zijn. In Nederland bijvoorbeeld kan de tandarts zich meer met zijn “corebusiness” bezighouden, terwijl minstens één assistente een deel van het werk overneemt.

Bron:
HLN.be

Lees meer over: Kennis

Nieuw televisieprogramma zoekt patiënten

Binnenkort start het nieuwe televisieprogramma Dit Is Mijn Lijf, de Nederlandse versie van het Engelse Embarassing Bodies.

Patiënten die een probleem in hun mond hebben waar ze moedeloos van worden kunnen zich opgeven. Of mensen die last hebben van vreemde klachten in hun mond waarmee zij niet naar de tandarts durven. Zij kunnen hun klacht mailen naar ditismijnlijf@palmplus.com.

Bron:
Allesoverhetgebit.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
ziek - Patiënten - zorg

‘Dit is Mijn Lijf!’ haalt beschamende ziektes uit verdomhoekje

In ‘Dit Is Mijn Lijf!’, dat komend najaar te zien is bij RTL 4, houden twee artsen en een tandarts een gratis ‘inloopspreekuur’ in een speciaal voor het programma ingerichte mobiele kliniek. Hier onderzoeken zij patiënten die klachten hebben waarmee ze niet naar hun eigen dokter of tandarts durven gaan óf waar ze graag eens een andere deskundige naar willen laten kijken. Met een aanhoudende hoest of een gekneusde vinger durft iedereen wel naar de huisarts te gaan.

Dat wordt anders wanneer het om impotentie, winderigheid of nare geuren op intieme plekken gaat. Om het nog makkelijker te maken trekken de artsen ook het land door met hun mobiele ‘kliniek’ en naast de gratis consults zullen zij ook de straat op gaan om mensen te ontmoeten. Een deel van de patiënten wordt ter plekke behandeld; een ander deel wordt doorverwezen naar een specialist en daar verder geholpen. Aan het eind van het programma komen de mensen terug om te vertellen hoe het nu met ze gaat.

‘Dit Is Mijn Lijf!’ is gebaseerd op de Engelse kijkcijferhit ‘Embarrassing Bodies’, dat aan de overkant van de Noordzee inmiddels aan het vierde seizoen is begonnen.

Bron:
TV-visie.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Museum Boerhaave vecht om gezien te blijven

Museum Boerhaave illustreert de medische geschiedenis. Bezuinigingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bedreigen het voortbestaan van het museum. Directie en medewerkers trekken ten strijde.

Staatssecretaris Halbe Zijlstra wil de subsidie voor Museum Boerhaave stopzetten. Aan de toegankelijkheid van vijf eeuwen medische geschiedenis dreigt een einde te komen.

Achter gesloten deuren
Een schat aan medische informatie en geschiedenis, achter gesloten deuren. Zo ziet staatssecretaris Halbe Zijlstra Museum Boerhaave blijkbaar voor zich in de toekomst. Als het aan de staatssecretaris ligt, is het museum binnenkort niet meer voor het publiek toegankelijk. Zijlstra wil alleen nog die musea subsidiëren die gemiddeld over 2010 en 2011 hebben voldaan aan de norm eigen inkomsten (17,5% van de rijksbijdrage). Wie dat niet haalt, krijgt alleen nog financiering voor het in stand houden en beheren van de collectie. ‘Dwars tegen de afspraak in’, reageert directeur Dirk van Delft. ‘We kregen oorspronkelijk tot 2013 de tijd om de eigen inkomsten op te schroeven. Staatssecretaris Zijlstra verandert de regels tijdens de wedstrijd. Dit is juridisch niet in de haak en dat zullen we ook aanvechten als het nodig is.’

Verschillende takken van wetenschap
Het museum toont unieke stukken uit verschillende takken van wetenschap, zoals de natuurkunde en de wiskunde, maar voor een aanzienlijk deel ook de geneeskunde.

‘Nergens in Nederland komt de ontwikkeling en het belang van de medische wetenschap zo goed in beeld als hier in Museum Boerhaave. Er is een diversiteit aan wetenschappelijke musea, maar Boerhaave heeft een absoluut unieke positie, ook internationaal gezien’, vertelt Bart Grob, conservator van het museum.

‘We hebben gewoon fantastische spullen’, voegt directeur Dirk van Delft toe. ‘Het kunsthart van Kolf, de cardiograaf van Einthoven, ijzeren longen hebben we staan. Die toont niemand anders.’ ‘We illustreren de geschiedenis’, zegt Grob. ‘Zo zie je bijvoorbeeld een borstamputatievork uit de 17de eeuw. Er was toen nog geen narcose en toch werden er blijkbaar al borstamputaties gedaan. Dat men toen al borstkanker kon verhelpen, dat is iets wat volkomen nieuw is voor negen van de tien bezoekers.’

Vijf eeuwen medische geschiedenis
Vijf eeuwen aan medische geschiedenis brengt het museum in beeld, maar ook hedendaagse technieken. Het museum is daarmee van belang voor de wetenschap, maar is ook voor het grote en jonge publiek bijzonder leerzaam. ‘We organiseren tentoonstellingen om een grote groep in de samenleving aan te spreken en bereiken zo bijvoorbeeld ook veel scholieren’, zegt Bart Grob.

In de tussentijd doet het museum er alles aan om extra inkomsten te creëren. ‘Het wordt een spannende tijd, maar ik weet zeker dat het goed gaat komen’, zegt directeur Dirk van Delft. ‘Ik hoor veel mensen zeggen: dit is zo waardevol, hier gaan we wat aan doen.’ Ook conservator Bart Grob kan zich niets bij sluiting voorstellen. ‘Wij geloven daar niet in.’

Wat kunt u doen?
U kunt Vriend worden voor een bedrag van 25 euro (u kunt hiervoor onder meer het museum gratis bezoeken). Of word voor 250 euro Vriend voor het leven.
www.museumboerhaave.nl

Bron:
Medisch Contact

Jull 2011

www.museumboerhaave.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Congres

Congres Ivoren Kruis op 4 november 2011 over cariëspreventie

Vrijdag 4 november organiseert het Ivoren Kruis een wetenschappelijk congres over cariëspreventie.

In tegenstelling tot eerdere berichten gaat het congres van de vereniging dus niet over ouderen en mondgezondheid. Dit onderwerp komt – tot groot genoegen van het Ivoren Kruis – al op diverse congressen en seminars aan de orde. Daarom heeft het Ivoren Kruis zijn programma aangepast.

Advies Cariëspreventie
Wie het congres bezoekt, zal kennismaken met het nieuwe Advies Cariëspreventie (voorheen Fluorideadvies) waar het Adviescollege van het Ivoren Kruis op dit moment de laatste hand aan legt. Prof. dr. Marie-Charlotte Huysmans presenteert het nieuwe Advies.

QLF-techniek
Cariës kan ook worden aangetoond met behulp van zogenoemde QLF-techniek: techniek met behulp van licht waarmee plak en cariës in de mond kunnen worden aangetoond. Catherine Volgenant en Monique van der Veen van ACTA informeren u hierover.

Onderzoek cariës bij kinderen at risk
Momenteel loopt er een onderzoek naar cariës bij kinderen at risk. Onderzoekster Denise Duijster presenteert u de resultaten van haar onderzoek die tot dan toe beschikbaar zijn.

Werking Xylitol
Verder zal prof. dr. Cor van Loveren optreden over zijn onderzoek naar de werking van xylitol(siroop) voor gebruik bij ouderen in verpleeghuissituaties.

Motivational interviewing
Komen uw adviezen aan bij uw patiënten? Of laten uw adviezen de patiënt koud? Hoe kunt u er wél voor zorgen dat uw patiënt uw adviezen ter harte zal nemen? Motivational Interviewing kan uitkomst bieden bij de bevordering van cariëspreventie. Rik Bes zal hierover een energieke inleiding houden.

Het congres heeft plaats op vrijdag 4 november 2011 aansluitend aan de Algemene Ledenvergadering van het Ivoren Kruis. Informatie over de locatie volgt zo spoedig mogelijk. Leden van het Ivoren Kruis hebben kosteloos toegang. Niet-leden betalen € 250,- excl. BTW. U kunt zich alvast aanmelden via info@ivorenkruis.nl

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
Oudere kinderen banger voor tandarts dan jongere kinderen

Niet meer bang voor de tandarts

Nog steeds zijn 3 miljoen mensen bang voor een bezoek aan de tandarts. Dat hoeft niet meer. Uit onderzoek blijkt dat patiënten die vooraf uitstekend worden voorgelicht over een behandeling hun angst als sneeuw voor de zon zien verdwijnen.

Dankzij een zorgvuldige voorlichting op de site allesoverhetgebit.nl zijn merkbaar minder mensen bang voor bijvoorbeeld een wortelkanaalbehandeling. Zo zochten in de afgelopen zeven maanden 35 duizend mensen op deze site naar informatie over de wortelkanaalbehandeling. Informatie over deze behandeling heeft de NMT extra onder de aandacht van patiënten gebracht.

Goede informatie neemt angst weg
Wanneer mensen objectieve informatie krijgen over de behandeling, blijkt dat ze minder nerveus zijn. Tandarts-endodontoloog Walter van Driel: “Mijn patiënten ontvangen een pakket met informatie en ik beantwoord uitgebreid al hun vragen tijdens een persoonlijk gesprek. Zo neem ik het mystieke rond de wortelkanaalbehandeling weg. Vaak blijkt de behandeling na afloop erg mee te vallen.”

Ook tandarts-endodontoloog Michiel de Cleen informeert zijn patiënten uitgebreid: “Dat is belangrijk om eventuele onzekerheid en angst voor pijn weg te halen. Door de verdoving is dat helemaal niet meer nodig. Het grappige is dat mensen bij deze behandeling vaak een heftige en bloederige toestand voor zich zien, terwijl het juist zo’n secure en rustige behandeling is.”

Bron:
NMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
jeugdig

Hoe bereik ik jongeren? Eendaagse training van het NIGZ.

De eendaagse training ‘Jongeren begrijpen en bereiken’ helpt u op weg.

27 september en 15 november
De jongerenwereld is dynamisch en verandert continu. Hierdoor is het voor veel organisaties lastig om jongeren effectief te bereiken. De eerste stap in het beter bereiken van jongeren is dan ook om jongeren beter te begrijpen. Op 27 september en 15 november verzorgt het NIGZ een eendaagse cursus over het begrijpen en bereiken van jongeren. Schrijf u in en leer de belevingswereld van de huidige generatie jongeren kennen. En gebruik deze inzichten om uw communicatie en voorlichting beter op hen af te stemmen?

Lees meer over: Kennis, Scholing
Draagt informatie over de mondgezondheid bij aan een betere voorspelling van kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen

Mondhygiëne vormt probleem voor kwetsbare ouderen en mensen met handicap

Kwetsbare ouderen en mensen met een fysieke of mentale beperking hebben een achterstand op het vlak van mondhygiëne. Hun gebit is er gemiddeld slechter aan toe en de drempel voor tandartsbezoek ligt bij hen een stuk hoger. Dat blijkt donderdag bij de presentatie van het rapport “Pilootproject Mondzorg voor Personen met Bijzondere Noden”.

Minder goede mondhygiëne
Het rapport brengt de mondgezondheid in kaart van mensen die wegens hun mentale, fysieke of medische toestand zelf niet kunnen instaan voor de verzorging van hun gebit. Uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen met een beperking gemiddeld een minder goede mondhygiëne hebben dan de algemene bevolking. Ze hebben meer onbehandelde gaatjes in hun tanden en meer ontbrekende tanden. De betrokkenen hebben ook minder contact met de tandarts. “De drempel voor deze mensen ligt erg hoog. Niet enkel wegens hun beperking, maar vaak ook door de financiële problemen waar ze door hun handicap in terechtkomen”, zegt onderzoekster Roos Leroy (KULeuven).

Zorgafhankelijke ouderen
Bij zorgafhankelijke ouderen doet zich een gelijkaardige tendens voor. Vooral in woonzorgcentra is de mondhygiëne vaak ondermaats. De zorgverleners blijken er ook onvoldoende opgeleid om aandacht te besteden aan gebitsproblemen. Dat het niet om een klein probleem gaat, komt ook uit het onderzoek naar voren. “We tellen in totaal 600.000 mensen met bijzondere noden”, zegt Stefaan Hanson van het verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT). “Maar dat is echt een minimum, waarschijnlijk ligt het werkelijke aantal nog hoger.”

Het rapport was een initiatief van het RIZIV en het VVT. Onderzoekers van de universiteiten van Gent en Leuven werkten mee aan het project. (GFR)

Bron:
Toptrends

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
gesprekken

Resultaten Meldactie NPCF patiënttevredenheid

De NMT is verheugd met de uitkomsten van de recente meldactie van de NPCF. Deze actie laat veel positieve resultaten zien en geeft een indicatie van de verbetermogelijkheden voor tandartsen. Hoewel de meldactie niet representatief is en de conclusies niet wetenschappelijk zijn onderbouwd, neemt de NMT de resultaten van de meldactie uiterst serieus.

Resultaten
Volgens de meldactie van de NPCF blijkt dat 72% van de deelnemers altijd tevreden is over het resultaat van controle en behandeling, de zorg goed toegankelijk is en binnen drie weken kan een afspraak worden gemaakt (74%).Tandartsen en hun medewerkers spreken in overgrote meerderheid (89%) begrijpelijke taal. En 83% van de deelnemers weet altijd goed door wie hij/zij wordt behandeld. Ook naar aspecten van hygiëne is gevraagd. Zo constateert 71% dat als hij/zij moet spoelen er een nieuw bekertje water wordt gepakt.

Bron:
NMT

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Apps - social media

Artsen maken richtlijnen sociale media

Artsen zien voordelen én gevaren van het gebruik van nieuwe media. In sommige landen zijn ze er al toe overgegaan om richtlijnen hierover te maken. Dat blijkt uit verschillende bijdragen in The Lancet van deze week.

‘Dezelfde zorgen kwamen waarschijnlijk ook op toen honderd jaar geleden de telefoon werd geïntroduceerd.’
Zo rapporteren Taiwanese artsen hoe ze uit frustratie over de drukte op de spoedeisende hulp en het gebrek aan maatregelen daartegen van de overheid, een Facebookgroep vormden rond het thema. Eén van de groepsleden linkte vervolgens naar de Facebookpagina van de Taiwanese minister van gezondheidszorg. De minister werd ‘vriend’ van de groep en nam actief deel aan de discussie over de heikele kwestie. De bewindsman bezocht vervolgens onaangekondigd tien spoedeisendehulpposten in tien verschillende steden en verzekerde iedereen dat hij geld beschikbaar zou stellen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Volgens betrokkenen bewijst deze actie hoe met behulp van sociale media rigide hiërarchische structuren doorbroken kunnen worden.

Dezelfde zorgen honderd jaar geleden bij introductie telefoon
Andere artsen vragen zich in The Lancet af of zij patiënten nog zullen uitvragen over persoonlijke aangelegenheden als informatie daarover via hun Facebookprofielen gemakkelijk toegankelijk is. En of ze zich bedreigd zouden voelen als ze zouden merken dat patiënten online met elkaar discussiëren over de manier waarop ze behandeld worden. Ze geven zelf het broodnuchtere antwoord: ‘Dezelfde zorgen kwamen waarschijnlijk ook op toen honderd jaar geleden de telefoon werd geïntroduceerd. We moeten de gelegenheid te baat nemen met deze nieuwe technologie de efficiëntie en effectiviteit van de gezondheidszorg te verhogen en de kennis onder de bevolking over ziekte en gezondheid te verbeteren.’

Richtijnen
Maar het is toch goed om waakzaam te zijn. Daarom hebben de Australian Medical Association, de New Zealand Medical Association en de Australian and New Zealand Medical Students’ Association alvast een reeks eenvoudige richtlijnen opgesteld over hoe artsen op een prudente manier met sociale media zouden moeten omgaan en met welke dilemma’s ze daarbij te maken kunnen krijgen.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: E-health, Kennis
carrière vooruitzichten

Hoezo generatiekloof op de werkvloer?

De verschillende generaties op de werkvloer – de babyboomers, generatie X en generatie Y – vinden dezelfde waarden belangrijk en hebben een voorkeur voor hetzelfde type manager. Zo blijkt uit onderzoek van Nyenrode Business Universiteit onder 900 respondenten bij financieel arbeidsbemiddelaar Robert Half.

Balans werk en privé
Alle generaties hechten het meest aan de balans tussen werk en privé. Iets betekenisvol doen met een lange termijn impact staat op de tweede plaats. Een goede werksfeer wordt ook als belangrijk ervaren. In het onderzoek komt wel naar voren dat hoe jonger de generatie is, hoe hoger de verwachtingen zijn van het werk en van de manager.

Hoge verwachtingen
“Mensen willen allemaal hetzelfde,” vertelt Ronald de Zoete, Associate Director bij Robert Half. “De verschillen in intensiteit kunnen veroorzaakt worden door de levensfase waarin mensen verkeren. De jongste generatie op de werkvloer – generatie Y – heeft de hoogste verwachtingen, zowel wat werksfeer als wat beloning betreft. Dit kan veroorzaakt worden door de hoge en soms ietwat onrealistische verwachtingen en ambitie die ze hebben aan het begin van hun carrière.”

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Onderzoek Brits lachgedrag: chocolade doet ons het meest glimlachen

Eindelijk is er bewijs voor wat wij al langer wisten: chocolade doet ons lachen! In een enquête die peilde naar het Britse lachgedrag, moest ‘het zien van een geliefde’ zelfs nipt de duimen leggen voor de lekkernij.

National Smile Month van Britse Dental Health Foundation
Naar aanleiding van de ‘National Smile Month’ wilde de Britse Dental Health Foundation wel eens weten wat de Britten het meest doet lachen. Ze lieten een enquête rondgaan, waaruit bleek dat vooral eten en relaties erg hoog scoren.

Meer dan 50% van de ondervraagden zette chocolade op hun lijst van dingen die hen doen lachen. Voor 60% van de vrouwen stond de lekkernij zelfs op nummer één, terwijl het bij de meeste mannen op twee stond – net na de traditionele ‘Sunday roast’-maaltijd.

Kleur
Daarnaast ging de enquête ook na welke kleur het vaakst een glimlach ontlokt bij de Britten. Ongeveer één derde van de stemmen ging naar geel, waarschijnlijk omdat die kleur doet denken aan de zon.

Aanstekelijk
Ten slotte bleek ook dat lachen aanstekelijk werkt, net zoals geeuwen. Een derde van de ondervraagden zei dat ze sneller geneigd zijn om te lachen als iemand anders dat ook doet.

Bron:
Het Laatste Nieuws


Lees meer over: Kennis, Onderzoek
tandpasta

Kinderen leren zelf hun tandpasta maken

Klas 3A van een lagere school leerde tandpasta maken tijdens een workshop die zij wonnen na deelname aan een wedstrijd rond Ben De Bever, een tandenpoetsproject in Vlaanderen.

Klas 3A van de lagere school kreeg gisteren bezoek van professoren Stupidos en Luminos, die de leerlingen leerden zelf tandpasta te maken. ‘De klas heeft die workshop verdiend omdat ze deelnam aan de wedstrijd rond Ben De Bever’, legt Lieve Coffyn van de Christelijke Mutualiteit uit.

Tandenpoetsproject
‘Ben De Bever is een tandenpoetsproject over heel Vlaanderen. We proberen de kinderen bewust te maken van het belang om correct en genoeg de tanden te poetsen. De leerlingen uit de deelnemende klassen krijgen elk een tandenborstel, een beker en een tandenkaart waarop de leerlingen kunnen noteren wanneer ze hun tanden hebben gepoetst.’ Begin dit schooljaar besloot het Pittemse derde leerjaar deel te nemen aan de bijhorende tekenwedstrijd. ‘Uiteindelijk werd er één winnaar gekozen per ziekenfonds. De Pittemse klas kwam als beste uit de bus voor CM Roeselare-Tielt.’

Bron:
Nieuwsblad.be

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
stoppen met roken

Tandheelkundige kan helpen bij stoppen met roken

Tandheelkundigen kunnen hun cliënten goed adviseren en begeleiden in het stoppen met roken. Tandarts-onderzoeker Josine Rosseel onderzocht, begeleid door de afdeling IQ-healthcare van het UMC St Radboud, hoe advies en ondersteuning bij het stoppen met roken door tandheelkundige hulpverleners in hun dagelijkse praktijk kan worden verbeterd.

Rol in preventie van tabaksverslaving
De tandheelkundige beroepsgroep (tandartsen, mondhygiënistes en assistentes) kan een actieve rol spelen in preventie van tabaksverslaving. Dit bepleit de nationale richtlijn voor de behandeling van tabaksverslaving. Deze hulpverleners zien hun cliënten regelmatig, vaak twee maal per jaar, en de cliënten zijn veelal gezond. Rosseel vond in haar promotieonderzoek bij het UMC St Radboud dat mondgezondheidsklachten, bijvoorbeeld tandverkleuring en tandvleesproblemen, goede aanknopingspunten vormen voor de discussie over stoppen met roken. Dit maakt de tandheelkundige praktijk een goed startpunt voor preventie van tabaksverslaving.

Positieve cultuur
Rosseel stelt vast, dat feedback van patiënten de tandheelkundige medewerkers stimuleert om de richtlijnen voor behandeling van tabaksverslaving beter na te leven. Ook ondersteuning van collega’s beïnvloedt de advisering en ondersteuning positief, evenals de eigen overtuiging van de verschillende tandheelkundige medewerkers. Sociale steun hielp tandheelkundige medewerkers om meer advies en ondersteuning te geven. “Er moet een positieve cultuur rondom stop-roken advisering gecreëerd worden”, zegt Rosseel.

Barrières voor tandheelkundig hulpverleners om een stop-roken advies te geven zijn voornamelijk tijdgebrek en de angst om het vertrouwen van de cliënt te beschamen. Ook blijkt dat de kennis van tandheelkundige medewerkers op dit gebied nog te wensen over laat.

Richtlijnen aanpassen
Rosseel heeft een strategie ontwikkeld om tandheelkundige hulpverleners beter in staat te stellen een actieve rol te spelen in preventie van tabaksverslaving. Deze strategie bestaat uit educatie geven aan de tandheelkundige beroepsgroep, terugkoppeling van patiënten, een positieve cultuur creëren rondom het stoppen met roken en organisatorische interventies aanbieden, zoals de mogelijkheid tot doorverwijzen naar een specialist en het hanteren van protocollen. De resultaten bevestigen dat stop-met-roken advisering en begeleiding meer dan nu een rol zou moeten spelen in de tandheelkundige praktijk. Volgens Rosseel kunnen de huidige richtlijnen worden aangepast op basis van de resultaten van haar onderzoek.

Bron:
UMC St. Radboud

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
beker - prijs

Wetenschappelijke prijs VMTI

Ook in 2011 biedt het bestuur van de VMTI aan onderzoekers, auteurs en docenten, die zich bezig houden met onderzoek en/of onderwijs op het terrein van de doelstellingen van de VMTI, de mogelijkheid in aanmerking te komen voor een stipendium.

Hiervoor in aanmerking komen:

  1. Onderzoekers, die wetenschappelijk onderzoek verrichten of gaan verrichten op het gebied van de VMTI.
  2. Hoofdauteurs van, in gerenommeerde tijdschriften geplaatste artikelen, die handelen over een onderwerp dat tot de doelstellingen van de VMTI behoort. Het artikel mag een onderzoeksverslag zijn door de auteurs zelf uitgevoerd, dan wel een klinische les.
  3. Docenten verbonden aan een wetenschappelijke instelling, die onderwijs geven op het gebied van de doelstelling van de VMTI, voor extramurale onderwijs activiteiten.
  4. Studenten in de vakken geneeskunde, tandheelkunde, mondhygiëne of in een relevante aanverwante discipline, die onderzoek doen op het gebied van de doelstelling der VMTI en hiervan verslag (gaan) doen in de vorm van een scriptie, artikel of lezing.

Meer informatie
Informatie over (het meedoen aan) de wetenschappelijke prijs kan worden verkregen bij dr. Richmond A.Th. Gortzak, voorzitter wetenschappelijke commissie, E: r.a.t.gortzak@lumc.nl

Belangstellenden worden verzocht voor 01-09-2011 een aanvraag , vergezeld van een kort cv., in te dienen bij het secretariaat van de VMTI, op onderstaand adres, t.a.v. de wetenschappelijke commissie VMTI .

VMTI
p/a AMC
A1-143
Mei bergdreef 9
1105 AZ Amsterdam-Zuidoost

Jun 2011

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
communicatie-patient

Motivational interviewing: hoe motiveert u uw patiënt?

Eén van de grootste uitdagingen in de tandheelkundige praktijk is het motiveren van patiënten voor een goede mondhygiëne. Motivational Interviewing kan u hierbij helpen.

Eén van de grootste uitdagingen in de tandheelkundige praktijk is het motiveren van patiënten voor een goede mondhygiëne. Want gaatjes vullen lost tijdelijk wel het probleem op van de patiënt, maar doet niets aan de oorzaak. Gaatjes ontstaan omdat patiënten hun mondhygiëne verwaarlozen of onvoldoende uitvoeren. De oorzaak van het probleem is het gedrag van de patiënt. Alleen als de patiënt zijn gebit goed verzorgd, wordt de oorzaak aangepakt. Dat lukt lang niet altijd, veel patiënten werken niet of onvoldoende mee.

Wat is Motivational Interviewing?

Motivational Interviewing (MI) is een evidence-based motiveringstechniek (Burke e.a., 2003, Hettema e.a., 2005, Yevlahova, 2009) die op vele terreinen in de gezondheidszorg wordt toegepast, o.a. bij verslavingsproblematiek, obesitas, stoppen met roken etc. Ook in de tandheelkundige praktijk is MI een krachtig instrument om patiënten te motiveren voor het verbeteren van hun mondhygiëne.
Motivational Interviewing, ontwikkeld door Miller en Rollnick (1991), motiveert niet door de patiënt te overtuigen, maar door zijn ambivalentie voor het veranderen van zijn gedrag te verduidelijken en op te lossen. Veel patiënten staan ambivalent tegenover het verbeteren van hun mondhygiëne; ze willen wel een gezonde mond, maar zijn (nog) onvoldoende gemotiveerd om daar de noodzakelijke inspanning voor te leveren. Ze willen wel en niet tegelijkertijd. In de praktijk hoor je dat ze graag hun mond weer gezond willen hebben. Vervolgens beginnen ze thuis enthousiast, maar na enige tijd worden de goede adviezen niet meer opgevolgd en valt de patiënt terug in zijn oude gewoonten.

Doel Motivational Interviewing

Motivational Interviewing heeft als doel een blijvende gedragsverandering te realiseren: de patiënt te motiveren om van het nieuwe mondhygiënegedrag een gewoonte te maken. MI stelt de patiënt centraal, neemt hem serieus en geeft hem inspraak in de behandeling. De samenwerking met de patiënt is gebaseerd op gelijkwaardigheid. Hiermee sluit MI naadloos aan op de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO), die stelt dat patiënten betrokken moeten worden bij de behandeling. In de praktijk is er vaak sprake van instemmen met. De inspraak voor de patiënt beperkt zich meestal tot ‘ja’ of ‘nee’ mogen zeggen tegen de adviezen en instructies van de behandelaar. Patiënten zeggen dan vaak ‘ja’ en doen ‘nee’, waardoor het gevaar bestaat dat de relatie verslechtert en zowel de patiënt als de behandelaar ongemotiveerd raken.

Verantwoordelijkheid bij patiënt

Motivational Interviewing legt de verantwoordelijkheid voor de mondgezondheid bij de patiënt. De behandelaar informeert de patiënt over de actuele situatie in zijn mond en de risico’s die hij hiermee loopt. De behandelaar onderzoekt de mening en wensen van de patiënt met betrekking tot zijn mondgezondheid. Wat wil de patiënt? De behandelaar maakt eventuele ambivalentie bespreekbaar en stimuleert de patiënt om een besluit te nemen over zijn gewenste zelfzorg. Als de patiënt besloten heeft zijn mondhygiëne te verbeteren begeleidt de behandelaar hem bij het maken van een plan van aanpak om van het nieuwe mondhygiëne gedrag een gewoonte te maken. Een gewoonte die goed ingevoegd kan worden in zijn dagelijkse routine. Alleen als het nieuwe gedrag tot een gewoonte is geworden, is de verwachting dat de verbeterde mondzorg blijvend zal zijn.

Hoe pas je Motivational Interviewing toe?

Nieuw mondhygiënegedrag aanleren is geen sinecure. Het vraagt veel inspanning, discipline en het vertrouwen dat het op den duur zal lukken om het nieuwe gedrag eigen te maken. Is het nieuwe mondhygiënegedrag eenmaal een gewoonte geworden, dan gaat het bijna vanzelf en kost het nauwelijks moeite. Het aanleren of veranderen van een gewoonte is een dynamisch proces dat 5 verschillende fases kent (Prochaska e.a., 1992).


Figuur 1. Proces van de gedragsverandering.

Fase 1: Precontemplatie

De patiënt is niet van plan op korte termijn zijn mondhygiënegedrag te verbeteren. De redenen hiervoor kunnen heel verschillend zijn. Het kan zijn dat hij onvoldoende de ernst van de situatie inziet. Hij ziet de risico’s niet die hij loopt als hij doorgaat met het huidige mondhygiënegedrag. Hij vindt de situatie in zijn mond geen probleem. Of hij ziet wel het probleem, maar heeft nu belangrijker zaken aan zijn hoofd dan de gezondheid van zijn gebit.

Fase 2: Contemplatie

De patiënt overweegt het verbeteren van zijn mondhygiënegedrag, maar staat hier ambivalent tegenover. Hij wil wel een gezonde mond maar heeft weerstand tegen de noodzakelijke inspanning die daarvoor nodig is. Hij kan er (nog) niet toe komen om te beslissen zijn mondhygiënegedrag te gaan verbeteren.

Fase 3: Preparatie

De patiënt stelt een plan van aanpak op om zijn besluit succesvol uit te voeren en van het nieuwe mondhygiënegedrag een gewoonte te gaan maken.

Fase 4: Actie

De patiënt is gestart met het nieuwe mondhygiënegedrag.

Fase 5: Behoud

De patiënt houdt met veel wilskracht en energie het nieuwe mondhygiënegedrag goed vol. Is hij intrinsiek gemotiveerd dan kan hij het nieuwe gedrag makkelijker volhouden, wat de kans op een blijvende gedragsverandering groter maakt.

Terugval

De patiënt valt terug in zijn oude gewoonte. Dit betekent niet dat hij weer terug bij af is; een gedragsverandering gaat met vallen en opstaan. De patiënt heeft ervaring opgedaan en staat nu opnieuw voor de keuze hoe hij de verantwoordelijkheid voor zijn mondgezondheid op zich wil nemen.

Welke therapie geeft u in de verschillende fasen?

MI heeft voor elke fase een specifieke therapie ontwikkeld, die effectief is voor de fase waarin de patiënt zich bevindt. Patiënten gaan op heel verschillende wijze door het proces heen, voor iedere patiënt is het verloop weer anders.

Fase 1 precontemplatie

De patiënt bewust maken van de gezondheidsrisico’s die hij loopt met zijn huidige mondzorg. Niet alleen nu, maar ook op de lange termijn.

Fase 2 contemplatie

De ambivalentie van de patiënt bespreekbaar maken en oplossen.

Fase 3 preparatie

De patiënt begeleiden en een realistisch plan van aanpak opstellen.

Fase 4 actie

Afspraken maken over de zelfzorg en de eventueel gewenste begeleiding.

Fase 5 behoud

De inzet van de patiënt positief bekrachtigen en stimuleren het nieuwe mondhygiënegedrag vol te houden.

Bij terugval

Allereerst de opgedane ervaringen door de patiënt benutten en vervolgens achthalen in welke fase hij zich nu bevindt.

Toepassen Motivational Interviewing

Motivational Interviewing toepassen gaat als volgt:

1. De patiënt op neutrale wijze informeren over de situatie in zijn mond en de risico’s die hij hiermee loopt voor zijn mondgezondheid.
2. Met open vragen achterhalen in welke fase van de gedragsverandering de patiënt zich bevindt.
3. De juiste therapie toepassen.

Wat wordt er van de behandelaar gevraagd?

Motivational Interviewing professioneel toepassen vraagt van de behandelaar een goede beheersing van de noodzakelijke communicatievaardigheden. Zoals op gelijkwaardige basis een vertrouwensrelatie met de patiënt opbouwen. Het gesprek structureren. Actief luisteren, samenvatten, reflecteren en doorvragen naar de essentie van het probleem. De weerstand van de patiënt effectief benutten om zijn ambivalentie op te lossen. De inzet van de patiënt positief bekrachtigen en hem stimuleren het nieuwe gedrag vol te houden. Hoe professioneler de communicatie van de behandelaar, des te groter de kans op succes met MI.

Wat levert Motivational Interviewing op?

  • MI is effectief omdat het de intrinsieke motivatie van de patiënt vergroot, waardoor de kans op succes veel groter is
  • MI is efficiënt omdat elke interventie volledig is afgestemd op het veranderingsproces bij de patiënt
  • MI maakt de patiënt zelf verantwoordelijk voor zijn mondhygiëne waardoor de kwaliteit van zijn mondgezondheid toeneemt
  • MI geeft de patiënt inspraak hetgeen relatiebevorderend werkt.

Motivational Interviewing geeft voorlichting op maat. De behandelaar geeft alleen de voorlichting die afgestemd is op de persoonlijke situatie van de patiënt. Bovendien wordt met MI veel duidelijker hoe de patiënt werkelijk denkt over het verbeteren van zijn mondhygiëne. Dit voorkomt de nodige frustratie bij de behandelaar en kan de behandeltijd efficiënter benut worden.

Door:
Carry Gresnigt

Drs. Carry O.V.M. Gresnigt-Bekker is docent Voorlichtingskunde en Communicatie bij de sectie Sociale Tandheelkunde en Voorlichtingskunde van ACTA. Zij heeft vele jaren als docent bij de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool INholland in Amsterdam gewerkt, waar zij verantwoordelijk was voor het onderwijs Psychologie en Communicatie. Carry is psycholoog en heeft een praktijk voor Coaching, Training en Advies. Zij geeft personal coaching aan mensen die zich verder willen ontwikkelen en communicatie- en teamtrainingen voor medewerkers van tandheelkundige praktijken.
Lees meer

Literatuur
Burke B.L., Arkowitz H. & Menchola M. (2003). The Efficacy of Motivational Interviewing: A Meta-Analysis of Controlled Clinical Trials. Journal of Consulting and Clinical Psychology; Vol. 71, No 5, 843-861.
Hettema, J., Steele, J., & Miller, W. R. (2005). Motivational Interviewing. Annual Review of Clinical Psychology, 1, 91-111.

Miller WR, Rollnick S. (1991). Motivational Interviewing: preparing people to change addictive behaviours. New York, NY: Guilford Press.

Prochaska JO, DiClemente CC. (1992). In search of how people change. Applications to addictive behaviours. Am Psychol 47:1102-14.

Yevlahova D, Satur J. (2009). Models for individual oral health promotion and their effectiveness: a systematic review. Australian Dental Journal; 54: 190-197.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
spiegel - tandarts

Hoe herkent u kiespijn bij peuters?

Lezing tijdens de opening van het Centrum Tandheelkunde in Bijzondere Gevallen Doetinchem, door Wilma Kouwenberg-Bruring, tandarts-pedodontoloog.

Cariës in het melkgebit geeft een grotere kans op cariës in het blijvend gebit. Door kiespijn kunnen kinderen minder gaan eten en slapen. De concentratie kan afnemen en gedragsproblemen kunnen toenemen. Kinderen met kiespijn kunnen zich minder goed ontwikkelen.

Kiespijnstoplicht
Bij peuters kan men aan het gedrag beoordelen of er sprake is van kiespijn. Om te weten te komen of hier sprake van is kan het onderstaande vragenlijstje – het Kiespijnstoplicht – worden gebruikt. Wordt er 1 vraag met ‘vaak’ beantwoord of 2 vragen met ‘soms’ dan wordt aangeraden met het kind de tandarts te bezoeken, omdat er sprake kan zijn van kiespijn

Hoe vaak merkt u dat uw kind:

  • Klaagt tijdens het tandenpoetsen
  • Iets lekkers plotseling weg legt
  • Eten afbijt met de kiezen i.p.v. met de tanden
  • Moeite heeft met kauwen
  • Aan één kant kauwt
  • Tijdens het eten plotseling begint te huilen
  • Naar zijn/haar wang grijpt tijdens het eten

Sterkste voorspellers hierbij zijn:

  • Naar je wang grijpen tijdens het eten
  • Iets lekkers eten en plotseling en wegleggen
  • Moeite hebben met kauwen

Kiespijn geen reden eerder bezoek tandarts
Uit een – nog niet gepubliceerd – onderzoek blijkt dat bij peuters kiespijn geen reden lijkt te zijn om eerder naar de tandarts te gaan en voor de tandarts ook niet om (meer) vullingen te leggen. Het Kiespijnstoplicht zou een hulpmiddel kunnen zijn voor ouders, verzorgers, tandartsen, huisartsen, medische staf van consultatiebureaus, onderwijzend personeel en anderen om gedrag gerelateerd aan kiespijn te kunnen herkennen.

Waarom geven kinderen pijn niet aan?
Na dit betoog vroeg ik me af waarom er een Kiespijnstoplicht afgenomen moet worden. Waarom geven de kinderen zelf niet aan dat ze pijn hebben? Volgens QP mondhygiëne van 23 maart 2011 kunnen kinderen op deze leeftijd hun pijn nog niet goed benoemen of nog niet zelf duidelijk aangeven waar het pijn doet. Wanneer jonge kinderen kiespijn hebben, is dat meestal voor de eerste keer. De kiespijn is bovendien niet altijd lokaal en soms cyclisch van aard, wat duidelijke communicatie bemoeilijkt. Als het pijnlijke element necrotisch wordt, of er ontstaat een fistel waardoor de druk verlaagt, kan de kiespijn tijdelijk verdwijnen. Het gevolg is dat sommige kinderen helemaal niet klagen, zelfs niet als er sprake is van‘rampant caries’.

Bron:
Lezing bij de opening van het Centrum voorTandheelkunde in Bijzondere Gevallen op 20 mei 2011 in Doetinchem door mevrouw Wilma Kouwenberg-Bruring, tandarts-pedodontoloog, erkend door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Pijn | Angst, Thema A-Z