Parodontale regeneratie bij stadium IV parodontitis en de esthetische vraag van de patiënt
In de hedendaagse parodontologie is de esthetische vraag van patiënten de belangrijkste uitdaging. Vooral in de anterieure gebieden, waar de verwachtingen van de patiënten hoger zijn is het nu belangrijk om esthetisch succes te behalen.
De nieuwe classificatie van parodontitis is gericht op het interdentale klinische hechtingsniveau. Het doel van klassieke parodontale reconstructieve chirurgische technieken is de regeneratie van de botdefecten of de wortelbedekking in geval van gingivarecessies. Sinds kort maakt de evolutie van de regeneratieve plastische chirurgie het mogelijk om beide tegelijkertijd te behandelen. Tijdens de presentatie van prof. Giuliano Rasperini tijdens het NVvP-congres werden veel verschillende casussen met bijbehorende lichtfoto’s en röntgenfoto’s getoond van patiënten die parodontaal zijn behandeld.
Succes in de parodontologie
De ontwikkelingen in de afgelopen jaren maakt dat we patiënten met parodontitis anders behandelen dan ongeveer 20 jaar geleden. Succes in de parodontologie wordt omschreven als een inspanning voor het behoud van het natuurlijke gebit in verband met het welzijn van de patiënt. Tot op heden behoren tot de criteria die zorgen voor succes bij parodontale therapie:
- een behandeling en herevaluatie van ernstig zieke tanden voordat extractie wordt overwogen
- een zo laag mogelijk aantal tanden als belangrijkste eindpunt
- langdurige documentatie van parodontale stabiliteit
- patiënttevredenheid inclusief verbeteringen in hun kwaliteit van leven
Op dit moment zijn er veel verschillende chirurgische technieken mogelijk voor de regerenatie van botdefecten of wortelbedekking in het geval van gingivarecessies.
Casussen
Het is belangrijk om geen behandelplan te maken op basis van röntgenfoto’s, maar op basis van de aanhechting van de gingiva.
De behandeling moet gepersonaliseerd worden voor elke patiënt om ook aan de esthetische wensen van de patiënt te voldoen. Verder is het belangrijk dat de patiënt en de tandarts op één lijn liggen om een optimale behandeling uit te voeren.
Belangrijk voor deze patiënten is om goede instructie te geven over hoe zij hun mondgezondheid thuis optimaal kunnen behouden.
In de kliniek zijn er twee scenario’s namelijk, een diepe pocket met een mooie papil of een diepe pocket en recessie. Deze verschillende scenario’s ga je niet op dezelfde manier behandelen.
Twee scenario’s in de kliniek
In de kliniek zijn er 2 mogelijke scenario’s die werden beschreven en allebei op een andere manier behandeld moeten worden. Er kan sprake zijn van een diepe pocket waarbij de papil onveranderd is of een diepe pocket en een recessie.
In het geval van een goede papil en aanhechtingsverlies zijn er 2 behandelopties:
1. Niet-chirurgische behandeling bij de mondhygiënist met als doel het verwijderen van de biofilm van het worteloppervlak
2. Vereenvoudigde chirurgische regeneratieve benadering met behulp van de SFA-EPPT techniek
In het geval van aanhechtingsverlies en een recessie zijn er verschillende technieken mogelijk zoals, SFA + CT, STW + CT, CTW, EPPT + CT, AlCAST en biomateriaal: scaffold+. Bij mucogingivale chirurgie is het belangrijk dat de flap minimaal 1 mm dik is, een dunnere flap maken heeft geen zin. Verder moet de flap vrij zijn van spanning.
Take home messages
- Respecteer het zachte weefsel vanaf het allereerste begin
- Respecteer de genezingstijd
- Behandeling van een botdefect met vereenvoudigde aanpak indien mogelijk
- Indien nodig gelijktijdige behandeling van infrabony en zacht weefsel
- Het is mogelijk, zelfs als er een gebrek aan bewijs is, om de papillen te recreëren
Rasperini Giulio is Associate Professor bij de afdeling Biomedical, Surgical and Dental Sciences aan de Universiteit van Milaan.
Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van prof. Giulio Rasperini tijdens het NVvP-congres.