Prachtig teamwork, maar wat vindt de patiënt?
Moeilijke casussen vragen om een interdisciplinaire aanpak. VU-orthodontist Sandy van Teeseling: Partijen moeten elkaar uitleggen wat wel en niet werkt.
Sandy van Teeseling behoort tot het team van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum. Hier worden zeer moeilijke casussen en gecompromitteerde patiënten behandeld. Om dit zo goed mogelijk te doen, wordt er interdisciplinair behandeld.
Op het congres TeamApproach van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde (NVVRT) gaf Van Teeseling enkele voorbeelden van complexe behandelingen.
Online database
Bij het interdisciplinair overleg leert men elkaars mogelijkheden kennen en daar gebruik van te maken. Van Teeseling ziet de patiënten gezamenlijk met de rest van het team. De patiënten worden vervolgens in de eigen praktijksetting behandeld.
Het team komt maandelijks bij elkaar, maar tussendoor is er ook veel contact via e-mail en een online database. Daarop worden (be)handelingen en beeldmateriaal gedeeld. Samen wordt er gezorgd voor oplossingen, ook als het fout is gegaan.
De truc bij het interdisciplinair werken is volgens Van Teeseling: Beslis met elkaar waar je naartoe gaat. Hou het einddoel voor ogen. Dit kan door middel van een proefmodel en in de toekomst digitaal.
Verzakte 11
Teeseling kwam met prachtige fotos van ingewikkelde casussen. Zo was er een dame met een verzakte 11 die gespalkt was. Uiteraard was mevrouw niet tevreden over de esthetiek. Er was nog maar weinig bot over, dus hoe moesten ze dit oplossen? Er was sprake van een diepe beet, malocclusie en een overbeet.
Via een bi saggitale split, chin graft, osteomie en bone graft kon een implantaat worden geplaatst. Er werd orthodontisch gewerkt met retainers waarna de suprastructuur erop kon. Er werd ook nog een lifetime lingual retainer geplaatst.
Voordat dit alles werd gedaan, moest eerst de parodontitis worden aangepakt. Zolang er namelijk paro actief is, heeft het geen zin om ortho te doen.
Het belangrijkste van de behandeling vond Teeseling het terugzien en nogmaals terugzien en nogmaals terugzien.
Regisseur
Doorgaans vindt de patiënt de orthodontie het vervelendst, omdat die het langst duurt. Om de motivatie hoog te houden tijdens deze langdurige zorg, is het goed om de patiënt fotos te laten zien van de vorderingen.
Teeseling gaf aan dat het erg belangrijk is om de zorgvraag van de patiënt in de gaten te houden. Je kunt de prachtigste dingen doen, maar de patiënt kan daar anders over denken.
De orthodontist heeft bij dit soort complexe behandelingen een belangrijke positie als regisseur: hij moet vertellen wanneer de volgende stap kan worden gezet.
Bone management
Een tweede casus was die van een volwassen patiënt met een scheve voortand. Hier was Teeseling heel duidelijk over: Bij verplaatsing van een element op latere leeftijd, pak eerst een pocketsonde! Vaak blijkt er namelijk een paroprobleem te zijn.
De patiënt stopte met roken, de parodontale behandeling werd opgezet. Later bleek zelfs antibiotica nodig. Uiteindelijk werd de situatie gezond gereduceerd en het verzakte/scheve element eruit gehaald. Voordat er kon worden geïmplanteerd, moest er eerst worden gezorgd voor voldoende bot. Daarom werd het element langzaam aan nog meer geëxtrudeerd. Er komt namelijk bot op de plaats waar eerst de wortel van het element was. Dit noemen we bone management. Van Teeseling: Het is niet heel voorspelbaar, maar de moeite van het proberen waard.
Agenesie
Teeseling krijgt vaak te maken met agenesie en oligodontie. Bij agenesie zijn er vijf of minder elementen aanwezig. Dit fenomeen zien we allemaal wel een keer. Bij oligodontie zijn er zes of meer afwezig. Dit komt veel minder vaak voor. Ook de verzekering maakt dit onderscheid.
Zodra er melkelementen blijven zitten en dus de wisseling vertraagd is, dan moet er bij u een belletje gaan rinkelen. Ook ziet men regelmatig dat de restelementen een andere vorm hebben en kleiner zijn. Dit is iets om goed rekening mee te houden tijdens het maken van het behandelplan.
De esthetische lijn bepaalt uiteindelijk wat men gaat doen. Is het profiel bol of juist niet? Dus staan de lippen naar buiten of is juist de hoek tussen neus en lip groot?
Bij het laatste kan men juist meer spacing creëren zodat er iets tussen past. Eerst zal dat een etsbrug zijn, omdat de patiënt nog in de groei zit. Implantaten zijn te beschouwen als ankylotische gebitselementen en groeien niet mee tijdens de groei van het kaak-schedel complex. In het eerste geval kan men gaan sluiten.
Vaak lopen mensen lang door met agenesie/oligodontie. Ze geloven dat behandeling moeilijk is en blijven dus lang rondlopen met melkelementen. Men kan hiermee over het algemeen goed functioneren. Van Teeseling: Bij resorptie komt er juist bot omhoog, dus schroom niet om het zo lang mogelijk te laten zitten. Bovendien houdt het de ruimte goed open. Maar als de melkelementen uiteindelijk los komen te zitten, is het tijd om actie te ondernemen.
Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag van het congres TeamApproach van de NVVRT, 2012.
Sandy van Teeseling studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en deed zijn specialisatie orthodontie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hierna vestigde hij zich als orthodontist in Haarlem. Reeds geruime tijd is hij als consulent orthodontist verbonden aan diverse interdisciplinaire teams. Momenteel is hij ook als medewerker verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam en de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zijn interesse ligt de laatste jaren vooral bij de (interdisciplinaire) behandeling van patiënten, waarbij het onderling afstemmen van de diverse behandelingen (paro, implanto, ortho, restauratief en chirurgie) van het grootste belang is. Hij geeft voordrachten en cursussen op het gebied van de interdisciplinaire behandeling.