Cursus DHIN: Tandheelkundig vrijwilligerswerk in ontwikkelingslanden

Op 31 maart geeft DHIN de cursus Tandheelkundig vrijwilligerswerk in ontwikkelingslanden in Arnhem.

Bekijk het programma.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Congres

Congres: Medische aspecten in de tandartspraktijk

Praktijkgerichte lezingen over medische aspecten bij de behandeling van uw patiënten.

  • Antitrombotica: wat moet de tandarts/mondhygiënist weten?
    Drs. Jacques Baart
  • Lokale anesthesie
    Drs. Jacques Baart
  • Bijwerkingen van geneesmiddelen in en rond de mond
    Prof. dr. Arjan Vissink
  • Een zwelling in de hals: wat te doen?
    Drs. Hakki Karagozoglu
  • Acute medische situaties in de tandartspraktijk bij ogenschijnlijk gezonde patiënten en bij (chronisch) zieke patiënten
    Prof. dr. Armand Girbes
  • Het parodontium en de algemene gezondheid: zin en onzin
    Prof. dr. Bruno Loos
  • Mondaandoeningen: een diaquiz
    Prof. dr. Isaäc van der Waal

Tandartsen met een abonnement op het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde (NTvT) krijgen € 40,- korting op de congresfee van €425,-. De congresfee voor mondhygiënisten bedraagt €325,-

Een greep uit de onderwerpen
De tandarts/mondhygiënist heeft te maken met patiënten, die al dan niet gezond zijn. Patiënten slikken medicijnen, die op zichzelf een contra-indicatie kunnen zijn voor een bloedige tandheelkundige ingreep, of om speciale voorzorgsmaatregelen vragen. Sommige medicijnen kennen bijwerkingen die in en rond de mond zichtbaar zijn of voor de patiënt merkbaar.

De sprekers op dit congres hebben zich als doel gesteld om de tandarts/mondhygiënist in één dag weer helemaal ‘scherp’ te krijgen op een groot aantal medische aspecten in de tandartspraktijk. Een greep uit de onderwerpen waar zij u tijdens het congres over zullen bijpraten:

  • Patiënten zijn aan hun hart geopereerd of hebben een vaatstent: verdragen ze dan lokale verdoving en is antibioticumprofylaxe nodig bij een tand- of kiesextractie?
  • Maakt het uit of de patiënt op coumarinederivaten of trombocyten-aggregatieremmers is ingesteld?
  • Patiënten hebben atherosclerose of ouderdomsdiabetes. Heeft dat te maken met de ernst van hun langbestaande parodontitis?
  • Komen ze van hun diabetes af als ze parodontaal gezond worden?
  • Patiënten hebben een chronische ziekte onder de leden. Kom ik daar achter door patiënten een gezondheidsvragenlijst in te laten vullen of stel ik zelf een paar vragen?
  • Zie ik verschijnselen/afwijkingen in de mond die verband houden met deze chronische ziekte?
  • Had ik de chronische ziekte vermoed als ik alleen de mondafwijking had gezien?
  • Is er bij chronische ziekten een verhoogde kans op een acute medische situatie tijdens een routinebehandeling?
  • Kan ik mij als tandarts/mondhygiënist daar op prepareren?
  • Wat moet ik in huis hebben aan medicijnen?
  • Een patiënt wordt onwel in de stoel. Wat is er aan de hand en wat moet ik doen? Wie moet ik bellen? Wat doe ik in de wachttijd voor zo’n patiënt?

Op al deze praktische vragen wordt tijdens deze leerzame congresdag door ervaren tandheelkundige en medische collega’s een praktisch antwoord gegeven. Zes boeiende sprekers over belangrijke medische aspecten waarmee u in uw praktijk te maken kunt krijgen. Een volle dag over onderwerpen waarvan iedere tandarts/mondhygiënist goed op de hoogte moet zijn.
Een dag die u niet mag missen!

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Studie

Verkorte studie Tandheelkunde

Vanaf september 2012 is het voor een selecte groep studenten of cursisten (maximaal 12 personen) mogelijk om verkort Tandheelkunde te studeren: de zogenaamde Zij-instroom Tandheelkunde.

Studiebeschrijving
Je wordt door middel van een brugjaar voorbereid op instroom in de driejarige masteropleiding Tandheelkunde. Gedurende dit brugjaar wordt deelgenomen aan grote delen van de onderwijsblokken van het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding Tandheelkunde van het UMCG.

Gevraagd
Een WO- of HBO-bachelordiploma.
Een VWO-diploma met de vakken natuur- en scheikunde.

Toelatingsexamen
Het toelatingsexamen voor de ZIT vindt plaats op woensdag 18 april 2012.

De 12 personen met de hoogste score op de toetsen kunnen in mei/juni kennis maken met het skilslab van de opleiding Tandheelkunde. Daarna volgt nog een gesprek. Het brugjaar 2012-2013 start op 1 september 2012.

Meer informatie 
Dhr. Dr G.J. Deenen, telefoonnummer (050) 363 30 67

Solliciteren
Stuur je sollicitatiebrief met daarbij gewaarmerkte kopieën van je – voor de ZIT relevante – diploma’s (als je die hebt), o.v.v. “sollicitatie Zij-instroom Tandheelkunde”. Vermeld in je brief altijd je emailadres. Sollicitatiebrieven worden tot en met 19 maart 2012 in ontvangst genomen. Na ontvangst van de sollicitatiebrief wordt een ontvangstbevestiging gemaild met nadere informatie.

De sollicitatiebrief kun je sturen aan:
dhr. Dr. G. J. Deenen,
Onderwijsinstituut UMCG,
sector F, FB23
Postbus 196
9700 AD Groningen

Bron:
Tangris

Lees meer over: Kennis, Scholing
tandarts - stoel

Eerste Hulp in de behandelstoel

Niet iedereen ligt graag in de stoel van de tandarts of mondhygiënist. Behalve angst, kunt u andere zaken tegenkomen, waarop u maar beter voorbereid kunt zijn.

Epilepsie
Stelt u zich voor: uw patiënt is plotseling bewusteloos en zijn ogen draaien weg. Hij maakt schokkende, ongecontroleerde bewegingen met armen en benen en kan verkrampen. De patiënt kan schuim op de mond hebben en kwijlen. De ademhaling kan onregelmatig zijn of stoppen, waardoor de persoon in kwestie blauw aanloopt. Het kan ook zijn dat de patiënt urine of ontlasting laat lopen.

Bewegingsruimte
De patiënt heeft mogelijk een epileptische aanval. Hoe reageert u? Belangrijk is om de patiënt zoveel mogelijk bewegingsruimte te geven en ervoor te zorgen dat hij zich niet kan verwonden. Verwijder scherpe of harde voorwerpen uit de directe omgeving. Probeer de bewegingen niet tegen te houden, dat heeft geen zin. De bewegingen zijn erg krachtig, waardoor u zelfs schade zou kunnen veroorzaken.

Maak knellende kleding los en bescherm het hoofd met een dun opgevouwen handdoek, jas of kussen, of zonodig met uw handen. Stop niets tussen zijn tanden (ook geen vingers). U hoeft een tongbeet niet te voorkomen. De aanval kan enkele minuten duren.
Bel 1-1-2. Het kan namelijk zo zijn dat zuurstofgebrek ontstaat.

Koortsstuipen
Het kan zijn dat u een kind op de stoel heeft zitten dat wit wegtrekt en niet meer aanspreekbaar is. De ogen draaien weg en het kind maakt schokkende bewegingen met armen en/of benen of met het gehele lichaam. Het kind heeft mogelijk koortsstuipen. Ook hier moet er voor gezorgd worden dat het kind zich niet kan bezeren. Geef het kind de ruimte en leg eventueel een kussen onder zijn hoofd. Houd de bewegingen niet tegen. Zorg ervoor dat het kind de warmte kwijt kan. Leg geen dekens of warme kleding op het kind, maar leg eventueel een nat washandje op het voorhoofd. Observeer de ademhaling. Bel 1-1-2.

De stuiptrekkingen gaan vaak vanzelf binnen vijf minuten weg. Een koortsstuip wordt vaak gevolgd door een periode van diepe slaap.

Beroerte
Het kan gebeuren dat iemand opeens verward overkomt. Iemand maakt zich slecht verstaanbaar en lijkt plotseling niet te begrijpen was er wordt gezegd. De persoon vindt het moeilijk om woorden te vinden en kan soms zelfs in paniek zijn. Het kan zo zijn dat de persoon moeite heeft om met één of beide ogen goed te zien. Zijn gezicht lijkt scheef en de mondhoek hangt. Hij kan niet tegelijkertijd zijn beide armen omhooghouden: één arm zakt steeds weg of komt nauwelijks omhoog. Hij kan niet goed staan door zwakheid van vooral één kant van zijn lichaam. Mogelijk heeft de persoon last van hoofdpijn, duizeligheid en evenwichtsstoornis.

De persoon heeft mogelijk een beroerte. Belangrijk is dat snel 1-1-2 wordt gebeld. Stoornissen in het bewustzijn zijn altijd een reden om 1-1-2 te bellen. Geef door hoe laat de klachten begonnen. Zorg voor een comfortabele houding en houd er rekening mee dat de patiënt kan omvallen.

FAST-test
Voor de herkenning van een beroerte wordt vaak gebruik gemaakt van de FAST-test (Face, Arm, Speech, Time-test):

  • Face (gezicht): vraag de patiënt om te lachen of de tanden te laten zien.
  • Arm (arm): vraag de patiënt om beide armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenzijde van de hand naar boven en met de ogen dicht.
  • Speech (spraak): vraag de patiënt of de omstanders het spreken veranderd is.
  • Time (tijd): vraag de patiënt of de omstanders hoe laat de klachten zijn begonnen.

Een scheef hangende mond(hoek), een arm die wegzakt en onduidelijk of onbegrijpelijk spreken, kunnen aanwijzingen zijn voor een beroerte.

Meer informatie
Omdat ook in uw tandartsstoel van alles kan gebeuren, is het verstandig om goed voorbereid te zijn. Voor meer informatie over Eerste Hulp, zie www.ehbo.nl.

Bron:
Het Oranje Kruis

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
NVM-mondhygienisten-website

Programma NVM-lustrumcongres bekend

Het programma voor het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (27 tot 29 september in Maastricht) is bekend. Het overkoepelende thema is M(H)aastricht in Flow.

Op donderdag 27 september start het congres in het MECC met o.a. vakgroepbijeenkomsten en diverse workshops: kortom voor iedereen wat wils! Aansluitend is er een ontvangst door de Gemeente Maastricht in het Stadhuis.

Internationale congresdag

Vrijdag 28 september is een internationale congresdag met wetenschappelijke sprekers. Zo komen geven Edwina Kitt, Svante Twetman, Peter Robinson, Charles Cobb en David Herrera een lezing over verschillende praktische mondzorgthema’s.
Maha Yakob is de dagvoorzitter en Rainier Seemann vat de dag samen. In de avond is er een spetterende feestavond in het prachtige Kruisherenhotel in het centrum van Maastricht. Hier kan naast heerlijk gegeten kan ook gedanst worden!

Interactief en praktijkgericht

Tot slot is er op zaterdag 29 september een interactief praktijkgericht lezingenprogramma met duo presentaties onder leiding van Schelte Fokkema. Jeroen Craandijk, Katarina Jerkovic-Cosic, Leander Dubois, Kirsten Jorritisma, Fridus van der Weijden, Dagmar Else Slot, Cor van Loveren en Claartje Berendsen zijn de sprekers.
Het congres wordt afgesloten met een uitgebreide high tea.

Aanmelden

Op dit moment is het alleen mogelijk om u aan te melden voor het complete lustrumpakket (donderdag, vrijdag, feestavond en zaterdag). Aanmelden voor losse onderdelen kan vanaf een later tijdstip. Bij aanmelding voor 14 februari, krijgt u een korting van 45,- op de inschrijfprijs!

Bron:
Mondzorgforum

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
samenwerken

NVvK en VBTGG voorjaarscongres: 16 en 17 maart 2012

16 en 17 maart in Doorn
Het Voorjaarscongres van De Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) en de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) vindt plaats op vrijdag 16 en zaterdag 17 maart, in Hotel Conferentiecentrum Zonheuvel te Doorn.

‘Conflict: distantiëren of confronteren?’
Conflict. Wie kent het niet? Een temperamentvolle ruzie met de buren over het plaatsen van een tuinhek; sluimerende irritaties of stellige meningsverschillen in huiselijke kring, op de werkvloer of in de sociale omgeving… Wat doet u in dergelijke situaties? Wacht u op het moment dat de bom dreigt te barsten? Gaat u terugschreeuwen of slaat u de deur hard achter u dicht en loopt u weg? Kiest u voor distantiëren of confronteren?

Helaas loopt ook binnen de tandheelkundige praktijk niet alles op rolletjes en kunt u te maken krijgen met conflictsituaties. Er kunnen zich barstjes voordoen in de communicatie met uw personeel, een patiënt kan ontevreden zijn of er kunnen meningsverschilen ontstaan op professioneel gebied met collegae.

Een conflict zorgt voor stress en emotie en kan veel invloed hebben op de betrokkenen. Vandaardat de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg Gehandicapten (VBTGG) en de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ hebben gekozen als thema voor dit voorjaarscongres.

Bekijk hier het programma

Schrijf u hier in

Lees meer over: Kennis, Scholing
caries - tandarts

Speekselklieraandoeningen herkennen en behandelen

Cysten, tumoren en ontstekingen van de speekselklieren zijn aandoeningen waarmee u in uw praktijk kunt worden geconfronteerd. Een update door kaakchirurg-oncoloog Erik van der Meij van het Medisch Centrum Leeuwarden.

Op de praktijkgerichte nascholingsdag Dental Review 2011 sprak van der Meij de aanwezige tandartsen bij over de meest voorkomende speekselklierpathologie.

Circumscripte zwelling van de glandula parotis; het bleek te gaan om een goedaardige speekselkliertumor.

Aandoeningen
Aandoeningen kunnen zich bevinden in de:

  • glandula parotis (oorspeekselklier)
  • glandula submandibularis (onderkaakspeekselklier)
  • glandula sublingualis (ondertongspeekselklier)
  • accessorische speekselkliertjes

Sialoadenitis is de benaming voor virale (bijvoorbeeld de bof) en bacteriële ontstekingen van de klieren. Speekselklierkanker komt relatief weinig voor. “Een speekselkliertumor ziet u als tandarts misschien twee tot drie keer in uw leven”, stelde Van der Meij. “Het vervelende is dat het verschil tussen goed- en kwaadaardig niet eenvoudig te zien is.” Over het algemeen geldt:

  • hoe kleiner de klier, hoe groter de kans op kwaadaardigheid
  • een zwelling van de bovenlip is kwaadaardig tot het tegendeel bewezen is
  • een langzaam groeiende tumor is niet per definitie goedaardig

Sinds een jaar bestaande zwelling van de binnenzijde van de bovenlip; bij biopsie bleek het te gaan om een kwaadaardige speekselkliertumor uitgaande van een klein speekselkliertje.

Nauwkeurig lichamelijk onderzoek
Van der Meij adviseert tandartsen dan ook bij een zwelling van een van de speekselklieren nauwkeurig lichamelijk onderzoek te verrichten. Met een gaasje kan de uitvoergang van de speekselklier worden droog gemaakt. Vervolgens kan de klier worden gemasseerd. De karakteristieken van het vrijgekomen secreet (helder, troebel, vlokkerig of pus) geven veel diagnostische informatie.

Na massage van de glandula submandibularis komt pus vrij uit de ductus Whartoni.

Na massage van de glandula parotis wordt een speekselsteen verwijderd.

Aanvullend onderzoek
Aanvullend, beeldvormend onderzoek kan variëren van conventionele röntgen, echografie, MRI, CT, PET/CT tot CB-CT sialografie. Met deze laatste techniek kan met behulp van contrastvloeistof en CB-CT een 3D-beeld worden verkregen. Ook cytologische puncties bieden steeds meer mogelijkheden om op een paar cellen een redelijk betrouwbare diagnose te stellen.

Sialendoscopie
De nieuwste ontwikkeling is de sialendoscopie, waarbij met een scoop diep in de vertakkingen van de klier kan worden gekeken. Via sialendoscopie kunnen eventueel gevonden speekselstenen met een netje worden verwijderd en vernauwingen met een ballonkatheter worden verholpen.

Sialendoscopisch onderzoek kan o.a. worden verricht in het speekselkliercentrum van het Erasmus MC te Rotterdam en het Speekselkliercentrum Friesland te Leeuwarden. Deze speekselkliercentra zijn gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van speekselklieraandoeningen.

Bron:
Verslag door dental INFO, gemaakt tijdens de Dental Review 2011, georganiseerd door Mark Two Communications, 30 september 2011, Jaarbeurs Utrecht

Dr. Erik H. van der Meij is opgeleid tot kaakchirurg aan het VU Medisch Centrum te Amsterdam. In 1994 behaalde hij het tandartsexamen en het artsexamen in 2000. In 2002 promoveerde hij aan het VUMC op het proefschrift: “The possible premalignant character of oral lichen planus and oral lichenoid lesions. A clinicopathological study”. Van 2004 tot 2008 was hij als staflid verbonden aan de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van het Erasmus MC te Rotterdam. In die periode werd aldaar een fellowship Hoofd-hals chirurgie/oncologie gevolgd. Vanaf 1 januari 2008 was hij in het Erasmus MC werkzaam als kaakchirurg-oncoloog en hield hij zich bezig met de diagnostiek en chirurgische behandeling van tumoren in het hoofd-halsgebied. Sinds maart 2008 is hij werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden. Zijn aandachtsgebieden betreffen de hoofd-hals oncologie, de orale pathologie en speekselklieraandoeningen.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
Tijd - klok

TFV symposium: De Tand des Tijds, 17 november Nijmegen

Een leerzame, interessante, volledig verzorgde dag vol nieuwe feiten en eens een andere kijk op verscheidene facetten van de tandheelkunde. Dát is wat de TFV Nijmegen u biedt tijdens het Symposium ‘De Tand des Tijds’. Deskundigen vanuit verschillende disciplines belichten dit thema vanuit diverse invalshoeken. Het symposium vindt plaats op donderdag 17 november te Nijmegen.

Programma
Het programma is als volgt:

8.30 – 9.00 uur Ontvangst
9.00 uur Opening
9.20 uur Prof. dr. G.J. Meijer -De gebitssituatie door de eeuwen heen
10.10 – 10.30 uur Koffiepauze
10.30 uur Drs. R.A. van Teeseling -Interdisciplinaire behandeling: Teamwork!
11.20 uur Drs. P.J.J. Theuns -Tandheelkunde bij dieren en de mens:
wat zijn overeenkomsten en verschillen?
12.10 – 13.10 uur Lunchpauze
13.10 uur Drs. J.H. Weijmar -Forensische odontologie
14.00 uur Drs. W.G. van der Borden -Van tandmeester tot tandarts- endodontoloog
14.50 – 15.10 uur Koffiepauze
15.10 uur Drs. M. Moolenaar -Voorspelbaar keramiek
16.00 uur Dankwoord
16.15 uur Borrel

 

5 KRT punten
Gezien het niveau van deze dag, ontvangen de tandartsen ook nog eens 5 punten voor het KRT.

Locatie en inschrijven
Het symposium vindt plaats in het faculteitsgebouw van Tandheelkunde. Inschrijven kan voor studentleden via deze website en voor donateurleden en tandartsen met mail (TFV@dent.umcn.nl onder vermelding van naam en rekeningnummer). Lid worden kan onder het kopje lidmaatschap.

Inschrijfkosten:
Donateurlid TFV € 30,-
Tandarts (of specialist) € 60,-
Studentlid TFV € 5,-
Student (geen lid) € 15,-

Leden kunnen zich inschrijven op de website www.tfvn.nl. Niet-leden moeten een mail sturen naar TFV@dent.umcn.nl om zich aan te melden.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Scholing
Leren- boeken

Nieuwe boeken over Eerste Hulp

Uw EHBO-kennis opfrissen? De volgende nieuwe boeken zijn beschikbaar: ‘Het Oranje Kruis Boekje’, ‘Hét EHBO Boek’ en ‘Eerste Hulp aan kinderen’.

Het Oranje Kruis boekje
Het Oranje Kruis boekje bevat de officiële lesstof voor het Diploma Eerste Hulp. Stapsgewijs en aan de hand van duidelijke afbeeldingen leert u wat u moet doen en waarom. Deze uitgave, 26e druk, voldoet aan de actuele richtlijnen (2011) van de eerstehulpverlening.

Hét EHBO Boek
In deze nieuwe (2e) druk van Hét EHBO Boek zijn de NRR richtlijnen van 2010 opgenomen en tevens de nieuwste richtlijnen Eerste Hulp van Het Oranje Kruis verwerkt.

Eerste Hulp aan kinderen
Dit boek omvat de lesstof voor het officiële certificaat Eerste Hulp aan kinderen van Het Oranje Kruis. Deze nieuwe (3e) druk voldoet aan de actuele richtlijnen (2011) van de eerstehulpverlening, inclusief reanimatie.

Lees meer over: Kennis, Scholing
spoelen

Wortelkanaalbehandeling? Spoelen moet!

Een geslaagde wortelkanaalbehandeling bevrijdt de patiënt van pijn en zorgt voor de terugkeer van een normale functie. Voor een duurzaam resultaat is spoelen van essentieel belang. Dat stelt tandarts-endodontoloog Michiel de Cleen.

De Cleen sprak op 30 september tijdens de praktijkgerichte nascholingsdag Dental Review 2011 over de levensduur van endodontisch behandelde gebitselementen. Welke factoren zijn beslissend voor een duurzaam behoud? De Cleen deed verslag van de nieuwste inzichten op dit gebied. Die verkreeg hij tijdens een recent congres van de American Association of Endodontists in Texas.

Goed spoelen
De Cleen benadrukte het belang van goed spoelen. “Bij een kanaalbehandeling werken vijlen en ruimers niet afdoende. Met onze instrumenten raken we niet alle delen van de kanaalwand, waardoor meer dan de helft daarvan niet wordt geprepareerd.”
Irrigatie dient hier vier doelen:

  • desinfectie
  • het oplossen van pulpaweefsel
  • het smeren van vijlen en ruimers
  • het afvoeren van debris

Minstens twee spoelmiddelen
Aangezien er niet één spoelmiddel is dat al deze kwaliteiten in zich heeft, adviseert De Cleen er minstens twee te gebruiken. Daarbij is er de keuze uit:

  • natriumhypochloriet
  • calciumbinders als EDTA, citroenzuur en MTAD
  • chloorhexidine

Natriumhypochloriet
Om natriumhypochloriet kan niemand heen, stelt De Cleen: “Hypochloriet is de eerste, tweede en derde keus, vanwege het weefseloplossend vermogen en de goede microbiële en smerende werking. Bovendien werkt het snel, is het gemakkelijk verkrijgbaar en goedkoop.”

De ideale concentratie is minstens 3%. Dan is het middel ook in staat lipopolysacchariden (kleverige celwandbestanddelen) te inactiveren. Maar belangrijker nog dan de concentratie zijn de hoeveelheid en frequentie. Hoe meer spoelmiddel wordt gebruikt, hoe beter de desinfecterende werking. En: hoe vaker er wordt gespoeld, hoe beter.

De effectiviteit van natriumhypochloriet kan nog worden verhoogd door verwarming. “Vijf graden verwarmen verdubbelt de werkzaamheid”, stelt De Cleen. Ook ultrasone activatie verbetert de prestaties: “Eén minuut ultrasone irrigatie aan het einde van de reiniging van het kanaal lijkt voldoende.”

Combinatie met chloorhexidine
De ideale combinatie van spoelmiddelen is volgens De Cleen die van natriumhypochloriet en chloorhexidine, ook wel ‘het werkpaard onder de spoelmiddelen’ genoemd. Grote voordelen van dit middel zijn de effectiviteit tegen resistente micro-organismen, de lage toxiciteit en de substantiviteit (het werkt na gebruik door).

Calciumbinders
Natriumhypochloriet kent ook nadelen. Het is toxisch, vlekt en corrodeert het instrumentarium. Het werkt na gebruik niet door, is onvoldoende werkzaam tegen E. faecalis en laat de smeerlaag intact.
Calciumbinders als EDTA, MTAD en citroenzuur pakken de smeerlaag wel aan. De Cleen adviseert natriumhypochloriet en EDTA of citroenzuur om en om te gebruiken. De behandeling kan volgens hem het best worden afgesloten met EDTA, omdat dit het beste middel is voor een gladde kanaalwand.

Surfactants
Een nieuwe en interessante ontwikkeling is volgens De Cleen de toevoeging van surfactants (zeepachtige schoonmaakmiddelen). Spoelmiddelen bereiken daardoor nog beter de verborgen hoekjes en gaatjes. Het ultieme laatste spoelmiddel dat De Cleen in Texas leerde kennen is Qmix 2-in-1 van Dentsply. Of dat in Nederland verkrijgbaar wordt, blijft nog even de vraag.

Bron:
Verslag door dental INFO, tijdens de Dental Review 2011, georganiseerd door Mark Two Communications, 30 september 2011, Jaarbeurs Utrecht

Michiel de Cleen is tandarts-endodontoloog in Amsterdam. De Cleen is in 1988 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna was hij tot 1995 als docent verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Naast de werkzaamheden in de praktijk is Michiel de Cleen mede-auteur van een aantal boeken over de endodontologie en tandletsels en een veelgevraagd cursusdocent op dit gebied.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Scholing, Thema A-Z
Kalender

Dental Review – 30 september in Utrecht

Vijf Nederlandse experts bezochten een meerdaags buitenlands congres en doen daar verslag van tijdens het congres Dental Review. Helder, beknopt en praktijkgericht.

Groot succes
De eerste Dental Review was vorig jaar een groot succes. Niet zo verwonderlijk, want het bleek een uitgelezen mogelijkheid om in één dag kennis te nemen van zeer recente en belangwekkende internationale tandheelkundige onderzoekgegevens. Vijf Nederlandse experts bezochten een meerdaags buitenlands congres en deden daar in Utrecht verslag van.

Bezochte congressen
Ook dit jaar bezoeken weer vijf bekende collega’s een buitenlandse bijeenkomst. Zo worden dit keer bezocht:

  • Het jaarlijkse congres van de American Association of Endodontists in Texas
  • The First International Sialendoscopy Conference in Genève
  • Het congres van de International Association of Dental Research in Boedapest
  • Het wereldcongres van de International Society for Breath Odor Research in Salvador, Brazilië
  • De congressen van de American Association of Fixed Prosthodontics en American Equilibration Society in Chicago

Sprekers
Op 30 september presenteren de collega’s Eijkman, De Cleen, Van der Meij, Van Van Dalen, Winkel en Van der Kuij de zaken die hen op deze congressen zijn opgevallen: nieuwe onderzoeksresultaten, verrassende klinische implicaties en de evaluatie van nieuwe instrumenten, materialen en behandelmethoden. Zij halen voor u de krenten uit de pap, zodat u in een relatief korte tijd een schat aan zeer actuele informatie meekrijgt.

Omdat alle vijf docenten zeer goed ingevoerd zijn in hun vakgebied, kunnen zij internationale trends vertalen naar de Nederlandse situatie. Actuele informatie wordt daardoor ook voor u relevante informatie.

Meer informatie en inschrijven
Via Mark Two Communications, klik hier

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
apps - social media

Summerschool: Eendaagse training over Sociale media door het NIGZ

Deze zomer verzorgt het NIGZ een ééndaagse training over ‘Sociale media’ voor slechts € 75,- . Nog enkele plaatsen vrij, onder andere op 14 juli.

Inhoud van de training

  • De zakelijke inzet van sociale media
  • Praktische handvatten over het gebruik van LinkedIn, Twitter en Facebook
  • Bereik van doelgroepen met sociale media

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
jeugdig

Hoe bereik ik jongeren? Eendaagse training van het NIGZ.

De eendaagse training ‘Jongeren begrijpen en bereiken’ helpt u op weg.

27 september en 15 november
De jongerenwereld is dynamisch en verandert continu. Hierdoor is het voor veel organisaties lastig om jongeren effectief te bereiken. De eerste stap in het beter bereiken van jongeren is dan ook om jongeren beter te begrijpen. Op 27 september en 15 november verzorgt het NIGZ een eendaagse cursus over het begrijpen en bereiken van jongeren. Schrijf u in en leer de belevingswereld van de huidige generatie jongeren kennen. En gebruik deze inzichten om uw communicatie en voorlichting beter op hen af te stemmen?

Lees meer over: Kennis, Scholing
Casus: Medicijn tegen hoge bloeddruk veroorzaakt gingiva hyperplasie bij 52-jarige man

Behandeling patiënten met gebruik antistollingsmiddelen

Bent u al bekend met de nieuwe afspraken voor het behandelen van patiënten die antistollingsmiddelen gebruiken? De belangrijkste aandachtspunten met ACTA richtlijn.

Het is belangrijk regelmatig de medische anamnese bij uw patiënten af te nemen en/of na te vragen of er veranderingen zijn opgetreden sinds het vorige bezoek. Sinds 1 januari 2011 is het zelfs verplicht voor de tandarts/mondhygiënist om een recent medicatieoverzicht beschikbaar te hebben. U dient met uw patiënt te evalueren welke voorgeschreven medicijnen de patiënt gebruikt en of de patiënt op eigen initiatief medicijnen – bijvoorbeeld van de drogist – gebruikt. Als uw patiënt antitrombotica gebruikt zal hij of zij een verhoogde bloedingsneiging hebben en dient u te overwegen of uw geplande ingreep kan plaatsvinden.

Geen stop antitrombotica
In het verleden werd geadviseerd de antitrombotica te (laten) stoppen voorafgaand aan een bloedige tandheelkundige ingreep, maar sinds 2007 zijn er internationale richtlijnen verschenen voor tandheelkundige ingrepen bij patiënten met antitrombotica. Hierin wordt gesteld dat nabloedingen weinig voorkomen en met lokale maatregelen kunnen worden bestreden. Het tijdelijk stoppen van antitrombotica kan leiden tot nieuwe trombose en mogelijk tot een hart- of herseninfarct of zelfs een fatale afloop hebben.

Overzicht nieuwe aandachtspunten voor tandarts/mondhygiënist

  • Bij elke controle aan de patiënt vragen of er veranderingen zijn opgetreden in de medische anamnese en de patiënt vragen naar het gebruik van coumarine (acenocoumarol, fenprocoumon) of TAR (Aspirine®; salicylaten, clopidogrel, prasugrel en dipyridamol).
  • De tandarts/mondhygiënist overweegt om met infiltratie of ligamentaire anesthesie te werken in plaats van met een mandibulair blok. Bij het gebruik van een mandibulair bestaat de kans dat een bloedvat wordt geraakt waardoor een hematoom kan ontstaan.
  • Bij voorkeur paracetamol als pijnstiller voorschrijven en terughoudend zijn met NSAID’s bij patiënten die coumarine of TAR gebruiken.
  • Regionaal afspreken met trombosedienstarts op welke wijze en hoeveel tijd van de tevoren de tandarts of patiënt de voorgenomen ingreep meldt bij de trombosedienstarts. De trombosedienstarts verifieert de aard van de ingreep en controleert of het antistollingsniveau in het therapeutische gebied ligt en de ingreep verantwoord kan plaatsvinden.
  • Bij gebruik van twee of meer antistollingsmiddelen overleggen met behandelend arts die de behandeling heeft ingesteld.
  • Bij tandheelkundige ingrepen met een laag bloedingsrisico, zoals een extractie van 1 tot 3 kiezen of een parodontale behandeling, kan de ingreep in principe zonder stoppen van de coumarinebehandeling plaatsvinden. Het gebruik van een TAR hoeft niet te worden gestaakt bij een laag bloedingsrisico.
  • Om lokaal het bloedingsrisico te verlagen, kan de tandarts/mondhygiënist tranexaminezuur 5% mondspoeling voorschrijven (zie recept). Deze mondspoeling wordt magistraal bereid en is twee weken houdbaar. Tandarts en apotheker spreken met elkaar af wie het recept voorschrijft en spreken een termijn af voor een tijdige bestelling van deze mondspoeling.Recept Tranexaminezuur
    R/ Tranexaminezuur 5% mondspoeling da 250 ml
    S/ 5 dagen 4 dd de mond zachtjes spoelen met 10 ml gedurende 2 minuten; niet doorslikken

Factoren
Om te bepalen welke strategie u kunt volgen zijn de volgende factoren van belang:

  • Welk antitromboticum gebruikt de patiënt?
  • Wanneer heeft de patiënt de laatste dosis ingenomen?
  • Voor welke ziekte of aandoening gebruikt de patiënt de antitrombotica?
  • Gebruikt de patiënt nog andere middelen die ook inwerken op de bloedstelping of bloedstolling?
  • Is de patiënt onder controle bij een trombosedienst?
  • Wat was zijn laatste INR waarde en wanneer is die gemeten?
  • Welke tandheelkundige ingreep wilt u uitvoeren?
  • Is het een spoedingreep of kan de behandeling eventueel op een gunstiger tijdstip worden afgesproken?
  • Is de patiënt in staat om een eventuele nabloeding op te merken en daar maatregelen op te nemen?

Afspraken en richtlijnen
Vanaf januari 2011 is de richtlijn “Overdracht medicatie-gegevens” definitief geworden. Dit betekent voor u als tandarts/mondhygiënist dat u altijd over een recent medicatie overzicht van uw patiënt moet beschikken.

De Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Antistolling (LESA) is in februari 2011 verschenen. De LESA geeft veel duidelijkheid voor alle behandelaars; huisarts, apotheker, tandarts en de trombosedienstarts, kunnen met behulp van deze samenwerkingsafspraak de patiënt die een antistollingsmiddel gebruikt beter helpen en behandelen.
In de loop van 2011 wordt ook een landelijke richtlijn “Tandheelkundige ingrepen bij patiënten met antitrombotica” voor tandartsen en kaakchirurgen verwacht. Op dit moment wordt door veel tandartsen en kaakchirurgen gewerkt met de ACTA richtlijn uit 2010.

ACTA-richtlijn: Beleid bij tandheelkundige ingrepen tijdens antitrombotische behandeling

Bij het gebruik van één trombocytenaggregatieremmer (Ascal®, Persantin®, Plavix® en Asasantin®) hoeven deze NIET gestaakt te worden voor een invasieve tandheelkundige ingreep*. Bij gelijktijdig gebruik van Ascal® en Plavix® of Persantin® moet één van beide in overleg met de voorschrijvend specialist tijdelijk gestaakt worden. Is staken van één van beide niet toegestaan dan volgt verwijzing naar een kaakchirurg.

* Dit geldt voor de volgende tandheelkundige ingrepen: extractie van 1-3 tanden of kiezen, operatieve verstandskies verwijdering, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandelingen, abcesincisie, plaatsen van max. 3 implantaten.

Bij het gebruik van anticoagulantia zoals acenocoumarol (Sintrom®) of fenprocoumon (Marcoumar®) behoeven deze NIET routinematig gestopt te worden voor tandheelkundige ingrepen* MITS

  1. De INR maximaal 24 uur voor de ingreep is bepaald en niet hoger is dan 3.5
  2. De ingreep zo atraumatisch mogelijk verricht wordt
  3. Na extractie de wond gehecht wordt
  4. De patiënt de praktijk pas verlaat als de bloeding gestelpt is
  5. De patiënt de mond zachtjes spoelt met 10 ml 5% tranexaminezuur mondspoeling 4 dd gedurende 5 dagen.
  6. De patiënt mondelinge en schriftelijke instructies krijgt over postoperatieve beloop en te nemen maatregelen bij een nabloeding.
  7. De patiënt zich telefonisch bij de tandarts meldt indien een nabloeding toch optreedt
    en niet zelf te stoppen is.
  8. De tandarts of zijn vervanger voor de patiënt bereikbaar is buiten kantooruren.

Is de INR >3.5 en mag deze niet naar een lagere waarde worden bijgesteld dan volgt verwijzing naar een kaakchirurg. Zijn er grotere of meer invasieve ingrepen gepland dan volgt verwijzing naar een kaakchirurg.

Deze richtlijn is samengesteld op basis van een systematische search naar bestaande Evidence-based richtlijnen en gebaseerd op bestaande richtlijnen uit de UK en de VS. Een Nederlandse multidisciplinaire evidence-based richtlijn is in ontwikkeling. Hoewel de aanbevelingen geacht worden juist te zijn, kan ACTA niet verantwoordelijk gesteld worden voor nadelige gevolgen die ontstaan bij naleving van deze richtlijn.

Bereikbaarheid van diverse zorgverleners
Het gebruik van antistollingsmiddelen gaat gepaard met een verhoogd risico op bloedingen. Dit kan acute complicaties opleveren en direct ingrijpen noodzakelijk maken. Om die reden is het belangrijk dat huisarts, apotheker, trombosedienstarts en tandarts bereikbaar zijn voor overleg en direct in de omgeving van de patiënt zorg kunnen verlenen. De zorgverleners moeten weten op welk telefoonnummer zij elkaar of hun vervangers in noodsituaties dag en nacht kunnen bereiken.
De tandarts moet tevens na een ingreep bij een patiënt die een antistollingsmiddel gebruikt, schriftelijke informatie meegeven waarin het telefoonnummer van de praktijk en de dienstdoende tandarts of van de lokale spoedgevallendienst staat vermeld.

Conclusie
De meeste tandheelkundige ingrepen kunnen uitgevoerd worden bij patiënten die antitrombotica gebruiken, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan, die in dit artikel zijn aangestipt. Door goed op de hoogte te zijn van de medische status van de patiënt en zijn medicatiegebruik, kunnen onnodige risico’s worden vermeden en kan de tandheelkundige zorg voor medisch complexe patiënten zo veilig mogelijk worden uitgevoerd. Een definitieve richtlijn voor tandartsen en kaakchirurgen is in wording en wordt in de loop van 2011 verwacht.

Klik hier voor het volledige artikel “Antitrombotische medicatie bij tandheelkundige patiënten”, auteur mevrouw D. van Diermen.

Mevrouw D. Van Diermen is arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziekteleer en Medisch Tandheelkundige Interactie bij het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Tevens doet zij onderzoek op dit gebied. Daarnaast was Van Diermen bestuurslid van de Vereniging voor Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI).

Klik hier voor de Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak Antistolling

Literatuur

  • Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak Antistolling
  • Brennan MT, Wynn RL, Miller CS. Aspirin and bleeding in dentistry: an update and recommendations. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 2007;104:316-323.
  • Diermen, D.E. van, Hoogstraten, J, Waal, I van der. Bloedige ingrepen bij patiënten met antitrombotica: nieuwe inzichten. Ned Tijdschr Tandheelkd 2008:115: 225-229.
  • Diermen DE van, Aartman IHA, Baart JA, et al. Dental management of patients using antithrombotic drugs. Critical appraisal of existing guidelines. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 2009; 107: 616-624.
  • Douketis JD, Berger PB, Dunn AS, et al. The Perioperative Management of Antithrombotic Therapy: American College of Chest Physicians Evidence–based Clinical Practice Guideline. Chest 2008; 133; 299-339.
  • Perry DJ, Noakes, TJC, Helliwell PS. Guidelines for the management of patients on oral anticoagulants requiring dental surgery. Br Dent J 2007; 203:389-393.

 


Download brochure lesa-antistolling-04-111.pdf
Download brochure antitrombotische-medicatie-bij-tandheelkundige-patienten.pdf
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
kaakchirurgie

Publiekslezing ‘Dokter op dinsdag’: kaakchirurg Christian Griëntschnig, over mond-, kaak- en aangezichtschirurgie

Datum en tijd: dinsdag 15 maart | 19:00 uur tot 20:00
Locatie: Bezoekershal Tolbrugstraat 11 ‘s-Hertogenbosch
Bestemd voor: patiënten, bezoekers, medewerkers en andere geïnteresseerden

Christian Griëntschnig, kaakchirurg in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, houdt een publiekslezing ‘Dokter op dinsdag’ over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van mond-, kaak- en aangezichtschirurgie.

Kaakchirurgen doen meer dan lastige verstandskiezen trekken en wortelpuntbehandelingen. Zij behandelen bijvoorbeeld ook irritatieplekken in het slijmvlies van de mond, doen operaties aan de speekselklieren en operaties aan het aangezicht. Bij dit laatste gaat het dan meestal om operaties van het bot, bijvoorbeeld wanneer de onderkaak erg uitsteekt; een zogenaamde centenbak. Plastisch chirurgen werken over het algemeen met zacht materiaal (huid, weefsel). Na de voorbereiding door de orthodontist, kan de kaakchirurg de kaak verplaatsen en zodat het kauwen beter gaat en de vorm van het aangezicht verbetert.

Implantaten
Christian Grientschnig zal verder uitleg geven over het plaatsen van implantaten. Ook hiervoor zijn de kaakchirurgen speciaal opgeleid. Als er onvoldoende bot in de kaak aanwezig is om de implantaten in te plaatsen is bovendien eerst een voorbereidende operatie nodig. Omdat deze onder narcose moet worden gedaan, vindt deze in het ziekenhuis plaats.

Bron:
Jeroen Bosch Ziekenhuis

Lees meer over: Kennis, Scholing
tandvlees

Benigne en premaligne aandoeningen van mondslijmvlies, tong en tandvlees

Verslag van de lezing van prof. dr. Isaäc van der Waal. Met aandacht voor aften, pigmentaties, leukoplakie en lichen Planus.

Diagnose
Van der Waal begon zijn presentatie met de opmerking dat mondhygiënisten diagnoses mogen geven. We doen eigenlijk niks anders. “Let maar op”, aldus de professor, “jullie gaan zo ook bijna onbewust al diagnoses geven.”

Aften
En inderdaad we kregen een foto te zien waarop we binnen enkele seconden de diagnose aften hadden gegeven. We kregen een compliment voor de diagnose. Maar waarom dachten we eigenlijk aan aften? Dat is heel lastig te zeggen; het ziet er gewoon uit als een aft.Typisch aan aften is dat het pijnlijk is en recidiverend. Het uit zich vooral bij jonge mensen. Onze taak is om de patiënt hierover gerust te stellen: het is onschuldig, niet besmettelijk en het gaat vanzelf weer over.

Twijfel? Doorverwijzen
Een zweer (ulcus) op de tongrand komt vaak door trauma. Men moet echter wel verdacht zijn op tongkanker. Daarom is het belangrijk om het te palperen. Let dan op of het vast aanvoelt en voel ook aan de directe omgeving van de zweer. Men doet er verstandig aan om een eventuele scherpe restauratierand of iets dergelijks weg te nemen en de patiënt na een week of 2 terug te laten komen. Is het niet weg? Twijfel dan niet en stuur de patiënt door naar iemand die er verstand van heeft. Want de mondhygiënist mag niet alleen praktijkdiagnoses geven maar ook verwijzen!

Niet onschuldig
Koorts hoort niet bij aften. Dan moet u denken aan bijvoorbeeld herpes simplexinfectie of, in zeldzame gevallen, aan een uiting van leukemie. Ook grote zweren midden op de tong die wat vreemd van kleur zijn, kunnen op een niet zo onschuldige ziekte duiden. Dit kan namelijk wijzen op de geslachtsziekte syfilis.

Zweren of blaren kunnen ook veroorzaakt zijn door verbranding en/of bestraling. Het kan ook betekenen dat de patiënt aan de auto-immuunziekte pamphigus vulgaris lijdt. Dit is een blaarvormende ziekte waarbij epitheel wordt afgestoten. Laat de patiënt na 2 weken retourneren. Niet weg? Doorsturen!

Herpes Simplex
Op het palatum kunnen blaasjes zichtbaar zijn. Als de blaasjes stuk zijn gegaan, lijken ook deze op aften. Het kan echter herpes simpex zijn. Een primaire herpes infectie zal niet zo gauw bij de mondhygiënist in de stoel te vinden zijn. De patiënt is dan namelijk zo beroerd, dat hij niet naar de praktijk zal toekomen. Alleen een primaire uitbraak uit zich in de mondholte. Een secundaire uitbraak uit zich als een koortslip.

Pigmentaties
Na deze heldere uitleg over afteuse afwijkingen en andere zweertjes gingen we over op het onderwerp pigmentatie. De amalgaamtattoo kennen we allemaal wel en is zo vaak voorkomend en normaal dat we het niet eens hoeven te noteren in het journaal. Hierna volgde een foto van iemand die gevallen was met een potlood. We zagen een grijze streep als een soort van tattoo. Het gaat niet meer weg.
Bij rokers kan er zich een rokersmelanose voordoen. Een blauw-bruine vlek die weer wegtrekt na het stoppen met roken.

Melanoom
Uiteraard hoeven we voor raciale pigmentatie niet te verwijzen. Maar wat wel een erge pigmentatie is, is een melanoom. De voorkeurslocaties hiervan zijn de gingiva van boven- en onderkaak en het palatum. Neem liever geen afwachtende houding aan, maar verwijs direct bij verdenking hiervan.

Leukoplakie
Leukoplakie zijn overwegend witte laesies die niet lijken op een andere definieerbare witte laesie van het mondslijmvlies. Het is een premaligne afwijking: de leukoplakie kan overgaan in een kwaadaardig plaveiselcarcinoom. Helaas is de effectiviteit van behandeling (bijvoorbeeld weglaseren) erg twijfelachtig. Van der Waal gaf aan dat hij bij zichzelf een leukoplakie misschien wel zou laten zitten! Maar als het niet wordt verwijderd en het ontaardt in kanker, dan krijgt men de vraag van de patiënt waarom het niet eerder is verwijderd.
Een hele goede tip was dat het maken van mondfoto’s erg nuttig kan zijn. Op een foto kan je meer zien dan dat men puur klinisch kan waarnemen. Dit werd geïllustreerd met een foto waarop een ulcus te zien was dat je klinisch niet zag.

Lichen Planus
We kennen allemaal wel het spinnenweb-achtige verschijnsel. Er is hiervoor geen biopsie vereist. Wel is er jaarlijkse controle aan te bevelen in verband met kans op maligniteit (0,5% per jaar). Let op: Lichen Planus is altijd dubbelzijdig. Is het enkelzijdig? Dan moet er doorverwezen worden. Ook een roker met Lichen Planus-achtige verschijnselen is verdacht, want het komt eigenlijk niet voor bij rokers.

Prof. dr. I. van der Waal is hoofd van de afdeling mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie van ACTA / VU medisch centrum te Amsterdam en is expert op het gebied van mondziekten en voorstadia daarvan, zowel klinisch als histopathologisch.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Bron:
Quality Practice themadag 11 februari 2011

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z

GSK motiveert dental team bij Talking Points in Dentistry

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentaties over forensische odontologie, droge mond en stoppen met roken.

Zaterdagochtend 5 juni verkozen zo’n vierhonderd tandheelkundig zorgverleners de Beurs van Berlage in Amsterdam boven een dagje strand. Het prachtige weer weerhield ze er niet van in de zaal plaats te nemen voor al weer de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Marketing manager Noord Europa bij GlaxoSmithKline en moderator Ineke van den Bemt opende het congres met een uitstapje naar motivatie: datgene wat ons beweegt om ons doel te bereiken. Motivatie is een term om uit te drukken dat iemand iets, een zeker doel, tracht te bereiken. Het concept motivatie ontstond pas na de uitvinding van de mechanische klok. Door de veer op te winden, blijft het uurwerk met een gelijkmatig tempo lopen. Om te zorgen dat de klok blijft lopen moet wel de veer regelmatig opgedraaid worden. Gezien deze achtergrond is het dan ook niet verwonderlijk dat drijfveer een synoniem is voor motivatie. “Met ons congres proberen wij u te motiveren met nieuwe inzichten voor u, uw team en uw patiënten.”

Verslag presentaties
‘ Vermist is erger dan dood’

Droge mond: oorzaak en behandeling

Patiënt motiveren te stoppen met roken?

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Medailles

Koninklijke onderscheiding hoogleraar Warner Kalk

Prof. dr. Warner Kalk is bij zijn afscheid als hoogleraar Tandheelkunde en hoofd van het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Hij kreeg deze Koninklijke onderscheiding uit handen van de burgemeester van Haren, de heer Mark Boumans.

Kalk behaalde in 1970 zijn tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vervolgens werkte hij van 1970 tot 1985 aan de opleiding van de VU in Amsterdam. Daar rondde hij in 1979 zijn proefschrift af met de titel ‘Een kunstgebit, een blij bezit?’. Van 1985 tot 1998 was hij hoogleraar in de restauratieve Tandheelkunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In 1998 volgde zijn benoeming tot hoogleraar en hoofd van de afdeling Orale Functieleer en Prothetische Tandheelkunde van de opleiding Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Kalk is in zijn 40-jarige loopbaan betrokken geweest bij de opleiding en nascholing van meer dan een derde van alle tandartsen in Nederland.

Bron:
UMCG

Lees meer over: Kennis, Scholing
Mondzorg verstandelijk gehandicapten kan beter

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’
De laatste jaren bestaat in Nederland de tendens om mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zoveel mogelijk van instellingen te verplaatsen naar gewone woonwijken. Dit onder het motto: ‘gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’. Dit geldt niet alleen voor hun leefsituatie, maar ook voor de mondzorg. De kans is hierdoor groot dat in de toekomst meer mensen met een beperking in eerste instantie in de reguliere tandarts- of mondhygiënistenpraktijk terecht zullen komen. Het is daarom goed extra kennis en vaardigheden op te doen op het gebied van de gehandicaptenzorg. Veel mensen met een beperking kunnen dan goed in de huispraktijk behandeld worden. Het is een uitdaging de mogelijkheden van deze patiënten optimaal te benutten en voor de beperkingen oplossingen te zoeken. Met wat extra kennis en aandacht is veel mogelijk. Mocht behandeling in de huispraktijk toch te lastig zijn, dan kan verwezen worden naar een centrum voor bijzondere tandheelkunde of naar gespecialiseerde praktijken (die vaak in instellingen gevestigd zijn). Adressen van centra voor bijzondere tandheelkunde zijn te vinden op de website van het Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde, www.cobijt.nl. U kunt bij deze centra ook terecht voor het vragen van advies.

Cursussen en postdoctorale opleiding
Er worden op diverse plaatsen in Nederland cursussen voor tandartsen en mondhygiënisten verzorgd op het gebied van de gehandicaptenzorg en er bestaat een postdoctorale opleiding ‘tandarts gehandicaptenzorg’ (TG), waarbij tandartsen zich kunnen specialiseren in het behandelen van mensen met een beperking. Het opleidingsplan TG is te vinden op www.cobijt.nl. Tandartsen die niet de volledige opleiding willen volgen, maar wel geïnteresseerd zijn in deze zorg, kunnen zich ook voor losse onderdelen van de opleiding aanmelden. Dit geldt ook voor mondhygiënisten. Informatie over de opleiding is te krijgen bij:

Dyonne L.M. Broers, tandarts
Voorzitter onderwijscommissie TG
Stichting Bijzondere Tandheelkunde
Louwesweg 1
1066 EA Amsterdam
Tel. 020-5188541
d.broers@sbt.acta.nl
www.sbt.nl

(per 29/7/10 wordt het adres:
Gustav Mahlerlaan 3004
1081 LA Amsterdam

De Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) is een wetenschappelijke vereniging die zich ten doel stelt de mondzorg voor mensen met een beperking te bevorderen. Zij  organiseren regelmatig cursussen en congressen hierover. Informatie is te vinden op www.vbtgg.nl.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Gevolgen van slaapapneu: restschade en hormonaal disfunctioneren

OSAS en bimaxillaire chirurgie

Het Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) is een frequent voorkomende aandoening waarbij vermoeidheid overdag en onbedoeld in slaap vallen op de voorgrond staan. De diagnose wordt gesteld d.m.v. een uitvoerige anamnese en polysomnografie.

Gouden standaard behandeling
De gouden standaard voor behandeling is nasal Continuous Positive Airway Pressure (CPAP). Daarnaast kunnen bij een lichte tot matige OSAS ook mandibulaire repositie apparaten (MRA) worden toegepast. Dit zijn beide hulpmiddelen die de patiënt dagelijks moet gebruiken waardoor in sommige gevallen de therapietrouw te wensen overlaat. Daarnaast kunnen beide behandelopties bijwerkingen vertonen die het gebruik ernstig bemoeilijken. Bij deze patiëntengroep kan een indicatie voor een definitieve oplossing d.m.v. een kaakosteotomie ontstaan waarbij zowel boven- als onderkaak naar ventraal worden verplaatst.

Kaakosteotomie
De gebruikte chirurgische techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de kaakchirurgie ter correctie van groeiafwijkingen in het aangezichtsskelet en leidt tot voorspelbare uitkomsten van behandeling. De gemiddelde leeftijd van de patiënten, die vanwege deze skeletale discrepanties tussen onder- en bovenkaak een dergelijke ingreep ondergaan, ligt echter aanzienlijk lager dan de gemiddelde leeftijd van patiënten met een OSAS. Dit betekent dat het herstel van de OSAS patiënt na een dergelijke ingreep langer duurt en de kans op complicaties groter is. De succespercentages die in de literatuur worden genoemd, zijn hoog en lijken ook op langere termijn stabiel waardoor deze behandeling een waardevolle aanvulling kan zijn op de conservatieve therapiemodaliteiten.

Bron:
NVTS.nl
Door: Dr. Jan de Lange, spreker op het NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap.

Curriculum vitae
Dr. Jan de Lange studeerde in 1988 cum laude af aan de Rijksuniversiteit Utrecht en volgde van 1990 tot 1994 aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam de specialisatie Mondziekten en Kaakchirurgie. In 1996 behaalde hij het artsexamen aan de Universiteit van Amsterdam. In 2006 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift Central Giant Cell Granuloma of the Jaw: Epidemiology, Therapy and Related Disorders. In 2008 verkreeg hij een registratie als epidemioloog B. Overige registraties zijn: oraal implantoloog en stralingsdeskundigheidsniveau 4M. Momenteel is hij werkzaam als kaakchirurg en opleider in de Isala Klinieken te Zwolle en als kaakchirurg in het AMC te Amsterdam. Daarnaast heeft Jan de Lange diverse nevenfuncties.

Literatuur

  • Prinsell JR. Maxillomandibular advancement surgery in a site-specific treatment approach for obstructive sleep apnea in 50 consecutive patients. Chest 1999; 116: 1519-29.
  • Conradt R, Hochban W, Brandenburg U, Heitmann J, Peter JH. Long-term follow-up after surgical treatment of obstructive sleep apnoea by maxillomandibular advancement. Eur Resp J 1997; 10: 123-128.
  • Hoekema A, de Lange J, Stegenga B, de Bont LGM. Oral appliances and maxillomandibular advancement surgery: an alternative treatment protocol for the obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. J Oral Maxillofac Surg 2006; 64: 886-91.
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z