Meld je nu aan voor unieke live webinars van TePe

Deze webinars zijn voorbij

Het zijn momenteel spannende en onzekere tijden. Om de veiligheid van patiënten en medewerkers te garanderen hebben (bijna) alle dentale praktijken besloten om controles en behandelingen uit te stellen en kunnen patiënten enkel voor spoedeisende hulp terecht. Wij snappen dat dit ook voor dentale professionals ingrijpende tijden zijn en willen je graag met ons nieuwe initiatief een hart onder de riem steken.

TePe vindt het overbrengen van kennis zeer belangrijk en biedt jou daarom als dentaal professional graag een aantal unieke live webinars uit Zweden aan, om jouw kennis te vergroten. Deze tijd biedt een geschikte gelegenheid om hier aandacht aan te besteden, juist nu zul je mogelijk meer tijd hebben om hier aan deel te nemen. De webinars worden aangeboden op TePe Share, het nieuwe kennisplatform van TePe.

Webinars en data

14 en 15 april: Periodontal Diagnosis – an up-date

21 april: Healthy Implants – the Importance of Maintenance and Good Plaque Control – part I

22 april: Healthy Implants – the Importance of Maintenance and Good Plaque Control – Part II

28 en 29 april: Communication, the Foundation for Compliance

5 mei: Periodontal Heath & General Health – An Update – part I

6 mei: Periodontal Heath & General Health – An Update – part II

12 en 13 mei: Implant Maintenance – the Foundation for Long-term Success (1,5 uur)

12 en 13 mei: From Löe to Kotsakis – easily digested science about gingivitis, periodontitis, interdental cleaning and oral health (1,5 uur)

De webinars (gehouden in het Engels) worden gepresenteerd door het Odont Team van TePe Zweden: Dr. Michaela von Geijer, Lina Gassner Kanters en Dr. Sanjay Haryana

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing
idem2020

IDEM 2020 vakbeurs: nu online experience door coronavirus

IDEM 2020 – een vakbeurs die door de Singapore Dental Association samen met de Koelnmesse wordt georganiseerd – zal nu geheel digitaal worden gehouden vanwege de coronacrisis. IDEM 2020 zal een online platform worden waar exposanten de mogelijkheid krijgen om hun producten en oplossingen te tonen, met zowel opgenomen video’s als live stream sessies.

IDEM 2020 to be a digital experience

Because we value all participants and wish to honour the dental community’s need for continuous education and learning, the Singapore Dental Association, together with Koelnmesse, co-organisers of IDEM 2020, will present the 11th edition of the International Dental Exhibition and Meeting (IDEM 2020) as a wholly digital experience.

“We take the progression of the COVID-19 virus pandemic very seriously and prioritise the health and wellbeing of our partners, attendees and the overall dental community ,” says Mathias Kuepper , Managing Director of Koelnmesse Pte. Ltd. “Accordingly, for the 2020 edition of IDEM, we will adapt it into a digital format, so as to align the event to meet suggestions made by relevant authorities and entities.”

Connect, network and engage

IDEM 2020 will shift to an online platform for this edition alone, permitting participants from across the globe to safely connect, network and engage. The platform will provide exhibitors with the opportunity to showcase their products and solutions and at the same time offer pre-recorded and live streamed conference sessions. Dental professionals can still acquire Continuing Education (CE) Points, verified by the Singapore Dental Council, by viewing pre-recorded and livestreamed educational sessions and lectures.

Lees meer over IDEM

Lees meer over: Kennis, Scholing
les, studenten, college

Meer tandheelkundestudenten zonder extra middelen en planning? Dat kan niet, zeggen Vlaamse universiteiten

De Vlaamse universiteiten in België maken zich zorgen om de plannen om de studiequota voor geneeskunde en tandheelkunde te verhogen. Zonder overleg, extra middelen en planning zullen de opleidingen kwaliteit verliezen en zal het plan niet het beoogde effect hebben, zeggen de rectoren.

Valentijnsbesluit: meer opleidingsplekken

Op 14 februari 2020 werd door de Vlaamse regering besloten dat er het volgende academisch jaar 1276 geneeskunde- en 180 tandheelkunde plekken zullen zijn in Vlaanderen. Dit zijn er significant meer dan eerder aangegeven in de federale quota.

Geen overleg met universiteiten

Minister van Onderwijs Ben Weyts zei tijdens de persconferentie waarin dit werd aangekondigd dat “uit overleg is gebleken dat deze verhoging haalbaar is voor onze universiteiten’. In een ingezonden column in De Tijd schrijven de rectoren en decanen van de Vlaamse universiteiten echter dat er überhaupt niet met ze is overlegd en dat het niet zomaar haalbaar is.

Onderwijskwaliteit waarborgen is essentieel, maar heel lastig zonder extra middelen

Er zijn verschillende redenen waarom de universiteiten grote problemen voorzien. Zo geven ze aan dat het lastig wordt om de onderwijskwaliteit te waarborgen. Een stijging van het aantal studenten brengt logischerwijs meer kosten mee. Volgens het advies van de Inspectie van Financiën zal er daarentegen niet meer worden uitgegeven door de Vlaamse regering als gevolg van het besluit.

Tandheelkunde is een erg dure opleiding omdat het onderwijs niet alleen bestaat uit hoorcolleges in een zaal, maar ook uit communicatieonderwijs, skillslabs en activerende onderwijsvormen. De universiteiten verwachten dat jaarlijks 21,3 miljoen euro nodig is.

Planning nodig om knelpunten op te lossen

Daarnaast is er behoefte aan artsen in specifieke specialismes. Meer studenten betekent niet meteen dat er ook meer studenten zo’n knelpuntspecialiteit kiezen. Zorgvuldige planning en subquota zijn dan ook essentieel om ervoor te zorgen dat de knelpunten daadwerkelijk worden opgelost.

Vlaamse regering moet financiële verantwoordelijkheid nemen

De rectoren en decanen vragen de Vlaamse regering om haar financiële verantwoordelijkheid te nemen en te beginnen met plannen. Door middel van overleg met de universiteiten hopen ze “het overlegde draagvlak voor deze beslissing te verhogen en de kritische randvoorwaarden te vervullen”.

Ook in Nederland moet er aandacht worden besteed het aantal opleidingsplaatsen voor tandheelkunde. Tijdens Prinsjesdag werd in de rijksbegroting aandacht besteed aan dit onderwerp, maar sindsdien is er geen nieuwe informatie meer naar buiten gekomen.

Bron:
De Tijd

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
NVvE---endo-finish

NVvE Voorjaarscongres 14 maart gaat niet door vanwege coronavirus

Helaas heeft de NVvE moeten besluiten het NVvE voorjaarscongres op zaterdag 14 maart te annuleren. Voor enkele sprekers is het onmogelijk om een lezing te geven in verband met maatregelen vanuit hun werkgever aangaande het COVID-19 virus.

“Het NVvE-bestuur en de congrescommissie van de NVvE betreuren dit besluit te moeten nemen, maar kunnen niets veranderen aan de dagelijks wijzigende maatregelen tegen verdere verspreiding van het COVID-19 virus, die door o.a. universiteiten, ziekenhuizen en beroepsorganisaties genomen worden. In eerdere communicatie hebben wij aangegeven het beleid van het RIVM en de lokale GGD te zullen volgen. Helaas moeten wij hier onder deze omstandigheden toch van afwijken”, zegt de NVvE.

De NVvE werkt momenteel hard aan een voor alle partijen goede oplossing en zullen deze snel bekend maken.

Ook de Algemene Ledenvergadering op 14 maart, voorafgaand aan het congres, gaat niet door.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Dental-expo

Dental Expo 2020 verplaatst vanwege coronavirus

De komende editie van de vakbeurs Dental Expo die gepland staat op 19, 20 en 21 maart 2020 in RAI Amsterdam, wordt verplaatst naar een later moment vanwege het coronavirus.

“In samenspraak met brancheverenigingen, exposanten en partners hebben wij besloten Dental Expo op een later moment dit jaar plaats te laten vinden. Wij vinden het op dit moment maatschappelijk niet verantwoord om een beurs in de medische branche doorgang te laten vinden. Een samenscholing van dit formaat vergroot het risico van verspreiding in deze specifieke branche”, zegt Mathilde Koniuszek, Event Manager van Dental Expo.

Ondanks dat de Nederlandse overheid nog géén beperkingen of extra maatregelen oplegt voor het doorgaan van beurzen en events van dit kaliber, heeft Easyfairs besloten om Dental Expo te verplaatsen. Deze beslissing heeft nadrukkelijk te maken met het medische karakter van de vakbeurs. Het besluit om Dental Expo te verplaatsen, heeft vooralsnog geen gevolgen voor andere beurzen en events van organisator Easyfairs.

Een nieuwe datum en/of locatie is momenteel nog niet bekend. Hiervoor is de organisatie in gesprek met alle betrokken partijen. De organisatie komt zo snel als mogelijk met een update.

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Producten, Scholing
AnyRidge Day implantologie symposium

Coronavirus dwingt MegaGen tot uitstel AnyRidge Day implantologie symposium 4 april

Het had een groot en wetenschappelijk feest moeten worden: het implantologie symposium van zaterdag 4 april in de Koepelhal in Tilburg. Een dag waarop niet alleen het 10-jarig bestaan van MegaGen Benelux zou worden gevierd, maar ook het 10-jarig jubileum van haar AnyRidge implantaat. Maar dat feest gaat helaas niet door. In verband met de ontwikkelingen rondom het COVID-19 (coronavirus) en het sterke internationale karakter van het evenement, heeft de organisatie besloten het symposium uit te stellen.

Zekere voor het onzekere

“Het was een moeilijke en makkelijke beslissing tegelijkertijd”, aldus Eduard Verschuuren, Managing Director MegaGen Benelux en organisator van het evenement. “Het is pittig om een evenement waar je zo naar toe leeft en waar zoveel energie en aandacht in is gaan zitten, uit te stellen. Maar met de gezondheid van onze gasten, medewerkers, klanten en partners nemen we geen enkel risico. En dus was de keuze met de komst van het virus in Nederland afgelopen week snel gemaakt”.

Het uitstel van het Benelux-symposium is voor MegaGen in korte tijd het tweede opeenvolgend evenement dat is afgelast in verband met het coronavirus. Eerder is het MegaGen International Symposium dat in Shanghai, China zou plaatsvinden afgelast.

Nieuwe datum

Wanneer het jubileumevenement wel zal plaatsvinden is nog onduidelijk. “Zodra er beter zicht is op hoe het virus zich ontwikkelt in Europa gaan we direct op zoek naar een nieuwe datum”, licht Joos van Riet, Head of Training & Education MegaGen Benelux toe. “Bezoekers die het
evenement op 4 april zouden bijwonen krijgen de gemaakte kosten voor hun deelname vanzelfsprekend terug. Wij zullen hierover spoedig met hen contact zoeken”.

Zuid-Korea

Het coronavirus was de afgelopen weken het gesprek van de dag bij MegaGen Benelux. Iets dat tot vorige week nog niet per se iets te maken had met het wel of niet doorgaan van het symposium. MegaGen is namelijk van oorsprong een Zuid-Koreaanse organisatie. “Ons
hoofdkantoor staat in Daegu: de regio waar het coronavirus de afgelopen week flink om zich heen heeft gegrepen”, vertelt Verschuuren. De afgelopen tijd is er dagelijks contact met Zuid-Korea. Niet alleen om de ontwikkelingen op de voet te volgen, maar ook om mee te
denken met eventuele maatregelen om de gezondheid van haar 400 medewerkers te beschermen. “Daar gaat momenteel al onze aandacht naar uit”, vervolgt Verschuuren.

Geen grote zorgen

Dat gaat tot nu toe gelukkig erg goed. En dus maakt het team hier in de Benelux zich tot op heden geen grote zorgen. Alle mensen in de productiefaciliteit worden voortdurend gecontroleerd en de situatie blijkt steeds veilig genoeg om de productie door te laten draaien.
Ook het Europese distributiecentrum in Breda is volledig aangevuld, waardoor de levering van haar producten vooralsnog niet in gevaar komt. Verschuuren: “Sinds de uitbraak in Europa hebben we lokaal extra hygiënemaatregelen genomen. Daarnaast zijn we druk bezig met de
uitbreiding van onze lokale voorraad in Oisterwijk en schakelen we voortdurend met onze Europese collega’s. Zo houden we de kans op vertragingen zo klein mogelijk”.

Lees meer over: Kennis, Scholing
endodontologie

Occlusale aanpassingen kunnen pulpitisachtige klachten verhelpen

Studie naar behandeling van overbelasting bij patiënten met persisterende en onverklaarbare pulpitisklachten, na een endodontische behandeling uitgevoerd door een zeer ervaren endodontoloog. Hiervoor is gebruikgemaakt van een digitale occlusie-analyse waarmee overbelasting werd geanalyseerd, en op geleide hiervan werd de occlusale vormgeving hier en daar ‘afgestoft’. Uit deze studie blijkt dat een occlusale aanpassing op geleide van een digitale occlusie-analyse uitkomst kan bieden bij onbegrepen pijnklachten na een uitstekend uitgevoerde endodontische behandeling. Door deze techniek toe te passen in de diagnostische fase kunnen onnodige endodontische behandelingen wellicht voorkomen worden.

Verslag van de lezing van dr. Hans van Pelt tijdens het NVvE-congres.

Pulpitisachtige klachten zijn klachten die lijken op pulpitis, maar niet daadwerkelijk van pulpitis afkomstig zijn. Belangrijk voor het begrijpen van deze klachten is niet per element kijken, maar wat meer afstand nemen. Hierdoor zien we ineens andere zaken.

We moeten er rekening mee houden dat occlusie en articulatie een optelsom van elkaar zijn. Op het moment dat we een metaal-porselein kroon maken en er chipt een stuk porselein af dan kan dit de zwakke schakel in het geheel zijn geweest.
Tegenwoordig maken we vaker volledige zirkonium kronen. Het probleem met deze kronen is dat door het monolitische materiaal hier geen stuk vanaf kan chippen. Daardoor zal overbelasting leiden tot klachten elders in het kauwstelsel, naar dan de zwakste schakel, bv. de spieren of het dento-alveolaire complex.

Digitale occlusie analyse systemen

Er zijn nu een aantal digitale occlusie analyse systemen. Hierbij moeten we met een aantal dingen rekening houden:

  • Occlusie is meer dan alleen de maximale occlusie (MO).
  • Occlusie beschermt en dat noemen we “mutual protected”.
  • Dit wil zeggen dat het front de zijdelingse delen beschermt door disclusie en de zijdelingse delen het front door een correcte beethoogte.
  • Tegenwoordig is dit objectiveerbaar, omdat we nu kunnen kwantificeren en analyseren van de drukopbouw in stapjes van 0,003 sec. Daardoor is het ook mogelijk om veranderingen te evalueren.

Binnen de occlusie zijn er altijd drukverschillen

Vóór de digitale meetmethodes konden we niet waarnemen welke kies de meeste druk opving. Hierdoor was het geven van onderwijs over occlusie en articulatie moeilijk te geven, want waar kijk je naar en hoe? Tegenwoordig kunnen we het meten en visualiseren. Dat maakt onderwijs geven van de biomechanica tussen boven- en onderkaak een stuk leuker.
Binnen de occlusie zijn er altijd drukverschillen en met de T-scan kan je op 256 verschillende niveaus de druk meten. De achterste kiezen zullen eerder meer druk opvangen omdat deze zich het dichtst in de buurt van het kaakkopje bevindt en overbelasting zal eerder tot klachten leiden (“notekrakereffect”), omdat net als bij het kraken van een noot de hoogste kracht dicht bij het scharnier zit.

Hoe werkt nu deze digitale occlusie methode?

In de sensor, die 100 micron dik is zitten kleine druksensoren waar piezostroom doorheen gaat. Deze sensoren meten de weerstand. Het verschil in weerstand kun je analyseren. De stapjes kun je opdelen in 0,003 seconden. Hierdoor kun je heel exact meten hoelang de patiënt over bepaalde trajecten doet.

Een traject welke als eerste geanalyseerd wordt, is het traject van het eerste contact (A), tot de maximale occlusie (B). Dit wordt de occlusietijd genoemd.
Wanneer je binnen dit traject ziet dat er hele hoge krachten op één element uitgeoefend worden, hoeft dat lang niet altijd te betekenen dat deze patiënt ook pijnklachten heeft of krijgt. Als de patiënt namelijk niet klemt (=parafunctie), zal deze overbelasting ook niet optreden. Geen occlusie is immers geen druk.

Binnen het onderzoek gedaan naar de digitale occlusie meting, gingen ze met name op zoek naar pijn en de relatie met overbelasting. Hierbij onderzochten ze traject A naar B (de occlusietijd). Als er binnen dit traject een kies uitspringt die erg belast wordt dan zijn er vaak twee opties om deze te ontlasten: het ontlasten van dit element door selectief corrigeren van restauratie of knobbelhelling, of het opbouwen van één of meer cuspidaten om bij articulatie weer disclusie te krijgen in de zijdelingse delen. Hierbij kiezen ze bij voorkeur voor het opbouwen van de cuspidaat, tenzij er van de restauratie kan worden afgenomen.

Middels deze digitale occlusiemeting kunnen we niet-visueel waarneembare (micro) malocclusies opsporen. Maar voor de betrouwbaarheid is het ook belangrijk om te onderzoeken hoe reproduceerbaar een scan is. Om betrouwbaar te zijn, moet de scan er steeds hetzelfde uitzien.
Hierbij werd wederom met name gekeken naar het totale traject van A naar B, hier ook wel het Centrum of Force Trajectory genoemd (COF) waarbij gekeken wordt hoe Max. Occlusie tot stand is gekomen.

Wat bleek: patiënten met pulpitis klachten bijten vaak om de pijn heen. Zij kunnen niet goed de druk van de maximale occlusie vasthouden en het schema gaat er dan uitzien als een zaagbeweging. Dit is typisch een uitkomst voor patiënten met pijn.

De conclusie die nu verbonden wordt aan het onderzoek over de T-scan, is dat deze bij onbegrepen of persisterende pijnklachten mogelijk iets kan betekenen. Na behandeling bleken dat de occlusietijd significant korter was. Van gemiddeld 0,19 sec. Naar 0,09 sec.

Effect van een occlusale aanpassing op geleide van een digitale occlusie analyse op persisterende pulpitisachtige klachten

Bovenstaande bevindingen komen uit een scriptie waarin de resultaten van een kritische analyse zijn bescheven. De vraag die beantwoord werd luidde: wat is het effect van een occlusale aanpassing op geleide van een digitale occlusie analyse op persisterende pulpitisachtige klachten?

Er werd een retrospectief onderzoek uitgevoerd bij patiënten die behandeld werden in verband met warmte of koude gevoeligheid mogelijk ook met een positieve reactie op percussie, waarbij geen duidelijke endodontische oorzaak gevonden werd.

Bij deze patiënten werden metingen gedaan met een T-scan die goed reproduceerbaar bleken te zijn, waarbij met name gekeken werd naar de “force outliers” (piekbelasting die de software analyseert op basis van de gemaakte scans) en de tijd die de patiënt nodig had om van punt A naar punt B te komen (de occlusietijd).

Als interventie werden de cuspidaten opgebouwd, de restauratie- of knobbelhellingen afgestoft (op micrometer niveau) of er werd een combinatie van beide gedaan.

De patiënt werd voor en na de behandeling gevraagd naar de klachten op een schaal van 0 tot 10.

De patiëntengroep werd opgedeeld in twee delen. Bij de eerste groep hadden de patiënten klachten aan elementen waarbij al een endodontische behandeling was uitgevoerd. In de tweede groep werden alleen patiënten opgenomen met klachten aan vitale elementen. Opvallend was dat in de tweede groep alleen klachten waren bij molaren.

De eerste groep gaf als pijnscore voor de behandeling gemiddeld een zeven en na de behandeling een twee. Ook de tijd tussen punt A en punt B was flink gezakt.

Bij de tweede groep zakte de gemiddelde score van 7,4 naar 2,4.

Als beide groepen weer samen geanalyseerd worden, blijkt dat twee patiënten totaal geen verandering in klachtenintensiteit meldden. Toch is de totale pijnscore met 68% gezakt. Het effect van de behandeling is in de eerste en tweede groep even groot.

De verdeling van de “forceoutliers” waren bij de vitale groep met name bij de molaren. Bij de eerste groep met ook avitale elementen, zagen ze deze ook op te premolaren.

Pulpitisachtige klachten in een element, zonder dat er echt zenuwweefsel aanwezig is

Maar hoe is het mogelijk dat iemand pulpitisachtige klachten ervaart in een element, zonder dat er echt zenuwweefsel aanwezig is?
Daarvoor hebben ze een theorie ontwikkeld die als volgt is: door het premature contact ontstaat er compressie in het parodontaal ligament. Hierover wordt feedback gestuurd naar het centrale zenuwstelsel. Deze registreert dit en de kauwspieren worden dusdanig aangestuurd dat ze om de pijn heen gaan bewegen, waardoor een steriele neurogene ontsteking ontstaat.

Mogelijkerwijs kan ook nog “referred pain” een rol spelen. Waarbij de pijn vanuit het kaakgewricht of de spieren uitstraalt naar de molaren in de bovenkaak. Hierbij zou eventueel fysiotherapie nog een behandeloptie kunnen zijn.

De conclusies die uit deze scriptie getrokken konden worden waren:

  • Het is mogelijk dat elementen met een endodontische behandeling pulpitisachtige klachten geven
  • De meeste van dit soort klachten komen tot uiting in het molaargebied
  • Occlusale aanpassingen kunnen deze klachten verminderen
  • Als je het gevoel hebt dat een patiënt tijdens een scan om de klachten heen beweegt, kan het een mogelijkheid zijn om anesthesie te geven om zo de scan beter reproduceerbaar te maken

Dr. Hans van Pelt studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van 1978-1985 was hij verbonden aan de afdeling Prothetische Tandheelkunde en promoveerde in 1985. Van 1984 tot 1999 werkte hij in een algemene (groeps)praktijk. En van 1991-2011 was hij verbonden aan het Martini Ziekenhuis in Groningen voor prothetische en restauratieve behandelingen in samenwerking met de afdeling Mond-Kaak en Aangezichtschirurgie. In 2004 zette hij er een Afdeling Bijzondere en Restauratieve Tandheelkunde op, die in 2011 is overgegaan in een CBT. Sinds 2000 is hij weer verbonden aan het Centrum Tandheelkunde en Mondzorg van het Universitair Medisch Centrum Groningen en verzorgt hij onderwijs in Restauratieve en Reconstructieve Tandheelkunde. Zijn huidige werkzaamheden verdeelt hij over het UMC Groningen en (sinds juli 2011) de verwijspraktijk Proclin in Rotterdam. In december 2010 is hij door de EPA erkend als prosthodontist en in 2015 als restauratief tandarts door de NVVRT (opgericht in 1998) waarvan hij medeoprichter en erelid is. Hij is 25 jaar gastdocent geweest voor ACTA Quality Practice en is sinds 1986 actief als docent in het PostAcademisch Onderwijs in Nederland en voor het NiVVT in België. Van 2012 tot 2019 was hij hoofdredacteur van het vaktijdschrift Tandartspraktijk.

Mariëlle Peuchen studeerde Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit in Groningen van 2013 tot 2019. Na het behalen van haar tandartsenbul is ze aan het Centrum Tandheelkunde Mondzorgkunde in het Universitair Medisch Centrum Groningen verbonden gebleven als tandarts docent en trainee restauratief. Tevens is ze werkzaam in een algemene groepspraktijk te Drachten.

Verslag voor dental INFO door tandarts Paulien Buijs van de lezing van Hans van Pelt en Marielle Peuchen tijdens het NVvE-congres De endo start.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Scholing
Hoofdafbeelding Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven

Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven?

De wijze van communiceren en het betrekken van de patiënt bij de behandeling vormen de basis voor het slagen van gedragsverandering. Dit blijkt uit kleinschalig kwalitatief onderzoek door studenten Mondzorgkunde.

Onderzoek

In dit kleinschalige kwalitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van drie focusgroepen met 19 deelnemende participanten. De participanten zijn geworven middels een selecte gelegenheidssteekproef in de leeftijdscategorie van 21 tot 65 jaar. Alle participanten zijn voorafgaand aan het onderzoek mondeling ingelicht over het doel van het onderzoek en hebben een informed consent getekend. Er is gebruik gemaakt van semigestructureerde groepsinterviews waarbij de gesprekken letterlijk zijn getranscribeerd. De interviews zijn open, axiaal en selectief gecodeerd. Na het coderen van de data zijn vijf hoofdthema’s gevonden namelijk; kennis, mening, ervaring, attitude en gedragsverandering.

Hoe kun je het beste advies over preventie aan de patiënt geven
Klik hier voor vergrote versie 

Uitkomsten

De meningen van de participanten over het ontvangen van preventief advies zijn erg wisselend. De voorkeur gaat uit naar het ontvangen van mondeling, persoonlijk advies wat wetenschappelijk onderbouwd is, gegeven door een specialist.
De verwachtingen van een afspraak bij de mondzorgprofessional komen niet altijd overeen met wat er daadwerkelijk gedaan wordt. Daarnaast spelen het financiële aspect en ervaringen met de mondzorgprofessional mee in de motivatie voor het opvolgen van preventief advies. Tenslotte vinden de meeste participanten het geven van leefstijladvies door een mondzorgverlener buiten het vakgebied vallen. Alleen wanneer het advies direct gerelateerd kan worden aan mondproblemen mag het gegeven worden, maar daar dient de mondzorgprofessional erg terughoudend in te zijn.

De meningen van de participanten over preventief advies zijn verdeeld. Er kan geconcludeerd worden dat de wijze van communiceren en het betrekken van de patiënt bij de behandeling de basis vormen voor het slagen van gedragsverandering. Tot slot is het belangrijk om als mondzorgprofessional het ‘standaard praatje’ te voorkomen.

Poster ontwikkeld door:
Dewi van Eekhout en Anne Schouws, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
NVWT-richtlijncursussen

NWVT KIMO richtlijncursussen

De NWVT organiseert een 3-tal cursussen over recente KIMO richtlijnen. Deelnemers ontvangen per cursus een hand-out met de hoofdpunten van de richtlijn.

Tandheelkundige ingrepen bij antistolling: Hoe ga ik als tandarts met antitrombotica om?

15 april –  19.30 – 21.45 uur, Breukelen

Steeds vaker worden tandartsen geconfronteerd met medisch gecompromitteerde patiënten. Enerzijds omdat de populatie ouderen met multi-morbiditeit toeneemt, anderzijds omdat steeds meer ouderen hun eigen dentitie behouden. Meer dan 1 miljoen mensen in Nederland gebruiken enige vorm van antistolling ter preventie en/of behandeling van een trombotische aandoening. Elke tandarts heeft patiënten die antitrombotica gebruiken. Na extractie rapporteert 1/3e van patiënten zonder antitrombotica al een nabloeding, waarvan bijna 2% ernstig. Daarom is kennis over deze nieuwe KIMO richtlijn onontbeerlijk.

Wortelcariës bij kwetsbare ouderen: Klinische praktijkrichtlijn KIMO

10 juni – 19.30 – 21.45 uur, Breukelen

In deze cursus wordt de in december 2019 verschenen klinische praktijkrichtlijn ‘Wortelcariës bij (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen’ toegelicht. Zowel de theoretische onderbouwing als de klinische toepassing van deze richtlijn komen aan bod.

Door verbeterde preventieve maatregelen behouden steeds meer ouderen tot op hoge leeftijd (een deel van) hun gebitselementen. Echter, enerzijds doordat de tandwortels blootliggen, anderzijds doordat op die leeftijd ook comorbiditeiten en polyfarmacie ontstaan, komt wortelcariës bij (kwetsbare) ouderen steeds vaker voor. Een vroege signalering is van belang om initiële wortellaesies op te sporen. Door op de hoogte te zijn van de risicofactoren kan in combinatie met een juiste inschatting van de laesie(in)activiteit een preventief behandelplan worden opgesteld. Tevens geeft de klinische praktijkrichtlijn handvatten om wel of niet tot restauratie over te gaan. Over het algemeen is het advies restauratieve behandeling zo lang mogelijk uit te stellen.

De Derde Molaar

7 oktober – 19.30 – 21.45 uur, Breukelen

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Expo

Tiende editie Dental Expo op 19, 20 en 21 maart 2020

De Dental Expo 2020 wordt verplaatst vanwege het coronavirus

Op 19, 20 en 21 maart 2020 vindt de Dental Expo voor de tiende keer plaats in de RAI in Amsterdam. Dental Expo is de enige nationale professionele dentale vakbeurs in Nederland en richt zich op aanbieders en afnemers in de dentale branche.

Dental Expo is een 2-jaarlijkse beurs die plaatsvindt in de even-jaren. Tijdens de vorige editie in 2018 presenteerden 190 exposanten.

Verbinden, inspireren, ontdekken

Dental Expo verbindt professionals uit de dentale branche. De gehele markt ontmoet elkaar op Dental Expo. Kom weer in contact met oude bekenden of ontmoet nieuwe zakelijke relaties tijdens deze beurs. Ook inspireert Dental Expo door het aanbieden van een seminarprogramma en workshops. Op Dental Expo kunt u verder de nieuwste ontwikkelingen binnen de dentale branche bekijken en ervaren.

Kennisoverdracht breed beetgepakt op Dental Expo 2020

Tijdens deze 10e editie van Dental Expo in de RAI is in samenspraak met Dental Best Practice de Dental Expo Academy tot stand gekomen. De reden van deze coöperatie is dat bezoekers van de vorige editie uiterst positief waren over de kennissessies die aanwezig waren op de beursvloer. U leert tijdens de seminars en hands-on trainingen over alle ontwikkelingen in de dentale markt, zoals digitalisering, ondernemerschap en interprofessionele samenwerking. Deze onderwerpen zijn verdeeld over 2 klaslokalen. De onderwerpen die aanbod komen zijn relevant voor alle beroepstakken binnen de mondzorg.

Als u een van de kennissessies willen bijwonen, bekijk dan het overzicht van alle seminars en hands-on trainingen. U kunt zich voor maximaal 2 seminars en/of hands-on trainingen inschrijven.  Per kennissessie bedraagt het tarief 25 euro. Ook dient u dan een ticket voor Dental Expo aan te schaffen.

Naast het programma van Dental Expo Academy, bieden ook de exposanten de bezoekers de mogelijkheid om bij hen kennis te vergaren. Zij zullen hun programma afstemmen op de ontwikkelingen in de markt, zoals ANT met hun ‘starterssessie’ en ‘ZZP update’. Ook KNMT komt met een uitgebreid programma naar de beurs. “Door al deze initiatieven bruist het van de kennisoverdracht op Dental Expo. Wij adviseren bezoekers dan ook om alle exposanten goed in de gaten te houden, zodat bezoekers niets missen van hun programma’s gedurende de beurs”, aldus Koniuszek.

Openingstijden Dental Expo

De tiende editie van Dental Expo vindt plaats in Hal 8 van RAI Amsterdam. De openingstijden zijn:
19 maart van 13.00 tot 20.00 uur
20 maart van 10.00 tot 20.00 uur
21 maart van 10.00 tot 17.00 uur

Meer informatie over Dental Expo

 

Dental-expo

 

Lees meer over: Dental Expo, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing

Aantal werkzame tandartsen blijft komende twintig jaar stabiel, meer mondhygiënisten

De komende twintig jaar zal het aantal tandartsen rond de 9600 blijven, zolang de opleidingsinstroom gelijk blijft. Er zullen in deze periode wel meer mondhygiënisten bijkomen. Volgens het Nivel gaat dit aantal van bijna 3600 naar bijna 5400.

Onderzoek van Nivel voor Capaciteitsorgaan

Het Nivel, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de gezondheidszorg, voerde het onderzoek uit voor het Capaciteitsorgaan als argumentatie voor het instroomadvies voor de tandheelkundige opleidingen in 2021-2024. De studie was belangrijk voor het Capaciteitsplan en het rapport over de Eerstelijns Mondzorg.

Vergrijzing en extern rendement

Het verschil in groei van werkzame tandheelkundigen is deels te verklaren door vergrijzing. 43% van de tandarts was in 2019 50 jaar of ouder terwijl dit maar 20% was bij de mondhygiënisten. Daarnaast begonnen in 2018 306 mondhygiënisten aan de opleiding tegenover 275 tandartsen.

Er is wel een verschil in extern rendement dat juist slechter is voor de mondhygiënisten. Maar liefst 97% van de studenten die de tandartsopleiding afrondt is een jaar later nog werkzaam binnen het beroep. Dit is maar bij 79% van de mondhygiënisten het geval. Hierbij moet wel worden genoteerd dat het verschil waarschijnlijk te verklaren is door het feit dat deze laatste groep vaker direct een vervolgopleiding volgt.

Instroom van buitenlandse tandartsen

Een andere factor is de extra instroom van buitenlandse tandartsen. In 2018 ging dit om ongeveer 100 personen, maar dit is geen significante ontwikkeling. Het aantal neemt namelijk af en minder dan de helft blijft langdurig in Nederland actief.

Verwachte capaciteit mondhygiënisten en tandartsen 2019-2039

De grafieken hieronder geven de verwachte capaciteit van tandartsen (boven) en mondhygiëniste (onder) in personen voor de periode 2019-2039. Deze verwachting is gebaseerd op de in- en uitstroomtrends.

Nivel---capaciteit-tandartsen-en-mondhygienisten

Enquête onder tandheelkundigen

Door middel van een enquête onder in totaal 1498 mondhygiënisten en 650 tandartsen verkreeg het Nivel naast de capaciteitsdata ook informatie verkregen over hoe tandheelkundigen hun tijd besteden. Tandartsen blijken gemiddeld 39 uur te werken, 7 uur langer dan mondhygiënisten. Voor beide beroepen geldt dat praktijkhouders meer werken dan mensen in loondienst: 42 uur tegenover 36 voor tandartsen, en 39 versus 32 uur voor mondhygiënisten.

Ruim driekwart van tijd voor patiënten

Naast het aantal uren dat ze werken is er ook een klein verschil in hoe tandartsen in mondhygiënisten hun tijd besteden. Mondhygiënisten besteden 79% van hun tijd aan patiëntgebonden taken, 3% meer dan tandartsen. Uit de enquête bleek dat de overige tijd wordt besteed aan nascholing, onderzoek doen en bedrijfsgerelateerde praktijken.

Bron:
Nivel

Lees meer over: Kennis, Scholing
Hoofdafbeelding De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar

De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar

In een literatuuronderzoek van studenten Mondzorgkunde werd gekeken naar de associatie tussen atopisch dermatitis en afwijkingen van de harde en zachte mondweefsels bij kinderen. Zij concluderen dat atopisch dermatitis positief geassocieerd is met enkele afwijkingen van zowel de harde als zachte mondweefsels bij kinderen van 0 tot 18 jaar.

In dit literatuuronderzoek werd gekeken naar de associatie tussen atopisch dermatitis en afwijkingen van de harde en zachte mondweefsels bij kinderen. Er is in Medline, Dentistry & Oral Sciences en Academic Search Premier systematisch gezocht naar literatuur verschenen vanaf 1987. Voorafgaand aan de beschrijvende analyse van de resultaten is de methodologische kwaliteit van de gevonden literatuur beoordeeld.

De associatie tussen atopisch dermatitis en mond-gerelateerde afwijkingen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
Klik hier voor vergrote versie

De vijf geïncludeerde studies hadden een cross-sectioneel design en zijn in Westerse landen uitgevoerd met een populatiegrootte tussen de 217 en 79.667 deelnemers. Een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en harde mondweefsels werd aangetroffen voor malocclusie, tandpijn, gebroken tanden, molaar-incisief hypomineralisatie (p < 0.001), afwijkende mondgewoonten, anatomische afwijkingen en cariës.

Echter niet alle studies toonden een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en cariës. Een positieve associatie tussen atopisch dermatitis en zachte mondweefsels werd aangetroffen voor bloedend tandvlees en mondademhaling zowel overdag als ‘s nachts.

Er is geen positieve associatie gevonden tussen atopisch dermatitis en mond-ademhalen.

Conclusie

Op basis van de bevindingen van huidig literatuuronderzoek kan geconcludeerd worden dat atopisch dermatitis positief geassocieerd is met enkele afwijkingen van zowel de harde als zachte mondweefsels bij kinderen van 0 tot 18 jaar.

Poster ontwikkeld door:
Lotte de Jong en Lois Schippers, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
NVvE-congres-online---400

NVvE online congres: De Endo Finish, 20 maart 2021

De finishlijn is in zicht! Wat gaat u doen? Trekt u een sprintje? Of gaat u in een mooi constant tempo over de streep?

Het NVvE congres de Endo Finish gaat door! De knoop is doorgehakt! Op 20 maart aanstaande bieden we u een volledig online voorjaarscongres aan vanuit onze studio in Amersfoort. Middels een livestream gaan we ervoor zorgen dat de kennis die onze flexibele en ervaren sprekers willen overbrengen, via uw scherm thuis te bekijken is. Al uw vragen kunnen gesteld worden via de chatfunctie en worden in de uitzending of daarna beantwoord.

We kijken uit naar uw aanwezigheid!  Na inschrijving heeft u de mogelijkheid om de lezingen tot twee weken na het congres terug te kijken.

Wat gaat u doen? Trekt u een sprintje? Of gaat u in een mooi constant tempo over de streep? Bedenk u niet en schijf u in ieder geval vandaag nog in!

Mereille Buma
Voorzitter NVvE

Meer informatie en inschrijven NVve online congres: De Endo Finish, 20 maart 2021

Programma

8:00 – 9:00 Ontvangst
Registratiebalie open

9:00 – 9:15 Opening
Inleiding en uitleg ‘spelregels’ door voorzitter Mereille Buma en voorstellen moderator Ellemieke Hin, Tandarts-Endodontoloog.

9:15 – 10:15 Hoe kunnen we het wortelkanaal veilig en efficiënt irrigeren?

Irrigatie is een fundamentele stap in het reinigen van het wortelkanaal. Desinfectie van het wortelkanaal is sterk afhankelijk van de chemische werking van de spoelvloeistof en het mechanische effect van de vloeistofstroming. We hebben vele spoelvloeistoffen en irrigatie technieken tot onze beschikking. De vraag is wanneer we wat het best kunnen toepassen. Het antwoord is redelijk gecompliceerd omdat dit afhangt van de klinische endodontische diagnose van het te behandelen element en de wetenschappelijke onderbouwing.

Tijdens deze lezing wordt, aan de hand van een update van de literatuur, een voorzet gedaan voor een zo effectief mogelijk irrigatieprotocol.

Na deze lezing

  • kunt u adequaat het irrigatieprotocol beschrijven voor een element met een (pijnlijke) irreversibele pulpitis of een (pijnlijke) parodontitis apicalis;
  • kunt u beargumenteren wat de beperkingen zijn van de huidige irrigatie methoden;
  • kunt u beschrijven hoe het doorpersen van irrigatievloeistoffen te voorkomen is.

10:15 – 10:45 The A to Z of working length determination: from scientific background to clinical application

Some of us were taught to determine the optimal working length radiographically, others were advised to rely on their tactile sense or the patient’s pain response. Today many rely on the electronic apex locator. But is there a golden standard for determining the correct working length and what is the optimal working length? This lecture will discuss the basics of working length determination from the scientific background to clinical application. Why is working length determination so important? Is there such a thing as a general perfect working length? What is the optimal technique of working length determination, and how can I assure that my length determination is safe and reliable? Finally the lecture provides a trouble shooting guide for better working length determination.

Learning goals

  • why is working length so important? The scientific background of working length determination.
  • what is the optimal technique of working length determination?
  • determination of working length in the clinic: clinical application, reliability and troubleshooting.

10:45 – 11:15 Pauze 

11:15 – 12:30 De compacte kanaalvulling

Ieder kanaal heeft op doorsnede een andere kanaalconfiguratie. Geregeld betreft dat een ovaal kanaal, maar soms heb je te maken met de brede isthmus, een C-shape of een lastige curve. Hoe kan je zo voorspelbaar mogelijk het wortelkanaal vullen en wat hebben we daar precies voor nodig? Er zal tijdens deze lezing besproken worden welke vultechnieken er voor handen zijn en welke verschillende vulmaterialen daarbij gebruikt kunnen worden om tot een voorspelbaar eindresultaat te komen.Na deze lezing

  • weet u aan welke eisen een goede kanaalvulling moet voldoen;
  • heeft u kennisgenomen van de verschillende soorten vultechnieken en vulmaterialen;
  • herkent u de toepassingsgebieden van deze vultechnieken.

12:30 – 13:45 Lunch 

13:45 – 14:30 Regenerative Endodontic Therapy

Lang is de standaardtherapie bij avitale elementen met open apex de apexificatie met calciumhydroxide geweest. Aan deze therapie kleven echter belangrijke bezwaren. De standaardprocedure is tegenwoordig om het wortelkanaal na desinfectie apicaal te vullen met een MTA stop. Het nadeel van deze vulmethode is dat MTA het element niet versterkt.

Sinds een aantal jaren wordt er onderzoek gedaan naar Regenerative Endodontic Therapy (RET). Deze therapie streeft ernaar vitaal weefsel te laten ingroeien in de wijd open apex van het avitale element, om zo de radix verder te laten afvormen en dus sterker te maken. Tijdens deze lezing wordt deze therapie en de bevindingen uitvoerig met u besproken.

Na deze lezing

  • heeft u kennis van de bezwaren van het gebruik van calcium hydroxide en MTA bij een apexificatie;
  • kent u de procedure van RET;
  • bent u op de hoogte van de behandelresultaten die met RET te behalen zijn.

14:30 – 15:15 Wanneer is de finish bereikt? 

Na de endodontische behandeling is een goede coronale afsluiting van belang voor het succes op lange termijn. Maar wanneer heb je de finish bereikt? Is dat bij het opvullen van de endodontische opening of pas als er een volledige omvattende restauratie is gemaakt? In deze presentatie wordt ingegaan op de keuze voor het restauratieve eindpunt van endodontisch behandelde elementen in de posterieure zone: de directe of de indirecte restauratie. Aan de hand van literatuur en casuïstiek worden de overwegingen tussen de directe en indirecte inzichtelijk gemaakt.

Na deze lezing

  • kunt u de voor- en nadelen benoemen van een directe of indirecte restauratie op een endodontisch behandeld element in de posterieure zone;
  • kunt u de klinische stappen benoemen voor het vervaardigen van een adhesieve indirecte restauratie op een endodontisch behandeld element in de posterieure zone;
  • kunt u voorspelbaar een grote composietopbouw vervaardigen op een endodontisch behandeld element in de posterieure zone.

15:15 – 15:45 Pauze 

15:45 – 16:45 De kroon op het werk? 

In deze lezing gaan we in op het restaureren van voortanden met indirecte restauraties na een endodontische behandeling. Daarbij zullen we kijken naar sterkte en esthetiek. Een van de vragen die daarbij gesteld kunnen worden, is of het nodig is om een volledige kroon te vervaardigen na een endodontische behandeling. En of we een wortelstift moeten plaatsen als we veel weefselverlies hebben.

Vaak zijn tanden die endodontisch behandeld worden ook verkleurd. We kijken daarom ook naar hoe we de kleur kunnen beïnvloeden. Gaan we intern bleken of dekken we de kleur af met het keramiek of misschien wel met een laagje composiet onder de indirecte restauratie?

Na de lezing

  • weet u of een volledige kroon na een endodontische behandeling nodig is;
  • krijgt u een nieuwe kijk op het plaatsen van wortelstiften;
  • kunt u kiezen uit mogelijkheden om de kleur te beïnvloeden.

16:45 – 17:00 Vragenronde en discussie
Uitwisseling van vragen, aanvullingen en ideeën.

17:00 Borrel

Sprekers

Jan-Warnsinck

Jan Warnsinck

Jan studeerde in 1982 af in Groningen, waarna hij als algemeen practicus werkzaam was op diverse locaties. Sinds 1998 is hij als docent verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar hij zelf de postacademische opleidingen Endodontologie en Gnathologie volgde. Jan is auteur van diverse publicaties. In de omgeving van Haarlem voerde hij jarenlang een verwijspraktijk voor endodontologie Momenteel is Jan redactielid van de heruitgave van het boek Endodontologie, dat in 2021 verschijnt.

Luc-van-der-Sluis2-1500x1500Prof. dr. Luc van der Sluis

Sinds 1993 is Luc werkzaam als tandarts endodontoloog. Van 1993 tot 2010 was hij verbonden aan de afdeling Cariologie, Endodontologie en Kindertandheelkunde van het ACTA waar hij zich bezighield met onderwijs en onderzoek. Momenteel is Luc afdelingshoofd van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen en is hij als onderzoeker verbonden aan het Kolff Instituut (Universiteit Groningen). Momenteel ligt de focus van zijn onderzoek op de preventie van parodontitis apicalis en de desinfectie van het wortelkanaal.

sune_photo-002

Sune Demant

Sune graduated as a dentist from Copenhagen University in Denmark in 2011.  He has carried out several research projects related to endodontics, as well as in undergraduate teaching. Sune has since his graduation combined research with clinical work and has since 2014 limited his practice to endodontics. He is currently a second year TEO at the Oral Health Sciences Postgraduate program (Endontology) at ACTA, Amsterdam as well as a PhD-student at University of Copenhagen.

 

Dieuwertje-de-Groot-Kuin-002

Dieuwertje de Groot – Kuin

Dieuwertje studeerde in 2010 af aan het ACTA als tandarts en rondde in 2017 haar opleiding tot Endodontoloog af. Naast haar werk in de Verwijspraktijk voor endodontologie in Horst en Nijmegen is zij actief lid van de NVvE en geeft zij geregeld lezingen om iedereen de leuke kant van de endo te laten ervaren.

 

John-Heijdra-1435x1500

John Heijdra

John studeerde in 1987 af als tandarts aan de K.U. Nijmegen. In 1989 nam hij een algemene praktijk in Barneveld over. Vijftien jaar later startte hij met de postdoctorale opleiding kindertandheelkunde. Zijn praktijk PUNTGAAF in Barneveld is een algemene praktijk en een verwijspraktijk voor kinderen. Daar werkt John als algemeen practicus en als pedodontoloog. Hij is lid van de onderzoeksgroep PREP. Vanuit deze groep heeft hij verschillende posters gepresenteerd op internationale congressen over de RET-behandeltechniek.

Kuijper-Maurits-de

Maurits de Kuijper

Maurits studeerde in 2014 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit Groningen. In november 2015 startte hij met een promotietraject over de restauratie van uitgebreide endodontisch behandelde elementen middels direct composiet en endokronen. Sinds september 2018 begeleidt hij studenten binnen het FIXED-programma bij het vervaardigen van kroon- en brugwerk. Ook werkt hij bij Mondzorgcentrum Winschoten.

 

Marco2-1500x1500

Marco Gresnigt

Marco studeerde in 2005 cum laude af aan de Rijksuniversiteit Groningen. In januari 2012 promoveerde hij op de adhesieve bevestiging van facings. Aan de universiteit van Groningen is hij hoofd restauratieve tandheelkunde en biomaterialen, verricht hij onderzoek naar restauratieve/adhesieve tandheelkunde en doceert hij esthetische en reconstructieve tandheelkunde. Hij begeleidt promovendi en publiceert in internationale tijdschriften. Daarnaast werkt hij in het centrum voor bijzondere tandheelkunde in het Martini Ziekenhuis Groningen, waar hij restauratieve en esthetische behandelingen uitvoert met behulp van een operatiemicroscoop. Hij geeft in binnen- en buitenland lezingen en cursussen over esthetische en adhesieve tandheelkunde. Marco is voormalig voorzitter van de internationale Bio-Emulation groep en ambassadeur van SlowDentistry.

Meer informatie en inschrijven NVve online congres: De Endo Finish, 20 maart 2021

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Barrières voor mondzorg bij ouderen in een zorginstelling

Barrières voor mondzorg bij ouderen in een zorginstelling

Via systematisch literatuuronderzoek brachten twee mondzorgkundestudenten de barrières voor mondzorg bij ouderen in een zorginstelling in kaart. Zij keken hierbij naar de perspectieven van tandartsen, verpleegkundigen en zorgafhankelijke ouderen zelf.

Onderzoek

Aan de hand van de opgestelde zoekstringen is er gezocht naar wetenschappelijke literatuur in de databanken Medline en Cinahl. Uit de 374 hits in de databanken zijn na het screenen, selecteren en beoordelen acht studies geïncludeerd.

Barrières voor mondzorg bij ouderen in een zorginstelling
Klik hier voor vergrote versie

Barrières voor mondzorg

De barrières die tandartsen noemen voor consumptie en verlenen van mondzorg bij zorgafhankelijke ouderen in een zorginstelling zijn het gebrek aan training van de tandartsen, desinteresse om ouderen te behandelen, de voorkeur om ouderen in eigen praktijk te behandelen, gebrek aan draagbare apparatuur, gebrek aan geschikte ruimte en de complexe medische condities.

Voor verpleegkundigen zijn barrières voornamelijk het zorgafwijzend gedrag van de ouderen, gebrek aan voorraad en de angst om de ouderen pijn te doen en/of letsel te veroorzaken.

Barrières vanuit het perspectief van de ouderen zijn de kosten, de moeilijkheid om een tandarts te vinden, moeilijkheid om een tandarts te bezoeken, gebrek aan sociale support en andere medische problemen.

Conclusie

Dit systematisch literatuuronderzoek geeft aanwijzingen dat er vanuit verschillende perspectieven barrières worden ervaren waardoor het verlenen of ontvangen van mondzorg aan zorgafhankelijke ouderen wordt belemmerd.

Naar de rol van faciliterende factoren moet meer onderzoek worden gedaan.

 

Poster ontwikkeld door: Eline Suijkerbuijk en Daphne Velzeboer

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Campus Abutment selectie op enkeltand vervanging

Campus: ‘Maak optimaal gebruik van de digitale processen’

Het digitaal afdrukken is inmiddels voor alle tandartsen wel een bekend begrip, maar welke digitale tandtechnische processen kunt u nog meer makkelijk doorvoeren in uw praktijk? Hoe maakt u hier toch gebruik van als u geen scanner heeft? Of hoe gaat deze workflow optimaal als u juist wel een scanner heeft? Tijdens deze campusavond praat Patrick Oosterwijk u volledig bij over onze laatste technieken op het gebied van digitalisering en krijgt u handige en bruikbare tips om deze processen te begrijpen en toe te passen.

Datum en locatie

23 januari 18.00 – 21.00 uur
Elysee Dental
Alphen aan den Rijn

Programma

18.00 uur Ontvangst met Lichte maaltijd

19.00 uur Start presentatie

21.00 uur Afsluiting en borrel

Spreker

Patrick Oosterwijk

Kosten

Kosteloos
Lees meer over: Kennis, Scholing
Poster Meldcode kindermishandeling, weinig kennis hierover bij tandartsen en mondhygiënisten

Poster Meldcode kindermishandeling: weinig kennis hierover bij tandartsen en mondhygiënisten

Doel van dit kwalitatief onderzoek was te achterhalen in hoeverre tandartsen en mondhygiënisten kindermishandeling kunnen herkennen en melden met behulp van de nieuwe meldcode kindermishandeling.

Onderzoek

In totaal zijn er vier mondhygiënisten en vier tandartsen geïnterviewd middels een semi-gestructureerd interview. Tandartsen en mondhygiënisten vinden hun rol als mondzorgverlener in het signaleren van vermoedens van kindermishandeling belangrijk ook al hebben zij zelf nog geen vermoeden gemeld middels de nieuwe meldcode. De meeste deelnemende mondzorgprofessionals zijn nauwelijks tot niet geïnformeerd over het herkennen en melden van kindermishandeling gedurende de studie. De protocollen betreffende kindermishandeling zijn door zowel de tandartsen als de mondhygiënisten niet doorgenomen of ingelezen. De meeste deelnemende mondzorgprofessionals weten niet of dit protocol aanwezig is in de praktijk waar zij werkzaam zijn. Bij- of nascholing wordt door alle vier de tandartsen als niet nodig ervaren, omdat dit te veel tijd zou kosten. Mondhygiënisten bleken wel enthousiast te zijn over bij- en nascholing. De mondzorgprofessionals zien graag een bijscholing terug in de vorm van een E-learning, college, EHBO of een medische BHV.

Poster Meldcode kindermishandeling, weinig kennis hierover bij tandartsen en mondhygiënisten
Klik hier voor vergrote versie

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat zowel tandartsen als mondhygiënisten weinig ervaring hebben met het herkennen van kindermishandeling en het lastig vinden dit te melden. Ook hebben zij geen kennis van de nieuwe meldcode kindermishandeling en wordt de meldcode niet geïmplementeerd in de praktijk.

Poster ontwikkeld door:
Charlotte Pasveer en Ellen van der Vlerk, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Studenten

Capaciteitsorgaan pleit voor opleiden 320 tandartsen per jaar

Het Capaciteitsorgaan adviseert 320 tandartsen per jaar op te leiden. Nu starten er jaarlijks 275 tandartsen aan de opleiding Tandheelkunde wat volgens de beroepsorganisaties te weinig is voor de noodzakelijke mondzorg. Bovendien financiert de overheid momenteel slechts 240 opleidingsplaatsen en betalen de faculteiten de overige 35 plaatsen.

‘Het is het derde advies op rij waarin het Capaciteitsorgaan aangeeft dat de mondzorg dringend behoefte heeft aan meer tandartsen,’ zegt KNMT-voorzitter Wolter Brands. De adviezen uit 2010 en 2013 zijn door toenmalig minister Schippers terzijde geschoven. Ook schafte zij in 2014 de werkgroep Eerstelijns Mondzorg van het Capaciteitsorgaan af.

De bevolking van Nederland heeft echt meer tandartsen nodig

Brands: ‘Met het huidige advies in de hand zou ik zeggen: drie keer is scheepsrecht. De bevolking van Nederland heeft echt meer tandartsen nodig. Om die reden heeft de KNMT er blijvend bij de politiek op aangedrongen dat aan een experiment met de zelfstandige bevoegdheid van mondhygiënisten op zijn minst een deugdelijke raming van de capaciteit ten grondslag moet liggen. En dat er meer tandartsen moeten worden opgeleid als uit de raming blijkt dat de capaciteit aan tandartsen onvoldoende is. Dit hebben we ook in een uitgebreide reactie aan de Raad van State uiteen gezet. Reden waarom minister Bruins, die de plannen van Schippers nu ten uitvoer brengt, het Capaciteitsorgaan toch weer om advies heeft gevraagd.’

Objectieve raming van capaciteit

Dit heeft ertoe geleid dat er een Kamer Eerstelijns Mondzorg in het leven is geroepen, bestaande uit tandartsen, mondhygiënisten, opleidingen en verzekeraars. De Kamer maakt inmiddels structureel onderdeel uit van het reguliere takenpakket van het Capaciteitsorgaan. ‘Het laat zien dat minister Bruins hecht aan een objectieve benadering van wat in de mondzorg wel en wat niet nodig is op het gebied van capaciteit. Ervan uitgaande dat deze adviezen worden overgenomen, zoals dat elders in de zorg altijd het geval is.’

Lees meer over: Kennis, Scholing
Selectieve preventie laagopgeleide kinderen

Hoe bereik je kinderen met laag sociaaleconomische status voor selectieve preventie in de mondzorg?

Dit systematische literatuuronderzoek had als doel het verkrijgen van kennis en inzicht op de manier waarop kinderen met een lage SES te bereiken zijn voor selectieve preventie binnen de mondzorg.

Onderzoek

Tijdens dit onderzoek werd door twee onderzoekers via de databanken MEDLINE, The Cochrane Library en PsycINFO gezocht naar literatuur over mondgezondheidspreventie in gezinnen met een lage SES en gezinnen met een hoge SES. Hierbij lag de focus op kinderen van 6 tot en met 12 jaar en ouders/volwassenen. Studies ouder dan 10 jaar werden geëxcludeerd. Studiedesigns als case-controlstudies, systematic reviews en meningen van deskundigen werden geëxcludeerd. De geïncludeerde studies zijn beoordeeld op methodologische kwaliteit.
Na het methodologisch screenen, selecteren en beoordelen van de studies zijn uiteindelijk vier studies geschikt bevonden. Twee van de vier studies gaven inzicht over het toepassen van selectieve preventie op scholen bij kinderen. Bij de andere twee studies kwamen de subjectieve standpunten van ouders naar voren over preventieve zorgverlening.

Selectieve preventie laagopgeleide kinderen
Klik hier voor vergrote versie 

Conclusie

Uit de resultaten van dit systematisch literatuuronderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat preventieve interventiemethoden op scholen een mogelijkheid kunnen bieden om kinderen met lage SES te bereiken voor selectieve preventie binnen de mondzorg. Daarnaast kan met enige voorzichtigheid geconcludeerd worden dat de opvattingen van ouders over preventieve zorg een belemmerende factor kan zijn voor het bereik van selectieve preventie voor kinderen.

Poster ontwikkeld door:
Sophie Hofland en Madelon Pepping, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z, Uncategorized
DVDMFR

Congres: Artificial Intelligence in de tandheelkundige diagnostiek

De experts zullen het onderwerp van vele kanten belichten: wat kunstmatige intelligentie betekent voor de samenleving en wat de verwachtingen zijn voor de toekomst, wat de beloftes die kunstmatige intelligentie voor ons inhouden, maar ook de problematiek die ermee gepaard gaat, zowel technisch als ethisch. Uiteraard komt ook de tandheelkundige toepassing aan bod.
16 januari 2020, vanaf 16.00 uur, Almere.

In de medische diagnostiek heeft artificial intelligence (AI) al een vlucht genomen, waar het in de tandheelkunde nog een relatief nieuwe ontwikkeling is. Middels zogenaamde ‘’deep learning’’ algoritmes leert de computer radiologische beelden te interpreteren. Dit heeft in de medische radiologie al geleid tot verbetering en vooral ook consistentere diagnostiek bij bepaalde diagnostische taken. En het heeft ook geleid tot wat onrust in de beroepsgroep van radiologen over de toekomst van hun beroep.

Radiologische diagnostiek ondersteunen met kunstmatige intelligentie

Ook in de tandheelkundige radiologie zijn er inmiddels enkele initiatieven om de radiologische diagnostiek te ondersteunen met kunstmatige intelligentie. Die initiatieven zijn er zowel vanuit de commercie als vanuit wetenschappelijke hoek. Het is echter niet eenvoudig om computers te leren om tandheelkundige röntgendiagnostiek te doen, vooral vanwege de brede variatie van verschijningsvormen van cariës en parodontaal botverlies, niet in de laatste plaats door de niet gestandaardiseerde opnametechnieken. Daarom zijn de meeste initiatieven op dit moment gericht op diagnostiek op CBCT-opnamen en panorama-opnamen. Echter verreweg de meest voorkomende pathologie in de mond is nog steeds cariës en parodontale aandoeningen. Van cariësdiagnostiek op bitewings is bekend dat de sensitiviteit te wensen over laat; slechts grofweg 50% van de aanwezige approximale dentinecariës wordt op een bitewing correct gediagnosticeerd. Daarin zou kunstmatige intelligentie dus een verschil moeten kunnen maken.

Onderwerpen

Het wintersymposium van de NVDMFR is geheel gewijd aan de ontwikkelingen op het gebied van de kunstmatige intelligentie in het algemeen en in de radiologische diagnostiek. Middels diverse voordrachten van experts op het gebied van de toepassing van kunstmatige intelligentie voor (ondersteuning van) radiologische diagnostiek poogt de NVDMFR een inspiratiesessie neer te zetten waarbij u meegenomen wordt in de huidige ontwikkeling en de verwachtingen voor de toekomst.
Wij hebben een drietal sprekers bereid gevonden om het onderwerp op een toegankelijke wijze aan u te presenteren. Uiteraard is daarvoor ook samenwerking gezocht met sprekers uit de medische radiologie, waar men een behoorlijke voorsprong heeft op de tandheelkundige toepassing. Daardoor kunnen we het onderwerp van vele kanten belichten: wat kunstmatige intelligentie betekent voor de samenleving en wat de verwachtingen zijn voor de toekomst, wat de beloftes die kunstmatige intelligentie voor ons inhouden, maar ook de problematiek die ermee gepaard gaat, zowel technisch als ethisch. Uiteraard komt ook de tandheelkundige toepassing aan bod. De pioniers die komen spreken zullen ook zeker de link leggen met de dagelijkse tandartspraktijk. Uiteraard zal er ook ruim tijd worden ingepland om in discussie te gaan over de diverse ontwikkelingen.

Meer informatie en inschrijven ‘’Artificial Intelligence in de tandheelkundige diagnostiek’’

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing
Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag

Poster: eHealth-app Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag

Het doel van deze kwantitatieve pilotstudie met een pre-experimenteel design was het verkrijgen van kennis en inzicht in de effectiviteit van de eHealth-app Mondmaatje voor de reductie van plaque en bloeding bij gingivitispatiënten. Daarnaast werden het zelfgerapporteerde mondverzorgingsgedrag, de ervaringen van gingivitispatiënten met Mondmaatje en hun behoeften aan een informatiekanaal voor het ontvangen van informatie over de mondgezondheid en mondverzorging geëvalueerd.

Onderzoek

Vijfentwintig deelnemers zijn onderzocht aan de hand van de Plaque Control Record, de Bleeding On Marginal Probing, een mondhygiënevragenlijst en een gebruiksvriendelijkheidsvragenlijst. Er vond een voor- en nameting plaats. Uit de resultaten bleek dat de gemiddelde plaquescore en bloedingsscore bij de nameting significant lager was dan bij de voormeting. Uit de resultaten van de vragenlijsten is gebleken dat de app-gebruikers de app als effectief hebben ervaren en dat de mondverzorging tijdens de onderzoeksperiode significant is verbeterd. Verder lieten de resultaten zien dat na twee weken de meerderheid van de deelnemers voor een app als informatiekanaal kiest.

Mondmaatje verbetert mondverzorgingsgedrag
Klik hier voor vergrote versie 

Conclusie

Op basis van het onderzoek kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de Mondmaatje-app effect heeft op de bloeding en plaque. Het zelf gerapporteerde mondverzorgingsgedrag is verbeterd en de app werd als gebruiksvriendelijk ervaren.

Poster ontwikkeld door:
Maryam Latifi & Nurbanu Yurttagül, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z