Gastcolleges geven in Indonesië: “The best week in my career”

In oktober 2019 heeft sociaal psycholoog en mondhygiënist Yvonne Buunk-Werkhoven een week lang gastcolleges gegeven aan derdejaarsstudenten en aan de staf van de faculteit tandheelkunde aan de Universitas Brawijaya in Indonesië. Voor dental INFO schreef ze haar ervaringen tijdens deze week op

Visiting professor

Van 21 tot 25 oktober participeerde ik als Visiting Professor aan de Fakultas Kedokteran Gigi (faculteit tandheelkunde) van de Universitas Brawijaya in Malang op Oost-Java in Indonesië in een ‘3 in one’ programma. Dit ‘3 in one’ programma bestond uit gastcolleges ‘Management of Dental Practice’ voor derdejaarsstudenten en discussie-bijeenkomsten voor docenten over onderzoeksactiviteiten op het gebied van sociale tandheelkunde-geneeskunde.
Onderwerpen die aan de orde kwamen waren onder andere:

  • mondgezondheidspsychologie;
  • research roadmap in de sociale tandheelkunde-geneeskunde;
  • aanpakken van problemen; probleemdefinitie
  • tips voor het verkrijgen van internationale beurzen en scholarships;
  • hoe een wetenschappelijk artikel te schrijven en hoe in internationale tijdschriften te publiceren;
  • communicatie met tandheelkundige patiënten;
  • leidinggeven aan het tandheelkundig team;
  • creatieve interventie in tandheelkunde en mondgezondheid;
  • ethiek en uitdagingen in de toekomstige tandheelkunde.

Intensieve week

Het was een hele intense voorbereiding om een programma van 40 uur te ontwikkelen. Daarnaast was het ook een volle en zware week, waarin ik iedere dag van 8.00 uur ’s ochtends tot 16.00 uur ’s middags interactieve presentaties verzorgde. En iedere vrijdagochtend is er om 6.30 uur gym voor de studenten en staf, waar ik dus ook aan mee heb gedaan.
De grootse ontvangst met diverse banners, zowel op de gevel van het faculteitsgebouw als in de diverse collegezalen, en de zeer gemotiveerde en enthousiaste studenten (90% is vrouw) en stafleden maakten echter dat ik zeer bevlogen kon (blijven) functioneren. Ik kan niet anders constateren dan dat het ‘the best week in my career’ was. Alles kwam bijeen: mijn expertises, mijn klinische ervaringen en mijn onderwijs- en onderzoekservaringen. Ook kon ik mijn persoonlijke en culturele ervaringen als Nederlands-Molukse goed inzetten: de studenten voelden zich volledig begrepen in hun gedienstig-, bescheiden- en verlegenheid.

Mondzorg in Indonesië

De tandheelkundige situatie in Indonesië is door de heersende armoede en overmatige suikerconsumptie niet vergelijkbaar met de mondzorgsituatie in Nederland. Naast financiële beperkingen onder de bevolking spelen verschillen in omgeving en cultuur een grote rol. Nog geen 4% van de totale populatie bezoekt de tandarts met enige regelmaat. Pas als men pijn heeft, gaat men naar de ‘dental technician’ ‘of dental artisan’. Deze zijn goedkoper, maar zijn géén gekwalificeerde professionals.

Onderzoek- en schrijfproces begeleiden

De onderzoeken die door de docenten-onderzoekers in samenwerking met de studenten zijn uitgevoerd, zijn zeer creatief bedacht en van gedegen kwaliteit. Het opzetten van nieuwe onderzoeken, het nader uitwerken en het uiteindelijke schrijfproces van de Engelstalige manuscripten om te publiceren in internationale wetenschappelijke tijdschriften zal ik blijven ondersteunen en begeleiden. Ik heb al de toezegging gekregen dat ik volgend jaar weer word uitgenodigd.

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
gebruik tandenstokers op EADPH-congres

Posterpresentatie over gebruik tandenstokers op EADPH-congres

Afgelopen September werd het jaarlijkse internationale congres van de Europese Association of Dental Public Health (EADPH) gehouden in Gent. Het congres werd bezocht door collega’s binnen Europa en werkzaam aan universiteiten, (mondzorg)opleidingen, verenigingen en TNO. Mondhygiënist Jolanda Gortzak verzorgde op dit congres een posterpresentatie over haar onderzoek naar het gebruik van tandenstokers binnen een fitness centre. dental INFO vroeg naar haar achtergrond en ervaringen op dit congres.

Wat houdt het EADPH-congres in?

“Het EADPH-congres werd dit jaar voor de 24e keer georganiseerd. Het vindt elk jaar op een andere plek binnen Europa plaats. Vorig jaar was het in Palma de Mallorca, dit jaar in Gent. Het thema was dit jaar ‘Patiëntgerichte zorg door multi-sectorale samenwerking om de mondgezondheid te verbeteren’. Tijdens het driedaagse congres zijn er lezingen en posterpresentaties met als doel bevordering van de tandheelkundige volksgezondheid. Dit wordt gedefinieerd als de wetenschap en kunst van het voorkomen van mondziekten, het bevorderen van mondgezondheid en het verbeteren van kwaliteit van leven door de georganiseerde inspanning van de samenleving.”

Wanneer ben je afgestudeerd als mondhygiënist, wat is je achtergrond en wat doe je op dit moment?

“Ik ben in 1988 afgestudeerd als mondhygiënist aan de ACTA. Ik heb daarna lange tijd gewerkt in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC) op de afdelingen Mondziekten en Kaakchirurgie en Ziekenhuis-tandheelkunde, alwaar ik met verschillende medische specialisten heb samengewerkt. Ik heb ook lessen mogen verzorgen aan studenten Geneeskunde en verpleegkundigen op het gebied van mondslijmvliesafwijkingen en het effect van medicijngebruik in de mond en ik ben actief geweest binnen de NVM. Sinds vijf jaar heb ik mijn eigen mondhygiënekliniek Oral-Vision in een groot Fitness Sport Centre in Amsterdam. Daar werk ik samen met fysiotherapeuten, manueeltherapeuten, personal trainers en voedingsdeskundigen.
In 2016 heb ik binnen het Fitness Sport Centre onderzoek gedaan naar hoe mensen denken over hun eigen (mond)gezondheid en het gebruik van tandenstokers . met als titel: ’Toothpicks in Dutch cathering areas and fitness centre really work’. De resultaten van dit onderzoek zijn via een posterpresentatie op dit congres gepresenteerd.

Vertel eens wat meer over dat onderzoek

“Mijn onderzoek is uitgevoerd binnen een Fitness Sport Centrum en is onderdeel van een groter onderzoek door Yvonne Buunk-Werkhoven onder de naam: ’Pick-A-T’, a public campaign.’ Ik heb onderzocht hoe mensen met een gezonde levensstijl denken over een hun eigen (mond)gezondheid en of zij het belangrijk vinden om in plaats van cocktailprikkers echte tandenstokers aangeboden te krijgen in een Healthy Brasserie binnen de sportschool.”

Poster Jolanda Gortzak, tandenstokers.

Klik hier voor een vergrote versie van de poster Toothpicks in Dutch Catering areas and Fitness-Sport Centres really work

Hoe ging die posterpresentatie in zijn werk?

“Voor die posterpresentatie moest ik eerst een abstract (samenvatting) indienen van mijn onderzoek. Dit bleek toch iets anders te zijn dan het schrijven van een artikeltje voor een tijdschrift. Ik heb het een paar keer moeten herschrijven om precies de goede hoeveelheid woorden over te houden zonder de inhoud van mijn onderzoek te verliezen. Daarna hoorde ik dat ik ook nog een ‘rapid-fire presentatie’ mocht houden. Dit houdt in dat ik via een korte powerpointpresentatie mijn onderzoek mocht toelichten. Tegelijk vond ik het heel leuk en spannend om deze nieuwe stap te zetten binnen de Wetenschap. Ik moest gelijk denken aan een gezegde van Jorgen Raymann: “Je wordt gelukkig door van je passie je werk te maken, maar je kan ook gelukkig worden door van je werk je passie te maken.” Dit is precies wat ik doe.
Ik moest natuurlijk ook de poster zelf maken. Het leuke daarvan is dat je je creativiteit er in kwijt kunt en dat je bezig bent met het visualiseren van je onderzoek. Je beloning is als je jouw ontwerp daadwerkelijk in handen krijgt; ik heb mijn poster op vlaggendoek laten afdrukken.”

Hoe kijk je terug op het congres en je posterpresentatie?

“Naast de inhoudelijke lezingen met de thema’s; patiëntgerichte zorg, multi-sectorale aanpak en het verbeteren van de mondzorg binnen Europa, vond ik het interessant om met collega’s uit verschillende landen van gedachten te mogen wisselen over hoe zij invulling geven aan hun vakgebied. Waar lopen zij tegenaan en welke creatieve oplossingen hebben zij hiervoor gevonden? Er waren ook workshops over innovatieve interprofessionele activiteiten gericht op de ontwikkeling van de volksgezondheid. Daarnaast waren zo’n 70 abstracts en posters ingediend. De ruimte waar je deze poster kon ophangen was ingedeeld op je abstract-nummer en onderwerp van onderzoek. De rapid-fire presentaties werden in zeven verschillende zalen gehouden. Ze waren ingedeeld op onderwerp. Die van mij viel onder het thema ‘Oral Health’. De verschillende abstracts zullen binnenkort gepresenteerd worden in het tijdschrift ’Community Dental Health’.”

 

Jolanda Gortzak, mondhygiënist
Jolanda Gortzak

Lees meer over: Kennis, Scholing
Opleiding mondzorgkunde

Opleiding mondzorgkunde levert top-10 startsalaris op

Elk jaar brengt de Keuzegids HBO een overzicht van de beste hogescholen, de best verdienende banen en de hoogst aangeschreven studies. Ook in 2019 eindigt de opleiding mondzorgkunde weer hoog op de lijst met best verdienende banen. Met een gemiddeld bruto maandsalaris van €2540 verovert de studie de zevende plek in de top 10 beste startsalarissen voor hbo-grootverdieners. Dit getal is gebaseerd op de daadwerkelijk gewerkte uren, in plaats van op een full time werkweek. Binnen sommige branches komen part time contracten namelijk veel voor.

Mondzorgkunde omringt door techniek

In de top 10 van 2019 is mondzorgkunde omringt door technische opleidingen. Sterker nog, mondzorgkunde is de enige medische HBO-opleiding die het tot de top 10 beste startsalarissen wist te schoppen. Het meeste geld wordt aan het begin van hun carrière verdiend door studenten Technische bedrijfskunde. Zij vangen in de eerste jaren zo’n €2700 bruto per maand. Voertuigentechniek en elektrotechniek completeren de top 3. De complete top 10 voor HBO-grootverdieners ziet er als volgt uit:

1. Technische bedrijfskunde (€2700)
2. Voertuigentechniek (€2640)
3. Elektrotechniek (€2590)
4. Werktuigbouwkunde (€2570)
5. Logistiek & transport (€2560)
6. ICT (€2550)
7. Mondzorgkunde (€2540)
8. Civiele techniek (€2530)
9. Toegepaste wiskunde (€2450)
10. Bedrijfseconomie (€2420)

HBO mondzorgkunde

De HBO mondzorgkunde wordt momenteel gegeven aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool InHolland, Hogeschool Utrecht en de Hanzehogeschool Groningen. Laatstgenoemde eindigde overigens op de derde plek in de ranglijst met beste hogescholen van Nederland.

Bron:
Keuzegids HBO

Lees meer over: Kennis, Scholing
Mobiele apps in de mondzorg

Mobiele apps in de mondzorg: ervaringen van de mondhygiënist

Weinig mondhygiënisten adviseren mHealth. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg. Dit is de conclusie van kwantitatief onderzoek naar het gebruik en de implementatie van mHealth onder mondhygiënisten in Nederland, door studenten Mondzorgkunde van Hogeschool Utrecht.

Onderzoek

Er is een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van mHealth applicaties door mondhygiënisten. De survey bevatte onder andere vragen die inzicht gaven over in hoeverre en welke mobiele apps gebruikt worden door de onderzochten mondhygiënisten en wat hun attitude is tegenover de implementatie en gebruik hiervan.

Mobiele apps in de mondzorg ervaringen van de mondhygiënist
Klik hier voor vergrote versie: mobiele apps in de mondzorg

Conclusie

73 respondenten hebben de online enquête ingevuld. 17 respondenten adviseerden mHealth bij hun patiëntengroep en zij gaven aan dat de Oral-B/Philips poetsapp het meest geadviseerd wordt. De doelgroep die de meeste mHealth adviezen krijgt van de mondhygiënisten zijn (ouders van) kinderen tot 12 jaar en jongeren/jong volwassenen tot 25 jaar. De meeste respondenten vonden dat de implementatie van het gebruik van mHealth bemoeilijkt wordt door het gebrek aan technologische vaardigheden en door de privacywetgeving. De resultaten toonden geen samenhang aan tussen leeftijd, geslacht, opleidingsinstelling, -duur en de provincie waar de respondent werkzaam is.

Het merendeel van de respondenten vond dat het gebruik en adviseren van mHealth kan bijdragen aan het verbreden van de patiëntbetrokkenheid en de kennis van de patiënt. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat weinig van de onderzochte mondhygiënisten mHealth adviseren. Wel zijn zij optimistisch over de implementatie en het gebruik hiervan in de mondzorg.

Poster ontwikkeld door:
Ouijdan Bouchaten en Cécile van Wingerden

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Succesvol ConnectDental™ Event 2019

Succesvol ConnectDental™ Event 2019

Op 27 september 2019 vond het ConnectDental Event van Henry Schein Dental, Arseus Dental en Arseus Lab plaats in Hotel Van der Valk in Houten. Zowel tandartsen als tandtechnici uit de Benelux waren uitgenodigd. Tijdens het event stonden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitale tandheelkunde centraal.

Ontwikkelingen op het gebied van digitale tandheelkunde

De onderwerpen waaruit de meer dan 160 deelnemers konden kiezen waren divers: Zo waren bijvoorbeeld onder het motto: “Yes we scan” de ontwikkelingen op het gebied van digitale scannertechnologie prominent aanwezig. Arend van den Akker maakte de deelnemers wegwijs
in het snelgroeiende aanbod van scanners en gaf tips hoe een keuze te maken voor een apparaat dat past bij de eigen wensen. Op het gebied van implantologie vertelde Ronald Kooistra over het traject van “planning tot kroon”. Verder behandelde hij essentiële concepten zoals: “Primescan en InLab 18 met apps”, en “Primescan gericht op nauwkeurigheid en trueness bij Fullmouth scan.”

Wouter Reybrouck vertelde onder andere over “Implantaat planning en het ontwerpen van een surgical guide met TRIOS Implant Studio” alsmede de “Digitale workflow”. Isabelle Savoye gaf een kijkje in “De volledige digitale orthodontische patiënt m.b.v. TRIOS” en “Orthodontische 3D toepassingen: Clear Aligner Studio, IBTray en 3D Printed Applications (hyrax, herbst).” Mark Veenstra vertelde over “Workflow digitale prothese van intake tot eindcontrole” terwijl Gerrit van Dijk inging op het onderwerp “De onbegrensde mogelijkheden van de faciale prothetiek”. Benedikt Vanaillen en Alexander de Clercq behoorden eveneens tot de uitgenodigde experts en presenteerden in hun bijdrage “De analoge en digitale symbiose tussen tandarts en tandtechnicus”. Marat Awadaljan informeerde het publiek over een “Nieuw hoofdstuk in het matchen van kleuren binnen de tandheelkunde.” Het welkomst- en slotwoord kwam van Dirk Denoyelle, een inspirerende spreker en stemmenimitator uit België, die wel weet hoe hij het publiek enthousiast kan maken.

Op het event presenteerden daarnaast toonaangevende fabrikanten van tandheelkundige materialen hun nieuwste innovaties en gaven bezoekers een live demonstratie. Experts beantwoordden vragen en kwamen met individuele oplossingen voor praktijkspecifieke behoeften.

 

Succesvol ConnectDental™ Event 2019 2Succesvol ConnectDental™ Event 2019 3

Digitalisering niet meer weg te denken in tandheelkunde

“De digitalisering is niet meer weg te denken uit de tandheelkunde. Met ons uitgebreide bijscholingsaanbod over deze onderwerpen informeren wij continu over nieuwe trends, ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande mogelijkheden. Het ConnectDental Event is hierin een hoogtepunt. Wij zijn verheugd dat zoveel deelnemers aanwezig waren, want het is onze missie om tandartsen en medisch personeel te ondersteunen en de producten, services en oplossingen te bieden die het de medische staf mogelijk maakt om kwalitatief hoogwaardige patiëntenzorg te leveren “, aldus Cees Balder, directeur Henry Schein Dental Benelux.

ConnectDental

Het ConnectDental Event is een van de activiteiten van ConnectDental, een platform van Henry Schein Dental, Arseus Dental en Arseus Lab. Met ConnectDental bundelen de drie partners in de BeNeLux hun expertise tot een totaaloplossing in digitale tandheelkunde. Een digitale workflow waarbij technologie, software en de samenwerking tussen de tandartspraktijk en tandtechnisch laboratorium worden geïntegreerd en geoptimaliseerd. Ondersteunt door een uitgebreide portfolio materialen, apparatuur, systemen, educatieve ondersteuning en begeleiding van specialisten.

De deelname aan het event was gratis, maar de no-show bijdrage van 50 euro van deelnemers die niet konden komen werd gedoneerd aan de stichting CliniClowns. Deze Clowns brengen afleiding en vreugde voor kinderen die door ziekte en/of handicap in het ziekenhuis moeten verblijven en daardoor weinig contact hebben met hun omgeving. Door middel van improvisatie proberen de clowns afleiding te creëren in de vier muren van een ziekenhuiskamer. Voor de clowns is elk kind uniek en het clownspel is volledig aangepast aan het karakter en de fantasiewereld van het kind. Dankzij hun jarenlange ervaring kennen de clowns de emotionele wereld van een kind heel goed. *)

*) Bron: Cliniclowns

Lees meer over: Kennis, Scholing

“Paro is multidisciplinair: we hebben elkaar allemaal nodig”


Op 17 januari 2020 wordt door de Dr. G.J. van Hoytema Stichting het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief georganiseerd. Naar aanleiding hiervan sprak dental INFO met dr. Schelte Fokkema, parodontoloog en samensteller van dit congres over de nieuwste inzichten in parodontitis.

Kun je jezelf voorstellen?

“Ik ben parodontoloog en werkzaam als clinicus in een eigen verwijspraktijk voor parodontologie. Dat doe ik al ruim 20 jaar. Eerst ben ik mondhygiënist geworden en daarna tandarts. Voor mijn vakgebied de parodontologie heb ik daarmee een brede basis gelegd. Door deze achtergrond begrijp ik deze beroepsgroep goed, denk ik. Misschien is dat ook de reden dat ik met veel succes bij- en nascholingscursussen verzorg voor mondhygiënisten. Verder ben ik gepromoveerd en daarmee ook wetenschappelijk onderlegd en is mijn drijfveer vooral de ziekte zelf oftewel de etiologie van parodontitis. Met deze vraagstelling sta ik ’s ochtends op en ik ga er mee naar bed.”

Je bent gevraagd om het congres ‘PARO: multidisciplinair’ te organiseren. Waar gaat dat congres over?

“In het congres proberen we een antwoord te vinden op de vraag wat parodontitis is, hoe het ontstaat en proberen we te achterhalen wat de oorzaak is. Immers als we de oorzaak van parodontitis kennen, dan zullen we ook beter in staat zijn om de aandoening te behandelen, maar met name ook te voorkomen. De doelstelling was om een paro-congres te organiseren dat zowel interessant is voor mondhygiënisten, tandartsen als tandarts-specialisten. De snijvlakken van al deze beroepen zijn verweven in dit congres. Parodontitis is multifactorieel waarvoor een multidisciplinaire behandeling noodzakelijk is en we dus elkaar allemaal nodig hebben. Zo zijn mondhygiënisten in de behandeling van parodontitis vooral verantwoordelijk voor het onder controle brengen van de bacteriën in de mond en de bijdrage die de patiënt daar aan levert. Een tandarts daarentegen is meer gericht op de functie en het herstel van het gebit en is daardoor vooral restauratief georiënteerd. Het restaureren van het gebit heeft echter niet alleen functionele, maar ook microbiële gevolgen en daarmee een directe relatie met het parodontium. Het is allang bekend dat bacteriën zich sneller hechten op ruwe oppervlakken of onregelmatige overgangen in het gebit. De tandarts speelt hierdoor een cruciale rol in het beheersbaar maken van de bacteriën in de mond. Naast het microbiële aspect gaan we het op het congres ook over veel andere aspecten van parodontitis hebben. Parodontitis heeft namelijk verschillende gezichten en iedere verdiepte pocket hoeft niet precies dezelfde oorsprong te hebben. Het is een aandoening die meerdere oorzaken kent.”

Wanneer is er volgens de laatste inzichten sprake van parodontitis?

“Dat is nog steeds zoals het in de leerboeken beschreven staat. Over het algemeen is het een ontsteking en is er klinisch sprake van een verdiepte pocket. De aanhechting van het tandvlees heeft in elk geval losgelaten en op een röntgenfoto is botverlies te zien. Als mensen in hun gebit de bacteriën onvoldoende onder controle hebben, zal er een parodontale ontsteking ontstaan als gevolg van de verstoring van het evenwicht in de aangehechte bacteriën oftewel biofilm. De vraag is echter of de biofilm alleen of in alle gevallen verantwoordelijk is voor het verlies van de parodontale aanhechting, dat wil zeggen desintegratie van het parodontale ligament en alveolaire botafbraak. Als we de behandeling namelijk richten op de bestrijding van deze biofilm, dan verkrijgen we niet in alle gevallen parodontale wederaanhechting en daarmee reductie van de pocket. Het klinische doel van de behandeling is namelijk dat de pocket ondieper wordt, zodat het parodontium beheersbaar en controleerbaar wordt voor het onderhoud door de patiënt zelf. In een behandelsituatie kun je bijvoorbeeld aantreffen, dat de parodontale ontsteking wel minder of afwezig is, maar dat een pocket nog aanwezig of diep blijft. Er spelen met andere woorden meer zaken een rol in niet alleen het ontstaan van parodontitis, maar ook in de behandeling ervan. Deze aspecten willen we tijdens het congres ‘PARO: multidisciplinair’ voor het voetlicht brengen.”

Hoe groot is het probleem van parodontitis? Neemt het toe of af?

“De literatuur is daar niet helemaal eenduidig over. Het lijkt wel zo te zijn dat geringe tot matige aandoeningen van parodontitis afnemen, omdat de mondhygiëne in veel Westerse landen verbeterd is. In deze gevallen zijn vooral de parodontale ontsteking en daarmee de bacteriën de oorzaak van de parodontale afbraak. Van de ernstige vormen van parodontitis zeggen sommige studies dat het afneemt, maar andere spreken dat tegen. Dit zou mij ook niet verbazen, misschien nemen ernstige vormen van parodontitis zelfs wel iets toe. Deze gegevens geven opnieuw aan dat het verbeteren van de mondhygiëne alleen ernstige vormen niet kan voorkomen. Wat we uit onderzoek verder weten is dat zo’n 10 tot 15 procent van de bevolking behept is met zo’n ernstige vorm van afbraak. Dat wil dan zeggen dat meer dan de helft van de wortellengte het kaakbot is afgebroken bij twee of meerdere tanden of kiezen. Het risico is dan groot dat zo’n patiënt meerdere tanden of kiezen verliest en soms zelfs de gehele dentitie.”

Dat die ernstige vorm niet afneemt, heeft dat er ook mee te maken dat mensen ouder worden?

“Daar wordt uiteraard voor gecorrigeerd in wetenschappelijk onderzoek, maar het is wel zo dat bij het ouder worden de problemen veelal verergeren. Het is echter niet zo dat bij iedere oudere de parodontale problemen ernstig worden. Ernstig wil ook zeggen dat er in relatief korte tijd parodontale destructie heeft plaatsgevonden en het geen geleidelijk proces is. Het geleidelijke proces lijkt meer een gestage tred te houden met de aanwezigheid van de bacteriële ontsteking. Er zijn allerlei theorieën over hoe de parodontale destructie ineens verergert of ernstig kan worden, wat in principe bij ieder mens op elke leeftijd kan ontstaan. Zo weten we dat als bij mensen plotseling bepaalde plekken in hun gebit achteruitgaan, dit heel vaak geassocieerd is met major life-events. Daar bedoelen we mee dat mensen veel stress hebben ervaren, door het verlies van een dierbare, een verhuizing, een echtscheiding, maar ook door gezondheidsveranderingen.”

Parodontitis wordt ook geassocieerd met dementie?

“De aandoening wordt met steeds meer ziekten geassocieerd, al veel langer ook met hart- en vaatziekten. Dat wil niet zeggen dat het één tot het ander leidt, oftewel er een oorzaak-gevolgrelatie is. Ook daar zijn vele theorieën over die met name gebaseerd zijn op de bacteriële ontsteking van het parodontium. Als mensen ernstige parodontitis hebben, dan is er sprake van een behoorlijk omvangrijke ontstekingswond. Het is wetenschappelijk aangetoond dat bacteriën en ontstekingsproducten van deze wond in de bloedbaan treden. Alleen is het moeilijk aan te tonen of het één rechtstreeks leidt tot het ander, of dat ze juist gemeenschappelijke delers hebben oftewel risicofactoren delen. Het is in elk geval belangrijk voor het vakgebied dat er aandacht is voor het feit dat het lichaam ook de mond omvat en dat de mondgezondheid effect kan hebben op de algemene gezondheid.”

Wat is in het algemeen de beste parodontale therapie?

“Dat is tot op heden het onder controle brengen van de bacteriën. Dat betekent het aanleren van een daadwerkelijk goede mondhygiëne door de patiënt en dat die daar ook consciëntieus in is. Anderzijds is het ook belangrijk dat door de behandelaar grondig gereinigd wordt. Het is aangetoond dat als je wilt dat een pocket klinisch minder diep wordt, beide partijen zich aan die voorwaarde moeten houden. Maar zoals gezegd, zullen daarmee niet in alle gevallen diepe pockets verdwijnen. Een categorie pockets of pockets bij een select groepje patiënten lijkt op de plaquegerichte therapie minder goed of onvoldoende te reageren.”

Hoe moet je die pockets dan behandelen?

“Als bij een patiënt aan voorgaande voorwaarden lijkt te zijn voldaan en diegene heeft toch nog door het hele gebit heen sterk verdiepte pockets, dan kan een antibioticumkuur een mogelijkheid bieden. Men heeft geprobeerd aan te tonen dat specifieke bacteriën verantwoordelijk zijn voor deze (rest)problemen, maar dat is niet gelukt. Daarom kunnen we dus ook niet op basis van een bacteriologisch onderzoek de indicatie stellen voor een antibioticumkuur. Het gebruik van antibioticum in de parodontale behandeling is daarmee een klinische afweging en is gebaseerd op wat je al hebt gedaan en wat je denkt dat je nog kunt doen bij een specifieke patiënt. Een antibioticumkuur is een mogelijkheid, maar het is niet per se de oplossing. De afweging is lastiger geworden en behoeft daarmee voldoende deskundigheid.”

En als dat dan niet helpt?

“Dan kun je opereren. Ik vind dat zelf niet de oplossing voor de hele mond. Dat zou je meer moeten beperken tot lokale plekken en waar het niet anders kan. Dan gaat het vooral om anatomisch moeilijk bereikbare plekken om bacteriën te bestrijden. Daar helpt een operatie vaak wel, maar is ook niet altijd de oplossing. De allerbeste oplossing voor het ontstekingsprobleem en ook het verval is eigenlijk een tand of kies trekken. Dan ben je de ontstekingsbron kwijt en daarmee de potentiële bedreiging voor het lichaam. Als je een tand of kies trekt, dan hou je een holte in de kaak over. Die kaak kan zich echter herstellen door middel van vorming van nieuw bot. Je doet dus wel degelijk iets. Je zit alleen wel met een tand of kies minder. Als dit op een plek is waar je hem niet kan of wilt missen, dan komen we opnieuw op het werkveld van de tandarts, die gericht is op het herstel van de functie en de esthetiek. Voor dit herstel is de tandarts echter wel afhankelijk van het fundament en daarmee het parodontium. De tandarts kan geen mooie constructie maken op een slecht fundament of in een gebit met een aangetast fundament oftewel een paro-patiënt.”

Kan bij parodontitis een implantaat geplaatst worden?

“In theorie is een implantaat een oplossing voor een verloren tand of kies. Bij paro-patiënten of mensen die parodontitis hebben gehad is het echter lang niet altijd de juiste oplossing of misschien zelfs niet de oplossing. Alleen als je al jarenlang de parodontale situatie onder controle hebt, dan kun je er aan beginnen. Blijkbaar heb je bij zo’n patiënt de risicofactoren voor parodontitis onder controle. Alles wat je in een mond doet, heeft niet enkel bacteriologische consequenties, maar ook functionele. Als je een gebitselement weghaalt of toevoegt, verschuift daardoor de balans in de functie ook. Dat kan soms ongewenste effecten hebben. Wellicht dat parodontitis ook een kwestie van occlusale (over)belasting is en dus een kwestie zou je kunnen zeggen van dichtbijten is. Oftewel: hoe komen de tanden en kiezen op elkaar. De vraag is, speelt dit aspect een rol bij mensen met ernstige parodontale problemen? Tijdens het congres ‘PARO: multidisciplinair’ zullen we daarom eveneens het fenomeen occlusaal trauma behandelen.”

Is ook bruxisme een risicofactor?

“Er is geen concreet onderzoek naar de relatie met bruxisme gedaan. Maar als je het hebt over de invloed van het krachtenspel op het parodontium, dan kun je bij bruxisme wel degelijk spreken van overmatige krachten en het daarvan uitgaande potentiële trauma. Het vóórkomen van bruxisme is 15 à 20 procent van de normale populatie. Dat komt erg mooi overeen met die 10 à 15 procent van ernstige vormen van parodontitis. Je kunt dan echter op zich nog niet stellen dat er een relatie is, laat staan een oorzakelijk verband. Maar als er gekeken wordt bij patiënten in een parodontologiepraktijk, dan ligt het percentage van bruxisme op 80 à 90 procent. Ik denk zelf dat niet letterlijk het krachtenspel, dus hoe de tanden en kiezen op elkaar komen, meespeelt bij parodontitis, maar dat het vooral is wat je met je gebit doet. Iemand kan een perfect gebit hebben met een ideale occlusie, maar als hij dat overmatig gebruikt of juist nauwelijks, dan kan er ook iets mis gaan.

Bruxisme is geassocieerd met gedrag zoals klemmen en knarsen en wordt sterk geïnduceerd vanuit stress. De vraag binnen de parodontologie is ook of stress vanuit pathofysiologisch opzicht iets doet met het parodontium. Kunnen immunologische veranderingen leiden tot parodontale destructie of is het juist de veranderingen in iemands mondgedrag? Als mensen zich niet goed voelen, heeft dat altijd gevolgen voor hun patronen. Vaak is dan de verzorging van de mond ook minder, waardoor in elk geval de parodontale ontsteking toeneemt. ”

Welk gedrag is met name van invloed op parodontitis?

“Het begint met het mondhygiënische gedrag, maar ook roken kan van invloed zijn. Van roken is echter niet ondubbelzinnig aangetoond dat het de directe oorzaak is, maar het wordt wel gezien als een risicofactor. Daarnaast is stressmanagement belangrijk, een verantwoord voedingspatroon, maar ook voldoende nachtrust en voldoende lichaamsbeweging. Mensen die een slechter slaappatroon hebben, maar ook zij die minder bewegen, hebben vaker meer en ernstiger vormen van parodontitis. Dit zou kunnen komen door een verlaagde weerstand door het slaaptekort. Het zou echter ook een onderdeel kunnen zijn van de onrust en de spanning in iemands leven, die daardoor bepaald gedrag vertoont in zijn mond dat ongunstig is voor de parodontale aanhechting.”

Hoe kun je gedragsverandering tot stand brengen om parodontitis te verminderen?

“Dan gaat het vooral over het motiveren van mensen. Het vraagt iets van jezelf om iemand met respect en compassie te begeleiden naar een meer verantwoorde levensstijl. Uiteindelijk is de patiënt zelf verantwoordelijk voor zijn eigen mondconditie en daarmee ook de verzorging. Het aspect van motiveren speelt in de hele gezondheidszorg. Er wordt van de medewerkers in de gezondheidszorg dan ook steeds meer van hun begeleidende rol gevraagd. Je moet dus mensen ‘aansporen tot’, maar dan moet je wel per ziektegebied weten welke gedragingen je welke kant op zou willen sturen.

Stressmanagement bijvoorbeeld is best lastig. Voordeel is wel dat als je mensen periodiek ziet, zoals het geval is in de parodontologie, je daar repeterende gesprekken over kunt voeren. Dat is vooral open vragen stellen en reflecteren, zodat mensen zicht krijgen in zichzelf en op hun situatie. Patiënten komen dan in feite bij een coach terecht, die inhoudelijke kennis bezit over de ziekte maar ook kennis moet hebben van de gedragsleer en de achterliggende psychologie om mensen bij te kunnen staan. In het congres ‘PARO: multidisciplinair’ besteden we daarom ook aandacht aan het (on)vermogen van mensen om te komen tot gedragsverandering.”

Is daarin ook een rol voor mondhygiënisten weggelegd?

“Ja zeker, ik denk dat mondhygiënisten pur sang opgeleid zijn of dienen te worden als gedragsbegeleiders, omdat het in de eerste plaats altijd zal gaan om het mondhygiënische gedrag. Dat heeft de meeste invloed op mondproblemen en dat is al een uitdaging, want het gaat verder dan mensen alleen maar aanwijzingen geven over hoe het gebit gereinigd dient te worden. Het werkveld wordt hiermee breder en interessanter. Het is meer gericht op gedragscomponenten dan enkel op het technisch handelen. Dat is eigenlijk bijzaak en dient ter ondersteuning om het gezondheidsdoel te kunnen bereiken. Ook dit geldt niet enkel voor de mondzorg maar voor de gehele gezondheidszorg.”

Zou er in de toekomst nog iets veranderen in de behandeling van parodontitis?

“Zeker. De gouden standaard (het bestrijden van de biofilm) zal blijven, omdat je anders het parodontium klinisch nooit gezond kan maken. Maar om op de lange termijn nieuwe problemen te voorkomen, is het management van andere risicofactoren ook heel belangrijk. Lifestyle-begeleiding en stressmanagement gaan steeds belangrijker worden. Ik verwacht dat als we meer inzicht krijgen in deze onderdelen, dat de behandeling breder gaat worden. Hiervoor hebben we elkaar zoals aan het begin gezegd allemaal nodig, vandaar ook de titel van het congres ‘PARO: multidisciplinair’.”

 

Interview door dental INFO met dr. Schelte Fokkema, samensteller en moderator van het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief.

 

Schelte Fokkema is opgeleid als mondhygiënist, tandarts en parodontoloog en is gepromoveerd op het gebied van de immunopathogenese van parodontitis. Hij heeft een verwijspraktijk voor parodontologie in Den Bosch, geeft bij- en nascholingscursussen en is auteur van wetenschappelijke publicaties.

 

Het congres ‘PARO: multidisciplinair’, parodontitis belicht vanuit een breder perspectief, wordt op 17 januari 2020 georganiseerd door de Dr. G.J. van Hoytema Stichting in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Op dit congres wordt het multifactoriële karakter van parodontitis belicht en worden relaties gelegd met de endodontologie, kaakchirurgie, orthodontie, occlusieleer, restauratieve tandheelkunde, implantologie en gedragsleer. Sprekers zijn deskundigen uit al deze vakgebieden.

 

 Paro-multidisciplinair

Lees meer over: Kennis, Parodontologie, Scholing, Thema A-Z
Studenten tandheelkunde

Vlaamse minister wil meer studenten tandheelkunde toelaten

De Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts wil zich niet meer houden aan de federale quota voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. Hierdoor zouden er meer artsen en tandartsen bij kunnen komen in Vlaanderen.

Quota voor geneeskunde en tandheelkunde

Net als in Nederland is in België het aantal benodigde plaatsen voor de studie tandheelkunde een punt van discussie. Door de federale regering van België zijn er quota opgelegd voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. In 2019 was er in Vlaanderen plaats voor 1153 studenten geneeskunde en 147 studenten tandheelkunde. Wie met de opleiding wil beginnen moet eerst toelatingsexamen doen. Degenen met de beste resultaten worden vervolgens toegelaten tot de studie.

Wallonië houdt zich ook niet aan quota

Minister Weyts wil zich echter niet langer aan de federale quota houden. Volgens hem is Vlaanderen nu de enige die hier gehoor aan geeft; in Wallonië zouden ze al twintig jaar de quota aan hun laars lappen. Sinds 2017 werken ze daar ook met een toelatingsexamen, maar ze laten ieder jaar meer studenten toe dan volgens de vastgestelde quota mag. Er studeren in Wallonië daardoor jaarlijks meer studenten af dan dat er banen zijn. De Walen zeggen dat dit noodzakelijk is, omdat er nog te weinig huisartsen zijn.

Planningscommissie

Als de quota in Vlaanderen losgelaten worden, kunnen er dus meer studenten geneeskunde en tandheelkunde gaan studeren. Het plan is dat het toelatingsexamen wordt gehandhaafd, maar dat de normen ruimer worden.
Hoeveel studenten er precies na het examen aan de studies mogen beginnen, zal worden bekeken door een planningscommissie. Het is nog niet duidelijk wanneer de nieuwe regeling ingaat. De woordvoerder van minister Weyts spreekt van ‘zo snel mogelijk’, maar het is de vraag of dat komend jaar al is.

Riziv-nummers

Probleem kan nog wel de toekenning van Riziv-nummers zijn. De toekenning van dit identificatienummer voor zorgverleners is een federale zaak. Als je geen Riziv-nummer hebt, mag je als Belgische zorgverlener niet je beroep uitoefenen. De federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block wilde eerder al de boventallige Waalse studenten geen Riziv-nummer toekennen. In aanloop naar de verkiezingen heeft ze dat op aandringen van de Franstalige partijen toch gedaan.
De vereniging van artsenvakbonden BVAS is niet blij met het loslaten van de federale quota en vreest dat studenten voor niets gaan studeren en na hun diplomering geen Riziv-nummer zullen krijgen. Ook het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO) is bang voor rechtsonzekerheid.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Relatie antidepressiva en antipsychotica

Relaties tussen gebruik van antidepressiva en antipsychotica medicijnen op de speekselvloed

Patiënten die antidepressiva en antipsychotica gebruiken en ouder zijn dan 18 jaar waren geïncludeerd. De exclusiecriteria waren: het syndroom van Sjörgen, radiotherapie in hoofd- en halsgebied, roken, zwangerschap. Alleen kwalitatief goede studies die niet ouder dan 10 jaar waren, werden geïncludeerd voor dit onderzoek.

Vijf studies voldeden aan de in- en exclusiecriteria. In drie studies, die de medicijngroep antipsychotica onderzochten, werden de medicijnen Quetiapine en Paroxetine vergeleken met een placebo. Bij twee studies werd de medicijngroep antidepressiva onderzocht, zij vergeleken het medicijn Vortioxetine met een placebo.

Conclusie

Uit de resultaten bleek dat volwassenen die antipsychotica of antidepressiva slikken een droge mond kunnen ervaren. Geconcludeerd kan worden dat er aanwijzingen zijn voor een samenhang tussen antipsychotica, respectievelijk antidepressiva en de bijwerking ‘xerostomie’.

Klik hier voor een vergrote versie: Relatie antidepressiva en antipsychotica medicijnen op speekselvloed

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde
Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Winnaar NT-GSK Bachelorscriptie Award 2019 - Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Winnaar NT-GSK Bachelorscriptie Award 2019: Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Leonie Pereboom heeft met haar scriptie ‘De gebitssituatie onder ouderen’ de NT-GSK Bachelorscriptie Award gewonnen. Zij concludeerde in haar scriptie dat er meer vraag naar mondzorg voor ouderen zal zijn in 2040.

Meer vraag naar mondzorg ouderen in 2040

Leonie Pereboom maakte een inschatting van de vraag naar mondzorg door ouderen in 2040. Ze bekeek hoeveel ouderen op dit moment een uitneembare tandprothese hebben en deed aan de hand hiervan een prognose voor 2040. Zij concludeerde dat er steeds minder ouderen zullen zijn met een volledige gebitsprothese en meer ouderen met frames en plaatjes. Meer ouderen behouden dus deels hun eigen tanden wat zal leiden tot een hogere vraag naar mondzorg in 2040.

Bekijk een video-interview met Leonie Pereboom over haar scriptie

Leonie Pereboom, student van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), ontving voor haar winnende scriptie een award en een prijs van € 1.000.

Tweede, derde en Publieksprijs

De tweede prijs van € 500 ging naar de scriptie ‘Hoe kun je op CBCT-beelden geplande implantaatposities nauwkeuriger overbrengen naar de patiënt’ van Sanne Korsten en Guido Kielenstijn (Radboud Universiteit Nijmegen). Silvia Yuniawati en Mariam Tsagikian van ACTA wonnen met hun scriptie ‘Het effect van propolis op gingivitis en parodontitis’ de derde prijs van € 250. Zij wonnen ook de Publieksprijs, waarvoor in totaal 895 stemmen zijn uitgebracht.

5 genomineerden in de race voor de Award

In totaal dongen 5 genomineerden mee naar de Bachelorscriptie Award. Naast de prijswinnaars deden Fadi Mosa, Max Marselis en Rezi Foumani (UMC Groningen) met hun scriptie ‘Effect van sigarettenrook op de groei van orale bacteriën’ mee. Net als Rick de Vos en Thymen Naaktgeboren (Nijmegen) met hun scriptie ‘Effect van warmtebehandelingen op de sterkte van composiet’.

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Scholing, Thema A-Z
Hoe kun je patiënten motiveren om hun gedrag te veranderen

Hoe kun je patiënten motiveren om hun gedrag te veranderen?

Het NVM-najaarscongres staat dit jaar in het teken van ‘positieve gezondheid’ en op welke manier je patiënten kunt motiveren om hun gedrag blijvend te veranderen. dental INFO sprak hierover met Johnny Buivenga, gedragspsycholoog en een van de sprekers op het congres.

Positieve gezondheid

Positieve gezondheid is een benadering binnen de gezondheidszorg waarbij niet de ziekte of aandoening van iemand centraal staat, maar juist wat hij of zij wel kan en wil. De nadruk ligt hierbij op veerkracht, eigen regie en een betekenisvol leven. Door een patiënt zelf de regie te laten nemen, zal deze eerder intrinsiek gemotiveerd zijn voor gedragsverandering.

Kun je iets meer vertellen over je achtergrond?

“Ik ben gedragspsycholoog. Dat is niet de traditionele psycholoog waar mensen in eerste instantie aan denken, die bijvoorbeeld mensen met depressieve klachten helpt. Ik bestudeer het gedrag van mensen in groepen. Ik houd me bezig met de vraag: waarom gedragen mensen zich zoals ze zich gedragen? En gegeven de oorzaken van hun gedrag: hoe kunnen we dat gedrag een gewenste richting op veranderen? Dit kan op allerlei vlakken: mensen meer met de trein laten reizen in plaats van de auto, mensen duurzamere etenskeuzes laten maken of meer laten recyclen. Ook op het gebied van mondzorg kun je gedrag proberen te beïnvloeden. Je kunt bijvoorbeeld een patiënt motiveren een behandelplan na te leven of stimuleren om beter of vaker te rageren.”

Is er een andere benadering van de patiënt in de mondzorg nodig? Wat gaat er nu niet goed?

“Op dit moment wordt er (in mijn optiek) in de mondzorg te veel geleund op een traditioneel, rationeel mensbeeld: informeer, beargumenteer en belicht positieve of negatieve consequenties van het handelen en het gedrag van de patiënt volgt. Dit mensbeeld wordt (niet alleen in de mondzorg) nog te sterk aangehangen, terwijl menselijk gedrag in de meeste situaties lang niet zo rationeel tot stand komt. Menselijk gedrag komt veel vaker onbewuster of door andere, bijvoorbeeld sociale, invloeden tot stand. Wanneer de mondzorgkunde op dergelijke invloeden zal inspelen om gedrag te veranderen, verwacht ik dat dit beter aansluit op de behoefte van de patiënten, met ‘beter’ gedrag en in het verlengde daarvan, mondhygiëne, tot gevolg.”

Waarom is het zo moeilijk om een patiënt zijn of haar gedrag te laten veranderen?

“Menselijk gedrag komt veelal door onbewuste en niet rationele oorzaken tot stand. Omdat hier nog niet altijd voldoende op ingespeeld wordt, is het veranderen van gedrag vaak lastig. Om te bepalen wat de specifieke oorzaak is die het veranderen van gedrag bemoeilijkt, is het essentieel om naar het specifieke gedrag in kwestie te kijken. Een gegeneraliseerde uitspraak is lastig om te doen. Maar iets wat je vaker terugziet als factor die verandering bemoeilijkt, is ‘gewoontegedrag’. Het is lastig om slecht gewoontegedrag af te leren en het is moeilijk om van nieuw gedrag zoals rageren een routine te maken. Tijdens de lezing in het NVM-najaarscongres vertel ik over meer factoren die gedragsverandering bemoeilijken en geef ik concrete handvatten vanuit de gedragspsychologie om daarmee om te gaan.”

Wat kan een mondhygiënist doen om een patiënt te motiveren?

“In het contact met de patiënt proberen rekening te houden met of in te spelen op de meer irrationele, onbewuste oorzaken van het gedrag van de patiënt. Dit is succesvoller dan het veranderen daarvan. Je sluit op deze manier beter aan bij de behoefte van de patiënt. Dit vereist natuurlijk dat je iets van kennis hebt van psychologische concepten en gedragswetenschap. Dit is te leren in cursussen of door erover te lezen. Maar ook zonder cursussen en bijlezen is dit te doen, door:

  • te beseffen dat informatie geven vaak onvoldoende is;
  • mensen niet te vertellen wat ze ‘moeten’ doen;
  • een goede relatie met de patiënt op te bouwen;
  • in gesprek te gaan met de patiënt en te luisteren naar wat de patiënt te zeggen heeft (wat een lastige is gezien de gemiddelde behandeltijden);
  • rekening te houden met de individuele behoefte van de patiënt en de patiënt zelf te laten nadenken over mogelijke oplossingen voor hem of haar;
  • concrete afspraken te maken met de patiënt over gedrag dat vertoond dient te worden (zonder hierin autonomie in te perken).

Tijdens de lezing op het NVM-najaarscongres worden deze tips verklaard en onderbouwd en krijg je meer concrete manieren vanuit de gedragspsychologie aangereikt om patiënten te stimuleren om meer de eigen regie en verantwoordelijkheid te nemen.”

Kan een mondhygiënist dit alleen doen of zijn er hiervoor in de hele mondzorgpraktijk waarin zij werkt veranderingen nodig?

“Een mondhygiënist kan dit zeker alleen doen, omdat het belangrijkste en grootste gedeelte van het patiëntcontact in de behandelkamer plaatsvindt. Het wordt echter gemakkelijker wanneer de praktijk ondersteuning biedt door leesmateriaal, trainingen of cursussen te faciliteren. Daarnaast beklijft een andere kijk en aanpak natuurlijk beter als je daar met collega’s onderling over kan discussiëren of sparren.”

 

 Interview door Yvette in ’t Velt met Johnny Buivenga, gedragspsycholoog bij en eigenaar van De Beweegreden. Hij is een van de sprekers op het NVM-najaarscongres. Dit congres vindt plaats op 15 november 2019 in Theater Orpheus in Apeldoorn en heeft als onderwerp ‘Positieve gezondheid. Wat motiveert jouw cliënt om te veranderen?’

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Scholing, Uncategorized
Edental Open Huis

Openhuis dagen E Dental

Gastvrijheid en persoonlijke aandacht zijn ons handelsmerk Tijdens de openhuis dagen van E Dental  kunt u genieten van heerlijke hapjes, goede wijnen en uiteraard zeer scherpe aanbiedingen. Wanneer u zich van te voren aanmeldt krijgt u bovendien 5% extra korting. Ook dit jaar houden wij weer een outlet sale!

donderdag 31 oktober 17:00 tot 22:00
vrijdag 1 november 12:00 tot 20:00
zaterdag 2 november 10:00 tot 17:00

E Dental Open Huis

“Walk in” Workshops

Het principe van onze walk-in workshops is eenvoudig, ze beginnen wanneer u binnen komt lopen en worden op basis van uw vragen gevormd. Gedurende onze dagen hebben kunt u bij ons terecht voor :

  • 3D Implantaatplanning
  • Zelf kronen ontwerpen
  • Scan untill you can
  • Endo 2.0 met de Tri-Auto ZX-2

De “walk-in” workshops worden gegeven door:

  • dr. Bassam Hassan
    Vrijdag 14:00-18:00 en zaterdag van 11:00-15:00
  • Quirein Bakker
    Vrijdag 15:00-20:00 en zaterdag van 11:00-15:00
  • Yumi Moriahra
    Donderdag en vrijdag
  • Hein Vrins
    Donderdag, vrijdag , zaterdag

Leerzaam

Naast onze walk-in workshops kunt u bij onze specialisten terecht voor onder andere.

  • CBCT apparatuur
  • Verschillende behandelconcepten
  • Kleuradvies en praktijkontwerp met virtual realitiy experience van uw nieuwe praktijk
  • Nieuwste sterilisatie & desinfectie apparatuur
  • Financiering
  • Praktijkverbouwing
  • … En nog zoveel meer!

Bezoek de openhuis dagen van E Dental en laat u informeren over de digitale tandheelkunde

E Dental is als specialist op het gebied van digitale tandheelkunde als geen ander in staat om u goed te adviseren en de digitale apparatuur te integreren en te onderhouden. Gedurende onze openhuis dagen wordt ons team verstrekt door twee specialisten.

Dr. Bassam Hassan heeft zich helemaal toegelegd op digitale tandheelkunde en zal u meenemen in de voordelen van digitale implantaat planning. Door middel van een interactieve workshop zal hij u laten zien dat het ontwerpen van een boormal, waarmee implantaten optimaal kunnen worden gepositioneerd, redelijk eenvoudig is.

 

Quirein Bakker is digitaal tand technicus en tevens directeur van Dental Cam, een 100% digitaal werkend tandtechnisch lab. Hij zal u uitgebreid informeren over het zelf ontwerpen van kronen en inlays. Uiteraard kunt u zelf kennismaken met de Chairside CAD CAM software en kan hij u alles vertellen over de verschillende materialen.

Praktijk (ver)bouwen, maak kennis met E Build!

Laat u informeren door de specialisten van onze dochteronderneming, E Build. Zij zijn volledig gespecialiseerd in het ontwerpen en (ver)bouwen van complete praktijken.

Neem een plattegrond van uw praktijk mee en ontvang tijdens onze openhuis dagen gratis advies over routing en een gratis (ver)bouw ontwerp.

Over E Dental

E Dental is al bijna 20 jaar een professioneel en high-tech dental depot met meer dan 20 betrokken medewerkers. We bieden degelijke, kwalitatieve merken en een compleet dienstenpakket. We kennen onze klanten persoonlijk, reageren snel, zijn flexibel en betaalbaar. Onze dochteronderneming E Build bouwt en verbouwt praktijken en in samenwerking ontzorgen wij u van ontwerp tot oplevering.

E-dental

Kelvinring 5
2952 BG Alblasserdam
I www.e-dental.nl
T +31(0)88 6060800

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Praktijkinrichting, Producten, Scholing
VPM regiotour

VPM Regiotour met workshop: Pubers, Poetsen en Flossen

Vragen die tijdens de VPM-workshop worden besproken: hoe motiveer ik een puber om goed voor zijn gebit te zorgen, hoe bouw ik een relatie op met een puber en wat moet ik weten over het puberbrein om effectief te communiceren. Avondworkshop: 6 november – Zwolle, 21 november – Hoorn, 28 november – Nijmegen, 11 december – Breda.

Tegen een puber zeggen: “Het is belangrijk om twee keer per dag je tanden te poetsen, zal minder effectief zijn dan de boodschap: “Een mond met schone en witte tanden zoent veel lekkerder!”

Ingrid van Essen

Ingrid van Essen, Pubercoach en jeugdtherapeut, Young Identity Coaching

Aan de hand van de metafoor van de puberijsberg neemt Ingrid je mee in de wereld van pubers en leer je de do’s en don’ts van effectief communiceren met pubers over hun gebit, het belang van poetsen, energydrinks en flossen. Ingrid van Essen is gespecialiseerd in communiceren met pubers. Zij schreef hierover meerdere boeken o.a. Pubermania en Schoolmania en in november verschijnt haar nieuwe boek Communicatie zonder frustratie. Vanuit haar coachings- en trainingspraktijk begeleidt en traint zij jongeren, ouders en professionals die met jongeren werken. Daarnaast is Ingrid een veelgevraagd spreker op congressen. Ingrid is moeder van vier pubers.

Organisatie

De Vereniging Promotie Mondhygiëne (VPM) is de brancheorganisatie van fabrikanten en direct betrokkenen die gezamenlijk het belang van de mondhygiëne centraal stellen. Leden van de VPM zijn: Advanced Dental Diagnostics, Hu-Friedy, Johnson & Johnson Consumer, Mylan, Philips Oral Healthcare en TePe Mondhygiëne Producten.

Data en locaties

De VPM-Regiotour 2019 wordt op 4 avonden in Van der Valk Hotels georganiseerd.

  • Woensdag 6 november: Zwolle
  • Donderdag 21 november: Hoorn
  • Donderdag 28 november: Nijmegen
  • Woensdag 11 december: Breda

Vanaf 18.00 uur bent u welkom op deze gemakkelijk bereikbare locaties, verdeeld over Nederland.
De locaties beschikken over ruim voldoende (gratis) parkeerplaatsen.

Doelgroep

De VPM-Regiotour 2019 wordt georganiseerd voor mondhygiënisten, (preventie) assistenten en geïnteresseerden uit andere (tandheelkundige) disciplines.

Prijs en inschrijven

De kosten voor deelname aan de VPM-Regiotour bedragen € 69,50 (inclusief 21% btw; € 57,44 ex btw).
U kunt zich inschrijven voor een van de VPM-Regiotouravonden via www.promotiemondhygiene.nl.
Na inschrijving ontvangt u een bevestiging en separaat een factuur.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de VPM, Annemieke van Dam:
T 0578 – 62 09 41
E vpm@promotiemondhygiene.nl

Lees meer over: Kennis, Scholing
Prinsjesdag: mogelijk meer tandarts opleidingsplaatsen in 2021

Prinsjesdag: mogelijk meer tandarts opleidingsplaatsen in 2021

Tijdens Prinsjesdag werd in de rijksbegroting een stukje gewijd aan het aantal opleidingsplaatsen voor Tandheelkunde.  Minister Van Engelshoven van OCW geeft in haar begroting aan dat zij binnenkort een advies van het Capaciteitsorgaan verwacht waaruit blijkt dat de capaciteit van de initiële geneeskundeopleiding omlaag kan. In dat geval zal in overleg met minister Bruins van VWS het aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde per studiejaar 2021/2022 worden verhoogd.

Voor het eerst kans op uitbreiding

KNMT-voorzitter Wolter Brands is voorzichtig optimistisch over het feit dat er nu voor het eerst in jaren wordt gesproken over uitbreiding. ‘Uiteraard hadden we liever gezien dat de rijksbegroting concreter was geweest over de ingangsdatum en het aantal plekken en dat we niet afhankelijk worden van het aantal opleidingsplaatsen geneeskunde. We dringen al jaren bij Tweede- en Eerste Kamerleden en de betrokken ministers aan op voldoende in Nederland opgeleide tandartsen, zodat iedere patiënt toegang heeft tot goede mondzorg. En we horen steeds vaker dat praktijken moeten sluiten omdat ze geen tandartsen kunnen vinden. Het is dus jammer dat minister Bruins (VWS) en zijn collega Van Engelshoven nog niet hebben doorgepakt.’

`Het met elkaar verbinden van de mogelijke uitbreiding aan het aantal opleidingsplaatsen geneeskunde is vreemd te noemen omdat het tekort aan tandartsen leidend zou moeten zijn en niet de overheidsfinanciën´, zegt de ANT. De ANT vindt dit een kwalijke zaak en is teleurgesteld dat de overheid nog steeds geen concrete uitspraak doet.

Advies Capaciteitsorgaan

In een tussentijds advies heeft het Capaciteitsorgaan berekend dat er in totaal 52 extra opleidingsplaatsen per jaar nodig zijn om te kunnen voldoen aan de toekomstige vraag naar mondzorg. Dit betekent een uitbreiding van 240 – huidig aantal – naar 311 opleidingsplaatsen.

Bron:
Rijksoverheid
KNMT
ANT

Lees meer over: Kennis, Scholing

NVM-mondhygiënisten en KNMT geen voorstander van ABC-model voor tandartsassistenten

De beroepsorganisatie ANT heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met opleider Edin om tandartsassistenten te gaan opleiden volgens het ABC-model. Niet iedereen in de vakwereld is hier blij mee. dental INFO sprak met de betrokkenen en vroeg hun mening over de ABC-structuur.

ABC-model voor tandartsassistenten

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) heeft in 2016 het ‘Standpunt Opleidingen Assisterend Personeel in de Tandartspraktijk’ opgesteld. Hierin geeft zij haar visie over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen de tandartspraktijk en dan met name van tandartsassistenten. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in drie soorten tandartsassistenten: de A-assistent (stoel-assistent), de B-assistent (preventieassistent) en de C-assistent (paro-assistent).
Recent heeft de ANT een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Edin (commercieel opleider in de tandheelkunde) om het opleidingsaanbod voor tandartsassistenten te structuren volgens dit ABC-model. De ANT en Edin gaan gezamenlijk de stichting ABC-assistent oprichten, die zich gaat buigen over de structuur, kwalificatie-eisen, leerdoelen en onderwerpen van de verschillende opleidingen.

Vakwereld

Binnen de vakwereld is niet iedereen blij met deze nieuwe ABC-indeling voor tandartsassistenten. Er zijn vragen over het niveau en de duur van de opleidingen en de werkzaamheden die de tandartsassistenten zouden mogen doen. Zo lijkt het de bedoeling te zijn dat de paro-assistent een deel van het werk van een mondhygiënist gaat overnemen. Mondhygiënisten vragen zich af of de paro-assistenten daarvoor voldoende toegerust zijn en wat voor werk er dan nog voor hen overblijft. dental INFO vroeg de mening van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) en sprak met Manon van Splunter-Schneider (voorzitter NVM-mondhygiënisten) en Anne-Peter van Riet (directeur Edin) over de ABC-structuur en de gevolgen hiervan voor mondhygiënisten.

Reactie KNMT

De KNMT geeft de volgende reactie: “Om de beste mondzorg voor de patiënt te kunnen realiseren, zet de KNMT vol in op een sterk mondzorgteam. Goede samenwerking binnen het team is een essentiële randvoorwaarde voor optimale patiëntenzorg. Binnen dat team speelt de tandartsassistent een belangrijke rol. Omdat de complexiteit binnen de mondzorg toeneemt, hecht de KNMT aan gekwalificeerde teamleden, op alle niveaus. Dat is de reden waarom we op dit moment samen met de ANT, het veld en de mbo-opleidingen werken aan een herziening van het beroepscompetentieprofiel van de tandartsassistent. Zodat de assistent is geëquipeerd om te voldoen aan de kwalificaties die werkgevers in de zorg vragen. Kwalificaties die worden vastgelegd in opdracht van het ministerie van OCW en waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Op die manier realiseren we een uniform en transparant opleidingsniveau. En dat is in het belang van alle partijen. De KNMT vindt het bijzonder jammer dat juist tijdens de afrondende fase van de herziening van het genoemde beroepscompetentieprofiel de ANT, in samenwerking met Edin, het ABC-model uit 2016 weer van stal haalt. En daarmee voor een ieder, ook voor de patiënten, eerder vertroebeling dan helderheid van de beroepskolom veroorzaakt. Door de taakherschikking wordt de mondzorg al nodeloos gecompliceerd met vier soorten mondhygiënisten en daar komen nu nog eens drie soorten assistenten bij.”

Reactie van NVM-mondhygiënisten

Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten, vindt deze ABC-indeling geen goede zaak. “De vergelijking van de C-assistent met de klassieke mondhygiënist vind ik een schoffering van de professionaliteit en de kunde van de mondhygiënist. Het is vreemd dat er geen samenwerking is met de bestaande mbo-opleiding. Dit soort zaken moeten landelijk geregeld worden met een goed beroepsprofiel voor assistenten en preventieassistenten. De uitkomst zal dan mondzorgbreed gedragen moeten worden, dus ook door KNMT, NVM-mondhygiënisten en opleiders. Ik ben wel benieuwd hoe het er inhoudelijk uit gaat zien. Als ik naar het concept kijk, dan maak ik me zorgen. Ik zie dat de basis-assistent ook al taken in de mond zou kunnen gaan verrichten, zoals infiltratie-anesthesie toepassen en een lengtefoto maken. Bovendien zou de preventieassistent (B) al paro-nazorg gaan doen en de paro-assistent pockets dieper dan 5 mm behandelen.”

Niet wachten op landelijk beroepsprofiel

Anne-Peter van Riet, directeur Edin, zegt dat hij niet wil wachten op een landelijk beroepsprofiel. “Wij bieden nu een structuur aan die buiten het reguliere mbo-kwalificatiedossier valt, zoals de opleiding preventieassistent en paro-assistent. We zijn gewoon een praktische indeling gaan maken. We passen het aan als er van buitenaf kaders komen. Het zou mooi zijn als we dat in één keer hadden kunnen regelen, maar dat is een ingewikkelde route die te lang gaat duren. Met het gevolg dat er voorlopig niets gebeurt. Er bestaan nu veel opleidingen met dezelfde naam, maar met een verschillende inhoud: een gevolg van de ontbrekende structuur. De onderwerpen, leerdoelen en kwaliteitseisen van het onderwijs moeten binnen de ABC-structuur hetzelfde zijn. Hoe het lesprogramma vervolgens precies wordt ingevuld, is aan de opleiders. En ook die opleiders moeten aan bepaalde eisen voldoen. Dat heb je bij de officiële mbo-opleidingen ook. We trekken daarmee over de hele breedte het kwaliteitsniveau omhoog. We gooien nu als commerciële opleider een steen in de vijver. De rimpeling en de actie die daarop volgt, is juist wenselijk. De lat mag echt hoog komen te liggen voor de paro-assistent, maar wat de kwaliteitsstructuur precies wordt, is nog niet bekend. Hiervoor zitten we primair aan tafel met onze eigen mensen, zoals de mondhygiënisten waarmee we werken. En tegelijkertijd met onze collega-opleiders die we hebben uitgenodigd om ook mee te doen. Wat precies de grenzen worden, is nog niet bekend. We gaan bijvoorbeeld echt niet zomaar een streep trekken qua pocketdiepte of complexiteit. Onze uitgangspunten zijn het ABC-model van de ANT en qua onderwijsvisie altijd beroeps- en competentiegerichtheid. Dan hebben we het over kennis, vaardigheid en houding op uitvoeringsniveau. Dus niet over analyses, diagnoses en het creëren van nieuwe oplossingen.”

Niveau van de ABC-opleidingen

Het niveau van de ABC-opleidingen baart Manon van Splunter-Schneider zorgen. Zij heeft duidelijke ideeën over het niveau dat nodig is. “Bij de basisopleiding tot tandartsassistent zou alles aan bod moeten komen. Je moet weten waar alle instrumenten voor zijn, je moet snappen wat er aan de stoel gebeurt, ook als je aan de balie zit. Het zou een opleiding van minimaal drie jaar op mbo-niveau 4 moeten zijn. Bepaalde onderdelen kunnen intern aangeleerd worden, maar als je echt met patiëntenbehandeling te maken krijgt, dan is een externe opleiding noodzakelijk. De leerweg tot preventieassistent zou in het verlengde moeten liggen van een mbo-erkende opleiding en aan een mbo-erkende opleiding. En dan graag met een wettelijk beroepsprofiel en een bijpassend curriculum.
De opleidingen zouden niet alleen door Edin moeten worden aangeboden. Ik juich het toe als het landelijk helemaal goed geregeld zou zijn. Ik zie plek voor de preventieassistent, maar de randvoorwaarden die NVM-mondhygiënisten daaraan verbindt, haal ik niet uit de plannen van Edin en ANT. Ook zou ik niet voorbijgaan aan de functieprofielen van de KNMT, die reeds bestaan, want wat er nu staat matcht daar niet mee. Ik denk dat het niet haalbaar is om de C-assistent zoals hij nu in het concept staat onder een mbo te kunnen parkeren.”

Geen actieve vraag naar mbo-status

Volgens Anne-Peter van Riet is een mbo-status voor het ABC-model nog niet het plan. “Bij de tandartsassistent is er inhoudelijk wel degelijk een groot verschil tussen opleidingen met wel en geen wettelijke mbo-status, maar op de markt is er geen actieve vraag naar de mbo-status. Dan zou er een wet moeten komen die de mbo-status verplicht stelt of de markt zou dit zelf moeten aangeven. Het zou wellicht een volgende stap kunnen zijn, we bouwen nu eerst aan een beginnende structuur. Over een eventuele verplichting gaan wij niet, alhoewel het wel een persoonlijke wens is. We hebben niet voor niets een mbo-tandartsassistent opgezet en dat heeft ons veel moeite, tijd en geld gekost. Er spelen echter krachten in de markt, die je als opleider niet kunt beïnvloeden, maar waar je wel mee om moet gaan. Zo is er onder de werkgevers momenteel geen draagvlak of urgentiegevoel voor een verplichte mbo-opleiding, zeker niet bij de ANT.  NVM-mondhygiënisten is voorstander van een verplichte MBO-opleiding voor tandartsassistenten. Het plan ABC vanuit de ANT ligt er al een tijdje. Ons besluit om met hen in zee te gaan is ontstaan doordat de mbo-eis er niet is gekomen. De ANT is bovendien een club met daadkracht en dat werkt prettig samen.”

Invloed uitoefenen als mondhygiënist

Het gevoeligste punt in het ABC-model is de rol van de paro-assistent. De opleiding tot paro-assistent duurt volgens het model twee jaar en bestaat uit 80 lesdagen. In die periode moet de student minimaal vier dagen per week werken. Deze C-assistent wordt vergeleken met de klassieke hbo-geschoolde mondhygiënist. Is het de bedoeling dat de paro-assistent het werk van de mondhygiënist overneemt?
Anne-Peter van Riet: “Ik schat in dat sommige mondhygiënisten de C als aanval op hun domein zien. Ik zou zeggen, probeer invloed uit te oefenen als mondhygiënist. Accepteer dat dit zo gestructureerd wordt, maar laat wel je mening horen over wat een C-assistent wel of niet zou moeten doen. Eerst moeten we nog verder komen met alle commerciële aanbieders, maar daarna kun je je als mondhygiënist altijd bij mij of de ANT aanmelden als je iets positiefs hebt bij te dragen. Het is een dynamisch systeem dus dit blijft in beweging.”

Risicovolle handelingen

Manon van Splunter-Schneider vindt het te vroeg om het over een paro-assistent te hebben: “Eerst moet de fundering voor het beroep van tandartsassistent en preventie-assistent vastliggen en moet duidelijk worden wat risicovolle handelingen precies zijn. Het is een lastige situatie, want paro-assistenten zijn er inmiddels wel, maar eerst moeten we door de discussie over de preventieassistent heen voordat we de discussie over de paro-assistent goed kunnen voeren . Laten we dat dus eerst goed regelen. Op dit moment zijn wij in het kader van risicovolle handelingen en voorbehouden handelingen nog fel tegen. Zo kun je je afvragen of je pockets meten als een risicovolle handeling kan zien. Er kan schade ontstaan. Bij alles waar bloed bij komt kijken zou je een vraagteken kunnen plaatsen.”
Een opleiding van 80 lesdagen tot paro-assistent vindt ze te kort. “Complexe patiënten zouden zeker niet door een paro-assistent behandeld mogen worden. Dat is minimaal iets voor een hbo-opgeleide mondzorgverlener. Als mondhygiënist moet je je hierbij al flink verdiept hebben in de parodontologie en optrekken met de parodontoloog. Om complexe paro te behandelen moet je weten waar je mee bezig bent.

Zorgverlener op het gebied van tandvleesziekte

Wat ook gevoelig ligt bij de mondhygiënisten is dat in het ABC-model de mondhygiënist slechts wordt omschreven als ‘een zorgverlener op het gebied van het voorkomen van tandvleesziekte’. Wordt hiermee het einde van het beroep van mondhygiënist ingeluid? Volgens Anne-Peter van Riet blijft er altijd ruimte voor de mondhygiënist en heeft dit beroep een uitstekend toekomstperspectief: “In de praktijk zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden, een tandarts kan kiezen welke professional hij inzet. De mondhygiënist heeft een eigen positie, titelbescherming en zelfstandige bevoegdheden en kan bovendien een eigen praktijk beginnen of zichzelf verhuren aan tandartsen. En daar komen nog alle mogelijkheden na invoering van de AMvB-taakherschikking bij. Dat kan een assistent allemaal niet. De paro-assistent zal daarom nooit de mondhygiënist worden, er blijft altijd een verschil bestaan. Ten eerste in basisniveau; een mondhygiënist heeft een veel scherper analytisch vermogen dan een mbo’er, maar een mbo’er kan prima taken uitvoeren. Als een tandarts alles wil aanbieden en alles wil afdekken, dan denk ik persoonlijk dat hij altijd een mondhygiënist nodig blijft hebben. Maar als een tandarts er voor kiest om tot een bepaald niveau diensten aan te bieden, dan zou hij het zonder mondhygiënist kunnen doen en eventueel extern moeten verwijzen. Niets nieuws toch? Juist door de bedachte ABC-structuur kan je duiden waarom het goed is voor een patiënt om een bezoek aan jou als mondhygiënist te brengen. Niet door je af te zetten tegen preventie- of paro-assistenten, maar wel door je ‘unique selling points’ te benoemen, bijvoorbeeld dat je specialist bent in gedragsverandering. Een deel van de taken die je als mondhygiënist hebt geleerd kan evengoed door praktisch geschoold personeel worden uitgevoerd. Zonder onderbouwing zeggen dat een hbo’er altijd beter is dan een mbo’er, snijdt geen hout. Profileren op onderscheidend vermogen werkt wel. Ik zou me daarom als mondhygiënist totaal geen zorgen maken over de ABC-structurering en de taken en opleidingen van tandartsassistenten. Volgens mij is the sky the limit voor de ondernemende mondhygiënist anno 2020.”

Kwaliteiten van de mondhygiënist

Ook Manon van Splunter-Schneider legt de nadruk op de kwaliteiten van de mondhygiënist: “Je kan natuurlijk nooit een mbo’er met een minimale cursus vergelijken met een zelfstandig werkende hbo-professional. We zijn beter inzetbaar, zullen betere resultaten bereiken en zetten meer in op coaching en gedragsverandering. Als je als praktijk pretendeert aan preventie te doen, moet je gewoon een mondhygiënist hebben. Plus dat we echt wel meer dan enkel tandvleesproblemen voorkomen. Ook bij cariëspreventie en erosie spelen we een grote rol.”
Tot slot geeft ze nog een tip mee voor de mondhygiënisten: “Mondhygiënisten moeten er gewoon op vertrouwen dat ze kwaliteit leveren, in hun kracht gaan staan en zich continu onderscheiden. Ze moeten de leiding pakken, delegeren en de preventie naar zich toe trekken. Wees collegiaal en voel je niet bedreigd. Er is meer dan genoeg werk. en Laat dus als mondhygiënist het verschil zien.”

Door: Yvette in ’t Velt en Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Assisteren, Kennis, Scholing, Thema A-Z

ConnectDental Event, 27 september, Houten

Hét grootste CAD|CAM event van de Benelux. Het CAD|CAM Event zal zowel geopend als afgesloten worden door Dirk Denoyelle, een inspirerende spreker stemmenimitator uit België. Afgestudeerd in talen heeft Dirk een masterdiploma in micro-elektronica engineering en is hij zanger en komiek. Daarnaast is hij een LEGO Serious Play-coach en daarmee één van de slechts 13 LEGO-gecertificeerde professionals ter wereld. Voldoende eigenschappen voor een inspirerende en motiverende spreker!

Tijdens het CAD|CAM event op 27 september, heeft u de keuze uit twee sessies: Van 10.30 – 12.45 en van 13.45 – 16.00 uur

De dag begint om 10.00 uur en het officiële gedeelte zal rond 15 eindigen.

Agenda

10:00 – 10:30 Ontvangst

  • Plenaire opening door Dirk Denoyelle

10:30 – 11:30 Eerste sessie lezingen
In zaal 1 t/m 4 duren deze lezingen tot 12:45

  • Yes we scan…
  • Implantologie van planning tot kroon
  • Implantaat planning + het ontwerpen van een surgical guide met Implant Studi
  • De volledige digitale orthodontische patiënt

11:45 – 12:45 Eerste sessie lezingen
In zaal 5 begint de tweede lezing

  • Workflow digitale prothese van intake tot eindcontrole

12:45 – 13:45 Lunch

13:45 – 14:45 Tweede sessie lezingen
In zaal 1 t/m 4 duren deze lezingen tot 16:00

  • Meer met scannen
  • Primescan gericht op nauwkeurigheid en trueness bij Fullmouth scan
  • De digitale workflow met de digitale patiënt binnen de algemene groepspraktijk
  • Orthodontische 3D toepassingen: Clear Aligner Studio, IBTray en 3D Printed Appliances

15:00 – 16:00 Tweede sessie lezingen
In zaal 5 begint de vierde lezing

  • De onbegrensde mogelijkheden van de faciale prothetiek
  • De analoge en digitale symbiose tussen tandarts en tandtechnicus
  • Nieuw hoofdstuk in het matchen van kleuren binnen de tandheelkunde

16:15 – 17:15 Afsluiting

  • Plenaire afsluiting door Dirk Denoyelle

17:15 – 18:00 Borrel

Meer informatie en inschrijven ConnectDental Event

 

 

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
TP congres tandheelkunde

TP Congres | Jaarcongres Tandheelkunde 2019

Weet u wat de laatste stand van zaken is op het gebied van implantologie, endo, esthetiek, restauratief en kindertandheelkunde? Topsprekers praten u in één dag bij over alle valkuilen én oplossingen die u direct kunt toepassen in uw tandartspraktijk. 29 november, Utrecht.

Het Jaarcongres Tandheelkunde 2019 biedt u in in één dag alle updates rondom herkenbare en haalbare tandheelkunde! In één dag krijgt u:

– Topsprekers nemen u mee in alle ontwikkelingen in uw vakgebied

– Inzicht in de laatste technieken op het gebied van implantologie, endo, esthetiek, restauratief en kindertandheelkunde.

– Alle nieuwe ontwikkelingen binnen uw uitdagende vakgebied op 1 dag!

Kijk voor meer informatie op tpcongres.nl

TP congres tandheelkunde

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Scholing
Natuurlijke tandheelkunde

Natuurlijke tandheelkunde: hoe veranderingen in de maatschappij en nieuwe technieken behandelmethoden beïnvloeden

De huidige consument krijgt een steeds breder besef over zijn gezondheid en stelt vaker kritische vragen. Die maatschappelijke verandering heeft ook invloed op de tandheelkunde. Daarnaast worden er steeds meer technieken ontwikkeld die de tandarts in staat stellen esthetisch te werken en daarbij gebruik te maken van de biologische wetten van het natuurlijke weefsel. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp en hoe kan de tandarts inspelen op de veranderende wensen van de maatschappij?

Toen de Franse filosoof in 1644 in zijn werk ‘Principiae Philosophiae’ de stelling ‘cogito ergo sum’ (ik denk, dus ik besta) beschreef, werd daarmee niet alleen een van de hoekstenen van de moderne westerse filosofie gelegd, maar ook van de westerse geneeskunde. Het beschrijft de scheiding tussen lichaam en geest, een situatie die de tandarts ook dagelijks meemaakt wanneer patiënten een deel van hun lichaam laten controleren. Tot voor kort, stelde de patiënt daarbij weinig vragen over de gestelde diagnose, een voorstel tot behandeling werd doorgaans blind geaccepteerd en de kennis en kunde van de arts werd zelden in twijfel getrokken. Maar tijden veranderen.
De ongelimiteerde toegang tot informatie via het internet zorgt ervoor dat mensen zich beter inlezen over de door de arts gestelde diagnose, de voorgenomen behandelingen en over de mogelijke risico’s en bijwerkingen. Door die enorme hoeveelheid beschikbare informatie gaat men vragen stellen. Dat dit soms tot wrijving lijdt, is een situatie waarin iedere moderne arts zich zal herkennen. Informatie op het internet is immers niet altijd op feiten en wetenschap gebaseerd. Hoe moeten we hiermee omgaan?

Meer vragen gesteld over behandelen

Dat er op een breed vlak in diverse maatschappelijke sectoren kritische vragen gesteld worden is niet per definitie verkeerd. De huidige trend is namelijk ook dat er een breder besef komt over gezondheid in het algemeen. Men stelt kritische vragen bij voeding, doet meer aan beweging en probeert de werk-privé balans meer te bewaken. Dat er dus ook meer vragen gesteld worden over het handelen van artsen is onvermijdelijk. Daardoor komt de vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts soms sneller onder druk te staan, omdat niet meer alles wat de arts zegt blindelings geaccepteerd wordt en er een beroep wordt gedaan op het zelfbeschikkingsrecht van de mens. Anderzijds verplicht het de arts om steeds meer vragen te stellen over zijn alledaagse handelen. De verandering in de maatschappij is van invloed op hoe we naar de tandheelkunde van de toekomst kijken. Ook binnen ons vak vinden overweldigende ontwikkelingen plaats. Hoe kunnen we die bezien in het licht van dit onderwerp? Welke behandelmethoden en visies zijn er die inspelen op en aansluiten bij de veranderende behoeften en
wensen van de maatschappij?

Het spanningsveld tussen biotechniek en bio-energetica

Allereerst dienen wij als artsen te beseffen dat er verschillende geneeskundige visies zijn (Bellavite, 2014). De meest gebruikelijke is de biotechnische manier van geneeskunde bedrijven. Kort samengevat houdt dit in dat de behandeling van een diagnose berust op westers wetenschappelijke methodiek. De diagnose wordt daarbij gesteld door een specialist met veel kennis over een specifiek gedeelte van het menselijk lichaam. De tweede manier van geneeskunde bedrijven is de bio-energetische manier. Hierin wordt doorgaans een holistische visie aangehouden en wordt diagnostiek bedreven op het totale lichaam in plaats van een specifiek gedeelte hiervan. Behandeling geschiedt doorgaans via homeopathie en/of natuurlijke methodes. Wanneer we de onderlinge verstandhouding van beide geneeskundige principes analyseren, kan gesteld worden dat er veel discussie heen en weer is over de juistheid van beide principes. De biotechniek verwijt de bio-energetica van kwakzalverij en quasi-wetenschap en de bio-energetica verwijt op zijn beurt weer dat biotechniek teveel naar een te specifiek deel kijkt voor diagnostiek en dat behandeling vooral berust op symptomen en niet op oorzaak.

Integrated medicine visie

Na een jarenlange patstelling verandert er nu iets. Een derde stroming van geneeskunde dient zich aan: de zogeheten ‘integrated medicine’ visie. Deze geneeskundige visie kenmerkt zich door holistische diagnostiek te combineren met evidence based handelen. Daarbij realiseert men zich dat de wetenschappelijke basis waarop wordt gehandeld verandert met de jaren en dat relativering en begrip van behandelingen en materialen dus cruciaal is voor de juiste toepassing ervan. Binnen de moderne tandheelkunde zullen de meeste behandelaars claimen dat zij biotechnisch en evidence based handelen. Veel tandartsen die preventie in de praktijk stimuleren en algehele anamneses afnemen, zullen echter al werken volgens integrated medicine visie, zonder dat zij dit eigenlijk beseffen.

Waarom kunnen we dit zeggen? Dit begint al met preventie bij de jonge patiënt. We leren de kinderen in de praktijk op de juiste manier te poetsen. We leggen uit hoe ze gaatjes krijgen en dat voeding en voedingsmomenten een belangrijke rol spelen in dit geheel. We letten erop dat ze neusademhaling hanteren en de juiste mondgewoontes aanleren voor een optimale kaakontwikkeling. Naarmate onze patiënten ouder worden, blijven we de mondhygiëne stimuleren en begeleiden waar nodig. Ook wanneer we een nieuwe patiënt voor het eerst in de stoel ontvangen, doen we een anamnese om goede diagnoses te kunnen stellen en voorspelbare toekomstplannen te maken. We stellen daarbij vragen als: Wat voor effect heeft het werk en privéleven op de patiënt, wat hebben grote levensgebeurtenissen voor effect gehad in het lichaam, wat zijn de mondgewoontes, hoe is het voedingspatroon, en wat is de tandheelkundige voorgeschiedenis? Allemaal factoren waar tandartsen zich nu al mee bezighouden en die passen binnen deze integrale visie.

De mond als belangrijk onderdeel van het lichaam

Het is duidelijk dat de mond een belangrijk onderdeel is van het menselijk lichaam. Tandheelkunde is tot op heden alleen nog wel een los onderdeel van de algehele gezondheidszorg, terwijl de mond en de goed doorbloede tongspier het begin vormen van het spijsverteringskanaal. Wanneer de spijsvertering niet goed verloopt, is dat bijvoorbeeld goed af te lezen aan de mond. Dat werkt ook andersom. Een onrustige mond veroorzaakt juist een slechte vertering. Vanuit de afdeling parodontologie op ACTA wordt nu al regelmatig probiotica geadviseerd voor goede bacteriebalans. Het is dus belangrijk om de mond niet als los onderdeel te zien maar als deel van het gehele lichaam. Ook de patiënten vragen steeds vaker van ons als behandelaars een holistische kijk te hanteren waarbij we nadenken over wat het effect is van ziekteprocessen en van behandelingen in de mond op het hele lichaam. Het is niet zonder reden dat op dit vlak de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan wordt, waarin wordt geconcludeerd dat de mond een spiegel is van de algehele gezondheid (Beukers et al, 2016; Loos et al, 2015).

De natuur als basis voor moderne technieken en esthetisch werken

Los van de veranderende geneeskundige filosofie, verandert ook onze kennis en visie op materialen. Als logisch gevolg hiervan is het belangrijk dat we er bewust van zijn wat voor materialen we in de mond stoppen. Er is tegenwoordig al veel keuze uit plastische en keramische materialen om metaalvrij te kunnen werken. Waarin voorheen in het kader van assemblage gehandeld werd (samenvoegen van verschillende elementen tot een eindresultaat), kiezen we tegenwoordig steeds vaker voor bio-engineering waarin we een matrix aanleveren, maar het lichaam zelf het eindresultaat laten bepalen. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld guided bone regeneration, een behandeling die breed wordt toegepast in de orale implantologie.

Door te kijken naar de verschillende materiaaleigenschappen gaan we ook automatisch nadenken over de omgeving en weefsels waarin deze materialen moeten functioneren. Hierin ligt de oorsprong van de bio-mimetica, een ander facet van natuurlijk werken. Hierbij wordt geprobeerd de weefsels zo natuurgetrouw en esthetisch mogelijk te restaureren in vorm, kleur en eigenschap. De BioMimeticstudyclub is een mooi voorbeeld van een groep tandartsen die proberen een element zo te restaureren dat deze zo optimaal en duurzaam mogelijk kan functioneren in de mond, of zoals ze zelf via diverse kanalen communiceren ‘restorative dentistry done right’. Tandartsen als Pascal Magne, David Alleman en Marco Gresnigt zijn erg trouw aan dit concept en doen hier veel baanbrekend onderzoek naar (Alleman et al, 2017). En biomimetica is niet alleen vertegenwoordigd in de kringen van
tandartsen en tandarts-specialisten, maar ook in de tandtechniek onder de noemer bio-emulatie. Waar we twee decennia geleden nog genoegen namen met metalen randen onder kronen en relatief witte en onnatuurlijke kleuren, tegenwoordig moet de kleur van een indirecte restauratie 1 op 1 zijn. Dit is heel goed mogelijk wanneer we wederom kijken en luisteren naar de natuur en haar biologische spelregels en deze combineren met moderne technieken zoals bijvoorbeeld eLab en Matisse. Hierbij wordt digitaal de kleur, helderheid en chroma gemeten en middels Matisse een recept aangedragen om de verschijning van een kroon 1 op 1 na te bootsen.

Door:
Maartje Damen-Brands en Jasper Thoolen, tandartsen en initiatiefnemers van het Natuurlijk 2019 congres dat op 11 oktober 2019 wordt gehouden in de Efteling.

De vraag: ‘Hoe natuurlijk werk ik?’ wordt behandeld tijdens het Natuurlijk 2019 congres. De sprekers en moderator van het congres zijn bezig geweest om antwoorden te zoeken op de hoofdvraag hoe duurzaam, voorspelbaar en efficiënt wij als tandartsen nu eigenlijk werken. Het congres geeft een praktische handleiding hoe een goede, volledige anamnese af te nemen waaruit een zo lichaamsvriendelijk plan kan rollen en waarbij we zo dicht mogelijk bij de natuurlijke materialen, anatomie van de kaak en elementen kunnen blijven. Het congres laat zien hoe we de gezondheid van de patiënt nog meer kunnen benaderen vanuit een integrale visie. Hierbij worden behandelmethoden besproken die de verschillende facetten van natuurlijk werken belichten, zowel op het gebied van esthetiek als vanuit de verschillende visies die in dit artikel zijn toegelicht.
Sprekers: Maarten de Beer, Marat Awdaljan, Maartje Damen-Brands, Ronald Muts, Jasper Thoolen.
Voor meer informatie over het congres kunt u terecht op www.natuurlijkcongres.nl

Gebruikte bronnen:
* Alleman DS, et al. The protocols of Biomimetic Restorative Dentistry: 2002 to 2017. Increade the longevity of restorations with the biomimetic approach. Inside Dentistry 2017; 64-73.
* Bellavite P. Homeopathy and integrative medicine: keeping an open mind, 2014. J Med Pers; 2015, 13:1–6
* Beukers NGFM, et al. Periodontitis is an independent risk indicator for atherosclerotic cardiovascular diseases among 60 174 participants in a large dental school in the Netherlands. J Epidemiol Community Health 2017;71:37–42. doi:10.1136/jech-2015-206745
* Loos BG, et al. Parodontitis en systemische ziekten – van wetenschap naar praktijk. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2015; 122: 542-548 doi: 10.5177/ntvt.2015.10.15134

Lees meer over: Kennis, Markttrends, Scholing, Thema A-Z
Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? & Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? & Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

4Dental Tandtechniek organiseert 4 klinische avonden voor tandartsen over de thema’s gebitsslijtage en digitaal afdrukken. Wij nodigen u graag uit om hierbij aanwezig te zijn.

Gebitsslijtage

Gebitsslijtage is een veelvoorkomend probleem, dat tijd en aandacht vraagt. Hoe herstelt u de beethoogte en de esthetiek bij uw patiënt? Direct, chairside met composiet, of indirect met behulp van CAD/CAM-techniek “table tops” uit hooggevulde en industrieel gepolymeriseerde composiet? Onze tandtechnici delen graag hun ervaringen met u.
Intra oraal scannen
Wilt u kennismaken met de uitgebreide mogelijkheden van een intra orale scanner? Wilt u zelf ervaren hoe het is om een mondscan te maken? Dan is deze presentatie echt wat voor u!

Programma:

19.00 uur Inloop
19.30 uur Behandeling gebitsslijtage met indirecte methode Charles Steneker, 4Dental Arnhem
20.15 uur Digitaal afdrukken Frank Tromp, Straumann
21.00 uur Pauze
21.15 uur Hands-on training mondscanner Frank Tromp, Straumann
Afsluitende borrel

Data en locaties:

Donderdag 19 september 4Dental Zwolle (vol)
Dinsdag 24 september 4Dental Amsterdam (vol)
Donderdag 3 oktober Hotel Breda Princeville, Breda
Donderdag 10 oktober 4Dental Service Lab Waalre

U kunt zich kosteloos aanmelden tot uiterlijk 1 week voor aanvang van betreffende datum, via de website: www.4dental.nl/education.

Bent u verhinderd, maar heeft u wel interesse in de onderwerpen? E-mail uw contactgegevens naar marketing@4dental.nl en wij nemen contact met u op.

Met vriendelijke groet,
4Dental Tandtechniek

Meer informatie en inschrijven Klinische thema-avond: Gebitsslijtage! En nu? &
Digitaal afdrukken: schrijf u snel in

Lees meer over: Afdrukmaterialen, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing

NVvE Najaarscongres: de endo start – 12 oktober, Amsterdam

De ‘start’ volgens Van Dale: start (de; m; meervoud: starts 1. (punt van) vertrek bij een wedstrijd: van start gaan beginnen. 2. wijze van vertrekken: een valse start; een vliegende start (a) start waarbij het punt dat als begin geldt in volle vaart verlaten wordt; (b) zeer voortvarend begin 3. begin: een start maken met iets.

Bij de endo-start hebben we het over het begin van de endodontische behandeling. En u weet, daar komt veel meer bij kijken dan even een element openen. Voorafgaand aan een endo-start stelt u onder andere differentiaaldiagnoses, bekijkt u röntgenbeelden, schat u de moeilijkheidsgraad in met bijvoorbeeld de DETI-score, loopt u occlusie en articulatie na en informeert u de patiënt zo goed mogelijk, en pas dan: starten maar!

Alles is goed voorbereid, het element lijkt verdoofd en u pakt de boor. Maar dan blijkt: het element is toch niet helemaal verdoofd, de kanalen zijn niet te vinden, het zicht is beperkt…

Hoe verdoof je eigenlijk optimaal? Met welke vijl kom je net wat makkelijker in dat kleine vierde kanaal? Welk instrument kun je nu het beste gebruiken om voorbij een extreme kromming te komen?

De klok tikt verder… Hoe krijg je de patiënt zo snel mogelijk pijnvrij? De wachtkamer zit vol, de druk is hoog!

Tijdens het NVvE-najaarscongres ‘De Endo Start’ op zaterdag 12 oktober komen de genoemde vragen en onderwerpen aan de orde. Want een goede start is het halve werk. Tot ziens op 12 oktober in Hotel Okura Amsterdam!

Ellemieke Hin
Voorzitter NVvE

Datum en locatie De endo start

12 oktober 2019
Hotel Okura Amsterdam

Programma

8:00 – 9:00
Ontvangst
Registratiebalie open

9:00 – 9:15
Opening
Inleiding door voorzitter Ellemieke Hin en voorstellen moderator dr. Peter Wetselaar

9:15 – 09:45
Hans Genet Lezing: genezing na revascularisatie; (on)voorspelbaar?
door Edwin Eggink

09:45 – 10:30
Endodontische radiologie: 2D versus 3D, casuïstiek en regelgeving
door Frédérique San Giorgi en dr. Reinier Hoogeveen

10:30 – 11:00
Pauze en bezoek exposanten

11:00 – 11:45
Anesthesie anno 2019: wat, hoe en waarmee?
door Luc Berden

11:45 – 12:30
De endo-start bij spoedgevallen
door Roberto Cristescu

12:30 – 13:45
Lunch en bezoek exposanten

13:45 – 14:30
De endodontische opening
door Roberto Cristescu

Endodontic file systems – parameters that influence file characteristics
door dr. Janine Conde

15:30 – 16:00
Pauze en bezoek exposanten

16:00 – 16:45
Occusale aanpassingen met behulp van een digitale occlusie-analyse kunnen pulpitisachtige klachten verhelpen
door dr. Hans van Pelt

16:45 – 17:00
Vragenronde en discussie
Uitwisseling van vragen, aanvullingen en ideeën.

17:00
Borrel

Meer informatie en inschrijven Najaarscongres NVvE

Lees meer over: Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Scholing

Mondhygiënisten hebben onvoldoende kennis behandeling zwangere vrouw

Mondzorgkunde studenten Angélique Alting Siberg en Nathalie Campfens onderzochten de mondhygiëne behandeling van de zwangere vrouw door mondhygiënisten in Nederland. De kennis, attitude, handelswijze en behoefte aan een Nederlandse richtlijn of bijscholing is tevens onderzocht om een aanbeveling te kunnen doen om de kwaliteit van de (mond)zorg te verbeteren.

Door heel Nederland werden mondhygiënisten verzocht deel te nemen, waaronder ook de lezers van dental INFO, met behulp van een publicatie met de link naar de enquête. Dertig korte enquêtevragen onderzochten de kennis, attitude, handelswijze en behoeften van de respondenten. Van de 58 respondenten waren er 54 vrouw en 4 man. Leeftijden lagen tussen de 20-40 of ouder dan 50 jaar.

Positieve attitude, onvoldoende kennis

Overall was de attitude over het behandelen van de zwangere vrouw positief (79%). Goede mondzorg tijdens de zwangerschap vonden de respondenten belangrijk. Echter bezaten de respondenten onvoldoende kennis, waarbij de kennisvragen over het antibioticagebruik tetracycline tijdens de zwangerschap (71%), het anders uitvoeren van de cariësbehandeling (79%) en de inhoud van de voedingsvoorlichting (71%) het meest incorrect zijn beantwoord.

38% van de respondenten die de 3-jarige opleiding Mondzorg volgden beantwoordden de vraag over de röntgenfoto’s tijdens de zwangerschap niet correct.

Alle 58 respondenten pasten onvoldoende de handelswijze toe; niemand had alle handelswijze vragen correct beantwoord. De vragen over het indien nodig aanbieden van een andere ligpositie van de patiënt (50%), door verwijzen naar de diëtist (62%) en doorvragen naar de thuissituatie (38%) werden het meest met ‘nooit’ beantwoord.

Verder bleek er behoefte te zijn aan een Nederlandse richtlijn (76%) en aan bijscholing (55%) over dit onderwerp. De onderzoekers zijn tevens van mening dat er meer onderzoek naar dit onderwerp nodig is.

Door:
Angélique Alting Siberg en Nathalie Campfens, mondzorgkunde studenten, Hogeschool Utrecht

Lees meer over: Kennis, Scholing