Succes en falen bij enkelvoudige composietrestauraties

Het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie in het front vormt een routine procedure in de dagelijkse praktijk. Met als uitdaging het realiseren van een minimaal invasief en duurzaam herstel in esthetiek en functie. Welke succes en faalfactoren spelen een rol?



Materiaalkeuze en kleurengamma
Bij het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie heeft de clinicus controle over de volgende factoren:

Materiaalkeuze
Er bestaan verschillende composieten die verschillen in sterkte, polijstbaarheid, kleurengamma en consistentie. Voor frontrestauraties bestaan er drie types composieten:

1. Microfijne composiet (vulstof 40-50 nm)
Een microfijn composiet kan optimaal gepolijst worden, behoudt zijn glans en geeft een goed esthetisch resultaat. Dit composiet is echter niet sterk genoeg voor zwaar belaste gebitselementen omwille van een verhoogd risico op chipping.

2. Microhybride composiet (vulstof 0.6-1micron, + microvulstof)

3. Nano-gevulde composieten (vulstof 5-100 nm): bevat sferische vulstofpartikels

4. Nano-hybriede composieten: combinatie van micro-hybried composiet en nanogevuld composiet.
Deze laatste 3 groepen van composieten zijn voldoende sterk voor frontrestauraties en kunnen ook in het posterieure gebied gebruikt worden. Deze materialen kunnen tot een goede oppervlakteglans gepolijst worden mist er voldoende tijd aan de polijstfase besteed wordt. Er bestaat een uitgebreid kleurengamma voor deze composieten.

Kleurengamma
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen dentine-composiet, voor het opbouwen van de dentine kern, en glazuur-composiet om de glazuurlaag te vervangen. Momenteel is er qua kleur veel mogelijk met composiet. Zo kunnen er onder andere incisale opalescenties, white spots en andere karakteriserende aspecten nagebootst worden.

Herstel van cervicale slijtage laesies
Cervicale laesies komen vrij vaak voor. Om esthetische redenen of gevoeligheidsredenen kan gekozen worden voor herstel. Dit wordt gedaan in de volgende stappen:

  • Opruwen dentine oppervlakte met diamantboor (terughoudend zijn bij mild of ultra-mild‘zelf-etsend’ adhesief in verband met het creëren van een te dikke smeerlaag).
  • Bevel maken van 1-2 mm.
  • Isolatie onder rubberdam of met behulp van een contourstrip, metalen matrix, retractiedraad of teflontape.
  • Selectief etsen met fosforzuur en gebruik maken van een mild twee stappen ‘zelf-etsend’ adhesief die een 10-MDP als functioneel monomeer bevat (voorkeur).
  • Composiet in laagjes opbouwen van cervicaal naar incisaal om polymerisatie krimp op te vangen en de juiste kleur te kunnen creëren (1. Opaak dentine; 2. Dentine)
  • Aanbrengen van een heel dun laagje glazuurcomposiet. Het is belangrijk het composiet zo goed mogelijk te modelleren zodat er zo min mogelijk afgewerkt hoeft te worden.
  • Restauratie afwerken en polijsten. De volgorde van grofheid van het afwerkingsinstrumentarium is hiervoor erg belangrijk en moet dus altijd opgevolgd worden.
  • Het onderhoud van de restauratie is medebepalend voor de levensduur van de restauratie. Randen kunnen worden bijgewerkt en gepolijst.

Cervicaal slijtage letsel onder kroon
De minst invasieve oplossing voor het behandelen van een cervicaal slijtage letsel onder een goed functionerende kroon, is het vervaardigen van een cervicale composiet restauratie. Dit gaat in de volgende stappen:

  •  Dentine oppervlakte opruwen met een diamantboor.
  •  Het opruwen van de kroonrand (2-3 mm bevel) met een diamantboor of met air-abrasion.
  •  Aanbrengen rubberdam. Dit wordt aangeraden in verband met de volgende stap.
  •  Aanbrengen van een zeer toxisch zuur op de kroon (HF-zuur (4.5%); Ceramic etch gel van Ivoclar). Dit toxische zuur mag absoluut niet op het dentine komen.
  •  Grondig afspoelen en drogen.
  •  Applicatie van silaan op porselein.
  •  Adhesief systeem aanbrengen op het worteloppervlakte en kroonrand.
  •  Composiet-lagen aanbrengen. Vaak voldoet alleen dentine-composiet goed voor de kleur. Eventueel kan bij een  bestaande VMK kroon de metalen rand of de verkleurde wortel gemaskeerd worden met vloeibare opaker.

Herstel van een kroonfractuur
Empress direct van Ivoclar vivadent kan hier goed voor gebruikt worden.

Hier volgen een aantal tips bij het herstellen van een kroonfractuur:

  • Maak gebitsmodellen en een diagnostische opwas.
  • Maak gebruik van een siliconensleutel vervaardigd op de diagnostische opwas .
  • Maak gebruik maken van gepersonaliseerde kleurensleutel.
  • Teflon tape kan gebruikt worden om elementen af te zonderen.
  • Een gecontoureerde plastic strip kan gebruikt worden voor de interproximale opbouw en voor de incisale opbouw kan gebruik worden gemaakt van de siliconensleutel.
  • Breng het dentine-composiet aan in lagen en creëer eventueel speciale effecten met een extra opalescent composiet of met een witte tint.
  • Vervolgens moet het glazuur-composiet aangebracht worden.
  • De restauratie wordt gepolijst. Eerst wordt met soflex en eventueel fijne diamantboren de proximale vormgeving zo ideaal mogelijk gemaakt. Daarna volgen de incisale rand, het vestibulaire vlak, de overgangshoeklijn en de glooiing/karakteristieken. Tot slot wordt er gepolijst met een brownie en greenie.

Lokale verkleuring in het front
Het liefst worden lokale verkleuringen zo minimaal invasief mogelijk verwijderd of gemaskeerd.

Post-orthodontische vlekken
Een mooie techniek om deze vlekken te maskeren is de lokale kunsthars-infiltratie, wat betekent dat het oppervlakte met waterstofchloorzuur (15%) wordt bewerkt. Hiervoor kan het product icon (DMG) gebruikt worden:

  •  Gebruik de Icon-ets en laat het 120 seconden inwerken. Spoel en droog het vervolgens.
  •  Gebruik ethanol om het extra te laten drogen. Bij applicatie van de ethanol moet men zien dat de vlek sterk verminderd is. Indien niet wordt de applicatie met HCl zuur herhaald (tot max. 3 keer)
  •  Breng de Icon-infiltrant aan en laat het 3 minuten inwerken. Polymerisatie
  •  Breng nog een laagje Icon-infiltrant aan gedurende 1 min (om de polymerisatiekrimp van de eerste laag op te vangen). Polymerisatie
  •  Tot slot kan er worden gepolijst.
    Deze techniek is zeer geschikt voor post-orthodontische vlekken. Bij diepe vlekken lukt een volledige maskering niet.

Hypomineralisatie vlekken
Wanneer er sprake is van hypomineralisatie-vlekken in het front – dit komt vaak voor bij iemand met kaasmolaren – dan kunnen deze geel/bruine vlekken het beste weggeboord worden en met composiet opgevuld worden.

Volledige verkleurde centrale bovensnijtand
Het maskeren van een volledige verkleurde centrale bovenincisief is lastig, helemaal wanneer het element duidelijk verkleurd is door bijvoorbeeld avitaliteit. Duidelijk gemaakt moet worden dat er wel verbetering mogelijk dmv een directe composietveneer, doch het eindresultaat zal nooit optimaal zijn. Om dit te bereiken is er een chamfer-preparatie nodig die voldoende interproximaal eindigt. Het maskeren van zware verkleuringen vergt 1 millimeter dikte voor het composiet. Maak gebruik van een vloeibare opaquer, doch deze mag niet thv de preparatieranden komen. Vervolgens kan het dentine-composiet aangebracht worden en kunnen de mamelons gecreëerd worden. Na het aanbrengen van extra karakterisaties wordt het glazuurcomposiet aangebracht.

Samenvatting

  • De huidige composietrestauraties zijn behoorlijk duurzaam, indien een correcte klinische procedure wordt gevolgd.
  • Patiëntfactoren zijn mede verantwoordelijk voor de duurzaamheid.
  • Voor een zo voorspelbaar mogelijk resultaat is het belangrijk dat het kleurengamma van het composiet gekend is, dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de kleur-analyse, kleuropbouw, vormgeving en afwerking van de restauratie.

Prof. Dr. Marleen Peumans studeerde in 1987 af aan de KULeuven waarna zij de post-graduate opleiding tot Tandarts-specialiste volgde. In 1997 promoveerde zij. Haar bijzondere aandacht gaat uit naar het herstel van elementen met adhesieve restauratiematerialen en het klinisch gedrag van deze restauraties. Verschillende nationale en internationale publicaties zijn verschenen betreffende veneer restauraties, composietrestauraties in de frontregio en de levensduur van adhesieve restauraties. Vanaf 2004 is zij full-time werkzaam als Tandarts Adjunct Afdelingshoofd op de afdeling Conserverende Tandheelkunde (UZ-Leuven), en is deeltijds hoofddocent aan de KU Leuven.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van Bureau Kalker.




Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *