Geld

Hoe financiert u uw sabbatical?

Misschien droomt u er wel eens van: een halfjaar of zelfs een jaar stoppen met uw gewone werk om eens iets compleet anders te gaan doen, zoals vrijwilligerswerk in het buitenland of een wereldreis maken. In samenspraak met uw werkgever kunt u daarvoor een sabbatical opnemen. Naast de praktische invulling moet u ook goed nadenken over de financiële aspecten van uw verlof. Er zijn verschillende manieren om dat te bekostigen.

Levensloopregeling
De belangrijkste financieringsmethode voor uw sabbatical is de levensloopregeling, een fiscale regeling die sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode van onbetaald verlof voordeliger maakt. Daarbij wil ‘onbetaald’ zeggen dat de werknemer geen salaris ontvangt, maar in plaats daarvan een uitkering uit zijn eigen levenslooptegoed. Heel in het kort houdt de levensloopregeling in dat uw werkgever jaarlijks maximaal 12 procent van uw brutoloon stort op een speciale spaarrekening die op uw naam staat. Daarnaast kan uw werkgever bijdragen aan uw levensloopregeling. Hij is daar echter niet toe verplicht. U kunt uw geld onderbrengen bij een verzekeraar, een bank, een dochter van een pensioenfonds of een beheerder van een beleggingsinstelling. Een snelle rekensom leert dat u na vier jaar 12 procent sparen een halfjaar verlof kunt opnemen tegen 100 procent van uw salaris. Sparen via een levensloopregeling is fiscaal gunstig; u hebt jaarlijks recht op een korting op uw inkomstenbelasting van maximaal € 195. U krijgt dat bedrag uitgekeerd als u geld opneemt van uw levenslooprekening. Wat betreft uw pensioenopbouw: wettelijk gezien zou die tijdens uw sabbatical volledig door moeten lopen – controleer voor de zekerheid uw CAO of vraag ernaar bij uw werkgever. Uitgebreide informatie over de levensloopregeling vindt u bij de Belastingdienst en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Spaargeld
De levensloopregeling heeft als nadeel dat het een paar jaar duurt voor u voldoende kapitaal heeft opgebouwd om uw sabbaticalplannen financieel te kunnen realiseren. U kunt natuurlijk ook ander spaargeld of een eventuele erfenis voor dat doel inzetten, eventueel in aanvulling op een levensloopregeling.

Sponsoring en fondsenwerving
Als u uw sabbatical gebruikt om vrijwilligerswerk te doen voor een goed doel, dan kunt u overwegen om u te laten sponsoren door particulieren (familie en vrienden). Laat uw sponsors wel weten wat er met hun geld gebeurt door middel van een website of nieuwsbrieven. U kunt ook fondsen werven bij bedrijven, de overheid of bestaande fondsen zoals het Oranje Fonds, het Prins Bernhard Fonds. De site van Vrijwilligerswerk.nl heeft veel informatie over fondsenwerving.

Bron:
ING

 Mrt 2010

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
pensioen

Pensioentips

Er is veel te doen over pensioenen tegenwoordig. We moeten langer doorwerken en door de crisis zijn veel pensioenfondsen en verzekeraars in de problemen gekomen. Drie pensioentips voor een onbezorgde oude dag voor de dga.

Let op pensioenindexatie bij echtscheiding

Door rechtspraak in de afgelopen jaren is echtscheiding voor de dga, die pensioen in eigen beheer opbouwt, een soort tijdbom onder zijn onderneming geworden. In geval van echtscheiding geldt als hoofdregel de standaardvereveningsregeling van pensioen. Volgens deze regeling heeft de ex-partner recht op 50% van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen, alsmede op het gehele opgebouwde nabestaandenpensioen.

De ex-partner zal over het algemeen de pensioenrechten waarop hij/zij recht heeft liever niet in de risicosfeer van de onderneming wensen. Tot begin 2007 kon de ex-partner slechts afstorting buiten de onderneming eisen indien de gerede kans bestond dat de pensioengelden op de pensioeningangsdatum niet meer aanwezig zouden zijn. Vanaf 2007 is dit gewijzigd en kan de ex-partner altijd afstorting eisen. De onderneming mag dit weigeren indien zij niet beschikt over voldoende liquide middelen om het pensioen af te storten, en hiervoor ook geen geld kan lenen.

Tot zover zijn er nog geen problemen. Die steken pas de kop op als er in de pensioenregeling sprake is van een open geïndexeerd pensioen. Bij de meeste pensioenen die in eigen beheer worden opgebouwd is dit het geval. Bij een open geïndexeerd pensioen wordt het pensioen na de pensioeningangsdatum niet jaarlijks met een vast percentage verhoogd, maar met een door het CBS vastgesteld indexcijfer (loonindex of prijsindex). Het probleem is dat deze indexatie fiscaal niet mag worden geïndexeerd op de balans. Deze verplichting is dus ook niet terug te vinden op de balans, hiervoor is ook geen reserve opgebouwd.

Deze indexatie is echter wel aan de pensioengerechtigde toegezegd. Afzien van deze indexatie betekent dat er wordt afgezien van pensioen. Daar staat een fiscale sanctie op. Indien de indexatielast in de pensioenverplichting tot uitdrukking wordt gebracht, zal de wettelijke verplichting circa 1,5 tot 2 keer hoger uitvallen dan de fiscale, op de balans aanwezige, pensioenverplichting. De werkelijk uit te keren verplichting aan de ex-partner zal dus dubbel zo hoog zijn, en ongeveer gelijk zijn aan het gehele pensioen dat voor beide partners fiscaal op de balans is gereserveerd.

Een toegezegde na-indexatie zal bij echtscheiding een ‘wolf in schaapskleren’ blijken te zijn. Het valt te overwegen de pensioentoezegging daarom aan te passen, in die zin dat toekomstige pensioenaanspraken niet meer geïndexeerd zullen worden. Doe dit tijdig en op een juiste wijze.

Overigens is een standaardverevening van het pensioen vaak niet eens de beste wijze om de pensioenrechten te verdelen. Het ligt meer voor de hand om te kiezen voor zogenaamde conversie van de pensioenrechten, waarbij de ex-partner eigen pensioenrechten krijgt, en deze kan onderbrengen in een eigen besloten vennootschap. Dit is aantrekkelijk als het om een aanmerkelijk pensioenkapitaal gaat. Laat u hierbij begeleiden door een pensioenadviseur.

Stap over op een middelloonregeling

Als u pensioen in eigen beheer opbouwt is de kans groot dat u een eindloonregeling heeft. Bij de eindloonregeling vindt, met terugwerkende kracht, pensioenopbouw plaats over het laatst genoten salaris. Met deze regeling bouwt u, indien u regelmatig uw salaris verhoogt, het hoogste pensioen op.
Ontvangt u al het fiscaal optimale salaris, en bent u niet van plan uw salaris verder te verhogen, dan kunt u een hoger pensioen bereiken door de eindloonregeling te vervangen door de middelloonregeling. Bij een middelloonregeling wordt elk jaar pensioen opgebouwd over het in dat jaar daadwerkelijk genoten salaris. In een eindloonregeling kunt u maximaal 2% pensioen opbouwen over de pensioengrondslag, terwijl dit percentage in de middelloonregeling 2,25% bedraagt. Bij een overstap van de eindloonregeling naar een middelloonregeling wordt het percentage van 2,25% toegepast vanaf het moment dat de nieuwe pensioenregeling van kracht is. Een rekenvoorbeeld laat het verschil zien.

Voorbeeld 1: Eindloonregeling vs middelloonregeling bij een stijgend salaris

Salaris jaar 1: 40.000 euro
Salaris jaar 2: 50.000 euro
Salaris jaar 3: 60.000 euro
AOW-franchise: 18.000 euro

Pensioenopbouw in een eindloonregeling:
(60.000 – 18.000) * 2% * 3 jaren = €2.520

Pensioenopbouw in een middelloonregeling:
(40.000 – 18.000) * 2,25% = 495
(50.000 – 18.000) * 2,25% = 720
(60.000 – 18.000) * 2,25% = 945

Totaal: €2.160

In dit voorbeeld bereikt u met een eindloonregeling een hogere pensioenopbouw (€2.520 vs €2.160).

Voorbeeld 2: Eindloonregeling vs middelloonregeling bij een gelijkblijvend salaris
Stel nu dat uw salaris drie jaar lang 60.000 euro bedraagt.

Pensioenopbouw in een eindloonregeling bedraagt dan wederom €2.520

Pensioenopbouw in een middelloonregeling:
(60.000 – 18.000) * 2,25% * 3 jaren = €2.835

In dit voorbeeld kunt u bij een gelijkblijvend salaris met een middelloonregeling een hoger ouderdomspensioen opbouwen (€2.835 vs €2.520).

Verzeker uw pensioen bij arbeidsongeschiktheid

Pensioenopbouw in eigen beheer kent een risico dat door velen onvoldoende wordt onderkend: bij arbeidsongeschiktheid stopt ook de pensioenopbouw.

Wanneer een ‘gewone’ werknemer arbeidsongeschikt raakt, gaat de financiering van het pensioen gewoon door, ondanks dat het dienstverband wordt beëindigd. Daarvoor sluit de werkgever een aanvullende verzekering af, dat recht geeft op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. De voortzetting van de pensioenopbouw voor de werknemer komt in dat geval voor rekening van de verzekeraar.

In de Model Pensioenovereenkomst van de Belastingdienst staat dat de bv het pensioen van de dga zal blijven financieren indien de dga arbeidsongeschikt wordt. Dit kan grote financiële gevolgen voor de bv hebben, zeker als de arbeidsongeschiktheid van de dga ruim voor de pensioendatum intreedt. De bv is dan verplicht tot aan de pensioendatum ouderdomspensioen op te bouwen. Maar dan moet ze wel over voldoende financiële middelen, of voldoende inkomsten beschikken.

Veel bv’s verzekeren wèl het risico van arbeidsongeschiktheid zodanig dat daarmee het inkomen van de dga tot aan de pensioendatum is gewaarborgd. Ze houden er echter geen rekening mee dat ook de pensioendotatie moet worden voortgezet. Veelal voorziet de verzekering in onvoldoende uitkering om ook deze pensioenlasten te kunnen dragen.

Het is daarom raadzaam om bij de bepaling van het (totale) risico van arbeidsongeschiktheid niet alleen rekening te houden met voldoende inkomen tot de pensioendatum, maar ook de financiering van het pensioen zelf voldoende te waarborgen.

Uiteraard is dit niet nodig als de bv over voldoende financiële middelen beschikt. De ervaring leert echter dat met name voor de jonge dga het risico van arbeidsongeschiktheid veelal wordt onderschat. Voldoende verzekeren is dan ook het advies. Heeft de bv eenmaal genoeg financiële middelen om het pensioen zelf op te bouwen, dan kan de verzekering worden opgezegd.

Bron
Zibb

Bij echtscheiding letten op uw pensioenindexatie: Edzo Boven, pensioenadviseur bij Grant Thornton in Woerden
Stap over op een middelloonregeling: Ginie Hamhuis, fiscalist bij Berk in Zwolle
Verzeker u pensioen bij arbeidsongeschiktheid: Frank Hoffmans, pensioenadviseur in Klap in Amsterdam

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Geld

NZa wil collectief onderhandelen zorgverzekeraars afschaffen

De Nederlandse Zorgautoriteit wil collectief onderhandelen door zorgverzekeraars afschaffen. Daarvoor pleit de toezichthouder in het visiedocument Inkoopmacht en collectief onderhandelen.

Nu kopen zorgverzekeraars de zorg in het A-segment en de curatieve GGZ in volgens het representatiemodel. Daarbij onderhandelen de verzekeraar met het grootste marktaandeel in de regio en een vertegenwoordiger van de andere verzekeraars met de zorgaanbieders over de hoeveelheid en de kwaliteit van de te leveren zorg. Dat model staat volgens de NZa haaks op de gewenste marktwerking. Het moet dus worden afgeschaft als prestatiebekostiging wordt ingevoerd.

Spelregels
De NZa stelt spelregels op over hoe de betrokken partijen in de nieuwe situatie met elkaar moeten omgaan tijdens de onderhandelingen. Nu klagen zorgaanbieders over de te grote inkoopmacht van verzekeraars. Uit onderzoek van RBB Economics en Freshfields Bruckhaus Deringer in opdracht van de marktmeester, blijkt dat verzekeraars inderdaad inkoopmacht hebben. In de ogen van de NZa pakt dit gunstig uit voor de consument indien de verzekeraars het behaalde voordeel doorberekenen aan hun verzekerden. Daarvoor is concurrentie tussen zorgverzekeraars noodzakelijk. De zorgplicht van de verzekeraar voorkomt daarbij dat de verzekeraars een te grote inkoopmacht krijgen.

Bron
Mednet

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Geld, pot

Nieuw boekje geeft inzicht in eerste loonstrook

De eerste loonstrook van 2010 is deze maand bij miljoenen Nederlanders op de mat gevallen. De meeste werknemers die geen loonsverhoging hebben gekregen, zijn er netto iets op achteruitgegaan, blijkt uit berekeningen van ADP. Dit komt met name door een hogere loonheffing. Voor veel Nederlanders is het niet duidelijk hoe alle inhoudingen precies worden berekend en waar deze voor staan.

Inzicht in Inkomen
Om hen inzicht te bieden in hun inkomen, geeft ADP voor de vijfde keer het boekje Inzicht in Inkomen uit. Het boekje is tot stand gekomen in samenwerking met het NIBUD en geeft uitleg over alle facetten van het loonstrookje. Begrippen als ‘Bijdrage ZVW WG’ en ‘Loon SV’ worden niet alleen uitgelegd, het boekje geeft ook inzicht in hoe deze bedragen tot stand komen. Verder biedt het boekje een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in wet- en regelgeving ten opzichte van vorig jaar. Ook worden er tips gegeven over belastingvoordelen en omgaan met geld. In 2010 wordt bijvoorbeeld geen Wegenbelasting, BPM of bijtelling betaald voor elektrische auto’s met 0 procent CO2-uitstoot. Met praktische voorbeelden worden de gevolgen van ingewikkelde wet- en regelgeving uitgelegd.

Koopkracht daalt
“Wanneer we loonsverhogingen buiten beschouwing laten, gaat in 2010 vrijwel iedereen er in nettoloon iets op achteruit. Bovendien daalt de koopkracht dit jaar,” zegt Dik van Leeuwerden, manager van het Kenniscentrum Wet- en Regelgeving bij ADP. “Een goed begrip van verschillende belastingen en overige wet- en regelgeving rond de primaire, maar ook secundaire arbeidsvoorwaarden, kan het netto besteedbaar inkomen van werknemers behoorlijk verbeteren.”

Waar verkrijgbaar?
Het boekje is binnenkort verkrijgbaar bij onder andere Boox.nl voor een adviesprijs van € 6,95.

Naast het boekje, heeft ADP Nederland ook een flashpresentatie ontwikkeld die uitleg geeft over alle onderdelen van de nieuwe loonstrook.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Experiment vrije prijsvorming mondzorg lijkt van de baan

Het experiment met vrije prijsvorming in de mondzorg gaat vrijwel zeker niet door. De NZa heeft voor het experiment geen capaciteit en financiële middelen beschikbaar gesteld in het werkplan voor 2010.

NMT en ANT teleurgesteld
De NMT en ANT zijn teleurgesteld over de gang van zaken. Beide organisaties hebben al de nodige energie gestoken in de voorbereidingen van het experiment. Minister Ab Klink van VWS moet formeel nog een besluit nemen over het werkplan. De NMT heeft de minister met het oog hierop begin januari een brief gestuurd met het dringende verzoek heet experiment toch van start te laten gaan. Zowel de NMT als de ANT hebben weinig hoop dat het experiment zal doorgaan. Volgens een woordvoorder van VWS is het moeilijk in te schatten wanneer Klink een beslissing neemt.

Vrije prijsvorming orthodontie ook van de baan
Het mogelijk afblazen van het experiment betekent ook dat vrije prijsvorming in de orthodontie van de baan is. De minister heeft vorig jaar aangegeven dit te willen koppelen aan het experiment voor de hele mondzorg.

Bron: Nederlands Tandartsenblad

Lees meer over: Actueel, Financieel, Ondernemen, Thema A-Z
sparen

Zakelijk sparen, 1 website met alle aanbieders

Er is een nieuwe website die alle zakelijke spaarrekeningen voor u op een rijtje heeft gezet. Niet alleen heel handig, maar door hier gebruik van te maken kunt u op uw spaargeld wellicht ook weer een fatsoenlijk rendement behalen.
Het overzicht van alle zakelijke spaarrekeningen is te vinden op de website Spaarbankveranderen.nl De makers van de website hebben er volgens een bericht op Bizz meerdere weken over gedaan om een compleet beeld van de soms ondoorzichtige rentepercentages te verkrijgen.

Voor particulieren was op deze site al langer te vinden waar de beste rentes tegen de beste voorwaarden aangeboden worden (klik hier voor de beste particuliere spaarrekeningen).

Wisselen omslachtig of winstgevend
Hoewel het wellicht omslachtig lijkt om er weer een bankrekening bij te hebben voor uw spaartegoeden zijn de verschillen soms meer dan 2% en dat is zelfs bij een beperkt saldo al snel winstgegevend om een uurtje aan te spenderen.

In elk geval kunt u van een ding zeker zijn, als uw bank in het rode gedeelte van de rentepercentages op de ranking van de website staat, bent u een dief van uw eigen portemonnee als u niet snel actie onderneemt om uw spaargeld elders onder te brengen.

Bron
Specialistenplan.nl

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Tijd - geld

Meewerkende echtgenote heeft recht op zelfstandigenaftrek

Zelfstandigenaftrek voor meewerkende echtgenote tandarts
De echtgenote van een tandarts heeft recht op zelfstandigenaftrek omdat de door haar verrichte werkzaamheden in de tandartsenpraktijk voor meer dan 30% bestaan uit niet-ondersteunende werkzaamheden.

Commanditaire vennootschap
De echtgenote werkt samen met haar man, een gediplomeerd tandarts, sinds 1978 in een tandartsenpraktijk. Vanaf 1 januari 1998 wordt de praktijk uitgeoefend in de vorm van een commanditaire vennootschap tussen het echtpaar(beiden beherend vennoot) en een bv. De echtgenote is gerechtigd tot 30% van de winst, haar man tot 65% van de winst en de bv tot 5% van de winst van de commanditaire vennootschap (De commanditaire vennootschap (cv)).

Tandartsenpraktijk
De praktijk bestaat uit drie onderdelen: een reguliere praktijk, een kliniek voor cosmetische behandelingen en een zogenaamde bleekpraktijk. De echtgenote heeft de leiding over de totale praktijk en verricht deels zelf de bleekbehandelingen. Voor de periode 2001 – 2005 is in geschil of zij terecht aanspraak maakt op de zelfstandigenaftrek.

Aard werkzaamheden bepalend
Gezien het aantal gewerkte uren, voldoet de echtgenote aan het urencriterium van meer dan 1.225 uur (Urencriterium). Waar het hier om gaat is de vraag of haar werkzaamheden hoofdzakelijk (meer dan 70%) van ondersteunende aard zijn. In dat geval zou zij geen recht hebben op zelfstandigenaftrek.

Niet-ondersteunende werkzaamheden
Rechtbank Arnhem beslist dat de werkzaamheden van de echtgenote voor meer dan 30% bestaan uit niet-ondersteunende werkzaamheden (Fiscaal voordeel bij man-vrouwfirma). Voor het bleken van tanden is geen beroepskwalificatie vereist, zodat deze werkzaamheden kwalificeren als hoofdwerkzaamheden. Het inwerken door de echtgenote van nieuwe tandartsen en de overige personeelszaken zijn ook aan te merken als hoofdwerkzaamheden. Het maakt niet uit dat de uren die zij hier aan besteedt niet (direct) declarabel zijn. De echtgenote heeft recht op zelfstandigenaftrek.

Bron: Plein+ , Medisch ondernemen

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Personeel
Zwanger

Zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen

Uitkering zwangere zelfstandig ondernemers
In tegenstelling tot zwangere werkneemsters hadden zelfstandige ondernemers geen enkele uitkering wanneer zij zwanger waren. Sinds vorig jaar hebben zij ook recht op een uitkering op basis van de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Hoe werkt dat?

Hoe lang krijgt u een ZEZ-uitkering?
Gedurende de periode van zwangerschap en bevalling heeft u minimaal zestien weken recht op een uitkering. Elke week krijgt u recht op een uitkering voor vijf werkdagen. Die uitkering kan tussen de zes en vier weken vóór de bevalling ingaan. U heeft altijd recht op een uitkering tien weken ná de bevalling. Maar dat kan onder omstandigheden ook langer zijn.

Hoe hoog is de uitkering?
De uitkering die u krijgt, hangt af van uw inkomen in het voorafgaande kalenderjaar. Die uitkering is echter nooit hoger dan het minimumloon. U krijgt daarnaast ook nog eens 8 procent vakantietoeslag over de ZEZ-uitkering. Dat bedrag krijgt u als de ZEZ-uitkering eindigt, tenzij uw ZEZ-periode in de maand mei valt. In dat geval wordt de vakantie-uitkering uitbetaald dat u tot en met april hebt opgebouwd.

Minstens 1.225 uur?
Zelfstandigen die in het voorafgaande jaar minstens 1.225 uur werken, krijgen een uitkering van maximaal het wettelijk minimumloon. Voor zelfstandigen die minder dan 1.225 uur werken, hangt de uitkering af van de winst/inkomsten in het jaar voordat de uitkering wordt uitgekeerd.

Heeft mijn vrijwillige verzekering invloed op de hoogte van de uitkering?
In principe krijgt u alleen een ZEZ-uitkering als deze hoger is dan de uitkering uit de vrijwillige verzekering. Als u vrijwillig verzekerd bent voor een bedrag van 65 euro per dag, krijgt u geen ZEZ-uitkering. De polisvoorwaarden en wachttijden van de vrijwillige verzekering zijn per verzekeringsmaatschappij verschillend.

Baby te vroeg geboren?
Is de baby te vroeg geboren (zelfs nog voordat de uitkering is ingegaan), dan houdt u toch recht op zestien weken uitkering in totaal. Die uitkering gaat dan de dag ná de bevalling in.

Baby komt later dan uitgerekend
Komt de baby later dan de uitgerekende datum, dan heeft u toch nog recht op tien weken uitkering ná de dag van de bevalling. Op deze manier kunt u dus langer dan zestien weken een uitkering krijgen.

Hoe vraag je de ZEZ-uitkering aan?
De ZEZ-uitkering kunt u twee weken vóór de gewenste ingangsdatum aanvragen bij het UWV via het formulier Aanvraag ZEZ-uitkering voor zwangere zelfstandigen. Dit formulier is te downloaden op uwv.nl.
Met de aanvraag moet u een zwangerschapsverklaring van de huisarts of verloskundige meesturen. Daarnaast stuurt u een kopie van de aanslag inkomstenbelasting over het afgelopen belastingjaar op.

Bescherming moeder en kind
De belangrijkste reden voor de wetgever om tot deze regeling te komen is de bescherming van moeder en kind. Veel vrouwelijke zelfstandigen verzekerden zich niet tegen inkomensverlies door zwangerschap en bevalling. De nieuwe regeling vermindert de financiële noodzaak voor zelfstandigen om tijdens de zwangerschap lange tijd door te werken en na de bevalling weer snel te beginnen. Eerder heeft de rechter vastgesteld dat de regering op grond van internationale verplichtingen geen plicht heeft om met een regeling te komen voor zwangere zelfstandigen. De regeling geldt ook voor de meewerkende echtgenoot van een zelfstandige.

Wet arbeid en zorg
Het recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen is geregeld in de Wet arbeid en zorg. De regeling wordt uitgevoerd door de UWV.

Bronnen: Ministerie WVS, Zibb.nl

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Reiskostenvergoeding?

Onbelast?
Werknemers met een vaste arbeidsplaats mag u een vaste reiskostenvergoeding geven. Deze kilometervergoeding kunt u hanteren voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke ritten. Vergoedingen van € 0,19 of minder per kilometer zijn onbelast. Ook hoeft u daar geen premie over te betalen. Als een vergoeding hoger is dan € 0,19 per kilometer, wordt het deel dat hoger is door de Belastingdienst als loon gezien.

Wat moet u doen?
De hoogte van de vergoeding moet overeenkomen met het daadwerkelijk aantal gereden kilometers. Uitgangspunt voor de berekening is het aantal werkdagen op jaarbasis, verminderd met 54 dagen voor vakantie, ziekte en dergelijke. Voor personeel in deeltijd moet u de regeling naar evenredigheid toepassen. Dit kunt u ook doen om een vaste vergoeding per week of maand te bepalen.

Nacalculatie
Als de reisafstand voor het woon-werkverkeer meer dan 150 kilometer bedraagt, bent u verplicht om de vergoeding op basis van nacalculatie toe te kennen. Dit houdt in dat u aan het einde van het kalenderjaar het exacte aantal gereden kilometers bepaalt. Als uw werknemer regelmatig naar andere plaatsen dan de vaste werkplek reist, kunt u de vergoeding ook op basis van nacalculatie berekenen.

Bron: www.antwoordvoorbedrijven.nl

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Personeel
prijzen

Vrije prijzen mondzorg

NZa: vrije prijzen mondzorg 2011
De prijzen voor mondzorg kunnen worden vrijgegeven per uiterlijk 1 januari 2011 in de vorm van een 5-jarig experiment. Randvoorwaarde is dat de prestatiebeschrijvingen tijdig zijn aangepast en de daarbij behorende kwaliteit en prijs transparant zijn voor de consument. Deze moet bovendien tijdig zijn voorbereid op zijn nieuwe rol op een markt met vrije prijzen. Dit schrijft de NZa in haar advies aan de minister van VWS over de bekostigingstructuur mondzorg.

Onderzoek
De NZa onderzocht op verzoek van de minister of aanpassing van de bestaande structuur van bekostiging van mondzorg voordelen kan opleveren voor de consument op het gebied van kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van mondzorg. De vraag of vrije prijzen daarbij wenselijk zijn, is eveneens in het onderzoek meegenomen. Na uitgebreide consultatie van marktpartijen is de NZa tot de conclusie gekomen dat vrije prijsvorming voordelen voor de consument kan opleveren. Zo kan marktwerking leiden tot een betere prijs/kwaliteitverhouding en biedt een markt met vrije prijzen meer ruimte voor innovatieve zorg.

Transparantie
De NZa stelt wel belangrijke randvoorwaarden aan het vrijgeven van de prijzen voor mondzorg op het gebied van transparantie. Zo moeten onder meer stappen zijn gezet om kwaliteitsindicatoren voor mondzorg te ontwikkelen en moeten deze beschikbaar en toegankelijk zijn voor de consument. Ook moeten behandelingen voor de consument in begrijpelijke prestaties zijn beschreven. Behandelaars moeten daarnaast hun standaardprijslijst openbaar maken en deze op een landelijke website publiceren. Ook dient de behandelaar voorafgaand aan de behandeling een prijsopgave te verstrekken voor behandelingen vanaf € 150 of wanneer de consument hier uitdrukkelijk om vraagt.

Voorbereiding consument
Een randvoorwaarde voor vrije prijsvorming is daarnaast dat consumenten goed voorbereid moeten zijn op de nieuwe situatie waarin zij worden geacht zelfstandiger keuzes te maken. Dit kan bijvoorbeeld via een publiekscampagne. Ook aanbieders en verzekeraars moeten goed worden voorbereid op hun nieuwe rol. Als het veld in staat is versneld aan de door de NZa gestelde randvoorwaarden te voldoen, is invoering van vrije prijzen eerder dan 2011 een mogelijkheid.

Experiment 5 jaar
De NZa adviseert vrije prijsvorming in te voeren in de vorm van een experiment voor de duur van 5 jaar. Dit maakt het mogelijk om bij ongewenste ontwikkelingen waarbij het consumentenbelang geschaad wordt weer tot regulering van de markt over te gaan. Ook kan de NZa maatregelen treffen om een goede werking van de markt te bevorderen. Ingrijpen door de NZa kan nodig zijn als er bijvoorbeeld onverklaarbare prijsstijgingen optreden, de toegankelijkheid in gevaar komt of de kwaliteit van de zorg verslechtert.
Om deze ontwikkelingen nauwgezet te kunnen volgen, stelt de NZa voor de markt de komende jaren intensief te monitoren. Mocht uit deze monitor blijken dat de markt in evenwicht is en vrije prijzen vooral voordelen voor de consument opleveren, dan kan ook worden besloten eerder tot definitieve liberalisering van de markt over te gaan.

Meer informatie
Visiedocument Bekostigingsstructuur mondzorg (maart 2009)
TNS NIPO onderzoek naar transparantie in de mondzorg (januari 2009)

Bron:
allepersberichten.nl
www.nza.nl

Lees meer over: Actueel, Communicatie, Financieel, Management, Ondernemen, Thema A-Z