PPodcast: de inspanningsloze praktijk – met Ron Steenkist en Michiel Buis

Podcast: de inspanningsloze praktijk – met Ron Steenkist en Michiel Buis

Tandarts-ondernemer Ron Steenkist gaat deze podcast-aflevering weer in gesprek met een collega. Ditmaal is Michiel Buis te gast. Buis studeerde tandtechniek in België, maar vertrok kort daarna naar Nederland. Eerst voor een studieplaats A.C.T.A. in Amsterdam. Daarna om, na wat omwegen, een tandartspraktijk in Epe te beginnen.

De Kliniek van Buis heeft 11 kamers, 39 medewerkers, eigen tandtechniek en zelfs een eigen gezondheidscentrum. Het verhaal van Buis is er een van een bijzondere tandarts met een bijzondere visie. En natuurlijk geeft Buis nog wat tips mee aan jonge tandartsen. Genoeg reden om te luisteren, dus!

Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast

In de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast gaat Ron Steenkist elke aflevering in gesprek met een collega die zijn praktijkvisie en -voering hebben beïnvloed. De gespreksonderwerpen lopen uiteen van financiën en agenda-planning, tot marketing en leiderschap. Eerder ging Steenkist bijvoorbeeld al in gesprek met Astrid Stijger, over het verhogen van het ‘Dental IQ’ van haar patiënten. De podcast is o.a. te vinden op Spotify en in Apple Podcasts.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Mondzorgpraktijk-van-nul-patiënten-naar-derde-behandelkamer

Mondzorgpraktijk: van nul patiënten naar derde behandelkamer

Als vrijgevestigd mondhygiënist kun je tevreden zijn met je solopraktijk, maar je kunt je praktijk ook steeds verder uitbreiden. Dat laatste deed Melissa Boekhoud-Link, mondhygiënist in Hoogvliet Rotterdam. Onlangs realiseerde ze haar derde behandelkamer. Ze vertelde aan dental INFO hoe dat in zijn werk ging.

Hoe ben je begonnen met je mondzorgpraktijk?

“In 2009 heb ik de opleiding Mondzorgkunde te Utrecht afgerond, daarvoor heb ik de opleiding tandartsassistente gedaan. Al tijdens mijn opleiding had ik de wens om een eigen praktijk te openen. Eerst heb ik een aantal jaar werkervaring opgedaan bij een tandartspraktijk en een vrijgevestigde mondhygiënist. Daar werd voor mij bevestigd dat ik het inderdaad zo leuk vond als ik dacht. Op een avond in maart 2013 kwam ik na werk thuis en zei tegen mijn vriend (nu man): “Ik ben er klaar voor, ik ga mijn praktijk openen!” Nog dezelfde maand heb ik mijn ondernemingsplan geschreven en daarna zijn we naar apparatuur, behandelstoel etc. gaan kijken. Daar zat ik dan als 25-jarige bij de bank met mijn ondernemingsplan. Enkele tijd later had ik een pand gevonden en kon de verbouwing beginnen. Eind 2013 is mijn wens uitgekomen en is Mondzorgpraktijk Briljant geopend in Hoogvliet Rotterdam.”

Waarom heb je ervoor gekozen om uit te breiden?

“Toen ik mijn praktijk opende, ben ik gestart met nul patiënten en één behandelkamer, mijn man was de eerste inschrijving (maar die kreeg geen factuur). Voordat ik de praktijk opende, heb ik marktonderzoek gedaan om te bekijken of er voldoende vraag was naar een mondhygiënistenpraktijk. Veel tandartsen hebben tegenwoordig een preventieassistente en/of een mondhygiënist in dienst. Er was gelukkig voldoende vraag! Zelfs zoveel dat ik al na een aantal jaar in 2016 moest besluiten dat het voor mij alleen te veel was en een extra collega mondhygiënist ging zoeken. Mijn praktijk is steeds verder gegroeid, wat uiteindelijk te veel werd. Toen kwam ik voor een belangrijke keuze te staan: hou ik het bij een kleine praktijk of waag ik de sprong in het diepe? Ga ik verder uitbreiden? Opnieuw heb ik marktonderzoek gedaan en ben ik weer naar de bank gegaan met mijn plannen om een nieuwe lening te vragen. Uiteindelijk heb ik besloten om te verhuizen naar een groter pand met meerdere behandelkamers; ik had nog zoveel ambities en ideeën! Bij toeval kwam er drie deuren verder een groter pand leeg te staan, we konden dus lopend verhuizen! Eind november 2019 zijn we verhuisd en met twee behandelkamers en drie mondhygiënisten gaan werken.”

Dat ging dus allemaal voorspoedig?

“Ja, het klinkt natuurlijk allemaal erg rooskleurig. Uiteraard ben ik erg blij met dit succes, zeker op mijn leeftijd, ik ben nu 34 jaar. Maar het is echt keihard werken en geeft ook veel spanning en zorgen. Deze verhuizing en uitbreiding had ik niet verwacht in zo’n korte periode. Het nieuwe pand is driemaal zo groot en de verbouwing was echt een flinke klus. Daarnaast is het team ook snel gegroeid, inmiddels zijn we met vier mondhygiënisten en twee receptionistes. Ik ben niet alleen mondhygiënist, maar ook ondernemer, manager en werkgever. Regelmatig lig ik ’s nachts te denken en ideeën uit te werken. Na een dag hard werken is het niet klaar, je bent er constant mee bezig.“

Was er in je praktijk voldoende ruimte voor een derde behandelkamer?

“Bij de verbouwing van het nieuwe pand zijn er vier ruimtes voorbereid als behandelkamer. Hierdoor was de verbouwing van de derde behandelkamer minder ingrijpend. Er gaat echter bij elke verbouwing wel wat anders dan gepland. De wet van Murphy kwam ik meerdere keren tegen! Zo bleek bijvoorbeeld de nieuwe airco flinke lekkage te geven en werkte het medische toetsenbord niet. Gelukkig was dit snel opgelost! Het resultaat is ontzettend mooi geworden, daar ben ik echt heel blij mee. Misschien is het wel de mooiste kamer van allemaal!”

Is het gemakkelijk om je agenda vol te krijgen voor deze derde behandelkamer?

“Een volle agenda draaien is de afgelopen periode wat lastig geweest. Wegens corona hebben we veel uitval in de agenda door patiënten die coronaklachten hebben, in quarantaine moeten, etc. Gelukkig weten we dat als het beter gaat met corona, het ook beter gaat met onze agenda. We hebben nog steeds veel nieuwe inschrijvingen en tevreden patiënten. Dát is het belangrijkste!”

Heb je tips voor andere mondhygiënisten die overwegen om hun praktijk uit te breiden?

“Met een uitbreiding van je praktijk komt er meer bij kijken dan alleen patiënten behandelen en de boekhouding netjes houden. Je hebt heel wat vragen te beantwoorden. Is er voldoende vraag naar een extra behandelkamer, hoeveel tijd kost het om die agenda te vullen, hoeveel nieuwe inschrijvingen heb je nodig? Welke investering moet je doen, hoelang heb je nodig om je lening af te lossen of heb je voldoende eigen middelen? Bedenk goed of je naast je werk als mondhygiënist ook werkgever en manager wilt zijn. Het zal meer tijd kosten. Ben je bijvoorbeeld bereid om een dag minder patiënten te behandelen? In mijn kantoor heb ik een schilderijtje met de tekst ‘Succes is geen toeval. Het is hard werken, doorzetten, leren, investeren en vooral houden van wat je doet!’.”

Interview door Yvette in ’t Velt met Melissa Boekhoud-Link, mondhygiënist en eigenaar van Mondzorgpraktijk Briljant in Hoogvliet Rotterdam.

Lees meer over: Management, Ondernemen
LEAN-managementmethode in de tandartspraktijk

LEAN-managementmethode in de tandartspraktijk

Als je een klein stapje in de richting doet van een verandering dan kan je altijd nog terug. Een fout maken is dus niet erg. Het is zijn namelijk vaak geen levenslange in beton gegoten beslissingen.

Het begint bij dat eerste stapje en als je die eenmaal gezet hebt, wordt vaak pas duidelijk wat de weg naar je eindpunt ongeveer zal zijn. Het is dus belangrijk dat je vooral dat eerste stapje zet en gewoon gaat beginnen. Als je elk jaar een klein stapje in de richting zet, bijvoorbeeld elk jaar 2 tot 3% minder vullingen leggen, dan lijkt dat misschien bijna niks, maar als je dat jaar op jaar zo doet dan heb je uiteindelijk heel veel gewonnen. Dat noem je ‘compound interest’. Je merkt dat dit steeds sneller beter zal gaan.

Bedrijfscultuur

Het grote voordeel van LEAN is dat het in de bedrijfscultuur gaat zitten zodat mensen zelf met ideeën komen. Dat is een stuk beter dan wanneer iedereen een afwachtende houding aanneemt en alles van de praktijkbeheerder af zal hangen. Het moet dus echt in het DNA van de medewerkers gaan zitten. De assistenten kunnen bijvoorbeeld hierbij de borging zijn. Dat betekent dat ze je corrigeren als tandarts als je dreigt af te drijven van deze cultuur.

Verbeter het proces

Bij de bandenwissel van Max Verstappen wordt er met een geolied team in luttele seconden succes behaald. Hier kunnen we organisatorisch wat van leren. De hele choreografie is compleet uitgedacht. Zo is er iemand die met een krik klaar staat en daarachter staat een back-up mannetje voor als het misgaat. Ongelofelijk verfijnd en doordacht dus. Tandartsen zijn ook van de details maar het proces kan vaak nog verbeterd worden. Als er meer tijd voor een behandeling wordt gevraagd dan zou je eigenlijk eerst moeten bestuderen hoe het proces precies verloopt. Bijvoorbeeld: Hoe dek je op en hoe dek je af? Kan het efficiënter? Werk toe naar een flow waarbij het vanzelf gaat.
Zoals bij roeien; als je met z’n allen precies op dezelfde manier en op dezelfde tijd een slag maakt, dan creëer je echt flow en snelheid. Dat geeft energie. Zo heeft een chirurgenteam ook flow. Niemand die even wegloopt om een bepaald instrument uit een andere kamer te grissen. Het is gewoon goed geregeld.

Eenheid

Iedereen moet weten welke stap hij op welk moment moet maken. Op het moment dat de praktijk meerdere tandartsen kent, is het nodig dat ze met elkaar afspreken hoe ze het willen hebben. Hoe ziet het proces eruit en welk materiaal is er nodig? Je kunt je voorstellen dat als je team zeven tandartsen kent die allemaal verschillend werken en ook nog eens met verschillend materiaal dat het voor de assistent geen doen is. Die moet zich continu aanpassen aan de tandarts waarmee ze op dat moment werkt. Hierdoor sluipen er al snel procesfouten in tijdens een behandeling en/of zijn de trays verkeerd opgedekt. Dit haalt je uit de flow. Het is helemaal vervelend als de assistent dan ook nog eens op zijn donder krijgt of er een heel controlesysteem bedacht moet worden zodat de assistent zich niet vergist. Je snapt al welke druk dit geeft op het assistententeam. Er moet dan echt eenheid komen in de manier van werken.

Runners, repeaters en strangers

Binnen het LEAN denken wordt er onderscheid gemaakt tussen dingen die je heel vaak doet en dingen die je minder vaak doet. Wat je heel vaak doet, doe je vaak behoorlijk snel en dit noem je de runners. Repeaters doe je een paar keer in de week in tegenstelling tot de strangers. In het kader van het leren kun je strangers je eigen maken tot repeaters. Strangers doe je maar een of twee keer per jaar. Doe je de runners op z’n slimst? Kan het nog sneller en geweldiger? Het is nuttig om die goed onder de loep te nemen. De repeaters, zoals de wortelkanaalbehandelingen, ben je daar wel geschikt voor? Kan je dat niet beter laten doen door iemand die dit als runner heeft? Of ga je het zelf vaker uitvoeren? De stranger…daar heeft vaak niemand zin in. Vaak is er maar een iemand in de praktijk die weet hoe het werkt. Maar als diegene even uitvalt dan weet niemand het. Dat zou een probleem zijn en hiervoor is dus ook een protocol nodig zodat het opgezocht kan worden.

Voor alles geldt: bekijk hoe je het doet en of het beter kan.

Declareren is een instinker

Zo heeft het ook nut om naar het declaratiegedrag te kijken. Je zou zeggen dat preventieassistenten die in dezelfde praktijk werken en dezelfde cursus hebben gehad, hetzelfde doen en hetzelfde zouden declareren. Helaas werkt dat niet zo. Zo declareert de ene assistent wel de M01-code (dat Tolmeijer ‘gratis-gezeur-code’ noemt) en de ander niet. Zo zijn er mondhygiënisten die altijd M-codes declareren en nooit T-codes. Het is interessant om de reden hiervan te bekijken. Vaak komt het erop neer dat juist gebruik van de codes (volgens het UPT-boekje) kan leiden tot ‘zeurende’ patiënten en dan doe je het niet meer. Maar ja, daar moet je dan maar doorheen. In de praktijk blijkt het uiteindelijk vaak mee te vallen. Dan belt er bijvoorbeeld maar 1% en is de overige 99% tevreden. Waarom zouden we ons dan aanpassen aan slechts die 1%?

Maak geen beleid op mensen die een uitzondering willen. Je moet ook durven over de schutting heen te kijken.

Iemand anders kan veel last ervaren van jouw gedrag. Dus je moet met elkaar gaan praten zodat je elkaar kunt helpen. En dat moet door de hele praktijk heen, anders verlies je aan effect.

Trek processen uit elkaar

Het is essentieel om de processen helemaal uit elkaar trekken. Bijvoorbeeld bij een nieuwe patiënt. Welke fases kent dit? Hoe kun je dit structureren? Zo kun je ervoor gaan zorgen om vooraf voldoende informatie te verstrekken, bijvoorbeeld over wie zijn/haar tandarts precies is. Zo kan je steeds meer naar detail gaan. Bekijk eens hoe de patiënt bij de praktijk is gekomen? Wel of niet via de socials? Hetzelfde geldt voor een controle doen in de kamer van de preventieassistent of mondhygiënist. Je bent dan met z’n tweeën aan het werk. Hoe ga je dat doen? Hoe beter je dit uitspreekt, hoe vloeiender je binnen kunt komen en weer weg kunt gaan. Sneltekst is bijvoorbeeld een goede tip. Dan hoef je geen lappen tekst meer in je dossiers te schrijven maar staat het er met een druk op de knop erin. Maar daar kom je pas op als je weet dat dit een probleem is. Neem flink de tijd om goed op te schrijven wat je met elkaar gaat doen. Super handig voor mensen die nieuw zijn of mensen die het niet snappen en vragen waarom we dat eigenlijk zo doen. Eigenlijk is dit een prima vraag en ga je er nog beter over nadenken. Ook als je geen tijd hebt, ga je bij elkaar zitten. Je hoeft er ook niet altijd zelf bij te zijn als manager of praktijkeigenaar. Een team kan prima zelfsturend zijn.

Skill-matrix

Een van de grootste verspillingen die we kennen is talent. We vergissen ons vaak in het talent van mensen die we om ons heen hebben. Als je een dolfijn beoordeelt op een boom beklimmen is het een dom beest. Dus bekijk eens of je iemand wel echt in zijn kracht zet. Bekijk wat iemand energie geeft en wat hij goed kan en zet hem daar in. Je kunt een skill-matrix maken die je mensen laat invullen. Zo heb je snel een overzicht en bovendien kunnen collega’s zich uitgedaagd voelen als ze zien dat een andere collega iets wel kan of doet wat hij nog niet kan of doet.

Zoveel mogelijk niks doen

Op de werkvloer aanwezig zijn en rondkijken, lijkt op niks doen. Maar een goede manager loopt rond. Hij geeft verantwoordelijkheden aan anderen. Je loopt wel risico dat het dan niet gaat zoals je wil. Het alternatief is dat je alles zelf doet en dat moet je niet willen. Blijf dus altijd positief, ook als het even anders gaat dan dat jij in je hoofd had. Blijf ook niet continu vragen beantwoorden maar help mensen het antwoord zelf te vinden. Als tandarts ben je gewend om snel met een oplossing te komen. Dat is binnen de behandelkamer prima. Maar zodra je weer de pet op hebt van leider, dan hou je op met vragen snel beantwoorden en stel je vragen terug.


Volgende editie van Dental Practice Excellence – met topspreker Ben Tiggelaar

Vrijdag 30 september & zaterdag 1 oktober 2022 (live & coronaproof). Thema: Jouw praktijk naar de top. Met keynote speaker Ben Tiggelaar. Lees meer over DPE2022.


Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de presentatie van Alexander Tolmeijer tijdens DPE2021. Alexander Tolmeijer is tandarts en jurist.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
Meningen en behoeften van vrijgevestigde mondhygiënisten ten aanzien van praktijksoftware

Poster: Meningen en behoeften van vrijgevestigde mondhygiënisten ten aanzien van praktijksoftware

Wat zijn de meningen en behoeften van vrijgevestigde mondhygiënisten ten aanzien van praktijksoftware?  Nicole Veringmeier en Simone van Willigen, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht, onderzochten dit.

Materiaal en methode

Tijdens dit kwalitatieve onderzoek werd er gebruikt gemaakt van semigestructureerde interviews als data-verzamelingsmethode. De respondenten zijn via een facebookgroep geworven. Het merendeel van de interviews is via Microsoft Teams afgenomen vanwege de COVID-19 pandemie.

Voorafgaand aan de interviews is een interviewguide opgesteld. De interviewtopics zijn afgeleid van Arteria consulting (2018), de Argumentenfabriek (2018), de KNMT-richtlijn Patiëntendossier (2019) en gesprekken met de opdrachtgever.

De gegevens werden middels een iteratief proces verzameld. De interviews werden woordelijk getranscribeerd met behulp van Express scribe transcription software. De data werd handmatig geanalyseerd met behulp van de codeerstappen van de Grounded Theory methode. De onderzoekers hebben het open coderen van de interviews onafhankelijk van elkaar uitgevoerd.

Resultaten

Er hebben zes vrijgevestigde mondhygiënisten deelgenomen aan het onderzoek. De thema’s die uit de analyse naar voren kwamen zijn dossiervoering, financiële administratie, extra functionaliteiten en service. De resultaten zijn per onderwerp uitgewerkt.

Bij dossiervoering werden gemak en overzichtelijkheid als belangrijk ervaren, zoals de keuze van de invoervolgorde van de parodontiumstatus en het overnemen van de diagnose in de kaart. De behoefte aan gemak en overzichtelijkheid geldt ook voor de financiële administratie. Hier werden onder andere het terugdraaien van rekeningen en het actualiseren van tarieven als gemakkelijk en overzichtelijk ervaren.

Bij het onderwerp extra functionaliteiten zijn er verschillende meningen gevonden wat betreft de spraakgestuurde parodontiumstatus en de internetagenda. Bij beide vroegen deelnemers zich af of de kosten en moeite van de implementatie hiervan op zou wegen tegen de voordelen. Ook was er twijfel over de kans op fouten tijdens het invoeren.

Binnen het thema service gaven de participanten aan verschillende meningen en behoeften te hebben. De service mocht voor enkelen deskundiger, sneller en klantvriendelijker. Anderen ervaarden dit niet zo en waren tevreden over deze punten. Wel waren alle participanten het met elkaar eens dat de implementatie van de praktijksoftware lastig gaat en veel tijd kost. Hierin is behoefte naar meer en betere begeleiding.

Meningen en behoeften van vrijgevestigde mondhygiënisten ten aanzien van praktijksoftware

Klik hier voor een vergrote versie

Conclusie

Uit de resultaten blijkt dat de meeste functionaliteiten en aspecten binnen de huidige software  gewaardeerd worden. Wel is er behoefte aan de optimalisering van functionaliteiten en aspecten waar de software nog niet aan voldoet. Naar aanleiding van de resultaten kan er voorzichtig geconcludeerd worden dat er behoefte is aan een software die verbeteringen kan aanbrengen in gemak, overzichtelijkheid en de bijbehorende service.

Poster ontwikkeld door:

Nicole Veringmeier en Simone van Willigen, studenten mondzorgkunde, Hogeschool Utrecht

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten

Lees meer over: Management, Ondernemen
Samen, samenwerken, hand

De kracht van goed samenwerken: Tips over het verbeteren van het teamwork

Het bouwen van een praktijk doe je ‘inside – out’. Hiermee bedoel ik, dat de kracht van het team (/ de ‘inside’) uiteindelijk resulteert in tevreden patiënten (/ ‘outside’). Teamwork is de sleutel naar tevreden patiënten in de praktijk anno nu. Dit artikel geeft uitleg over het model van teamwork aangevuld met praktische tips.

Factoren voor patiënttevredenheid

In het boek ‘Als Disney de baas was in uw ziekenhuis’ van Fred Lee wordt de top 10 van belangrijkste factoren voor patiënttevredenheid opgesomd. De top 10 is als volgt:

  1. Hoe goed het personeel als team samenwerkte om voor u te zorgen.
  2. Prettige, opgewekte sfeer in het ziekenhuis.
  3. Respons op uw ongerustheid / klachten die u tijdens uw verblijf had.
  4. Hoeveelheid aandacht voor uw persoonlijke, specifieke behoeften.
  5. Begrip van het personeel voor het ongemak dat een ziekenhuisopname met zich meebrengt.
  6. Hoe goed het verplegend personeel u op de hoogte hield.
  7. Moeite die het personeel nam om u te betrekken bij beslissingen over uw behandeling.
  8. Houding van het (verplegend) personeel ten opzichte van uw verzoeken.
  9. Kundigheid van het (verplegend) personeel.
  10. 1Vriendelijkheid van het (verplegend) personeel.

Ik som deze top 10 niet op met als doel te laten zien, dat de samenwerking op nummer 1 staat. Nee, deze top 10 toont vooral aan, dat de houding van het personeel bepalend is voor de patiënttevredenheid. Want alleen punt 9 gaat over de kundigheid en alle andere factoren gaan – direct of indirect – over de houding van het personeel.

Praktijken en teams worden steeds groter en patiënten worden meer en meer door verschillende zorgverleners gezien. De samenwerking binnen het team wordt van steeds groter belang. Mede omdat een slechte samenwerking leidt tot ontevreden personeel, wat weer een negatieve invloed heeft op de houding van de individuele medewerker. En daarmee dus een negatief effect heeft op de patiënttevredenheid.

Het model van teamwork

Patrick Lencioni beschrijft in zijn boek ‘De 5 frustraties van teamwork’ een helder model, waarmee het ogenschijnlijk ongrijpbare van teamwork wordt verhelderd.

De kracht van goed samenwerken

Klik hier voor een grote afbeelding

Vervolgens ga ik in op de twee onderste lagen van het model. En wel omdat de lagen onderaan de basis vormen voor het bouwen van een team. Indien de lagen van ‘vertrouwen’ en ‘conflicten’ tot frustraties leiden resulteert dit in het volgende.

Kenmerkend voor teams waarin het vertrouwen ontbreekt is als:

  • Medewerkers zwakheden en fouten voor elkaar verbergen.
  • Medewerkers aarzelen bij het vragen om hulp of het geven van opbouwende feedback.
  • Medewerkers aarzelen hulp aan te bieden buiten het terrein waarvoor ze verantwoordelijk zijn.
  • Medewerkers er niet in slagen vaardigheden en ervaringen bij anderen te herkennen en daarvan gebruik te maken.

Teams die bang zijn voor conflicten:

  • Hebben vervelende teamvergaderingen.
  • Creëren situaties waarin achterbakse politiek en persoonlijke aanvallen gedijen.
  • Negeren controversiële onderwerpen die van belang zijn voor het succes van het team.
  • Slagen er niet in om te profiteren van de standpunten en perspectieven van de teamleden.

Vertrouwen laten groeien

Vertrouwen opbouwen is niet iets wat snel tot stand komt. Daarvoor zijn gedeelde ervaringen nodig als het nakomen van afspraken, herhaaldelijk gebleken geloofwaardigheid en een wezenlijk begrip van de unieke eigenschappen van de teamleden. Door gebruik te maken van één van de volgende benaderingen kan een team dit proces aanzienlijk versnellen en in relatief korte tijd vertrouwen opbouwen:

  1. Oefenen met persoonlijke geschiedenissen
    Alleen al door het leveren van betrekkelijk onschuldige informatie van persoonlijke aard krijgen teamleden een meer persoonlijke band met elkaar.
  2. Oefeningen betreffende teameffectiviteit
    Vraag de teamleden om vast te stellen wat de belangrijkste bijdrage is van elke collega binnen het team
  3. 360-graden feedback
    Bij 360 graden feedback wordt uitgegaan van het “meer-ogen-principe”. Diverse betrokkenen geven de medewerker feedback over het functioneren. Dit geeft een veel beter beeld en de perceptie van de feedback is eerlijker.

Voorbeeldcasus:
Binnen een praktijk is voorafgaand aan de teamvergadering de tijd genomen om elke medewerker een compliment te geven. Elke medewerker moest iets zeggen over alle collega’s door de volgende vraag te beantwoorden: ‘Noem één kwaliteit van hem of haar?’ Het was mooi om te ervaren, dat tijdens deze korte sessie al direct meer openheid ontstond tussen medewerkers. En er vol waardering over elkaars functioneren en over elkaar als persoon werd gesproken. Een mooi voorbeeld van hoe het opbouwen van vertrouwen kan worden versneld.

Conflicten durven aangaan

Alle belangrijke, duurzame relaties hebben productieve conflicten nodig om te kunnen groeien. Daarin is het belangrijk onderscheid te maken tussen productieve en destructieve conflicten.

Teams die productieve conflicten kunnen aangaan, weten echter dat het enige doel daarvan is op de kortst mogelijke termijn de best mogelijke oplossing te bereiken. Bij productieve conflicten komen teamleden uit verhitte discussies zonder dat er emotionele resten blijven hangen of schade is aangericht.

Echter, het vermijden van productieve conflicten leidt ertoe dat gevaarlijke spanningen worden opgeroepen. Wat kan resulteren in geroddel en achterbakse persoonlijke aanvallen.

De volgende tips voor het aangaan van productieve conflicten:

  1. Erkennen van de noodzaak
    Een eerste stap is erkennen dat conflicten productief zijn, terwijl veel teams de neiging hebben conflicten te vermijden. Zolang teamleden niet geloven dat conflicten niet noodzakelijk zijn, is er weinig kans dat conflicten zullen voorkomen.
  2. Conflicten opgraven
    Het is goed om iemand binnen het team te hebben, die verhulde conflicten opspoort en medewerkers aanspoort deze kenbaar te maken.
  3. Vinger aan de pols
    Teamleden dienen elkaar aan te sporen zich niet terug te trekken uit gezonde discussies.

Voorbeeldcasus:
Binnen de praktijk is het team niet gewend om onderlinge irritaties uit te spreken. Dergelijke situaties worden juist consequent vermeden. Binnen het team ben ik met alle medewerkers in gesprek gegaan om hun persoonlijke frustraties kenbaar te maken. Vervolgens zijn deze frustraties tijdens een vertrouwde setting binnen een team bijeenkomst bespreekbaar gemaakt. Voor het eerst ontstond er discussie binnen het team met wederzijds persoonlijk begrip. Het ging weer over de inhoud en niet over persoonlijk gewin of elkaar afvallen.

Conclusie

Hoe ongrijpbaar teamwork ook kan zijn, toch geeft het model van Lencioni goede handvatten om mee aan de slag te gaan. Met praktische tips kun je namelijk gericht aan de slag om vanuit ‘inside – out’ te werken aan teamwork en daarmee aan een hogere patiënttevredenheid.

Bronnen

  1. Als Disney de baas was in uw ziekenhuis. 9 ½ dingen die u anders zou doen. Fred Lee. Reed Business, 2009. Blz. 21.
  2. De 5 frustraties van teamwork. Hoe je ervoor zorgt dat het samenwerken leuk blijft. Patrick Lencioni. Business Contact, 2015. Blz. 175-178.

Door: Sjoerd Kuiken is eigenaar van Kuiken Praktijkmanagement. Voor objectieve praktijkanalyses, intensieve begeleidingstrajecten en online cursussen voor praktijkhouders en -managers. Kijk op de website voor de gratis cursus ‘Praktijkmanagement Basics’.

Lees meer over: Management, Ondernemen
Mirjam Oosting

“Ik wil echt de tijd nemen voor de patiënten”

Mirjam Oosting is twee jaar geleden afgestudeerd als mondhygiënist en heeft onlangs haar eigen praktijk geopend. Hoe is het om als jonge mondhygiënist je eigen praktijk te starten in hartje Den Haag? dental INFO vroeg het haar.

Kun je iets vertellen over je opleiding en werkervaring?

“Ik heb na de middelbare school eerst in Groningen de opleiding tandartsassistent gedaan. Daarna heb ik een half jaar gewerkt. Ik was tijdens mijn opleiding voor tandartsassistent in aanraking gekomen met het beroep mondhygiënist en dat leek me erg leuk. Ik ben toen in Utrecht mondzorgkunde geen studeren. Tijdens de studie ben ik blijven werken als assistent en preventieassistent. Nadat ik in 2019 ben afgestudeerd, heb ik als zzp’er bij enkele mondhygiënistenpraktijken en algemene tandartspraktijken gewerkt. Ook ben ik toen als consultant voor mondverzorgingsproducten gaan werken.”

Je bent een nulpraktijk gestart. Heb je ook rondgekeken om een andere praktijk over te nemen?

“Nee, daar heb ik niet naar gekeken, ik wilde het allemaal op mijn eigen manier doen. Ik wilde al vanaf groep 8 mijn eigen praktijk, toen wilde ik orthodontist worden. Het leek me ook erg leuk om de behandeling van patiënten te combineren met de verkoop van mondverzorgingsproducten, dus om ook een stukje winkel te hebben. Mijn praktijk is nu gevestigd in een luxe winkelstraat met allemaal speciaalzaakjes en dat vind ik erg leuk.”

Hoe ben je hier terechtgekomen? Was het lastig om een pand te vinden?

“Vorig jaar ben ik in Den Haag komen wonen, dus ik zocht hier iets in de buurt. Ik heb eerst hier vlakbij in een algemene praktijk gewerkt. Daar stond ik al zes maanden van te voren vol met patiënten, dus ik wist dat hier vraag was naar mondhygiënisten. Het pand vinden ging sneller dan gedacht. Dit pand was leeggekomen door de coronacrisis en kwam ik tegen op funda in business. Dat heb ik gehuurd en laten verbouwen en in mijn eigen stijl ingericht.”

Focus Mondzorg

Heb je verder nog marktonderzoek gedaan?

“Ja, ik heb een ondernemingsplan gemaakt. Er wonen met name 25- tot 45-jarigen in het centrum, dus daar richt ik mij op. Er zitten meer mondhygiënisten in de buurt; ik wil me van hen onderscheiden door een luxe uitstraling en persoonlijke aandacht. Ik wil echt de tijd nemen voor de patiënten en ze vertellen wat er in de mond speelt, zodat ze er ook wat aan kunnen doen. Ik geef altijd instructie en de mensen krijgen ragertjes mee. Ik wil graag een band met de patiënten opbouwen; ze moeten zich echt thuis voelen in mijn praktijk.”

Hoe lang ben je bezig geweest met de voorbereiding?

“Niet zo lang. In april kwam het pand online, eind april kreeg ik de sleutel. Toen heb ik vier maanden verbouwd. Er zat eerst een kledingzaak in, dus er moest wel het een en ander gebeuren. Ik heb via Werkspot allemaal opdrachten uitgezet en het niet via een ondernemer in de mondzorg laten doen. Dat scheelt gewoon de helft van de kosten.”

Was het lastig om de financiering te regelen?

“Nee, eigenlijk niet. Ik heb via een bank de financiering voor de verbouwing geregeld. De behandelstoel, de autoclaaf en de thermodesinfector lease ik.”

Wat is er tegengevallen?

“Een patiëntenbestand opbouwen, dat gaat moeilijker dan ik had verwacht. Ik wil graag met goede tandartsen samenwerken, die mij bijvoorbeeld ook de röntgenfoto’s doorsturen. Van een tandarts krijg ik wel al aardig wat patiënten doorgestuurd en een mondhygiënist in de buurt zit vol en verwijst nu ook naar mij. Dat is heel fijn.”

Hoe ga je proberen meer patiënten te krijgen?

“Ik ben nu in de buurt wat aan het kijken en praten. Ik hoop wat meer mensen te leren kennen. Daarnaast ben ik nog in gesprek met een praktijk voor parodontologie, die een tekort aan mondhygiënisten heeft. Voor de opening van mijn praktijk heb ik flyers in de buurt uitgedeeld, maar daar heb ik niet veel respons op gehad. Verder ben ik actief op Instagram en er komt binnenkort een artikel over mijn praktijk in een magazine over deze buurt.”

Heb je verder nog plannen?

“Ik wil graag samenwerken met andere professionals in de gezondheidshoek. Vanaf januari huurt een diëtist eens in de twee weken een kamer in mijn praktijk. Ik heb ook nog ruimte voor andere professionals, een logopedist zou bijvoorbeeld goed passen.”

Heb je tips voor andere mondhygiënisten die een praktijk willen beginnen?

“Je moet bij jezelf blijven en duidelijk met de patiënten communiceren. Daarnaast moet je een spaarpotje achter de hand hebben voor als dingen duurder uitvallen dan verwacht.”

Interview door Yvette in ’t Velt met mondhygiënist Mirjam Oosting, eigenaar van Focus Mondzorg, Den Haag

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Tips

Tips voor meer regie over de praktijk: Werken met doelen

Het is bekend, dat zorgverleners – praktijkhouders steeds meer werkdruk ervaren van het voeren van een eigen praktijk. Zo erg zelfs, dat sommige jonge zorgverleners – praktijkhouders zich soms bevrijd voelen met de verkoop van hun praktijk. Of dat een burn-out bijna welkom is, omdat het signaal ‘je hebt te lang datgene gedaan wat je eigenlijk niet wilt’ niet meer genegeerd kan worden. Dan wordt het hoogste tijd het heft in eigen hand te nemen.

De werkdruk is (te) hoog

Binnen veel praktijken is de vraag naar zorg erg groot. Daarnaast is de administratieve last verder toegenomen in de afgelopen jaren en ben je als praktijkhouder ook nog werkgever van een MKB-onderneming met alle eisen vanuit wet- en regelgeving. Deze hoge werkdruk op het vlak van praktijkmanagement zorgt er vaak voor, dat het alle energie ‘wegzuigt’ bij de zorgverlener – praktijkhouder. De pijn ligt overduidelijk op dit terrein, maar ook de sleutel tot de oplossing.

Regie in eigen hand nemen

Een burn-out is voor sommigen dé eyeopener om het anders te gaan doen. Ik wens het niemand toe. Echter, een burn-out maakt wel haarfijn duidelijk waar het probleem – en ook de oplossing – ligt. Namelijk bij jezelf.

Niemand anders dan jij bepaalt de richting van jouw praktijk, en misschien nog wel belangrijker de invulling van jouw werkzame leven. Daarvoor zul je voor jezelf wel helder moeten hebben wat voor jou belangrijk is. Wat geeft jou energie. Advies is om jouw persoonlijke toekomstbeeld als leidend te nemen in de toekomst van de praktijk.

Inside – out is de weg

Om te bepalen welke richting je op wilt met de praktijk, is het belangrijk allereerst te weten wat voor jou persoonlijk belangrijk is. Start dus vanuit je eigen passies en talenten en werk dat door naar de visie van je praktijk. Alleen in deze volgorde zul je in staat zijn je praktijk zodanig te organiseren, dat je weer bevlogen aan het werk zult zijn. Ditzelfde geldt ook voor de beslissingen die je neemt rondom de praktijkvoering. Ook hier is het belangrijk om van binnen naar buiten te werken (‘inside – out’).

Regelmatig stellen praktijkhouders mij vragen als: ‘Mijn collega doet jaarlijks functioneringsgesprekken. Moet ik dat ook gaan doen?” Advies is dus, dat je alleen dingen doet waar je zelf voor gekozen hebt (tenzij wetgeving stelt dat iets verplicht is uiteraard). En waar je voor kiest, omdat je van mening bent dat het een toegevoegde waarde oplevert voor jou of voor de praktijk. Door te redeneren vanuit ‘inside – out’ bepaal jij weer wat goed is voor jou en voor de praktijk.

Waarom een plan?

“The power of a plan is not to get there, but to get started.”

Een plan is pas een goed plan als je er iets mee doet. Hetgeen je vooral wilt bereiken is, dat je in beweging komt. Dat jouw ideeën gerealiseerd gaan worden. In dat geval is het advies vooral concrete acties te formuleren als afgeleide van de doelstellingen.

Daarbij wil ik de volgende adviezen benadrukken:

1. Neem verantwoordelijkheid als praktijkhouder

Nogal eens wordt gewezen met de vinger naar externe factoren. Het succes van de praktijk is jouw eigen verantwoordelijkheid. Dus een praktijkhouder pakt de verantwoordelijkheid door te kijken naar de kansen en mogelijkheden om succesvol te zijn. Want als je hetzelfde blijft doen als altijd, zal er niets veranderen.

2. Verbeteringen beginnen met een doelstelling

Resultaten worden behaald door doelen te stellen. Elke topsporter die succes heeft zal dit wijten aan het feit dat hij of zij zichzelf een doel heeft gesteld. De gestelde doelen dienen als motivatie om gericht en hard te werken aan verbeteringen.

3. Vertaal de doelen naar acties

Doelen zetten niet direct aan tot actie. Vanuit de angst of onduidelijkheid over waar en wanneer te beginnen. Het advies is dan ook elke doelstelling ‘af te pellen’ tot kleine, concrete actiepunten.

4. Maak het team betrokken

Zorgverlening is teamwork. Belangrijk is dat het team bekend is met de doelen van de praktijk, zodat het team ook bekend is op welke wijze kan worden bijgedragen in het succes. Het delen van de doelen en ook de resultaten creëert betrokkenheid.

Conclusie

Een plan zorgt voor richting en geeft houvast. Belangrijkste advies is een plan te hebben met je praktijk – tenzij je volkomen tevreden bent met de huidige situatie en hier niet aanvullend energie in hoeft te steken om dit zo te behouden. Maar wel een plan dat voortkomt uit je persoonlijke ambities, wensen en drijfveren. Want alleen dan zul je ook de bereidheid hebben het plan daadwerkelijk te gaan realiseren. Wees dus ook eerlijk en realistisch naar jezelf bij het opstellen van het plan.

Door: Sjoerd Kuiken – Sjoerd begeleidt tandartsen in het optimaliseren van hun praktijk en biedt online cursussen aan op het gebied van praktijkmanagement. Kijk voor meer informatie op www.kuikenpraktijkmanagement.nl. Bekijk ook de online cursus Werken met doelen.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
In memoriam Peter van der Schoor, tandarts-implantoloog

In memoriam Peter van der Schoor, tandarts-implantoloog

Op 10 oktober overleed tandarts-implantoloog Peter van der Schoor. Ron Steenkist nam in september een gesprek met hem op, in de vorm van een podcast. Steenkist noemde hem zijn leermeester en iemand die “geen blad voor de mond” neemt.

Peter van de Schoor werd geboren in Harderwijk. Zijn vader zat in de kalverhandel en heeft een grote invloed op zijn denken gehad. Dat klinkt misschien niet als de standaard achtergrond van een tandarts, maar het leverde hem wel zijn geuzennaam ‘de cowboy van de Veluwe’ op.

Ondanks een tandartsangst, lootte hij na een beroepskeuzetest mee voor de studie tandheelkunde. Het was misschien wel de beste keuze uit zijn leven. In 1981 studeerde Van de Schoor af als tandarts aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Na zijn afstuderen kwam Van de Schoor al vroeg in aanraking met de implantologie via de Amerikaanse tandarts Gerald Niznick. De Amerikaan had een eigen implantaatlijn binnen de Core-Vent corporation ontworpen.

Zijn grote interesse ging uit naar het vroegtijdig signaleren van tandvleesontstekingen en implantitis via biomarkers. In deze podcast vroeg Ron Steenkist hem alles erover.

Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast

In de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast gaat Ron Steenkist elke aflevering in gesprek met een collega die zijn praktijkvisie en -voering hebben beïnvloed. De gespreksonderwerpen lopen uiteen van financiën en agenda-planning, tot marketing en leiderschap. Eerder ging Steenkist bijvoorbeeld al in gesprek met Nico Benzuur over de inspanningsloze praktijk. De podcast is o.a. te vinden op Spotify en in Apple Podcasts.

Lees meer over: Management, Ondernemen
PPodcast: de inspanningsloze praktijk – met Ron Steenkist en Michiel Buis

Podcast: Ron Steenkist is te gast in zijn eigen podcast

Er staat weer een nieuwe aflevering van de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast van Ron Steenkist online. Met deze keer te gast… Ron Steenkist. Mathijs De Podcastgast neemt de microfoon over en vraagt Ron de hemd van het lijf. Over zijn professionele en persoonlijke ontwikkeling, en over zijn advies aan jonge tandartsen.

In 1982 behaalde Ron zijn diploma voor Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn dienstplicht als tandarts en zaal-instructeur op het A.C.T.A. begon hij in 1984 bij Tandheelkunde Nellestein. Daar is hij nooit meer weggegaan.

Onder zijn credo “constant and never-ending improvement” is Ron zich altijd blijven ontwikkelen op professioneel en persoonlijk vlak. Hij specialiseerde zich tot tandarts met een passie voor orthodontie, implantologie en uitgebreid kroon- en brugwerk. En ondertussen begon hij ook nog een podcast waar je misschien wel eens van hebt gehoord.

Advies aan jonge tandartsen

Deze aflevering is Ron te gast in zijn eigen podcast. Daar vertelt hij meer over zijn leven en carrière. En hij geeft zijn advies aan jonge tandartsen:

  • Zorg ervoor om in de eerste jaren zoveel mogelijk te leren in praktijken over het vak tandarts en denk niet alleen in percentages als ZZP’er.
  • Ga op cursus in de Verenigde Staten voor bedrijfsvoering van je praktijk. Het liefst met een collega uit je eigen praktijk.
  • Specialiseer jezelf en maak jezelf moeilijk vervangbaar.
  • Zorg voor genoeg ruimte in jouw praktijk om in de toekomst te kunnen uitbreiden in het aantal behandelkamers.

Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast

In de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast gaat Ron Steenkist elke aflevering in gesprek met een collega die zijn praktijkvisie en -voering hebben beïnvloed. De gespreksonderwerpen lopen uiteen van financiën en agenda-planning, tot marketing en leiderschap. Eerder ging Steenkist bijvoorbeeld al in gesprek met Nico Benzuur over “de inspanningsloze tandartspraktijk”. De podcast is o.a. te vinden op Spotify en in Apple Podcasts.

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Optimaal vergaderen en overleggen

Optimaal vergaderen en overleggen

Vergaderen en overleggen worden binnen de mondzorg met het groter worden van de praktijken steeds belangrijker. Dit vraagt om inzicht in processen en rollen. Hoe plaats je medewerkers centraal en zorg je voor veiligheid? Welke rollen kunnen mensen aannemen?

Medewerkers centraal

Zo kan je als praktijkeigenaar de fout maken om puur mededelingen te doen in plaats van actief te luisteren naar je medewerkers. Dat terwijl je medewerkers een schat van informatie hebben. Het is daarom van belang dat er een inventarisatie wordt gedaan naar wat er leeft onder de medewerkers voordat er vergaderd wordt. Hierop kan het beleid worden vastgesteld zodat de vergadering in goede banen wordt geleid.

Goede agenda

Uiteraard is een duidelijke agenda die ruim van te voren wordt gecommuniceerd aan alle deelnemers een prima gelegenheid voor de medewerkers om zich voor te bereiden. Ook hierin kan er doorgeschoten worden. Dan zijn de notulen al af voordat er vergaderd is.

Een goede agenda is kort en duidelijk. Hier bouw je veel veiligheid mee in. De deelnemers weten wat ze kunnen verwachten en hiermee wordt de drempel verlaagd om een eigen mening te ventileren.

Zorg voor veiligheid

Vergis je niet hoe spannend het voor medewerkers kan zijn om hun zegje te doen. Het helpt om van te voren te repeteren wat je precies wilt zeggen. Een tip is om een kort rijtje met punten te maken met wat je precies wilt zeggen.

Sommige praktijkmedewerkers zijn minder rap van tong en hebben meer ondersteuning nodig. Het kan dan helpen om een korte Powerpoint toe te staan of om tekeningen te laten maken op een flap-over terwijl ze aan het woord zijn. Ook kan het een goede methode zijn om twee deelnemers apart met elkaar te laten overleggen of een klein groepje te laten vormen voordat zij hun visie kunnen verwoorden. Een stel post-its kan ook soelaas bieden die vervolgens door de voorzitter simpelweg voorgelezen worden.

Het helpt ook om altijd te bedanken voor de geleverde input, ook als deze niet zo goed in je straatje past.

Morele stadia van Kohlberg

Toch kunnen medewerkers lang niet altijd hun eigen mening vormen. Dit is te verklaren vanuit de morele stadia van Kohlberg. Deze bestaan uit het preconventionele stadium, het conventionele stadium en het postconventionele stadium. Het laatste stadium bereikt lang niet iedereen en dat is misschien maar goed ook.

Het eerst stadium is een persoon die niet in staat is in termen van maatschappelijke regels te denken. Een eigen gezichtspunt en eigen belang staan centraal. Iets is goed als het een beloning oplevert en iets is fout als het straf oplevert. Dit stadium hoort bij jonge kinderen maar ook sommige jongeren en volwassenen passen hierin.

Hierna volgt het stadium waarbij er identificatie plaatsvindt met maatschappelijke regels, met name die van autoriteiten. Men ziet zichzelf als lid van het team. De meeste pubers en volwassenen denken op dit niveau.
In het laatste stadium begrijpt men de regels, maar baseert dit op de algemene morele en ethische principes die erachter schuil gaan en niet op de regels zelf. Men ziet zichzelf als een uniek wezen. Soms leidt dit tot het ingaan tegen de geaccepteerde regels, omdat eigen morele principes van meer waarde worden geacht. Slechts een klein percentage volwassenen bereikt dit stadium. Dit wordt ook wel transcendente moraliteit genoemd. Het overstijgt in feite de algemeen heersende normen.

Toegevoegde waarde of pain in the ass?

Iemand in dit laatste postconventionele stadium kan twee kanten opgaan. Of hij brengt enorme waarde omdat hij buiten de gebaande paden kan denken (out of the box) en dat kan groei voor je praktijk betekenen. Of hij keert de kont tegen de krib en is een ware pain in the ass. Op dat moment zal je van diegene af moeten. Je kunt ook omdenken: Wat fijn dat deze persoon zo kritisch is. Dat kan behoorlijk spannend aanvoelen maar zou wellicht veel voor je kunnen gaan betekenen. Wees hierbij niet bang voor gezichtsverlies. Op het moment dat je deze persoon een podium geeft, kan het zomaar zijn dat diegene weer bijdraait en actiever helpend mee gaat denken in plaats van te schoppen.

Vier rollen

Iemand die geoutilleerd is in vergaderen, kan van de ene rol in de andere springen. Precies naar dat wat er nodig is. Er zijn hierin vier hoofdpatronen te onderscheiden, te weten:

  • De aanjager
  • De organisator
  • De samenwerker
  • De denker

De aanjager

De aanjager zit hoog in de energie. Diegene praat snel en kan grote gebaren maken. Hij kan enorm enthousiast zijn en dat kan aanstekelijk werken. Het kan ook in je nadeel gaan werken op het moment dat het te ongeduldig overkomt, te agressief, te streng en als er geen ruimte meer over is voor anderen. Een aanjager kan te impulsief zijn en te hard van stapel lopen.

De organisator

De organisator is totaal anders dan de aanjager. De organisator is veel rustiger en wil alles stap voor stap aanpakken. Hij is ordentelijk, maar kan wel verzanden in details. Een organisator gaat negatief werken op het moment dat hij in de planning blijft vastbijten en dus niet tot actie overgaat of zich niet flexibel opstelt. Als je te weinig organisator vertoont dan toon je onbetrouwbaar gedrag, onethisch, niet consequent en ongestructureerd. Daar waar een aanjager teveel gas geeft, stapt de organisator teveel op de rem.

De samenwerker

De samenwerker is de verbindende factor. Hij zet de zaak op het juiste tempo in beweging. De samenwerker kan de organisator bevrijden van vastgeroeste gewoonten en weerhoudt de aanjager ervan dat hij te hard neerkomt. De samenwerker zorgt dus voor een dynamisch proces en kent veerkracht. De samenwerker kan veel dingen tegelijk doen, mensen enthousiast maken, omgaan met het gehele pluimage aan medewerkers en de handen ineenslaan. Juist omdat de samenwerker met iedereen door een deur wil, kan hij onbetrouwbaar overkomen. Aan wiens kant staat hij nu? Je kunt niet iedereen 100% beloven maar daar heeft de samenwerker wel de neiging toe.

De denker

De denker kan onbeperkt zijn fantasie laten gaan. Alles is mogelijk, er zijn geen grenzen. Of iets nu praktisch is of niet…dat maakt de denker niet uit. Leiders met het patroon van een denker zoeken naar mogelijkheden en richten zich op dingen die aandacht verdienen met een houding die het midden houdt tussen mysterieuze intuïtie en prikkelende willekeurigheid. Dit kan voor een ander heel verwarrend zijn. Deze visionairs houden erg van dagdromen. Hierdoor worden ze vaak als saai gezien terwijl er in hun brein/geest zoveel gebeurd. Een denker heeft oog voor talent en voelt de essentie van mensen aan. Een denker denkt buiten de kaders en ziet onvervulde en onopgeloste problemen. Een denker creëert kansen en kijkt verder dan zijn neus lang is. Zijn ideeën kunnen gek en vreemd gevonden worden. Vraag daarom de denker om uitleg, om het hoe en waarom.

Luisteren naar de denker

De denker kan dus mysterieus zijn. Het is een uitdaging om naar deze persoon te luisteren die een heel ander licht op de zaak kan brengen. De denker kan zich namelijk niet uitgenodigd voelen om te spreken. Dat komt omdat hij vaak heeft meegemaakt dat hij anderen niet mee krijgt en zelfs uitgelachen kan zijn. Bouw daarom genoeg veiligheid in voor de denker om letterlijk en figuurlijk hoger op te komen. Je zal open moeten staan om je mee te laten voeren. Bedenk daarna pas of het bij je eigen visie past en wellicht zal je je eigen visie moeten bijstellen. Ideeën van de denker kunnen in het nu van pas zijn maar sommige ideeën komen juist te vroeg. Je kunt dan vragen om deze in de spreekwoordelijke ijskast te zetten en toon respect. Vergeet dan niet om de ideeën op tijd uit de ijskast te halen voordat ze diep bevroren of alsnog bedorven zijn.

Zorg voor diversiteit

Let wel, alle rollen zijn belangrijk. Een divers team of personen die kunnen switchen van rol zijn essentieel. Wellicht hebben we de neiging om mensen tot het team toe te voegen die op dezelfde golflengte / energieniveau liggen als onszelf. Op dat moment is de praktijk gedoemd om te mislukken. Absoluut iets om mee rekening te houden tijdens sollicitatiegesprekken.

Bronnen:
Studie Organisatiepsychologie van Laudius
Door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Groeien-met-je-mondzorgpraktijk

Groeien met je mondzorgpraktijk

Groeien met je mondzorgpraktijk, hoe doe je dat? Volgens tandarts en jurist Alexander Tolmeijer zijn de mogelijkheden tot groei oneindig, zelfs in coronatijd. Mondzorgpraktijk Anno Nu vertelde hij hoe je tot groei kan komen en wat dat voor je praktijk betekent.

Persoonlijk doel

Groei van een praktijk wordt vaak in gang gezet door veel meer patiënten aan te nemen of door een praktijk over te nemen. Maar eigenlijk zou je je voor die tijd al af moeten vragen waarom je wilt groeien, wat je gelukkig maakt. Je moet dus je persoonlijke doelen stellen. Een hulpmiddel daarbij kan het boekje Ikigai zijn. Hierin wordt beschreven dat er vier factoren van invloed zijn bij het vinden van je persoonlijke doel. Dit kun je ook toepassen op de groei van je praktijk; het zou mooi zijn als die groei jou op vier verschillende gebieden wat brengt, namelijk:

  • dat het helpt voor je inkomen;
  • dat je erdoor iets kunt doen wat je echt leuk vindt;
  • dat je erdoor iets kunt doen waar je goed in bent;
  • dat het bijdraagt aan wat de wereld nodig heeft.

SMART

Het is goed om een doel SMART te maken: specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden.
Specifiek is bijvoorbeeld vijf procent groeien of een stoel erbij. Dat is dan ook heel meetbaar. Of het ook haalbaar is, moet je zelf beoordelen. Je moet ook kijken hoe relevant je doel is. Als je als tandarts wilt groeien om een speedboot te kunnen kopen, is het maar de vraag of dat je medewerkers ook inspireert om daar aan mee te gaan werken. Zo’n boot is wel een resultaatsdoel, maar niet erg motiverend.
Als je wilt communiceren met je medewerkers, moet je kunnen aangeven waarom je dat doel nastreeft (in een maatschappelijk bewuste context).

Gedragsdoelen

Om je medewerkers mee te nemen in je plannen, moet je proberen om resultaatsdoelen om te zetten in gedragsdoelen. Gedrag kun je waarnemen en voordoen.
‘Je moet efficiënter werken’ is geen gedragsdoel. Wel: ‘een reële behandeltijd in je agenda zetten’.
Je moet gedragsdoelen opnemen die je kunt waarnemen. Als je meer patiënten in je praktijk wilt krijgen, moet je dat koppelen aan gedragsdoelen.

In ontwikkeling blijven

In de huidige maatschappij moet je altijd in ontwikkeling blijven en blijven groeien. Als je stilstaat, leidt dat tot achterstand. Dat geldt zowel voor jezelf als voor je medewerkers.
Je team moet jouw groeidoel ondersteunen met gedrag. Gedrag veranderen in je team is echter lastig. Het boek De ladder van Ben Tiggelaar geeft handreikingen hoe je dit kunt aanpakken.
Het doel dat je stelt moet motiverend zijn en bij het persoonlijke doel van de medewerkers passen. Je moet met je medewerkers in gesprek blijven, zodat je weet waar ze blij van worden en dat kunt koppelen aan de praktijkdoelen. Als dat niet lukt, moet je hier op tijd over praten. De medewerker zit dan waarschijnlijk niet meer op de juiste plek. Houd daarom in de gaten hoe iemand zich ontwikkelt en hoe je zijn of haar kracht kunt gebruiken in je groeidoel.

Manieren van groeien

Je kunt op verschillende manieren groeien: in uren, in patiënten en in soort behandelingen.

Groeien in uren

Groeien in uren kun je doen door inefficiënties uit de agenda te halen, maar ook door te gaan werken in shifts. Daar komt een hoop bij kijken, maar meestal zijn de voordelen groter dan de nadelen.

Voordelen van werken in shifts:

  • Je werkt minder uren per dag, dus het is minder zwaar.
  • Je houdt tijd over om de administratie op de praktijk af te maken.
  • De patiënt kan ook ’s morgens vroeg of ’s avonds terecht bij de praktijk.
  • De ruimte wordt efficiënter gebruikt.
  • De capaciteit wordt uitgebreid.

Nadelen van werken in shifts:

  • Korter werken is minder verdienen.
  • Je hebt meer mensen in dienst en daardoor minder contact met ze.
  • Er zijn kortere pauzes.
  • De avonden zijn vaak niet populair.

Arbeidsrecht

Als je in shifts gaat werken, moet je erg opletten met de arbeidscontracten. Je medewerkers gaan korter werken en daardoor minder verdienen. Tandartsen compenseren dat vaak door in de kortere tijd efficiënter te werken. Een assistente verdient echter per uur en krijgt daardoor minder inkomsten. Dit is alleen mogelijk als in het arbeidscontract is opgenomen dat je het contract mag wijzigen (het wijzigingsbeding). Ook belangrijk is of er in het contract werktijden staan vermeld of dat er verwezen wordt naar een rooster dat elke keer afgesproken wordt.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Op wat voor manier je ook uitbreidt, uiteindelijk heb je gemotiveerde mensen nodig. Wat tandartsen te weinig doen is een medewerkerstevredenheidsonderzoek afnemen. Dit onderzoek hoeft niet heel uitgebreid te zijn. Bij Dentiva wordt met slechts twaalf (wetenschappelijk onderbouwde) vragen gewerkt. Hiermee kom je er al snel achter of mensen wel of niet tevreden zijn. Als medewerkers betrokken zijn, krijg je meer groei en ontwikkeling en neemt de klanttevredenheid toe. Een tevredenheidsonderzoek onder je medewerkers moet je elk jaar doen, het is een goede thermometer.

Je team meenemen

In groei moet je altijd je team meenemen. Hoe enthousiaster ze zijn, hoe betrokkener ze zijn en hoe gemakkelijker het is. Als je groeit, kunnen mensen daar enthousiast van worden, maar er kunnen ook mensen overboord vallen. Als je groter wordt, kan de persoonlijke aandacht soms minder worden. Als je met shifts gaat werken helemaal. Dan moet je ervoor zorgen dat er alternatieve momenten voor communicatie zijn.

Skills matrix

Om bij te houden wat alle medewerkers kunnen en waar ze staan, kun je een skills matrix gebruiken. Je kunt hierin iemands vaardigheden inzichtelijk maken door per activiteit aan te geven of iemand er kennis van heeft, het volledig begrijpt, het met begeleiding kan uitvoeren, het zelfstandig kan uitvoeren of er anderen in kan trainen.

Groeien in aantal patiënten

Als je het aantal patiënten wilt uitbreiden, is het goed om ook te bekijken hoeveel mensen er ongemerkt verdwijnen doordat ze niet worden opgeroepen. Dit kun je voor een groot deel tegengaan.
Als 80 tot 90% na een behandeling meteen een nieuwe afspraak maakt, betekent dit dat 10 tot 20% dat niet doet. Wat doe je met die mensen? Heel veel praktijken doen pas na 24 maanden een oproep en dan ben je vaak al te laat. Zorg dus voor een protocol en begin daar al na zes maanden mee. Hetzelfde geldt voor patiënten die bij een afspraak niet komen opdagen: zorg gelijk voor een follow-up.
Eén ding dat je in ieder geval moet doen als je wilt groeien: zet de kraan dicht en lek geen patiënten meer.

Groeien in soort behandelingen

Als je wilt groeien in het soort behandelingen dat je uitvoert, zijn er legio waar je uit kunt kiezen: scannen, restauraties uitvoeren, onzichtbare beugels plaatsen, preventie bij de jeugd.

Verslag door Yvette in ’t Velt voor dental INFO van de presentatie ‘Groeien in 2021? Zo doet u dat’ door Alexander Tolmeijer tijdens Mondzorgpraktijk Anno Nu.

Alexander Tolmeijer is tandarts en jurist.

Lees meer over: Management, Ondernemen
PPodcast: de inspanningsloze praktijk – met Ron Steenkist en Michiel Buis

Podcast: de inspanningsloze praktijk – met Ron Steenkist en Nico Bezuur

Tandarts-ondernemer Ron Steenkist gaat deze podcast-aflevering weer in gesprek met een collega. Ditmaal is Nico Bezuur te gast. In 1982 studeerde hij af aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens vervulde hij zijn dienstplicht als luchtmacht-tandarts. Zijn commerciële loopbaan begon hij bij het Jordaan-project, een tandheelkundig project in Amsterdam. Uiteindelijk werd hij mede-eigenaar van deze praktijk, die tegenwoordig Qyom heet.

In 2000 – met ondertussen dus bijna 20 jaar ervaring achter de kiezen – schreef Bezuur samen met  Rolf van Mierlo het boek ‘De winstgevende tandartspraktijk’. Daarin omschrijft hij de organisatie van een kliniek. Dit alles komt voorbij in deze aflevering van de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap Podcast.

Als kers op de taart geeft Bezuur advies aan jonge collega’s: wordt een alzijdig ontwikkelde tandarts. Wordt een professional die op veel gebieden gespecialiseerd is en daarnaast zorgt voor een uitmuntende communicatie binnen het team en naar de patiënten toe. Luisteren, dus!

Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast

In de Tandarts, Vrijheid en Meesterschap podcast gaat Ron Steenkist elke aflevering in gesprek met een collega die zijn praktijkvisie en -voering hebben beïnvloed. De gespreksonderwerpen lopen uiteen van financiën en agenda-planning, tot marketing en leiderschap. Eerder ging Steenkist bijvoorbeeld al in gesprek met Astrid Stijger, over het verhogen van het ‘Dental IQ’ van haar patiënten. De podcast is o.a. te vinden op Spotify en in Apple Podcasts.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Podcast

Podcast: Management als smeermiddel

Door verschillende praktijkbezoeken werd Sjoerd Kuiken geconfronteerd met de grote onderlinge verschillen in ontwikkelsnelheid van een praktijk. Met de ontwikkelsnelheid van een praktijk bedoelt hij de mate waarin een praktijk in staat is zichzelf te verbeteren of verder te professionaliseren. Hoe kun je dit nu verklaren?

Beluister de podcast.

Door: Sjoerd Kuiken. Sjoerd begeleidt tandartsen in het optimaliseren van hun praktijk en biedt online cursussen aan op het gebied van praktijkmanagement. Kijk voor meer informatie op www.kuikenpraktijkmanagement.nl.
Lees meer over: Management, Ondernemen
Goed zijn in je vak maar ook in het zorgen voor patiënt en team

Podcast: Goed zijn in je vak maar ook in het zorgen voor patiënt en team

Podcast van tandarts-ondernemer Ron Steenkist. Hij interviewt collega’s die zijn praktijkvisie en praktijkvoering hebben beïnvloed. In deze podcast praat hij met Eric Tak, een ondernemer-tandarts die mede-eigenaar en oprichter is van een tandartspraktijk. Hij is van mening dat een tandarts niet alleen goed moet zijn in zijn vak, maar ook in het zorgen voor zowel de patiënten als het team. Wanneer dat goed gaat komt geld verdienen vanzelf en mag je best aan de wereld vertellen dat je goed doet.

Tak wordt omschreven als een meester van de taakdelegatie, waarom blijkt uit het volgende fragment:

“Je moet mensen die zelf in staat zijn thuis hun hele huishouden te runnen ook gewoon in zo’n praktijk de kans geven om de dingen te doen zoals ze zelf willen. En toen zijn de ideeën gevormd. Je moet wel een soort matrix maken, je moet een route maken, je moet beschrijven hoe je de dingen wil. En dan moet je de mensen ook gewoon de kans geven om zichzelf te ontwikkelen”, aldus Tak over het delegeren van allerlei taken en vertrouwen hebben in zijn team.

Beluister de podcast

Lees meer over: Management, Ondernemen
Op zoek naar de juiste routing

Podcast: Op zoek naar de juiste routing

In deze podcast praat tandarts-ondernemer Ron Steenkist met Marc van Wingaarden, praktijkeigenaar en meester van de routing. Ze hebben het onder andere over bezoeken aan Amerikaanse tandarts-goeroe Dick Barnes en hoe hij hun visie beïnvloedde. Ook bespreken ze waarom een behandelplan altijd belangrijk is en wat de tandheelkunde zo interessant maakt.

Podcast van tandarts-ondernemer Ron Steenkist. Hij interviewt collega’s die zijn praktijkvisie en praktijkvoering hebben beïnvloed. In deze podcast praat hij met Marc van Wingaarden, praktijkeigenaar en meester van de routing. Ze hebben het onder andere over bezoeken aan Amerikaanse tandarts-goeroe Dick Barnes en hoe hij hun visie beïnvloedde. Ook bespreken ze waarom een behandelplan altijd belangrijk is en wat de tandheelkunde zo interessant maakt.

Een fragment over Van Wingaardens eerste trip naar Barnes waarin hij veel dingen leerde die in Nederland toen totaal anders waren:

“In Nederland was je constant brandjes aan het blussen – als er daar een gat zit of daar weer wat afbreekt of daar weer kiespijn dan ga je daarmee aan de slag. Daar kreeg je eigenlijk voor het eerst het belang mee van een goed behandelplan en dat je daar de tijd voor neemt om dat op te stellen, maar ook dat je dat gaat communiceren met de patiënten. Dat waren we natuurlijk totaal niet gewend in Nederland. We redeneerden zelf al van nou, dat zal wel te duur zijn, dat kunnen ze niet betalen. Zo begin je eigenlijk altijd al met compromissen. […] Eigenlijk was het bijna een beetje vies om zo te doen omdat je dan van alles aan mensen aan het verkopen bent, terwijl je het juist in het belang van de patiënt doet en je het beste met ze voorhebt. […] Dat hebben we daar op een heel erg beeldende manier meegekregen”, vertelt hij.

Beluister de podcast

Lees meer over: Management, Ondernemen
Podcast: Van een kleine algemene praktijk naar een keten van preventie

Podcast: Van een kleine algemene praktijk naar een keten van preventie

Podcast van tandarts-ondernemer Ron Steenkist. Hij interviewt collega’s die zijn praktijkvisie en praktijkvoering hebben beïnvloed. In deze podcast praat hij met Tieke van Riel, tandarts en mede-oprichter van een tandartspraktijk op Amsterdam IJburg die steeds meer veranderde naar een praktijk met volledige aandacht op preventie.

Een fragment hieruit:
“Wat ik altijd zo bijzonder vond: de monden van patiënten die 30 jaar niet naar de tandarts waren geweest, zagen er vaak beter uit dan monden van patiënten die 5 jaar niet naar de tandarts waren geweest. Daar zat dan vaak zoveel herstelwerk in. Degenen die 30 jaar niet waren geweest hadden vaak wel meer tandvleesproblemen maar qua tanden zag het er veel beter uit. Waar wij mee bezig zijn – daarvan is het de vraag of het er altijd wel beter van wordt. Ik voel mij soms een priester, bij elke nieuwe patiënt vertel ik ons hele verhaal, ik geloof er wel echt in. Je wilt gewoon echt de mond gezond maken”, vertelt Van Riel.

Beluister de podcast van Ron Steenkist hieronder.

Lees meer over: Management, Ondernemen

De eigenheid van tandarts Loes: “wees jezelf en ga voor je droom”

Al struinend op social media kom je aardig wat pagina’s van praktijken tegen. Die van Loes Meijerink van Praktijk voor Tandheelkunde Loes, viel me behoorlijk op. Zo plaatst ze bijvoorbeeld selfie’s zonder enige opsmuk; eerlijke foto’s. Dat terwijl je overal gepolijste snoetjes met nog eens een filter er overheen ziet. Maar Loes is gewoon Loes, zo zegt ze zelf. Toch is Loes behoorlijk speciaal. Ze is niet alleen tandarts maar ook coach, ondernemer, moeder en ga zo maar door. Ze is leergierig, open, ze durft duidelijk kwetsbaar te zijn. Ze is enthousiast, sociaal, ze heeft droge humor en bovenal heeft ze een droom. Ze droomt niet alleen, ze maakt ze ook echt waar.

Knuffelmomentje: online groepsbijeenkomst als training voor ouders

Ik werd vooral gegrepen door haar berichtje over ‘een knuffelmomentje’. Het knuffelmomentje vindt plaats tijdens het tandenpoetsen met je kind. Wat klinkt dat heerlijk positief! Het is een online training voor ouders en vindt groepsgewijs plaats. Online consulten zijn in deze coronatijd natuurlijk erg handig. Je ziet dat sommige praktijken het voorzichtig aanbieden. Sommige hebben zelfs een heel protocol geschreven om kinderen online te coachen en dit is veelal een op een. Loes coacht ook een op een, maar een online groepsbijeenkomst over mondgezondheid had ik nog niet gezien.

De Droom

Waar droomt Loes nou over? Over een stralend gezonde mond voor haar patiënten. Deze boodschap blijft ze op haar socials duidelijk herhalen. Zo schrijft ze:

“En ik blijf de boodschap net zolang herhalen en prikkelende manieren verzinnen totdat het jou lukt. Want ik geloof oprecht in mijn droom, want wie wil nu niet zelfverzekerd genieten van het leven? Kiespijn hoort daar toch niet bij?”

Wat patiënten hiervan vinden: “Vreemd, maar prettig”, vertelt iemand kort en bondig. Haar aanpak is blijkbaar even wennen; anders dan dat patiënten gewend zijn van een tandartspraktijk. Ze onderscheidt zich dus duidelijk.

Waarom Loes?

Waarom gebruikt Loes haar voornaam in haar praktijknaam? “Veel praktijken gebruiken inderdaad hun achternaam of hun locatie in de naam van de praktijk. Ik gebruik mijn voornaam. Ik ben dus gewoon Loes en zo heet de praktijk dus ook. Ik wil het namelijk laagdrempelig houden en persoonlijk.”

Doelgroep

Ze vertelt verder over haar droom: “Ik wens voor iedereen een stralend gezonde mond want ik geloof dat dit kan. Ik geloof in preventie. Ik vind het belangrijk dat je zelfverzekerd van het leven kunt genieten. Dat kan niet met onzekerheid of met kiespijn.” Loes vertelt verder over haar doelgroep. Een doelgroep voor ogen hebben, is belangrijk zodat je communicatie en manier van handelen je doelgroep daadwerkelijk aanspreekt en prettig vindt. “Ik ben me daarom meer gaan focussen op zelfbewuste ouders die een stralend gezonde mond willen, vooral voor hun kinderen. Dat is nodig om stappen te kunnen maken om de mond stralend en gezond te maken en te houden.”

Wel erg goede timing…

De toegankelijkheid van prettige mondzorg straalt ze steeds meer uit naar buiten. Is dit idee nu bedacht omdat corona toesloeg? “Het is gaandeweg ontstaan. Er waren al veel ballonnetjes uitgezet en daar kwam positieve feedback op. Dat gaf duidelijk aan dat er naast algemene mondzorg – 1 op 1 zorg – ruimte is voor andere manieren. Daarom geven we daar nu handen en voeten aan. In het online gedeelte zit de toekomst en door corona is dat deel versneld en dit zal steeds groter worden. Als je buiten je praktijk iets wilt doen, dan vergt dat zichtbaarheid. Je moet simpelweg staan waarvoor je staat en in die zin moet je je dus ook kwetsbaar opstellen. Daar horen dus ook eerlijke foto’s bij en een eerlijk verhaal.”

Patiënten die bij je passen

Loes is zich ervan bewust dat die kwetsbaarheid ook negatieve feedback zou kunnen opleveren. Maar dit kan ze heel goed relativeren: “Iedereen die in de zorg werkt, heeft iets toe te voegen en is uniek. Die uniekheid voegt iets toe. We kunnen niet allemaal op precies dezelfde manier iemand helpen. Als iedereen zich op zijn klanten focust en daarvoor durft te staan dan trek je de juiste mensen naar je toe. Als zij niet bij jou passen, dan past er wel een andere collega bij hen.”

Natuurtalent?

Natuurlijk is het niet altijd makkelijk. Deze manier van werken word je niet aangeleerd tijdens de studie. Dus daarom krijgt Loes ook zelf coaching en blijft ze zichzelf ontwikkelen: “Elke nieuwe richting en vaardigheid die je wilt leren roept angst, zenuwen, boosheid en irritatie op. Bij elke hobbel komt er weer een zelfde soort golf. Maar ja… ik heb nu eenmaal die droom… die is zo groot dat ik er uiteindelijk veel energie uithaal. Dus het is het waard om door die gevoelens heen te gaan. Feedback leert me een heleboel en stimuleert me door te gaan.” Loes doet het dus niet alleen. “Ik kan het ook niet alleen. Ik heb een leuk team om me heen en velen van hen participeren in de zorg maar ik krijg ook coaching en training van buitenaf over waar ik nog stappen mag zetten.” Zo heeft ze net een leiderschapsprogramma van vier maanden afgesloten. “Het team beweegt continue mee en andersom om die droom te verwezenlijken. Ik ben mijn team heel erg dankbaar. Dankbaar omdat ze een mate van zelfstandigheid hebben zodat ik tijd krijg om andere dingen op te zetten.”

Toekomst

Wat is Loes nog meer van plan? Ik vroeg haar naar haar toekomstige plannen. “Als wij deze ambitie helemaal hebben ingevuld, weet ik dat de volgende uitdaging alweer klaarstaat. Die uitdaging ga ik zeker aan want die heb ik nodig. Dat stelt me gerust want dan hebben we dus altijd genoeg te doen.”

Tip

Heeft ze tenslotte nog een tip voor collega’s? “Ik gun iedereen dat hij zichzelf kan zijn en dat hij voor zijn droom en doel durft te gaan staan. Alleen door ondernemen en zorg te combineren kunnen we nieuwe uitdagingen aan waardoor zorg betaalbaar en goed blijft. Ik hoop dat we met elkaar van elkaars successen mogen genieten en van elkaar mogen leren. De goede resultaten van collega’s hebben mij ook gestimuleerd. Het zou mooi zijn als dat blijft doorgaan.”

Interview met Loes Meijerink van Praktijk voor Tandheelkunde Loes door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Management, Ondernemen, Thema A-Z
aantekeningen - leren

Wat we kunnen leren van de ketens

In Nederland maken steeds meer tandartspraktijken deel uit van ketens. Ketens bieden grote voordelen voor de bedrijfsvoering. Wat kunnen tandartsen die niet aangesloten zijn bij een keten hiervan leren?

Cijfers

Eerst wat cijfers. In Nederland zijn er volgens de KNMT 8719 tandartsen. Hiervan werkt 30% alleen in een solopraktijk. Er zijn 4600 tandartspraktijken. Daarvan zijn er 330 aangesloten bij een keten, dat is zo’n 7 procent. Volgens Alexander Tolmeijer is de invloed van ketens beperkt. De enige die zich misschien zorgen zou moeten maken is een zzp’er die een praktijk wil overnemen, omdat hij daarbij sterke concurrentie ondervindt van de ketens.

Kracht van ketens

De grote kracht van ketens zit er vooral in dat ze alles heel gestructureerd aanpakken. Praktijkhouders kunnen vooral van ketens leren op het gebied van:
• inkoop;
• zorg;
• protocollering;
• patiëntbestand bijhouden;
• inwerken nieuwe mensen.

Inkoop

Binnen ketens wordt veel aandacht besteed aan het beheersen van kosten en het slim inkopen. Toch zit daar niet het grootste voordeel van een keten. Ook tandartsen die niet aangesloten zijn bij een keten kunnen kosten besparen door zich bijvoorbeeld aan te sluiten bij inkoopcombinaties.
Het inkopen van materiaal beslaat echter gemiddeld maar 6% van de kosten van een tandartspraktijk. Daarbij hangt het er wel van af of je bijvoorbeeld aan implantologie doet (hoge materiaalkosten) of vooral aan preventie (lage materiaalkosten). De grootste kosten van een praktijk zitten in de mensen: behandelaars (40-45%) en personeel (25%).
Het is verstandig om eens in de twee jaar te kijken naar je kostenposten en wat je echt nodig hebt. Het duurste apparaat in een praktijk is iets wat niet gebruikt wordt.

Zorg

Ketens hebben over het algemeen een goede agendaplanning, zodat er geen gaten in de agenda zitten. Gaten in de agenda kosten erg veel geld. Tandartsen zouden ook meer aandacht moeten besteden aan het gebruiken van de juiste codes. Hierin zitten grote verschillen. De ene praktijk heeft veel T-codes en in een andere praktijk vooral M-codes. Als je veel aan preventie doet zouden de T- en M-codes bij elkaar opgeteld ongeveer 30% van je omzet kunnen zijn.
Het is ook goed om te kijken naar de motivatie van patiënten. Hoe komt het dat in de ene praktijk patiënten veel gemakkelijker een behandelplan accepteren dan in de andere praktijk?

Protocollering

Ketens werken meestal met strakkere protocollen. Ze kunnen gemakkelijker een functionaris vrijmaken om protocollen op te stellen. Voordeel hiervan is dat je dan gelijk ‘inspectieproof’ bent.
Ook het werken volgens de nieuwe richtlijnen van het KIMO is bij een keten eenvoudiger. Eén medewerker kan zich hierin verdiepen en zijn kennis overdragen aan zijn collega’s.
Om te voldoen aan de eisen uit de WGBO over shared decision making moet je heel veel informatie over de communicatie met de patiënt vastleggen. Je moet kijken hoe je dit op een snelle en slimme manier kunt doen.

Patiëntenbestand bijhouden

Ketens zijn meestal beter in het bijhouden van hun patiëntenbestand dan niet-aangesloten tandartsen. Het is zonde als 20% van je patiënten al een jaar of langer niet is geweest. Je moet regelmatig kijken of er nog mensen zijn die je al een jaar niet gezien hebt. Ketens hebben daar software voor en hebben vaak iemand beschikbaar die patiënten kan nabellen.

Inwerken nieuwe mensen

Je team is je grootste goed. Daarom moet je nieuwe medewerkers goed inwerken. Je moet ze welkom heten en hun komst bij de andere medewerkers aankondigen. Het hebben van een goed inwerkprotocol is erg belangrijk. Je hoeft niet altijd zelf een inwerkprotocol op te stellen. Je kunt bijvoorbeeld ook aan je assistente vragen of ze op wil schrijven wat zij allemaal moest leren in het eerste half jaar en dit als basis gebruiken voor een inwerkprotocol voor nieuwe assistentes.

Alexander Tolmeijer is tandarts en directeur van adviesbureau Dentiva.

Verslag door Yvette in ’t Velt voor dental INFO van de presentatie ’Wat we kunnen leren van de ketens’ door Alexander Tolmeijer tijdens Praktijk Anno Nu.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen

Actief ondernemerschap – De ervaringen van Moniek Hamerslag

 Praktijkhouders hebben veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Leren van anderen is belangrijk om verbeteringen te kunnen doorvoeren. Sjoerd Kuiken beschrijft daarom in dit artikel de ervaringen en tips van mondhygiënist en praktijkhouder Moniek Hamerslag-Tooten over de uitdagingen en valkuilen van het praktijkhouderschap.

Praktijkhouders zijn vaak erg gericht op zichzelf. Daarentegen heb je als praktijkhouder wel veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Verder zijn wij als mensen vaak geneigd in onze eigen kaders te blijven denken en redeneren. Deze factoren maken, dat we binnen praktijken soms veel kansen laten liggen om te leren van anderen en verbeteringen door te voeren.

Dit is dan ook de aanleiding voor Sjoerd Kuiken om een serie van artikelen te schrijven, waarin de kennis en ervaringen van één praktijkhouder over één specifiek onderwerp worden uitgelicht. In dit artikel zijn de ervaringen van mondhygiënist en praktijkhouder Moniek Hamerslag over het combineren van de zorg voor haar patiënten met het praktijkhouderschap.

Persoonlijke gegevens

Naam:              Moniek Hamerslag-Tooten

Praktijk:           Mondzorg 2Gether4Dental in Houten

Opzet:              Maatschap met één collega

Situatie:           Zelfstandig praktijkhouder van een mondhygiëne praktijk aan huis sinds 2006
Sinds 2010 een praktijk op een externe locatie met meer behandelkamers en meer personeel

Onderwerp: Actief ondernemen

Ik wil je onderstaande vragenlijst voorleggen, omdat ik denk dat jouw ervaringen omtrent het ondernemerschap van toegevoegde waarde kunnen zijn voor collega’s.

Aanleiding

Moniek heeft al langer een eigen praktijk voor mondhygiëne in Houten. Deze praktijk heeft zij zelf opgezet en uitgebouwd tot een bloeiende praktijk met drie behandelkamers. Sinds januari 2020 is Moniek een maatschap aangegaan om haar praktijk verder uit te kunnen bouwen.

Zorgverlener vs. Ondernemer

Voor praktijkhouders zal er altijd een spanningsveld bestaan tussen de rol van zorgverlener en het praktijkhouderschap. In het begin van haar ondernemerschap voelde Moniek zich vooral zorgverlener. Zij moest nog groeien in haar rol als praktijkhouder en ook als zelfstandige. Door ‘het’ gewoon te doen en aan te pakken, heeft zij veel geleerd op het gebied van het ondernemen. “Gaandeweg ging het ondernemerschap mij ook gemakkelijker af. Zo leer je ook hoe je met personeel om moet gaan. Daarnaast heb ik ook actief cursussen gevolgd voor praktijkmanagement en leidinggeven.”

Het feit – dat zij zelf gegroeid is in haar rol van praktijkhouder – neemt niet weg, dat dit op sommige momenten lastig blijft. Moniek heeft daarvoor ook een netwerk van adviseurs opgebouwd. “Ik heb geleerd als ik het zelf niet weet om direct hulp in te schakelen en inmiddels heb ik een mooi netwerk van externe adviseurs opgebouwd. Hierdoor voel ik mij een stuk zekerder.”

De kunst van delegeren

Naast de 3,5 dagen dat Moniek werkzaam is aan de stoel als mondhygiënist / kindertandverzorgende, moet zij de lopende zaken managen, is zij bezig de praktijk uit te breiden en heeft ze de zorg voor twee kinderen. Moniek geeft aan, dat zij gemiddeld 4,5 dag per week aan het werk is. Om haar privé en werk goed in balans te houden, delegeert zij een deel van de administratie aan twee assistentes, zoals het declareren en het scannen van de facturen voor de boekhouding.

Wat maakt ondernemen leuk?

Het ondernemerschap houdt voor Moniek in, dat zij zoveel mogelijk haar eigen keuzes kan maken en niet afhankelijk is van anderen. Die vrijheid is haar heel veel waard. Ondernemen betekent voor haar om nieuwe ideeën te ontwikkelen en om vernieuwend bezig te zijn.

“Ik hou ervan om nieuwe dingen uit te proberen en te kijken naar hoe dingen efficiënter en makkelijker kunnen. Ook ben ik een perfectionist, wil ik er altijd het beste uithalen en kijk ik heel kritisch naar mezelf en anderen. Patiënten verdienen goede zorg en ik wil die ook absoluut leveren.”

Welke kwaliteiten heb je nodig?

 Moniek vindt dat je als praktijkhouder zeker over een aantal eigenschappen moet beschikken. Zo geeft zij aan: “Als ondernemer moet je niet bang zijn om risico’s te lopen, geen beren op de weg zien en altijd doorgaan. Denken in mogelijkheden en niet in problemen. Je moet ertegen kunnen dat een dag niet van 9 tot 17 uur duurt, maar flexibel zijn. Tot slot, moet je jezelf doelen durven stellen en een plan maken hoe dit te gaan behalen.”

Zelf leert Moniek het snelste door gewoon te doen en niet bang te zijn om fouten te maken. Zij geeft aan zeker fouten te hebben gemaakt. “Daar heb ik ook het meeste van geleerd. Vallen en opstaan en vooral doorgaan en niet opgeven.” Tot slot, vindt Moniek het belangrijk een persoonlijke ‘drive’ te hebben zich altijd te blijven ontwikkelen.

En als alle zaken uiteindelijk goed uit de verf komen, geeft dat een hoop energie. “Ik ben dan vooral trots op mezelf.”

Wat zijn ‘energie vreters’?

Naast het feit dat ondernemen haar veel positieve energie geeft, zijn er ook een aantal ‘energie vreters’. Vooral het bijhouden van de administratie kost Moniek veel tijd en energie. Ondanks dat het niet altijd leuk is om te doen, vindt Moniek het belangrijk dit wel goed bij te houden. “Financieel is het fijn om regelmatig met je accountant/ boekhouder te overleggen en te kijken hoe je ervoor staat en welke keuzes je dan kunt maken. Dit geeft rust.”

Ook het personeel kost veel energie, zoals met functioneringsgesprekken, evaluaties en vergaderingen. En daarnaast stelt Moniek elke zes weken een intern memo op voor de interne communicatie. Ondanks dat dit veel tijd kost, levert het haar ook veel op. “Ik heb gemerkt dat als iedereen goed op de hoogte is van wat er speelt en wat er gaat komen, dat men dan beter tegen komende veranderingen aankijkt.”

Tips van Moniek

1. Regelmatig evalueren

Moniek merkt op dat zij in het verleden problemen soms met het personeel besprak, maar niet regelmatig genoeg evalueerde. Sinds zij zich hier meer van bewust is, gaat dit beter.

Toevoeging: De algemene cyclus voor verbetermanagement is de PDCA-cyclus, dat staat voor Plan – Do – Check – Act. Ervaring leert dat binnen praktijken goede ideeën (= Plan) ook vaak snel tot actie leiden (= Do). Regelmatig zie je dergelijke initiatieven echter ‘doodbloeden’. Oorzaak is vaak het niet doorlopen van de genoemde cyclus door het niet uitvoeren van de ‘Check’-fase. Deze fase betekent concreet het evalueren van de voorgaande stappen en waar nodig bijsturen (= Act). Tip is om bij het inzetten van veranderingen ook direct een ‘check-moment’ in je agenda vast te leggen om te voorkomen dat goede ideeën en ingezette veranderingen ‘doodbloeden’.

2. Formuleer een visie

Moniek geeft aan het erg lastig te vinden ten tijde van de start van haar praktijkhouderschap een duidelijke visie uit te werken. Gaandeweg is zij erachter gekomen wat haar sterke punten zijn, wat zij leuk vindt om te doen én welke kant zij op wil met de praktijk. Ze vindt het belangrijk om een visie te hebben en geeft tegelijkertijd aan dat het ook goed is deze in de jaren steeds verder te ontwikkelen en scherper te formuleren.

Toevoeging: Hoe moeilijk het ook is een scherpe visie te formuleren, neemt dit niet weg dat een visie jou richting geeft en jouw uitgangspunten verwoordt. Een visie bekijk je niet dagelijks, maar als deze scherp is geformuleerd heb je wel een helder uitgangspunt bij het nemen van belangrijke beslissingen voor de praktijk. Daarnaast is het belangrijk de visie binnen de praktijk en het team kenbaar te maken.

3. Houd investeringen overzichtelijk

Tijdens de gesprekken, die Moniek voert met haar accountant bespreekt zij regelmatig wat de consequenties zijn van bepaalde beslissingen. Het is belangrijke zaken goed door te rekenen, zodat je weet waar je aan begint. En goed weet hoe lang je bezig bent de investeringen terug te verdienen. Hoe langer je als ondernemer bezig bent, hoe meer inzicht je krijgt in de consequenties van je investeringen op de financiële gezondheid.

4. Durf vervelende beslissingen te nemen

Het ondernemerschap houdt – helaas – ook in, dat je als praktijkhouder soms vervelende beslissingen moet nemen. “Ik merk dat ik vervelende besluiten van contracten niet verlengen altijd lastig vind. Dan komt het ‘stukje mens’ ook om de hoek kijken bij de ondernemer. Ik heb mij in die tijd vaak afgevraagd of ik dingen anders had kunnen doen. Je blijft daar dan lang over nadenken. Gelukkig zijn er adviseurs, die je dan bij kunnen staan en met je meedenken en zaken inzichtelijk kunnen maken voor je. Echter, terugkijkend kan ik concluderen dat ik destijds de juiste beslissingen heb genomen.”

Toevoeging: De uitdaging voor praktijkhouders is om bij het nemen van beslissingen vooral de volgende twee factoren leidend te laten zijn. Neem beslissingen vooral op basis van de ratio (1) – het verstand of de rede – en in het lange termijn belang van de praktijk (2). Oftewel, probeer persoonlijke emoties uit te schakelen en laat je zo min mogelijk verleiden tot korte termijn beslissingen.

5. Laat je goed adviseren

Een tip van Moniek aan collega praktijkhouders is vooral om je hart te volgen en die dingen te doen waar je gelukkig van wordt. Daarnaast is haar advies je goed te laten adviseren. Vooral door kritisch naar je eigen kwaliteiten te kijken en te zien op welke gebieden je aanvullend hulp nodig hebt. Indirect geeft Moniek hiermee ook het advies vooral een ‘growth mindset’ te hebben als praktijkhouder.

Toevoeging: Iemand met een ‘fixed mindset’ benadert uitdagingen met vragen als ‘Zal ik slagen of niet? Zal ik succesvol zijn of niet? Zal ik een winnaar zijn of een verliezer?’. Deze mindset gaat uit van het feit of je wel of niet bepaalde kwaliteiten hebt. Een ‘growth mindset’ daarentegen is gebaseerd op het geloof, dat je bepaalde basis kwaliteiten hebt en je door inspanning, tijd en strategie deze altijd verder kunt ontwikkelen. Vooral door te willen leren. Oftewel, zie je het praktijkhouderschap als het risico om niet succesvol te zijn, of toch vooral als een uitdaging jezelf verder te ontwikkelen?

 6. Neem de tijd

En tot slot, neem de tijd om het ondernemerschap je eigen te maken. Zie het als een uitdaging je hierin te ontwikkelen. En stapje voor stapje kom je er wel. Zoals Moniek dit verwoordt: “Regelmatig vooruitkijken naar waar je naartoe wilt en regelmatig terugkijken naar wat je allemaal al hebt bereikt.”

Door: Sjoerd Kuiken
Wil je ondersteuning? De ambitie van Sjoerd Kuiken is om praktijken succesvol te maken. Juist die tandartsen – die ook ambities hebben met hun praktijk – help ik graag. Wil je graag ondersteuning hierbij, dan kan dat via ‘Think Forward’ persoonlijke training als tandarts-praktijkhouder

Lees ook:

Samenwerken in een maatschap – De ervaringen van Mieke Hogerbrug

Werken met een meerkamerplanning – De ervaringen van Anna Dieleman

Onderscheidend positioneren mondzorgpraktijk – De ervaringen van Vincent Guicherit

Delegeren van het praktijkmanagement – De ervaringen van An Nguyen

ISO-certificering van de mondzorgpraktijk – De ervaringen van Matthijs Genders

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Certificering - afstuderen

ISO-certificering van de mondzorgpraktijk – De ervaringen van Matthijs Genders

Tandarts-praktijkhouders hebben veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Leren van anderen is belangrijk om verbeteringen te kunnen doorvoeren. Sjoerd Kuiken beschrijft daarom in dit artikel de ervaringen van tandarts-praktijkhouder Matthijs Genders over het opzetten van ISO 9001 kwaliteitsmanagementsysteem binnen zijn praktijk.

Praktijkhouders zijn vaak erg gericht op zichzelf. Daarentegen heb je als praktijkhouder wel veelal te maken met dezelfde uitdagingen en problemen. Verder zijn wij als mensen vaak geneigd in onze eigen kaders te blijven denken en redeneren. Deze factoren maken, dat we binnen praktijken soms veel kansen laten liggen om te leren van anderen en verbeteringen door te voeren.

Dit is dan ook de aanleiding voor Sjoerd Kuiken om een serie van artikelen te schrijven, waarin de kennis en ervaringen van één tandarts-praktijkhouder over één specifiek onderwerp worden uitgelicht. In dit artikel zijn de ervaringen van tandarts-praktijkhouder Matthijs Genders over het opzetten van ISO 9001 kwaliteitsmanagementsysteem binnen zijn praktijk. Met zijn persoonlijke verhaal maakt hij duidelijk, dat een kwaliteitssysteem veel kan opleveren maar het niet voor iedereen zal werken.

Persoonlijke gegevens

Naam:              Matthijs Genders
Praktijk:           Tandartsenpraktijk Genders in Landgraaf
Sinds:              Praktijkhouder sinds 2012
Opzet:              Zelfstandig praktijkhouder
Situatie:           Praktijk met 4 behandelkamers

Aanleiding

Een aantal jaren geleden heeft Matthijs ervoor gekozen om een volwaardig kwaliteitssysteem op te zetten en daarmee een volwaardige ISO 9001 certificering te behalen. Een geaccrediteerd ISO 9001 kwaliteitssysteem houdt overigens in dat de praktijk jaarlijks wordt geaudit door een geaccrediteerde instelling – in zijn geval Dekra – wat resulteert in een onafhankelijk en objectief oordeel over het kwaliteitssysteem. In de tussentijd is de praktijk verhuisd naar een groter pand, waarmee de praktijk is gegroeid van 2 naar 4 behandelkamers. Tevens is de praktijk in die tijd gegroeid van 3 medewerkers naar het huidige team van 14 medewerkers.

Waarom een ISO-certificering?

Matthijs geeft aan, dat er voor hem als praktijkhouder veel facetten zijn die naast het primaire proces – het verlenen van tandheelkundige zorg – geregeld moeten worden. Hij zag in, dat deze ondersteunende processen hem in de eerste jaren van zijn praktijkhouderschap veel tijd kostten en bij de groei van zijn praktijk steeds méér tijd gingen opeisen. Hierdoor ontstond voor hem een disbalans in de verhouding privé en werk, terwijl hij aangeeft het heel belangrijk te vinden deze balans goed te bewaken. Dit is dan ook voor hem de belangrijkste reden geweest meer structuur in zijn praktijk te willen brengen. En wel in de vorm van een ISO 9001 kwaliteitssysteem, wat hem structuur en uiteindelijk ook rust heeft opgeleverd.

Toen zijn praktijk nog kleiner was, had Matthijs al dezelfde ‘drive’ om alles zo goed mogelijk te doen. “Maar zo goed mogelijk is op een gegeven moment niet meer genoeg. Ook zijn er anderen die dingen beter kunnen dan jijzelf.” Het kwaliteitssysteem is meegegroeid met de groei van zijn praktijk. Daarbij heeft hij steeds meer taken overgedragen aan medewerkers, die daar beter in zijn of meer tijd voor hebben of krijgen.

Toelichting:

Voor een ISO 9001 certificering dient de praktijk een zogenaamd kwaliteitsmanagementsysteem op te zetten. Een dergelijk systeem houdt globaal in, dat je als praktijk niet alleen aantoonbaar voldoet aan geldende wet- en regelgeving, maar daarnaast ook aantoonbaar bezig bent met ‘continu verbeteren’. Een voorbeeld is de PDCA-cyclus als verbetermethode om de praktijk stap voor stap te verbeteren. Deze PDCA-cyclus kent de stappen Plan – Do – Check – Act en deze cyclus doorloop je continu, wat zorgt voor een proces van continu verbeteren.

Voor– en nadelen

Het opzetten, hebben en onderhouden van het kwaliteitssysteem heeft voor- en nadelen. Matthijs somt de volgende voordelen op:

  • Het kwaliteitssysteem biedt structuur.
  • Het zorgt voor transparantie en duidelijkheid.
  • Het creëert overzicht.
  • Het heeft geleid tot het delegeren van taken.

Daarnaast heeft een kwaliteitssysteem ook nadelen – of uitdagingen – namelijk:

  • Het vergt moed om taken uit handen te geven.
  • Sommige taken worden niet altijd op een manier uitgevoerd, zoals je graag ziet.
    Matthijs geeft hierop direct aan, dat bijsturing nodig blijft maar het loslaten voor veel tandartsen – waaronder hijzelf – niet gemakkelijk is.
  • Het onderhouden (/ bijhouden) van het kwaliteitssysteem kost veel tijd.
    “Een systeem opzetten betekent vervolgens niet dat je klaar bent. Het vergt onderhoud in de vorm van tijd en geld. Maar die keuze maak je om jouw praktijk en medewerkers te maken als beste versie van zichzelf.”

Papieren tijger?

Matthijs benadrukt diverse keren, dat het opzetten van het kwaliteitssysteem veel tijd en energie kost. Maar dat deze investeringen hem en zijn praktijk vooral meer hebben opgeleverd en dit duidelijk een goede keuze is geweest. Wel is het binnen de praktijk een doelstelling om de papieren tijger – wat het dus wel enigszins is – zo veel mogelijk af te slanken naar een systeem dat meer ‘to-the-point’ is om de kostbare tijd zo efficiënt mogelijk te benutten. Zo geeft Matthijs wel aan, dat hij inmiddels van een aantal zaken binnen het oorspronkelijke kwaliteitssysteem afscheid heeft genomen. Deze onderdelen kostten namelijk te veel energie, tijd en geld, terwijl het resultaat hiervan te minimaal was.

Balans tussen kwaliteit en kosten

Het opzetten van het kwaliteitssysteem heeft Matthijs dus duidelijk meer structuur gegeven, wat ertoe heeft bijgedragen dat er meer taken gedelegeerd zijn en hij zodoende meer rust heeft gekregen. Om zover te komen heeft het wel veel tijd, geld en inspanning gekost. Daarnaast zag Matthijs ook in, dat het steeds meer kosten met zich meebracht het gehele kwaliteitssysteem te blijven onderhouden om te voorzien in een optimale kwaliteit. Hierdoor ging de verhouding tussen kwaliteit en kosten ook gedeeltelijk uit de pas lopen.

Zo geeft Matthijs aan: “Ondanks dat het doel van een kwalitatieve praktijk niet ‘money driven’ moet zijn, moet je wel waken voor een gezond financieel bedrijf. Er werken genoeg mensen waar je verantwoordelijkheid voor draagt en neemt. En alle risico’s die je neemt hoeven natuurlijk ook niet voor niets te zijn. Een goede balans houden – tussen kwaliteit en kosten – is de uitdaging.”

Certificering gestopt

Het onderhouden van het volledige kwaliteitssysteem plus de jaarlijkse audit door Dekra heeft erin geresulteerd, dat de toegevoegde waarde van een volwaardig en geaccrediteerd systeem in verhouding tot bijbehorende kosten een scheve balans opleverde voor Matthijs. “We waren op het punt gekomen dat het liep, gecontinueerd werd en voor ons zodanig werkte om te kunnen blijven verbeteren. Op dat moment gaat de kosten-baten analyse langzaam kantelen en heb ik gekozen om wel het kwaliteitssysteem te blijven hanteren, maar niet meer in een geaccrediteerde variant.”

Aanvullend merkt Matthijs op, dat het kwaliteitssysteem door externe partijen nergens wordt ‘gewaardeerd’, waardoor je het geld dan beter kunt gaan inzetten voor andere zaken als investeringen in materialen en middelen en opleidingen voor het personeel.

Tips van Matthijs

Op basis van zijn ervaringen heeft Matthijs de volgende tips voor collega’s die overwegen of momenteel bezig zijn een kwaliteitssysteem op te zetten.

  1. Delegeren is ‘win-win’
    Het opzetten van het kwaliteitssysteem betekent ook om alle taken inzichtelijk te maken. Tip is kritisch naar je eigen kwaliteiten en zwaktes te kijken. Bepaal vervolgens welke taken door anderen gedaan kunnen worden. “De dingen die je niet goed kunt, kosten je ook meer energie. Waarom dan niet overlaten aan een ander, die het leuk vindt en er beter in is? Dat is toch ‘win-win’.”
  2. Doe het voor jezelf
    Een kwaliteitssysteem opzetten doe je uiteindelijk alleen voor jezelf en het team en niet voor patiënten of voor externe partijen. “Er zijn slechts een paar patiënten, die het opmerken. En je kunt wel 40 certificeringen hebben en titels in lijstjes ophangen, maar patiënten beoordelen meestal op hele andere punten dan die jij als praktijkhouder belangrijk vindt. Ben je aardig, kunnen ze op tijd terecht, etc.” Als tandarts-praktijkhouder wordt de praktijk gevormd door het gehele team en is het advies de keuze voor een kwaliteitssysteem ook alleen te maken op basis van persoonlijke en interne afwegingen. Het moet wel werken voor jouw praktijk en je hebt hierbij een draagvlak nodig van alle teamleden, anders werkt het niet.
  3. Niet voor kleine praktijken
    In een kleinere praktijk kun je – volgens Matthijs – als tandarts-praktijkhouder nog veel meer alleen je eigen gevoel laten gelden. Hoewel een bepaalde vorm van kwaliteitsbeleid zeker zal moeten voor alle praktijken,
  4. adviseert Matthijs voor kleinere praktijken niet zomaar over te gaan op een geaccrediteerd kwaliteitssysteem. Een niet gecertificeerde vorm is zeker ook voldoende.
  5. Denk goed na over missie en visie
    In het beginstadium is het belangrijk goed na te denken over je missie en visie. “Ik gaf hier allereerst te snel een algemene invulling aan. Later als je keuzes hebt gemaakt merk je, dat je dingen hebt gedaan die je eigenlijk niet had gewild. Dit komt mede doordat je missie en visie te ruim en niet specifiek genoeg was. Door hier specifieker in te zijn, worden keuzes later makkelijker. En wel, omdat je dan beter de koers voor ogen hebt wat je uiteindelijk leidt naar de juiste keuzes.”

Tot slot sluit Matthijs af met de opmerking, dat elke tandarts-praktijkhouder voor zichzelf moet uitmaken of een kwaliteitssysteem wel of niet van toegevoegde waarde is. “Wel denk ik persoonlijk dat we linksom of rechtsom hier uiteindelijk in welke vorm dan ook naar toe zullen moeten gaan. De eisen en verplichtingen vanuit intern en extern worden steeds hoger en je kunt op deze manier hier meer gestructureerd mee omgaan om dit te blijven verbeteren.”

Door:
Sjoerd Kuiken, Kuiken Praktijkmanagement
Wil je ondersteuning? De ambitie van Sjoerd Kuiken is om praktijken succesvol te maken. Juist die tandartsen – die ook ambities hebben met hun praktijk – help ik graag.

 

Lees ook de andere artikelen in deze serie:
Samenwerken in een maatschap – De ervaringen van Mieke Hogerbrug

Werken met een meerkamerplanning – De ervaringen van Anna Dieleman

Onderscheidend positioneren mondzorgpraktijk – De ervaringen van Vincent Guicherit

Delegeren van het praktijkmanagement – De ervaringen van An Nguyen

Lees meer over: Management, Ondernemen