Professionaliseren van de praktijk

Professionaliseren van de praktijk

25 Mei is voorbij. En wat nu…? Het lijkt wel of heel tandheelkundig Nederland in de afgelopen weken en maanden heeft toegeleefd naar 25 mei 2018. Zoals velen weten is op die datum namelijk de AVG inwerking getreden. Het voldoen aan deze – plus andere wetgeving – kost praktijken heel veel tijd en moeite. Iets wat uiteraard nodig is, maar wat enorm afleidt van zaken die er voor een praktijk veel meer toe doen. Het professionaliseren van de praktijk is voor veel praktijkhouders namelijk een veel belangrijker issue in deze tijd van ontwikkelingen in de mondzorg.

Druk, druk, druk

Het voldoen aan geldende wet- en regelgeving is voor veel praktijkhouders een last op de schouders. Dit blijkt wel uit de grote onzekerheid die hierover heerst onder praktijkhouders. Mijn ervaring is, dat velen zich hier serieus in vastbijten en de praktijk inmiddels ook goed ‘op orde’ hebben. Ondanks dat, blijft die onzekerheid vaak bestaan.

Het is voor een praktijk en de praktijkhouder heel belangrijk aantoonbaar te voldoen aan geldende wet- en regelgeving. Daarom is het ook belangrijk hier tijd en aandacht aan te besteden. Echter, veel praktijken blijven dit onderwerp op de agenda houden. En blijven hier heel veel tijd en aandacht aan besteden, terwijl de zaakjes inmiddels al goed op orde zijn. Dit als gevolg van de voortdurende onzekerheid hierover. En dat is juist zo zonde, want de praktijk heeft ook veel tijd en aandacht nodig om concurrerend te blijven in alle ontwikkeling van tegenwoordig. Iets waar voor veel praktijken nog winst te behalen is.

Ontwikkelingen in de mondzorg

In de afgelopen 10 tot 15 jaar is het beroep van tandarts erg veranderd. Praktijken zijn gemiddeld groter geworden en de randzaken zijn enorm toegenomen. Ook in de komende tijd gaan de ontwikkelingen nog door.

  • Centrale regie bij de tandarts

    Binnen de zorgverlening zal het werken in teamverband verder toenemen. Naast de verschillende functies binnen het mondzorg team worden steeds meer verbanden gelegd met de algemene gezondheidszorg en met esthetische behandelingen. Door een toename van het aantal zorgverleners binnen de zorg, neemt de behoefte aan een goede centrale regie toe.

  • Meer gericht op preventieve aanpak

    In de preventieve aanpak is er voor veel mondzorgverleners nog veel te winnen. Een effectieve, preventieve aanpak betekent dat het gedrag van patiënten naar een gezondere levensstijl daadwerkelijk verandert. Het gaat feitelijk niet om wat je doet (bijvoorbeeld continu poetsinstructies geven), maar vooral om het resultaat dat ermee wordt bereikt (de gedragsverandering van de patiënt).

  • Toenemende concurrentie en ketenvorming

    Ketenvorming zet de komende jaren verder door, wat resulteert in steeds meer praktijken die zeer professioneel gemanaged worden. Daarnaast wordt in de Randstad de concurrentie om de patiënt steeds groter, wat blijkt uit de zichtbaarheid van praktijken via marketingactiviteiten en social media. Ontwikkelingen, die ervoor kunnen zorgen, dat patiënten eerder kunnen switchen van praktijk.

  • De mondigere patiënt

    Een veelgehoorde klacht vanuit praktijken is de steeds mondiger wordende patiënt en een groeiende ‘claim’ cultuur. Dit vraagt erom goed verantwoording te kunnen overleggen over de geleverde zorg.

  • Tandartsen zijn steeds schaarser

    Door de vergrijzing gaan de komende jaren veel tandartsen met pensioen, welk aantal de instroom van nieuwe en buitenlandse tandartsen overstijgt. Daarnaast is de wens steeds vaker om parttime te werken. Daardoor wordt het aantrekken van nieuwe tandartsen steeds moeilijker voor praktijken. Iets wat met name buiten het Randstedelijk gebied als een steeds groter probleem wordt ervaren.

Focus op toegevoegde waarde

In plaats van de grote onzekerheid of de praktijk ‘op orde’ is, kunnen praktijkhouders zich wellicht beter afvragen in hoeverre de praktijk eigenlijk concurrerend is op bovengenoemde ontwikkelingen. Het is aannemelijk, dat de praktijken in uw directe omgeving van vorm en eigenaar zullen veranderen in de komende jaren. Met wellicht het gevolg, dat die andere praktijken het beter gaan doen. Nu alle stress rondom de AVG voorbij is, is het wellicht goed om kritisch naar de eigen praktijk te kijken. En af te vragen hoe u toegevoegde waarde kunt toevoegen aan de praktijk.

En hoe doet u dat? Volgens mij kunnen praktijken zich in de toekomst vooral onderscheiden door de beste werkgever in de omgeving te zijn. Mijn advies is dan ook om niet de patiënten op de eerste plaats te zetten. Zorgverlening is mensenwerk en mondzorg is meer en meer een teamprestatie. Door als praktijkhouder het team op de eerste plaats te zetten, zullen zij zorgen voor (zeer) tevreden patiënten. Via een sterk team kan de praktijk zich onderscheiden naar patiënten. De kracht van het team bepaalt de kracht van de praktijk.

Conclusie

Veel tandartsen ervaren nog altijd veel onzekerheid of de praktijk ‘op orde’ is met betrekking tot geldende wet- en regelgeving. Ook de inwerkingtreding van de AVG heeft de mondzorgpraktijken weer een enorme inspanning gekost. Helaas zijn dergelijke inspanning niet van directe toegevoegde waarde voor de praktijk als het gaat om de toekomstige ontwikkelingen binnen de mondzorg. Hopelijk krijgen praktijkhouders weer de ruimte en het enthousiasme om zich vooral met het team en hun zorgverlening bezig te houden. Er is op dit terrein namelijk nog veel te winnen, voordat je voorbij wordt gelopen door je collega praktijken (lees: concurrenten).

Door: Sjoerd Kuiken van Kuiken Praktijkmanagement . Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in het opzetten van een solide praktijkorganisatie met gedeelde verantwoordelijkheden. De praktijkhouder en het team worden gecoacht en getraind, zodat de praktijkhouder vooral tandarts kan zijn.

Lees meer over: Management, Ondernemen
KNMT doet mee aan project (Ont)regel de zorg voor verminderen regeldruk mondzorg

KNMT doet mee aan project (Ont)regel de zorg voor verminderen regeldruk mondzorg

De KNMT gaat de komende periode samen met haar achterban aan de slag om de administratieve lastendruk in de mondzorg terug te brengen. De beroepsvereniging doet dat door zich aan te sluiten bij het door de VvAA geïnitieerde project (Ont)regel de Zorg.

Administratieve lasten zijn een groeiend maatschappelijk probleem, zeker in de zorg. Het ministerie van VWS zet sterk in op het terugdringen van de administratieve lastendruk, samen met beroepsgroepen en andere belanghebbende organisaties. Afgelopen periode hebben verschillende beroepsgroepen laten zien dat het loont om met schrapsessies haalbare en concrete schrapacties te formuleren: de opbrengst van die schrapsessies hebben de basis gevormd voor het actieplan (Ont)Regel de Zorg dat het ministerie van VWS vorige week presenteerde en dat op 30 mei in de Tweede Kamer werd besproken.

Enquête administratieve handelingen mondzorg

Die aanpak brengt de KNMT nu ook naar de mondzorg. Via een enquête gaat de KNMT inzichtelijk maken hoeveel werktijd tandartsen besteden aan administratieve handelingen, welke handelingen zij als belastend ervaren en waarom en voor wie die handelingen worden uitgevoerd. Op basis van deze feiten wordt zo mogelijk een schrapagenda opgesteld met concrete acties.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Management, Ondernemen, Thema A-Z, Werken met plezier
6 eenvoudige stappen om je praktijkvoering te verbeteren

6 eenvoudige stappen om je praktijkvoering te verbeteren

“Als je niet weet waar je naar toe wilt, dan doet de richting er ook niet toe”, zei de kat in het beroemde verhaal van Alice in Wonderland. Als medewerkers niet weten waar je naar toe wilt, weten ze ook niet hoe ze er moeten komen. Lees de 6 tips voor verbetering van de praktijkvoering.

 1. Creëer een doel

“Als je niet weet waar je naar toe wilt, dan doet de richting er ook niet toe”, zei de kat in het beroemde verhaal van Alice in Wonderland. Het ligt enorm voor de hand dat als jouw medewerkers niet weten waar je naar toe wilt, ze ook niet weten hoe ze er moeten komen. Natuurlijk is dat voor een tandartspraktijk verantwoorde en goede zorg. Uit onze ervaring met praktijkscans blijkt dat medewerkers zelden weten wat de praktijkhouder dit jaar wil bereiken, zelfs als de praktijkhouder zich bijvoorbeeld heeft voorgenomen om Gewoon Gaaf te implementeren. Je kunt als tandarts niet duidelijk genoeg zijn over wat je doel voor dit jaar is. Dat geldt overigens ook voor het werken aan de stoel. Een jaar lang extra energie steken in ergonomisch en écht 4-handed werken, kan je tientallen jaren werkplezier en fitheid opleveren.

2. Check je communicatie

Gebrek aan communicatie is de meest gehoorde klacht bij medewerkers van praktijken. Onduidelijkheid is iets waar het team veel last van heeft. Dat leidt vaak tot geroddel en onzekerheid. Beide hebben een enorm negatieve impact op de sfeer en werkplezier en uiteindelijk ook op het werkplezier van de praktijkhouder! De eerste stap om de communicatie te evalueren is door te kijken naar de frequentie en duur van de overleggen.

Een goed overleg hoeft niet per se een uur te duren. Belangrijk is dat je kijkt welke onderwerpen op welk moment besproken moeten worden. Naast de gebruikelijke functionerings- en beoordelingsgesprekken, heeft vooral de dagstart een enorm positieve bijdrage aan goede interne communicatie.

3. Doe een dagstart

De dagstart houdt in dat je als praktijk ’s ochtend vóór de patiëntenbehandeling de dag doorneemt. De dagstart is geen koffiemoment of klaagzang, maar juist een positief moment, waarbij je leert van de dingen van de dag ervoor en gezamenlijk kijkt naar vandaag. In grotere praktijken is het bijvoorbeeld handig om hierin te benoemen als er een gat in de agenda is ontstaan. Wanneer iedereen hiervan op de hoogte is, dan kunnen ook andere tandartsen kijken of ze kunnen helpen bij het opvullen van dat gat met dringende behandelingen die uit het periodiek mondonderzoek naar voren komen.

Ook in kleinere praktijken is het fijn als ieder teamlid weet dat er een vast moment is, waarop ze iets kwijt kunnen aan het hele team in één keer. Zo voorkom je dat het koffiezetapparaat het centrale nieuws uitwisselingpunt wordt.

4. Meten is weten, waar wil je op sturen?

Als je een doel hebt waar je op wil sturen, dan is het ook mooi als het team weet hoe het er voor staat. Stel dat je meer patiënten bij de preventie assistente wilt laten afspreken zodat je het aantal mensen met nieuwe cariës terug wilt dringen, dan kan het handig zijn om het aantal preventieafspraken en het aantal vullingen bij jonge patiënten vast te leggen. Door dit maandelijks te delen met het team, ziet iedereen ook of het daadwerkelijk lukt om meer met preventie aan de slag te gaan. Als het goed is resulteert dit op iets langere termijn in een dalende hoeveelheid restauraties bij de jeugd.

5. Motiveer je team en blijf ze trainen

Alle bovenstaande punten dragen al bij aan een beter gemotiveerd team. Uit onderzoek van de Gallup Organisatie, een Amerikaans onderzoeksbureau, is 20% van de mensen niet echt verbonden met zijn werk. Uit ons eigen onderzoek gebaseerd op de Gallup methode blijkt dat het grootste gemis in de complimenten ligt. Wij vinden overigens geen verschil bij medewerkers met vrouwelijke of mannelijke praktijkhouders.

6. Kijk naar de structuur van je agenda

Een goede planning kan je dag maken of breken. Veel onverwachtse behandelingen zijn stressvol en veroorzaken onrust voor de praktijk. Natuurlijk kun je niet alle onverwachte zaken vermijden, maar met een structuur in de dag zou je die wel makkelijker aan moeten kunnen.

Een blokplanning betekent zoveel dat je structureel tijd reserveert voor een type behandeling. Een spoed geval hier een goed voorbeeld van. Als je ervoor zorgt dat je iedere dag 30 minuten openhoudt, dan kan de receptie de spoedgevallen ’s morgens makkelijker kwijt. Als er om 10.00 uur nog steeds niemand zich heeft aangemeld, dan wordt de tijd vrijgegeven en kan de bellijst gebruikt worden. In de praktijk blijkt dat het spoedblok zelden of nooit onbenut blijft.

Voor mondhygiënisten is een blokagenda ook ideaal. Door de aard van de behandelingen zitten mondhygiënisten vaak al voor de komende 6 maanden vol. De patiënt is namelijk geneigd om de recall meteen in te plannen. Op het moment dat een nieuwe patiënt voor een initiële behandeling komt, is hiervoor op korte termijn zelden plaats. Een blok van bijvoorbeeld één uur per week voor initiële behandelingen kan dat ontlasten. En als dat blok een week vantevoren niet vol is, dan wordt die vrijgegeven voor de eerstvolgende die zijn afspraak wil wijzigen.

Door: Alexander Tolmeijer, Dentiva en mede-auteur van het boek Communicatie in de tandartspraktijk

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Lancering boek ‘Teammanagement talent

Lancering boek ‘Teammanagement talent’

Als manager van een tandartspraktijk krijg je veel op je bordje. Denk aan personeel, wet- en regelgeving of kwaliteitszorg. Anna Berends van Loenen schreef daarom het boek Teammanagement talent. 

In het boek Teammanagement talent staat de volgende vraag centraal:

Hoe creëer je een effectief team en hoe kan je als praktijkmanager of praktijkhouder dit team het beste ondersteunen en managen? Kortom, hoe zet jij jouw talent in voor het optimale teammanagement van jouw praktijk.

Team in de praktijk

In 2014 lanceerde Anna Berends van Loenen het boek ‘Praktijkmanagement talent’.

Het managen een tandartspraktijk gaat echter verder dan praktische zaken.  Als praktijkmanager of praktijkhouder heb je namelijk ook te maken met het team dat werkzaam is in de praktijk.

Werken in een team kan voor veel energie zorgen, want met een team kan je immers meer bereiken dan in je eentje. Tenminste als een team goed loopt en goed samenwerkt. Een team kan succes ook in de weg zitten, want samenwerking heeft wel tijd een aandacht nodig.

In het boek Teammanagement talent leid Anna je langs de vele aspecten die je tegenkomt bij het managen van een tandartsenpraktijk. Het gaat hier niet over de praktische handvatten voor praktijkmanagement, maar over persoonlijk leiderschap, communicatie en begeleiding van het team in de tandheelkundige praktijk.

Webinar

Op 19 december 2017 zal het boek ‘Teammanagement talent’ gelanceerd worden tijdens een webinar. Vanaf dat moment zal het boek ook te koop zijn via Bol.com. Tijdens het webinar staat niet alleen het boek centraal, maar zal ook het geheim onthult worden van een effectief team.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
5 Verbetertips voor de praktijkmanager | praktijkhouder

5 Verbetertips voor de praktijkmanager | praktijkhouder

“Als ik ’s middags naar huis ga, vraag ik mij regelmatig af waar ik toch zo druk mee ben geweest.” Deze ervaring gaat helaas op voor veel praktijkmanagers. Je wordt dan ‘geleefd door de dag’ en daardoor ben je vaak niet in staat daadwerkelijk nieuwe acties op te pakken of verbeteringen door te voeren. In dit artikel de tips die wel tot verbeteringen kunnen leiden.

Urgent vs. belangrijk

Binnen praktijken wordt vaak veel werk verzet. Het gaat er dan ook niet om hoeveel werk wordt verzet, maar vooral of de goede werkzaamheden worden verzet. De ‘Prioriteiten matrix’ helpt hierbij.

In deze matrix worden de werkzaamheden gecategoriseerd op de mate van urgentie en de mate van belangrijkheid. Met in elk kwadrant twee eenvoudige voorbeelden uit het scala van werkzaamheden van een praktijkmanager binnen een tandartsenpraktijk.

 

Wel urgent Niet urgent
Wel belangrijk Kwadrant 1: wel urgent, wel belangrijk

–     Kapotte autoclaaf laten repareren

–     Reageren op klacht van patiënt

–     …

 

Kwadrant 2: niet urgent, wel belangrijk

–     Praktijkwebsite maken

–     Protocollen schrijven

–     …

 

Niet belangrijk Kwadrant 3: wel urgent, niet belangrijk

–     Verjaardagskaart versturen

–     Voicemails nabellen

–     …

 

Kwadrant 4: niet urgent, niet belangrijk

–     Bloemen water geven

–     Ramen zemen

–     …

 

Vooral de ‘belangrijke’ werkzaamheden dragen eraan bij, dat het kwaliteitsniveau van de praktijk omhoog gaat. Juist deze werkzaamheden zorgen dus voor een verdere professionalisering en verbetering.

Hoe word je minder ‘geleefd’?

Het gevoel om ‘geleefd te worden’ ligt voornamelijk verscholen in het uitvoeren van werkzaamheden uit de kwadranten 1 en 3. Oftewel, je wordt geleid door de urgentie van de werkzaamheden en je wordt dus ‘geleefd’ doordat er continu nieuwe (urgente) verzoeken op je ‘to do’-lijst bijkomen. Waarna je direct weer aan de slag gaat om deze snel op te lossen, want ze zijn tenslotte urgent.

Het verschil kan worden gemaakt door je meer te richten op die werkzaamheden die belangrijk zijn (richt je dus meer op werkzaamheden uit kwadrant 2). En in mindere mate door de urgentie van de werkzaamheden (richt je dus minder op werkzaamheden uit kwadrant 3).

Wat ga je morgen anders doen

Mijn ervaring is dat een kleine aanpassing in je dagschema al een groot verschil kan maken. Advies is je werkdag in te delen in blokken, waarin je vooraf bepaald welke werkzaamheden je per blok gaat uitvoeren. Eigenlijk ga je dus vooral tijd inplannen (per dag, week of maand) voor je ‘kwadrant 2’ werkzaamheden.

Tips

De volgende tips dragen bij aan een effectieve en efficiënte invulling van de werkzaamheden van een praktijkmanager. Zodanig dat een praktijk wel in staat is continu te verbeteren.

  1. Aandacht voor verbetering
    Kerntaak van de praktijkmanager is om de praktijk te verbeteren en te professionaliseren. In de praktijk blijkt echter vaak, dat de praktijkmanager nog te veel bezig is met lopende zaken.
  2. Pro-actieve houding
    Verbeteren begint ook met kansen zien en signaleren. Richt je aandacht als praktijkmanager dus ook meer op de punten waarop de praktijk kan verbeteren (wees pro-actief), en niet alleen op hetgeen op je af komt (reactief).
  3. Eigen werkplek
    Een praktijkmanager moet de tijd en ruimte hebben om de werkzaamheden te doen, die losstaan van het primaire proces van de praktijk (het behandelen van patiënten). Een praktijkmanager die zijn werkplek heeft aan de balie is niet efficiënt. Thuiswerken kan een hele goede manier zijn om rustig aan de ‘kwadrant 2’ werkzaamheden te werken.
  4. Duidelijk gedefinieerde rol
    Het moet duidelijk zijn voor het team welke werkzaamheden door de praktijkmanager worden opgepakt. En dat dit niet altijd direct merkbaar hoeft te zijn in de dagelijkse gang van zaken binnen de praktijk of op de werkvloer. Zo moet het voor een team duidelijk zijn, dat de praktijkmanager soms niet bereikbaar is, omdat hij of zij dan met ‘kwadrant 2’ werkzaamheden bezig is.
  5. Affiniteit met de werkvloer
    Verder is het belangrijk voor de praktijkmanager om kennis te hebben van tandheelkundige zorg (niet per se van tandheelkunde zelf dus) en ook regelmatig op de werkvloer aanwezig te zijn. Alleen dan ben je in staat om ook pro-actief mogelijke verbeteringen te zien.

Conclusie

Als de praktijkmanager in staat is zijn of haar werk goed in te delen, word je minder geleefd en is de praktijk beter in staat continu te verbeteren.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl
Sjoerd is gespecialiseerd in het optimaliseren van de praktijkvoering. Gericht op een hoge kwaliteit van zorg, een omgeving waar met plezier en enthousiasme wordt gewerkt en die financieel gezond is.

Lees meer over: Management, Ondernemen
familiebedrijf

Vijf tips voor een succesvol familiebedrijf

Het runnen van een familiebedrijf kan veel uitdagingen met zich meebrengen. Het gebeurt regelmatig dat emoties en familiezaken de overhand nemen, wat tot veel stress en frustratie op de werkvloer kan leiden. Hoeveel je ook van je familie houdt – er zijn meerdere zaken die je strict in de gaten moet houden. Deze tips kunnen daarbij helpen.

  1. Onthoud altijd dat tijdens werktijd de praktijk op de eerste plek komt, en familie op de tweede

    Als het om het bedrijf gaat, zou de regel moeten gelden dat alles wat er gebeurt, moet gebeuren voor het bedrijf. Dit kan soms lasting zijn, maar is noodzakelijk als je een succesvol, winstgevend bedrijf wilt runnen. Je moet handelen als partners, en niet als familie.

  1. Zorg voor gedetailleerde taak omschrijvingen en verdelingen

    Het is van groot belang om heel duidelijk op papier te hebben staan wie nou precies verantwoordelijk is voor wat binnen het bedrijf, vooral als het gaat om familie. Dit zorgt ervoor dat niemand weg kan komen met een slecht smoesje en te denken ‘oh, ze vergeven het me wel’ en verzekerd ook dat er altijd iemand aangewezen kan worden, mocht er wat fout gaan. Dit is zowel beter voor de praktijk, als voor de onderlinge relatie.

  1. Wees er zeker van dat iemand geschikt is voor de taak

    Dat je heel veel van je nichtje houdt, hoef niet per sé te betekenen dat ze de manager van de praktijk hoeft te worden. Voordat je iemand een bepaalde taak toewijst, evalueer dan eerst heel goed of de persoon in kwestie daadwerkelijk geschikt is hiervoor. Dit kan lastig zijn, zeker als je weet dat een van je familieleden heel erg geholpen zou zijn met een bepaalde functie, maar is wel noodzakelijk voor een succesvolle praktijk.

  1. Ontwikkel een systeem voor het geven van bonussen

    Dit is een belangrijk punt, want mocht je broertje of zusje op een dag opeens je kantoor binnenlopen met vraag om een bonus, dan is het zeker niet ondenkbaar dat dit uitloopt op drama. Ook wil je niet dat andere werknemers eventueel denken dat familie wordt voorgetrokken. Zorg daarom dat het voor iedereen duidelijk is hoe prestaties worden gemeten en waarop gegeven bonussen worden gebaseerd.

  1. Stel de juiste vragen

    Om zeker te weten dat je goed kan samenwerken met een familielid, en om te weten of ze dezelfde bedrijfsfilosofie, visie en doelen delen, is het belangrijk om een paar belangrijke vragen aan het licht te stellen, voordat je ze de baan aanbiedt. Voorbeelden van vragen kunnen zijn:

  • Zou je de praktijk graag vooruit zien gaan of zo laten blijven als het nu is?
  • Wat is voor jou het belangrijkst, controle houden en stabiel blijven, of risico’s nemen en kans hebben op groei.
  • Wat is je visie voor de praktijk?
  • Hoe denk jij dat de praktijk deze visie en de doelen het beste kan bereiken?
  • Wie is er in jouw ogen verantwoordelijk voor wat?

Het stellen van dit soort vragen stelt het familielid op de hoogte van jouw houding tegenover de praktijk, en helpt ook met het uitvinden of jullie op dezelfde lijn zitten.

Al met al, het runnen van een familiebedrijf kan lastig zijn, maar dat zegt niet dat het niet kan werken. Sterker nog, er zijn genoeg voorbeelden te vinden van zeer succesvolle familiebedrijven. Laat je dus vooral niet tegenhouden, maar zorg wel dat er duidelijke afspraken zijn en dat iedereen geschikt is voor zijn of haar functie. Op die manier staat niks meer in de weg van succes.

Bron:
Dr Bicuspid

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Hoe activeert u uw patiëntenbestand?

Hoe activeert u uw patiëntenbestand?

De ‘core business’ van iedere praktijk is het binden van patiënten. Waarom is dat belangrijk en hoe pak je dat aan?

De video geeft antwoord op deze vragen en is een aanvulling op de volgende documenten uit de Dental Management Toolkit:

Voorbeelden Protocol oproepen en herinneren patiënten
Gesprekstechnieken balie

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips.

 

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen
Praktijkmanager

Is praktijkmanagement in de mondzorg overgewaardeerd?

Er wordt steeds meer gesproken en geschreven over praktijkmanagement. Ook zijn er steeds meer praktijkmanagers aan het werk binnen tandartspraktijken. Waarom toch deze ontwikkeling? Is praktijkmanagement niet gewoon een overgewaardeerde, bedrijfseconomische hype voor de tandartspraktijk?

Wat is management?

Management is een zeer algemeen begrip met ook vele verschillende definities, zoals deze:

“Management is het besturen van een onderneming of organisatie. Het doel van management is het (her)formuleren en bereiken van de ondernemingsdoelstellingen in de gegeven – soms sterk veranderende – context.”

De term management is ontstaan in de twintigste eeuw toen er sprake was een toename van de innovatiedruk en het groter worden van een onderneming. En wordt ook wel benoemd als het ‘smeermiddel’ van de organisatie om alles goed te laten functioneren en continu te kunnen verbeteren.

Minder tijd voor mijn patiënten

Veel tandarts / praktijkhouders geven mij aan, dat zij in verhouding steeds meer tijd kwijt zijn aan de praktijk en daardoor minder tijd over hebben voor het behandelen van hun patiënten. De volgende ontwikkelingen worden hiervoor als oorzaak genoemd:

  • Steeds meer eisen vanuit patiënten, wet- en regelgeving en verzekeraars
  • Steeds meer vraagstukken en regelwerk vanuit de groeiende groep medewerkers
  • De concurrentie om de patiënt neemt toe, waardoor de praktijk zich moet blijven ontwikkelen en profileren.

Hierbij valt direct op dat deze oorzaken grotendeels overeenkomen met hetgeen in bovenstaande definitie over management is geschreven – lees: een sterk veranderende context door toenemende innovatiedruk en de groter worden onderneming. De tijd die een tandarts / praktijkhouder hieraan gaat besteden, gaat direct ten kosten van zijn behandeltijd, of van zijn vrije uren.

Is praktijkmanagement overgewaardeerd?

Door de veranderende context binnen tandartspraktijken, is het geheel in lijn met de geschiedenis, dat ook in de tandartspraktijk over management wordt gesproken. Echter, door alle aandacht hiervoor wordt het bijna automatisch ook een soort ‘hype’.

En is management binnen de tandartspraktijk daarmee dan ook overgewaardeerd? Ik vind dat iedere praktijk voor zich antwoord moet geven op deze vraag vanuit zijn eigen behoefte of noodzaak. Als de praktijk niet lekker functioneert, als medewerkers vertrekken, als patiënten niet tevreden zijn, als de protocollen niet op orde zijn, etc. dan zal er behoefte zijn aan verbetering. Oftewel, dan is er vraag naar meer of beter management in de praktijk.

Functioneert daarentegen alles heel goed zoals het al jaren doet, dan is de directe noodzaak om de ondernemingsdoelstellingen te herformuleren – zie de definitie hierboven – niet of nauwelijks aan de orde. Waarmee er dus ook geen management vraagstuk is.

In veel praktijken worden overigens onbewust al veel management taken uitgevoerd. Ofwel bij een praktijkhouder dan wel bij een medewerker. Zonder dit expliciet zo te benoemen, is er dan gewoon sprake van goed management.

Wanneer een praktijkmanager aanstellen?

Het hebben van een praktijkmanager is in essentie niet gerelateerd aan de omvang van de praktijk. Als de praktijk al goed loopt zonder praktijkmanager, dan is deze dus niet nodig.
Een praktijkmanager – of iemand die zich met management taken gaat bezighouden – zal van toegevoegde waarde zijn als:

  • De praktijk niet lekker loopt of als het niet lukt niet om verdere verbeteringen door te voeren. Denk aan het werken volgens protocollen, een goed functionerend team, meer tevreden patiënten, etc. Én:
  • De tandarts / praktijkhouder heeft geen zin, geen tijd of niet de kwaliteiten dit aan te pakken.

Conclusie

Het is duidelijk, dat de nadruk meer op management komt te liggen in praktijken die onderhevig zijn aan een veranderende context. Zoals de toenemende eisen vanuit wet- en regelgeving, de toenemende concurrentie van praktijken in de buurt en de mondige patiënt. Als de praktijk niet lekker functioneert of dreigt voorbij gestreefd te worden door de concurrentie of door IGZ wordt bezocht, dan is het noodzakelijk om in actie te komen. Dit vraagt om management, maar dit is gelukkig lang niet voor alle praktijken aan de orde van de dag.

Is management dan overgewaardeerd? Dat mag u zelf beoordelen voor uw eigen situatie.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl en initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. Sjoerd is gespecialiseerd in het optimaliseren van de praktijkvoering. Gericht op een hoge kwaliteit van zorg, een omgeving waar met plezier en enthousiasme wordt gewerkt en die financieel gezond is.

Lees ook: Wel of geen praktijkmanager? Tips voor een goede organisatiestructuur

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
tandartsketens

Tandartsketens: hoe moeten zelfstandige tandartsen reageren?

Tandartsketens breiden steeds verder uit. Ze krijgen meer vestigingen en er komen meer ketens bij. Hoe kijken tandartsen hier tegenaan? Vormen de ketens een kans of een bedreiging? dental INFO sprak met twee tandartsen, een praktijkeigenaar en een bedrijfskundig adviseur.

Wat cijfers
Het percentage tandartspraktijken dat deel uitmaakt van een keten is van 4,7% in 2014 gestegen naar 6,0% in 2017. Tandarts.nl heeft onderzoek gedaan naar het aantal ketens en het aantal vestigingen per keten. In 2017 zijn er vijftien tandartsketens met meer dan vier vestigingen actief in Nederland (tegen acht in 2014).

 

 

De top 5 hiervan wordt gevormd door:

  1. Dentconnect 80 vestigingen
  2. Dental Clinics 69 vestigingen
  3. Samenwerkende tandartsen 47 vestigingen
  4. Kies Mondzorg 14 vestigingen
  5. Fresh tandartsen 8 vestigingen

Gevolg voor zelfstandige tandartsen
De vraag is wat de gevolgen zijn van de gestage groei van de ketens voor de zelfstandige tandartsen. Wat vinden zij zelf hiervan? Uit een poll die onlangs door dental INFO werd gehouden, kwam dat 45% van de respondenten de opkomst van ketens als een kans ziet tegen 36% die het als een bedreiging ervaart. De overige respondenten staan neutraal in deze kwestie.

dental INFO sprak met René Overmars, tandarts in Amersfoort, die zijn praktijk met twaalf kamers verkocht aan een keten en drie jaar later weer als solist een praktijk met drie kamers begon, met Patrick Bontekoe, bedrijfskundig adviseur bij Mondentis, met Jos Naafs, praktijkeigenaar, en met een tandarts die pas een praktijk begonnen is op het platteland en anoniem wil blijven.

Is de opkomst van tandartsketens een bedreiging of kans voor uw eigen praktijk?

bedreiging of kans

Kans of bedreiging?
Over de opkomst van de ketens verschillen de meningen. Zeker is dat deze trend niet tegen te houden is. Patrick Bontekoe: “Het proces is onomkeerbaar. Kijk maar naar andere landen, vooral ook in Engeland en Zwitserland komen er steeds meer ketens bij.” Of het een kans of bedreiging is? Patrick: “Veel zelfstandige tandartsen ervaren het in ieder geval als een bedreiging, maar volgens mij biedt het wel degelijk kansen. Een keten bij je in de buurt is natuurlijk een concurrent. Veel tandartsen zijn niet gewend om zich te profileren en aan marketing te doen.”

René Overmars ziet de ketenvorming zeker niet als een bedreiging voor de tandartsenbranche. “Ik zie het eerder als een prettige kans voor vele jongere tandartsen om ‘onder de vleugels van’ zich rustig te kunnen ontplooien. Voor de ‘oudere’ tandartsen is het ideaal om af te bouwen en voor degenen die alle administratieve handelingen en de constante aanpassingen van de inspectie c.q. NZa zat zijn een verademing.” De tandarts die anoniem wil blijven ziet de ketenvorming als een regelrechte kans. “Veel van mijn patiënten komen bij een keten vandaan. Ze waren daar niet tevreden, zochten een andere tandarts en kwamen zo bij mijn praktijk terecht.”

Voor- en nadelen ketens
Volgens Jos Naafs kun je de ketens zien als een soort prijsvechters en coöperaties. “Bijvoorbeeld inkoop en administratie centraal regelen werkt kostenbesparend. Nadeel hiervan is dat ook centraal wordt bepaald welke producten in de praktijken gebruikt worden en dat hoeven niet de beste te zijn. Ook op het instrumentarium waar mee gewerkt moet worden, heeft de tandarts geen tot weinig invloed. Daarnaast kijken ketens met name naar praktijkvergroting, zoals meer stoelen op een locatie. De patiënt wordt door al deze randzaken soms uit het oog verloren, terwijl het daar uiteindelijk toch om draait. “

René Overmars kan uit eigen ervaring het werken bij een keten en als zelfstandige goed met elkaar vergelijken. “Ik heb eerst een grote praktijk gehad met 35 medewerkers en 12 kamers. Als je dan zelf fulltime als tandarts wilt blijven werken, doe je jezelf tekort als aansturend manager en vice versa. Als je als eenpitter werkt, is het nadeel dat als je zelf niet aanwezig bent, de patiënt naar een andere locatie moet. Bij een keten is altijd een tandarts beschikbaar en dat is toch een groot voordeel. Bij een keten is ook alles netjes geprotocolleerd, maar soms is er weinig ruimte om hiervan af te wijken.”

Marketing
Hoe kunnen tandartsen het beste reageren op de opkomst van ketens? Volgens Patrick Bontekoe kan een beetje marketing geen kwaad. “Je moet duidelijk maken wie je bent en je profileren. Er is een tekort aan tandartsen, dus in principe zijn er voor iedereen patiënten.” Hij vervolgt: “Tandartsen zijn niet gewend om zichzelf te promoten, patiënten kwamen altijd vanzelf. In het verleden zaten praktijken vaak vol en hadden patiënten moeite om een tandarts te vinden. Als tandarts moet je inspelen op de markt. Albert Heijn zegt ook nooit dat-ie geen extra klanten kan hebben. Als tandarts zou je ook je praktijk kunnen uitbreiden als daar vraag naar is. En daarnaast moet je inspelen op de markt en op de wensen en behoeften van de patiënten. Je hebt bijvoorbeeld tandartspraktijken die medewerkers aannemen die Arabisch of Turks spreken om zo de communicatie met Arabisch- of Turkssprekende patiënten te verbeteren.”

Unique selling points
Jos Naafs voegt hier aan toe: “Door de huidige regelgeving is een solopraktijk vaak niet meer lonend. Om te kunnen voldoen aan de huidige WIP-richtlijnen moet er fors geïnvesteerd worden en dat is door één tandarts niet meer op te brengen. Alleen door middel van maatschappen zou dit ondervangen kunnen worden. In die maatschappen zou men zich moeten afvragen welke ‘unique selling points’ men gaat hanteren en hoe deze te bereiken is. Het grote nadeel is dat tandartsen niet zijn opgeleid als ondernemers, maar medici zijn. Een combinatie van deze twee eigenschappen is maar bij een enkeling aanwezig. Zie hier het ontstaan van de ketens. Een commerciële organisatie die de infrastructuur neer zet en de medici die hun ding doen. Zij het dat ze zeer beknopt en beperkt worden in hun behandelingen.”

Keten om de hoek
En als een keten zich nu bij een zelfstandige tandarts om de hoek vestigt? René Overmars ziet geen probleem. “Gewoon jezelf blijven en geloven in eigen kracht,” is zijn devies. Ook de anonieme tandarts zit daar niet mee: “Veel patiënten zijn niet tevreden bij een keten. Ze voelen zich als een nummer behandeld en voelen geen binding met de praktijk. Je hoeft helemaal geen actie te ondernemen als een keten zich om de hoek vestigt, die patiënten komen vanzelf naar je toe!”

Patrick Bontekoe geeft aan dat je hierover opwinden geen zin heeft. “Ik ken het geval van een keten die zich vlak bij een tandarts vestigde die daar al jaren een praktijk had. De keten plaatste advertenties en reclameborden in de buurt van de praktijk van de zelfstandige tandarts. De tandarts was daar erg verbolgen over, maar kon er niets tegen doen.”

Jos Naafs is zelf ooit benaderd door een keten, die zijn praktijk wel wilde overnemen. “Door onze, nog steeds aanhoudende, groei en financiële positie is dit nog steeds niet noodzakelijk. Door te blijven investeren in mensen en apparatuur zijn wij in staat nog steeds een hoog kwalitatieve tandheelkundige hulp aan te bieden.”

Toekomst
Hebben zelfstandige tandartsen nog een toekomst? Volgens Patrick Bontekoe is dat zeker het geval.

“Maak duidelijke aan de patiënt waar je voor staat als tandarts en wat je als patiënt kunt verwachten. En uiteraard gewoon goede kwaliteit blijven leveren. De ketens gaan zich ook steeds meer differentiëren. Er komt een tweedeling in de markt van patiënten die zich wel en die zich niet prettig voelen bij een keten.”

“Het aanbod voor patiënten wordt diverser. Zelfstandige tandartsen moeten zich ook aanpassen aan de omstandigheden. Praktijken met maar één stoel zullen het in de toekomst vaak niet redden door de toegenomen kosten van bijvoorbeeld digitalisering . Uiteindelijk krijgt iedereen de patiënten die bij hem/haar passen.

Jonge tandartsen hebben vaak niet de ambitie om een eigen praktijk te beginnen. Van de jonge tandartsen is 70% vrouw. De trend is dat zij vaak liever parttime werken, als zzp’er bij een praktijk of bij een keten.”
Jos Naafs is het hier mee eens:

“Gewoon goed luisteren naar wat de behoeften van de patiënten zijn en daar adequaat op inspelen.”

Lees meer over: Management, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z, ZZP-er
Score - beoordeling

Wat is de toegevoegde waarde van protocollen?

Waarom wil je eigenlijk een protocol opstellen? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

Regelmatig vragen praktijken mij om te ondersteunen bij het opstellen van protocollen. Waarom wil je die eigenlijk? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

“Omdat het moet!”
Het opstellen van protocollen ‘omdat het moet’ is mijns inziens verkeerd. Deze insteek komt voort uit de grote onzekerheid en angst, die er bij tandartsen heerst over een eventueel bezoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Deze angst vormt de aanzet tot het opstellen van protocollen. Echter, handelend vanuit deze angst zullen de protocollen geen toegevoegde waarde opleveren voor de praktijk. Het zal alleen enigszins de onzekerheid bij de tandarts wegnemen.

Is er toegevoegde waarde?
Volgens mij zijn er op hoofdlijnen vier voordelen te benoemen bij het opstellen van protocollen. Deze voordelen heb ik hieronder in volgorde van belangrijkheid opgesomd:

  1. Creëren van een leermoment
    Het opstellen of herzien van de protocollen is een uitgelezen moment met het team om de tafel te gaan. Dit overleg richt zich er vooral op te inventariseren waar de werkwijze onderling afwijkt en of de werkwijze overeenkomt met de geldende eisen (bijvoorbeeld vanuit de WIP-richtlijn). Deze onderlinge afstemming zorgt voor duidelijkheid en levert de grootste toegevoegde waarde binnen het proces van protocolleren.
  2. Vastleggen van afspraken
    Door alle afspraken vervolgens daadwerkelijk vast te leggen in een protocol, heeft de praktijk altijd een duidelijke basis liggen om op terug te kunnen grijpen. Het protocol zorgt dus voor duidelijkheid voor nu en in de toekomst.
  3. Inwerken van nieuwe medewerkers
    Als het team draait en alle afspraken worden nageleefd, kan dit betekenen dat de protocollen voor langere tijd in de kast verdwijnen. Helemaal niet erg, want dat betekent dat het team op uniforme wijze en conform de geldende eisen werkt. Wanneer een nieuwe medewerker in de praktijk komt, is het een uitgelezen moment om hem of haar via de protocollen goed in te werken. Een gemiste kans als de protocollen dan niet op tafel komen.
  4. Verantwoorden naar IGZ
    Tot slot, is het uiteraard van belang om verantwoording te kunnen afleggen over de werkwijze binnen de praktijk. Onder andere naar de IGZ. Echter, dit levert de minst toegevoegde waarde op voor de praktijk en het team.

Conclusie en advies
Praktijken handelen nog te veel vanuit de angst voor een bezoek van de IGZ. Echter, door meer te handelen vanuit eigen perspectief zullen de maatregelen en veranderingen van grotere toegevoegde waarde zijn voor de praktijk zelf. Je doet het niet meer ‘omdat het moet’, maar ‘omdat we er beter van worden’. En dan ben ik ervan overtuigd, dat elke praktijk zich ook prima kan verantwoorden richting de IGZ.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeldprotocollen en adviezen.

Lees meer over: Inspectie, Management, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

4 tips voor productieve vergaderingen

Vaak worden vergaderingen door medewerkers als onproductief bestempeld. De volgende vier tips kunnen helpen om een vergadering op een goede manier te organiseren en tot een goed einde te brengen.

1. Plan een meeting in de ochtend
In de ochtend is het brein nog wakker, alert en (nog) niet bezig met stressvolle taken en e-mails. Op dit moment kan iedereen zich nog volledig focussen op het doel dat men vandaag wil behalen. Deze meeting hoeft niet lang te duren, 10 minuten is al genoeg zodat iedereen snel kan beginnen aan een efficiënte werkdag.

2. Bereid de meeting voor
Een efficiënte vergadering begint met een juiste voorbereiding. Leg een duidelijk doel en de timing van de meeting vast.

3. Bereid een agenda voor
Zorg dat de agenda vastligt voor je een uitnodiging verstuurt. Op die manier kunnen mensen zich al voorbereiden op de punten die besproken gaan worden. Leg het doel en timing van elk onderwerp vast.

4. Begin met behaalde prestaties
Vraag iedereen aan het begin van de vergadering naar een persoonlijke of professionele behaalde prestatie. Op deze manier wordt er een positieve sfeer gecreëerd en ontstaat er teambuilding. Door te focussen op dingen die goed gaan, ontstaan er productievere gesprekken.

 

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen
Rekening

Praktijkoverdracht: De fiscale kant

Door tijdig over de financiële kant van een praktijkoverdracht na te denken, kunnen de fiscale mogelijkheden zo goed mogelijk benut worden.

Verslag van de presentatie van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) over fiscale en financiële aspecten bij een praktijkoverdracht tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT.

Belastingen
Over de winst die bij verkoop van een tandartsenpraktijk wordt gemaakt, is belasting verschuldigd. Hoe betaal je nu zo min mogelijk belasting? Het is belangrijk om ruim van te voren over de overdracht na te denken; voor de belasting gelden termijnen van drie jaar. U kunt proberen om het inkomen dat u nu verdient naar de toekomst te verschuiven, zodat u er minder belasting over hoeft te betalen.

Bij de onderste belastingschijven is het belastingtarief met en zonder AOW anders. Als u uw inkomen kunt verschuiven en zo in de onderste schijven kunt terechtkomen, is dat gunstig. Als u echter AOW en pensioen ontvangt, is de onderste schijf al volledig benut.

Uw inkomen vooruitschuiven, blijkt in de praktijk niet veel op te leveren. Voor uw AOW-leeftijd wordt uw winstinkomen, na ondernemersaftrekken, tegen 45% belast. En met AOW ook, doordat u boven op de 40% belasting ook nog 5% zorgpremie moet betalen. Na ingang van uw AOW bedraagt de belastingdruk al snel meer dan 45%, zeker wanneer u rekening houdt met 5% zorgpremie.

Verkoop van een eenmanszaak
Bij de verkoop van een eenmanszaak betaalt de koper de koopprijs voor de goederen. Hij zet deze dan op de balans en kan deze in vijf of tien jaar afschrijven. Over de winst is de verkoper inkomstenbelasting verschuldigd.

Verkoop door een BV
Bij verkoop van de goederen door een BV aan een derde betaalt de vennootschap zelf belasting over de winst bij verkoop. U kunt hierbij zelf bepalen welk bedrag in de BV blijft en wanneer u de winst door de vennootschap laat uitbetalen in de vorm van dividend.

Verkoop aandelen van een B.V.
In dit geval koopt de kopende partij de aandelen en niet de goederen. De koper koopt dan alle rechten en plichten die door de vennootschap zijn aangegaan, inclusief de ‘lijken in de kast’. Een koper zal dus niet graag een vennootschap kopen.

Overdracht van een gehuurde praktijkruimte
Als de praktijkruimte niet in eigen bezit is, maar wordt gehuurd, dan zal bij verkoop van de praktijk contact opgenomen moeten worden met de verhuurder. Wil de verhuurder de ruimte onder dezelfde condities verhuren aan de kopende partij? Dan is een zogenaamde indeplaatsstelling nodig. Bij een vennootschap gaat de huur gewoon door. De vennootschap is namelijk huurder, niet een persoon.

Anticiperen op praktijkoverdracht
Een praktijkoverdracht vraagt een ruime voorbereidingstijd – het liefste minimaal drie jaar. U moet alle contracten in beeld hebben en de consequenties ervan kunnen overzien. Het gaat dan bijvoorbeeld over leveranciers, de telefoon en de website. Ook arbeidscontracten zijn erg belangrijk. Als ze niet meer kloppen – bijvoorbeeld als het aantal uur dat iemand feitelijk werkt niet overeenkomt met de aanstelling – moeten ze tijdig aangepast worden.

Als u een maatschap met uw echtgenoot heeft: wat staat er in het contract over winstverdeling bij verkoop en moet dit nog aangepast worden? Als u nog een BV wilt oprichten, om zelf het moment van winstuitbetaling te kunnen bepalen, moet u daarna nog drie jaar doorgaan. Ook als u uw praktijk wilt overdragen aan een medewerker, geldt een voortgangstermijn van drie jaar.

Als u pensioen hebt opgebouwd, kunt u die (waarschijnlijk) afkopen (deze regeling is nog niet definitief), gewoon laten doorgaan of omzetten in een oudedagsvoorziening.

Onroerend goed moet u laten taxeren. Zorg dat het pand goed in orde is, etc.

Oudedagsvoorzieningen
Er zijn verschillende vormen van oudedagsvoorzieningen: het al eerder genoemde pensioen, lijfrente, banksparen en vermogen.
Een lijfrente houdt op bij het overlijden. U kunt verlies bij voortijdig overlijden afdekken d.m.v. en overlijdensrisicoverzekering. Bij lijfrente in de vorm van banksparen wordt het ingelegde geld altijd uitbetaald; bij overlijden gaat het naar de partner of erfgenamen. De belastingdruk die u over uw vermogen betaalt, is vanaf 1 januari 2017 afhankelijk van de hoogte van uw vermogen.

Overige tips
Bekijk bij de praktijkoverdracht ook tijdig de privécontracten. Het kan daarbij gaan om de huwelijkse voorwaarden, een samenlevingscontract, een testament of een levenstestament.

Bedenk bij alle keuzes wat u zelf wilt. Wilt u gelijk de opbrengt bij verkoop ontvangen of wilt u het juist later uitgekeerd krijgen?

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Rinie Roosen (senior adviseur BDO) tijdens het seminar praktijkoverdracht van de KNMT.

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen
Verkoop praktijk

Voorbereidingen voor verkoop van uw praktijk

Mocht u de beslissing hebben genomen uw praktijk te verkopen, dan zijn er een aantal praktische stappen die ondernomen kunnen worden om dit proces soepel te laten verlopen. Deze tips worden gegeven door Jonathan Tyson, een Britse specialist op dit gebied.

Goede voorbereiding is het halve werk
Iedereen die eerder te maken heeft gehad met het verkopen van een praktijk, weet hoeveel stress dit kan opleveren en hoe lastig dit proces soms kan verlopen. Een goede voorbereiding kan hier echter veel bij helpen.

Partner?
Ten eerste zou het helpen om direct na het besluit om te gaan verkopen een indicatie te maken van hoe de praktijk er momenteel voorstaat. Hierbij kan worden gekeken naar wie momenteel de eigenaar van het pand is en hoe de relatie met deze persoon is, en of er eventueel een partner-eigenaar van de praktijk is en hoe deze tegen de zaak aan staat. Zeker in het geval van het hebben van een partner is het cruciaal om hiermee goed in overleg te gaan.

Gespecialiseerde sales agent
Een andere stap die moet worden genomen is het vinden van een sales agent gespecialiseerd in tandartspraktijken. Zij weten precies waar ze op moeten letten en hebben daarnaast ook vaak nuttige contacten. Dit kan erg handig zijn, aangezien de laatste tijd het aanbod over het algemeen hoger is dan de vraag. Meer tips hiervoor zijn hier te lezen.

Papierwerk
Een fase die vaak langer duurt dan verwacht, is al het papieren werk dat moet worden afgehandeld. Hoe sneller alle juiste informatie verzameld en ingevuld kan worden, hoe sneller de verkoop zal gaan. Een lijst met allerlei dingen die verzameld moeten worden zijn:

  • Alle verschillende contracten die zijn afgesloten in verband met leningen en overeenkomsten en dergelijke
  • Bankrekeningen van de praktijk
  • Lijst met de inventaris van de praktijk
  • Contracten met de werknemers
  • Alle beleidsregels en protocollen van de praktijk
  • Handboeken voor de medewerkers

Eigendom praktijk
Hiernaast moeten veel dingen in verband met het eigendom van de praktijk worden overwogen. Is het pand bijvoorbeeld privé eigendom of wordt het gehuurd? En is het plan om dit zo te laten voor de toekomstige eigenaar? En mocht er worden gehuurd, wie is dan de huisbaas, en hoelang duurt de huurperiode nog?

Langdurig proces
Al met al zijn er veel verschillende aspecten die de duur en het gemak van het verkoopproces kunnen beïnvloeden. Gemiddeld zal dit proces zo’n 6 tot 9 maanden in beslag nemen. Echter, hoe beter voorbereid  hoe makkelijker en sneller dit zal gaan. Het meenemen van bovenstaande stappen zal hierbij zeker helpen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Management, Ondernemen
agenda, planner

Tips voor een efficiënte agendaplanning

Er is behoefte aan verbetering binnen de praktijk én aan meer rust.” Dit was het antwoord van een tandarts op mijn vraag hoe hij verder wilde met zijn praktijk. Een tandarts / praktijkhouder heeft gedurende een werkdag meerdere rollen, namelijk die van zorgverlener, manager én leider. Dit vraagt persoonlijk heel veel. En hoe is het mogelijk om dan ook nog rust te creëren? Het antwoord is niet eenduidig, maar een goede agendaplanning draagt hier zeker aan bij. In dit artikel diverse tips voor een efficiënte agendaplanning.

Planning vs. Service

In veel praktijken wordt aan patiënten de volgende vraag gesteld bij het plannen van de vervolgafspraak: “Welke dag heeft uw voorkeur?” of “Wanneer komt het u uit?”. Vanuit service oogpunt misschien twee goede vragen. Echter, vanuit planning oogpunt zijn dit twee hele slechte vragen. Een efficiënte agendaplanning houdt namelijk in, dat afspraken worden ingepland op dagen en tijden die voor de agenda het beste uitkomen. Echter, via het stellen van deze vragen ligt het initiatief bij de patiënt en snijdt de praktijk ‘zichzelf in de vingers’. Een efficiënte agendaplanning krijg je alleen door het belang van de agenda te stellen boven de service aan patiënten.

Vanuit medewerkers levert dit regelmatig de vraag op of de service aan patiënten dan niet meer belangrijk is. Een terecht vraag uiteraard. Natuurlijk is de service nog steeds heel belangrijk. Echter, als de praktijk meer rust wil via een efficiënte agendaplanning, dan zal de hoogste prioriteit moeten liggen bij de planning. En de service naar patiënten volgt direct op de tweede plaats.

Tips voor efficiënte agendaplanning

Het belang van de agenda bovenaan stellen is de eerste belangrijke verandering om te komen tot een efficiënte agendaplanning. Zo lang dit niet gebeurt, zullen de volgende tips ook geen effect hebben.

  1. Stel een blokplanning op

    De titel van dit artikel is enigszins misleidend. Er zal zeker een agendaplanning zijn, die de meest efficiënte is. Echter, de persoonlijke voorkeuren en het karakter van de tandarts zijn mede bepalend voor wat de tandarts als prettig en efficiënt ervaart. Advies is dan ook altijd een maatwerk blokplanning op te stellen. Op basis van de eigen voorkeuren en situatie.Dit kan het beste door het aantal uitgevoerde verrichtingen van een vergelijkbare periode (bijvoorbeeld het voorgaande kalenderjaar) als uitgangspunt te nemen. Een eerste en gemakkelijke onderverdeling is het totaal aantal controles en het totaal aantal pijnklachten. Door dit vervolgens te extrapoleren naar één week, kun je vervolgens naar eigen inzicht een blokplanning per week gaan opstellen. Deze weekplanning dient zich dan op jaarbasis te verhouden tot het totaal.

  2. Leer communicatiescripts

    De blokplanning is het ideaalplaatje, waar de praktijk naar streeft. Echter, theorie en praktijk liggen soms ver uit elkaar. De communicatie met de patiënt bepaalt in hoeverre het team (/ de balie) in staat is om de nieuwe afspraken zo veel mogelijk binnen de blokplanning te plaatsen. Bepaalt het team de datum en het tijdstip van de afspraak, of bepaalt de patiënt? Indien medewerkers zich te vaak laten leiden door de wensen van de patiënt, kan het helpen om duidelijke communicatiescripts op te stellen. Bijkomend voordeel is, dat medewerkers ook zekerder gaan communiceren. Hoe zekerder en overtuigender wordt gecommuniceerd, hoe beter de acceptatie door de patiënt.

  3. Wees consequent

    Zoals gezegd ligt de theorie van de blokplanning soms ver af van de praktijk. Alleen door consequent de blokplanning na te streven, zullen veranderingen kunnen worden gerealiseerd in de agendaplanning. Mijn ervaring is, dat praktijken zich te snel laten verleiden om de blokplanning los te laten. Bijvoorbeeld als medewerkers over drie weken toch weer controle afspraken plaatsen in het pijnklachten blok. Alleen door consequent te zijn, zullen de voordelen van de blokplanning worden behaald.

  4. Accepteer de fouten

    Zorgverlening is mensenwerk. Hiermee wil ik zeggen, dat de lengte van een behandeling nooit exact te voorspellen is. Ook de tijdsduur van het pijnklachten blok is op basis van een gemiddelde en kan dus fluctueren. Het team dient dit vooral te accepteren. Want hoe goed de blokplanning ook is, doordat het om zorgverlening gaat kunnen we de dag nooit exact vooraf invullen. Door dit vooral te accepteren, kunnen het team en de tandarts zich een hoop ergernis besparen.

Conclusie

Een team zal alleen veranderingen weten te realiseren als het zelf verandert. De blokplanning kan hierin uiteraard ondersteunen en kan als uitgangspunt dienen, maar de echte veranderingen dienen door het team zelf te worden gemaakt. Om tot een efficiënte agendaplanning te komen, moet allereerst het belang van de agenda bovenaan worden gesteld. Vervolgens dient de communicatie naar patiënten te worden ingestoken vanuit de agenda – en niet meer vanuit het service oogpunt naar de patiënt. Tot slot is het belangrijk om consequent te zijn. Kortom een hele uitdaging, maar eentje die een praktijk veel plezier en rust kan opleveren.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor Agendaplanning.
Bekijk de video: Meer rendement in de praktijk – opstellen blokplanning, een Exceldocument om zelf een blokplanning op te stellen en een voorbeelddocument blokplanning.

Dit artikel is voor het eerst geplaatst in juli 2017

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Praktijkmanager

Versterken en behouden inzetbaarheid van uw praktijkmanager

De praktijkmanager houdt zich bezig met administratieve, secretariële en facilitaire ondersteuning in de tandartsenpraktijk. Om de inzetbaarheid van de praktijkmanager te versterken en te behouden, moet u kansen bieden voor groei en ontwikkeling. De volgende drie tips kunnen u hierbij helpen.

Tip 1: Geef een gedetailleerde beschrijving van de functie
Het is belangrijk dat u een duidelijke functie-en taakbeschrijving opstelt waarin de verwachtingen en benodigde com-penties zijn opgenomen. Een functie- en taakbeschrijving vergroot de duidelijkheid binnen de organisatie. Het maakt de organisatie inzichtelijk en bestuurbaarder omdat duidelijk wordt wat de praktijkmanager doet en waar hij of zij verantwoordelijk voor is. Onthoud dat de praktijkmanager zich met het volledige bedrijf bezig houdt, zodat u zich volledig op de tandheelkunde kunt focussen.

Tip 2: Leer om los te laten
Vertrouw de taken met de bijbehorende bevoegdheden en middelen toe aan de praktijkmanager. Wees bereid de controle over delen van de praktijk los te laten. Als u uw praktijkmanager meer als een partner gaat zien, hebben jullie daar beiden profijt van. De praktijkmanager kan op deze manier meer bereid zijn (en heeft ook meer de ruimte) om ervoor te zorgen dat patiënten zo efficiënt mogelijk geholpen worden wat de algehele kwaliteit van uw praktijk kan verhogen.

Tip 3: Bied trainingen aan
De praktijkmanager is een belangrijke schakel binnen het bedrijf. Zodra u de juiste persoon gevonden heeft, is het be-langrijk dat u degene helpt groeien door het aanbieden van trainingen en cursussen. Als goed werkgever wordt van u verlangd dat u uw personeel opleidt om breder inzetbaar te zijn. De trainingen/cursussen kunnen gericht zijn op de be-roepsontwikkeling, maar ook op het vergroten van het sociale bewustzijn, persoonlijke effectiviteit en groei.

Bron:
DrBicuspid.com

Lees meer over: Management, Ondernemen, Personeel
Efficiënte agendaplanning in de praktijk

Efficiënte agendaplanning in de praktijk

In deze video wordt ingegaan op de methodiek van een blokplanning. Aangevuld met de do’s en don’ts en de veelgehoorde bezwaren binnen een praktijk. Een prima startpunt om weer controle te krijgen over de agenda.

Blokplanning
De sfeer in een praktijk kan variëren van “de dag liep goed” tot “het loopt niet lekker hier, we lopen continu achter de feiten aan”. Dit verschil in ervaring wordt erg bepaald door de agendaplanning. Als praktijken geleefd worden door een agenda komt dit meestal doordat de agendaplanning bepaald wordt door de voorkeur van de patiënt. Vanuit oogpunt van serviceverlening aan de patiënt is dit goed maar een praktijk snijdt zichzelf hiermee in de vingers: de praktijk krijgt dan een agendaplanning die niet logisch is.

Hoe bepaalt u uw eigen agenda? De blokplanning is vaak het middel om uw eigen agenda te kunnen invullen.

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeelddocumenten voor agendaplanning.

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Thema A-Z, Video
Leiderschap

Leiderschap in de tandartspraktijk: 9 voorwaarden

Als praktijkhouder heeft u meerdere rollen: ondernemer, manager en natuurlijk tandarts. Praktijkvoering wordt steeds complexer en de kwaliteit van werken wordt in toenemende mate beïnvloed door externe ontwikkelingen. Hierdoor wordt de rol van manager steeds belangrijker.  9 voorwaarden voor goed leiderschap in de tandartspraktijk.

 Als praktijkhouder heeft u meerdere rollen: ondernemer, manager en natuurlijk tandarts. Veel praktijkhouders doen het liefste waarvoor ze zijn opgeleid, namelijk aan de stoel staan en tandheelkundige zorg verlenen. Praktijkvoering wordt steeds complexer en de kwaliteit van werken wordt in toenemende mate beïnvloed door externe ontwikkelingen. Hierdoor wordt de rol van manager steeds belangrijker. U kunt ervoor kiezen om deze rol alleen te vervullen of in samenwerking met ander ondersteunend personeel. In het artikel ‘De tandarts als ondernemer; voldoet u praktijk nog? wordt daar aandacht aan besteed.

Voorwaarden goed leiderschap
Het management van de praktijk wordt in grote mate bepaald door goed leiderschap. Organisatiepsychologen hebben veel studies gedaan naar dit onderwerp en visies op dit thema ontwikkelen zich continu. Er zijn vele manieren van leidinggeven. Of de aanpak succesvol is, is afhankelijk van vele factoren. In algemene zin zijn er wel een aantal belangrijke voorwaarden voor goed leiderschap in de tandartspraktijk en hoe dit in de praktijk te realiseren:

  1. Missie, visie en plannen
    Goed leiderschap is in lijn met de missie, visie en de daarvan afgeleide plannen die u voor de praktijk heeft geformuleerd.
    Zorg dat u deze scherp voor ogen houdt door ze bijvoorbeeld uit te printen en op te hangen in de gemeenschappelijke ruimte. Om de stand van zaken goed voor ogen te houden kunt u de ‘stoplichtmethode’ hanteren – (nog) niet gerealiseerde doelen rood kleuren, doelen waar hard aan gewerkt wordt en deels gerealiseerd zijn oranje en de gerealiseerde doelen groen.  Als u maandelijks de uitgeprinte versie dan vervangt, weet u altijd waar u staat. U en het gehele team blijven dan gefocust op doelen van de praktijk. Besteed er ook regelmatig aandacht aan in de praktijkvergaderingen.
  2. Voorbeeldfunctie
    Een leider heeft een voorbeeldfunctie en faciliteert het werken op de werkvloer. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat u zelf smetteloze praktijkkleding draagt en er goed functionerende units in de praktijk staan.
  3. Aandacht
    Om de medewerkers goed tot hun waarde te laten komen is het belangrijk dat u ze aandacht geeft en oprecht geïnteresseerd luistert, een kop koffie drinken met uw team en vragen hoe het weekend was zorgt al voor veel betrokkenheid.
  4. Samenwerken stimuleren
    Voor het teamgevoel is het belangrijk dat samenwerken gestimuleerd wordt en dat het team zich ook verantwoordelijk voelt voor hun werk.
  5. Vertrouwen en ruimte
    Laat blijken dat u uw medewerkers vertrouwt en geef ze de ruimte om zaken zelfstandig zaken aan te pakken. Heeft u wel eens gedacht aan het formeren van een projectgroep om bepaalde problemen op te lossen of innovaties vorm te geven? Als u met uw praktijk naar een nieuw pand verhuist kunt u een ‘kantineteam’ formeren om over de indeling na te denken en een goede espressomachine uit te kiezen. Succes gegarandeerd als u dit koppelt aan de grote ‘koffietest’. Democratische koffieselectie zorgt voor blije koffiedrinkers.
  6. Bescheidenheid
    De uitspraak ‘bescheidenheid siert de mens’ is vooral van toepassing op een goede leider. U zet de kaders uit en geeft richting, maar staat daarmee niet vanzelfsprekend in het middelpunt. In moeilijke situaties waarin snel beslissingen genomen moeten worden kunt u gebruik maken van uw gezag, een door het team aanvaarde machtspositie. De manier van leiderschap stemt u af op de situatie en de personen met wie u te maken heeft, het zogenaamde ‘situationeel leiderschap’.
  7. Kwetsbaarheid
    Aansluitend op punt 6 toont u juist kracht door u soms kwetsbaar op te stellen . U kunt tijdens een functioneringsgesprek eens vragen wat ze van uw manier van leidinggeven vinden. Het geeft u handvaten om te verbeteren. U zult vast ook wel eens twijfelen over het nemen van een belangrijke beslissing. Vraag input en meedenkers, het maakt u alleen maar menselijker.
  8. Passend
    De manier van leidinggeven moet wel bij u passen, u moet uzelf blijven anders werkt het niet. Hanteer uw eigen normen en waarden die als het goed is ook aansluiten bij de kernwaarden van de praktijk.
  9. Verandering
    Een goede leider ziet altijd hoe het beter kan en is dus niet wars van verandering. Hij leidt de verandering in goede banen en creëert draagvlak door veel informatie te verstrekken zoals de reden van de verandering en de consequenties hiervan voor de individuele medewerker.

ISO 9001 normen
In de nieuwe 9001 normen, de ISO 9001:2015, is een heel hoofdstuk gewijd aan het onderwerp ‘leiderschap’. Het feit dat dit thema uitgebreid aan bod komt in de ISO normen bevestigt dat goed leiderschap essentieel is om een organisatie te sturen en te verbeteren. Aangezien de directie ook een voorbeeldfunctie heeft, is het ook belangrijk dat de directie zichzelf ook ontwikkelt door ondermeer nascholing en coaching. Het metafoor ‘zelfs het scherpste mes kan zichzelf niet slijpen’ is hier op zijn plaats en verwoordt pakkend een belangrijke voorwaarde voor goed leiderschap.

Boeken
Meer informatie over leiderschap vindt u in de volgende boeken:

  • Situationeel leidinggeven, auteur Paul Hersey
  • De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, auteur Steven R. Covey

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Management, Ondernemen
praktijkoverdracht

Praktijkoverdracht: Wat komt er allemaal bij kijken?

Als u uw tandartsenpraktijk wilt overdragen aan een collega, zijn er veel zaken waar u op moet letten. Een overzicht van de belangrijkste punten bij praktijkoverdracht.

Verslag van de presentatie van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017. Deze presentatie ging over de overdracht van een tandartsenpraktijk aan een collega. Bij overdracht aan een keten moet er met andere zaken rekening worden gehouden.

Situatie op dit moment
Op dit moment gaat een relatief groot aantal tandartsen stoppen met hun praktijk. Dit komt door de scheve leeftijdsopbouw onder tandartsen (er zijn relatief veel oudere tandartsen) en de economische situatie van de laatste jaren. Veel tandartsen hebben om financiële redenen het beëindigen van de praktijk uitgesteld. Er zijn nu ongeveer 260 ‘stoppers’ per jaar, terwijl er maximaal 243 tandartsen per jaar afstuderen. Daarbij komt dat oudere tandartsen vaak 2000 à 2500 patiënten hebben, maar jonge tandartsen meestal minder. Er is dus over het algemeen een schaarste in opvolgers, hoewel dit per streek verschilt. Een oplossing hiervoor zou de instroom van buitenlandse gediplomeerden kunnen zijn, maar dit komt nog niet erg van de grond.

Veranderingen in de markt
In de tandartsenmarkt zijn een aantal ontwikkelingen gaande. Zo wordt het percentage vrouwelijke tandartsen steeds groter. In de groep onder de 30 jaar is 66% vrouw, tegenover 13% in de groep 60-64 jaar. Nu is nog 60% van de tandartsen solist, dus (alleen) eigenaar van de praktijk. Deze tendens is echter dalende. Er wordt steeds vaker in teamverband met meer behandelkamers gewerkt. De overgang tussen kleinschalige en grootschalige praktijken ligt bij drie behandelstoelen. 42% van de praktijkhoudende tandartsen heeft drie of meer stoelen.

Ook komen er meer ‘concept-praktijken’ van professionele organisaties, die meer differentiaties in huis hebben. Solisten blijven echter ook bestaan. In het westen van het land, met name in Amsterdam, stijgt de opbrengst per patiënt; het aantal patiënten per behandelkamer daalt daar dus. In het oosten van het land daalt juist de opbrengst per patiënt.

Overnametraject
Tijdens een overnametraject moet er veel geregeld worden. De KNMT Checklist Praktijkoverdracht (te downloaden van de website van de KNMT) geeft een overzicht van wat er allemaal moet gebeuren.

Belangrijk is om te bedenken of je een geleidelijke overdracht wilt of een overdracht in één keer. Een geleidelijke overdracht is alleen mogelijk als de praktijk groot genoeg is: uw opvolger kan dan al in de praktijk komen werken.

U moet duidelijke afspraken maken over de termijn waarop de definitieve overdracht plaatsvindt, bijvoorbeeld twee jaar. Een ‘openeinderegeling’ is zeker niet aan te raden. Na de overdracht kunt u in de praktijk blijven werken, maar uw rol is dan wel anders omdat u geen eigenaar meer bent. U moet u van te voren afvragen of u dat wel wilt en kunt.

Propositie: wat biedt u aan?
Bij de aanbieding van uw praktijk maakt u een lijstje à la Funda: aantal behandelkamers, aantal patiënten, werknemers, wat u buiten de normale behandelingen doet (bijvoorbeeld orthodontie), enzovoort.

Ook de omgevingsfactoren zijn van belang. Zit u in een krimp- of groeiregio? Is er concurrentie in de buurt? Is er een vestiging van een professionele organisatie in de buurt?

Zorg dat de praktijk klaar voor verkoop is. Niet-goed werkende apparatuur moet vervangen worden. Arbeidsovereenkomsten, vergunningen, contracten en financiële informatie moeten in orde en voorhanden zijn.

Waardebepaling
Wat een tandartsenpraktijk waard is, hangt af van bovengenoemde punten en hoeveel interesse er voor is. Huisvesting is een belangrijke factor. Bij een praktijk aan huis kan de waardeontwikkeling van het pand een probleem bij de verkoop zijn. De opbrengst van de praktijk moet voldoende zijn om het pand te financieren. Is dat niet het geval, dan moet de mogelijkheid onderzocht worden om de praktijk te verplaatsen naar een andere locatie.

De waardebepaling kan door een gespecialiseerd taxatiebureau worden uitgevoerd. Voor het berekenen van de goodwill is geen vaste norm. Er wordt meestal gekeken naar de winstverwachting van de praktijk. In de praktijk kan de goodwill variëren van 0 tot 40%.

Verder zijn onder andere van invloed op de praktijkwaarde: behandelapparatuur, technische apparatuur, behandelruimtes en wachtruimte.

Overdracht
Als er een overnamekandidaat is, kunt u het beste eerst zonder adviseur erbij met elkaar afspreken. U kunt elkaar dan aftasten om te kijken of u op één lijn zit. Het onderhandelen begint pas later. Als er overeenstemming is bereikt over de overname, moet dit in een overeenkomst vastgelegd worden.

Het personeel is een belangrijk onderdeel bij de onderhandelingen. Met de overdracht van het personeel gaat ook de verplichting tot een transitievergoeding over op de opvolger.

Belangrijk aandachtspunt bij de overdracht wordt gevormd door de patiëntendossiers. U mag alleen kopieën van patiëntendossiers overdragen als de patiënten daar geen bezwaar tegen hebben. U moet ook afspraken maken over nagekomen klachten van patiënten.

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
Praktijkmanagement

Praktijkmanagement: Hoe verandert u mee in roerige tijden?

Het is belangrijk dat u voldoende snelheid houdt in een wereld die heel snel verandert. “U zult uzelf steeds opnieuw moeten uitvinden om vooruit te komen.” Rob Idink sprak over samenwerking, motiveren van personeel én het denken vanuit de patiënt.

“De kracht van nieuwsgierigheid heeft mij altijd uitgedaagd om nieuwe ideeën te genereren”, begon Rob Idink, Managing Director HP Nederland, tijdens zijn lezing.

Nederland ligt wereldwijd voorop en is een voorbeeldland, qua infrastructuur, voor informatietechnologie. De ontwikkelingen gaan razend snel. Het is belangrijk dat u voldoende snelheid houdt in een wereld die heel snel verandert. U wordt continu uitgedaagd om mee te veranderen met uw omgeving. U zult uzelf steeds opnieuw moeten uitvinden om vooruit te komen.

Over schotten heen
U moet bij vooruitgang niet enkel aan technologie denken, maar ook richting nieuwe bussinessmodellen. Een absolute aanrader is om nieuwe partnerships aan te gaan wanneer u met de tijd mee wilt gaan. ‘Crossover’ is het nieuwe samenwerken. Dit vinden we in de mondzorg terug als de ketens. Dit zijn de winnaars van morgen. Als praktijkeigenaar alleen bent u straks niemand. Morgen moet u heel anders gaan denken.

“Kom eens met mensen bij elkaar die niet uit uw branche komen om nieuwe ideeën op te doen.”

Gemotiveerd personeel
Denk na over uw personeel. Hoe kunt u met gemotiveerde mensen impact krijgen bij klanten? Met positieve emotie en met heldere doelstellingen. Denk na over hoe zij kunnen bijdragen aan innovatie. Iedereen in een organisatie wil sociaal geaccepteerd worden, dus ook uw personeel. Zorg daarom voor een positieve vibe. Motiveren van mensen heeft alles te maken met het niet demotiveren van mensen. Voor een keer demotiveren, moet u vijf keer een schouderklopje geven.

Binding
Het creëert veel binding om hen mee te laten denken met uw plannen als praktijkhouder. Laat uw mensen meedoen met de keuzes van het bedrijf. Het geeft meer betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van het personeel groeit. Hoe meer u die verantwoordelijkheid daar legt, hoe meer mensen hun best zullen doen om er echt meer van te maken. Uw visie en missie kunt u kwijt op een ‘founderswall’ en laat personeel beschrijven hoe zij willen werken. Maak voor hen een plaats waar ze inspirerende teksten of foto’s kunnen achterlaten over waar ze voor staan.

Fouten delen
Het succes van een organisatie gaat bottom-up. Uw voorbeeldfunctie blijft hierbij wel van belang. Zo is het belangrijk dat u deelt welke fouten u zelf heeft gemaakt en hoe het beter had gekund. Medewerkers hebben een veilige haven nodig om fouten te kunnen maken. Bespreek fouten en gebruik kwetsbaarheid als kracht. Geef mensen de gelegenheid om te leren van fouten. Die van elkaar en die van collega’s. Vertel uw persoonlijke fout en deel dit als leermoment met uw organisatie.

Zet mensen in actie
Mensen in beweging zetten doet u door plannen heel concreet te maken. Dus gebruik geen containerbegrippen. Maak het ‘actionable’. Het eindproduct hoeft daarbij niet per se een compleet plaatje te zijn. Laat hen beginnen met de reis er naar toe en Learn as you go. U hoeft niet meteen het perfecte plaatje te bereiken. Sla niet met de vuist op tafel, maar wees wel duidelijk. Waar gaan we naar toe, wat moet ik doen en door wie word ik ondersteund? Learning zit in doen.

“Geef ze projecten en daag ze uit. Daar bereikt u meer mee dan met het laten volgen van een mooie cursus.”

Denk vanuit de patiënt
Denk vanuit de patiënt: intern met medewerkers en extern met klanten.

Denk veel meer vanuit een markt-eco-systeem; wat hebben we nodig om de klant mee te nemen? Waarom geen enquête houden over hoe uw patiënt over de inrichting van uw praktijk denkt? Het is makkelijk om alles vanuit eigen referentie te zien maar het is heel belangrijk om de mensen zelf mee te nemen in de ontwikkeling van uw bedrijf.

Beleving met technologie
De patiënt zal een tandartsbezoek moeten gaan zien als een ware beleving. Misschien kunt u personalised mass productions gaan maken door 3D-printen. Straks kunt u elk klein stukje van een ontwerp speciale eigenschappen geven. De onderdelen begrijpen elkaar. Voor uw patiënt zou u gepersonaliseerde tandenborstels kunnen maken.

Denk ook aan wat ze Internet of Things noemen; apparaten die elkaar kunnen vinden. De tandenborstel kan connecten met de computer en data er naar toe versturen. Deze data moeten beveiligd worden, daar moet je goed over na denken. Virtuele technologie is sterk in opkomst. Dadelijk kunt u via een computeranimatie een projectie in de lucht zien, dus de patiënt kan zijn eigen gebit virtueel voor zich zien en dit kan roteren. Zo creëer je een nieuwe beleving met patiënten waar nog niet over nagedacht is.

 

Rob Idink is Managing Director HP Nederland. In deze rol heeft hij het bedrijf door grote verandering geleid in een roerige markt. Eerst een splitsing van de organisatie, daarop volgend een fusie. Grote uitdagingen met enorme impact op het personeel. Naast zijn functie bij HP is Rob voorzitter van de ICT Environmental Platform (ICT Milieu) en vice-voorzitter van de SMA (Sales Management Association). Hij staat bekend om zijn passie voor de klant en motiverende leiderschapsstijl. 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van het verslag van Rob Idink tijdens het congres Praktijk Anno Nu.

Lees meer over: Management, Ondernemen
overtuigen

Overtuigen, hoe doe je dat?

Pacelle van Goethem, een autoriteit op het gebied van overtuigen, stem en invloed, sprak tijdens het congres Klantpasta over overtuigingskracht. Hoe je mensen iets kunt laten doen wat jij wilt zonder er verder over na te denken.

Pacelle maakte echt een entree door pontificaal de rode loper te nemen en van achteruit de zaal naar voren te lopen als ware het de koningin. Ze had zelfs een blauwe jurk aan maar dan zonder sleep. We deden zomaar wat ze vroeg. Waarom deden we dat eigenlijk? Pacelle onthulde haar geheim over overtuigingskracht.

Anderen mee krijgen
We hebben allemaal wel eens een goed idee gehad waarvoor je anderen niet mee kreeg. Sommige mensen praten over een idee te abstract of zijn te bescheiden. Ze komen met ideeën die buiten de box liggen. Er zijn ook mensen die uit hun nek kletsen maar bij wie het heel verleidelijk is om toch zomaar met ze in zee te gaan. Wat doen deze mensen om overtuigend te zijn en wat kunnen degenen die hun idee niet aan de man van hen leren? Dat wilde Pacelle ons leren tijdens het congres Klantpasta.

Accent
Allereerst moesten we onze ogen sluiten en zei Pacelle drie keer dezelfde zin. De laatste zin sprak ze op z’n Twents uit. Van je accent kun je handig gebruik maken door hem soms wat zwaarder aan te zetten. Mensen reageren dan anders op je. Mensen denken dezelfde dingen bij een bepaald stemgeluid. “Zo zal een Twents accent betrouwbaar overkomen, een Limburgs accent heel lief terwijl Amsterdams snauwerig klinkt”, zei Pacelle.

Strategieën
Pacelle haalde een man die een 3 weken oude dochter heeft op het podium en vroeg hem of zijn dochter al kan overtuigen. “Ja, door te brullen”, antwoordde de man.  Ze zal al snel leren dat ze verschillende huiltjes kan gaan opzetten om precies haar zin te krijgen.
Pacelle heeft eens aan een 8-jarig meisje gevraagd wat ze doet om een ijsje te krijgen van haar vader. Ze hoefde hier totaal niet over na te denken. “Oh, ik vraag het gewoon een paar keer en dan ga ik heel lief kijken en wapperen met m’n wimpers.” Onze identiteit is niks anders dan een heel set strategieën die ooit hebben gewerkt op onze ouders en later op leeftijdgenoten. Dit gebruiken we ook bij onze patiënten: alles wat we ooit hebben uitgeprobeerd als strategie en bleek te helpen.

Autoriteit
Nederlanders zijn het meest autoriteitkritische volk ter wereld. Voor wij iemand als autoriteit serieus nemen moet hij wel van hele goede huize komen. We denken al snel “dat zullen we nog wel zien of hij er zoveel van afweet”. Maar ook voor Nederlanders geldt: Als wij iemand als autoriteit zien dan worden we volgzaam. Dit geldt ook voor onze patiënten. Allereerst is het belangrijk dat mensen eerst tot rust komen zodat ze openstaan voor wat je zegt als je ze wilt overtuigen.

Stijlen van overtuigen
Een onderzoek waarbij mensen die kunnen overtuigen werden geobserveerd, maakte onderscheid tussen drie stijlen van overtuigen:

  • Autoriteit
  • Vriend
  • Voorbeeld

Bij een autoriteit moet men denken aan de koningin, mondhygiënist,  tandarts en arts. Bij hen nemen mensen zomaar wat ze zeggen als waarheid aan. Het zijn mensen die veel kennis hebben. Bill Clinton heeft de stijl ‘vriend’. Het zijn mensen die we sympathiek vinden.  In de categorie ‘Voorbeeld’ vind je mensen die we cool vinden zoals de heren van Top Gear. Zij kunnen buiten de box denken, bedenken bijvoorbeeld steeds nieuwe manieren om klanten aan te trekken.

Die stijlen kan men op twee manieren verdienen, namelijk bij de eerste indruk en bij de tweede indruk. De eerste indruk zegt wat over je charisma, je uitstraling. Dan ga je puur af op zaken als kleding, op stijl en op stemgeluid. De tweede indruk is hoe je iemand echt kent. Om er achter te komen welke stijl aan jou kleeft, zou je mensen die jou wel en niet kennen eens kunnen vragen welke ze vinden dat bij je past.

Reclames maken handig gebruik van deze stijlen. Zo worden bij tandpastareclames bekende mensen gebruikt als voorbeeld, onderzoekers als autoriteit of een heel gezellig gezin als ‘vriend’. Elke stijl heeft wel zijn voor- en nadelen. Als mensen je zien als autoriteit is het nadeel dat er afstand is tussen jou en de ander. Patiënten zullen je geen vragen durven te stellen. Als je alleen maar gezien wordt als kundig dan ben je inwisselbaar. Het is verstandig om dan meer ‘vriend’ te worden, iets wat je uniek zal maken. Maar mensen die aardig worden gevonden en dus de stijl ‘vriend’ hebben, worden vaak minder serieus genomen. Als voorbeeld word je onthouden, maar het nadeel is dat als je te ver buiten de box ligt, mensen je niet meer kunnen volgen, je uitlachen of jaloers op je zijn. Dat creëert afstand. Je bent maximaal overtuigend als je de drie stijlen hanteert.

Wees als een koning(in): Praat laag, beweeg langzaam en glimlach.
De uitsmijter was deze tip waarmee je anderen op eenvoudige wijze kunt overtuigen en zelfs verleiden. De tip waarvan ooit iemand zei: “Als ik dit 10 jaar eerder wist dan had ik nu het dubbele verdiend.”

Het is gemakkelijker om te praten als koning(in), er is meer contact, je spreekt heldere taal zodat de ander de inhoud goed kan horen. Je wordt dan als autoriteit gezien en het helpt je te ontspannen.

pacalle-van-goethem

Toch is het onder stress zeker niet eenvoudig om stijlen in te zetten: vaak gaat men dan juist knechtengedrag vertonen. Vluchten, vechten en bevriezen zijn knechtengedrag. Als je als tandarts of mondhygiënist je zenuwachtig gaat gedragen dan wordt je niet als autoriteit gezien en wordt de patiënt ook zenuwachtig. Dus doe alsof je je thuis voelt.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist voor dental INFO, tijdens de presentatie van Pacelle van Goethem bij Klantpasta.

Lees meer over: Management, Ondernemen