Factoren voor het slagen van een mondhygiënistenpraktijk

Naast de inhoudelijke ontwikkeling van de beroepen in de mondzorg, is er steeds meer kwaliteit van ondernemerschap. Welke factoren bepalen het slagen van een mondhygiënistenpraktijk en wat zijn de perspectieven in de mondzorg? Lees de visie van de Rabobank.

Aanbod
In Nederland werken ruim 3.000 mondhygiënisten. De meeste mondhygiënisten zijn vrouw en bijna 70% is jonger dan 40 jaar. Ongeveer 65% van de mondhygiënisten werkt parttime. Opvallend is de regionale spreiding van het beroep. In Noord-Holland en Utrecht werken de meeste mondhygiënisten. In Zeeland, Limburg en Drenthe zijn relatief weinig mondhygiënisten werkzaam. Het beroep bevindt zich nog in een ontwikkelingsfase: het aantal toetreders is met circa 200 drie keer zo hoog dan het aantal uittreders.

Uit onderzoek blijkt dat 44% van de mondhygiënisten werkzaam is in de praktijk van een tandarts of orthodontist. Verder werkt 6% (ook) in de praktijk van een collega-mondhygiënist, 3% in de intramurale zorg en 10% op een andere wijze (Bron: NIVEL).
Bijna vier van de tien (38%) mondhygiënisten zijn actief in een eigen praktijk. Deze vrijgevestigde mondhygiënisten hebben gemiddeld 1.266 patiënten. Omgerekend gaat het om 1.740 patiënten per fulltime-equivalent (fte) vrijgevestigde mondhygiënist.

Vraag
Bijna 90% van de 8.000 tandartsen in Nederland verwijst patiënten naar een mondhygiënist. Dit geldt zowel voor de eigen praktijk, in praktijk van een collega en/of vrijgevestigd. Een tandarts verwijst wekelijks gemiddeld acht patiënten naar een mondhygiënist. De verwijzing zal doorgaans voor een behandeling zijn die uit meerdere sessies kan bestaan. Vaak blijft de patiënt daarna bij de mondhygiënist voor nazorg.

Mensen zonder aanvullende tandartsverzekering gaan niet alleen minder naar de tandarts maar ook minder naar de mondhygiënist. Wel willen zij voor periodieke controles zonder verwijzing van de tandarts bij de mondhygiënist terechtkunnen. Ze zeggen ook vaker naar de mondhygiënist te zullen gaan als die goedkoper is dan de tandarts. Een groeiend aantal consumenten verzekert zich voor de tandarts. 54% kiest in 2014 voor een tandartsverzekering. Vorig jaar was dit nog 48%. Andere aanvullende verzekeringen dalen juist in populariteit. Onder mensen die wel een aanvullende verzekering hebben, steeg het bezoek aan de mondhygiënist in 2012 van 39% naar 47%.

Belangrijke factoren voor het slagen van een mondhygiënistenpraktijk zijn:

  • Voldoende verzorgingsgebied

Voor een mondhygiënist ligt het gemiddeld aantal inwoners in het werkgebied op 7.730. Wij zien dat cliënten zowel bij tandartsen als mondhygiënisten vrij honk vast zijn. Er zijn sterke geografische verschillen in provincies: van 5.400 mensen in Noord-Holland tot 11.200 mensen in Zeeland.

  • Goede kwaliteit van de dienstverlening

In april 2013 stonden 1.172 mondhygiënisten in het Kwaliteit Register Mondhygiënist. Indien de mondhygiënist in een tandartspraktijk werkt is zij mede afhankelijk van de reputatie van de tandarts. Belangrijk is ook of er sprake is van specialisme in de praktijk en of er sprake is van een klachtenregeling.

  • Kostenbeheersing

Mede door de huidige fluctuaties in het tandarts bezoek is het hebben van een goed inzicht in de kosten belangrijk. Met name vaste kosten als (eventueel) personeel en huisvesting is relevant. Steeds meer tandartsen werken met een meerstoelen concept. De mondhygiënist dient in navolging hierop de logistiek in het behandelproces te optimaliseren.

  • Samenwerkingsgericht

Zowel uit marketing als kostenoverwegingen werkt bijna 10% van de tandartsen samen. Deze strategie zou ook voor mondhygiënisten te overwegen zijn. Lid zijn van de beroepsorganisatie NVM en meedoen aan de Week van de Mondhygiënist op 17 t/m 22 maart zijn hierbij van belang.

Perspectief mondzorg

Omzetstijging, ondanks beperkte volumedaling.
Het volume daalt door de afgenomen bestedingskracht van de consument. De omzet in 2014 stijgt licht vanwege de nieuwe NZa-tarieven 2014 met een prijsstijging van +3,5%. De groei is beperkt omdat consumenten momenteel zorgvuldig zijn in hun zorgconsumptie en vooral ‘grote’ behandelingen uitstellen, zoals het plaatsen van kronen en bruggen. Hierdoor staat de omzet bij alle mondzorgaanbieders onder druk en is het sentiment neutraal te noemen.

Beperkt aanbod tandartsen maakt prognose positief
De prognose voor de komende jaren is gematigd positief. De vraag naar mondzorg zal komende jaren beperkt stijgen, maar het aanbod van tandartsen lijkt dalende. De komende jaren verwachten wij meer bedrijfsoverdrachten. De nieuwe generatie, waarvan het merendeel vrouw, kiest steeds vaker voor een parttime werkverband en vakinhoudelijke uitdagingen in de vorm van specialismen.

Zelfs de toestroom van buitenlandse tandartsen en het tandheelkundig toerisme naar het buitenland kunnen dit tekort in aanbod maar moeilijk opvangen. De oplossing om de toenemende vraag naar mondzorg te pareren is gelegen in schaalvergroting in de vorm van ketenvorming en teamsamenwerking tussen mondzorgaanbieders. Dit vergroot ook de onderhandelingskracht richting de zorgverzekeraars.

Door: Geert van der Heijden en Marleen Jansen, sectormanagers gezondheidszorg Rabobank Nederland, aanwezig op de Vakbeurs Mondhygiëne.

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen

Nieuw boek: Praktijkmanagement talent

De tandartsenpraktijk is een dynamisch geheel dat beweegt in een turbulente wereld. Er zijn veel uitdagingen en regels die heel wat van het aanpassingsvermogen van de praktijk vragen. Ondanks dat het vak van tandarts hetzelfde is gebleven, verandert er veel in de manier waarop dit vak uitgeoefend wordt. Allemaal ontwikkelingen waar de tandarts niet omheen kan, maar ook vaak niet voor opgeleid is.

Een tandarts kan de keuze maken een praktijkmanager in te huren of om het zelf te gaan doen. In beide gevallen geldt: hoe worstelt iemand zich door het management van de praktijk heen? Waar liggen talenten met betrekking tot praktijkmanagement? Hoe zijn deze talenten verder te ontwikkelen?

Praktijkmanagement talent
Anna Berends van Loenen is auteur van het boek “Praktijkmanagement Talent”. Het boek houdt het praktijkmanagement talent van de tandarts of praktijkmanager tegen het licht en stimuleert. Het leidt de lezer langs de vele aspecten die iemand tegenkomt bij het managen van een tandartsenpraktijk. “Praktijkmanagement Talent” gaat niet alleen in op de praktische handvatten voor praktijkmanagement, maar ook op persoonlijk leiderschap en de communicatie en begeleiding van het team in de tandheelkundige praktijk.

Boekpresentatie
Op 18 februari 2014 zal het boek “Praktijkmanagement Talent” gepresenteerd worden in Zwolle. Tijdens deze avond wordt niet alleen stil gestaan bij het boek, maar zal er ook een korte workshop gegeven worden door Pieter Henzen over de borging van de visie binnen de tandartsenpraktijk. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar voor degene die deze kosteloze avond zouden willen bijwonen. Indien u hierbij aanwezig wilt zijn of meer informatie wenst kunt u contact opnemen met Anna Berends van Loenen via info@qanz.nl

Lees meer over: Management, Ondernemen

Stichting Onafhankelijke Hulpverlening: Waarden belangrijker dan tarieven

De professie reageert allergisch op tariefmaatregelen. De NZa en de zorgverzekeraars verwachten niet anders. Een professie die daarover verontwaardigd is, is voor deze instanties dan ook een kat in het bakkie. Pers en publiek zal hen zelfs bijvallen. Het imago zal er dus niet beter op worden.

De Stichting Onafhankelijke Hulpverlening stelt zich anders op. Deze stichting, die naar aanleiding van de Wet Tarieven Gezondheidszorg is opgericht in 1986, is nieuw leven ingeblazen. Echte veranderingen komen niet van boven maar van beneden. Daarom richt de SOH zich op tandartsen die voor kwaliteit gaan. Daarbij speelt onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid een grote rol. Dat betekent dus dat jouw kwaliteit niet afhankelijk wordt gesteld van ‘gemiddelden’. De SOH heeft wat dit betreft haar visie over wat kwaliteitsbeleid is op haar website staan.

Goed om te weten
Tandartsen die zich bij de SOH hebben geregistreerd worden voorzien van korte berichten “Goed om te weten”. Deze berichten zijn speciaal bestemd voor hen en met name voor hun patiënten. Er wordt daarin uitgelegd wat kwaliteit is en wat die kwaliteit schaadt. Bovenal zullen ze worden geïnformeerd over wat er zich achter de schermen afspeelt van zorgverzekeraars en overheidsinstanties. De SOH heeft hiertoe een bedrijfsonderzoeker aan het werk gezet.

Geregistreerd
Inmiddels hebben zich meer dan 175 tandartsen geregistreerd. Dat is goed voor meer dan 100.000 patiënten. De SOH neemt echter aan dat veel meer tandartsen de waarde van deze aanpak inzien. Zij kunnen zich dan registreren via de website. Op die manier neem je verantwoordelijkheid. Daarbij hoort ook het informeren van je patiënten over de schadelijke effecten van het huidige beleid met de daarachterliggende belangen. Op die manier wordt de power aangeboord die nu nog passief is: de patiënt.
Den Haag zal moeilijk stil kunnen blijven zitten als meer dan 100.000 mensen beschikken over met name de bedrijfsinformatie die onthullend en onthutsend is. Op dat moment is de tijd rijp om aandacht te vragen voor de beleidsvisie van de SOH die zowel het belang van patiënten als van tandartsen omvat.

Door:
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening

Lees meer over: Management, Ondernemen, Opinie, Tarieven, Thema A-Z

Meer rendement: Jij bepaalt de agenda en niemand anders

Veel praktijken kunnen hun rendement enorm verhogen door simpelweg efficiënter te werken. Een aandachtsgebied hierbij is ‘time management’. Je bepaalt je eigen agenda. Lees de tips voor het efficiënt omgaan met je tijd.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Uit ervaring blijkt echter dat veel praktijken hun rendement enorm kunnen verhogen simpelweg door efficiënter te werken. Het verhogen van hun rendement moet voor deze praktijken de komende tijd een aandachtspunt zijn. Een rendementsverhoging levert op jaarbasis namelijk veel meer op dan de kleine voordelen die worden geboekt via besparingen aan de ‘kosten kant’.

De tips in de vorige artikelen over ‘Meer rendement’ waren:

  1. Het gebruik van het 3 S’en model (Simplificeer, Standaardiseer, Specialiseer)
  2. Een goede (efficiënte) meerkamerplanning met toepassing van taakdelegatie
  3. Slimmer werken door het stellen van prioriteiten

Time management
Een aandachtsgebied voor een efficiëntere werkwijze is ‘time management’. Het kan bijvoorbeeld niet de bedoeling zijn dat patiënten de agenda van de tandarts bepalen. Jij bepaalt je eigen agenda en dient vast te houden aan deze interne afspraken. Dit kan voor veel praktijken een enorme efficiëntieslag betekenen die zijn weerslag heeft op een hogere productie.

Het gevoel ‘geleefd te worden’
Regelmatig geven tandartsen aan op een werkdag geleefd te worden door de agenda. Veel controles achter elkaar. Een pijnklacht onverhoopt tussendoor gepland. Telefoontjes van toeleveranciers. Deze acties zijn vaak ingegeven vanuit de instelling binnen de praktijk om de patiënt te ‘pleasen’. Onder het mom van: patiëntgericht werken en service verlenen. Dit leidt echter tot grote inefficiënties in de dagelijkse werkwijze en tot onrust. Het advies is een omslag te maken in denken. Een andere ‘mindset’ in de omgang met patiënten en derden.

Omslag in denken – ander perspectief
Het advies is dat praktijken veel meer gaan handelen vanuit hun eigen interne afspraken en waarden. Hiermee wordt bedoeld dat je allereerst bedenkt hoe een prettige werkdag eruitziet en wat je dagelijks minimaal wilt omzetten, om de jaarlijkse omzetdoelstelling te halen. Zo begin je met het plannen van je eigen dagschema. Kortom, plan je eigen succes. Vervolgens is het belangrijk om dit dagschema als ‘heilig’ te verklaren in de praktijk. Dit heeft als resultaat dat veel strategischer met kostbare tijd wordt omgegaan.

Tips om dit te bereiken
5 Tips om strategisch om te gaan met je tijd:

  • Stel eenmalig een goede ‘blokplanning’ voor de kamers op en volg deze planning elke dag:
    Een vaste planning creëert duidelijkheid en rust, wat tijdwinst gaat opleveren.
  • Afspraken worden alleen gemaakt op tijden dat het de praktijk schikt en niet andersom:
    De eigen planning is een weergave van een efficiënte werkdag en wordt daarom als ‘heilig’ verklaard. Hierin concessies doen betekent een negatieve invloed op de efficiëntie en productie van de praktijk.
  • Maak de behandeltijd niet langer als deze tijd niet is gereserveerd:
    Doe alleen extra verrichtingen als de agenda dit toelaat. De wachttijd neemt toe en het zelf opgezette (efficiënte) dagschema komt daarmee direct onder druk te staan.
  • Creëer momenten op een werkdag voor niet belangrijke zaken tijdens niet-productie uren:
    Beantwoord mail en telefoontjes, maak behandelplannen en verwerk de administratie buiten de tijden dat patiënten worden behandeld.
  • Geef naar patiënten aan dat zij tijd hebben gereserveerd bij de tandarts:
    Het reserveren van tijd maakt duidelijk naar patiënten dat de tandarts voor hen tijd vrijmaakt.

Door: Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum – Sjoerd Kuiken van http://kuikenpraktijkmanagement.nl/advies-tandartspraktijken/ adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering. Verry van Rossum van www.pdi-nl.nl is praktijkadviseur die praktijken de unieke werkwijze van het PDI Business Model kan leren en beschikt over een expertise van vele jaren in het begeleiden en opleiden van tandartsen.

Lees meer over: Management, Ondernemen

Uitstraling: Kom ik over zoals ik wil?

U bent de tandarts eigenaar van de praktijk en dus de leidinggevende, maar zien uw medewerkers u niet als zodanig? Voelen mensen zich aangevallen, terwijl u het niet zo bedoelt? Misschien klopt uw uitstraling niet bij wat u voelt of wilt bereiken.

Persoonlijke uitstraling heeft alles te maken met hoe uw buitenkant overkomt op anderen. Dit is een combinatie van factoren. Denk hierbij aan lichaamstaal, stemgebruik en transparantie. Kortom passen de gedragingen bij de boodschap die u wilt overbrengen of bij uw gevoel?

U kunt uw uitstraling of hoe u overkomt aanpassen als u zich hier bewust van bent. Dit betekent niet dat u uw innerlijk of authenticiteit moet aanpassen.

Factoren van uitstraling
Er zijn verschillende factoren die gezamenlijk uw uitstraling bepalen. Als u weet wat deze factoren zijn en hoe deze effect hebben op uw omgeving, kunt u gaan spelen met de verhouding waarin ze zichtbaar zijn.

  • Houding: Hoe zit u erbij? Er is een wereld van verschil tussen voorover leunen en achterover leunen in een gesprek
  • Gebaren: Gebruikt u uw handen als u iets vertelt? Uw verhaal kan een stuk krachtiger overkomen als u deze bijzet met gebaren
  • Mimiek: Wat zegt uw gezicht? Als u glimlacht naar de medewerker wanneer u boos bent, dan komt uw boosheid niet over bij deze medewerker.
  • Verpakking: Heeft u een vies en oud schort aan tijdens het behandelen of een schone en frisse polo? Hoe denkt u dat dit verschil overkomt bij uw patiënt en klopt dit met uw ambitie als tandarts of mondhygiënist?
  • Stem: Praat duidelijk met de juiste intonatie. Als u aangeeft dat een implantologie behandeling niets is om bang voor te zijn, maar uw stem beeft en is wat zachter, dan zal de patiënt zich toch achter de oren krabben.

Werken aan overkomen
Nu u zich bewust bent van de factoren die uw uitstraling en overkomen beïnvloeden, kunt u er ook daadwerkelijk mee aan de slag.

  • Vraag aan een collega: “Wat dacht je toen je mij voor het eerst ontmoette?”
  • Vraag een collega om op te letten hoe u overkomt tijdens een werkoverleg of het bespreken van een behandelplan. Vraag na afloop feedback.
  • Kijk hoe anderen op u reageren. Is dit een logische reactie? Gebruik anderen als uw spiegel.
  • Ga na welke aspecten u moeilijk vindt. Bijvoorbeeld het maken van oogcontact, waar uw gevoel uit spreekt. Ga dit oefenen en zie wat het effect is.

Al deze aspecten kunt u overal oefenen het hoeft niet eens in de praktijk. Het gaat erom dat u veel oefent, want het leren veranderen van non- verbaal gedrag leert u gewoon door te doen.

Let wel: door het geven van alleen een stevige handdruk zorgt u er niet direct voor dat u daadwerkelijk kracht uitstraalt.

Door: Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl
Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen

Goede praktijkorganisatie zorgt voor minder stress en meer omzet

Praktijkorganisatie, wat houdt het in en wanneer is een praktijk goed georganiseerd? Een verslag van de lezing van de lezing van Astrid Elzink-Tennekes tijdens de Nationale Kennisdag.

Praktijkorganisatie, wat houdt het in en wanneer is een praktijk goed georganiseerd? Bij veel praktijken is de organisatie nog niet optimaal en heerst er angst voor een onaangekondigd bezoek van de inspectie. Astrid Elzink-Tennekes bezoekt tandartsenpraktijken door het hele land en biedt een helpende hand bij de organisatie van de praktijk. Een verslag van haar lezing tijdens De Nationale Kennisdag voor assistenten.

Slechte praktijkorganisatie
Slechte praktijkorganisatie kost veel geld. Een goede organisatie is direct zichtbaar: De balie is netjes, geen rondslingerende gele briefjes. De wachtkamer is fris en opgeruimd, er liggen geen oude tijdschriften en het toilet is schoon. Heel belangrijk zijn de ontvangst en de serviceverlening. Door de crisis komen sommige patiënten minder vaak loopt de omzet terug en er zijn geen wachtlijsten meer. Gastvrijheid kan het verschil maken.

Als de praktijk niet goed georganiseerd is, wordt er in het team onderling vaak steeds minder gecommuniceerd, waardoor het teamgevoel soms ver te zoeken is. Respect en waardering voor elkaar mogen niet uit het oog verloren worden. Ze zorgen voor een prettig werkklimaat wat een positief effect heeft op de uitstraling van de praktijk naar de patiënt.

Om eens door de ogen van de patiënt te kunnen kijken, is het goed om een enquête af te nemen. Zo ontstaat er inzicht in de mening van patiënten over de verleende tandheelkundige zorg, maar ook over bijvoorbeeld de wachtkamer, balie en de ontvangst.

Wie neemt de praktijkorganisatie op zich?
Een organiserende rol kan weggelegd zijn voor de tandarts, mits deze er de mogelijkheid voor heeft én het leuk vindt om te doen. Ook kan er een praktijkmanager – intern of extern – worden aangesteld, die een coördinerende taak op zich neemt. Een dergelijke aanstelling kan soms leiden tot onrust en onzekerheid binnen het team. Goed overleg is noodzakelijk om dit te voorkomen.

Eigenschappen van een praktijkmanager
Een praktijkmanager is flexibel, heeft leidinggevende kwaliteiten en beschikt over het nodige organisatietalent.

Wat moet er georganiseerd worden?

  • Planning afsprakenboek
    Een goede planner zorgt voor omzet. Onderzocht kan worden of de ene tandarts langer nodig heeft voor eenzelfde behandeling dan de andere, en of hierop winst te behalen is. Dit mag echter nooit ten koste gaan van de patiënt of de zorgverlening. Gouden regel bij de planning: er mag nooit een stoel leeg (zonder patiënt) zijn.
  • Personeel
    Van personeelsdossiers tot inentingen, alles moet worden vastgelegd.
  • Administratie
  • Inkoop
    Er kan efficiënter worden ingekocht, indien hiervoor één persoon wordt aangesteld en er onderling overleg plaatsvindt. Hierbij geldt : hand op de knip en letten op extra kortingen en aanbiedingen.
  • Hygiëne
    Er gelden richtlijnen (link naar de wiprichtlijnen hierachter) die nauw gehanteerd moeten worden en het is belangrijk om het overzicht te bewaren.
  • Onderhoud apparatuur
    Het aanleggen van lijsten waarop wordt aangetekend wie wat doet, waar en wanneer, is erg nuttig. Afspraken kunnen meteen in de agenda verwerkt worden.
  • Scholing
    Het niveau van assistentes wordt steeds hoger. Patiënten moeten ervan op de hoogte worden gesteld dat bepaalde taken worden overgenomen door assistentes, bijvoorbeeld door een bord op te hangen in de praktijk. Ook moeten mappen met certificaten en diploma’s worden aangelegd.
  • Juridische zaken
    Patiënten worden steeds mondiger. Daarom is het van belang dat alles goed gearchiveerd wordt, bijvoorbeeld in de vorm van patiënten- en personeelsdossiers.
  • Protocollen
    Hiermee kan een praktijk bij uitstek aantonen dat er een goede organisatie wordt gevoerd. Bekijk een video over het opzetten van protocollen

Kortom: een goede praktijkorganisatie betekent minder stress en meer omzet. Zie het als een uitdaging.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van de lezing EHPO; Eerste Hulp bij Praktijk Organisatie door Astrid Elzink-Tennekes op de Nationale Kennisdag.

Astrid Elzink-Tennekes is van 1973 tot 1988 werkzaam geweest als tandartsassistente. In 1986 organiseerde zij de allereerste Standbydag en richtte zij tevens het bedrijf Four Handed op. Zij was in 1988 medeoprichter van het blad Standby voor tandartsassistenten en zette tevens de eerste cursussen voor deze doelgroep op. Van 1988 tot 1996 is ze werkzaam geweest als lesassistente bij de opleiding tandartsassistente ROC te Apeldoorn. Hiernaast is ze ook nog voorlichtingsmedewerker geweest bij de ‘Sterke Tandenbus’ en dental representative bij Gaba. In 2000 richtte zij Tenel Trainingen en Congressen op en geeft sindsdien vele trainingen en cursussen. In 2009 is Astrid een samenwerking aangegaan met Henry Schein Dental. Dit bedrijf heet Dental Best Practice. 

Lees meer over: Management, Ondernemen

Tien vragen die u zichzelf moet stellen als u een praktijkpartner zoekt

Wilt u samen gaan werken met een partner in uw praktijk? De keuze voor wel of geen partner is geen makkelijke beslissing, schrijft DentistryiQ.

Lees hier tien vragen die u zichzelf moet stellen voor u een partner toevoegt aan uw praktijk.

  1. Kan ik goed samenwerken met een partner?
    Misschien werkt u liever alleen.
  2. Welke gevolgen heeft de nieuwe partner voor mijn inkomsten?
    Bespreek met een financieel adviseur of uw inkomen er tijdelijk of permanent op achteruitgaat als u samen gaat werken met een partner.
  3. Ben ik bereid om mijn inkomen, patiënten en beslissingsbevoegdheid te delen? Samenwerken met een partner vraagt om een andere manier van werken.
  4. Heeft mijn praktijk genoeg patiënten?
    Uw nieuwe partner moet genoeg patiënten hebben.
  5. Loopt mijn praktijk goed?
    Neem alleen een partner aan als uw praktijk goed groeit.
  6. Is er genoeg werkruimte in mijn praktijk voor een partner?
    Misschien moet uw praktijkruimte aangepast worden voordat u met een partner gaat samenwerken.
  7. Wat vind ik belangrijk in mijn praktijk?
    Zoek een partner die uw mening deelt.
  8. Hoe ga ik om met financiën?
    Zoek een partner die dezelfde ideeën over geld heeft als u.
  9. Wat verwacht ik van een partner?
    Deel uw verwachtingen met potentiële partners. Als het tot een overeenkomst komt, verwerk uw verwachtingen daar dan in.
  10. Ben ik bereid om verder te zoeken als een kandidaat niet geschikt is?
    Verder zoeken kan u op de lange termijn veel frustratie schelen.

Bron:
DentistryiQ 

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen, Personeel

Situationeel leiderschap: Flexibiliteit van de leidinggevende

Leidinggeven heeft pas effect als het aansluit op de behoefte van degene die de leiding ontvangt. Als leidinggevende kunt u de ontwikkeling van een medewerker maken of breken. Er wordt dus een mate van flexibiliteit van u verwacht als leidinggevende.

Fases van ontwikkeling
Ken Blachard heeft daar een handige matrix voor ontwikkeld. Om te weten welke leiderschapsstijl u moet toepassen, is het van belang om te weten in welke fase van ontwikkeling (O) uw medewerker zich bevindt.

  • O1
    Dit is de nieuwe medewerker die net van school komt en dus nog niet zoveel kan, maar heel erg betrokken is. Deze medewerker accepteert leiding en is gretig om te leren.
  • O2
    Hierbij is de competentie al iets gegroeid, maar nog niet zover als de medewerker zou willen. Sommige competenties boeken vooruitgang, maar andere niet, dus de medewerker is inconsistent. Dat ontmoedigt de medewerker enigszins, waardoor de betrokkenheid lager is geworden dan in O1.
  • O3
    Deze medewerker is over het algemeen zelfsturend, maar ook nog wat onzeker. Het is een capabele maar ook een voorzichtige presteerder. Deze medewerker levert een goede bijdrage aan de praktijk, maar raakt snel verveelt als de taak te simpel is. Hierdoor is de betrokkenheid nogal wisselend.;
  • O4
    Deze medewerker wordt door de rest van uw team gezien als de expert en inspireert het team. Deze medewerker is proactief en u weet altijd wat u kunt verwachten van de kwaliteit van het werk van deze medewerker. Dit zorgt ervoor dat zowel de competentie als de betrokkenheid heel hoog is.

Leidinggeven per fase
Bij de medewerkers zit dus een stijgende lijn in de ontwikkeling. Daarnaast kan de betrokkenheid nog al eens fluctueren. Dat betekent dat u uw leiderschap niet alleen moet aanpassen op het ontwikkelingsniveau van de medewerker maar ook op de mate van betrokkenheid. Iedere fase van ontwikkeling heeft dus een andere manier van leiding geven (S) nodig. Ken Blachard, adviseur op het gebied van leiderschapsontwikkeling en serviceverbetering, maakt de volgende onderverdeling:

  • S1
    Geef duidelijke doelen en tijdslijnen aan de medewerker, bepaal grenzen en beperkingen en geef duidelijk leiding. Erken daarnaast ook het enthousiasme van de medewerker.
  • S2
    Maak de actieplannen en de doelen niet meer alleen, maar betrek de medewerker daarbij. Geef ook het perspectief waarbinnen de vooruitgang is geboekt. Begeleiden is nu de hoofdtaak geworden van u als leidinggevende, maar blijf daarnaast ook aanmoedigen en help de successen en het falen van de medewerker te analyseren.
  • S3
    Maak nog steeds de actieplannen en de doelen samen, maar laat de medewerker hier het voortouw in nemen. Vraag aan de medewerker hoe u kunt helpen, biedt dus steun. Maak desgewenst de taken ook interessanter om de betrokkenheid te behouden. Erken zowel de competentie als deze betrokkenheid.
  • S4
    Aan deze medewerker kunt u heel goed taken delegeren. Geef de medewerker ook de mogelijkheid om een mentor te zijn voor anderen. Denk hier bijvoorbeeld aan stagebegeleider of inwerkcoach van een nieuwe medewerker. Blijf wel de medewerker aanmoedigen, want iedereen is op zoek naar bevestiging, dus ook een O4.

Samengevat komt dat neer op deze matrix.


©2004 Blachard International Group, the Netherlands

Oefening baart kunst
Maak inzichtelijk voor uzelf, welke medewerkers u heeft en in welke fase zij zich bevinden.
Het is lastig als leidinggevende om deze fases bij het begin te herkennen en de verschillende leidinggevende rollen te vervullen. Echter oefening baart kunst. Leer van buitenaf naar uw praktijk en uw medewerkers te kijken, alleen of samen met een derde. Hierdoor kunt u makkelijker uw manier van leidinggeven aanpassen op behoeften van uw medewerkers. Zo zal uw team als geheel beter gaan functioneren binnen uw praktijk.

Door: Anna Berends van Loenen www.qanz.nl

Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen, Personeel

Conflict biedt kansen voor de praktijk

Een maatschap kan flink opknappen van een goed opgelost conflict. Een uitgebreide woordenwisseling of discussie is prima, maar probeer schade voor te zijn. Ruzie maken mag dus, al moet men schade voor blijven. Kennis over conflicten en training op het gebied van conflicthantering kan u hierbij helpen. Verslag van de lezing van Hester van Sambeek-Larik tijdens het NVvK en VBTGG congres.

Bij een conflict is ten minste een van de partijen geïrriteerd. Voorbeelden van irritaties op de werkvloer zijn er genoeg. “Een van de assistenten gaat altijd eerder weg om haar kinderen op te halen.” “Ik ben altijd de klos als er een cadeau voor een collega gekocht moet worden.” “Wij hebben een meningsverschil over het schoonmaken.”

Opstapelen
Bij een conflict stapelen de irritaties zich op. Men gaat zich steeds meer ergeren aan een bepaald persoon. Op een gegeven moment ergert men zich al aan de manier waarop iemand even aan zijn hoofd krabt. Collega’s kunnen gaan zoeken naar bondgenoten en vormen een coalitie. Het wordt met zijn allen tegen een en heldere communicatie is ver te zoeken.

Volgens organisatiepsycholoog en voormalig mondhygienist, Hester van Sambeek-Larik zijn het vaak niet de woorden zelf die een conflict doen ontstaan, maar de manier hoe deze woorden worden opgevat door de andere partij. De manier van interpreteren, de ondertiteling van deze woorden. Kennis over conflicten en hoe ermee om te gaan, helpt om een open communicatie aan te gaan. Op deze manier zou een conflict tot helderheid kunnen leiden en zelf kansen bieden voor de praktijk

Denk niet voor de ander
Conflicten ontstaan in uw hoofd. Er hoeft geen tegenstelling te zijn, het gaat om een psychologische realiteit: uw eigen waarheid/gevoel. Iedereen reageert anders op uw handelen. Wat u wil of vindt, is nog niet wat de ander wil en vindt. Ook wat u wilt overbrengen, kan een ander totaal anders opvatten. Iedereen denkt vanuit zijn eigen referentiekader (zijn rugzak). Slechts twintig procent van de interpretaties blijkt te kloppen. Denk dus niet voor de ander, maar vraag hem of haar naar het waarom. Sta open voor de ander, geef de ander ruimte om zijn of haar verhaal te doen. Kap het niet af, maar luister eens naar wat de ander echt beweegt.

Escalatieladder
De eerste fase in een dreigend conflict is de rationele fase. Beide partijen zijn zich bewust van spanning en gaan er beheerst mee om; er zijn irritaties, maar er wordt gestreefd naar samenwerking. Als men op de goede manier met elkaar communiceert in deze fase kan een win-win situatie worden gecreëerd: iedereen wordt er beter van, de koek wordt vergroot.

Echter als er niet op de juiste manier gecommuniceerd wordt, dan is de kans groot dat de tweede fase op de ladder bereikt wordt. De tweede fase is de emotionele fase waar er een win-lose situatie ontstaat: niet-zakelijke irritaties nemen de overhand, er is sprake van een sociaal-emotioneel conflict, winnen of verliezen is de kernvraag geworden.

Als in bovengaande fase geen constructieve oplossingen aan de orde komen, dan leidt dit tot de strijdfase; een lose-lose situatie. Hevige confrontaties worden niet vermeden; men behandelt elkaar niet meer als personen. De ander moet kapot! U staat rug tegen rug en wil alleen maar uw gelijk halen. In deze fase zal het erg lastig worden om er nog uit te komen, een externe partij (een mediator) zal vaak ingeschakeld worden om het tij te keren.

Deze ladder is een voorbeeld van hoe conflicten kunnen escaleren. Het mooie ervan is, dat men ook terug kan op deze trap. Door op de juiste manier te handelen, proberen het probleem op te lossen, open te staan voor de ander. Een stapje hoger op de ladder gaat helaas gemakkelijker dan een stapje terug, maar het is zeker mogelijk.

Conflicthanteringstijlen
Er worden over het algemeen vijf conflicthanteringsstijlen gebruikt:

  • Forceren
  • Vermijden
  • Toegeven
  • Compromis zoeken
  • Probleem oplossen / onderhandelen

Iedere stijl is in principe goed, al zal de ene stijl beter werken dan de andere, dit wordt contextafhankelijk genoemd. Hoe je het conflict wilt insteken is belangrijk, ga je voor de relatie of voor de inhoud, of juist voor beiden. Vanuit daar kan je een stijl kiezen. Echter het blijkt in de praktijk zeer moeilijk om je alle stijlen eigen te maken. Ieder heeft zo zijn voorkeuren waarin hij snel vervalt. Om alle stijlen onder de knie te krijgen is vaak training nodig.

Red de communicatie
Communiceren is zo dicht mogelijk langs elkaar heen praten. Het is moeilijk de ander te begrijpen en ervoor te zorgen dat u begrepen wordt. U en de ander moeten schakelen tussen de inhoud van de boodschap, de procedure (de regeltjes) en het proces (de sfeer). Die laatste pijler is het lastigst, om dat dit gepaard gaat met emoties.

Mocht u een conflict ervaren dan zijn er een aantal handvatten die gebruikt kunnen worden om hiermee om te gaan:

  • Open staan voor de ander
  • Nadenken over eigen inbreng/ invloed binnen het conflict, zelfreflectie
  • Feedback geven en ontvangen
  • Echt Luisteren, samenvatten en doorvragen

Dit zijn echter een paar van de mogelijkheden, maar ermee werken blijft lastig. Met name omdat het altijd gepaard gaat met emoties en als mondzorgprofessional weten we als geen ander dat theorie en praktijk nog wel eens van elkaar kunnen verschillen. Een training op het gebeid van conflicthantering geeft een helder inzicht in het eigen handelen.

“Communiceren is hard werken”, stelt Van Sambeek-Larik. “Maar als er ergens een wil is om het op te lossen, dan is het mogelijk om tot mooie resultaten te komen.”

Hester van Sambeek-Larik is freelance trainer en coach op het gebied van assertiviteit, communicatie en conflictmanagement. Ze voltooide haar opleiding Mondhygiëne in 1999, waarna ze docent werd op de opleiding Mondhygiëne aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. In 2001 ronde ze haar HGZO docentenopleiding af aan de VU in Amsterdam en in 2006 studeerde ze af als MSc in de organisatiepsychologie. In 2007 begon haar carrière als gedragstrainer, in 2008 rondde ze haar opleiding tot mediator af.

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag door dental INFO van het voorjaarscongres ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ van de NVvK en VBTGG.

Bekijk de video over het geven van feedback 

Lees meer over: Management, Ondernemen

Boekbespreking: Tips voor het krijgen van loyale patiënten

Fred Lee beschrijft in zijn boek ‘’Als Disney de baas was in uw ziekenhuis” de aanpak die het beste in zorgpersoneel naar boven brengt en erin resulteert dat patiënten een zo positief mogelijke ervaring hebben. Ondanks dat het boek is geschreven vanuit de ervaring binnen een ziekenhuis, is het ook zeer geschikt voor zorgverleners in de mondzorg.

‘Onze manier is de enige manier’
In het boek benadrukt de schrijver constant weer het belang om als zorgverlener vanuit het perspectief van de patiënt te kijken. Ook tandartsen, mondhygiënisten en assistenten zijn erbij gebaat om te denken vanuit de wensen, behoeften en verwachtingen van de patiënt. En daarmee af te stappen van een aanpak als ‘onze manier is de enige manier’. De wensen, behoeften en verwachtingen van de patiënt zijn een resultaat van elke willekeurige ervaring van die patiënt bij willekeurige andere bedrijven. En daar komt Disney om de hoek kijken. Patiënten zullen de vorm van zorgverlening refereren aan de gastvrije en hartelijke ontvangst die ze hebben gehad in bijvoorbeeld Eurodisney. Patiënten beoordelen hun ervaring op grond van de manier waarop ze als persoon zijn behandeld, en niet die waarop hun pijn of ziekte is behandeld.

Perceptie van de patiënt
De perceptie van de patiënt is waar het vooral om gaat, omdat hij of zij de kwaliteit beoordeelt op basis van zijn of haar perceptie. En hoe kun je de perceptie van de patiënt positief beïnvloeden? Indrukken worden altijd gecreëerd door mensen in individuele contacten, dus gaat het vooral om wat er tegen patiënten wordt gezegd of juist niet wordt gezegd (zie tip 1 en 2). Daarnaast geldt dat hetgeen waarover het meest geklaagd wordt in praktijken, niet hetgeen is wat de perceptie van de patiënt bepaalt. Zo is gebleken, dat patiënten niet over de houding van zorgverleners klagen, zelfs niet als er expliciet naar gevraagd wordt (zie tip 3).

Bewogenheid creëert loyaliteit
Het kweken van loyaliteit onder patiënten kan binnen de zorg alleen via de persoonlijke ervaring van de patiënt. In de meeste gevallen ontstaat loyaliteit omdat de patiënt voelt dat er op een meelevende manier met hem of haar wordt omgegaan. Loyaliteit is te danken aan meer dan hoffelijkheid alleen. Scripts standaardiseren hoffelijk gedrag, maar bewogenheid is iets wat spontaan tot uiting komt (zie tip 4). Zie de praktijk dan ook niet als dienstverlenend, maar verleg het accent naar de beleving van de patiënt.

Vier tips
De volgende tips zijn de stappen die een praktijk kan doorlopen voor een betere perceptie door de patiënt:

  1. Definieer waarheidsmomenten
    Definieer belangrijke contactmomenten in de praktijk en beschrijf de houding die uw medewerkers moeten aannemen. Neem hierbij de aardigste mensen in een dienstverlenende functie – in ongeacht welke organisatie – als uitgangspunt. “Iedereen met wie je wordt vergeleken is je concurrent.”. Zo is de rol van de baliemedewerker gericht op een goede eerste indruk voor de patiënt.
  2. Stel eisen aan wat medewerkers tegen patiënten zeggen
    Bijvoorbeeld: “Passeer nooit een patiënt zonder gedag te zeggen” of “Vraag elke patiënt hoe het met hem of haar gaat.”
  3. Richt je niet op datgene waarover geklaagd wordt door patiënten
    Richt je op de dingen die de hoogste correlatie hebben met de algehele patiënttevredenheid, zoals opgewektheid, invoelend vermogen en samenwerking in het team.
  4. Geef medewerkers de ruimte en de verantwoordelijkheid om de verwachtingen van patiënten te overtreffen
    Dit betekent doorgaans iets doen of zeggen waaruit de oprechte belangstelling voor de gemoedstoestand van de patiënt blijkt en wat doorgaans buiten standaard scripts of procedures valt. Een voorbeeld is om een flauwgevallen patiënt door een medewerker naar huis te laten brengen.

Boek: “Als Disney de baas was in uw ziekenhuis. 9½ dingen die u anders zou doen.”, Fred Lee. Reed Business
Het boek is hier te vinden

Door: Sjoerd Kuiken. Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en patiëntgerichte zorg. kuikenpraktijkmanagement.nl

 

 

Apr 2013

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen, Personeel

Succesvolle veranderingen: De 8 stappen van verandermanagement

Hoe past u, samen met uw team, uw praktijk aan aan de benodigde veranderingen? De 8 stappen van veranderingsexpert John Kotter.

Zo waren er de vrije tarieven en zo zijn ze weer van de baan. Ook komt er een nieuwe WIP-richtlijn en wordt het HKZ/ISO9001 steeds belangrijker. Deze veranderingen vergen een boel van de tandarts en mondhygiënist en vooral van zijn leiderschap ten opzichte van het team.

John Kotter (Bekijk hier zijn boek) bedacht een methode voor leiders om op systematische wijze een succesvolle en duurzame verandering te realiseren. Deze methode beschreef hij in 8 stappen:

  1. Zorg voor een gevoel van urgentie
    Zorg dat het team inziet dat de verandering noodzakelijk is en begrijpt waarom het nu aangepakt moet worden in uw praktijk. Voer de druk op , zodat uw team doorheeft dat het niet anders kan. Dit urgentiebesef helpt de gewenste samenwerking tot stand te brengen in uw team.

  2. Zorg voor een projectteam
    Er is een sterk sturend projectteam nodig om de rest van de praktijk door de verandering te leiden. Een ingrijpende verandering is moeilijk voor elkaar te krijgen. Het projectteam kan bij een kleine praktijk bestaan uit de tandartseigenaar, de praktijkmanager en/of hoofdassistent. Bij een grotere praktijk kan een groter projectteam uit de verschillende disciplines worden samengesteld. Dit projectteam dient autoriteit, geloofwaardigheid, communicatieve vaardigheden en leiderschapsvaardigheden te hebben. Ook is het van belang dat het projectteam snel en accuraat werkt en dat de hele praktijk het team kan vertrouwt.

  3. Zorg voor een heldere visie
    De visie geeft de richting van de verandering weer en motiveert mensen tot actie. Het maakt duidelijk hoe de toekomst verschilt van het heden en hoe dit gerealiseerd moet worden. Zorg wel dat het geen lege slogan is.

  4. Deel deze visie met het team
    Zorg dat alle teamleden de visie begrijpen en accepteren. Zo ontstaat er draagvlak en betrokkenheid. Bijeenkomsten organiseren, voorbeelden geven, werkoverleggen hieraan besteden, herhalen en dergelijke zijn middelen om de visie helder te krijgen bij de rest van het team. Zorg er wel voor dat dit geen eenrichtingsverkeer is!

  5. Zorg voor “empowerment”
    Neem de obstakels weg die het team nog in de weg liggen. Daardoor kan iedereen die wil veranderen en de visie wil realiseren, dat ook daadwerkelijk doen. Dit kan door middel van trainen, maar ook door het houden van een dialoog of door medewerkers aan te moedigen.

  6. Zorg voor snelle successen
    Door korte termijn successen te realiseren kunt u bewijzen dat de inspanningen lonen. Vier uw successen dan ook. Een snel resultaat motiveert, want als dit uitblijft groeit de groep “ongelovigen”.

  7. Zorg voor consolidatie en ga door!
    Het ene succes brengt van alles te weeg, waardoor er nieuwe successen volgen en verandering doorgevoerd blijven worden. Bouw voort op de toenemende geloofwaardigheid. Houd de lange termijn visie hier goed in de gaten, waardoor alle nieuwe successen ook stevig in de praktijkcultuur verankerd worden en geen bevlieging zijn.

  8. Zorg voor verankering
    De veranderingen en de nieuwe gedragsnormen moeten wel verenigd worden met de bestaande cultuur of deze oude cultuur vervangen. De verschillende veranderingen moeten dus verenigd worden. Dan pas is een oud patroon te doorbreken en heeft de verandering bestaansrecht.

Blijf met uw mensen praten en van elkaar leren. Als het team het gevoel heeft als volwaardig partner deel te nemen aan veranderingen, zal het de volgende keer sneller geneigd zijn om weer het vertrouwen in u en uw verandering te hebben. Want geloof mij, ook in de komende tijd zullen tandartsen en mondhygiënisten nog veel veranderingen te wachten staan…..

Door: Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl

Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.


Lees meer over: Management, Ondernemen

Tips voor het evalueren van processen in uw praktijk

Om de kwaliteit van uw praktijk te kunnen verbeteren, is het belangrijk om de processen in uw praktijk te evalueren. Maar hoe? Lees de tips.

De meest handzame tool voor procesverbetering is de PDCA-cyclus. De werking ervan wordt in dit filmpje uitgelegd.
Nadat u plannen heeft gemaakt om aspecten en processen te verbeteren in uw praktijk, gaat u er mee aan de slag. Echter om optimaal resultaat uit uw verbetering te halen, is het van cruciaal belang dat u de plannen ook evalueert en desgewenst aanpakt.
Voor de evaluatie van uw plannen heeft u input nodig van de mensen die betrokken zijn geweest bij het desbetreffende proces. Dat bent u als tandarts uiteraard, maar uw assistenten, verwijzers en patiënten zijn dat ook. Allen hebben een (deel)proces ervaren vanuit hun eigen standpunt. Pas als we deze verschillende punten afwegen en toepassen, kunnen we de volgende stap in kwaliteitsverbetering zetten. De input voor deze evaluatie is bij de betrokken personen op de volgende manieren te behalen:

Maak meldingen!
Er zijn verschillende soorten meldingen die u en uw medewerkers structureel zouden moeten verzamelen om te kunnen evalueren, bijvoorbeeld tijdens een werkoverleg of bij het schrijven van uw kwaliteitsjaarverslag. Klachten van uw patiënt. Uiteraard is het nooit leuk om ontevreden “klanten” te hebben, toch kunt u de klagers heel dankbaar zijn. Ontevreden patiënten die u niets vertellen, maar wél hierover praten met andere (potentiële) patiënten zijn juist schadelijk voor de reputatie van uw praktijk. Pas als een patiënt zijn ongenoegen aan u laat blijken, bent u ervan op de hoogte en kunt u er iets aan doen waarmee u klachten in de toekomst voorkomt.

  • (Bijna) Incidenten
    Hieronder verstaan we incidenten in uw praktijk. Zoals een natte gedweilde vloer, waarover iemand uitgleed. Of een prikaccident.
  • Verbeterpunten
    Uw medewerkers kijken door een andere bril naar uw praktijk en kunnen een waardevolle meerwaarde leveren aan de kwaliteitsverbetering. Soms komen zij met geweldige plannen waar u nooit aan gedacht zou hebben. Of ze komen met een plan, dat niet toepasbaar is, maar wat u of een andere medewerker wel op nieuwe ideeën brengt voor verdere groei van uw praktijk.

Functioneringsgesprekken
Deze gesprekken zijn tweerichtingsverkeer. Dat houdt in dat tijdens het functioneringsgesprek niet alleen het functioneren van de medewerker wordt besproken, maar ook het functioneren van de praktijk. De mooiste koppeling zal dan zijn, wanneer u vraagt hoe de desbetreffende medewerker kan bijdragen aan het functioneren en het verbeteren van de praktijk.

Vraag het aan derden
Niet alleen intern kunnen er meldingen gedaan worden, maar vragen naar ideeën van derden kan u ook helpen.

  • Patiëntenquête
    Stel vragen aan uw patiënten. Het kan over uw gehele praktijk gaan of juist alleen over de ontvangst. Dit kan op papier of digitaal. Het samenvoegen en evalueren van de resultaten geeft u een schat aan informatie om uw plannen verder bij te sturen of uw kwaliteitsdoelstellingen aan te passen.
  • Ideeënbus
    In het verlengde van de patiëntenquête ligt de ideeënbus. Hier kunnen patiënten hun ideeën, maar ook hun klachten kwijt die ze liever niet persoonlijk vertellen. De ideeënbus kan fysiek in de wachtkamer staan, maar kan ook een pagina op uw website zijn. Hierbij is het wel belangrijk dat u de “bus” regelmatig controleert en de resultaten terugkoppelt aan uw patiënten. Zo maakt u ook zichtbaar dat u naar uw patiënt luistert.
  • Ketenpartnerenquête
    Wat vinden uw verwijzers van u? Hoe kan het verwijsproces nog meer geoptimaliseerd worden. Uw verwijzers zijn vaak maar wat blij als ze met u mee kunnen denken. Het helpt niet alleen uw praktijk, maar ook die van uw verwijzer!

Evalueer samen
Als u of uw praktijkmanager al deze informatie verzameld heeft kunt u deze gegevens zelf gaan evalueren en uw bevindingen presenteren aan uw team. Het is echter nog waardevoller, als u de evaluatie samen met uw (deel-)team doet. Zo voelt iedereen eigenaarschap in de verbetering en is het team nog meer bereid om samen met u deze kwaliteitsverbetering in te zetten en het meeste uit uw praktijk te halen. Verbeteren doet u immers samen.

Door: Anna Berends van Loenen www.qanz.nl Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Management, Ondernemen

Ondernemen: niet uw eerste zorg

Medische groepspraktijken worden steeds groter en hiermee ook het beheer van ondersteunende diensten. Te denken valt dan aan: automatisering, beveiliging en brandveiligheid, gebouwbeheer, inkoopmanagement, schoonmaak en RI&E. In de praktijk blijkt dat facilitaire zaken vaak door de praktijkeigenaar zelf geregeld worden, waardoor er minder productieve tijd overblijft voor de eerste en belangrijkste zorg, de patiënt. Contractwaardes worden, met het groeien van praktijken, groter en het beheersen van prijs en kwaliteit dus een absolute noodzaak. Haast een onmogelijke taak, gezien het gebrek aan tijd en actuele kennis. Professionele facilitaire ondersteuning biedt echter de oplossing.

Geen optimale zorg zonder gestructureerde organisatie
Het voeren van een medische praktijk is niet alleen het zorgdragen voor de patiënt. Er moet door de praktijkeigenaar ook rekening gehouden worden met tal van andere organisatorische, facilitaire en administratieve facetten. In praktijk blijkt dit een lastige opgave. In de eerste plaats omdat in het curriculum van medische opleidingen weinig aandacht is voor bedrijfsorganisatorische aspecten. Door de toename van regelgeving en kwaliteitseisen in combinatie met de hoge werkdruk in de medische branche, blijft er weinig tot geen tijd voor alle zaken die bij het ondernemen komen kijken. Daarnaast ontbreekt bij veel medici de affiniteit met de zakelijke kant van de zorg, zij richten zich veel liever op de patiënt. Het leveren van optimale zorg kan echter niet zonder een goed gestructureerde organisatie. Het is belangrijk dat praktijkeigenaren zich bewust worden van de samenhang tussen een goed gestroomlijnde organisatie en het leveren van de beste zorg.

Verborgen risico’s
Praktijkeigenaren die zelf hun ondersteunde processen regelen, kunnen voor onaangename verrassingen komen te staan, met alle mogelijke grote (financiële) gevolgen van dien. Zij zijn zich bijvoorbeeld niet bewust van het feit dat brandverzekeraars niet uitkeren, wanneer er geen actuele back-up bestaat van bedrijfsgegevens na een calamiteit. Een ander probleem wat zich kan voordoen is lekkage aan het dak van het bedrijfspand, wat normaal gesproken een garantiekwestie zou zijn. Wanneer de praktijkeigenaar niet weet dat hij jaarlijks het dak vrij van bladeren dient te laten maken en hiervan dus geen bewijzen kan overleggen, vervalt de garantie. Hetzelfde geldt voor beveiligingsinstallaties, deze dienen jaarlijks te worden onderhouden en periodiek opnieuw te worden gecertificeerd. In alle gevallen draait de praktijkeigenaar zelf op voor herstelkosten als door gebrek aan kennis niet wordt voldaan aan dergelijke eisen.

Professionele facilitaire ondersteuning
Het beheersen van kwaliteit van ondersteunende diensten wordt steeds moeilijker zonder de benodigde vakkennis. Brancheorganisaties spelen op dit probleem in door het aanbieden van ondernemerstrainingen aan medici. Hiermee wordt echter het probleem van het gebrek aan tijd in stand gehouden. De praktijkeigenaar draait door deze werkwijze alsnog zelf op voor de administratieve, organisatorische en facilitaire zaken van zijn onderneming. Een externe partij die zich hierin heeft gespecialiseerd, is dagelijks bezig met het optimaliseren van alle ondersteunende processen en heeft daardoor veel meer en vaak actuelere kennis. Zij zijn in staat facilitaire werkzaamheden efficiënt te regelen, volgens geldende regelgeving, goede inkoopcombinaties en met de nieuwste technieken. In veel situaties is het nuttig of zelfs noodzakelijk om bepaalde ondersteunende processen uit te besteden.

Door:
Michael Joosen, directeur van Heertjes Advies, adviesbureau voor tandartsen. www.heertjesadvies.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen

Hoe waardeert een geïnteresseerde koper uw praktijk?

Het aanbod van praktijken is de komende jaren groter dan de vraag. Welke punten vinden kopers belangrijk en hoe wordt de prijs bepaald?

De komende jaren beëindigen meer tandartsen hun praktijk dan er nieuwe tandartsondernemers een praktijk starten. Dit betekent dat er meer aanbod van praktijken zal zijn dan vraag. Voor tandartsen die de komende jaren hun praktijk gaan verkopen is het dan ook goed om inzicht te hebben in wat potentiële kopers belangrijk vinden bij de keuze voor een praktijk.
In hoofdlijnen zijn de kandidaten voor praktijkovername in de volgende categorieën onder te verdelen:

1. Tandheelkundige ketens

  • Zijn vooral gericht op praktijken met 3 tot 5 behandelkamers of groter
  • Hebben de intentie dat de praktijkhouder na de overdracht nog enige tijd, soms enkele jaren in de praktijk blijft werken
  • Tonen sterke voorkeur voor praktijken met een bovengemiddeld patiëntenbestand, met andere woorden meer dan 3.000
    actieve patiënten
  • De meeste ketens zoeken groei buiten de Randstad, omdat in de Randstad de tandartsdichtheid relatief hoog is

2. Instroom van tandartsen die hun opleiding elders hebben genoten
Dit is een gemêleerd gezelschap met diverse wensen. Rode draad is dat zij in het algemeen na enkele jaren in Nederland te hebben gewerkt als medewerker, een eigen praktijk willen overnemen om als solist verder te werken. Tandartsen die in Duitsland of België hun opleiding hebben genoten hebben vaak een sterke voorkeur voor vestiging in de grensstreek.

3. Collega tandarts met eigen praktijk

Deze collega is over het algemeen geïnteresseerd in de koop van een patiëntenbestand in de nabije omgeving. Verder wil deze collega over het algemeen niet alle werknemers overnemen. Dit geeft specifieke problemen bij de overdracht. De overgang van personeel heeft regelmatig een drukkend effect op de koopprijs.

4. Tandartsen die in Nederland hun opleiding hebben genoten

De meerderheid van de groep tandartsen zonder eigen praktijk lijkt in de huidige situatie weinig interesse te hebben in praktijkovername. Degenen die wel een eigen praktijk ambiëren zoeken, na minimaal 5 jaar als medewerker gewerkt te hebben, een eigen praktijk met 3 tot 4 behandelkamers of treden toe tot een maatschap.

Vraag en aanbod
Het praktijkaanbod van de komende jaren zit met name bij de solopraktijken, de vraag vooral bij de wat grotere praktijken waar minstens twee tandartsen kunnen werken. Deze indeling geeft slechts een grove schets van de potentiële kopers en uiteraard zijn hier uitzonderingen op. Deze indeling helpt u te bepalen aan welke categorie u uw praktijk met het meeste succes kan verkopen.

Afbouwen
Wanneer u bijvoorbeeld af wilt bouwen, kunt u er voor kiezen om uw praktijk te verkopen aan een tandheelkundige keten wanneer u een patiëntenbestand heeft dat qua omvang past bij het aantal behandelkamers. Daarbij spreekt u af dat u na de overdracht in uw praktijk blijft werken en dat het aantal dagen dat u wilt werken binnen enkele jaren of maanden wordt gereduceerd.

Gedeeltelijk
Naast een volledige overdracht bieden ketens vaak ook de mogelijkheid tot een gedeeltelijke overdracht. De tandarts verkoopt dan een substantieel deel van de praktijk in de vorm van een aandelenbelang. De keten ondersteunt bij de praktijkvoering en het management. De tandarts blijft werkzaam in de eigen praktijk.
Overdracht aan een keten roept soms weerstand op onder tandartsen. De ene keten is echter de andere niet. Laat u goed informeren wat een keten u te bieden heeft en op welke wijze zij werken. Daardoor merkt u of de werkwijze van de keten aansluit bij die van u als praktijkhouder. Voor alle kopers geldt dat zij nagenoeg niet geïnteresseerd zijn in een tandartspraktijk aan huis.

Kwaliteitsbeleid
Een andere tendens is dat kopers, ongeacht uit welke categorie ze komen, op zoek zijn naar praktijken waar de praktijkhouder actief bezig is met kwaliteitsbeleid binnen zijn of haar onderneming. Kwaliteitsbeleid moet hier ruim geïnterpreteerd worden, dus niet alleen kwaliteit op het gebied van praktijkhygiëne, maar ook de kwaliteit van de organisatie als geheel (personeelsbeleid, werkafspraken etc.). Dit aspect gaat steeds zwaarder wegen binnen de beoordeling van de waarde van uw praktijk en daarom adviseren wij u om minimaal drie jaar voordat u uw praktijk over wenst te dragen uw praktijk door te laten lichten op dit punt. Op het moment dat u de aanbevelingen die daaruit voortkomen implementeert in uw onderneming is uw praktijk eenvoudiger te verkopen omdat er meer geïnteresseerde kopers zullen zijn. Omdat de banken terughoudend zijn met het financieren van grote investeringen zijn praktijken waarin niet of nauwelijks geïnvesteerd hoeft te worden, het meest aantrekkelijk voor kopers.

Financiële horizon
Voor de koper speelt de ‘financiële horizon’ een belangrijke rol. Een tandheelkundige keten zal vooral gericht zijn op winst op middellange en lange termijn. Een collega tandarts echter zal op korte termijn winst dienen te realiseren.
Potentiële kopers zullen altijd kijken wat hun alternatieven zijn. Met name tandheelkundige ketens wegen af waar zij hun te investeren kapitaal in gaan stoppen. Voor hen geldt de vraag of er ook andere praktijken te koop zijn waar wellicht een beter rendement te maken is. Werkt een tandheelkundige keten regionaal dan zal er gezocht worden naar een praktijk die past in dit plaatje. Werkt een keten landelijk dan zijn er meer alternatieven waardoor uw onderhandelingspositie wat minder sterk is. Een startende tandartsondernemer zal vooral ook kijken naar de aantrekkelijkheid van de regio voor wat betreft wonen en werken. Hier spelen ook subjectieve aspecten een belangrijke rol.

Collega tandartsen
Voor collega tandartsen in uw directe omgeving die op zoek zijn naar een patiëntenbestand zal de prijs die u ontvangt voor het patiëntenbestand afhangen van de mate waarop hij/zij dit bestand nodig heeft om zijn of haar praktijk te vullen. Heeft uw collega een praktijk met meerdere ingerichte behandelkamers maar te weinig patiënten dan zal hij bereid zijn daar meer voor te betalen. Voor deze koper is de meerprijs die hij/zij betaalt voor uw patiëntenbestand ook sneller terug te verdienen. Wanneer deze collega namelijk dit bestand verwerft zal hij/zij een hogere omzet binnen zijn praktijk weten te realiseren met praktijkkosten die niet direct substantieel toe zullen nemen. De overnemende partij zal daardoor een substantiële winststijging binnen de praktijk weten te realiseren.

Meerwaarde
De tandarts die het ondernemerschap nog overweegt heeft als alternatief om als medewerker bij een collega in de praktijk te werken. De beloning die de tandartsmedewerker ontvangt is vaak nog van een dermate omvang dat overname van een praktijk beperkte financiële meerwaarde oplevert. Zeker niet als dit wordt afgezet tegen de extra tijdsinspanning enen de financiële risico’s die horen bij het ondernemerschap. Overigens zijn ondernemers minder bereid dan voorheen om hoge omzetpercentages te betalen aan tandartsmedewerkers. Voor tandartsmedewerkers biedt de overstap naar het zelfstandig ondernemerschap de mogelijkheid en de uitdaging om de eigen visie op de tandheelkundige praktijk te realiseren.
 
Verkoopprijs
In de markt worden verschillende richtlijnen gehanteerd om tot een verkoopprijs te komen. Waar voorheen een vrij standaard richtlijn werd gehanteerd, lopen de goodwill bedragen tegenwoordig steeds meer uiteen. De bovengenoemde aspecten van omvang van de praktijk, kwaliteit van de bedrijfsvoering, vereiste investeringen en regionale aspecten bepalen de waarde.
Accountants maken vaak gebruik van de zogenaamde Discounted Cash Flow methode. Deze waardering is gebaseerd op de zogenaamde vrije kasgeldstromen en wordt regelmatig gehanteerd bij overnames in het bedrijfsleven. Binnen de tandheelkunde is deze methode niet gebruikelijk. Deze berekening levert vaak een bijzonder hoge goodwillsom op die geen van de eerder genoemde partijen bereid is om te betalen. Tandartsen die met hun accountant met een waardering komen die gebaseerd is op de DCF-methode, lopen in het verkooptraject vaak aan tegen kopende partijen die de praktijk wel interessant vinden, maar die niet bereid zijn om de vraagprijs te betalen.

Emotionele aspect
Bij verkoop van een tandartspraktijk speelt het emotionele aspect voor de praktijkhouder vaak een grotere rol dan het zakelijke aspect. Wij adviseren u als praktijkhouder dan ook om zich bij te laten staan door een in de tandheelkunde gespecialiseerde en ervaren adviseur. Door het inschakelen van een adviseur houdt u het hele proces namelijk meer op afstand en kunt u adviezen inwinnen alvorens u reageert op een bepaalde bieding. Ook weet een adviseur vaak al snel of een potentiële koper wel of niet bij u zal passen. Op deze manier wordt de praktijkhouder gefaciliteerd in alle facetten om zijn praktijk op een zakelijke manier te kunnen verkopen. Door het opstellen van een ‘verkoopmemorandum’ waarbij uw praktijk volledig in beeld wordt gebracht, wordt alle praktijkinformatie op een efficiënte manier overgebracht op potentiële kopers. Hierdoor hebben zij snel inzicht in wat zij kopen en zijn zo sneller bereid zijn om een goede prijs voor uw praktijk te betalen.

Passende koper
De uiteindelijke prijs die men bereid is voor uw praktijk te betalen is altijd afhankelijk van meerdere factoren. Zo spelen de kwaliteit van uw onderneming, de alternatieven die kopers hebben, plaats en locatie van uw praktijk en onderhandelingsvaardigheid allemaal een rol. Van belang is die ene passende koper te vinden en daarvoor is het van belang om een bemiddelaar in te zetten met een groot netwerk. Op die manier maakt u de beste kans om de juiste koper te vinden!

Dit is een geactualiseerde bewerking van een artikel dat eerder in Dentz verscheen.
Auteurs: Mr. Marco van Berkel en Mr. Patrick Crielaers, Praktijkadviseurs bij Dental Care Professionals



Lees meer over: Management, Ondernemen
teamwork

7 redenen om compassie bij medewerkers te cultiveren

1.Verhoog scores patiënttevredenheid
Patiënten die compassie ondervinden, geven zorginstellingen de hoogste scores – en gaan vervolgens al hun familie en vrienden vertellen over het geweldige personeel dat voor hen heeft gezorgd.

2.Verhoog motivatie van je personeel en behoud ze
Je zult je beste mensen langer vasthouden en zij zullen de standaard van zorg hoog houden, wanneer ze worden uitgenodigd hun hart mee te nemen naar hun werk.

3.Reduceer het risico op klachten, tuchtrecht- en strafzaken
Als vuistregel kun je stellen dat mensen geen klachten indienen tegen mensen die ze aardig vinden.

4.Verbeter patiëntveiligheid
Betere communicatie met patiënten staat gelijk aan minder fouten.

5.Gebruik minder ziekenhuismiddelen
Mensen die het gevoel hebben dat er voor ze wordt gezorgd, maken minder gebruik van zorg. Zij gebruiken bijvoorbeeld minder pijnmedicatie en kunnen gewoonlijk sneller naar huis, omdat er meteen al in hun behoeften is voorzien.

6.Bespaar op tijd van je medewerkers
Gebruik minder tijd voor schadebeperking voor de onhandige communicatoren die misverstanden veroorzaken en de gevoelens van hun patiënten kwetsen.

7.Betere medische uitkomsten
Onderzoek toont aan dat patiënten die empathie ervaren veel vaker therapietrouw zijn en daardoor betere zorguitkomsten tonen.

Bron:
Harriët Messing
Communicatieadviseur en tekstschrijver. Via haar blog schrijft ze over de omslag naar klantgericht denken in de zorgsector.

Lees meer over: Management, Ondernemen
Tips

Stevige beslissingen nemen. 10 tips

Als praktijkhouder neemt u veel beslissingen. Soms moet u daarbij harde noten kraken. Maar hoe doet u dat?

1. Definieer de beslissing helder
Aarzel niet om voor de hand liggende vragen te stellen. Waarom moet deze beslissing worden genomen? Wat levert deze beslissing de onderneming op?

2. Bedenk alternatieven
Mensen blijven vaak steken in dilemma’s, in het idee dat ze maar twee mogelijkheden hebben: wel of niet; links of rechts. Meerdere alternatieven opperen, is altijd beter. Brainstorm niet alleen met collega’s, maar eventueel ook met klanten, vrienden of kennissen. Maak ook gebruik van mensen die de conventies van uw vak niet kennen. Oordeel daarbij niet te snel. Schrijf alle alternatieve oplossingen op. Maffe ideeën stimuleren de creativiteit. Inperken kan altijd nog.

3. Verzamel informatie
Vertrouw bij afwegingen niet op brochures, verkopers of zoekmachines op het internet. Verzamel eens informatie uit een andere hoek. Zoek bijvoorbeeld ook eens mensen op die altijd klagen. De inbreng van zulke bezwarenkoningen kan leiden tot nieuwe inzichten en misschien wel nieuwe oplossingen. Kijk hoe anderen soortgelijke problemen oplossen. Raadpleeg brancheorganisaties, overheidsinstellingen, vakbladen, online diensten, boeken of consultants.

4. Bekijk het eens door oma’s ogen
Aarzel niet om de mening van mensen te raadplegen die uit een heel andere hoek komen. Of bedenk wat ze zouden kunnen vinden als ze niet ter plaatse zijn. Wat zou uw vader, oma of oude natuurkundeleraar van deze oplossing vinden?

5. Waardeer de opties
Nu alle alternatieven beoordeeld zijn, rest de vraag welke oplossing het best bij de onderneming past. Schrap opties die te duur zijn of niet bij de cultuur van de onderneming passen. Bij een pragmatisch handelsbedrijf hoort bijvoorbeeld geen state-of-the-art website.

6. Visualiseer de uitkomst
Neem de tijd om echt voor u te zien hoe de overgebleven opties binnen uw onderneming functioneren. Krijgt u bij dat visualiseren een goed gevoel of juist niet? Vat het gevoel samen in trefwoorden. Doe vervolgens een realiteitscheck: welk alternatief ligt het meest voor de hand? Welke het minst? Schrap de minst realistische opties.

7. Laat het gevoel spreken
Onze hersenen nemen meer informatie op dan we kunnen verwerken. Soms geeft het onderbewustzijn een krachtig signaal af. Neem zo’n aanwijzing serieus, ook al is de zakelijke overweging nog niet duidelijk. Succesvolle zakenmensen durven op hun intuïtie te vertrouwen.

8. Maak een duidelijke keuze
U heeft alle vragen beantwoord. U weet welke optie het beste past en wat die u oplevert. Aarzel dan niet langer. Bepaal de beste optie voor uw bedrijf en kies.

9. Wees enthousiast
U heeft zorgvuldig gekozen, dus de twijfels kunnen aan de kant. Ga aan de slag. Begin aan uw plan zodra de beslissing is genomen. Laat iedereen weten dat er een knoop is doorgehakt. Verkoop uw beslissing. Leg uit waarom deze beslissing is genomen. Maak duidelijk wat er gaat gebeuren en hoe.

10. Evalueer
Wees niet bang om de beslissing na een tijdje te evalueren. Als uw plan niet uitpakt zoals u dacht, aarzel dan niet om het beslissingsproces nog eens stapsgewijs te herhalen en uw koers bij te stellen.

Lees meer over: Management, Ondernemen
goed, slecht, vinger, wijzen

Kwaliteitskeurmerk Medisch Centrum Waalre en Centrum Mondzorg Waalre

Medisch Centrum Waalre en Centrum Mondzorg Waalre hebben allebei het ZKN kwaliteitskeurmerk behaald. Centrum Mondzorg Waalre is hiermee het eerste tandheelkundige centrum in Nederland dat dit keurmerk in ontvangst heeft mogen nemen.

ZKN keurmerk
Het ZKN keurmerk (Zelfstandige Klinieken Nederland) garandeert dat Medisch Centrum Waalre en Centrum Mondzorg Waalre voldoen aan de strenge eisen die ook in de reguliere ziekenhuizen worden gehanteerd. Onderdelen als infectiebeleid, kennis- en kwaliteitsniveau van het medisch personeel, nazorg, wachttijden en veiligheid van de apparatuur zijn enkele van de vele punten die jaarlijks worden gecontroleerd.

“Het garanderen van korte wachttijden, behandelingen op maat, een persoonlijke benadering en kwalitatieve zorg zijn doelen die voor beide centra opgaan. Deze doelen behaal je niet met een goed uitgerust en prachtig pand alleen. Het is uiteindelijk aan het voltallige team om ervoor te zorgen dat de patiënt zich te gast voelt en dat deze tevreden naar huis gaat”. Henk Eijsbouts, implantoloog en eigenaar QUOLE.

Beide klinieken bevinden zich in hetzelfde “QUOLE” gebouw, gelegen op Bedrijvenpark Het Broek waar op 2 december de kwaliteitskeurmerken in ontvangst zijn genomen door Henk Eijsbouts (Directeur QUOLE) en Yvette Bloemen (Manager Medische Zorg).

Om ervoor te zorgen dat top organisatie en kwaliteit gehandhaafd blijven krijgen de klinieken jaarlijks een hertoetsing waarbij alle processen opnieuw worden beoordeeld. Zo behoudt het keurmerk haar waarde als kwaliteitskeurmerk voor behandelaar, patiënt, huisarts en zorgverzekeraar.

Over Medisch Centrum Waalre
Met de specialisaties orthopedie, plastische chirurgie, dermatologie en algemene chirurgie biedt Medisch Centrum Waalre verzekerde en onverzekerde medisch specialistische zorg, poliklinisch en indien operatie nodig is, in dagbehandeling of met een overnachting.

“Met uitzondering van de plastische chirurgie vallen alle behandelingen bij Medisch Centrum Waalre onder verzekerde zorg. Een patiënt hoeft dan ook niet bang te zijn voor extra kosten bij bijvoorbeeld een avondconsult bij de dermatoloog, of een operatieve behandeling aan de pols”, Yvette Bloemen, manager medische zorg Medisch Centrum Waalre.

Over Centrum Mondzorg Waalre
De volledige tandheelkundige zorg in zijn volle breedte en met hoogste kwaliteit is te vinden bij Centrum Mondzorg Waalre. Met een zeer groot team van geregistreerde ervaren tandartsen, implantologen, mondhygiënisten en assisterend personeel kan een groot pakket aan tandheelkundige behandelingen aanbieden. Van de reguliere controle voor het gehele gezin tot zeer uitgebreide rehabilitaties met implantaten.

Bron:
Kliniekoverzicht

Lees meer over: Management, Ondernemen
samen, afspraak, handen schudden

Vijf stijlen voor oplossing van conflicten

Hoe vaak heeft u een conflict op uw werk? Lees hier de vijf stijlen van conflicthantering en ontdek wat de voordelen zijn van elke stijl.

Inhoud of relatie
Een conflict kan gaan om de inhoud van een kwestie (inhoudsniveau) en/of om de relatie tussen de betrokkenen (betrekkingsniveau). Elk van de partijen heeft belang bij een gunstige afloop van het conflict en voelt zich tegelijkertijd in min of meerdere mate verantwoordelijk voor de relatie met de ander. Ieder mens ontwikkelt zo zijn eigen manieren om met conflicten om te gaan. De ene persoon is assertiever van aard en presenteert zich in conflicten zeer strijdvaardig. De ander is wellicht meer coöperatief en stelt het belang van de relatie boven dat van de te behalen resultaten. Overigens kan deze houding per moment verschillen. Dit is afhankelijk van de belangen die voor ieder op het spel staan en de waarde van de relatie.

Kenneth W. Thomas en Ralph H. Kilmann ontwikkelden een model waarin zij vijf manieren benoemen om conflicten te hanteren: doordrukken, samenwerken, compromissen sluiten, vermijden en toegeven. Dit model staat bekend als het Thomas en Killman instrument conflictstijlen. Onderzoek hier of u uzelf herkent in één van de stijlen. Het is ook mogelijk dat u verschillende manieren van conflicthantering gebruikt. Elke stijl heeft zijn eigen vóór- en nadelen; de effectiviteit van elke stijl verschilt per situatie.

Doordrukken
Als u in een conflict vooral doordrukt, heeft u veel zorg om uw eigen belangen en minder zorg om de relatie met uw gesprekspartner. Als u deze stijl hanteert, probeert u uw eigen doelen en belangen door te drukken, zonder rekening te houden met die van de ander. Het gaat u puur om winnen of verliezen, waarbij u inzet op eigen winst en verlies voor uw tegenstander. Als u doordrukt bereikt u geen win-win situatie. Voor één van beiden zal het conflict onbevredigend beëindigen. Als uw gesprekspartner weerstand blijft bieden, kan uw houding steeds aanvallender worden. Daarbij kan escalatie optreden waardoor u lijnrecht tegenover uw gesprekspartner komt te staan. Het conflict wordt dan een strijd.

Het is goed om u bewust te zijn van uw eigen belangen en daarvoor op te komen. Het kan zinnig zijn om door te drukken als er weinig tijd is en u zeker weet dat u gelijk heeft. Maar als een win-win situatie uw streven is, zult u goed moeten luisteren wat de ander wenst en daar voldoende rekening mee houden. Zelfs bij grote tegenstellingen kunnen er mogelijkheden tot onderhandelen zijn. Als u goed luistert, kunt u ontdekken dat u het misschien helemaal niet zo met elkaar oneens bent en dat er wellicht raakvlakken zijn. Als u in conflicten doordrukt, is het belangrijk om te kijken of u uw relatie met de ander niet onnodig onder druk zet. Het blijft ook de vraag of u op deze manier uw doel optimaal bereikt of dat u de ander slechts onnodig tegen u opzet. U doet er verstandig aan om een combinatie van verschillende conflictstijlen te hanteren, zodat u alleen doordrukt in situaties waarbij dat voor uw gevoel echt noodzakelijk is. Drukt u te weinig door, dan kunt u zich afvragen of u wel voldoende voor uzelf opkomt en uw mening krachtig genoeg duidelijk maakt. Het is niet altijd nodig, maar in sommige situaties mag u best eens met de vuist op tafel slaan. Zo kunt u uw visie duidelijk laten blijken en ook tonen dat u in dit geval bereid bent tot het uiterste te gaan.

Samenwerken
Als samenwerken uw voorkeur heeft, heeft u voldoende zorg om hun eigen belangen en ook voldoende zorg om de relatie met de ander. Dat wil zeggen dat u uw eigen belangen behartigt en daarbij ook rekening houdt met de wensen van de ander. U legt uw tegenstrijdige belangen op tafel en tracht gezamenlijk een oplossing te vinden die gunstig is voor beide partijen. Daarbij streeft u naar een win-win situatie en ligt de nadruk op wederzijdse tevredenheid. Natuurlijk verloopt dit niet altijd probleemloos en kan een conflict soms escaleren. Toch blijft de steeds terugkerende insteek dat beide partijen er beter uitkomen. Als u deze stijl gebruikt, bent u sterk genoeg om voor uw eigen belangen op te komen, maar beseft tegelijkertijd dat u voor optimaal resultaat afhankelijk van de ander bent. Het is in de onderhandeling belangrijk om een goede onderlinge relatie in stand te houden, maar dit mag niet ten koste gaan van uw eigen belangen. Om deze stijl succesvol toe te passen, is het noodzakelijk dat er een open communicatie bestaat tussen de verschillende partijen en dat de gespreksdeelnemers beschikken over goede sociale vaardigheden.

‘Samenwerken is samen problemen oplossen’. Dit klinkt als de ideale manier van conflicthantering. Het is zeker een zinnige manier als uw belangen niet te ver uiteen liggen en als u elkaar nodig heeft voor de uitvoering. Gebruikt u deze conflicthanteringstijl frequent, dan kunt u blijkbaar goed overweg met meningsverschillen. Besef wel dat u niet aan deze stijl vast zit, maar ook wel eens een andere kunt gebruiken. U hoeft er immers niet altijd samen evengoed uit te komen. Als u steeds maar bezig bent met oplossen van onderlinge problemen, bent u feitelijk voortdurend in een conflict. Er is altijd wel iets om uit te praten en dat kan op den duur erg vermoeiend zijn. Maak er dus geen must van, zodat conflicten als gezamenlijke uitdagingen worden gezien. Het moet wel een doel dienen. U moet ervoor waken dat u niet te veel energie investeert in het zoeken naar oplossingen terwijl de andere partij daartoe weinig gemotiveerd is. Is samenwerken niet uw voorkeursstijl, bedenk dan dat het openingen biedt tot een uitkomst waarin u beiden iets wint. Zo kunt u een conflict ook zien als een gezamenlijk project waar beide partijen beter van worden. Er hoeven niet altijd verliezers te zijn. U kunt ervaren dat samenwerken meer winst oplevert dan verwacht. U kunt uw doelen ermee behalen en tegelijkertijd de relatie met de ander verbeteren.

Compromissen sluiten
Als u bij voorkeur compromissen sluit, kiest u het midden tussen zorg om hun eigen belangen en de zorg om de relatie met de ander. U bent in spanningsvolle en conflictsituaties steeds op zoek naar een middenweg. Telkens als zich een conflict aandient zoekt u naar een gelijkwaardige oplossing voor beide partijen. Het gaat er niet om wie er beter van wordt, maar dat het eerlijk verdeeld is. Samen kijkt u naar de belangen van beide partijen en dan wordt een keuze gemaakt, zodat ieder even veel krijgt. Ieder de helft lijkt een eerlijke en ook goede manier voor beide partijen, maar daarbij is sprake van een beperkte visie. Er wordt slechts verdeeld, zonder rekening te houden met de waarde van ieders belangen en de mogelijkheden. De koek wordt verdeeld, maar die koek wordt niet groter dan hij is. Soms is er een oplossing te bedenken waarbij de verdeling misschien minder eerlijk is, maar er wel meer valt te verdelen. In dat geval worden beide partijen er beter van.

Sommigen conflicten zijn gemakkelijk op te lossen door de middenweg te zoeken en te kiezen voor ‘eerlijkheid’. Een compromis is vooral nuttig als een tijdelijke oplossing helpt en de belangen niet al te groot zijn. Als u snel tot een compromis besluit scheelt dat ook veel tijd. Maar toch heeft het sluiten van een compromis niet altijd de voorkeur. Het eindresultaat lijkt positief, maar in veel gevallen kunt u meer uit een conflict halen dan slechts een eerlijke verdeling. Door andere input en oplossingen van een andere orde kunt u de koek vergroten. U kunt er meer energie uithalen dan er oorspronkelijk is ingestopt.

Vermijden
Als u in conflicten vooral vermijdt, heeft u weinig zorg om uw eigen belangen en ook weinig zorg om de relatie met de ander. Bij vermijding ontloopt u situaties die kunnen frustreren. U probeert moeilijke gesprekken uit de weg te gaan, schuift lastige zaken vooruit of neemt zelfs ontslag. Vermijden van conflicten doen we vaker dan we onder ogen willen zien. Soms doen we alles om het conflict maar te voorkomen. We gaan confrontaties uit de weg, stellen belangrijke zaken uit of ontkennen zelfs het bestaan van een conflict.

Angst voor de pijn en vrees om niet aardig gevonden te worden, zorgen ervoor dat we geen actie nemen. Als u het conflict niet aangaat, lijkt dat meer op te leveren dan wanneer u dat wel doet. Het kan zijn dat er naar uw mening werkelijk weinig te halen is door het conflict aan te gaan. Vermijding is dan de kortste weg. Het kost anders alleen maar moeite en frustratie, waaraan u slechts een onaangenaam gevoel overhoudt. Niets doen is dan gemakkelijk en soms waait het probleem vanzelf over. Het kan ook zijn dat uw eerdere pogingen niets hebben opgeleverd, en u daarom ook dit conflict maar laat.

Als u steeds maar vermijdt, kunt u zich afvragen waarom u denkt dat conflicten voor u zo weinig opleveren? Als u bang bent om de confrontatie aan te gaan, kunt u onderzoeken wat uw angst is. Bent u bang voor gezichtsverlies of negatieve effecten of bent u ‘gewoon’ niet zo strijdvaardig? Misschien meent u dat u helemaal niet vermijdt, maar eigenlijk heel weinig conflicten heeft. Is dat dan werkelijk zo of past u uw verwachtingen al op voorhand aan? Als u echter nooit iets vermijdt, kunt u zich afvragen of u overal zoveel energie in wilt steken. Maak onderscheid tussen de dingen die voor u belangrijk of minder belangrijk zijn. Het conflict vermijden hoeft niet altijd negatief te zijn. Als de ander bijvoorbeeld duidelijk machtiger is en de strijd niets oplost, is vermijden de beste keuze. Het kan u dan een hoop onnodige zorgen besparen als u zich er bij neerlegt.

Toegeven
Als u in conflictsituaties gemakkelijk toegeeft, heeft u weinig zorg om uw eigen belangen, maar veel zorg om de relatie met de ander. U streeft er vooral naar de relatie goed te houden. De belangen en eisen van de ander worden gediend en uw eigen belangen worden ondergeschoven. Dit kan verschillende redenen hebben. Zo kunt u van mening zijn dat de kwestie voor u veel minder belangrijk is dan voor uw tegenstander. Ook kan het zijn dat u meer waarde hecht aan de relatie dan de ander dan dat het conflict naar uw idee oplevert. Het kan ook zijn dat u niet zo sterk in uw schoenen staat of niet zo veel zin heeft in een strijd. U bent misschien onzeker over uzelf en bang dat de ander u zal laten vallen als u voor uzelf opkomt. Mogelijk voelt u zich bij een conflict persoonlijk aangevallen of trekt u zich de dingen erg persoonlijk aan. Dit kan bij u een schuldgevoel teweeg brengen dat gepaard gaat met irreële gedachten. U meent bijvoorbeeld dat het uw schuld is dat de ander boos wordt. U had zich beter moeten aanpassen en u beter moeten schikken naar de ander. Bij dit soort gedachten bent u sneller geneigd om maar toe te geven.

Als u vooral toegeeft in conflictsituaties, heeft u er wellicht moeite mee de zakelijke kant van het conflict te zien. Het conflict zal niet snel escaleren, maar het resultaat van een onderhandeling zal ongunstig voor u uitvallen. Als u erom bekend staat deze manier vaak te gebruiken, kunnen anderen u misbruiken. Uiteindelijk zult u zich minder prettig voelen en wellicht ook nog onzekerder en machtelozer. Dit kan leiden tot frustratie die op een andere manier toch naar buiten treedt. U kunt bijvoorbeeld klagen bij andere mensen en daarmee bent u de controle kwijt. Een conflict dat niet opgelost wordt, maar doorsuddert kan een vervelende uitwerking hebben.

Als u niet toegeeft, komt u weliswaar goed voor uzelf op, maar toch hoeft u niet altijd van alles een punt te maken. Besef dat het in sommige gevallen prima is om toe te geven. Soms kunt u er een ander gewoon een plezier mee doen terwijl het voor u niet eens van zo’n groot belang is. Wellicht is uw gesprekspartner dan de volgende keer ook wat toegeeflijker.

Bron:
Managersonline.nl

Frank van Marwijk
www.lichaamstaal.nl

Lees meer over: Management, Ondernemen
leiding geven

Hoe geeft u het beste leiding?

Medewerkers dragen vaak snel verantwoordelijkheid en verwachten van hun leidinggevende dat ze daarin een sparringpartner zijn. Hoe ontwikkelt u gezag en invloed zonder macht?

Een verslag van het boek Niet echt de baas van, auteur P. Quant In Niet echt de baas legt de auteur op haar eigenzinnige wijze uit hoe je het aanpakt om invloed uit te oefenen zonder macht. Dat doe je onder andere door onafhankelijker te denken, gezag op te bouwen, op te houden met te veel zelf doen en vooral door draagvlak te verwerven.

Sparringpartner
Al jaren is er een tendens zichtbaar waarbij medewerkers op een vroeger moment in hun loopbaan grote verantwoordelijkheid krijgen voor hun taken. Wat begon met de kreet ‘empowerment’ en resultaat gericht managen, is nu een gangbare manier van leidinggeven geworden. Medewerkers, steeds vaker goed opgeleid en voorzien van specialistische kennis, dragen snel verantwoordelijkheid en verwachten van hun leidinggevende dat ze daarin een sparringpartner zijn.

Geen ja-knikkers
Welke praktijkeigenaar wil nu niet het beste uit zijn personeel halen? Dit kan enkel als u geen ja-knikkers wilt. Ja-knikkers krijgt u door continu achter uw personeel aan te zitten om te zorgen dat ze doen wat u wilt. Ja-knikkers zijn mensen waar je passie mist en die alleen werken om geld te verdienen. Prettig werken doe je in een omgeving waar mensen enthousiast zijn en blijven met hun baan. Daar waar werknemers bij uw praktijk blijven werken en daadwerkelijk iets toevoegen aan uw praktijk. Alleen als u kritiek op uw eigen persoon en handelen kunt toelaten, kunt u echt gezond gezag uitoefenen. Omring u niet met ja-knikkers, lok kritiek desnoods uit!

Proactieve houding
Steeds meer wordt verwacht van werknemers dat zij initiatief nemen in hun werk, een proactieve houding laten zien. Dat komt door een toename van de noodzakelijk klantgerichte instelling. Patiënten worden mondiger en laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen. Uiteraard kan een leidinggevende daar niet alleen in staan en verwacht hij van zijn werknemers dat ze zelf initiatieven nemen op dat vlak: een klantvriendelijk houding aannemen, nieuwe wegen inslaan en meedenken over innovaties en verbeteringen.

Individuele wensen
Medewerkers dragen niet alleen eerder verantwoordelijkheid, maar ze eisen ook steeds vaker dat u rekening houdt met hun individuele wensen. Dat betekent dat zij mee willen denken over wanneer zij beschikbaar zijn voor werk, wanneer niet of in elk geval minder. Ook daarin is een uniforme aansturing minder handig dan een op het individu afgestemde regeling.

Gezag
Een groot ego gaat vaak gepaard met een grote passie: iets absoluut willen bereiken. Er ligt een belangrijk onderscheid in de manier waarop de leider zijn omgeving in beweging krijgt. Waar de leider zichzelf groot maakt en mensen krimpen en ophouden met nadenken, daar is het mis. Waar daarentegen gevarieerd en geschakeerd eigen initiatief bloeit, daar is het goed. Gezag is het vermogen om impliciet medewerkers zodanig te beïnvloeden dat zij verantwoordelijkheid nemen en initiatief tonen. Gezag toont u door betrokkenheid en geloofwaardigheid uit te stralen. Gezag heeft te maken met het effect dat u heeft op werknemers, op wat ze doen en hoe ze dat doen. Invloed uitoefenen heeft altijd te maken met communicatie, interactie en een gevoel dat je bij de ander oproept.

Hoe zien uw werkgevers dat u gezag uitoefent?

  • U hakt knopen door
  • Het werk wordt goed uitgevoerd
  • Het beleid wordt geïmplenteerd
  • Conflicten en problemen worden opgepakt

Hoe bouwt u gezag op?
Gezag opbouwen is lastig U moet de baas durven spelen.

  • U en uw werknemers zijn wel gelijk als mens, niet gelijk in functie
  • U bent besluitvaardig, ook bij vervelende beslissingen
  • U trekt grenzen
  • Mensen worden aangesproken op hun gedrag
  • U laat conflictsituaties niet sudderen
  • U heeft aandacht voor uw mensen

Wat werkt niet?

  • Werknemers de hand boven het hoofd houden
  • Te directief zijn
  • De beste willen zijn in uw vak
  • Vriendschappelijk met ze omgaan (er is een verschil tussen aardig zijn en aardig doen)
  • Alleen maar het goede voorbeeld willen geven
  • Altijd consensus zoeken

Hoe houdt uw uw personeel?

  • Geef complimenteren, positieve feedback. U bereikt dat de ander zich door uw complimenten gesteund voelt en het door u gewenste gedrag opnieuw gaat vertonen.
  • Luister naar wat de ander naar voren brengt. Geef de ander het gevoel dat u oprecht in hem geïnteresseerd bent, waardoor de ander als reactie interesse krijgt voor uw beweegredenen en wensen. U hebt de ander namelijk hard nodig om draagvlak te krijgen. U wilt daarom graag weten wat er voor die ander speelt.
  • Geef de ander erkenning. U geeft de ander erkenning omdat u wilt dat de ander zich belangrijk en de moeite waard gaat vinden en daardoor in beweging gaat komen. Als mensen zich belangrijk en waardevol voelen, leidt dat eerder tot commitment.

Bestellen boek
Bestel het boek Niet echt de Baas van Parties Quant

Bron:
Niet echt de baas, over het ontwikkelen van gezag en invloed, Parties Quant

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Management, Ondernemen
Gesprek - sollicitatiegesprek - functioneringsgesprek, praten

Slecht nieuws: breng het zakelijk

Slecht nieuws brengen is lastig. Hoe houdt u het zakelijk, positief en blijft u de dirigent over het gesprek? Acht tips.

1. De juiste persoon
Slecht nieuws moet door de juiste persoon gebracht worden. Dat betekent de direct verantwoordelijke of iemand die een centrale plaats in de organisatie inneemt. Leidinggeven is minder populaire beslissingen durven nemen én presenteren.

2. Niet uitstellen
Wacht niet onnodig met het vertellen van slecht nieuws. Zodra iets speelt, is het verstandig om dit ook direct te melden. Anders zit u uzelf en de werknemer in de weg. Door het direct te vertellen loopt u ook niet het gevaar dat de persoon in kwestie het slechte nieuws per ongeluk van een ander te horen krijgt.

3. Voorbereiding
Bereid het gesprek goed voor. Ga niet af op de automatische piloot of dat enge buikgevoel, maar koers op de feiten. Zorg er ook voor dat u zich tijdens het gesprek niet laat storen.

4. Houding
Het is vreemd om u bij voorbaat empathisch op te stellen naar een medewerker die het slechte nieuws nog van u moet ontvangen. Sommige managers doen dat echter wel. Ze hebben te doen met de medewerker en uiten dit door hun houding. Wees echter zakelijk. Bij het brengen van het slechte nieuws is een formele benadering op zijn plaats. Dit stelt u in staat om vanaf het begin een meer confronterende en zakelijke lichaamstaal aan te nemen.

5. To the point
Formuleer kort de reden van het gesprek en kom direct to the point. Draai niet om het slechte nieuws heen, wees duidelijk en motiveer helder en zonder aarzelingen uw beslissing.

6. Vermijd discussie
Het is belangrijk om de ontvanger even de tijd te geven om het slechte nieuws op de eigen manier te verwerken en ruimte te bieden voor emoties. De gesprekspartner zal ook willen reageren op het slechte nieuws en meestal naar een uitweg zoeken. Laat de ander zijn verhaal vertellen, maar ga niet in discussie. Luister vooral.

7. Samenvatten
Herhaal vervolgens de argumenten van de ander. Herhaal ook uw eigen argumenten, zodat het verschil van inzicht helder wordt. Vat alle hoofdpunten nog eens samen en check per punt of de ander zich in de samenvatting kan vinden.

8. Vervolggesprek
Stel voor nog een tweede gesprek te hebben: niet om alles nog eens even dunnetjes over te doen, maar om er allebei van te leren. Tevens kunt u dan – los van de eerste directe emoties – de zaak netjes afhandelen.

Aanbevolen websites
– Online cursus slecht-nieuws-gesprek (www.leren.nl)
– Zo brengt u slecht nieuws (www.lichaamstaal.nl)

Lees meer over: Management, Ondernemen