geruststellen

Effectief geruststellen van jonge patiënten

Mondzorgprofessionals die met een jonge patiënt een geruststellend gesprek aangaan zijn volgens de ouder/verzorger empathischer. Ook wordt het gesprek als meer patiënt-georiënteerd ervaren waardoor er ook meer arts-patiënt interactie ontstaat. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek gepubliceerd in PLoS ONE.

Onderzoek
De onderzoekers wilden bepalen in hoeverre de besproken onderwerpen in een gesprek tussen een tandheelkundige en een pediatrische patiënt in verband staan met de patiënttevredenheid en de perceptie van de verzorger met betrekking tot de kwaliteit van het gesprek. Hiervoor hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van video-opnamen van 162 gesprekken met 62 pediatrische patiënten tussen de 0 en 20 jaar oud tijdens een tandheelkundig bezoek aan de Paediatric Dentistry Clinic of the Prince Philip Dental Hospital in Hong Kong. Daarnaast moesten de ouder/verzorgers een vragenlijst invullen.

Geruststelling
De onderzoekers hebben vijf onderwerpen geïdentificeerd die tijdens het gesprek tussen arts en patiënt /verzorger worden besproken: ziekte/behandeling, instructies voorafgaand de behandeling, voorbereiding op de behandeling, geruststelling en familie.

Het blijkt dat met name woorden en zinnen met betrekking op geruststelling direct in verband staan met de patiënttevredenheid volgens de ouder/verzorger.

Patiëntgerichte benadering
Het blijkt dat een ouder/verzorger de kwaliteit van het gesprek beter beoordeelde als er tijdens de arts-patiënt interactie frequenter gebruik werd gemaakt van bepaalde woorden en zinnen, zoals: mama, papa, meisje, jongen, zusje en “Laat maar aan mama zien” of “Brave meid!”.
Ook werden de tandheelkundigen door specifiek woordgebruik als empathischer ervaren. Daarnaast merkten de onderzoekers op dat een meer patiëntgerichte benadering van communicatie de samenwerking tussen de arts en de patiënt verhoogt.

Conclusie
Volgens de auteurs moet er meer onderzoek gedaan worden naar gesprekken tussen een mondzorgprofessional en peuters, kleuters en tieners. Aangezien deze leeftijdsgroepen wellicht verschillend benaderd moeten worden. Ook zou directe feedback van de pediatrische patiënt en non-verbale communicatie meegenomen kunnen worden in een volgend onderzoek.

“(Tand)artsen moeten verschillende verbale uitingen en vormen van communicatie gebruiken om de tevredenheid, de mate waarin informatie wordt begrepen en de mate waarin het gedrag van een patiënt overeenstemt met de gegeven adviezen te verbeteren”, concludeerden de onderzoekers.

Bron:
journals.plos.org

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
telefoon

De kracht van geluid aan de telefoon

De telefoon is het belangrijkste medium voor praktijken om direct te communiceren met patiënten. Hoe het telefoongesprek ervaren wordt door de beller, kan aanzienlijk veel impact hebben op hoe de patiënten in het geheel de praktijk ervaren en beoordelen. Het is daarom goed om na te denken over hoe de telefoon wordt beantwoord, hoe de verdere interactie met de beller plaatsvindt en wat de beller hoort wanneer hij in de wacht staat.

Bericht
Als een oproep niet direct kan worden beantwoord door een medewerker, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de beller naar een berichtgeving luistert met een juiste combinatie van spraak en muziek. Als bellers naar piepjes of muziek van slechte kwaliteit moeten luisteren, zijn ze eerder geneigd op te hangen. Ook een stilte wordt niet gewaardeerd. Tevens moet het bericht regelmatig ge-update worden om de beller ‘wakker te houden’.

Stem en muziek
Zowel mannelijke als vrouwelijke stemmen worden positief beoordeeld. Leeftijd en toon zijn daarnaast belangrijke factoren en weerspiegelen de visie van uw praktijk. Qua muziek zijn elementen zoals tempo, volume en toonhoogte belangrijk. Tandheelkundige praktijken kunnen het beste kiezen voor een zacht, ontspannend muziekje dat een kalmerend effect op de beller heeft.

Bron:
Nature.com

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Verkoop praktijk

Voorbereidingen voor verkoop van uw praktijk

Mocht u de beslissing hebben genomen uw praktijk te verkopen, dan zijn er een aantal praktische stappen die ondernomen kunnen worden om dit proces soepel te laten verlopen. Deze tips worden gegeven door Jonathan Tyson, een Britse specialist op dit gebied.

Goede voorbereiding is het halve werk
Iedereen die eerder te maken heeft gehad met het verkopen van een praktijk, weet hoeveel stress dit kan opleveren en hoe lastig dit proces soms kan verlopen. Een goede voorbereiding kan hier echter veel bij helpen.

Partner?
Ten eerste zou het helpen om direct na het besluit om te gaan verkopen een indicatie te maken van hoe de praktijk er momenteel voorstaat. Hierbij kan worden gekeken naar wie momenteel de eigenaar van het pand is en hoe de relatie met deze persoon is, en of er eventueel een partner-eigenaar van de praktijk is en hoe deze tegen de zaak aan staat. Zeker in het geval van het hebben van een partner is het cruciaal om hiermee goed in overleg te gaan.

Gespecialiseerde sales agent
Een andere stap die moet worden genomen is het vinden van een sales agent gespecialiseerd in tandartspraktijken. Zij weten precies waar ze op moeten letten en hebben daarnaast ook vaak nuttige contacten. Dit kan erg handig zijn, aangezien de laatste tijd het aanbod over het algemeen hoger is dan de vraag. Meer tips hiervoor zijn hier te lezen.

Papierwerk
Een fase die vaak langer duurt dan verwacht, is al het papieren werk dat moet worden afgehandeld. Hoe sneller alle juiste informatie verzameld en ingevuld kan worden, hoe sneller de verkoop zal gaan. Een lijst met allerlei dingen die verzameld moeten worden zijn:

  • Alle verschillende contracten die zijn afgesloten in verband met leningen en overeenkomsten en dergelijke
  • Bankrekeningen van de praktijk
  • Lijst met de inventaris van de praktijk
  • Contracten met de werknemers
  • Alle beleidsregels en protocollen van de praktijk
  • Handboeken voor de medewerkers

Eigendom praktijk
Hiernaast moeten veel dingen in verband met het eigendom van de praktijk worden overwogen. Is het pand bijvoorbeeld privé eigendom of wordt het gehuurd? En is het plan om dit zo te laten voor de toekomstige eigenaar? En mocht er worden gehuurd, wie is dan de huisbaas, en hoelang duurt de huurperiode nog?

Langdurig proces
Al met al zijn er veel verschillende aspecten die de duur en het gemak van het verkoopproces kunnen beïnvloeden. Gemiddeld zal dit proces zo’n 6 tot 9 maanden in beslag nemen. Echter, hoe beter voorbereid  hoe makkelijker en sneller dit zal gaan. Het meenemen van bovenstaande stappen zal hierbij zeker helpen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Management, Ondernemen
agenda, planner

Tips voor een efficiënte agendaplanning

Er is behoefte aan verbetering binnen de praktijk én aan meer rust.” Dit was het antwoord van een tandarts op mijn vraag hoe hij verder wilde met zijn praktijk. Een tandarts / praktijkhouder heeft gedurende een werkdag meerdere rollen, namelijk die van zorgverlener, manager én leider. Dit vraagt persoonlijk heel veel. En hoe is het mogelijk om dan ook nog rust te creëren? Het antwoord is niet eenduidig, maar een goede agendaplanning draagt hier zeker aan bij. In dit artikel diverse tips voor een efficiënte agendaplanning.

Planning vs. Service

In veel praktijken wordt aan patiënten de volgende vraag gesteld bij het plannen van de vervolgafspraak: “Welke dag heeft uw voorkeur?” of “Wanneer komt het u uit?”. Vanuit service oogpunt misschien twee goede vragen. Echter, vanuit planning oogpunt zijn dit twee hele slechte vragen. Een efficiënte agendaplanning houdt namelijk in, dat afspraken worden ingepland op dagen en tijden die voor de agenda het beste uitkomen. Echter, via het stellen van deze vragen ligt het initiatief bij de patiënt en snijdt de praktijk ‘zichzelf in de vingers’. Een efficiënte agendaplanning krijg je alleen door het belang van de agenda te stellen boven de service aan patiënten.

Vanuit medewerkers levert dit regelmatig de vraag op of de service aan patiënten dan niet meer belangrijk is. Een terecht vraag uiteraard. Natuurlijk is de service nog steeds heel belangrijk. Echter, als de praktijk meer rust wil via een efficiënte agendaplanning, dan zal de hoogste prioriteit moeten liggen bij de planning. En de service naar patiënten volgt direct op de tweede plaats.

Tips voor efficiënte agendaplanning

Het belang van de agenda bovenaan stellen is de eerste belangrijke verandering om te komen tot een efficiënte agendaplanning. Zo lang dit niet gebeurt, zullen de volgende tips ook geen effect hebben.

  1. Stel een blokplanning op

    De titel van dit artikel is enigszins misleidend. Er zal zeker een agendaplanning zijn, die de meest efficiënte is. Echter, de persoonlijke voorkeuren en het karakter van de tandarts zijn mede bepalend voor wat de tandarts als prettig en efficiënt ervaart. Advies is dan ook altijd een maatwerk blokplanning op te stellen. Op basis van de eigen voorkeuren en situatie.Dit kan het beste door het aantal uitgevoerde verrichtingen van een vergelijkbare periode (bijvoorbeeld het voorgaande kalenderjaar) als uitgangspunt te nemen. Een eerste en gemakkelijke onderverdeling is het totaal aantal controles en het totaal aantal pijnklachten. Door dit vervolgens te extrapoleren naar één week, kun je vervolgens naar eigen inzicht een blokplanning per week gaan opstellen. Deze weekplanning dient zich dan op jaarbasis te verhouden tot het totaal.

  2. Leer communicatiescripts

    De blokplanning is het ideaalplaatje, waar de praktijk naar streeft. Echter, theorie en praktijk liggen soms ver uit elkaar. De communicatie met de patiënt bepaalt in hoeverre het team (/ de balie) in staat is om de nieuwe afspraken zo veel mogelijk binnen de blokplanning te plaatsen. Bepaalt het team de datum en het tijdstip van de afspraak, of bepaalt de patiënt? Indien medewerkers zich te vaak laten leiden door de wensen van de patiënt, kan het helpen om duidelijke communicatiescripts op te stellen. Bijkomend voordeel is, dat medewerkers ook zekerder gaan communiceren. Hoe zekerder en overtuigender wordt gecommuniceerd, hoe beter de acceptatie door de patiënt.

  3. Wees consequent

    Zoals gezegd ligt de theorie van de blokplanning soms ver af van de praktijk. Alleen door consequent de blokplanning na te streven, zullen veranderingen kunnen worden gerealiseerd in de agendaplanning. Mijn ervaring is, dat praktijken zich te snel laten verleiden om de blokplanning los te laten. Bijvoorbeeld als medewerkers over drie weken toch weer controle afspraken plaatsen in het pijnklachten blok. Alleen door consequent te zijn, zullen de voordelen van de blokplanning worden behaald.

  4. Accepteer de fouten

    Zorgverlening is mensenwerk. Hiermee wil ik zeggen, dat de lengte van een behandeling nooit exact te voorspellen is. Ook de tijdsduur van het pijnklachten blok is op basis van een gemiddelde en kan dus fluctueren. Het team dient dit vooral te accepteren. Want hoe goed de blokplanning ook is, doordat het om zorgverlening gaat kunnen we de dag nooit exact vooraf invullen. Door dit vooral te accepteren, kunnen het team en de tandarts zich een hoop ergernis besparen.

Conclusie

Een team zal alleen veranderingen weten te realiseren als het zelf verandert. De blokplanning kan hierin uiteraard ondersteunen en kan als uitgangspunt dienen, maar de echte veranderingen dienen door het team zelf te worden gemaakt. Om tot een efficiënte agendaplanning te komen, moet allereerst het belang van de agenda bovenaan worden gesteld. Vervolgens dient de communicatie naar patiënten te worden ingestoken vanuit de agenda – en niet meer vanuit het service oogpunt naar de patiënt. Tot slot is het belangrijk om consequent te zijn. Kortom een hele uitdaging, maar eentje die een praktijk veel plezier en rust kan opleveren.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor Agendaplanning.
Bekijk de video: Meer rendement in de praktijk – opstellen blokplanning, een Exceldocument om zelf een blokplanning op te stellen en een voorbeelddocument blokplanning.

Dit artikel is voor het eerst geplaatst in juli 2017

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Praktijkmanager

Versterken en behouden inzetbaarheid van uw praktijkmanager

De praktijkmanager houdt zich bezig met administratieve, secretariële en facilitaire ondersteuning in de tandartsenpraktijk. Om de inzetbaarheid van de praktijkmanager te versterken en te behouden, moet u kansen bieden voor groei en ontwikkeling. De volgende drie tips kunnen u hierbij helpen.

Tip 1: Geef een gedetailleerde beschrijving van de functie
Het is belangrijk dat u een duidelijke functie-en taakbeschrijving opstelt waarin de verwachtingen en benodigde com-penties zijn opgenomen. Een functie- en taakbeschrijving vergroot de duidelijkheid binnen de organisatie. Het maakt de organisatie inzichtelijk en bestuurbaarder omdat duidelijk wordt wat de praktijkmanager doet en waar hij of zij verantwoordelijk voor is. Onthoud dat de praktijkmanager zich met het volledige bedrijf bezig houdt, zodat u zich volledig op de tandheelkunde kunt focussen.

Tip 2: Leer om los te laten
Vertrouw de taken met de bijbehorende bevoegdheden en middelen toe aan de praktijkmanager. Wees bereid de controle over delen van de praktijk los te laten. Als u uw praktijkmanager meer als een partner gaat zien, hebben jullie daar beiden profijt van. De praktijkmanager kan op deze manier meer bereid zijn (en heeft ook meer de ruimte) om ervoor te zorgen dat patiënten zo efficiënt mogelijk geholpen worden wat de algehele kwaliteit van uw praktijk kan verhogen.

Tip 3: Bied trainingen aan
De praktijkmanager is een belangrijke schakel binnen het bedrijf. Zodra u de juiste persoon gevonden heeft, is het be-langrijk dat u degene helpt groeien door het aanbieden van trainingen en cursussen. Als goed werkgever wordt van u verlangd dat u uw personeel opleidt om breder inzetbaar te zijn. De trainingen/cursussen kunnen gericht zijn op de be-roepsontwikkeling, maar ook op het vergroten van het sociale bewustzijn, persoonlijke effectiviteit en groei.

Bron:
DrBicuspid.com

Lees meer over: Management, Ondernemen, Personeel
Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Een tandarts die in het bezit was van een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) van 2005 t/m 2009 en in 2011 en 2012, heeft op 27 juni 2005 een “Overeenkomst van praktijkmedewerking met premieplicht” gesloten. Na een boekenonderzoek werd door een inspecteur van de belastingdienst geconcludeerd dat de aangifte IB/PVV van de tandarts over 2010 moet worden gecorrigeerd omdat er in die periode geen sprake zou zijn geweest van ondernemerschap.

Hoger beroep
Het beroep van de tandarts werd vervolgens als gegrond verklaard, en de rechtbank besloot dat voor de inkomstenbelasting een VAR-wuo was afgegeven waarmee vertrouwen ontleend zou kunnen worden dat ook in 2010 tandartswerkzaamheden werden uitgevoerd en dus een onderneming werd gevoerd. Als antwoord hierop ging de inspecteur in hoger beroep.

Eigen risico van de inspecteur
Uiteindelijk heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden besloten dat dit hoger beroep ongegrond is. De reden hiervoor was dat een VAR alleen mag worden afgegeven als een inspecteur besluit dat de juiste informatie aanwezig is. De inspecteur heeft dit voor het jaar 2010 gedaan zonder het aanvraagformulier te raadplegen, ervan uitgaande dat de eerder verstrekte informatie ook dit jaar geldig zou zijn. De gevolgen hiervan horen  op de rekening van de inspecteur te komen te staan, aangezien deze hiermee een onjuiste VAR heeft afgegeven. Bovendien is het niet feitelijk aangetoond dat de situatie in 2010 afweek van de jaren daarvoor.

Bron:
Rechtspraak.nl 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
tuchtrechter

Openbaarmaking tuchtuitspraak laat zorgverleners denken aan stoppen

Uit onderzoek van NIVEL is gebleken dat een uitspraak van een tuchtrechter een zorgverlener niet alleen op zakelijk, maar ook op persoonlijk vlak raakt. Van de 294 onderzochte zorgverleners met een gegrond verklaarde tuchtklacht gaf meer dan de helft aan te overwegen om te stoppen met werken.

Kwaliteit van de zorg
Tuchtrecht bestaat voornamelijk om de kwaliteit van de zorg zo hoog mogelijk te kunnen houden. Straffen is hierbij niet per se het hoofddoel, maar is wel hoe een uitspraak door veel zorgverleners wordt ervaren. Onderzoeker Roland Friele: “Zorgverleners geven aan dat ze zich ‘aangevallen’, ‘machteloos’, ‘boos’ en ‘gecriminaliseerd’ voelen.

Belasting op persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak

Uit het onderzoek bleek dat met name de openbaarmaking van de tuchtuitspraak als belastend wordt ervaren op persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak. Openbaarmaking van informatie over berispingen en boetes is met een wetswijziging in 2012 verplicht gemaakt. Voor waarschuwingen is dit niet het geval.

Stoppen na tuchtuitspraak
Het bleek nu dat ruim de helft van de zorgverleners om bovengenoemde redenen overweegt om te stoppen met werken na onderwerp van een tuchtuitspraak te zijn geworden. 12 procent van degenen die een berisping of geldboete toegewezen kregen zijn daadwerkelijk gestopt met werken om die reden.  Van de zorgverleners met een waarschuwing gaf een derde aan te overwegen om te stoppen met werken – met name degenen van 60 jaar of ouder.

Zakelijke gevolgen
Een groot aandeel in deze overweging bleek de zakelijke gevolgen die een tuchtuitspraak heeft te zijn. Met het internet is elk nieuwtje voor iedereen toegankelijk en daarom snel bekend bij klanten, waardoor het waarschijnlijk is dat een aantal patiënten naar een andere zorgverlener zullen overstappen en zal het winnen van nieuwe patiënten lastiger gaan.

Openbaarmaking
Minister Schippers heeft na de wetswijziging in 2012 aangegeven om de gevolgen van openbaarmaking goed te onderzoeken. De KNMG hoopt dat dit onderzoek aanleiding zal zijn om berispingen van en boetes voor artsen niet langer openbaar te maken, aangezien zij het idee hebben dat een tuchtmaatregel niet direct betekent dat een zorgverlener geen goede kwaliteit levert.

Bron:
NIVEL

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Efficiënte agendaplanning in de praktijk

Efficiënte agendaplanning in de praktijk

In deze video wordt ingegaan op de methodiek van een blokplanning. Aangevuld met de do’s en don’ts en de veelgehoorde bezwaren binnen een praktijk. Een prima startpunt om weer controle te krijgen over de agenda.

Blokplanning
De sfeer in een praktijk kan variëren van “de dag liep goed” tot “het loopt niet lekker hier, we lopen continu achter de feiten aan”. Dit verschil in ervaring wordt erg bepaald door de agendaplanning. Als praktijken geleefd worden door een agenda komt dit meestal doordat de agendaplanning bepaald wordt door de voorkeur van de patiënt. Vanuit oogpunt van serviceverlening aan de patiënt is dit goed maar een praktijk snijdt zichzelf hiermee in de vingers: de praktijk krijgt dan een agendaplanning die niet logisch is.

Hoe bepaalt u uw eigen agenda? De blokplanning is vaak het middel om uw eigen agenda te kunnen invullen.

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeelddocumenten voor agendaplanning.

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Thema A-Z, Video
4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

Tijdens een congres sprak ik in de pauze een aantal tandartsmedewerkers die al langer rondliepen met plannen om een eigen praktijk te beginnen. Verder dan plannen maken waren ze nog niet gekomen. Waarom hadden ze de volgende stap nog niet gezet?

Samengevat kwam het neer op een soort van koudwatervrees. Er kwamen zoveel zaken tegelijk op deze praktijkhouders in spé af dat ze door de bomen het bos niet meer zagen en bleven hangen in hun gedachten. Dit is toch zonde. Door de vergrijzing in tandheelkundig Nederland komen er zoveel mooie praktijken op de markt waar jonge tandartsen een eigentijdse invulling aan kunnen gaan geven. Jouw eigen visie op zorg gecombineerd met ondernemerschap in een uitdagend zorglandschap. Met een beetje structuur en wat handvatten is dit prima te realiseren. Hieronder een aantal tips.

Tip 1: Weet wat voor soort ondernemer je bent
Er is geen eensluidende definitie te geven wat een goede en succesvolle ondernemer maakt. Natuurlijk, naast tandheelkundige zaken zal je ook te maken krijgen met andere aspecten van het ondernemerschap. Denk aan het beoordelen van personeel of het onderhandelen over de inkoopprijs van materialen. Wees bewust van de kwaliteiten die je hebt en verbeter je minder goed ontwikkelde punten. Hoe? Maak een Persoonlijke Profiel Analyse test. Deze geeft inzicht in jouw persoonlijkheid. Handig om te weten en komt goed van pas bij jouw verdere persoonlijke ontwikkeling.

Tip 2: Maak een stappenplan
Zoals je weet komt er enorm veel kijken bij de overname of start van jouw eigen praktijk. Bewaar het overzicht en ga systematisch te werk. Maak een stappenplan zodat je fase voor fase kunt afwikkelen. Zo hou je het overzicht in het proces, zie je niets over het hoofd en heb je grip op zaken. Een bijkomend voordeel, dat ik in de praktijk heb ervaren, is dat tandartsen aangeven hierdoor meer inzicht te hebben in de diverse afwegingen die ze moeten maken en dus betere beslissingen kunnen nemen.

Tip 3: Besteed bepaalde werkzaamheden uit
Verreweg de meeste tandartsen die een praktijk overnemen of starten doen dit één keer in hun leven. Tijdens je opleiding wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Haal het optimale uit jouw praktijkstart en schakel een deskundige in. Iemand die cijfers inzichtelijk voor je maakt, helpt met onderhandelingen en de benodigde contracten kan opstellen. Jij kunt je dan focussen op andere belangrijke zaken zoals de inrichting en vormgeving van de praktijk.

Tip 4: Periodieke controle
Wat vandaag het beste is kan morgen al verouderd zijn. Misschien een open deur maar dit gaat ook op als je eenmaal gestart bent met jouw eigen praktijk. Wet- en regelgeving zijn niet statisch. Is mijn praktijkvoering nog up-to-date? Hoe kan ik het beste gaan samenwerken met een collega tandarts? Hoe verloopt de samenwerking met het personeel? Zijn de financiën op orde? Allemaal zaken die van tijd tot tijd aandacht verdienen. Neem de tijd om deze en andere zaken periodiek op een rijtje te zetten. Blijf de architect van jouw eigen praktijk.

Door: Frank Brusche, Bedrijfskundig adviseur VvAA

Lees ook: Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

Advertorial

Dental Management Toolkit: Protocollen, video’s en tips

Dental Management Toolkit: Online protocollen, video's en tips

Het management van een praktijk vraagt net zo veel passie en gedrevenheid als de uitoefening van uw vak als tandarts of mondhygiënist. Voor veel praktijken is het een uitdaging om het praktijkmanagement – het ‘smeermiddel’ binnen een praktijk – net zo goed uit te voeren als de zorgverlening aan de patiënt. De Dental Management Toolkit helpt u hierbij met protocollen, video’s en tips. Lees meer over Dental Management Toolkit

 

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Praktijkinrichting
tandartspraktijken op instagram

Mooie tandartspraktijken op Instagram

Social media zijn bij uitstek middelen die gebruikt kunnen worden om eens wat extra aandacht te brengen aan onderbelichte onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de inrichting van een tandartspraktijk.

Samenwerkende Tandartsen maakte hier bijvoorbeeld al gebruik van en plaatste onder andere foto’s van een van hun praktijken in Nijmegen en in Dalfsen. Zo kunnen potentiële patiënten alvast een kijkje nemen in de praktijk en krijgt de mooie inrichting de verdiende aandacht!
tandartspraktijken op instagramtandartspraktijken op instagram

tandartspraktijken op instagram
Bron:
Instagram
Instagram

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen, Praktijkinrichting
(ont)regel de zorg

(Ont)Regel de Zorg wil einde maken aan ‘onzinnige regelgeving

De denktank (Ont)Regel de Zorg, een beweging van het actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) en ledenorganisatie VvAA, gaat zich de komende maanden bezighouden met de administratie van en regels voor zorgverleners. Aan de hand hiervan willen zij voorstellen gaan doen voor het schrappen van “onzinnige regelgeving”.

Administratiedruk
Volgens initiatiefnemers van (Ont)Regel de zorg hebben de zorgverleners een te grote “administratiedruk” wat leidt tot minder tijd voor de patiënt. Het zou het gevolg zijn van wetgeving, politieke keuzes, zorgverzekeraars, protocollen en normen van de eigen beroepsverenigingen en toezichthouders.

Frustratie
Volgens Edwin Brugman, directeur bij de VvAA, zorgt deze verplichte toewijding van zorgverleners voor frustratie bij patiënten. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de kwaliteit van zorg.

Tijd voor verbetering
“Als zorgverleners werk moeten doen dat niet zinnig is en niet bijdraagt aan kwaliteit voor de patiënt, dan moet je ingrijpen”, aldus Peter de Groof, huisarts en een van de organisatoren van HRMO. Hetgeen dat een betere zorg tegenhoudt wegstrepen, is de makkelijkste manier voor het aanbrengen van verbetering binnen de zorg. Volgens De Groof is het de hoogste tijd om te bepalen welke regels en procedures nog van toepassing zijn voor een goede gezondheidzorg.

Versnelling
Naast dit wegstrepen is er ook een versnelling nodig, aldus de organisatoren van HRMO en VvAA. Zij gaan daarom de komende tijd op zoek naar tien bijna of onlangs afgestudeerde kandidaten. Zij zullen zich vervolgens vier maanden lang bezighouden met onderzoek naar de registratie- en administratielast van zorgverleners.

Fundamentele rol
De Groof onderstreept dat de voorspoed van de beweging erg afhankelijk is van het inzicht en de participatie van de diverse beroepsgroepen.  Zorgverleners worden geacht zelf een fundamentele rol te spelen bij het aanpakken van (onzinnige) regelgeven en het herstructureren van de eigen kwaliteits- en registratiesystemen.

Bron:
skipr.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
wet DBA

Handhaving wet DBA verder uitgesteld

Opnieuw is handhaving van de wet DBA uitgesteld. Eerder gebeurde dit al tot 1 januari 2018, maar nu is besloten om in ieder geval tot 1 juli 2018 geen naheffingen en boetes op te leggen aan opdrachtgevers en zzp’ers.

Aanpassen aan praktijk
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) die sinds 1 mei 2016 de VAR vervangt, bleek al eerder veel onduidelijkheid op te roepen. Het nog te vormen kabinet zal moeten bekijken hoe de wet beter aangepast kan worden aan de praktijk. Ook moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd krijgen om hun werkwijze zo nodig aan te passen.

Geen naheffingen en boetes
Opdrachtgevers en zzp’ers hoeven in ieder geval tot 1 juli 2018 niet bang te zijn voor naheffingen en boetes. Zolang er geen sprake is van kwaadwillendheid, zal de belastingdienst deze niet opleggen als er toch sprake blijkt te zijn van een dienstverband.

Bron:
Belastingdienst

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
tuchtrecht

Tuchtrecht: tandarts had toestemming moeten vragen voor melding bij Veilig Thuis

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft uitspraak gedaan in een zaak waarbij een tandarts melding had gedaan van kindermishandeling/verwaarlozing vanwege een extreem slechte gebitstoestand van een kind. De moeder vindt dat de tandarts onzorgvuldig heeft gehandeld en heeft hierover een klacht ingediend.

Situatie
Een moeder heeft in mei 2016 voor haar vijfjarig kind een afspraak gemaakt bij een tandarts, omdat het kind last had van een dikke wang en/of pijn aan zijn kiezen. De moeder is niet eerder met het kind bij de tandarts geweest, maar wel met twee broers van het kind, die toen ernstige klachten hadden. De ene broer is in 2007 verwezen naar de kaakchirurg voor extractie van zes zeer carieuze melkelementen en is in 2015 in de praktijk behandeld voor een gecaviteerde laesie. De andere broer is in 2012 eenmaal in de praktijk geweest en is toen verwezen naar de kaakchirurg voor extractie van acht zeer carieuze melkelementen.

Bij het consult bleek dat het kind een groot abces had, waardoor hij zijn mond niet helemaal kon openen. Op een kaakoverzichtsfoto waren 16 carieuze elementen te zien, waarvan bij sommige de cariës tot aan de pulpa was voortgeschreden. Volgens de tandarts werd de dikke wang veroorzaakt door een pulpanecrose. Het kind kreeg een antibioticakuur voorgeschreven en is doorverwezen naar een kaakchirurg.

De tandarts heeft de moeder aangesproken op de extreem slechte toestand van het gebit en heeft aangegeven dat zij zou gaan onderzoeken hoe het kwam dat alle drie de kinderen zo’n slecht gebit hadden. Daarop is de moeder boos geworden.

De tandarts heeft vervolgens op advies van de KNMT contact opgenomen met Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis. Op aanraden van Veilig Thuis heeft ze daar een melding van kindermishandeling/verwaarlozing gedaan. Veilig Thuis heeft de melding aan de moeder doorgegeven en is een onderzoek gestart en op huisbezoek geweest.

Klacht
Volgens de moeder heeft de tandarts onzorgvuldig gehandeld door de melding bij Veilig Thuis te doen. Ze heeft daarmee de moeder zwartgemaakt en vals beschuldigd. De moeder staat nu voor vijf jaar geregistreerd bij Veilig Thuis. De tandarts zou niet zijn ingegaan op de vraag van de moeder hoe het kwam dat het kind zo’n slecht gebit had. De tandarts heeft volgens haar nagelaten een volwassen gesprek met haar te voeren.

De tandarts heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden.

Beoordeling
Sinds 1 juli 2013 is de Wet Verplichte meldcode bij huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De KNMT heeft in december 2015 een Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld opgesteld. In de Meldcode wordt toegelicht dat onder kindermishandeling ook tandheelkundige verwaarlozing wordt verstaan. In de Meldcode worden de stappen genoemd die een tandarts moet doen, voordat hij tot een melding overgaat. Dit zijn:

  1. signalen in kaart brengen
  2. advies vragen aan een collega of aan Veilig Thuis
  3. praten met de patiënt en/of zijn naasten
  4. aard, ernst en risico wegen
  5. zelf hulp organiseren of melding doen.

Het College vindt dat de tandarts tekort is geschoten met betrekking tot stap 3. De zorgverlener moet toestemming hebben van de patiënt en/of zijn naasten om zijn gegevens te verstrekken aan Veilig Thuis. De tandarts had ook nog contact op moeten nemen met de ouders en zaken als poetsgedrag en voedingspatroon van het kind moeten bespreken. Ze had moeten bekijken of er andere maatregelen mogelijk waren om de situatie te verbeteren.

Het College twijfelt niet aan de beste bedoelingen van de tandarts. Ze maakte zich terecht zorgen over de gebitstoestand van het kind. De onderzoeksresultaten van Veilig Thuis bevestigen kindermishandeling op grond van ‘lichamelijke verwaarlozing’. De tandarts heeft de moeder dus niet zwartgemaakt of vals beschuldigd. De KNMT en Veilig Thuis hebben beide de tandarts niet gewezen op de Meldcode, maar het is de eigen professionele verantwoordelijkheid van een tandarts om op de hoogte te zijn van de wettelijk verplichte hantering van de Meldcode en deze na te leven.

Uitspraak
De klacht wordt gedeeltelijk gegrond verklaard. Het College legt een maatregel van waarschuwing op. Om de Meldcode meer bekendheid te geven onder tandartsen , wordt de uitspraak ter publicatie aangeboden aan een aantal vakbladen.

Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld

Bron:
Tuchtrecht

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Leren- boeken

Leren van meldingen via de Wkkgz

Het streven van de inspectie is dat steeds meer gegevens openbaar gemaakt worden zodat zorginstellingen kunnen leren van elkaar. Dit streven wordt onder meer gerealiseerd door de introductie van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Conform deze wet moeten (bijna) incidenten intern gemeld worden conform het systeem Veilig Incident Melden (VIM) en andere incidenten van grotere ernst direct bij de inspectie.

De volgende incidenten moet men melden bij de inspectie:
1. Een calamiteit moet binnen 3 dagen gemeld worden
2. Geweld binnen de zorgrelatie
3. Ontslag van een medewerker wegens disfunctioneren

Hoe gaat de inspectie daar mee om?
Indien er sprake is van ernstige gevaar grijpt de inspectie direct in, ook als een zorgorganisatie zich niet houdt aan wetten en regels omtrent klachtenbehandeling en als hetzelfde incident meerdere malen gemeld wordt. Meestal begeleidt de inspectie het inventarisatieproces van de zorgaanbieder, deze blijft zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. De melding wordt uitgebreid door de inspectie bekeken. Hoe heeft het incident kunnen gebeuren en welke (preventieve) maatregelen zijn genomen in dit kader?

Maatregel
Indien er sprake is van, zoals de inspectie dat noemt, ’te weinig leervermogen en verbeterkracht’ kan een maatregel opgelegd worden. Welke dat kunnen zijn staat beschreven in het IGZ-handhavingskader.

Nulmeting
Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen omtrent meldingen, wordt de stand van zaken jaarlijks gepubliceerd. De eerste publicatie betreft de nulmeting Wkkgz. Zo kan beoordeeld worden of er sprake is van een efficiënt leerproces door de jaren heen.

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Wkkgz
Stralingsdeskundigen

Juridische uitspraak: Erkenning buitenlands diploma stralingsdeskundigen

Na een juridische uitspraak voert de ANVS geen waarderingen meer uit van buitenlandse diploma’s stralingsdeskundigheid.

Wel zorg voor voldoende bij- en nascholing
Een tandarts die is afgestudeerd in een land binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland, voldoet aan het vereiste niveau om zelfstandig röntgenopnamen te maken – en alle handelingen die daarbij horen; indicatiestelling, interpretatie etc. –  en/of om de taken van Toezichthoudend Deskundige uit te voeren. Net zoals voor de tandarts die in Nederland is afgestudeerd geldt wel dat er zorg gedragen moet worden voor voldoende bij- en nascholing.

Dit meldde de ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) aan de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche).

Aanpassing in Richtlijn Tandheelkundige Radiologie
De informatie over de erkenning van buitenlandse diploma’s in de KNMT Richtlijn Tandheelkundige Radiologie is door de uitspraak van de rechter achterhaald en zal in de loop van het jaar geactualiseerd worden, volgens de KNMT.

Bron:
Bericht van de ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) aan de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche) en KNMT.

Lees meer over: Ondernemen, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
Praktische update voor uw praktijkautomatisering

Praktische update voor uw praktijkautomatisering

Wat kan ICT betekenen in uw dagelijks werk op bijvoorbeeld het gebied van dossiervorming en communicatie? En hoe kan uw automatiseringssysteem u ondersteunen in het dagelijks werk? Verslag van de lezing van Pieter Schram tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk.

Pieter Schram, mede-eigenaar van Vertimart Consultants, bekend van de software Exquise, heeft een enigszins interactief programma voor zijn lezing bedacht waarbij hij door middel van respons van de zaal zijn presentatie van de nodige interactiviteit voorziet.

Verleden
In 1970 kwamen de eerste computersystemen in de mondzorgpraktijken en in 1982 kwamen de eerste personal computers op de Nederlandse markt en zo ook in de tandartspraktijk. In 1985 werd gestart met computernetwerken en in 1987 bracht de firma Trophy de eerste digitale röntgensoftware op de markt. Rond 1990 waren er ongeveer 25 aanbieders van tandartssoftware in Nederland en was 75% van de tandartsen geautomatiseerd. In datzelfde jaar kwam ook Windows op de markt.

Heden
Momenteel zijn er nog maar zo’n 10 aanbieders van tandheelkundige praktijksoftware actief in de markt en sinds 2000 is 98% van de Nederlandse praktijken geautomatiseerd.

E-learning
Vandaag de dag zien we de opkomst van e-learning, hoewel dit nog weinig praktisch voor de tandarts is. Het verschijnsel van “serious gaming” wordt steeds populairder – het als het ware spelenderwijs leren van tandheelkundige behandelingen via een serieus computerspel.

Leren van onze eigen data
We kunnen ook van ons eigen systeem leren want dagelijks stoppen we grote hoeveelheden data in de praktijkmanagement software en we kunnen die data ook weer ophalen. Verschillende factoren kunnen zo onderzocht en geanalyseerd worden. Zaken als bijvoorbeeld een verkeerde planning kunnen door zo’n nuttige analyse aan het licht komen.

Ook voor onderzoeksdoeleinden kan deze informatie nuttig zijn, bijvoorbeeld middels de KNMT peilstations. Het is ook niet zo gek te bedenken dat big data wel eens gebruik kan worden bij het opstellen van richtlijnen.

Regelgeving
Er komt tegenwoordig veel kijken bij het up-to-date houden van het patiëntendossier. De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) verplicht het bijhouden van dit dossier.

Steeds nadrukkelijker wordt door de overheid verlangd om hier op passende wijze mee om te gaan wegens de privacy. Datalekken moeten gemeld worden en alle verwerkingen van de data moeten geregistreerd worden.

De KNMT praktijkrichtlijn patiëntendossier omschrijft een aantal verplichte en niet-verplichte onderdelen van het dossier. Het is gemakkelijk als dit soort zaken met standaardvelden ingevuld kunnen worden.

De invoering van richtlijnen ziet Schram positief tegemoet want daarmee kan hij zogenaamde workflows introduceren waarmee je stapsgewijs bepaalde stappen doorloopt. Op die manier zal de software zorgen dat je niets hoeft te vergeten: dat is een voordeel van gestandaardiseerd werken.

Cybercriminaliteit
Onheil waarmee je te maken kunt krijgen, zijn onder meer phishing, ransomware en datalekken. Ter illustratie noemt Schram het boek “Komt een vrouw bij de H@cker” dat deze fenomenen mooi illustreert.

De laatste tijd wordt de zorg steeds meer het doelwit van cybercriminaliteit en ransomware want het zijn gevoelige data en vaak niet al te best beveiligd. Iedereen in de praktijk moet behoedzaam zijn voor phishing e-mail berichten.

Vaak is het ondergaan van ransomware ook al een datalek en die moet bij de overheid gemeld worden. Hiervoor is het handig om een protocol te hebben waarin staat hoe te handelen, adviseert Schram.

Het is niet onwaarschijnlijk dat we ook in tandartspraktijken zogenaamde “Information Security Management Systems” (ISMS) gaan zien verschijnen. Het ISMS-proces begint met het in kaart brengen van de mogelijke risico’s en de reeds aanwezige maatregelen om vervolgens inschattingen te maken van wat er verbeterd moet worden. Uiteindelijk kan men zelfs op dit punt tot certificering komen. En ook met derden dienen zogenaamde bewerkingsovereenkomsten gesloten te worden als zij met de praktijkdata omgaan.

Toekomstvoorspellingen
Tenslotte doet Schram nog een aantal toekomstvoorspellingen.
– Hij verwacht dat er in de e-health ontwikkelingen zullen komen in trant van wat we nu al kennen: bijvoorbeeld slimme tandenborstels of de bruxisme app.
– De cloud zal een grotere rol gaan spelen spelen en we zullen naar steeds meer computerondersteunde zorg toe gaan verwacht Schram.
– Hij verwacht in de toekomst een grotere rol van de patiënt bij de bepaling van wie wel of geen toegang mag krijgen tot zijn patiëntendossier, wat dus een rol in de praktijkautomatisering zal kunnen gaan spelen.

Pieter Schram is directeur en mede-eigenaar van Vertimart Consultants. Hij startte zijn loopbaan in de automatisering in 1981 bij Dental Union en heeft dus inmiddels 35 jaar ervaring in de diverse facetten van de tandheelkundige automatisering. Vanuit deze specifieke expertise en praktijkervaring schetst hij tijdens zijn lezing een duidelijk beeld van de uitdagingen, de risico’s en van wat we de komende jaren mogen verwachten op het gebeid van tandheelkundige automatisering. Naast zijn werk binnen Vertimart heeft hij enkele jaren leiding gegeven aan een middelgrote groepspraktijk.

Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Pieter Schram tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

Lees meer over: E-health, ICT, Kennis
Implantoloog berispt voor niet-bewaren patiëntendossier en implanteren bij parodontitis

Implantoloog berispt voor niet-bewaren patiëntendossier en implanteren bij parodontitis

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft na een klacht van een patiënt een implantoloog berispt. Hem wordt verweten dat hij het patiëntendossier na het overdragen van zijn praktijk niet heeft bewaard en dat hij implantaten heeft geplaatst in een parodontaal ongezonde situatie.

Situatie
Een patiënt is eind 2009 door haar eigen tandarts doorverwezen naar een implantoloog voor het plaatsen van drie implantaten. Bij de patiënt waren in 2007 al pockets van 4-5 mm vastgesteld, waarvoor parodontale behandeling noodzakelijk was, maar die door de tandarts niet ingezet is.

De implantoloog heeft een foto gemaakt van het gebit en een behandelvoorstel gedaan, die door de patiënt is ondertekend. Tijdens de behandeling is een extractie gedaan en zijn vier implantaten geplaatst. In december 2013 heeft de implantoloog zijn praktijk overgedragen aan een andere tandarts. De eigen tandarts heeft later nog vier elementen getrokken. In 2014 is een parodontoloog de patiënt gaan behandelen voor parodontitis.

Klacht
De patiënt verwijt de implantoloog dat hij niet aan haar heeft gemeld dat zij parodontitis had. Voordat hij overging tot implantatie had hij volgens de patiënt haar terug moeten verwijzen naar haar eigen tandarts voor behandeling van de parodontitis. De patiënte verwijt hem ook dat hij haar medisch dossier niet of onvoldoende heeft bijgehouden; hij heeft op verzoek geen informatie beschikbaar gesteld over de extractie en de parodontitis.

Standpunten verweerder
Over het patiëntendossier zegt de implantoloog dat hij altijd een dubbele administratie heeft bijgehouden: alle gegevens noteerde hij zowel op behandelkaarten als in de computer. De behandelkaarten heeft hij met de overdracht van de praktijk aan de nieuwe praktijkeigenaar gegeven en heeft hij dus niet meer zelf. Volgens hem heeft de nieuwe praktijkeigenaar de behandelkaarten verbrand. De nieuwe praktijkeigenaar beweert echter dat hij nooit een papieren dossier heeft ontvangen.

Over het niet-terugverwijzen van de patiënte naar haar eigen tandarts om de parodontitis te laten behandelen, geeft de implantoloog aan dat de parodontale situatie voldoende was om verantwoord geïmplanteerd te worden. Bovendien heeft de patiënt een strenge antibioticakuur gekregen en een minuut met chloorhexidine gespoeld. Als de parodontale situatie echt slecht zou zijn geweest, dan zou er binnen het jaar sprake geweest zijn van botverlies rondom de implantaten of van gefaalde implantaten.

Beoordeling
Volgens het Burgerlijk Wetboek moet een hulpverlener het patiëntendossier minstens vijftien jaar bewaren. Uit een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in 2012 blijkt dat ook bij overdracht van een praktijk de overdragende tandarts de bewaarplicht houdt. In dit geval heeft de implantoloog dus niet aan zijn bewaarplicht voldaan.

Volgens het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg kan de implantoloog door het ontbreken van de behandelkaart onvoldoende onderbouwen dat het verantwoord was om te implanteren. De in 2009 gemaakte foto die nog wel aanwezig is, laat volgens het College zien dat er zodanige aanwijzingen voor (ernstige) parodontale afbraak zichtbaar waren, dat er niet zonder behandeling daarvan tot implantatie had mogen worden overgegaan. De implantoloog had dus moeten terugverwijzen naar de tandarts voor behandeling of de parodontitis zelf moeten behandelen.

Het College oordeelt dat er wel degelijk een relatie is tussen parodontitis en peri-implantitis is. Als bij het plaatsen van implantaten al schadelijke bacteriën in de mond aanwezig zijn, dan vergroot dit de kans op peri-implantitis.

Uitspraak
De implantoloog krijgt een berisping, omdat hij tekort is geschoten in de zorg ten opzichte van de patiënt. Dit geldt zowel voor het niet-bewaren van het patiëntendossier als voor het implanteren in een parodontaal ongezonde situatie. Het College heeft in zijn uitspraak meegenomen dat de implantoloog er geen blijk van heeft gegeven, dat hij inziet dat hij onjuist heeft gehandeld.

Bron:
Overheid 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Handhaving

Handhaving wet DBA opgeschort tot 1 januari 2018

De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), die sinds 1 mei 2016 de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) vervangt, zal voorlopig niet door de Belastingsdienst gehandhaafd worden. Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft aan de Tweede Kamer beloofd deze zomer nog een toelichting hierop te geven.

Handhaving uitgesteld
De VAR is op 1 mei 2016 vervangen door de wet DBA. De nieuwe wet is echter onderhevig aan kritiek, omdat deze veel onduidelijkheid oproept. Handhaving van de nieuwe wet door de Belastingdienst is nu in ieder geval tot 1 januari 2018 uitgesteld, zodat er tijd ontstaat om helderheid te verschaffen over bepaalde onderwerpen. Vooral de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’ zullen duidelijker gedefinieerd worden.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Wiebes dat opdrachtgevers en opdrachtnemers zo ook de tijd krijgen om zich aan te passen.

Kwaadwillenden
‘Kwaadwillenden’ hebben nog wel wat te vrezen. Voor hen blijft handhaving van de Belastingdienst van toepassing. Dit geldt volgens Wiebes op het ogenblik voor tien opdrachtgevers. Bij een aantal van hen was er in de ‘VAR-periode’ feitelijk sprake van een dienstverband tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Door de vrijwarende werking van de VAR kon de Belastingdienst toen niet ingrijpen. De Belastingdienst zoekt nu uit of de situatie bij deze opdrachtgevers nog hetzelfde is en of zij voldoen aan de definitie van ‘kwaadwillende’. Het gaat hierbij zowel om opdrachtgevers met maar een paar opdrachtnemers als om opdrachtgevers met veel opdrachtnemers.

Modelovereenkomsten
In het kader van de DBA moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers hun arbeidsrelatie in een overeenkomst vastleggen. Modelovereenkomsten kunnen nog steeds ter beoordeling aan de Belastingdienst worden voorgelegd. Volgens Wiebes is het aantal overeenkomsten dat nog wacht op beoordeling door de Belastingdienst inmiddels afgenomen.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Gevolgen van de Brexit voor tandartsen

Dentistry heeft begin maart voor de tweede keer een tandheelkundig politiek debat georganiseerd. Een van de onderwerpen was dit keer de Brexit. Wat zullen de gevolgen voor Britse tandartsen zijn als Groot-Brittannië de Europese Unie gaat verlaten?

Deelnemers
De onderhandelingen over de uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie gaan beginnen. Aan een panel werd gevraagd in hoeverre de Brexit de mondzorg zal kunnen beïnvloeden.

Dit panel bestond uit de volgende deskundigen, namelijk: Henrik Overgaard-Nielsen, voorzitter General Dental Practice Comittee van British Dental Association (BDA); Eddie Crouch, vicevoorzitter Principal Executive Committee van BDA; Eddie Coyle, hoofd klinische operaties van Oasis Dental Care; John Milne, senior nationaal tandheelkundig adviseur bij de Care Quality Commission; Neel Kothari, praktijkeigenaar en Michael Watson, columnist van Denistry. Het debat werd geleid door Dentistry-redacteur Julian Engels.

Personele gevolgen
Als eerste ging het over de personele gevolgen. Zal er een massale uittocht op gang komen van tandartsen die hier vanuit Europa werken? Het panel benadrukt de onzekerheid over dit onderwerp. Het is onduidelijk wat de vooruitzichten zijn en hoe bijvoorbeeld de koers van de pond zich gaat ontwikkelen. Vooral over het lot van de tandartsen uit de EU die in het Verenigd Koninkrijk werken en wonen is het panel bezorgd. John Milne: “Ik denk dat mensen zekerheid moet worden gegeven dat ze hier een toekomst hebben en dat ze van harte welkom zijn om hun vak uit te oefenen. Ik weet zeker dat velen van hen uitstekend werk leveren.”
Eddie Crouch zei hierover:

“Een regering zou helemaal gek zijn om alle mensen die een dienst leveren er uit te gooien – dat gaan ze nooit doen.”

Materiaalkosten
Een ander onderwerp was materiaalkosten. Aan het panel werd gevraagd of zij al een stijging van materiaalkosten hadden bemerkt nadat er voor de Brexit gestemd is. Eddie Quole: “Een belangrijke leverancier heeft de hogere kosten met name door de koerswisseling van de euro nog niet doorgerekend, maar dit gaat nu wel een grote invloed krijgen.”

CE-markering
Neel Kothari vraagt zich af wat de status van de CE-markering is na uittreding uit de EU. Op dit moment bepaalt de CE-markering of een product voldoet aan de gezondheids-, veiligheids- en milieuvoorschriften. Zal dit invloed hebben op de prijs van de producten? “Op dit moment moet alles wat aan de Britse markt geleverd wordt, voorzien zijn van een CE-markering en dat drijft veel prijzen op. Deze producten worden heel duur in vergelijking met wat andere landen betalen. Als we niet meer gebonden zijn aan de CE-markering, kunnen we handel drijven met andere landen zoals Brazilië.”
Kwaliteitsmeting
Volgens John Milne zal de kwaliteit van producten op een andere manier gemeten gaan worden.

Wellicht komt er een wet die het Europese recht zal terugbrengen naar het Engelse recht.

“Het kan zijn dat dezelfde kwaliteitsnormen als nu blijven gelden. Ik denk dat het een complexe materie is en ik ben er niet zeker van dat er zo gedereguleerd gaat worden als sommigen hopen.”

Bron:
Dentistry.co.uk

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

Het bijhouden van managementinformatie. Waarom en hoe?

De financiële gezondheid van een praktijk is tegenwoordig niet langer vanzelfsprekend. Hoe presteert uw praktijk? Is er in uw praktijk managementinformatie beschikbaar?

Om uw praktijk financieel gezond te houden is het belangrijk om een goed inzicht te krijgen in hoe uw praktijk presteert. Met managementinformatie scheidt u de feiten van het gevoel over de praktijkresultaten.

De video behandelt de volgende documenten uit de Dental Management Toolkit:

– Management informatie (financieel)
– Management informatie (praktijk)
– Voorbeeld procesindicatoren

Door: Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO, en mede eigenaar van www.mondzorgdudokplein.nl. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeld documenten voor praktijkmanagement en organisatie.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen