Europese zwarte lijst met artsen ziet er goed uit

‘De Europese zwarte lijst met artsen is veelbelovend’, aldus Edith Schippers – Minister van Volksgezondheid. Sinds het begin van het jaar zijn 3.700 meldingen binnengekomen, verspreid over twaalf landen. In Nederland werden dertien artsen gemeld.

Voorkomen van verplaatsen van praktijken
Het zwarte lijst-systeem is bedoeld om te voorkomen dat artsen die in eigen land ver onder maat hebben gepresteerd niet in een ander land verder kunnen gaan met hun praktijken. Een van de aanleidingen hier op was de neuroloog uit Enschede die jarenlang foute diagnoses stelde, in Nederland werd verboden verder te werken, maar vervolgens in Duitsland aan de slag ging. Herop kwam Schippers op het idee voor een verplicht uitwisselingssysteem binnen Europa van dit soort gegevens.

“Dit is een mooie eerste stap op Europees niveau waarmee we patiënten beschermen tegen zorgverleners die niet goed functioneren. Dat is goed voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Tegelijkertijd zie je dat nog niet alle landen melden. Daar moeten we met elkaar naar kijken: wat gaat goed en wat kan beter.”, aldus Schippers tegen het ANP.

Bron: Skipr, NU.nl

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Recycling in tandartspraktijk belangrijk

Tandarts en wildlife fotograaf Joe Bunni pleitte op het Osteology Monaco International Symposium voor een groter bewustzijn van het belang van recycling in de tandartspraktijken. Door kleine aanpassingen in het plastic verbruik kunt u helpen vervuiling van oceanen tegen te gaan.

Oceaan
Vervuiling van de oceanen is een groot probleem. Er is met name een groot probleem met plastic in de oceanen. Volgens Bunni kunnen tandartsen helpen vervuiling van de  oceanen tegen te gaan door na te denken over het gebruik van verpakkingen en het soort materiaal in de dagelijkse praktijk: ‘Wees u bewust van hoeveel plastic u gebruikt tijdens een behandeling. Probeer het materiaal eventueel te hergebruiken’.

Gevaarlijk afval
Volgens Bunni hebben tandartsen een wettelijke verplichting om hun klinisch en ander gevaarlijk afval op de juiste wijze te verwerken.  Door zoveel mogelijk afval te recycleren kan de enorme berg plastic afval worden teruggedrongen. Tevens suggereert Bunni om plastic bekers te vervangen door papieren bekers.

Minder energie verbruiken
Ook door energie te besparen kan je bijdragen aan een beter milieu. Een manier om energie te besparen is om verlichting met bewegingssensoren te installeren. Daarnaast kunt u alle oude apparaten controleren op hun energieverbruik en eventueel te laten vervangen door energiezuinige modellen. Ook kunt u stickers op alle wastafels plakken om het personeel en patienten aan te helpen herinneren om de kraan niet open te laten staan tijdens het tandenpoetsen .

Bron:
dentistry.co.uk

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
vakantie dagen uitbetalen

Vakantiedagen en ziekte, hoe zat het ook alweer?

Iedere werknemer bouwt vakantiedagen op, maar hoeveel is afhankelijk van het dienstverband en de afspraken met de werkgever. Een werknemer bouwt ook vakantiedagen op tijdens arbeidsongeschiktheid. Hoeveel vakantie bouwt de werknemer dan op? Kan deze opbouw van vakantiedagen worden uitgesloten? Kan worden afgesproken dat ziektedagen als vakantiedagen worden aangemerkt?

  1. Wettelijke/bovenwettelijke dagen

Bij opbouw van vakantiedagen wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Een werknemer heeft op grond van de wet recht op vakantie gedurende viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Werkt werknemer 40 uur per week, heeft hij jaarlijks recht op 20 vakantiedagen. Dit noemen we de wettelijke vakantiedagen. Werknemer en werkgever kunnen meer vakantiedagen afspreken boven de wettelijke vakantiedagen, de bovenwettelijke vakantiedagen.

  1. Opbouw vakantiedagen tijdens arbeidsongeschiktheid

Werknemer bouwt in principe alleen vakantiedagen op als hij daadwerkelijk arbeid verricht. Een uitzondering geldt in de periode dat de werknemer door arbeidsongeschiktheid niet kan werken. Dan bouwt hij ook vakantiedagen op, zowel wettelijk als bovenwettelijk. Werknemer en werkgever kunnen evenwel afspreken dat de werknemer geen bovenwettelijke vakantiedagen opbouwt tijdens arbeidsongeschiktheid.

Voor 2012 bouwden werknemers tijdens arbeidsongeschiktheid slechts in de laatste zes maanden arbeidsongeschiktheid vakantiedagen op. Dat geldt niet meer.  Dit betekent dat de werknemer over de gehele periode van arbeidsongeschiktheid vakantiedagen opbouwt.

  1. Ziektedagen als vakantiedagen aanmerken

Voor werkgevers kan het wenselijk zijn om dagen dat werknemers arbeidsongeschiktheid zijn, in mindering te brengen op de vakantiedagen van werknemer. Hierbij valt een drietal situaties te onderscheiden:

  • bij arbeidsovereenkomst of arbeidsreglement (dat van toepassing is verklaard) is overeengekomen dat de ziektedagen als vakantiedagen worden aangemerkt (3.1);
  • werknemer wordt tijdens een geplande vakantie ziek (3.2.1);
  • werknemer wil tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie(3.2.2).

3.1 Overeenkomen: ziektedag wordt als vakantiedag aangemerkt

Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat ziektedagen ten laste komen van de bovenwettelijke vakantiedagen. Voor wettelijke vakantiedagen kan dat niet overeengekomen worden. De wettelijke vakantiedagen worden gezien als absoluut minimum.

3.2.1 Ziek tijdens vakantie

Tijdens een geplande vakantie van de werknemer kan werknemer ziek worden en zich ziek melden. Hij dient zich dan zoveel mogelijk aan de verzuimvoorschriften van werkgever te houden. Werkgever doet er verstandig aan in zijn verzuimreglement op te nemen dat werknemer een verklaring van een plaatselijke arts moet overleggen, om vast te stellen dat die daadwerkelijk ziek is. Voor deze ziektedagen hoeft werknemer dan geen vakantiedagen op te nemen, tenzij is afgesproken dat ziektedagen ten laste komen op bovenwettelijke vakantiedagen.

3.2.2 Werknemer wil tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie

Soms wil een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt is met vakantie. Ook dan moet onderscheid gemaakt worden tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen had afgesproken kunnen worden dat ziektedagen van werknemer als vakantiedagen aangemerkt worden. Is deze afspraak niet met de werknemer gemaakt, dan kunnen deze vakantiedagen slechts in mindering komen op vakantiedagen als werknemer daarmee instemt, zowel voor wettelijke als bovenwettelijke vakantiedagen.

  1. Conclusie

Bij de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte en het opnemen van vakantie tijdens ziekte, is het van belang om alert te zijn op het onderscheid tussen de wettelijke en de bovenwettelijke vakantiedagen. Over de bovenwettelijke vakantiedagen is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld af te spreken dat werknemer deze niet opbouwt tijdens ziekte. Bij wettelijke vakantiedagen kunnen zulke afspraken niet rechtsgeldig gemaakt worden.

Eldermans|Geerts – advocaten, juristen en zorgmakelaars – www.eldermans-geerts.nl

Jun 2016

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
sparen

Verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling

Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling.

Situatieschets
Bij een patiënt moet volgens behandelplan een kroon geplaatst worden. Indien de patiënt tijdens een consult komt passen, blijkt deze niet goed en moet een nieuwe gemaakt worden. De patiënt geeft echter aan reeds de factuur voor de kroon te hebben ontvangen en vindt dit raar en vervelend.

Maatregel
Het voorval wordt in de volgende werkbespreking besproken. Er wordt nu afgesproken dat voor het factureren gecontroleerd wordt of de kroon reeds geplaatst is. Dit betekent dat het patiëntendossier goed moet worden ingevuld en daar worden alle medewerkers dan ook nogmaals op gewezen.

Petra van der Zwan

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Hoe gaat u om met ziekteverzuim?

Als u een zieke medewerker heeft die gedwongen is haar werk te verzuimen, heeft dat gevolgen voor uw praktijk. Hoe gaat u daarmee om?

Video door:

Anna Berends van Loenen.

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Thema A-Z, Video
internet

Word gevonden op het internet

U heeft een prachtige website, maar het aantal bezoekers valt tegen. Door gebruik te maken van search engine optimization (SEO) kunnen mensen u goed vinden op het web. Hieronder een aantal tips om de SEO voor u te laten werken.

Zorg voor voldoende nieuwe informatie
Zoekmachines reageren op nieuwe inhoud. Om hoog te scoren in de zoekresultaten is het daarom van belang om uw website constant te updaten. Door de informatie op uw website regelmatig aan te passen, houdt u de interesse van uw lezers vast.

Unieke inhoud
Het kan wellicht lastig zijn om een constante informatiestroom op gang te houden, maar pas op met wat u online zet. Het is van belang om unieke informatie online te zetten. Zoekmachines zijn continu bezig met het zoeken van overeenkomsten in hun database. Om ervoor te zorgen dat uw informatie niet als frauduleus wordt opgepikt (en daardoor daalt in de rankings) is het van belang om uw inhoud zo uniek mogelijk te maken.

Betere inhoud zorgt voor meer aandacht
Internet wordt ook wel World Wide Web genoemd. En met recht! Mensen van over de hele wereld kunnen uw website bekijken, het is belangrijk om hier rekening mee te houden. Ook al heeft u geen patiënten uit andere delen van de wereld, de informatie op uw website moet wel informatief zijn voor mensen aan de andere kant van de wereld. Zorg daarom voor informatieve inhoud over belangrijke ontwikkelingen op het gebied van tandheelkunde.

Opbouwen is moeilijker dan afbreken
Blijf altijd in gedachten houden dat het heel gemakkelijk is om iets af te breken, maar dat daarna opbouwen dan vaak erg lastig is. Wanneer u de inhoud niet bijhoudt zullen uw resultaten hard dalen, waarna het erg lastig is om weer op het oude niveau te komen. Naast het bijhouden van uw inhoud is het van groot belang om uw contactgegevens zo weinig mogelijk te wijzigen. Denkt u hierbij aan telefoonnummer, adres of zelf de naam van uw bedrijf. Dit kan namelijk grote gevolgen hebben voor uw SEO en dit kan het een stuk lastiger maken voor uw toekomstige patiënt om u te vinden.

Continue aandacht is vereist
Aandacht voor uw patiënten is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat uw praktijk overeind blijft. Datzelfde geldt voor uw website. Om ervoor te zorgen dat uw website hoog blijft scoren in de rankings is het noodzakelijk om tijd en aandacht te besteden aan uw website.

Alles op uw website is van invloed
Let goed op de inhoud van uw gehele website. Niet alleen het aantal bezoekers zijn van belang om uw ranking te bepalen, ook de tijd die bezoekers doorbrengen op uw website of hoe snel ze wegklikken is van belang.

Uw voordeel
Het lijkt misschien veel werk om bovenstaande tips allemaal uit te voeren. Maar het kan u ook veel opleveren. Door te werken aan uw SEO-rankings zult u beter te vinden zijn online. Hierdoor kunnen eventuele toekomstige cliënten u makkelijker vinden, wat uiteindelijk neerkomt op een verhoogde opbrengst in uw praktijk. Daarnaast zal u door uw inzet op dit gebied met andere ogen naar uw praktijk laten kijken.

Bron:
DentistryIQ

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
relatie-patient

Het belang van tevreden patiënten

Hoe vaak denkt u na over de service die u verleend aan uw patiënten? Volgens Lewis Ballard Specialist Dental Accountants is het uiterst lucratief om de kwaliteit van de service van gemiddeld naar uitstekend op te schroeven. Hij zette de belangrijkste redenen voor het verbeteren van service op een rijtje.

Onderscheidend
Goed is niet langer goed genoeg. Een groot deel van uw concurrentie doet het namelijk ook goed. Wat maakt u zo anders dan hen? Daarbij is ‘gewoon goed’ niet langer voldoende in deze tijd waarin concurrentie steeds verder toeneemt. Daarbij veranderen de verwachtingspatronen van mensen voortdurend. Wat een aantal jaren geleden als uitstekend werd beschouwd zal nu eerder normaal geworden zijn. Het is dus van belang om constant een extra stap te nemen om gelijk te blijven aan de verwachtingspatronen van de patiënten.

Mond-tot-mond reclame
Slecht nieuws verspreidt zich sneller dan goed nieuws. Dit geldt ook voor ervaringen in service. Patiënten zijn 10 keer meer geneigd anderen te vertellen over slechte service dan over goede service. Wanneer patiënten ontevreden zijn vertrekken ze over het algemeen liever dan dat ze dit aangeven. En dit is iets wat u het beste kunt voorkomen.

Het is namelijk gemakkelijker en lucratiever om uw huidige patiëntenbestand op peil te houden dan nieuwe patiënten te moeten werven. Nieuwe patiënten aantrekken kost 6 tot 7 keer meer dan het behouden van uw huidige patiënten. Daarnaast is het vertrouwen van de patiënt in u van groot belang voor de behandelingen die zij afnemen. En dit vertrouwen zal bij bestaande patiënten nou eenmaal groter zijn dan bij nieuwe patiënten. Wat op zijn beurt weer zorgt voor een grotere opbrengst.

Uw winst
Dat patiënten een betere service wensen is wellicht goed voor te stellen. We zijn allemaal altijd op zoek naar het beste. Maar wat zijn de opbrengsten voor u als u besluit er extra tijd en energie in te stoppen? Volgens The Strategic Planning Institute levert dit u maar liefst een toename van 123% winst op. Want waar gemiddelde service 13% winst oplevert, is de winst voor excellente service wel 29%. Dat is toch de moeite waard.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Concurrentie- en relatiebedingen in de mondzorg

Medisch tuchtrecht, aansprakelijkheidsrecht, gezondheidsrecht. Het zijn typische rechtsgebieden waar zorgaanbieders in de mondzorg mee te maken kunnen krijgen. Er zijn echter ook andere juridische ‘hobbels’ die veel mondzorgprofessionals in hun carrière ervaren.

Een van die kwesties is het concurrentie – of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. Mondzorgprofessionals, zoals tandartsen of mondhygiënisten, zijn in veel gevallen namelijk ‘gewoon’ als werknemer in loondienst en hebben uit dien hoofde een arbeidsovereenkomst waarin zo’n beding is opgenomen. Een concurrentiebeding is in principe toegestaan, maar aangezien een concurrentiebeding aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de werknemer met een vertrekwens, zijn er strikte voorwaarden aan gebonden. Maar onder welke voorwaarden staat de wet een dergelijk concurrentiebeding of relatiebeding toe? En wat vindt de rechter van zo’n beding in het kader van de mondzorg? Een overzicht van de stand van zaken.

Concurrentiebeding & relatiebeding
De wet bevat een regeling voor het beding in de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer, waarbij de werknemer wordt beperkt om na het einde van de overeenkomst op een bepaalde manier werkzaam te zijn: het concurrentiebeding. Een concurrentiebeding beperkt de vertrekkende tandarts, mondhygiënist of andere professional in loondienst om na zijn vertrek bij de werkgever bepaalde werkzaamheden uit te voeren of in een bepaalde plaats of omgeving te werken. Een relatiebeding kan worden gezien als de ‘light-vorm’ van een concurrentiebeding: de werknemer wordt verboden om na het einde van de arbeidsovereenkomst de bestaande klanten van de voormalige werkgever te benaderen of te bedienen.

In veel gevallen in de mondzorg zal de praktijk/werkgever contractueel bedingen dat bij een afscheid van de tandarts of mondhygiënist in loondienst het deze niet is toegestaan om binnen een bepaald gebied – vaak een straal van 20-30 km rondom het praktijkadres – gedurende een bepaalde periode werkzaamheden als tandarts/mondhygiënist uit te voeren. Gebruikelijk is daarnaast om af te spreken dat de vertrekkende professional geen patiënten of klanten van de voormalige werkgever ‘meelokt’, actief benadert of behandelt. Overtreding van deze bedingen in de arbeidsovereenkomst wordt veelal bestraft met een boete van enkele honderden en soms duizenden euro’s per overtreding.

De (nieuwe) wettelijke voorwaarden voor een geldig concurrentiebeding
Aan een geldig concurrentiebeding is, zoals gezegd, een aantal wettelijke voorwaarden verbonden. Zo is een dergelijk beding slechts geldig indien het schriftelijk is overeengekomen en de werknemer meerderjarig is.

Vanaf 1 januari 2015 – toen de wettelijke regeling rondom het concurrentiebeding flink op de schop is gegaan – bepaalt de wet daarnaast dat een concurrentiebeding alleen geldig kan worden overeengekomen bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; het zogenoemde ‘vaste contract’. Dit betekent dat het concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd (aangegaan na 1 januari 2015) dus geen gelding meer heeft. De werkgever kan hier alleen van afwijken als hij schriftelijk motiveert welke zwaarwegende bedrijfsbelangen met zich brengen dat het beding noodzakelijk is in een contract voor bepaalde tijd. Aan die schriftelijke motivatie worden strenge eisen gesteld; men kan niet volstaan met algemeenheden maar dient expliciet te benoemen om welke belangen het gaat in relatie tot de functie en werkzaamheden van de werknemer. Dit is een belangrijke verbetering voor de juridische positie van werknemers met een tijdelijk contract in het algemeen en tandartsen en mondhygiënisten in loondienst in het bijzonder: omdat deze professionals vaak wisselen van baan, ondervinden zij veel nadeel van een concurrentiebeding in hun contract.

Rechtspraak
Ook de rechter kijkt kritisch naar concurrentie – en relatiebedingen: hij kan het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen als de werknemer door het beding onredelijk wordt benadeeld.

De rechter maakt van deze mogelijkheid veelvuldig gebruik, zoals onder andere blijkt uit een recente uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in een geschil tussen een mondhygiëniste en een groepspraktijk genaamd Mondzorg. In het contract van de mondhygiëniste was een zeer stringente concurrentie – en relatiebepaling opgenomen, waarbij het de mondhygiëniste werd verboden om binnen tien jaar na beëindiging van het dienstverband binnen een straal van 20 kilometer rondom het praktijkadres van Mondzorg werkzaam te zijn, én om binnen deze tien jaar relaties aan te gaan of te onderhouden met patiënten van Mondzorg.

Omdat de mondhygiëniste haar arbeidsovereenkomst opzegde en een eigen praktijk wilde beginnen binnen het ‘verboden’ gebied, stapte Mondzorg naar de rechter. De mondhygiëniste stelde hierop – als compromis – voor om het concurrentiebeding te laten vallen, maar het relatiebeding na te komen door gedurende drie jaar geen patiënten van Mondzorg te behandelen of te benaderen. Mondzorg ging hiermee echter niet akkoord.

Het hof overweegt dat de mondhygiëniste haar positie in meerdere opzichten kan verbeteren door een eigen praktijk te beginnen. Zo zal zij meer (kunnen) verdienen, hoeft zij minder ver te reizen vanaf haar woonplaats en kan zij haar eigen agenda inrichten. Het belang van Mondzorg is met name gelegen in de bescherming van haar patiëntenbestand, aldus het hof, en niet zozeer in het tegengaan van concurrentie in het algemeen. Het concurrentiebeding wordt om die reden vernietigd. Het hof oordeelt dat de mondhygiëniste zich vrij mag vestigen, maar bepaalt wel dat zij de klanten van Mondzorg drie jaar ‘met rust laat’ om op die manier de belangen van Mondzorg te respecteren.

Tot slot
Duidelijk is dat concurrentie – en relatiebedingen aan allerlei voorwaarden gebonden zijn. Zo moeten werkgevers voortaan zeer zwaarwegende bedrijfsredenen opvoeren om een concurrentiebeding in een tijdelijke overeenkomst te kunnen rechtvaardigen, en stelt de rechtspraak, op straffe van vernietiging, zware eisen aan deze bedingen. Werkgevers en praktijken zullen moeten accepteren dat zij concurrentie ondervinden van andere mondhygiënisten of tandartsen. Indien té strenge concurrentiebedingen de vrije arbeidskeuze te veel inperken, houden deze bedingen geen stand. Dit is zeker zo indien de vertrekkende mondzorgprofessional er aanzienlijk ‘op vooruit kan gaan’ door zijn vertrek. Een bepaling om de klantenkring te beschermen, lijkt dan het hoogst haalbare voor de werkgever.

Door: Daniël Post, Eldermans|Geerts Advocaten & Zorgmakelaars


Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Marketingtip – meer klanten door gratis speekseltest

Een tandartsenpraktijk in Garderen heeft bij veel van z’n patiënten kosteloos een speekseltest gedaan waarmee onderliggende tandvleesontstekingen geopenbaard kunnen worden. Ook pakte zij de aandacht in de landelijke media.

Speekseltest
Dat met een speekseltest meerdere klaarblijkelijk afwezige problemen aan het licht kunnen komen, en dat een goede mondverzorging cruciaal is, is bekend. Om dit gratis te testen bij patiënten is echter nieuw in Nederland.

Vervolgtraject
Peter van de Schoor, mede-eigenaar van de praktijk in Garderen: “Vorig jaar hebben we 240 willekeurige patiënten getest boven de 30 jaar die bij ons bekend stonden als gezond. Bij maar liefst veertig procent van de testpersonen viel de test positief uit. Voor hen hebben we nu een vervolgtraject om alles weer in orde te krijgen.” Wat Van de Schoor ook opviel was dat ook de personen bij wie de test niet positief werd bevonden vaak graag het vervolgtraject wilde volgen, uit voorzorgsmaatregelen.

Bijeenkomst
Na het houden van de testen heeft de tandartspraktijk besloten zich voortaan volledig te focussen op preventie van mondproblemen. Om dit nieuws te verspreiden hebben de eigenaren meerdere dingen opgepakt om de aandacht op zich en hun nieuwe aanpak te vestigen. Zo werd er onder andere een bijeenkomst voor alle geïnteresseerden georganiseerd.

Marketingtip
Bij tandartsenpraktijk Garderen zijn de gratis testen en het pakken van de aandacht heel positief uitgevallen. Veel tandartsen zouden hier dan ook eventueel een voorbeeld aan kunnen nemen. Eerder was er ook al te lezen over een praktijk die veel bekendheid genereerde door middel van een competitie voor de ‘mooiste lach’.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

De tandarts als ondernemer: voldoet uw praktijkorganisatie nog?

Als praktijkhouder bent u naast tandarts ook ondernemer. Dat is geen nieuws. De laatste rol wordt eigenlijk steeds belangrijker. Enerzijds door de schaalvergroting van de praktijken en anderzijds doordat het rendement van een praktijk steeds meer onder druk staat. Een tandartspraktijk is daarom steeds meer te beschouwen als een bedrijf en daar horen bedrijfskundige keuzes bij.

Groei
Bij een kleine praktijk hebben we vaak te maken met een platte organisatie en de primaire processen staan dan centraal. De praktijkhouder heeft dan vooral de rol van tandarts en staat organisatorisch op dezelfde lijn als de andere medewerkers binnen de praktijk. Naarmate een praktijk groter is, wordt het besturen ervan steeds belangrijker en is het ook verstandig om het managen over te laten aan meerdere personen. Groei van de praktijk uit zich onder meer door het aannemen van extra personeel. Als het aantal medewerkers het aantal van 10-12 overschrijdt, start men vaak met het aannemen van niet tandheelkundig ondersteunend personeel. Vaak wordt het team als eerste uitgebreid met de (staf)functie van praktijkmanager. Daar wordt vaak (te) lang mee gewacht, maar als deze eenmaal het team komt versterken, valt er vaak een last van de schouders van de praktijkhouder. Het blijkt de investering meer dan waard.

Praktijkmanager
In het algemeen gehanteerde functieprofiel van praktijkmanager staat dat het algemene doel van de functie van praktijkmanager is het aansturen van alle medewerkers van de praktijk en het coördineren en optimaliseren van de interne bedrijfsvoering. De praktijkmanager ontvangt hiërarchisch leiding van, stemt de werkzaamheden af met en rapporteert aan de werkgever.
Aan de praktijkmanager worden meerdere aandachtsgebieden toegewezen, (waarvan delegatie mogelijk is naar andere medewerkers) zoals personeelsmanagement, kwaliteit, contacten met zorgverzekeraars, administratieve organisatie, logistiek proces, facilitair, ICT, huisvesting en beveiliging. De praktijkmanager verricht geen werkzaamheden die te maken hebben met de klinische cliëntenbehandeling (primaire proces).

Of een praktijkmanager het team komt versterken en zo ja, wanneer, hangt af van een aantal factoren:

1. De toekomstplannen
Belangrijk is dat er op basis van het beleid keuzes gemaakt worden voor het eventueel aannemen van extra medewerkers. Indien er ambities zijn om op korte termijn ‘zorg te dragen’ voor een veel groter patiëntenbestand, is een praktijkmanager onmisbaar.
2. De gewenste ‘stoeltijd’
Een praktijkmanager zorgt op managementniveau voor ontlasting en ondersteuning waardoor (weer) meer tijd over is om ‘aan de stoel te staan’. De meeste tandartsen hebben bewust voor het vak van tandarts gekozen en willen dan ook hier hun geld mee verdienen. Dan is een keuze voor een praktijkmanager een logische.
3. Managementcapaciteiten
Niet geheel onbelangrijk is de vraag of de praktijkhouder een geboren leider is of niet en zich prettig voelt in de rol van manager. Indien de praktijkhouder het overwicht dreigt te verliezen en zijn aansturende rol niet (meer) aankan, is het ook tijd om eens na te denken over het aannemen van iemand die deze capaciteiten wel bezit. Het valt niet altijd mee om dit te erkennen, maar zo heeft iedereen zijn kwaliteiten. Een goede praktijkmanager beschikt wel over deze vaardigheden en dan is het probleem daarmee opgelost.
4. Financiële situatie
Het aannemen van een praktijkmanager is een grote investering (het gemiddelde jaarsalaris bedraagt €36.000 bruto, bron: Adviessalarisschalen KNMT 2016) en de financiële situatie van de praktijk moet dit wel toelaten en gezond zijn. Een goede accountant kan een handje helpen bij het bepalen of het aannemen van een praktijkmanager verantwoord en rendabel is.

Organisatiestructuur
Een praktijk is een organisatie en heeft dan ook een zogenaamde ‘organisatiestructuur’. De organisatiestructuur is de wijze waarop taken binnen een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop vervolgens afstemming tussen (deel)taken tot stand is gebracht. In een organisatiestructuur zijn ook de hiërarchische verhoudingen zichtbaar. De organisatiestructuur kan in kaart worden gebracht of gevisualiseerd in een ‘organisatieschema’, ‘organogram’ of ‘organigram’ (deze drie benamingen zijn correct en worden naast elkaar gebruikt in de ‘organisatiekunde’).

Het organigram van een relatief eenvoudige en kleine mondzorgpraktijk, kan als volgt er uitzien.
Bekijk vergrote versie

Hierbij is de praktijkmanager niet direct verticaal onder de praktijkhouder geplaatst is. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt dat de praktijkmanager wel leiding ontvangt van de praktijkhouder, maar niet deel uitmaakt van het tandheelkundig team. De praktijkmanager heeft een staf- of adviesfunctie en dit is zichtbaar doordat deze functie schuin onder de eindverantwoordelijke, de praktijkhouder is geplaatst.
De organisatiestructuur van de ketens – waarvan het aantal snel toeneemt – is uiteraard wat complexer dan van een ‘gemiddelde’ tandartspraktijk. Een managementteam of directie is op één locatie (vaak tevens de hoofdpraktijk) aanwezig en stuurt de praktijken aan die op meerdere locaties gevestigd zijn.

Het organigram van een tandartsketen, kan als volgt er uitzien.
Bekiik vergrote versie

In het organigram is zichtbaar dat er diverse afdelingen zijn geformeerd en dat de ondersteunende afdelingen ook weer opgedeeld zijn op basis van het type ondersteuning. Dat de manier van werken anders is dan die in een kleinschalige is logisch. De ene tandheelkundig medewerker voelt zich thuis in een ‘simpele’ en kleine praktijk en een andere gedijt beter in een complexe ketenstructuur. De toekomst zal uitwijzen welke opzet het zal overleven en de tandheelkundige markt zal domineren.

Door: Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Management, Ondernemen
tandarts

Wat te doen bij acute medische noodsituaties?

Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaat uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Verslag van de lezing van Martine Oosterloo, spoedeisende hulp arts, tijdens het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

Wat kan een tandarts systematisch doen in de tijd totdat de spoedeisende hulp er is?
Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaan uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Bij een gecollabeerde patiënt moet het volgende protocol in acht genomen worden:

  1. Spreek de patiënt aan.
  2. Kijk, luister en voel de ademhaling, maximaal 10 seconden.
    Indien geen ademhaling: Start reanimatie/BLS-AED en bel 112.
    Indien wel een ademhaling: Zoek hulp en bel 112. Voer de ABCDE uit.

ABCDE

  • A =Airway
    Zorg dat de luchtweg vrij is. Eventueel slijm of bloed of braaksel kan weggezogen worden. Om de luchtweg meer ruimte te geven kan de kaak naar voren worden gehouden.
  • B = Breathing
    Om te erachter te komen of er ademhaling is, moet er naar de patiënt worden gekeken, geluisterd en gevoeld. Indien geen ademhaling: start BLS. Zeer trage ademhaling: overweeg beademen.
  • C= Circulation
    Om te controleren of er sprake is van circulatie zijn ook de zintuigen belangrijk. In de hals kan gevoeld worden of er sprake is van een hartslag. Verder zijn kleur, duizeligheid en zweten belangrijke factoren waar naar gekeken kan worden. Wanneer een patiënt zweet dan is dit een alarm signaal. Leg de patiënt plat, eventueel met de benen omhoog, bij een zwakke pols. Geen pols of tekenen van leven (meer)?: start BLS.
  • D = Disability
    Hier wordt gekeken naar reactie van de patiënt. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken naar bewustzijnsniveau (indien gedaald, denk bv aan hypoglycaemie) en/of de patiënt zijn/haar ledematen symmetrisch kan bewegen (CVA).
  • E = Exposure
    Hier wordt gelet op huidafwijkingen en temperatuur van de patiënt. Dit kan bijvoorbeeld wijzen op een allergische reactie of anafylactische shock. Bij een anafylactische shock moet er een epipen/adrenaline 300 mcg intramusculair toegediend worden en direct 112 gebeld worden.

Noodset in de tandartspraktijk
Een noodset in de tandartspraktijk kan in acute situaties zeer van toepassing zijn. Hierin hoort bijvoorbeeld de epipen, glucagon en nitroglycerine. Veel praktijken hebben ook een AED. Open de discussie in uw praktijk(groep), eventueel in samenwerking met de lokale apotheek of huisartsenpraktijk, over hoe u een dergelijke noodset kunt onderhouden. Train uw EHBO- vaardigheden regelmatig.

Martine Oosterloo is Emergency Physician/SEH-arts KNMG bij UMCG, Instructeur ALS, SBMS, CRM bij University Medical Center Groningen en Instructeur Advanced Life Support bij OSG VvAA, Voorzitter Centrale VIM Commissie bij Ambulance Zorg, Transformationeel trainer & coach bij Closing-the-loop training&coaching

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde’ van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

 

Lees meer over: Casus, Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z

Reactieronde voor wetswijziging WGBO

De ministeries van VWS en VenJ hebben een consultatieronde ingesteld voor de aankomende wijziging van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Tot 10 juni kunnen tandartsen een reactie hierop geven. In het wetsvoorstel wordt de positie van de patiënt duidelijker en sterker.

Belangrijke aanpassingen in de WGBO

  • Wettelijk inzagerecht in het dossier voor nabestaanden en voormalig vertegenwoordigers van een overleden patiënt
  • De zorgverlener moet aantekeningen maken in het dossier van de patiëntentoestemming voor ingrijpende behandelingen
  • De zorgverlener moet in het dossier opnemen als hij de patiënt (deels) wilsonbewaam acht
  • Dossiers moeten straks twintig jaar worden bewaard. Nu is dit vijftien jaar

Reactie geven in consultatieronde

Bron: KNMT en Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Vier mondrichtlijnen op meerjarenagenda door Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland (ZiN) heeft vier richtlijnen op de meerjarenagenda geplaatst en doet hiermee een oproep aan alle relevante partijen in de mondzorg, met de vraag om bij te dragen aan de ontwikkeling van deze richtlijnen.

Meerjarenagenda
Zorginstituut Nederland werkt met een meerjarenagenda, waar deze keer de vier richtlijnen in zijn geplaatst. De bedoeling is dat deze binnen een bepaalde periode door de sector moeten worden aangeleverd. Ook wordt iedereen aangemoedigd op eigen initiatief bij te dragen aan de richtlijnen. De vier richtlijnen zijn als volgt:

  1. Mondzorg voor jeugdigen
  2. Klachtenvrije geïmpacteerde derde molaar in de onderkaak
  3. Update antistolling in de mondzorg
  4. Peri-implantitus

Wettelijk toetsingskader
Om de kwaliteit van de uitvoering van deze richtlijnen te borgen wordt een wettelijk toetsingskader gehanteerd door ZiN. Hierbij is het voornamelijk belangrijk dat alle relevante partijen op welke manier dan ook betrokken zijn of zijn geweest bij de ontwikkeling en aanbieding van de richtlijn aan het Register. Daarnaast is onder andere aandacht voor patiënt en zorgverzekeraars van groot belang. Op het moment dat tandartsen zelf in alle stadia van zowel keuze en ontwikkeling als aanbieding democratisch betrokken zijn geweest bij de richtlijn, is dit de beste garantie voor een daadwerkelijk draagvlak bij het indienen van de richtlijn.

Doorzettingsmacht voor zorginstituten
Zorginstituten hebben de mogelijkheid om wettelijk in te grijpen, mocht een partij niet in staat zijn om zijn bijdrage aan de richtlijn te leveren. Dit wordt de doorzettingsmacht genoemd en betreft de aparte richtlijnen, en niet de partijen die deze aanleveren. Van de doorzettingsmacht zal dan pas als een van de laatste middelen worden ingezet.

Dekking mondzorg
Met het plaatsen van de richtlijnen op meerjarenagenda is het aftellen nu begonnen. De handen zullen in elkaar worden geslagen om zo op tijd goed werk te gaan leveren. Stichting KiMo staat operationeel gezien al in de startblokken maar wacht nog op de juiste financiële middelen. NVPM beschikt daarentegen wel over de juiste financiële middelen maar loopt nog wat achter qua het opzetten van de organisatie. Deze partijen gaan daarom nu hun krachten combineren waardoor de gehele mondzorgsectie kan worden bereikt.

Bron:
KNMT
Brief Zorginstituut Nederland aan KiMo en NVPM

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
duim-omhoog

Complimenteren: motivatie instrument nr 1

In een vorig artikel hebben we gesproken over feedback geven. Feedback is een reactie op het gedrag of functioneren van de ander met de intentie om zaken te verbeteren. Maar weet je dat je ook iets kunt doen aan de dingen waar je wél tevreden over bent? Een compliment geven. Wat is complimenteren eigenlijk? Complimenteren is het teruggeven van zaken waarover je tevreden bent. Complimenteren is verbale zonneschijn.

“De diepst menselijke behoefte is de behoefte om gewaardeerd te worden”
William James (Amerikaanse psycholoog 1842 -1910)

Of je nu leiding geeft of prettig samenwerkt met je collega’s, het is altijd leuk om te horen waar een ander tevreden over is. Denk goed na waarom je iemand een compliment wilt geven en doe het alleen wanneer je het echt meent en het oprecht is. De mens is een sociaal wezen en heeft behoefte om ergens bij te horen, het oprechtste en mooiste compliment wat je kunt geven aan de ander is aandacht. Bedenk maar eens wat een beetje aandacht doet tijdens de zorg voor anderen of wanneer je een kind een compliment geeft over een mooie tekening. Erkenning en waardering zijn basisbehoeften van de mens. Erkenning zorgt er voor dat je meer oog hebt voor anderen en dat je makkelijker erkenning teruggeeft, je wilt als mens van betekenis zijn. Gebrek aan erkenning en waardering is één van de belangrijkste redenen waarom medewerkers een organisatie verlaten, ongemotiveerd en passief zijn of zelfs met burnout verschijnselen thuis komen te zitten.

Wanneer en aan wie geef je een compliment?
Wanneer je iemand een compliment wilt geven, is de timing van groot belang. Je geeft niet zomaar een compliment en wilt dat de ontvanger het compliment hoort en in ontvangst kan nemen.Een compliment kun je persoonlijk geven, in dat geval neem je degene die je wilt complimenteren even apart en geeft hem of haar een compliment vanuit de ik-vorm. Bijvoorbeeld: “ Ik wil je laten weten dat je indruk op me hebt gemaakt over hoe je deze taak hebt aangepakt”. Dit is een heel persoonlijke en krachtige manier van aandacht.

Complimenteren kan in een groep tijdens een vergadering of bijeenkomst. Je kunt de natuurlijk de hele groep een compliment geven maar dat is minder effectief, je kunt er ook bewust voor kiezen om één persoon binnen de groep te complimenteren met iets wat hij/zij uitmuntend gedaan heeft. Het effect hiervan is enorm.

Denk hier van te voren over na, één persoon binnen de groep een compliment maken, geeft een boost, je laat hiermee aan de anderen zien dat er een goede prestatie is geleverd, je maakt iemand belangrijk in de ogen van de andere groepsleden. Wanneer je een leidinggevende functie hebt is dit hét motivatiemiddel bij uitstek. Je kunt hiermee bijvoorbeeld de aandacht vestigen op de introverte collega die altijd op de achtergrond blijft maar wel uitmuntend werk levert.

Wat doet een compliment met ontvanger en de gever?
Complimentjes maken het werk leuker, de sfeer verbetert en uit onderzoek blijkt dat de ontvanger van een compliment meer energie krijgt. Oprechte waardering stimuleert enorm en verhoogt de productiviteit, mede omdat men ervaart dat er niet alleen gereageerd wordt op zaken die voor verbetering vatbaar zijn maar ook op zaken die goed gaan.

Het humeur van de gever van een compliment zal verbeteren als je ervaart wat een compliment doet met de ander. En weet je wat zo mooi is, het is gratis, is zo gebeurd en enorm effectief!

Complimenteren volgens het 6 stappenplan
1. Persoonlijk en concreet
Geef het compliment vanuit de ‘ik vorm’. Wanneer je een compliment geeft vanuit de ik-vorm geef je aan dat het een persoonlijk compliment is van jou voor de ander.
2 Positief
Een compliment is altijd positief geformuleerd en gaat over positieve dingen.
3. Gemeend
Je geeft een compliment aan de ander wanneer het echt gemeend en oprecht is.
4. Varieer
Geef je vaker complimenten? Varieer dan eens met de manier waarop je een compliment geeft, in de groep, persoonlijk of misschien wel met een bloemetje.
5. Timing
Erg belangrijk om het compliment binnen te laten komen bij de ander. De ander moet naar je kunnen en willen luisteren.
6. In de groep/persoonlijke
Een persoonlijk compliment 1-op-1 gegeven heeft een andere impact dan wanneer je iemand binnen de groep waardering geeft.

Hoe ontvang je een compliment?
Wanneer je een complimentje ontvangt, ben je in veel gevallen geneigd om dit meteen weg te wuiven en er overheen te walsen met een negatief antwoord.

Bijvoorbeeld.
Collega 1: “Goh, wat heb jij een leuke trui aan, die staat je goed!” Jij; “Ach, deze is al oud hoor, heb ik gekocht in de uitverkoop”. Herkenbaar? Vaak vind je het ongemakkelijk om een compliment te ontvangen, sterker nog, we horen de complimenten niet als deze tijdens een gesprek geuit worden. Van oudsher is het zo dat we altijd gewezen worden op zaken die niet goed gaan en veel te weinig op wat wel goed gaat, daarom zijn we slecht in het ontvangen van een compliment. We worden er ongemakkelijk of verlegen van.

Wat doe je dan wanneer je een compliment ontvangt?
Neem het compliment in ontvangst en zeg DANK JE WEL! Ga je niet verontschuldigen. Simpel toch?

Wist je dat er een Complimentendag bestaat? Ieder jaar op 1 maart is het complimentendag, leuk om daar eens iets mee te doen.

Door:
Thalita Smit, van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen, Dit bedrijf ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Broers steggelen over tandartspraktijk in Deventer

Twee broers hebben al jaren ruzie om een tandartspraktijk aan de Ceintuurbaan in Deventer. Ze zijn beiden van mening hierop recht te hebben.

De huidige eigenaar, de broer uit Deventer, wil het pand verkopen maar zijn broer – die als tandarts werkzaam is in Duitsland – ligt dwars en heeft beslag laten leggen op het pand. De tandarts uit Deventer heeft nu een kort geding aangespannen waarin hij opheffing van het beslag eist.

De broer uit Duitsland heeft de praktijk opgericht waarbij de dagelijkse leiding bij zijn broer uit Deventer ligt. De tandarts uit Deventer kocht het pand later maar de huurovereenkomst met de tandartspraktijk liet hij bestaan.

De uitspraak is over twee weken.

Bron: Deventernieuws.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Introductie belasting op suikerrijke drankjes in Engeland

De Britse Minister van Financiën, heeft aangekondigd dat binnenkort belasting op suikerrijke drankjes geïntroduceerd zal gaan worden. Hij hoopt op deze manier 520 miljoen pond op te halen voor sporten op scholen.

Belasting voor producent
Al eerder werd gepleit voor een suikerbelasting in Engeland. Nu kondigde George Osborne in de achtste begroting aan dat de belasting zal gaan worden doorgevoerd bij de producenten van suikerrijke drankjes, en niet per sé bij de consument. De belasting zal gelijk staan aan zo’n 18 tot 24 pence per liter, wat gelijk staat aan zo’n 30 eurocent. De winst die hierop gemaakt wordt, zal worden geïnvesteerd in sportprogramma’s op scholen.

‘Ik wil niet aan het einde terug kijken op mijn carrière in het Britse parlement en mijn kleinkinderen moeten vertellen dat ik al die tijd al wist dat er een probleem was met suikerrijk drinken en dat ik wist dat dit ziektes veroorzaakt maar dat ik hier nooit wat aan heb gedaan’, aldus Osborne.

Goede ontwikkeling
Mick Armstrong, hoofd van de British Dental Association, geeft aan positief verrast te zijn door deze ontwikkeling. ‘Suiker is goedkoop, verslavend en vrij van voedingsstoffen. Dit lijkt nu eindelijk door te dringen in de industrie.’

Suikerbelasting
De suikerbelasting zal ingevoerd gaan worden in de komende twee jaar. Voor de suikerbelasting zullen twee categorieën komen: een voor de drankjes met 5 gram suiker per 100 ml, en een voor die met 8 of meer gram per 100 ml. Voor pure fruitdrankjes en drinken gebaseerd op melk worden uitzonderingen gemaakt.

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Waarom leiden protocollen niet altijd tot een goede samenwerking?

Binnen tandartspraktijken wordt soms te veel de nadruk gelegd op het opstellen van protocollen en de verwachting dat het team alle afspraken direct zal opvolgen. De protocollen of kwaliteitssystemen leiden niet altijd tot het gewenste gedrag en soms zelfs tot weerstand. Dit artikel geeft aan waarom protocollen of een kwaliteitssysteem alléén niet tot een goede samenwerking leiden.

Wat is het doel?
Door de nieuwe WIP-richtlijn gaan veel praktijken hun protocollen aanpassen. Het opstellen van protocollen of een kwaliteitssysteem wordt binnen praktijken nog al eens verheven tot het doel. Echter, het gebruik hiervan is puur een middel om de afgesproken werkwijze vast te leggen. Het doel van de praktijk is een goede sfeer en samenwerking binnen het team, waarbij de afgesproken werkwijze wordt gevolgd.

Bovenstroom en onderstroom
Waarom leiden protocollen of een kwaliteitssysteem niet altijd tot een goede samenwerking en leveren zij soms zelfs weerstand op? Belangrijk voor praktijkhouders is een juiste balans te vinden tussen de bovenstroom en onderstroom binnen de praktijk.

  • De bovenstroom is gericht op het bedrijfsmatig denken in onder andere doelen, plannen en afspraken. Deze stroom gaat uit van de management illusie: het hele proces van organiseren kan worden beheerst, de boel kan in de greep worden gehouden door er bovenop te zitten.
  • De onderstroom daarentegen gaat uit van de aanname dat het proces van organiseren op zijn beloop gelaten kan worden en wordt gekenmerkt door menselijke behoeften als zelfstandigheid, erkenning en respect.

De bovenstroom en onderstroom zijn communicerende vaten: naarmate er meer druk komt uit de bovenstroom op de ene plaats, zal er meer tegendruk komen uit de onderstroom op een andere plaats. Door alles vast te leggen in protocollen of een kwaliteitssysteem (= bovenstroom) ontstaat bureaucratie. Door te veel te vertrouwen op de professionaliteit van het team (= onderstroom) ontstaat willekeur.

Rol van de praktijkhouder
De balans tussen de bovenstroom en onderstroom is bepalend voor de sfeer en samenwerking. Kortom, het opstellen van protocollen of een kwaliteitssysteem zijn zeker van toegevoegde waarde voor een praktijk. Als tegenhanger kan een praktijkhouder via de volgende vragen voor zichzelf vaststellen of er ook voldoende aandacht wordt gegeven aan de onderstroom.

1. Geeft u uw team vertrouwen?
2. Toont u respect voor de medewerkers?
3. Bent u oprecht in uw handelen en uw gedrag?
4. Geeft u constructieve feedback?
5. Bent u eerlijk naar iedere medewerker (/ eerlijk spel spelen)?
6. Heeft u aandacht voor het team en het teamproces (/ teamgerichtheid)?

Conclusie en advies
Uit onderzoek* zijn deze zes ‘onderstroom’ waarden afgeleid, die in succesvolle organisaties zeer vaak aanwezig blijken te zijn. Mijn advies aan praktijkhouders is dan ook deze waarden niet te onderschatten in het verbeteren van de sfeer en samenwerking binnen een praktijk, en vooral niet alleen te vertrouwen op de protocollen of het kwaliteitssysteem.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl. Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in het opzetten van een solide praktijkorganisatie met gedeelde verantwoordelijkheden. De praktijkhouder wordt gecoacht en getraind tot een goede leider, maar kan zodoende vooral ‘tandarts zijn’.



*Bron: Dit artikel is mede gebaseerd op het boek ‘Veranderdiagnose. De onderstroom van organiseren.’ van Rob van Es. (Wolters Kluwer Business, 2008.)

Lees meer over: Management, Ondernemen

Tuchtrecht: berisping voor uitvoeren niet realiseerbare behandeling

Klaagster heeft zich in verband met klachten van haar bovenkaak gewend tot een tandarts (verweerder). Vanwege het verloop van de behandeling, de loszittende implantaten en een ondeugdelijke constructie in de bovenkaak heeft klaagster een klacht ingediend bij het tuchtcollege. De tandarts wordt berispt.

Klacht
De klacht houdt in dat verweerder een behandeling aan de bovenkaak van klaagster heeft uitgevoerd, waarvan hij had moeten weten dat die niet realiseerbaar was; de privacy van klaagster heeft geschonden en de klaagster na intimidatie en onder dwang een overeenkomst heeft laten tekenen.

Behandeling
De behandeling in de bovenkaak hield in het plaatsen van vier korte implantaten. Op de implantaten is een stegconstructie en een uitneembare gebitsprothese vervaardigd. In de onderkaak werden onder meer twee implantaten geplaatst en brugconstructies aangebracht.

Vergoeding afgewezen door verzekeraar
Verweerder heeft klaagster voorafgaand aan de behandeling drie offertes uitgebracht. Voordat daarover uitsluitsel van de verzekeraar is verkregen, is de verweerder gestart met de behandeling. De klaagster heeft hiervoor een behandelovereenkomst ondertekend, waar onder meer in stond “De risico’s van de behandelingen evenals de ontstane kosten zijn mij in een persoonlijk gesprek en verwijzend naar de persoonlijke situatie uitvoerig uitgelegd”. Klaagster heeft zich een halfjaar later met pijnklachten tot verweerder gemeld en na onderzoek bleek sprake van een niet in het bot vastgegroeid implantaat in de bovenkaak, dat daarop door verweerder is verwijderd. Snel daarna kreeg zij een rekening gestuurd voor de kosten voor het werkstuk in de onderkaak en de implantaten in de bovenkaak. Een maand later werd het definitieve werkstuk in de bovenkaak geplaatst. Ook hiervoor kreeg ze een rekening voor de behandeling aan en het werkstuk voor de bovenkaak. Na advies van een kaakchirurg is een implantaat in de bovenkaak verwijderd. Bijna een jaar na de start van de behandeling, heeft de verzekeraar het verzoek om vergoeding van de nota’s van verweerder afgewezen.

Beoordeling
Het college constateert dat verweerder slechts beperkt diagnostisch onderzoek heeft gedaan en dat er een behandelplan ontbrak. Zo was er sprake van een geringe hoogte en slechte kwaliteit van het bot in de bovenkaak, een slechte mondhygiëne en een betande onderkaak. Bovendien rookte klaagster twee pakjes sigaretten per dag. Dat alles maakte dat met de door verweerder bedachte behandeling, het aanbrengen van korte implantaten in de bovenkaak in redelijkheid niet kon worden begonnen. Evenmin heeft verweerder klaagster voorafgaand aan de behandeling onvoldoende geïnformeerd over de daaraan voor haar verbonden specifieke risico’s en het te verwachten resultaat daarvan. Omdat de klaagster tegen verweerder heeft gezegd dat haar vriendin de behandeling zou betalen indien de verzekering vergoeding daarvan zou weigeren, acht het college het aannemelijk dat deze betalingsafspraak gemaakt is. Dat verweerder dit vervolgens met die vriendin heeft besproken toen betaling door klaagster uitbleef, kan klaagster dan ook niet aan hem als schending van haar privacy verwijten. Het college heeft in de stukken geen aanknopingspunten kunnen vinden dat klaagster is geïntimideerd door verweerder en dat de verweerder de betaling alleen veilig wilde stellen door middel van de ondertekening van de verklaring door klaagster.

Conclusie
De verweerder is voorafgaand aan en tijdens de bij klaagster uitgevoerde behandeling tekortgeschoten in de zorg die klaagster van hem mocht verwachten, dus de eerste klacht is daarmee gegrond en de tandarts krijgt een berisping. De andere twee klachtonderdelen zijn afgewezen.

Bekijk de uitspraak

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
londense-tentoonstelling

Inzending Yvonne Buunk-Werkhoven voor Mouthy: Londense tentoonstelling over de mond

Vanaf juli tot november 2016 is er in Londen een bijzonder evenement te vinden, genaamd ‘Mouthy’. De Science Gallery London host dan een ruimte om alles in en rondom te mond te ontdekken.

Kunstenaars en wetenschappers van over de hele wereld werden uitgenodigd om voorstellen te doen voor de tentoonstelling. Yvonne Buunk-Werkhoven http://www.spoh-arts.com/, onderzoeker, mondhygiënist, psycholoog en NVM-bestuurslid stuurde haar inzending in: “The unique mouth”. Over hoe onze monden en hun inhoud ons fysiek, sociaal en cultureel kenmerken en daarmee een vorm van zelf-expressie zijn.

Buunk-Werkhoven: “Voor de link tussen kunst en wetenschap is fotograaf Erwin Olaf http://www.erwinolaf.com/ voor mij een inspirator. In 2014 en 2015 heb ik daarnaast de collage workshop Beeldproeverij gevolgd, een initiatief van kunstenaar Harald Vlugt http://www.haraldvlugt.com/. Tijdens deze workshops heb ik drie collages (leporello’s) gemaakt:

  • “Creativity is a result of how I think, feel and laugh…” leporello III (2015), met nadruk op het lachen
  • “Creativity is a result of how I think and feel…” leporello II (2014), met nadruk op lachen en naaktheid
  • “Creativity is a result of how I think…” leporello I (2014), met focus op de mond/lach in de kunst







Thema’s en onderwerpen
De Science Gallery hoopt tijdens het evenement verschillende thema’s en onderwerpen te kunnen dekken, waaronder:

  • Kwijlende monden – de essentiële rol van speeksel
  • Gezonde en ongezonde monden – de impact van bacteriën in onze monden
  • Emotionele monden – alles wat kan omgaan in een mond, van pijn tot plezier
  • Veranderende monden – hoe monden door de jaren heen zijn ontwikkeld, en hoe dit communicatie beïnvloedt
  • Unieke monden – hoe monden en hun inhoud mensen fysiek, sociaal en cultureel gezien van elkaar onderscheiden, en een platform voor het uiten van jezelf bieden
  • Monden van de toekomst – hoe zullen monden er in de toekomst uitzien?
  • Dieren monden

Meer informatie

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Blog – Zet niet uw patiënt centraal, maar wel uw team

Uit diverse praktijk begeleidingstrajecten wordt mij meer en meer duidelijk dat praktijken niet de patiënt centraal moeten stellen. Toch lees ik dit regelmatig op praktijkwebsites en hoor ik dit praktijkhouders zeggen. Het lijkt een logische gedachte, maar waarom zou u de patiënt niet centraal moeten plaatsen maar wel uw team?

Voor een praktijkhouder zullen patiënten dus niet op de eerste plaats moeten komen. Zorgverlening is mensenwerk en mondzorg is meer en meer een teamprestatie. Door als praktijkhouder het team op de eerste plaats te zetten, zullen zij zorgen voor (zeer) tevreden patiënten.

In zijn algemeenheid kan dit al heel eenvoudig: behandel het team zoals u zelf behandeld wilt worden. De volgende adviezen gaan hier verder op in.

Adviezen
Een praktijkhouder fungeert tegenwoordig niet meer als baas, maar vooral als leider. Leiderschap houdt onder andere in dat het team op de eerste plaats komt. Met de volgende adviezen – stuk voor stuk gericht op een menselijke benadering van het team – kunnen praktijkhouders dit bewerkstelligen.

Noot: bij het lezen van dit artikel dient de tandarts / praktijkhouder zijn rol als tandarts (zorgverlener) apart te zien van zijn rol als praktijkhouder (leider).

  1. Geef vertrouwen en stimuleer om zelf oplossingen aan te dragen
    Door medewerkers vertrouwen te geven dat zij in staat zijn problemen of fouten zelf op te lossen, geeft dit zelfvertrouwen. En zelfvertrouwen is wat medewerkers nodig hebben om patiënten goede zorg te verlenen en zichzelf verder te ontwikkelen.
  2. Toon interesse
    Niets stimuleert een mens zoveel als de interesse van een medemens. Wat medewerkers energie geeft, is het tonen van werkelijke interesse. In veel praktijken worden medewerkers vooral aangesproken op fouten. Zonder oordeel interesse tonen werkt veel constructiever. Aandacht doet alles groeien.
  3. Faciliteer medewerkers in hun werk
    Een praktijkhouder motiveert zijn team meer door zich te richten op de zaken die het team nodig heeft om goede zorg te kunnen verlenen, dan door u op henzelf te richten. Het is namelijk een enorme motivatie voor het team als zij zich volledig op hun werk kunnen concentreren en zich niet met randzaken hoeven bezig te houden. Zorg dus voor de juiste apparatuur, attributen en kennis.
  4. Vier de successen
    Onze hersenen zijn verzot op negativiteit. Terwijl het vieren van successen – zoals een prachtig behandelresultaat of een tevreden patiënt die bonbons komt brengen – juist aanzet tot het begrijpen van de kern van dat succes. En geniet als leider toonbaar van deze successen, want dit is een geweldige stimulans voor medewerkers.
  5. Tot slot, houd patiënten enquêtes
    Deze laatste is niet te rijmen met de rest van het rijtje, maar is wel een hele belangrijke. Het team wordt centraal gesteld, zodat zij vervolgens zorgt voor zeer tevreden patiënten. De patiënten enquête is het rapportcijfer voor de prestaties van het team.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl. Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in het opzetten van een solide praktijkorganisatie met gedeelde verantwoordelijkheden. De praktijkhouder wordt gecoacht en getraind tot een goede leider, maar kan zodoende vooral ‘tandarts zijn’.



Bron: Dit artikel is mede gebaseerd op het boek ‘Turbo management’ van Jeroen Busscher. (Business Contact, 2010.)

Lees meer over: Ondernemen, Personeel