Remko van der Ploeg 400 x 230

Podcast: De handrem erop door onzekerheid – Remko van der Ploeg

De mondhygiënist die bij Remko van der Ploeg een online sparringsessie “vragen(v)uurtje” had geboekt, twijfelde enorm hoe ze moest omgaan met dingen die haar voorgangster voor haar had achtergelaten. Hoe ga je daarmee om?

Ze had onlangs een praktijk overgenomen en liep er tegenaan dat er korting was gegeven op de tarieven. Hoe ga je daarmee om? Dat, en nog een paar andere voorbeelden, vertelt Remko in deze podcast.

 

Beluister de podcast

Remko van der Ploeg, Secondent – individuele begleiding bij de start of overname van een praktijk.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Het Tandenhuis

Het Tandenhuis opende zijn deuren in Hoef en Haag

Op 2 januari is er in Hoef en Haag een nieuwe praktijk geopend, het Tandenhuis. Leslie van Oostenbrugge, een van de praktijkhouders, vertelt hoe dit is gelopen en hoe zij het ervaarde. Van Oostenbrugge heeft in één pand de tandartspraktijk (Het Tandenhuis), de orthodontiepraktijk (Het Orthohuis) en de praktijk voor mondhygiëne gehuisvest.

Hoef en Haag is een dorp in aanbouw aan de Lek. Van Oostenbrugge is hier haar praktijk begonnen, omdat Hoef en Haag haar als compleet nieuw dorp aantrok. Ze wilde alle nieuwe bewoners lieve mondzorg bieden, vertelt ze. “Het is een unieke kans om een dorpspraktijk te bouwen”. Het stond misschien niet op de planning, maar het idee om een eigen praktijk daar te open groeide naarmate het dorp groeide. Van Oostenbrugge vertelt dat de start van de praktijk als zeer goed is ervaren.” We zijn ontzettend lief door de bewoners welkom geheten! Dat voelt zo fijn”. Het hele team bruist van enthousiasme en energie. Dat is ook fantastisch, gaat ze verder.

Het Tandenhuis

Locatie

Over de locatie zei Van Oostenbrugge dat het gewoon naar haar toe kwam. “Een volledig nieuw dorp wat op 3 kilometer van mijn huidige praktijk in Vianen is gesitueerd. Er was nog geen tandarts gevestigd maar wel veel animo van tandartsen om daar te komen werken”. Perfect dus volgens Van Oostenbrugge. Het moeilijkste was een ruimte te vinden. Uiteindelijk kwam ook deze vanzelf op haar af. Bewoners van het huis, waar nu de praktijk zit, gingen verhuizen. Het mooie was, dat er op deze woning een bestemmingsplan en vergunning voor een praktijk aan huis was. De opening heeft Van Oostenbrugge als zeer goed ervaren. “Door het enthousiasme van het dorp en het team vielen alle kwartjes op de juiste plekken”.

Praktijk

Van Oostenbrugge is naast praktijkhouder ook nog actief aan de behandelstoel. Een uitdaging maar iets wat ze graag doet. “Het mooie nieuwe is om een mentorrol voor de jonge tandartsen, mondhygiënisten en andere medewerkers te mogen vervullen! Wanneer je hen alle vertrouwen geeft groeit er iets prachtigs”. In totaal werken er twee tandartsen en vijf baliemedewerksters bij het Tandenhuis.

Team Hoef en Haag

Toekomst

Toekomstplan van Van Oostenbrugge is om de praktijk prachtig op te bouwen. “Uniek is om orthodontie, tandheelkunde en mondhygiëne onder 1 dak te mogen realiseren voor en in dit dorp en verre omstreken”. Op de begane grond zijn twee stoelen: een voor de tandarts en een voor de mondhygiënist. Zij werken voor het Tandenhuis Hoef en Haag. Op de eerste etage zijn twee stoelen vóór orthodontie gerealiseerd vanuit het Orthohuis. Een prachtige combinatie volgens Van Oostenbrugge. Wat ze beginnende praktijkhouders wil meegeven is vertrouwen hebben in je team en jezelf.

“Het starten begint met een verlangen!”

Leslie van Oostenbrugge

Leslie van Oostenbrugge

Wil je ook op dentalinfo.nl met collega’s delen hoe de start van je praktijk verliep? Mail naar info@dentalinfo.nl We stemmen graag met je af.

Lees meer over: Management, Ondernemen
Tuchtrecht Klacht tegen collega tandarts leidt tot berisping

Tuchtrecht: Klacht tegen collega tandarts leidt tot berisping

De klager is zelf tandarts en heeft een klacht ingediend tegen een collega tandarts in dezelfde plaats waarmee de verhouding al jaren verstoord is. De klager geeft aan dat de tandarts zich niet collegiaal gedraagt door medische dossiers van overgestapte patiënten niet te verstrekken en patiënten aanmoedigt en financieel steunt om klachten in te dienen tegen een collega tandarts waar de verweerder een conflict mee heeft.

Volgens de klager is dit in strijd met een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Er zijn tuchtklachten ingediend door acht patiënten die eerder door de klager zijn behandeld.

Klacht

De klager heeft een klacht ingediend tegen de verweerder vanwege het feit dat de verweerder oncollegiaal heeft gehandeld door patiënten aan te moedigen om klachten in te dienen tegen de klager. Daarnaast heeft de verweerder namen van voormalige patiënten gebruikt om brieven op te stellen, ondertekenen en versturen aan de praktijk van de klager waarin wordt gevraagd om medische gegevens van het elektronische dossier te sturen. Verder heeft de verweerder medische dossiers van patiënten die naar de klager zijn overgestapt niet verstrekt. De verweerder heeft het tuchtcollege verzocht om de klacht niet inhoudelijk te behandelen en wanneer de klacht wel wordt beoordeeld heeft de verweerder het college verzocht om de klacht ongegrond te verklaren.

Beoordeling

Het tuchtcollege geeft aan dat het medisch tuchtrecht het doel heeft om de kwaliteit van de patiëntenzorg te bevorderen en niet bedoeld is om een oordeel te geven over een verstoorde houding tussen zorgverleners onderling. Volgens het tuchtcollege heeft de verweerder patiënten aangemoedigd om tuchtklachten tegen de klager in te dienen waarbij de verweerder de advocaatkosten ook voor eigen rekening neemt. Het tuchtcollege heeft geoordeeld dat dit niet professioneel is en strijd met de vastgelegde gedragsregels voor tandartsen verklaard dit klachtenonderdeel als gegrond. Er is niet voldoende informatie om te onderbouwen dat de vervalste reviews in opdracht van de verweerder op social media heeft geplaatst. Het tweede klachtenonderdeel houdt in dat de verweerder brieven opstelt in naam van voormalig patiënten en dat praktijkmedewerkers deze brieven hebben ondertekend.

Echter geeft de verweerder aan dat deze brieven zijn opgesteld en ook door de betrokken patiënten zelf zijn ondertekend. Dit klachtenonderdeel is ongegrond omdat er onvoldoende informatie is over het feit dat handtekeningen vervalst zijn of niet. Het derde klachtenonderdeel houdt in dat de verweerder de patiëntendossiers van de patiënten die zijn overgestapt naar de klager niet heeft verstrekt. Het is echter niet mogelijk om vast te stellen of de patiënten zelf een verzoek hebben gedaan om het dossier niet door te sturen of dat de verweerder het dossier niet op tijd of niet volledig heeft afgegeven. Dit klachtenonderdeel is daarom ook ongegrond.

Uitspraak

Het eerste klachtenonderdeel is gegrond en de andere twee klachtenonderdelen zijn ongegrond. Het tuchtcollege legt een berisping op omdat de verweerder op meerdere momenten had moeten beseffen dat zijn handelen niet past binnen de patiëntenzorg

 

Bron:
Tuchtrecht Overheid

 

 

 

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Anders Medical Factoring stopt verwerking nieuwe declaraties per 1 mei 2024

Anders Medical Factoring stopt verwerking nieuwe declaraties per 1 mei 2024

Anders Medical Factoring, specialist in de verwerking van declaraties in de mondzorg, heeft in een publicatie aan haar klanten en op haar website laten weten dat zij per 1 mei 2024 stopt met het accepteren van nieuwe declaraties. Aanleiding voor dit besluit zijn problemen met het ICT-systeem van het bedrijf waardoor is besloten om de activiteiten af te bouwen.

Oplossingen voor bestaande klanten Anders Medical Factoring

De berichtgeving vraagt om slagvaardig handelen door praktijken die nu met Anders werken om te zorgen dat de cashflow en het vertrouwen van patiënten op peil blijven. Uitgaande van een uitbetaling in 6 weken zullen praktijken in april/mei 2024 een beslissing moeten nemen over een alternatieve oplossing. Anders adviseert om een nieuw contract aan te gaan met Infomedics.

De eerder ingediende declaraties tot 1 mei 2024 worden afgehandeld door Anders Medical Factoring. Een praktijk kan zelf kiezen wat ze per 1 mei 2024 met haar declaraties doet.

Mogelijke opties voor klanten van Anders

  • Overstappen naar een andere factoraar zoals Infomedics of Netpoint
  • Declareren met een gespecialiseerde software dienst zoals Payt of Intelly
  • Kiezen voor declareren en factureren met praktijksoftware
  • (Gedeeltelijk) stoppen met clearing en kiezen voor pinnen aan de balie

Met de beëindiging van de activiteiten van Anders verdwijnt er opnieuw een dienstverlener op het vlak van medische factoring.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Remko van der Ploeg 400 x 230

Podcast: Waarom lukt het maar niet om je doel te bereiken? – Remko van der Ploeg

Hoe vaak komen we er niet achter dat alles wat je je had voorgenomen, niet is gelukt. Waarom is dat eigenlijk? Op het moment dat je het uitsprak, voelde het zo echt. Je meende wat je zei en je wilde het dit keer echt anders aanpakken. En nu? Je kan niets anders dan toegeven dat er eigenlijk niets is veranderd.

Balen zeg. Je gaat voor een 2e (of 3e) poging en je neemt je voor om er nu echt mee aan de slag te gaan. Maar, hoe zorg je er nu voor dat je over 6 maanden niet weer moet concluderen dat je nog steeds vast zit in je oude patroon?

Beluister de podcast

Remko van der Ploeg, Secondent – individuele begleiding bij de start of overname van een praktijk.

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Tuchtrecht: Klacht tegen tandarts vanwege verwijderen van element die vastzat aan brug

Tuchtrecht: Klacht tegen tandarts vanwege verwijderen van element die vastzat aan brug

De klager was sinds 2010 patiënt bij de praktijk van de beklaagde. Op 1 maart 2020 was de klager voor het laatst op controle geweest bij een collega tandarts. Tijdens deze controle is een solo gemaakt en aan de hand daarvan is in het patiëntendossier genoteerd dat de 27 verloren is en doorgeslepen moest worden om te verwijderen.

Op 23 mei 2023 was de klager bij de tandarts gekomen om de 27 te extraheren. Voorafgaand aan de behandeling werd een röntgenfoto gemaakt. Tijdens het trekken van de kies brak er een stukje van de 27 en van de 26 af. Na het bekijken van de patiëntkaart kwam de tandarts erachter dat de 27 onderdeel was van een brug waarna de tandarts de 27 heeft los geslepen van de brug waarbij er nog een stukje van de 26 af brak. Tijdens de behandeling brak er ook een stukje van de 21 af en de tandarts heeft dit tijdelijk en kosteloos hersteld met composiet. Ongeveer een uur na de behandeling kwam er nog een stukje los van element 25. Na de behandeling heeft de tandarts een orthopantomogram (OPT) gemaakt en de klager aangeboden om de 21, 25 en 26 te behandelen. Uit coulance zouden dan voor de 21 alleen de techniekkosten in rekening worden gebracht. De totale kosten zouden dan ongeveer €800 zijn voor de klager. De klager heeft een second opinion aangevraagd bij tandarts D, waaruit is gebleken dat er een nieuwe brug gemaakt moet worden waarvan de kosten € 5.200 zouden zijn. De klager heeft daarbij aan de beklaagde tandarts gevraagd om de helft te vergoeden, echter heeft de tandarts dit geweigerd.

Situatie

De klager was sinds 2010 patiënt bij de praktijk van de beklaagde. Op 1 maart 2020 was de klager voor het laatst op controle geweest bij een collega tandarts. Tijdens deze controle is een solo gemaakt en aan de hand daarvan is in het patiëntendossier genoteerd dat de 27 verloren is en doorgeslepen moest worden om te verwijderen. Op 23 mei 2023 was de klager bij de tandarts gekomen om de 27 te extraheren. Voorafgaand aan de behandeling werd een röntgenfoto gemaakt. Tijdens het trekken van de kies brak er een stukje van de 27 en van de 26 af. Na het bekijken van de patiëntkaart kwam de tandarts erachter dat de 27 onderdeel is van een brug waarna de tandarts de 27 heeft los geslepen van de brug waarbij er nog een stukje van de 26 af brak.

Tijdens de behandeling brak er ook een stukje van de 21 af en de tandarts heeft dit tijdelijk en kosteloos hersteld met composiet. Ongeveer een uur na de behandeling kwam er nog een stukje los van element 25. Na de behandeling heeft de tandarts een orthopantomogram (OPT) gemaakt en de klager aangeboden om de 21, 25 en 26 te behandelen. Uit coulance zouden dan voor de 21 alleen de techniekkosten in rekening worden gebracht. De totale kosten zouden dan ongeveer €800 zijn voor de klager. De klager heeft een second opinion aangevraagd bij tandarts D, waaruit is gebleken dat er een nieuwe brug gemaakt moet worden waarvan de kosten € 5.200 zouden zijn. De klager heeft daarbij aan de beklaagde tandarts gevraagd om de helft te vergoeden, echter heeft de tandarts dit geweigerd.

Klacht

De klager diende een klacht in tegen de tandarts vanwege het feit dat de tandarts niet heeft gezien dat de kies in bovenkaak die geëxtraheerd moest worden, vastzat aan een brug en daardoor tijdens de behandeling schade heeft aangericht aan twee andere kiezen en een voortand.

De tandarts heeft de klager voor de behandeling niet geïnformeerd over de risico’s op beschadiging van andere kiezen. Daarnaast vindt de klager dat de beklaagde tandarts onvoldoende compensatie heeft aangeboden voor de herstelbehandeling.

Standpunt tandarts

De tandarts heeft aangegeven dat hij pas in tweede instantie heeft gezien dat element 27 vastzat aan een brug omdat hij een dergelijke brugconstructie nog nooit eerder had gezien. Daarnaast geeft de tandarts aan dat element 21 endodontisch is behandeld en dat de brug daarom vermoedelijk verzwakt is ter plaatse van dit element waardoor er een stukje is afgebroken. Bij element 25 en 26 is cariës aanwezig. Omdat er ook andere problemen in de mond zijn en de klager al een lange tijd niet bij de tandarts is geweest is de beklaagde tandarts niet bereid om de herstelbehandeling van de elementen uit coulance uit te voeren. De tandarts geeft aan dat hij van tevoren niet goed heeft gekeken naar de brugconstructie en dat hij zich wel heeft ingelezen in de patiënt maar het dossier niet helemaal heeft gelezen tot en met 2020.

Beoordeling

Het klachtenonderdeel gaat over het feit dat de tandarts niet heeft gezien dat element 27 vastzat aan andere kiezen door middel van een brug. Het tuchtcollege heeft geoordeeld dat de tandarts niet zorgvuldig heeft gehandeld door vooraf niet voldoende kennis te hebben verkregen over de situatie van de patiënt. Het tuchtcollege oordeelt dat de tandarts niet bekwaam heeft gehandeld en daarmee is het klachtenonderdeel gegrond.

Het tweede klachtenonderdeel betreft het feit dat de tandarts onvoldoende compensatie heeft geboden voor de veroorzaakte schade in de mond. De tuchtrechter kan hier echter niet over oordelen en geeft aan dat dit voorbehouden is aan de civiele rechter. Dit klachtenonderdeel is daarmee ongegrond.

Uitspraak

Het tuchtcollege legt de lichtste maatregel, een waarschuwing, op vanwege het feit dat de tandarts niet goed voorbereid was op de extractie van element 27 en daardoor onzorgvuldig heeft gehandeld.

Bron:
Tuchtrecht Overheid

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
NVM ONT VvAA Startersdag 2024

Enthousiasme en interactiviteit tijdens NVM/ONT/VvAA Startersdag 2024

Op zaterdag 9 maart stond in Utrecht de startersdag voor mondhygiënisten en tandprothetici op de kalender. Bekijk hier de korte terugblik van het programma van deze dag voor deze mondzorgverleners die een eigen praktijk overwegen.

Een kleine veertig mondhygiënisten en tandprothetici (deels in opleiding) trokken op 9 maart naar Utrecht voor de NVM/ONT/VvAA Startersdag 2024. Met als centrale vraag ‘Is ondernemen iets voor mij?’. Een interactieve dag met enthousiaste aspirant-praktijkhouders. Of de dag aan hun verwachtingen voldeed? Maar liefst 89% van de deelnemers reageerde met ‘goed’ of ‘zeer goed’ gevraagd naar het uit drie blokken opgebouwde programma.

Eerste blok: twee plenaire sessies

Direct na het welkomstwoord van dagvoorzitter Erik van Dam (VvAA) stonden in de ochtend twee plenaire sessies op het programma. De eerste over de mondzorgverlener als ondernemer, de tweede over positionering van de praktijk.

Ondernemerschap en persoonlijk leiderschap

Een eigen praktijk, dat betekent ook ondernemerschap. Jacqueline Mooij, (team)coach bij VvAA, haalde de groep meteen uit de stoel en ging aan de slag om samen te kijken in hoeverre dat bij ieder van hen past. Dat leverde mooie interactie op en het werd heel concreet, de deelnemers maakten namelijk in de week vooraf al een ‘persoonlijke profielanalyse’ voor zichzelf. Die liet onder meer zien welk gedag iemand van nature laat zien. Het begint allemaal bij persoonlijk leiderschap, volgens Mooij, over jezelf kennen, eigen wensen en vaardigheden benoemen. Met als houvast het DISC-model van Marston bekeek iedere deelnemer welke typering bij zijn of haar gedragsstijl aansloot: bijvoorbeeld regisseur, analist, zorger of motivator. En wat dat betekent voor keuzes die je maakt.

Positionering en praktijkfocus

Ward de Moor nam in deze sessie het stokje over om zijn licht te laten schijnen op de positionering van de praktijk. ‘Hoe wil je dat je praktijk straks te boek staat?’, vroeg de trainer van MoorComm de groep direct. ‘Waarmee onderscheid je jezelf van andere mondzorgpraktijken? Welke informatie van de markt heb je nodig?’ Via concrete voorbeelden van grote merken als Ikea en KLM, zoomde Ward in op gezondheidszorg. Met behulp van het model van Treacy en Wiersema liet hij bijvoorbeeld zien hoe je de primaire focus kan leggen op de patiëntervaring, state of the art-mondzorg of de praktijk als geoliede machine.

Ook hier vanuit de vraagstelling: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik?

Een mooie aansluiting op de voorgaande sessie dus.

Tweede blok: twee parallelsessies

Na de plenaire sessies verschoof de focus verder naar de praktijk. De beroepsgroepen splitsten zich voor de parallelsessies ‘In tien stappen naar een eigen praktijk’ en ‘Beroepsinhoudelijk ondernemerschap’. De eerste vóór en de ander ná de lunchpauze.

Mondzorgverlener met rechten en plichten

Jurist Marjolein Stigter (NVM Mondhygiënisten) liep in prettig tempo de beroepsinhoudelijke kant van het ondernemerschap langs. Welke wetgeving is bijvoorbeeld van belang als je een eigen praktijk hebt? De belangrijkste aspecten van het gezondheidsrecht, denk aan BIG, Wkkgz en Wtza. Maar ook hoe het met je beroepsaansprakelijkheid zit met een eigen praktijk. En als je personeel hebt: het arbeidsrecht. Aan de orde kwam ook waarbij de beroepsorganisatie (NVM of ONT) je kan ondersteunen. Bijvoorbeeld bij de verplichte regeling voor klachten en geschillen. Een levendige discussie ontstond tijdens het onderdeel over de poortwachter- en doorverwijsfunctie van de mondhygiënist toen er een casusfoto getoond werd. Die bleek ook nog vlot de juiste diagnose uit de zaal op te leveren!

Stappen naar een eigen praktijk

De tien stappen naar een eigen praktijk werden door ondernemersadviseur mondzorg Frank Brusche (VvAA) praktisch ingevuld. Het best beoordeelde onderdeel van de dag. Stap 1, het inventariseren van de eigen wensen, sloot direct aan bij de ochtendbijdragen van Mooij en De Moor. Waar je zoal op moet letten als je op zoek gaat naar een geschikte praktijk. In welke vorm kan je de stap naar een eigen praktijk nemen? Of hoe je de waarde van een mogelijk over te nemen praktijk berekent. Ook kwamen alle zakelijk aspecten stap voor stap voorbij, denk aan financiering, contracten, risico’s en verzekeringen en communicatie. En stap tien? Niet onbelangrijk: om ook aandacht te besteden aan het afsluiten van de huidige, straks de vorige, werkkring. Lees meer over de tien stappen van praktijkovername op dentalinfo.nl en Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

Derde blok: Speeddates

Als laatste onderdeel voor de afsluitende netwerkborrel stonden de speeddates met collega’s, die de stap al eerder waagden, op het programma. De beroepsgroepen werden verder onderverdeeld om de ervaringen te horen van praktijkhoudende collega’s met verschillende profielen. Kleine groepjes waardoor er alle mogelijkheid voor directe interactie en eigen vragen was, maar ook om te leren van vragen en collega-aspirant-praktijkhouders. Dit blok had volgens een aantal deelnemers wel langer mogen duren!

Afsluitende netwerkborrel

Na de plenair afsluiting van het congres door dagvoorzitter Erik van Dam en de beleidsmedewerkers van de beroepsorganisaties Annelieke Papadaki (NVM Mondhygiënisten) en Caitlin Dekkers (ONT) dronken de deelnemers nog een glas, terwijl zij met elkaar, de sprekers en aanwezige adviseurs spraken. Tegen half zes vertrokken de laatste deelnemers weer huiswaarts na een lange dag en veel informatie en nieuwe inzichten. En weer een flinke stap verder met hun vraag: ‘Is ondernemen iets voor mij?’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen
Tandarts podcast Ron Steenkist - Bernadette 400

Podcast: De 7 sleutels tot een goede behandeling bij kinderen

Tandarts-ondernemer Ron Steenkist gaat in deze podcast-aflevering weer in gesprek met een collega. Dit keer spreekt hij met Bernadet Spaan.

Bernadet specialiseerde zich als pedodontologe en werkte bij SBT Amsterdam. Zij is nu werkzaam als kindertandarts in Zwolle bij de kliniek voor bijzondere tandheelkunde Vogellanden.

De podcast gaat in op zorgen voor veiligheid en sfeer, autonomie, het serieus nemen van alle emoties, plezier, pijnvrij behandelen en structuur geven.

Tandarts Podcast

In de Tandarts Podcast gaat Ron Steenkist elke aflevering in gesprek met een collega die zijn praktijkvisie en -voering hebben beïnvloed. De gespreksonderwerpen lopen uiteen van financiën en agenda-planning, tot marketing en leiderschap. De podcast is o.a. te vinden op Spotify en in Apple Podcasts.

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Onbekend maar niet onbemind: de GOMA 2022

Onbekend maar niet onbemind: de GOMA 2022

De afwikkeling van klachten en schadeclaims binnen de medische aansprakelijkheid is een vreemde eend in de bijt. Daarom kwam in 2010 de eerste versie van de Gedragscode ‘Openheid Medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid’, afgekort en ook wel bekend als ‘GOMA’, tot stand. Op 1 maart 2023 is de hernieuwde GOMA (GOMA 2022) in werking getreden. Deze geeft aanbevelingen over de fase voorafgaand aan de klacht of aansprakelijkstelling, en over de afwikkeling hiervan.

De GOMA lijkt voor veel zorgaanbieders nog onbekend terrein te zijn. Waarschijnlijk heeft dit ermee te maken dat de GOMA in eerste instantie toegespitst was op ziekenhuizen en hun aansprakelijkheidsverzekeraars. De ‘nieuwe’ GOMA richt zich echter op alle zorgaanbieders en zorgverleners die te maken hebben met incidenten, waaronder zorgverleners in de mondzorg. Reden genoeg om in dit artikel stil te staan bij de GOMA.

Wat staat erin?

Hoe gaan partijen met elkaar om?

In de GOMA wordt allereerst aandacht besteed aan de manier waarop partijen met elkaar dienen om te gaan, namelijk respectvol, open en coöperatief. Dit heeft geleid tot de aanbeveling dat zorgaanbieders begeleiding en ondersteuning aan de cliënt dienen te bieden, bijvoorbeeld het inschakelen van een klachtenfunctionaris. Ook wordt aanbevolen een overzicht van relevante feiten en omstandigheden aan de cliënt aan te bieden. Interessant is verder aanbeveling 5 van de GOMA waar aandacht wordt besteed aan de grote impact die incidenten en (tucht)klachten op zorgverleners kan hebben. Van zorgaanbieders wordt dus verwacht ook begeleiding en ondersteuning te bieden aan de zorgverlener.

Hoe ga je om met incidenten?

Vervolgens wordt ingegaan op de manier waarop moet worden omgegaan met (mogelijke) incidenten. Denk dan aan het melden van incidenten binnen de zorgorganisatie en het onderzoeken van die incidenten. Maar ook het melden van incidenten aan de cliënt zelf en de wijze waarop een eventueel calamiteitenonderzoek dient plaats te vinden en eventueel kan worden besproken. Deze aanbevelingen zijn ook vergelijkbaar met de verplichtingen vanuit de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (hierna te noemen: ‘Wkkgz’).

Bovendien is interessant dat wordt aangehaald dat de zorgaanbieder, als een calamiteitenonderzoek heeft plaatsgevonden, de cliënt dient aan te bieden het calamiteitenrapport samen te bespreken. Aan de cliënt dient desgewenst een schriftelijke samenvatting van of zelfs het gehele rapport te worden verstrekt. Dit is echter geen verplichting op grond van de Wkkgz of de KNMG-Richtlijn Omgaan met medische gegevens. Een cliënt heeft weliswaar recht op het verkrijgen van bepaalde informatie over een incident, maar het gaat dan enkel om de aard en toedracht van het incident en uitsluitend als is komen vast te staan dat sprake is geweest van een incident.

Belangrijk op dit punt is ook dat in de rechtspraak is bepaald dat het calamiteitenonderzoek behoort tot het interne register van de zorgaanbieder en dus niet hoeft te worden gedeeld met de cliënt. Overigens werd door de tuchtrechter hierover anders beslist. Op dit punt bestaan er dus verschillende opvattingen. Vooralsnog lijkt echter niet wettelijk te zijn vastgelegd dat (een samenvatting van) het calamiteitenrapport verstrekt hoeft te worden. In sommige gevallen kan het verstrekken van het rapport echter wel verzachtend werken, maar het is dan wel raadzaam om dit af te stemmen met de medewerkers die in het rapport worden genoemd of te herleiden zijn en de andere risico’s van verstrekking af te wegen.

Mag je excuses aanbieden?

Verder is er veel te doen geweest om het bieden van erkenning van het leed aan cliënten en hun naasten. Zorgverleners hebben vaak het idee dat zij geen excuses mogen aanbieden, omdat dan zou worden erkend dat zij een fout zouden hebben gemaakt. Dit is echter niet het geval; het aanbieden van excuses of het tonen van medeleven over iets dat is mis gegaan betekent niet dat wordt erkend dat er ook iets fout is gedaan. Vaak kan juist veel ellende voorkomen worden door het tonen van erkenning en medeleven.

Hoe ga je om met verzoeken tot financiële compensatie?

Tot slot wordt in de GOMA ingegaan op de afhandeling van verzoeken tot financiële compensatie. In de praktijk worden dergelijke verzoeken vaak door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de betreffende zorgaanbieder afgehandeld. Deze aanbevelingen lijken dan ook minder relevant voor de zorgaanbieder en zorgverlener zelf, maar dat is niet zo. Uit de rechtspraak volgt namelijk dat een zorgverlener er op toe moet zien dat een schadeclaim door de aansprakelijkheidsverzekeraar binnen redelijke termijn wordt afgehandeld en dat de zorgverlener correct en zorgvuldig omgaat met claims en klachten die worden ingediend door cliënten.

Gebondenheid aan en naleving van de GOMA

De GOMA geeft dus handvatten en uitleg over de manier waarop kan worden omgegaan met (mogelijke) incidenten en de manier waarop gevolg kan worden gegeven aan de verplichtingen die volgen uit de verschillende wetten. Goed om op te merken is dat de GOMA aanbevelingen geeft en geen wet is. De vraag is dan ook in hoeverre van zorgaanbieders en -verleners verlangd kan worden dat zij de GOMA naleven en of zij er ook op afgerekend kunnen worden als zij dat niet doen.

Uit de tuchtrechtspraak volgt dat het belang van de uitgangspunten in de GOMA voorop worden gesteld. Ook zien wij dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een klacht bij de tuchtrechter kan baseren op de uitgangspunten van de GOMA, hetgeen de tuchtrechter ook onderschreef.

Daarnaast wordt de GOMA ook door de civiele rechter aangehaald: “De GOMA is een gedragscode, bij uitstek een codificatie van volgens de branche behoorlijk, met de eisen van redelijkheid en billijkheid overeenstemmend handelen. Relevant is bovendien dat deze code dezelfde doelstelling heeft als een procedure als de onderhavige, namelijk het bevorderen van goede afwikkeling van letselschade buiten rechte. Bij de beoordeling komt daarom aanzienlijk gewicht toe aan de normen die in de GOMA zijn vervat […].”

Kortom, hoewel de GOMA geen wet is, wordt er door meerdere partijen, te weten tuchtrechters, civiele rechters en de IGJ, wel waarde gehecht aan het handelen in lijn met de aanbevelingen uit de GOMA.

Tot slot

De hernieuwde GOMA richt zich op alle zorgaanbieders en zorgverleners die te maken hebben met incidenten en niet meer alleen op ziekenhuizen. Bovendien wordt er veel waarde gehecht aan het handelen in lijn met de aanbevelingen uit de GOMA. Het kan dus raadzaam zijn de (interne) procedure van klachten en claims naast de GOMA te houden.

Door:
Mr. Joekie van Gogh, advocaat gezondheidsrecht bij Eldermans|Geerts Advocaten.

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Petra van der Zwan en Remko van der Ploeg 400 - podcast

Podcast: ‘Het persoonlijke contact met de patiënt wordt steeds belangrijker’, interview met Remko van der Ploeg.

In deze podcast gaat Petra van der Zwan van dentalinfo.nl in gesprek met Remko van der Ploeg. Hij werkt als zelfstandig ondernemer en zijn bedrijf is genaamd Secondent. Zijn doelgroep bestaat uit mondhygiënisten die een eigen praktijk willen starten of overnemen.

Hij neemt ze mee op deze spannende reis en begeleidt de mondhygiënist in het hele proces van de vele zaken die geregeld moeten worden. Dit alles met het doel om een succesvolle praktijk op te bouwen waarin de patiënt de aandacht krijgt die hij verdient en de mondhygiënist haar of zijn dromen waarmaakt.

Beluister de podcast:

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Tuchtrecht: Klacht tegen tandarts vanwege eindigen behandelrelatie

Tuchtrecht: Klacht tegen tandarts vanwege eindigen behandelrelatie

Na twee jaar afwezigheid bezocht de patiënt de praktijk. Bij dit consult werden verschillende vervolgafspraken gemaakt. Na een wortelkanaalbehandeling hield de klaagster pijn en kwam terug in de praktijk, echter mocht de tandarts niet in haar mond kijken. De andere vervolgafspraken zegde zij daarna af waarop de praktijk haar in een brief verzocht een andere praktijk te zoeken. Het college oordeelt dat de tandarts bij de beëindiging van de behandelingsovereenkomst verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld.

Situatie

Na een periode van twee jaar afwezig te zijn geweest, heeft de klaagster zich eind 2020 opnieuw ingeschreven bij de tandartsenpraktijk. Op 3 december 2020 had de klaagster een afspraak voor een consult bij de tandarts. Naar aanleiding van dit consult werden verschillende vervolgafspraken gemaakt voor het maken van twee restauraties, een wortelkanaalbehandeling, beoordelen van de prothese en een afspraak bij de mondhygiënist. Op 8 december 2020 onderging de klaagster een wortelkanaalbehandeling. Echter bleef de pijn aanhouden en nam de dochter van de klaagster contact op met de tandartspraktijk. Op 17 december 2020 kwam de klaagster weer in de praktijk van de beklaagde, echter weigerde de klaagster plaats te nemen in de stoel en mocht de tandarts niet in de mond kijken. Verder stonden er nog vervolgafspraken gepland maar deze werden door de klaagster afgezegd. De klaagster ontving een week later een brief van praktijk waarin stond dat de klaagster en haar dochter op zoek moesten gaan naar een andere praktijk en begin 2021 is de klaagster uitgeschreven als patiënt.

Klacht

De klaagster heeft een klacht ingediend bij het tuchtcollege vanwege het feit dat de tandarts de behandelovereenkomst eenzijdig heeft opgezegd, de klaagster onvoldoende geïnformeerd heeft tijdens het consult op 3 december 2020 en de klinische bevindingen tijdens de wortelkanaalbehandeling niet genoteerd zijn.

Beoordeling

Er blijkt dat er geen nader onderzoek is gedaan naar de reden waarom de klaagster geen medewerking wilde verlenen tijdens het onderzoek op 17 december 2020. Uit het dossier blijkt niet dat de klaagster is gewaarschuwd voor het eindigen van de behandelovereenkomst en dat er niet is gekeken of herstel in de relatie nog mogelijk is. Het tuchtcollege geeft aan dat de tandarts onzorgvuldig heeft gehandeld daarmee is dit klachtonderdeel gegrond. Volgens het tuchtcollege is er niet voldoende genoteerd in het dossier en is het onduidelijk of de klaagster heeft begrepen wat voor behandelingen noodzakelijk waren omdat zij de Nederlandse taal niet goed begrijpt. Het tuchtcollege acht dit onderdeel ook als gegrond. Het feit dat de tandarts onvoldoende heeft genoteerd over de bevindingen tijdens de wortelkanaalbehandeling is volgens het tuchtcollege ongegrond.

Uitspraak

De klacht is door het tuchtcollege gedeeltelijk gegrond verklaart en geeft de tandarts een waarschuwing.

Bron:
Tuchtrecht Overheid

 

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tuchtrecht berisping na verkeerde behandeling en dossiervervalsing

Tuchtrecht: Waarschuwing voor tandarts tijdens het maken van een brug

Een patiënt diende een klacht in tegen haar tandarts na plaatsing van een brug. Met klachtonderdelen: schade toegebracht met de boor aan haar kaakbot (1), tekortgeschoten zorg (2), onvolledige dossiervoering (3) en onjuist factureren (4). Het Centraal Tuchtcollege geeft een waarschuwing, alleen voor klachtonderdeel 2, omdat de tandarts meer inspanning had moeten doen om de brug te plaatsen.

Situatie

Op 2 maart 2020 heeft de tandarts bij de klaagster de elementen 15 en 17 beslepen voor het plaatsen van een brug. De bloeding die is opgetreden is gestelpt met Expasyl en de tandarts heeft hierna een afdruk gemaakt voor de zirkoniumbrug en een tijdelijke noodbrug geplaatst. Nadat de klaagster een aantal afspraken heeft afgezegd i.v.m. corona probeert de tandarts op 9 juli de definitieve zirkoniumbrug te plaatsen. Echter passen de door de tandtechnieker gemaakte zirkoniumbrug en noodbrug beide niet. De noodbrug is aangepast en wordt geplaatst. Een maand later is er een nieuwe afdruk gemaakt voor de zirkoniumbrug, zijn de beslepen elementen 15 en 17 gecorrigeerd en wordt de losgelaten noodbrug weer vastgezet. Meerdere afspraken daarna kan de zirkoniumbrug niet definitief worden vastgezet omdat er sprake is van bloedend tandvlees. Op 8 december 2020 is de zirkoniumbrug met tijdelijk cement geplaatst. De klaagster heeft een e-mail gestuurd naar de tandarts over haar mening tijdens de behandelingen, wat er volgens haar niet goed is gegaan tijdens de behandeling en over de volgens haar onjuiste facturatie.

Klacht

Volgens de klaagster is de tandarts uitgeschoten met de boor tijdens het prepareren van elementen 15 en 17 voor een brug. De tandarts heeft daarbij volgens de klaagster onherstelbare schade aan het kaakbot aangericht en heeft hij zijn fout niet in het dossier genoteerd. Verder heeft de tandarts volgens de klaagster niet voldoende informatie gegeven over de behandeling en heeft hij haar te lang met pijn laten rondlopen. Verder heeft de tandarts niet op de juiste wijze gefactureerd volgens de klaagster. De volgende klachtonderdelen worden beoordeeld: uitschieten met de boor en de gevolgen, de zorg voor de patiënt na de behandeling op 2 maart 2020, of het dossier compleet is en of de tandarts zich gehouden heeft aan informed consent en of de tandarts juist gefactureerd heeft.

Beoordeling

Er is geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de tandarts bij het beslijpen van de pijlerelementen 15 en 17 is uitgeschoten. Bij zo’n behandeling kan bloedend tandvlees optreden, maar het is echter onmogelijk om schade aan te richten aan het kaakbot.
Het college vindt het onzorgvuldig dat de tandarts de klaagster niet eerder heeft laten komen dan 9 juli 2020 om de losgelaten noodbrug weer vast te zetten. De klaagster heeft 4 maanden met 2 onbeschermde, beslepen pijlerelementen rondgelopen. Hierbij was er risico op kanteling of scheefgroei van de pijlers.
Uit het dossier is niet op te maken wat er is besproken over de ervaren problemen in haar mond en hoe dit is op te lossen. Ook is er niet genoteerd wat de overweging is geweest om de brug te maken, of er alternatieven zijn besproken en waarom er is gekozen voor de brug en niet voor een andere oplossing. Daarnaast ontbreekt ook de planning van de gehele behandeling. Een zorgplan en verslaglegging ontbreekt en daarnaast staat er in het dossier geen compleet overzicht van de baliecontacten.
Daarnaast heeft de tandarts gekozen om via de verzekering te declareren. Deze regeling kan echter alleen wanneer de brug via definitief cementeren is geplaatst. Echter is de tandarts nog niet tot het definitief cementeren gekomen. De conclusie is dat de klacht gedeeltelijk gegrond is.

Uitspraak

Alleen klachtonderdeel over het feit dat de tandarts de klaagster niet de juiste zorg heeft verleend na 2 maart 2020 is gegrond. Dit leidt tot een waarschuwing voor de tandarts.

Bron:
Tuchtrecht Overheid

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Focus mondzorg 400

Focus Mondzorg alweer twee jaar open, Mirjam Oosting vertelt hoe het gaat

Twee jaar geleden stond mondhygiënist Mirjam Oosting al op dentalinfo.nl, toen ze haar praktijk Focus Mondzorg opende. Nu zijn we twee jaar verder en vertelt ze hoe het gaat. Wat komt er nou bij kijken om zelf een praktijk te open, wat ging er goed, wat weer niet en hoe kijkt ze naar de toekomst?

Je hebt twee geleden een praktijk geopend, hoe gaat het nu?

Goed! Vrijdag 3 september, twee en een half jaar geleden had ik mijn eerste werkdag aan de Denneweg, in Den Haag. Ik ben toen met een 0-patiëntenbestand begonnen, dat was een erg spannende periode. Hoe zorg je ervoor dat mensen je vinden? Inmiddels hebben 360 patiënten zich ingeschreven bij Focus Mondzorg. De grootste groep patiënten is tussen 30-40 jaar en komen veelal voor parodontale nazorg of gebitsreiniging. Ik plan standaard 45 minuten per patiënt, omdat ik het belangrijk vind om de tijd te kunnen nemen voor mijn patiënten. Zo kan ik mijn werk goed uitvoeren. Het is erg leuk om te zien dat Focus Mondzorg blijft groeien.

Wat viel er tegen bij de opening van Focus Mondzorg?

Wat tegenviel is dat het in begin wat stroef verliep met het opbouwen van een patiëntenbestand. Ik had gedacht dat dit wel wat sneller zou gaan. Hierdoor begon ik mij zorgen te maken over mijn financiën. Gelukkig heb ik een hele lieve partner die mij financiële ondersteuning kan bieden. Hiernaast werk ik ook in een algemene tandartspraktijk, waardoor ik in ieder geval de huur van het bedrijfspand kon blijven betalen.

Wat ging er goed?

Op een gegeven moment had ik in de gaten dat ik een patiëntenbestand niet in m’n eentje kan opbouwen. Mond-tot-mondreclame is nodig en verwijzers zijn hierin essentieel. Op dit moment heb ik meerdere fijne samenwerkingen met tandartsen en mondhygiënisten in de buurt. We weten van elkaar wat we kunnen verwachten en hebben besproken wanneer en hoe de communicatie verloopt. Tandartsen met wie ik – op afstand – samenwerk zijn blij met de resultaten van de behandeling(en) en de patiënten ook!

Wat heb je allemaal gedaan om je praktijk op te bouwen en patiënten te krijgen?

In overleg heb ik destijds een poster van Focus Mondzorg opgehangen bij Beest HS, de boulderhal, waar ik regelmatig kom klimmen. Hiernaast heb ik tweemaal in het tijdschrift LEVEN gestaan, dit is een glossy voor Den Haag, Voorburg en omgeving. Bij tandartspraktijken ben ik langs geweest om mezelf voor te stellen en te bespreken of het verwijzen naar elkaar mogelijk is, hier heb ik verwijskaartjes achtergelaten. Tot slot ben ik redelijk actief op social media.

 

Hoe loopt het financieel en organisatorisch?

Het is prettig om mijn schulden bij de bank te zien afnemen, over ongeveer drie jaar heb ik mijn lening en lease afgelost. Ik wist van tevoren dat de eerste jaren pittig zouden worden, maar goed het is een investering voor later. Ik wil nog heel veel jaren als mondhygiënist blijven werken en als ik dan zelf die omgeving kan creëren is dat toch alleen maar fantastisch. Alles wat er nu ‘extra’ binnenkomt, stort ik niet direct naar mijn privérekening/gezamenlijke rekening), maar investeer ik direct weer in de praktijk. Zo heb ik dit jaar bijvoorbeeld een nieuwe ijskast gekocht en een robotstofzuiger. Dat laatste is voor mij echt een topuitvinding. Wanneer ik mijn administratie doe, zet ik hem aan en ruim ik daarna de behandelkamer verder op. Hierdoor heb ik ook geen schoonmaker nodig. Dweilen, de wc schoonmaken, etc. doe ik ook gewoon zelf.

Op dit moment kan ik 1500 euro per maand naar mijn privérekening overmaken, hiervan gaat 1000 euro naar de gezamenlijke rekening. Voor 2024 is het plan dat ik 1250 euro per maand ga overmaken. Momenteel wonen wij in een huur appartement op Scheveningen, waarvan de huur per maand rond de 1600 euro is excl. gas/water/licht. Het idee is dat ik ieder jaar een beetje meer ga inleggen en mijn vriend ieder jaar een beetje minder. Op een gegeven moment is mijn ‘schuld’ bij m’n vriend afgelost en gaan we opnieuw kijken naar een financieel eerlijke verdeling.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik wel naar het moment uitkijk wanneer ik mijn lening en lease heb afbetaald, ik hou zelf namelijk helemaal niet van schulden. Als het goed is, is dat ik over drie jaar (wellicht eerder) mijzelf een ‘normaal’ salaris kan uitkeren en kunnen mijn partner en ik dan kijken naar een koophuis. Dan ben ik dertig, een normaal salaris en een koophuis, lijkt mij voor die leeftijd, een prima streven.

Je bent erg bezig met duurzaamheid, kun je daar meer over vertellen?

Ik vind het belangrijk dat we nadenken over duurzaamheid, thuis en op het werk en dat we bewuste keuzes maken.

Dit is bijvoorbeeld terug te zien in mijn manier van reizen, veelal ga ik met de fiets naar het werk, als het niet anders kan ga ik met het openbaar vervoer. Patiënten stimuleer ik via mijn social mediakanaal om dit ook te doen. Aan de Denneweg 128 is een semi bemande stalling. Dit houdt in dat je gedurende de dag, tijdens openingstijden toegang hebt door middel van het scannen van jouw Bikey sleutelhanger bij de voordeur.

Elektriciteit
De energie binnen de praktijk is afkomstig van Van der Bron, via zonnepanelen. Ik heb LED-verlichting in de praktijk en vloerverwarming. Een uur voordat ik het pand verlaat zet ik de verwarming op 17 graden. Stekkers van apparaten die ik niet gebruik haal ik uit het stopcontact. De behandelstoel die ik gebruik is niet aangesloten op de waterleidingen en hierdoor heb ik geen aparte kamer nodig voor de compressor. De behandelstoel verbruikt hierdoor minder energie. Verder scheid ik plastic, karton, GFT, rest- en medisch afval (zoals anesthesienaalden).

Schoonmaken
Voor het schoonmaken van de praktijkruimten gebruik ik veelal biologische artikelen. Mijn wc-papier is van de GoodRoll. Zij steunen projecten in Ghana om daar toiletten te bouwen. Hiernaast heb ik een luchtverfrisser van Marie Stella Maris bij de wc staan. Zij dragen bij
aan duurzame waterprojecten, zoals het project in Maji. Op deze manier probeer ik niet alleen milieubewuste keuze te maken, maar ook social impact te maken.

Producten
Binnen de praktijk verkoop ik ook mondverzorgingsproducten. Bijvoorbeeld de BE YOU tandpasta van Curaprox, deze bevat geen SLS en geen microplastics. Veel van de Curaprox producten zijn als refill te verkrijgen, zoals de ragers of travelsets. Ook de nieuwste handtandenborstel van Curaprox, gemaakt van Zwitsers hout is in de praktijk te vinden. Hiernaast heb ik ook tandpasta tabletten van Smyle, waardoor ook weer minder plastic
wordt gebruikt.

Bestellen in een keer
Wanneer ik mijn bestelling voor het kleingoed doe, probeer ik mijn bestelling zoveel mogelijk op te sparen. Op deze manier komt er zo min mogelijk CO2 vrij voor mijn bestelling. Afgelopen jaar heb ik drie bestellingen bij hen geplaatst, waaronder mondmaskers van de Mondmaskerfabriek in Arnhem. Het team van de Mondmaskerfabriek bestaat voor zo’n 85% uit mensen met een vluchtelingen achtergrond die wonen in Arnhem en omging. Dit vind ik een mooi lokaal -en sociaal initiatief.

Tot slot denk ik ook na over wat ik mijn patiënten te drinken geef, koffie van De Koffiejongens en thee van Clipper.

Hoe voelt het om je eigen praktijk te hebben?

In één woord: fantastisch! Ik heb superleuke patiënten, die openstaan voor feedback en écht een betere mondhygiëne willen. Ik voel mij nuttig en verantwoordelijk voor mijn patiënten. Dat ik dit leuke werk mag doen als geregistreerd-mondhygiënist in mijn eigen praktijk is echt fantastisch.

Naast je praktijk doe je ook nog andere dingen. Kun je daar meer over vertellen?

Naast mijn werkzaamheden als geregistreerd-mondhygiënist in mijn eigen praktijk Focus Mondzorg op maandag, dinsdag en vrijdag (af en toe op zaterdag, vaak de eerste zaterdag van de maand), werk ik in een algemene tandartsenpraktijk op woensdag en donderdag. Hiernaast werk ik ook als i-Top instructor (ondersteun tijdens cursussen) en help ik mee tijdens tandheelkundige beurzen op de stand van een fabrikant.

Verder zit ik in het bestuur van de alumnivereniging van de Hogeschool Utrecht en ben ik begeleider van mijn ICO-groep Utrecht. Ik vind het beroep mondhygiënist gewoon écht heel erg leuk.

Heb je nog plannen voor de toekomst?

Mijn plan voor de korte termijn is een balie aanschaffen, deze mis ik na ruim twee jaar toch wel een beetje in de praktijk. Verder denk ik ook erover na om een Mectron aan te schaffen, hiervoor moet ik eerst even sparen.

Verder is het mijn idee om toch meerdere tandartsen te mailen in Den Haag, om mezelf voor te stellen en uit te nodigen om kennis te maken. Met als doel meerdere samenwerkingen aan te gaan, waardoor de praktijk kan groeien. Op termijn zou ik vijf dagen in mijn praktijk willen werken en uiteindelijk lijkt het mij leuk om een eigen team van mondhygiënisten te hebben. In de praktijk heb ik de mogelijkheid om nog een behandelkamer te openen, maar alles op z’n tijd.

 

Interview door Jennifer Delgado met mondhygiënist Mirjam Oosting, eigenaar van Focus Mondzorg, Den Haag

Ook een interview?

Wil je ook op dentalinfo.nl met collega’s delen hoe de start van je praktijk verliep? Mail naar info@dentalinfo.nl We stemmen graag met je af

 

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Management, Ondernemen
klimaat verandering

Anesthesiegassen dragen bij aan de klimaatcrisis

Volgens een onderzoek gepresenteerd tijdens een evenement van de American Society of Anesthesiologists (ASA) kunnen artsen helpen de opwarming van de aarde tegen te gaan door de hoeveelheid anesthesiegas, inclusief distikstofoxide, die tijdens procedures wordt gebruikt, te verminderen. De patiëntenzorg wordt hierdoor niet negatief beïnvloedt.

Atmosferische effecten van anesthetica

De afgelopen jaren is de aandacht van de algehele bijdrage van anesthesiegassen aan de wereldwijde klimaatverandering en het milieu toegenomen. Door het verminderen van de anesthesiegasstroom kunnen de professionals in de gezondheidszorg helpen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen volgens de onderzoeksgegevens. De belangrijkste atmosferische effecten die kunnen voortvloeien uit de emissie van vluchtige anesthetica zijn hun bijdragen aan de aantasting van de ozonlaag in de stratosfeer en aan de opwarming van de aarde in de troposfeer

Meest gebruikte anesthetica

Anesthetica worden vaak gebruikt tijdens operaties met als doel de patiënt een ervaring te bieden die vrij is van beelden, geluiden en andere onaangename gewaarwordingen.
Isofluraan, sevofluraan en desfluraan zijn de 3 meest gebruikte geïnhaleerde anesthetica en ondergaan bij klinisch gebruik zeer weinig in vivo metabolisme. Omdat ze zeer weinig metabole verandering ondergaan in het lichaam, blijven deze stoffen bij uitademing door de patiënt achter in een vorm die het milieu kan verontreinigen. Er wordt geschat dat geïnhaleerde anesthetica wereldwijd verantwoordelijk zijn voor 0,01% tot 0,1% van de totale CO2-equivalentemissie

Anesthetica in de tandheelkunde

Een van de meest voorkomende tandverdovingsmiddelen is lachgas. Lachgas is een krachtiger broeikasgas dan koolstofdioxide en blijft ongeveer een eeuw in de atmosfeer waarbij het de aarde op blijft warmen.

Hoge verse gasstroom (FGF)

De meeste algemene anesthesieprocedures vereisen een hoge verse gasstroom (FGF) aan het begin en einde van een procedure om snel het gewenste effect te bereiken. Echter het is veilig en effectief om de FGF tijdens de rest van de procedure te verlagen.

Onderzoek naar verminderen hoge verse gasstroom (FGF)

In die studie met 13.000 patiënten stelden de auteurs een doel van een gemiddelde vrije gasstroom (FGF) van 3 L/min of minder voor procedures. Voorafgaand aan het onderzoek was vastgesteld dat de FGF vaak 5 L/min tot 6 L/min was en slechts 65% van de gevallen een FGF van 3 L/min of minder werd bereikt. Ongeveer 4 maanden na het begin van het onderzoek werd in 93% van de gevallen een gemiddelde FGF van 3 L/min of minder geregistreerd.
Nu proberen de onderzoekers de FGF terug te brengen tot minder dan 2 L/min. Uiteindelijk willen ze voor elke chirurgische casus de CO2-voetafdruk van het afval van anesthesiemiddelen meten.

Andere manieren om broeikasgassen te verminderen

Andere manieren waarop professionals in de gezondheidszorg kunnen helpen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen zijn onder andere het verminderen van afval en het uitschakelen van lichten en apparatuur wanneer ze niet in gebruik zijn.

Impact van anesthetica opnieuw onderzoeken

In vergelijking met andere bronnen van ozonafbrekende chemicaliën en broeikasgassen vormen verdovingsgassen een relatief klein probleem. Echter moeten anesthesie aanbieders voorzichtig zijn door onnodige luchtverontreiniging tot een minimum te beperken. Door de impact van het gebruik van anesthetica opnieuw te onderzoeken en technieken toe te passen die gevaren zouden verminderen kan dit doel bereikt worden.

Bron:
The journal of Sedation and Anesthesiology in Dentistry

 

 

Lees meer over: Duurzaamheid, Ondernemen
Tuchtrecht mondzorg

Tuchtrecht: Waarschuwing voor tandarts na arrogant en agressief gedrag

Een patiënt verwijt de vervanger van z’n eigen tandarts arrogant en agressief gedrag in deze tuchtrechtzaak. De tandarts voerde geen verweer en verscheen niet ter zitting. De tandarts kreeg een waarschuwing, mede omdat hij zich niet toetsbaar heeft opgesteld.

Situatie

De klager had in juli 2022 een afspraak bij een vervanger van zijn eigen tandarts om een uitgevallen vulling te restaureren. Echter is er nooit een behandeling gedaan omdat de klager is vertrokken uit de praktijk in verband met arrogant en agressief gedrag dat de tandarts vertoonde. De tandarts heeft geen reactie gegeven op de meerdere verzoeken per mail en brief van het tuchtcollege om een verweerschrift in te dienen en is ook niet ter zitting verschenen.

Klacht

Volgens de klager heeft de tandarts met een strenge toon gezegd dat hij zijn spullen op de stoel moest leggen en daarna niet de kans heeft gekregen om te zeggen waarvoor hij kwam, maar direct moest gaan zitten. De klager heeft aan de beklaagde gevraagd waarom dit op een strenge manier gezegd werd, waarop het antwoord van de beklaagde luidde ‘’wij tandartsen zijn streng’’. De klager heeft de klacht ingediend vanwege het onbeschofte en agressieve gedrag van de tandarts.

Beoordeling

De klacht wordt als onweersproken gegrond verklaard omdat de beklaagde niet is verschenen tijdens de zitting en geen verweer heeft gevoerd tegen de klacht. Het tuchtcollege heeft geen verklaring voor het feit dat de klager zijn zakken leeg moest maken voor dat hij in de stoel plaats kon nemen.
Daarnaast staat in artikel 2.1 van de gedragsregels dat de tandarts moet zorgen voor een goede samenwerkingsrelatie om de mondgezondheid van de patiënt te bevorderen.
Daarnaast heeft de tandarts de klager naar huis laten gaan zonder een poging te doen om de situatie op te lossen. De klager heeft hierdoor langer dan nodig was last gehad van zijn kies. Dit is niet in overeenstemming met artikel 2.1 van de gedragsregels.

Uitspraak

De klacht is gegrond en het tuchtcollege heeft rekening gehouden met het feit dat de tandarts op geen enkele brief of mail gereageerd heeft en niet ter zitting verschenen is. De tandarts krijgt een waarschuwing.

Bron:
Tuchtrecht Overheid

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
microfoon - podcast

Podcast BNR over kwaliteit van zorg bij verkoop tandartspraktijk aan een keten

Meer dan de helft van alle overnames en fusies in de zorg wordt gefinancierd met private equity. Is dat positief of negatief? In een podcast van BNR vertelt Thomas Rietrae, oprichter van Lassus tandartsen, over overname van tandartspraktijken en betaalbaarheid en kwaliteit van zorg als ketens een praktijk overnemen.

Beluister de podcast bij BNR

Thomas Rietrae van Lassus Tandartsen startte in 2010 met de overname van één praktijk. Daarna volgenden nog 21 praktijkovernamen. Lassus Tandartsen richt zich specifiek op expats.

 

Lees meer over: Management, Ondernemen, Podcast
Rovidam - Jan Meijering en Alida van Baarlen 400

Rovidam Mondzorgbanen neemt concurrent DentalMatch over

Rovidam Mondzorgbanen neemt concurrent DentalMatch, werving en selectiebureau voor tandheelkundige professionals, over en eigenaar Alida van Baarlen maakt de overstap naar Rovidam.

Per 1 februari zal de eigenaar van DentalMatch, Alida van Baarlen, in dienst treden bij Rovidam. Ze zal naast recruitment activiteiten ook verantwoordelijk worden voor de nieuw op te zetten Rovidam Mondzorg Academie die vanaf 1 maart a.s. van start gaat.

Deze overname past in de strategische doelstelling van Rovidam om de verschillende aspecten van dienstverlening in de sector uit te breiden en een verdere kwaliteitsimpuls te realiseren. Rovidam plaatst niet alleen tandartsen en overig mondzorgpersoneel bij tandartspraktijken in heel Nederland, maar bemiddelt ook bij de aan-en verkoop van tandartspraktijken. Vanaf 1 maart zal Rovidam zich ook gaan inzetten om de grote tekorten aan gecertificeerde tandartsassistenten en overig mondzorgpersoneel, te verkleinen met haar Rovidam Mondzorg Academie.

Jan Meijering: ‘we zijn heel erg blij dat we onze ambitie met deze overname kunnen versnellen en met de ervaring van Alida van Baarlen extra kennis en kwaliteit in huis halen’.

Ook Alida van Baarlen is erg opgetogen over de overstap die zij maakt naar Rovidam per 1 februari a.s.

‘Met hun leidende marktpositie en de professionele organisatie is Rovidam de aangewezen partij om mijn ambities binnen de tandheelkundige markt verder te verwezenlijken.’

I www.rovidam.nl
I www.rovidam.nl/praktijkbemiddeling/

Voor vragen:
E info@rovidam.nl
T 085-2380000
Contact: Jan Meijering, directeur/eigenaar

Rovidam

Rovidam Mondzorgbanen BV
Stationsweg 71
6711 PL Ede

 

Lees meer over: Ondernemen, Partnernieuws, Partnernieuws, Personeel, Praktijkorganisatie, Producten
Een tandartspraktijk overnemen, hoe doe je dat?

Bijna 1 op de 3 tandartsen heeft een patiëntenstop

De druk op tandartszorg neemt flink toe. Momenteel kiest bijna 1 op de 3 tandartspraktijken voor een patiëntenstop, volgens onderzoek van Independer onder 4.200 tandartspraktijken. Opvallend is dat het aantal tandartsen de afgelopen jaren weliswaar is gestegen, maar dat dit niet heeft geleid tot meer beschikbare plaatsen voor patiënten.

Bijna 1 op de 3 (30,53%) van alle ondervraagde tandartspraktijken accepteert momenteel alleen nieuwe patiënten onder strikte voorwaarden, bijvoorbeeld bij gezinsuitbreiding, gezinshereniging of samenwonen. De problemen doen zich vooral voor in de kleine gemeenten of de kleinstedelijke gebieden. Opvallend is echter dat ruim 1 op de 5 (22,43%) van de tandartsen zegt juist op zoek te zijn naar nieuwe patiënten. Dat komt vooral doordat in grote steden praktijken zijn die juist actief aan het werven zijn.

Grootste tekort in Zuid-Nederland

In heel Nederland zijn er tekorten, maar er zijn regionaal wel grote verschillen. In West-Nederland geeft net iets meer dan 1 op de 4 tandartsen aan een patiëntenstop te hebben (25,17%). Groot is het contrast met Zuid-Nederland, in deze regio geeft namelijk zelfs 37,14% van de praktijken aan een gedeeltelijke of volledige patiëntenstop te hebben.

Kleine gemeenten en steden hebben grootste problemen

Ook in Oost-Nederland (36,23%) en in Noord-Nederland (29,03%) moeten veel praktijken de instroom van nieuwe patiënten beperken. Saillant detail is dat wanneer de gemeenten worden afgezet tegen de indeling van het Sociaal Cultureel Planbureau, de problemen het grootst zijn in kleinschalige gemeenten (36,07%) zoals Katwijk, Ede en Barneveld en overwegend kleinstedelijke gebieden (35,85%). Hiertoe behoren bijvoorbeeld Apeldoorn, Breda en Heerenveen.

De problemen zijn het minst groot in universiteitssteden (patiëntenstop bij 16,67%) en woongemeenten die vaak als welvarend worden gezien (18,18%). Ook valt op dat er in de grote steden zoals Amsterdam, Groningen en Rotterdam juist vaker een overschot lijkt te zijn. Hier geeft 31,67% van de tandartspraktijken aan juist actief op zoek te zijn naar nieuwe patiënten.

Onderzoek

Independer mailde voor dit onderzoek 4.260 tandartspraktijken waarvan de mailadressen openbaar zijn. Hierop reageerden 321 tandartsen ofwel een respons van 7,52%.

Lees meer over: Management, Ondernemen

Fiscale wijzigingen 2024 van invloed op de zorgondernemer

Het einde van het jaar komt eraan en het is hiermee dan ook tijd om vooruit te blikken op de wijzigingen voor aankomend jaar. Het demissionaire kabinet heeft tijdens Prinsjesdag in het belastingplan 2024 diverse wijzigingen aangekondigd, waarvan ik er in dit artikel enkele zal behandelen. Ook de in de Tweede Kamer aangenomen amendementen op dit belastingplan zijn hierin meegenomen.

In dit artikel behandel ik de gevolgen voor de zorgondernemer, die zijn onderneming uitoefent in een éénmanszaak (en dus valt binnen de inkomstenbelasting) en de zorgondernemer met een besloten vennootschap (vennootschapsbelasting). Hierbij ga ik uit van de nog niet AOW-gerechtigde ondernemer en laat ik heffingskortingen die afhankelijk zijn van de persoonlijke situatie buiten beschouwing. De in dit artikel gebuikte voorbeelden staan op zichzelf en zijn niet gemaakt om te bepalen of een B.V. gunstiger is dan de eenmanszaak.

Zorgondernemer in de inkomstenbelasting, de IB-zorgondernemer

Voor de zorgondernemer die zijn onderneming uitoefent als eenmanszaak (in de inkomstenbelasting) zijn onder andere de volgende wijzingen aangekondigd voor 2024. In de voorbeeldberekening zal de invloed worden toegelicht.

  • De zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd van € 5.030 naar € 3.750.
  • De MKB-winstvrijstelling wordt afgebouwd met 0,69 procentpunt, van 14,0% naar 13,31%.
  • Het belastingpercentage in de eerste belastingschijf stijgt met 0,04 procentpunt van 36,93% naar 36,97%.
  • De grens van de eerste belastingschijf verschuift van € 73.031 naar € 75.518.

Belangrijk hierbij is dat de bovengenoemde ondernemersfaciliteiten (zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling), net zoals in 2023, maximaal aftrekbaar zijn tegen het percentage dat geldt in de eerste belastingschijf.

De wijzigingen zijn inzichtelijk gemaakt in de onderstaande voorbeeldberekening. Onder deze berekening beschrijf ik per wijziging de gevolgen.

Fiscale wijzigingen 2024 van invloed op de zorgondernemer tabel 1

Klik hier voor een vergrote versie

  • De winst uit onderneming, wordt verlaagd met de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Beide aftrekposten wijzigen in 2024.
  • Door de verlaging van de zelfstandigenaftrek in 2024 is er een hogere belastbare winst, het verschil is € 1.280.
  • De MKB winstvrijstelling wordt over deze hogere winst berekend met een verlaagd percentage. De belastbare winst uit onderneming in 2024 is € 2.110 hoger.
  • Ondanks de verruiming van de eerste schijf, zal door de tariefsverhoging in de eerste belastingschijf € 949 meer belasting verschuldigd zijn.
  • Echter door de verruiming van de eerste schijf wordt er een kleiner bedrag belast in de tweede schijf, waardoor er € 186 minder belasting verschuldigd is in de tweede belastingschijf.
  • In het geheel resulteren de beide schijven gezamenlijk in een hoger bedrag aan te betalen inkomstenbelasting, voor de correctie van de aftrekbeperking, van € 762.
  • De zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling zijn niet tegen het progressieve tarief aftrekbaar, maar slechts tegen het percentage uit de eerste schijf. Omdat het aftrekbare bedrag volledig in de tweede schijf afgetrokken is dient hiervoor een correctie gemaakt te worden. Deze correctie verschilt 0,04 procentpunt. Voornamelijk vanwege de verlaagde ondernemersfaciliteiten is de correctie in 2024 kleiner, het gaat hier om een verschil van € 274.

Per saldo resulteren deze wijzigingen voor 2024 in een nadeel voor de
IB-zorgondernemer van € 488.

Bij een winst van € 150.000 leidt dit tot een verhoging van de inkomstenbelasting van bijna 1%.

Zorgondernemer met een besloten vennootschap

Voor de zorgondernemer die werkt met een besloten vennootschap, DGA (directeur-grootaandeelhouder), zijn voor 2024 de volgende wijzingen aangekondigd:

  • AB-heffing, inkomsten in box 2, wijzigt naar twee tariefschijven van 24,5% en 33%;
  • De grens van de regeling “excessief lenen” daalt van € 700.000 naar
    € 500.000, op de peildatum van 31 december 2024.

De genoemde wijzigingen met betrekking tot de eerste belastingschijf in de inkomstenbelasting zijn ook op het salaris van de DGA van toepassing.

De heffing op inkomen uit aanmerkelijk belang wordt aangepast. Er zijn twee schijven van toepassing met een eigen tarief. De eerste schijf van € 67.000 wordt belast tegen 24,5%. De tweede schijf wordt belast tegen 33%. Fiscale partners mogen de eerste schijf beide toepassen en hierdoor is deze eerste schijf € 134.000. Deze nieuwe tarieven wijken af van het huidige tarief van 26,9%.

De invoering van deze twee schijven kan zowel positief als negatief uitvallen. Over de eerste schijf wordt in 2024 een lagere heffing gerealiseerd van 2,4 procentpunt en in de tweede schijf een hogere heffing van 6,1 procentpunt. Het is dan ook raadzaam om het moment van dividenduitkering uitgebreid te bespreken met uw financieel adviseur. Een dividenduitkering tot de bovengrens van de eerste schijf pakt mogelijk positiever uit in 2024 dan in 2023 gezien de verschillende percentages. Maar als uw dividenduitkering na 2024 in de hoogste tariefschijf valt, dan kunt u in veel gevallen beter al in 2023 een dividenduitkering doen. Dan betaalt u immers maar 26,9%. In de onderstaande voorbeeldberekening is dit verschil ook zichtbaar.

Fiscale wijzigingen 2024 van invloed op de zorgondernemer tabel 2

Klik hier voor een vergrote versie

Door:
Maurits Laurijsen, Van Helder, accountancy, belastingadvies en consultancy voor de zorg.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er
Tuchtrecht: Waarschuwing voor tandarts die niet thuis geeft

Tuchtrecht: Waarschuwing voor tandarts die niet thuis geeft

Klaagster diende een klacht in bij Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam, omdat haar tandarts geen gehoor gaf. Ze belde en schreef meerdere malen, waarop de receptioniste haar op het hart drukte dat ze antwoord zou krijgen. Na niks te horen te krijgen, was de maat vol en nam ze het heft in eigen handen.

Situatie

Na een halfjaarlijkse controle, een wortelkanaalbehandeling en een nieuwe kroon, binnen twee maanden tijd, was het mis bij de klaagster. Ze ging in november op consult voor de pijnklachten en er werd een ontsteking aan de wortelpunt geconstateerd. Een spoedconsult werd ingepland bij endodontie en na twee bezoeken is de klaagster doorverwezen naar een kaakchirurg. De zwelling en pijn namen alleen maar toe en zij is zelf naar de huisartsenpost gegaan. Daar verwezen ze haar door naar de spoedeisende hulp, waar ze behandeld is door een kaakchirurg.
Klaagster heeft daarna telefonisch en schriftelijk contact opgenomen met de praktijk om te laten weten wat er was gebeurd. De receptionistes die deze berichten hebben ontvangen hebben haar laten weten dat zij de boodschap hebben doorgeven, maar toch kreeg de klaagster geen antwoord. Dit bleef ook zo na herhaaldelijke berichten van de klaagster. Op 22 december was de maat vol en heeft zij de behandelrelatie opgezegd en een klacht ingediend bij het tuchtcollege. Toch is de klacht in februari weer ingetrokken, toen de KNM, een bemiddeling had geïnitieerd. Na een geslaagde klachtenbemiddeling probeert de klaagster contact op te nemen met de tandarts over een kroon. Wanneer het contact weer moeizaam verloopt, besluit zij opnieuw een klacht in te dienen.

Klacht

De klacht is dat de tandarts, nadat de klaagster had laten weten dat zij via de spoedeisende hulp bij de kaakchirurg was beland, nooit een reactie heeft gegeven. Ook nadat de klaagster meerdere malen heeft aangedrongen bij de receptioniste. Ook is er nooit gereageerd op het opzeggen van de behandelrelatie en het verzoek om informatie over de geplaatste kroon.
De tandarts heeft op de klacht gereageerd en vind het spijtig hoe het is gelopen. Hij neemt de volle verantwoording en erkent de verwijten van de klaagster.

Beoordeling

Het tuchtcollege kijkt of de tandarts de zorg heeft verleend die hij moest geven. De norm is dat een tandarts redelijk moet handelen. Bij de beoordeling wordt er rekening gehouden met beroepsnormen en andere standaarden. Het is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt om te zeggen dat de tandarts beter had kunnen handelen. De tandarts in deze zaak is tuchtrechtelijk aanspreekbaar, omdat hij verantwoordelijk is als praktijkhouder. Tijdens de zitting gaf de tandarts toe dat er in 2021 meerdere klachten over de communicatie binnen zijn gekomen. Het probleem was ontstaan door een praktijkmanager die niet goed functioneerde. Het College oordeelde dat de praktijk niet voldeed aan de eisen waaraan hij moet voldoen. Vooral omdat het om een grote praktijk gaat met meerdere filialen zijn ze streng. Ze vinden dat bij zo´n praktijk het belangrijk is dat alle medewerkers goed hun werk doen en dat de praktijkhouder een goed overzicht van alles heeft.

Uitspraak

Het college besloot dat de klacht gegrond was en legde de tandarts een waarschuwing op. De tandarts was namelijk nog nooit in aanmerking gekomen met de tuchtrechter en het college hoopt zo dat hij hier iets van leert. En zoals het er naar uit ziet is dat zo. De tandarts heeft een kwaliteitsmanager aangenomen die het klachtprotocol en richtlijnen binnen de praktijk flink heeft aangepakt. Ook is er een klachtenfunctionaris aangenomen.

 

Bron:
Overheid.nl

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving