Nieuw boek: Praktijkmanagement talent

De tandartsenpraktijk is een dynamisch geheel dat beweegt in een turbulente wereld. Er zijn veel uitdagingen en regels die heel wat van het aanpassingsvermogen van de praktijk vragen. Ondanks dat het vak van tandarts hetzelfde is gebleven, verandert er veel in de manier waarop dit vak uitgeoefend wordt. Allemaal ontwikkelingen waar de tandarts niet omheen kan, maar ook vaak niet voor opgeleid is.

Een tandarts kan de keuze maken een praktijkmanager in te huren of om het zelf te gaan doen. In beide gevallen geldt: hoe worstelt iemand zich door het management van de praktijk heen? Waar liggen talenten met betrekking tot praktijkmanagement? Hoe zijn deze talenten verder te ontwikkelen?

Praktijkmanagement talent
Anna Berends van Loenen is auteur van het boek “Praktijkmanagement Talent”. Het boek houdt het praktijkmanagement talent van de tandarts of praktijkmanager tegen het licht en stimuleert. Het leidt de lezer langs de vele aspecten die iemand tegenkomt bij het managen van een tandartsenpraktijk. “Praktijkmanagement Talent” gaat niet alleen in op de praktische handvatten voor praktijkmanagement, maar ook op persoonlijk leiderschap en de communicatie en begeleiding van het team in de tandheelkundige praktijk.

Boekpresentatie
Op 18 februari 2014 zal het boek “Praktijkmanagement Talent” gepresenteerd worden in Zwolle. Tijdens deze avond wordt niet alleen stil gestaan bij het boek, maar zal er ook een korte workshop gegeven worden door Pieter Henzen over de borging van de visie binnen de tandartsenpraktijk. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar voor degene die deze kosteloze avond zouden willen bijwonen. Indien u hierbij aanwezig wilt zijn of meer informatie wenst kunt u contact opnemen met Anna Berends van Loenen via info@qanz.nl

Lees meer over: Management, Ondernemen

Arbeidsrecht verandert in 2014

Werkgevers krijgen in 2014 te maken met aanpassingen van het arbeidsrecht. De Zaak somde op wat er verandert in het arbeidsrecht op korte en lange termijn.

  • Tijdelijke contracten: geen proeftijd en concurrentiebeding
    Waarschijnlijk mag een tijdelijk arbeidscontract vanaf 1 juli 2014 geen proeftijd of concurrentiebeding meer bevatten. Als u uiteindelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangaat, vergeet dan niet alsnog een concurrentiebeding op te nemen.
  • Eerder contract voor onbepaalde tijd
    Verwacht wordt dat werkgevers vanaf 1 juli 2014 maximaal drie tijdelijke contracten in 24 maanden kunnen aangaan, met een maximale tussenperiode van zes maanden en een dag. Nu mag u nog drie tijdelijke contracten bieden in 36 maanden met een tussenliggende periode van maximaal drie maanden en een dag.
  • Ziektewet aangepast
    Meldt uw medewerker zich maximaal 28 na uitdiensttreding ziek? Is uw meewerker ziek uit dienst getreden? Of kreeg uw werknemer in 2012 of 2013 een ziektewetuitkering na het einde van een tijdelijk contract? Dan wordt u doorbelast voor de ziektewetuitkering van de medewerker. Wat u betaalt is afhankelijk van het aantal werknemers dat u had of heeft.
  • Uitzendbeding vervalt
    Waarschijnlijk krijgen uitzendkrachten vanaf 1 juli 2014 recht op een ‘gewoon’ tijdelijk contract.
  • Kortere WW
    Tussen 1 juli 2016 en 2019 vermindert het maximaal aantal maanden WW van 38 naar 24.
  • Scheiding ontslagprocedures
    Arbeidscontracten kunnen ontbonden worden vanwege persoonlijk redenen of bedrijfseconomische redenen. In 2015 behandelt het UWV alleen nog maar ontslagaanvragen vanwege bedrijfseconomische redenen. Voor ontslag om persoonlijke redenen moet u naar de kantonrechter.
  • Lagere ontslagvergoeding
    Werknemers krijgen in de toekomst een ‘transitievergoeding’ van maximaal €75.000,- of een jaarsalaris bij een hoger jaarlijks loon.

Bron:
De Zaak

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Tips voor besparen en investeren in uw praktijk

Onder tandartsen en mondhygiënisten wordt hevig gediscussieerd over de mogelijke tarievendaling in 2015. Hoe gaat er straks bezuinigd worden? Moeten assistenten vrezen voor hun baan? Of zijn er slimmere bespaartips?

Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna vroeg tips aan Onno Karssen van Karssen Financieel en Michael Joosen van Heertjes Advies. Onno Karssen is al jaren actief in de financiële dienstverlening met als specialisme tandheelkunde. Hij geeft bijvoorbeeld adviezen bij praktijkoverdracht, hypotheken en verzekeringen. Michael Joosen specialiseert zich in facility management voor tandartspraktijken.

Dalend tandartsinkomen
Onno verwacht eigenlijk niet dat de tarievendaling erg fors zal zijn: ‘Het korten van de tarieven is niet juist. Ik denk dat de NZa dit uiteindelijk zal inzien. Ik verwacht wel dat er een druk komt te staan op de inkomsten van de tandartsen. Belangrijk daarbij is dat de NMT en ANT zich samen sterk maken voor hun leden om ook de verzekeraars een halt toe te roepen.’

Slim bezuinigen
Tandartsen willen niet graag op hun eigen inkomen inleveren. Gaat de tandarts echter verkeerd bezuinigen, dan kan dit ten koste gaan van de kwaliteit en capaciteit van het personeel. ‘Dat zal zeker ook gevolgen hebben voor de patiënt op de langere termijn’, waarschuwt Onno ‘Als de tandarts het goed wil aanpakken, bespaart hij op de praktijkvoering. Kijk goed naar de financiële huishouding en de kostenstructuur. Denk aan de kosten van de accountant, verzekeringen, stroom, automatisering en onderhoudscontacten. Dit kan duizenden euro’s per jaar schelen!’

Scherper inkopen
Michael haakt in: “Door goed inkoopmanagement kan men inderdaad fors besparen. Voeg bijvoorbeeld ook alle contracten voor beveiliging en brandbeveiliging samen. Meestal heeft een praktijk losse overeenkomsten voor onderhoud aan beveiligingsinstallatie, de brandblusser, de noodverlichting ende brandmeldcentrale. Daarnaast is er ook nog een meldkamerovereenkomst en een alarmopvolgingsdienst. Dit zijn zes overeenkomsten, met zes organisaties. Die sturen allemaal een eigen monteur en een eigen factuur. Ook vragen ze regelmatig even wat tijd om te bespreken hoe de dienstverlening bevalt. Breng beveiliging onder bij een partij, dan ben je veel minder tijd en geld kwijt. Bijkomend voordeel is dat er minder onrust in de praktijk is, aangezien er geen zes monteurs per jaar langskomen, maar slechts een.

Onderscheidend vermogen
Je onderscheiden en investeren blijft zeker belangrijk volgens beide heren. Michael: ‘Door te besparen blijft er geld over om te kunnen investeren in de kwaliteit. Niet investeren is geen stilstand, maar achteruitgang. Onderscheidend vermogen blijft belangrijk, ook tijdens een periode waarin de vraag het aanbod overstijgt.’

Onno ziet vooral in de communicatie kansen om te onderscheiden: ‘Zet bijvoorbeeld social media in om belangrijke stappen te maken in de onderscheiding. En investeren in kwaliteit moet. Kwaliteit komt altijd naar boven en daarvoor zijn investeringen nodig.”

Gezonde praktijk
Michael: ‘Investeringen verdienen zich in de meeste gevallen terug. Investeren is niet alleen een goede voorbereiding op het moment dat het tandartsentekort stopt te bestaan. Het is ook een manier om een gezonde praktijk te hebben en te houden. Een praktijk met optimale zorg, kwaliteit en klantbeleving is ook voor medewerkers vaak een meer inspirerende werkomgeving. Dit kan zorgen voor een lager ziekteverzuim, hogere productiviteit en vooral meer werkvreugde.”

Slim investeren
Michael: ‘Een goed plan is bij investeren wel essentieel. Stel een pakket van eisen op waaraan een product moet voldoen voor de praktijk. Vergelijk vervolgens de verschillende offertes op een gestructureerde manier. Gun dus niet klakkeloos een partij een opdracht wegens een lange relatie.’ Onno’s advies aan alle tandartsen en vrij gevestigde mondhygiënisten: ‘Wees creatief en ga ondernemen. Er liggen kansen en mogelijkheden genoeg, maar je moet er wel wat meer voor doen. Hij adviseert jonge tandartsen bijvoorbeeld om verder te kijken dan de Randstad. “Ik zie het in de Randstad steeds meer vollopen. Er liggen elders grote kansen, dus pak ze.’

Tips
Samenvattend zijn de drie gouden tips voor de tandheelkundig specialist:

  • Laat de kostenstructuur in je praktijk beoordelen
  • Plan je toekomst
  • Sta in verbinding met je omgeving door het gebruik van social media

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Financieel, ICT, Ondernemen

Nieuwe praktijk, oude patiënten?

Zoals bij alle vrije beroepen is ook in de tandheelkunde het oprichten, overnemen of verplaatsen van werkzaamheden aan de orde van de dag. Maar wat als bij die verschuivingen er op oneerlijke wijze geconcurreerd wordt?

Zoals bij alle vrije beroepen is ook in de tandheelkunde het oprichten, overnemen of verplaatsen van werkzaamheden aan de orde van de dag. De traditionele tandarts (man en vrije beroeper) maakt daarnaast al jaren plaats voor de tandarts die werkzaam is als zzp’er, vaak vrouw is en werkt in deeltijd. Daarnaast neemt het aantal ketens in de mondzorg toe¹. Maar wat als bij die verschuivingen er op oneerlijke wijze geconcurreerd wordt? Een kleine uiteenzetting.

Gronden voor inbreuk
Wanneer u een nieuwe praktijk start of naar een andere praktijk verhuist, zullen er altijd patiënten zijn die graag “meeverhuizen”. De praktijk die met die verhuizing patiënten verliest, zal wellicht willen betogen dat zij schade lijdt. Voor de vraag of er sprake is van een inbreuk op gemaakte afspraken of (ongeschreven) recht, moet er onderscheid gemaakt worden in de diverse inbreuken die kunnen spelen.

Concurrentie of relatiebeding
Een concurrentiebeding beperkt de vertrekkende tandarts in de keuze op welke wijze (werkzaamheden, plaats of omgeving) als ex-werknemer werkzaam te zijn. Dit beding moet schriftelijk zijn overeengekomen tussen een meerderjarige werknemer en een werkgever. Een relatiebeding is een concurrentiebeding, waarin is opgenomen in hoeverre de ex-werknemer klanten of relaties van de werkgever mag benaderen, of werkzaamheden mag verrichten voor een onderneming waarmee de werkgever in contact staat.

Doorgaans zullen de zzp’ers of tandartsen in loondienst met de inhurende praktijk of werkgever contractueel bedingen dat bij een eventueel vertrek geen klanten en/of relaties ‘meegenomen’ of benaderd mogen worden. Daarnaast is het gebruikelijk om in een dergelijk contract op te nemen dat het de tandarts of mondhygiënist niet is toegestaan om binnen een bepaalde straal rondom de voormalige praktijk voor een bepaalde periode de werkzaamheden van tandarts/mondhygiënist uit te oefenen.
De NMT-arbeidsvoorwaardenregeling tandheelkundige praktijken stelt over een concurrentie of relatiebeding niet meer dan dat deze in de arbeidsovereenkomst opgenomen mag worden. Gebruikelijk is dat de werkzaamheden voor gemiddeld een jaar in een gebied van 30 km rondom de huidige praktijk wordt verboden op straffe van een boete. Met die boete wordt doorgaans de schade voor de werkgever door de concurrentie op voorhand gefixeerd.

Wordt het gebied aanzienlijk uitgebreid voor een langere periode, dan kan de rechter worden verzocht om het beding aan te passen of zelfs als onredelijk te bestempelen, zodat het in zijn geheel niet meer van toepassing is. De afgelopen jaren is er een aantal keer geprocedeerd over de toepassing van een concurrentiebeding. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval werd het concurrentiebeding verminderd of zelfs geheel buiten toepassing verklaard.

De mate waarin het de (ex)werkgever vrij staat om zijn voormalig werknemer aan een non-concurrentiebeding te houden, danwel een onrechtmatige daad voor de voeten te werpen wordt mede ingekleurd door de bijzondere relatie tussen de tandarts en de patiënt, namelijk de vertrouwensrelatie die tussen hen bestaat. Patiënten hebben namelijk een vrije artskeuze, hetgeen inhoudt dat zij zich zelf mogen wenden tot de vertrekkende tandarts op een andere locatie. Dit recht staat niet volledig los van de contractuele afspraken die de tandarts met zijn voormalig werkgever heeft gesloten.

Onrechtmatige daad
Uit de jurisprudentie valt verder op te maken dat wanneer werkgever en werknemer geen concurrentiebeding overeengekomen zijn, er sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden, wil er sprake zijn van onrechtmatig handelen. De ervaring leert dat het informeren van patiënten over het vertrek van een arts onder omstandigheden gerechtvaardigd is. Wanneer vervolgens de patiënt te kennen geeft met de vertrekkende tandarts mee te willen gaan naar de nieuwe praktijk, dan leidt dat enkele feit niet tot een onrechtmatige daad van de vertrekkende tandarts tegenover de voormalige praktijk. Het wordt echter al snel anders wanneer met gebruikmaking van de vakkennis van de patiënt, inzetbaar in de relatie tot de patient, patiënten worden benaderd met het enkele doel om deze patiënten te bewegen over te laten stappen naar de nieuwe praktijk die rechtstreeks concurrerend is met de voormalige praktijk.

Let op en wees terughoudend
Kortom, let bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst of het vestigen van een nieuwe praktijk goed op het eventuele concurrentiebeding in de (arbeids/samenwerkings)overeenkomst. Mocht er geen concurrentiebeding van toepassing zijn, wees dan terughoudend met het ‘ronselen’ van oude patiënten. Deel de patiëent enkel mede dat u overstapt naar bijvoorbeeld een nieuwe praktijk (zonder deze onomwonden voor een nieuwe praktijk te werven) en zorg er vervolgens bijvoorbeeld voor dat u zichtbaar bent op internet, zodat de patiënt die met u mee wilt, u ook kan vinden.
Zoals uit het voorgaande blijkt, hangt de werking van een concurrentie- of relatiebeding af van de concrete feiten en omstandigheden van het geval. Dat wat partijen over en weer jegens elkaar hebben verklaard bij het begin van de relatie, kan ook van invloed zijn op de latere invulling van het beding. Wees daarom niet terughoudend met het inwinnen van advies en leg uw geval voor aan een deskundige.

¹ Rabobank cijfers&trends, mondzorg 2013

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V








Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving, ZZP-er

Stichting Onafhankelijke Hulpverlening: Waarden belangrijker dan tarieven

De professie reageert allergisch op tariefmaatregelen. De NZa en de zorgverzekeraars verwachten niet anders. Een professie die daarover verontwaardigd is, is voor deze instanties dan ook een kat in het bakkie. Pers en publiek zal hen zelfs bijvallen. Het imago zal er dus niet beter op worden.

De Stichting Onafhankelijke Hulpverlening stelt zich anders op. Deze stichting, die naar aanleiding van de Wet Tarieven Gezondheidszorg is opgericht in 1986, is nieuw leven ingeblazen. Echte veranderingen komen niet van boven maar van beneden. Daarom richt de SOH zich op tandartsen die voor kwaliteit gaan. Daarbij speelt onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid een grote rol. Dat betekent dus dat jouw kwaliteit niet afhankelijk wordt gesteld van ‘gemiddelden’. De SOH heeft wat dit betreft haar visie over wat kwaliteitsbeleid is op haar website staan.

Goed om te weten
Tandartsen die zich bij de SOH hebben geregistreerd worden voorzien van korte berichten “Goed om te weten”. Deze berichten zijn speciaal bestemd voor hen en met name voor hun patiënten. Er wordt daarin uitgelegd wat kwaliteit is en wat die kwaliteit schaadt. Bovenal zullen ze worden geïnformeerd over wat er zich achter de schermen afspeelt van zorgverzekeraars en overheidsinstanties. De SOH heeft hiertoe een bedrijfsonderzoeker aan het werk gezet.

Geregistreerd
Inmiddels hebben zich meer dan 175 tandartsen geregistreerd. Dat is goed voor meer dan 100.000 patiënten. De SOH neemt echter aan dat veel meer tandartsen de waarde van deze aanpak inzien. Zij kunnen zich dan registreren via de website. Op die manier neem je verantwoordelijkheid. Daarbij hoort ook het informeren van je patiënten over de schadelijke effecten van het huidige beleid met de daarachterliggende belangen. Op die manier wordt de power aangeboord die nu nog passief is: de patiënt.
Den Haag zal moeilijk stil kunnen blijven zitten als meer dan 100.000 mensen beschikken over met name de bedrijfsinformatie die onthullend en onthutsend is. Op dat moment is de tijd rijp om aandacht te vragen voor de beleidsvisie van de SOH die zowel het belang van patiënten als van tandartsen omvat.

Door:
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening

Lees meer over: Management, Ondernemen, Opinie, Tarieven, Thema A-Z

Meer rendement: Jij bepaalt de agenda en niemand anders

Veel praktijken kunnen hun rendement enorm verhogen door simpelweg efficiënter te werken. Een aandachtsgebied hierbij is ‘time management’. Je bepaalt je eigen agenda. Lees de tips voor het efficiënt omgaan met je tijd.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Uit ervaring blijkt echter dat veel praktijken hun rendement enorm kunnen verhogen simpelweg door efficiënter te werken. Het verhogen van hun rendement moet voor deze praktijken de komende tijd een aandachtspunt zijn. Een rendementsverhoging levert op jaarbasis namelijk veel meer op dan de kleine voordelen die worden geboekt via besparingen aan de ‘kosten kant’.

De tips in de vorige artikelen over ‘Meer rendement’ waren:

  1. Het gebruik van het 3 S’en model (Simplificeer, Standaardiseer, Specialiseer)
  2. Een goede (efficiënte) meerkamerplanning met toepassing van taakdelegatie
  3. Slimmer werken door het stellen van prioriteiten

Time management
Een aandachtsgebied voor een efficiëntere werkwijze is ‘time management’. Het kan bijvoorbeeld niet de bedoeling zijn dat patiënten de agenda van de tandarts bepalen. Jij bepaalt je eigen agenda en dient vast te houden aan deze interne afspraken. Dit kan voor veel praktijken een enorme efficiëntieslag betekenen die zijn weerslag heeft op een hogere productie.

Het gevoel ‘geleefd te worden’
Regelmatig geven tandartsen aan op een werkdag geleefd te worden door de agenda. Veel controles achter elkaar. Een pijnklacht onverhoopt tussendoor gepland. Telefoontjes van toeleveranciers. Deze acties zijn vaak ingegeven vanuit de instelling binnen de praktijk om de patiënt te ‘pleasen’. Onder het mom van: patiëntgericht werken en service verlenen. Dit leidt echter tot grote inefficiënties in de dagelijkse werkwijze en tot onrust. Het advies is een omslag te maken in denken. Een andere ‘mindset’ in de omgang met patiënten en derden.

Omslag in denken – ander perspectief
Het advies is dat praktijken veel meer gaan handelen vanuit hun eigen interne afspraken en waarden. Hiermee wordt bedoeld dat je allereerst bedenkt hoe een prettige werkdag eruitziet en wat je dagelijks minimaal wilt omzetten, om de jaarlijkse omzetdoelstelling te halen. Zo begin je met het plannen van je eigen dagschema. Kortom, plan je eigen succes. Vervolgens is het belangrijk om dit dagschema als ‘heilig’ te verklaren in de praktijk. Dit heeft als resultaat dat veel strategischer met kostbare tijd wordt omgegaan.

Tips om dit te bereiken
5 Tips om strategisch om te gaan met je tijd:

  • Stel eenmalig een goede ‘blokplanning’ voor de kamers op en volg deze planning elke dag:
    Een vaste planning creëert duidelijkheid en rust, wat tijdwinst gaat opleveren.
  • Afspraken worden alleen gemaakt op tijden dat het de praktijk schikt en niet andersom:
    De eigen planning is een weergave van een efficiënte werkdag en wordt daarom als ‘heilig’ verklaard. Hierin concessies doen betekent een negatieve invloed op de efficiëntie en productie van de praktijk.
  • Maak de behandeltijd niet langer als deze tijd niet is gereserveerd:
    Doe alleen extra verrichtingen als de agenda dit toelaat. De wachttijd neemt toe en het zelf opgezette (efficiënte) dagschema komt daarmee direct onder druk te staan.
  • Creëer momenten op een werkdag voor niet belangrijke zaken tijdens niet-productie uren:
    Beantwoord mail en telefoontjes, maak behandelplannen en verwerk de administratie buiten de tijden dat patiënten worden behandeld.
  • Geef naar patiënten aan dat zij tijd hebben gereserveerd bij de tandarts:
    Het reserveren van tijd maakt duidelijk naar patiënten dat de tandarts voor hen tijd vrijmaakt.

Door: Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum – Sjoerd Kuiken van http://kuikenpraktijkmanagement.nl/advies-tandartspraktijken/ adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering. Verry van Rossum van www.pdi-nl.nl is praktijkadviseur die praktijken de unieke werkwijze van het PDI Business Model kan leren en beschikt over een expertise van vele jaren in het begeleiden en opleiden van tandartsen.

Lees meer over: Management, Ondernemen

KaVo Nederland B.V. verbreedt haar distributiekanaal in de Benelux

Als toonaangevend tandheelkundig bedrijf levert KaVo al meer dan 100 jaar kwalitatief hoogwaardige producten en dienstverlening voor de gehele tandheelkundige markt. Met een compleet assortiment van producten, diensten en technologieën, heeft KaVo als doel het gevarieerde en complexe werk van tandartsen, tandtechnici, en andere tandheelkundige professionals efficiënter en gemakkelijker te maken.

Voor haar behandeleenheden, röntgeneenheden en toebehoren heeft KaVo Nederland haar krachten gebundeld met verschillende dealers om de tandheelkundige markt in de Benelux hoogwaardige service te blijven verlenen. Deze producten zijn vanaf heden verkrijgbaar via de volgende dealers:

Nederland
– All Dent B.V.
– Dental Bauer Nederland
– Dental Partners Rotterdam B.V.
– Henry Schein Nederland

België en Luxemburg
– Dental Promotion & Innovation
– Henry Schein België
– Technique Dentaire Luxembourgeoise

KaVo richt zich voortdurend op de verbetering van de werkprocessen van de gebruiker en de continue betrouwbare distributie van haar producten. In samenwerking met deze dealers zal KaVo hard werken om haar leidende positie in de tandheelkundige markt te waarborgen en de uitdagingen van de hedendaagse dynamische tandheelkunde met succes aan te gaan.

De directeur van KaVo Nederland, Mathieu Deijns, ziet deze samenwerkingsverbanden met enthousiasme tegemoet: “Met deze partners bouwen we verder aan onze leidende positie in de tandheelkundige markt. We kijken met veel vertrouwen naar de toekomst.”

KaVo Nederland BV
T+31 33 45 07 900
E info.nl@kavo.com
I www.kavo.nl

Lees meer over: Bedrijven, Instrumenten, Praktijkinrichting, Tandtechnische materialen

Financiële tips voor meer rendement

Ron Schouw, belasting- en bedrijfsadviseur, sprak met tandartsen tijdens een tandheelkundig congres. Lees zijn tips financiële tips voor meer rendement.

De uitnodiging van Paul Kalker – organisator van het congres Frontrestauraties – om bij zijn congres aanwezig te zijn, nam ik graag in ontvangst. Wie ben ik? Ron Schouw, een Amsterdamse ondernemer in accountancy & bedrijfsadvisering én een vreemde eend in de bijt tussen tandheelkundige specialisten. Zeker als 700 specialisten op hetzelfde moment een bezoek brengen aan het congres Frontrestauraties in de RAI te Amsterdam.

Ik was benieuwd op welke manier de huidige economie van invloed is op de tandheelkundige specialist en ben daarom in gesprek gegaan met veel congresbezoekers.

Kostenstructuur
Er werd mij verteld dat er veel vertrouwen is in het klantenbestand en de omzet, maar er is weinig interesse en besef omtrent de kostenstructuur van het bedrijf. Wel volgen er zorgelijke blikken als ik vraag wat er ‘na de streep’ overblijft en of er voldoende pensioenopbouw is.

Advies
Richt uw administratie zo in dat elke maand gestuurd kan worden op de cijfers. Laat u elke maand een kwartiertje adviseren door de accountant. Hij/zij is tenslotte uw externe CFO. Ik voorspel dat u met deze simpele ingreep binnen een jaar meer rendement uit uw bedrijf haalt, zonder dat u één euro extra omzet heeft moeten realiseren.

Investeringsaftrek
Op het congres werden veel vragen gesteld over de investeringsaftrek en de 30% regeling. Ik kan kort zijn, de versobering vanuit de regering wordt breed doorgevoerd, ook voor deze regelingen.

De 30% regeling is verkort en de investeringsaftrek vervalt in 2014 voor alle personenauto’s. De  kleinschaligheidinvesteringsaftrek blijft mogelijk bestaan voor onder andere de aanschaf van medische apparatuur.

Tip
Indien uw investeringsbedrag hoger is dan € 55.249,-, spreid dan de bedragen en investeer in 2014 de bedragen die € 55.249,- te boven gaan. Hiermee realiseert u een extra belastingbesparing van 28% in het jaar 2014.
Let op! niet alle investeringen komen hiervoor in aanmerking: o.a. de aanschaf van bedrijfspanden is uitgesloten.

Zo ziet u maar, met een simpele ingreep of bedachtzame actie bespaart u gemakkelijk duizenden euro’s.

Maar goed! … Het werd donker en het congres liep ten einde. Een tandarts kwam naar mij toe en vroeg: ‘Wat verkoop jij?’ ‘Belastingbesparingen’, zei ik….’Mooi, dan kan je met de belastingbesparingen die scheve hoektand bij mij recht laten zetten’. De cirkel was hiermee rond voor deze dag. Het was een gezellige en leerzame ervaring en bij thuiskomst nam ik een goed glas wijn en heb direct mijn tandarts gemaild voor een afspraak.


Door:
Ron Schouw, Founder en eigenaar RON-A.D. advies & accountancy BV

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Commercieel = Vies

De mondzorgprofessional is een echte professional. Vaktechnisch bent u zeer goed opgeleid en wordt u regelmatig bijgeschoold. U bent op de hoogte van de nieuwste technieken en producten. Vaak bent u naast zorgprofessional ook ondernemer, u hebt een eigen praktijk of bent in ieder geval verantwoordelijk voor uw eigen inkomen.

Commercieel vermogen
Hoe kan het dan dat veel mondzorgprofessionals op het gebied van ondernemerschap en commercieel vermogen nauwelijks ontwikkeld zijn? Zodra het woord ‘commercieel’, ‘verkoop’ of ‘sales’ ter sprake komt word ik abrupt gewezen op het feit dat “commercieel” een vies woord is. En dan praat ik niet over de plechtigheid en overtuiging waar dit mee uitgesproken wordt….

De grote vraag die rijst is waarom zorgprofessionals zo veel moeite hebben met acquireren en verkopen of beter gezegd: commercieel denken.

Wat is commercieel denken precies?
Wanneer u de competentieprofielen bekijkt, vindt u onderstaande uitleg bij de competentie “ontwikkelen van commercieel vermogen”:

  • “Denken en handelen vanuit kansen in de markt en deze op juiste commerciële waarde schatten;
  • “Klantgericht handelen en de juiste relaties aangaan”
  • Zich bij veranderende omstandigheden (mensen, omgeving, werkwijze) gemakkelijk aanpassen

Er doen zich in deze nieuwe tijd – velen noemen het crisis – heel veel nieuwe kansen voor maar u moet ze wel zien en erop inspelen. In plaats van in paniek te raken en de zorgverzekeraars en de overheid de schuld te geven, kunt u veel beter nagaan waar uw kansen liggen. En reken maar, ze liggen er!

Uw plan

  • Heeft u weleens goed nagedacht over uw bestaanrecht of uw missie?
  • Welke soort patiënt wilt u graag bedienen?
  • Weet de zorgconsument u te vinden op basis van uw specialisatie?
  • Wat is uw visie voor de toekomst?
  • Wat kunt u deze patiënt bieden?
  • Welke doelen heeft u gesteld voor dit jaar en de lange termijn?
  • Wat zijn de wensen en behoeften van uw doelgroep?
  • Op welke pijlers rust uw praktijk?

Zoals u ziet praat ik hier over het ontwikkelen van commercieel vermogen. Als u acquisitie moet gaan doen zult u de antwoorden op bovenstaande vragen moeten kunnen dromen. Dit is namelijk wie u bent! Bent u in staat bovenstaande vragen tot in detail te beantwoorden?

  • Zo ja, dan moet u het voor u niet moeilijk zijn om in deze nieuwe tijd een volle praktijk te hebben.
  • Zo nee, ga er dan aan werken. Het is de basis van uw bestaansrecht en uw garantie voor de toekomst.

Tips voor het ontwikkelen van een missie

Een missie definieert:

  • Het bestaansrecht en identiteit van een organisatie
  • Wie je bent
  • Wat je doet
  • Wat je wilt bereiken
  • Is tijdloos
  • Een missie staat niet voortdurend ter discussie (in tegenstelling tot een visie)

De missie van een organisatie bestaat over het algemeen uit de volgende vier onderdelen:

  • Werkterrein
  • Bestaansrecht
  • Betekenis voor belanghebbenden
  • Normen, waarden en overtuigingen

Tips voor het ontwikkelen van een visie

Een visie:

  • Is inspirerend
  • Geeft een visionair en ambitieus beeld van wat een organisatie wil zijn
  • Kijkt naar de wereld van nu
  • Kijkt naar de kansen in de toekomst
  • Beschrijft de gewenste droomsituatie

Om een visie voor uw praktijk te formuleren moet u uzelf de volgende vragen stellen:

  • Welke ontwikkelingen (economisch, sociologisch, technisch, politiek) zijn belangrijk voor onze organisatie?
  • Hoe ziet onze toekomst eruit en die van onze concurrenten?
  • Welke ambities hebben wij op langere termijn?
  • Welke core competence moeten we voor de toekomst gaan ontwikkelen?

“Je leert alleen door het te doen”
Thalita Smit van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen, ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
114161823-recht

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg november 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van november 2013 over het uitschrijven van een patiënt, taakherschikking in protocollen en kiespijn als spoedeisend geval.

Geen reactie mag niet zo maar leiden tot uitschrijving van de patiënt

Uitspraak 1 november 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (nr. 272/2012) (ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47)

De patiënt beklaagt zich over het feit dat hij zo maar door de tandarts uit zijn praktijk is uitgeschreven omdat hij niet zou hebben gereageerd op het verzoek tot het maken van een periodieke controle. Hierdoor werd de patiënt geweigerd op het moment dat hij zich tot de tandarts wendde met een afgebroken kroon. De beklaagde tandarts verweert zich door te stellen dat hij met het opsturen van een brief en het inspreken van de voicemail heeft gehandeld in overeenstemming met de daarvoor geldende richtlijnen van het NMT. Het College beantwoordt de vraag of de tandarts op de juiste wijze de behandelingsovereenkomst met de klager heeft beëindigd. Hiervoor is het uitgangspunt dat de tandarts als hulpverlener de behandelingsovereenkomst niet kan opzeggen, behoudens gewichtige redenen (7:460 BW). Het zwaarwegende belang van de patiënt laat niet toe dat de behandelingsovereenkomst zonder meer kan worden opgezegd en de hulpverlening wordt gestaakt. Nu er volgens het College geen sprake is van een gewichtige reden, althans het niet reageren op een uitnodiging tot een periodieke controle, die de beëindiging van de patiëntenrelatie rechtvaardigt wordt de klacht gegrond verklaard en wordt de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

Bekijk hier de uitspraak

Zet de circulaire taakherschikking om in praktijkgerichte protocollen

Uitspraak 1 november 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (nr. 234/2012) (ECLI:NL:TGZRZWO:2013:48)

De klacht wordt ingediend door de Inspectie voor de Gezondheidszorg die een bezoek heeft gebracht aan de praktijk van verweerder waarbij de rapporten die zij opstelde laten zien dat er niet wordt voldaan aan de vereisten voor taakherschikking. Naar het oordeel van het College blijkt dat door de Inspectie uitgevoerde onderzoeken en opgemaakte rapportages de mondhygiënist in de praktijk voorbehouden handelingen heeft verricht zonder dat op alle punten aan de vereisten voor taakherschikking is voldaan. Dit wordt verweerder als eindverantwoordelijke verweten omdat hij heeft nagelaten om de regels voor taakherschikking en de uitvoering van de circulaire taakherschikking niet heeft omgezet naar praktijkgerichte protocollen. Het College legt de maatregel van een waarschuwing op.

Bekijk hier de uitspraak

“Gigantische kiespijn” geen spoedeisend geval?

Uitspraak 19 november 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen (Rep.nr.: T2013/12) (ECLI:NL:TGZRGRO:2013:23)

Klaagster belt naar de spoedlijn van de tandarts waarbij zij de telefoniste aangeeft “gigantische kiespijn” te hebben. De tandarts laat de telefoniste daarop weten vanavond niet meer te zullen komen, maar dat er de volgende ochtend wel iemand beschikbaar zal zijn en dat mevrouw in de tussentijd maar paracetamol moet slikken. Het College oordeelt dat uit de NMT-praktijkrichtlijn ‘opvang van tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren’ blijkt dat de tandarts in beginsel niet zou mogen weigeren om de patiënt tandheelkundige eerste hulp te verlenen bij kennelijke pijnklachten. De dienstdoende tandarts moet beoordelen of de behandeling van de klacht in redelijkheid kan worden uitgesteld. Het College is van oordeel dat verweerder in deze kwestie op dat punt volstrekt tekort is geschoten zodat hij ook is tekort geschoten in de zorg die hij jegens klaagster behoorde te betrachten. De tandarts heeft namelijk zonder ook maar enige vraag te stellen en zonder enig inzicht in de aard van de ernst van de klacht – en daarmee – de intensiteit van de door klaagster gevoelde pijn, en dus zonder enige grond waarop die beslissing kon worden gebaseerd meegedeeld dat hij daar niet meer voor zou komen.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Meer rendement: Werk slimmer door prioriteiten te stellen

Een hogere winst kan behaald worden door slimmer te werken. Tandartsen kunnen hun rendement vaak nog enorm verhogen door prioriteiten te stellen in hun werk. En juist niet door alleen maar harder of meer te werken.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Een rendementsverhoging wordt gezocht in harder en langer werken. Het draaien van avonddiensten is hiervan een voorbeeld. Een beter rendement kan veelal al worden gevonden in een slimmere manier van werken. Het stellen van prioriteiten helpt hierbij.

Verloren tijd verdien je niet meer terug
Tijd is de productiefactor voor een tandarts of zelfstandig behandelaar. Er kan eenvoudig berekend worden welk tarief ‘hangt’ aan een tijdseenheid. Elke minuut die niet productief wordt besteed levert dus gemiste omzet op. En verloren tijd verdien je nooit meer terug. De focus dient daarom ook te liggen op een efficiënte inrichting van het werkproces, zodat de productieve tijdsbesteding (oftewel de hoeveelheid te declareren tijd) zo hoog mogelijk is.

Stel prioriteiten
In de tijd dat de praktijk geopend is voor patiëntbehandelingen (veelal van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur) dient de tandarts dus zo veel mogelijk productief (nogmaals: te declareren tijd) te zijn. Echter, de gehele dag komen allerlei verzoeken op de tandarts af. Het stellen van prioriteiten helpt hierbij. Bij elk verzoek, elke actie, elke handeling dien je je af te vragen of het dringend en belangrijk is.

Dit leidt tot de volgende keuzemogelijkheden:

  • Is het zowel dringend als belangrijk: zelf uitvoeren
  • Is het wel dringend maar niet belangrijk: delegeren
  • Is het wel belangrijk maar niet dringend: inplannen
  • Is het zowel niet dringend als niet belangrijk: laten liggen of zelfs niet doen

Focus via een vaste agenda
Het stellen van prioriteiten moet ertoe bijdragen, dat gedurende de tijd voor patiëntbehandelingen eigenlijk alleen maar declarabele uren, minuten en seconden worden gemaakt. Hierop dient de focus te liggen. Het hebben van een vaste dagagenda draagt hieraan bij, doordat het structuur en duidelijkheid geeft. En buiten de ‘productietijd’ worden alle zaken met een lagere prioriteit uitgevoerd. En bedenk: Doe de niet-dringende en niet-belangrijke zaken dus gewoon niet.

Door:
Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum – Sjoerd Kuiken (http://kuikenpraktijkmanagement.nl) adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering. Verry van Rossum (www.pdi-nl.nl) is praktijkadviseur die praktijken de unieke werkwijze van het Strawn Concept kan leren en beschikt over een expertise van vele jaren in het begeleiden en opleiden van tandartsen.

Lees meer over: Communicatie, Financieel, Ondernemen

Belastingregels voor het kerstpakket

Het kerstpakket is loon in natura, maar over de waarde van een kerstpakket hoeft u als werkgever geen premie volksverzekering of loonbelasting in te houden. Voor het kerstpakket gelden namelijk twee speciale regelingen, schrijft De Zaak.

Tot 2015 kunt u kiezen of het kerstpakket valt onder het eindheffingsloon of de werkkostenregeling.
Als u kiest voor het eindheffingsloon, dan kunt u per werknemer jaarlijks 70 euro uitgeven aan geschenken. Doordat u over dit bedrag een eindheffing van 20% procent moet betalen, kost een kerstpakket van 70 euro u in totaal 84 euro.

Werkkostenregeling
Bij de werkkostenregeling geldt dat u aan geschenken 1,4% van de totale loonsom kunt besteden. Boven deze grens betaalt u 80% eindheffing over het extra bedrag.
Na 2015 geldt voor alle werknemers de werkkostenregeling.

Bron:
De Zaak

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg oktober 2013

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg oktober 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van oktober 2013 over achterblijvende vijldeeltjes, klacht tegen directeur/eigenaar, BIG-schrapping, wel of geen headgear en te veel tanden trekken.

Achterblijven vijldeeltje is een complicatie die de tandarts niet kan worden verweten

Uitspraak 15 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven
(YG3264) (1327a)

Klaagster verwijt de tandarts dat zij bij de behandeling van een kies niet de juiste zorg heeft betracht waardoor de kies is ontstoken. Dit heeft geleid tot een wortelkanaalbehandeling waarbij een vijldeeltje is achtergebleven, vervolgens heeft een nieuwe wortelkanaalbehandeling moeten plaatsvinden en tot slot extractie van de betreffende kies. Hoewel de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteen lopen oordeelt het College dat het afbreken van een stukje vijl een complicatie is die de verweerster niet kan worden verweten. Het College oordeelt dat de beslissing van de tandarts om het stukje vijl te laten zitten, waardoor het onderdeel is gaan uitmaken van de kanaalvulling, juist is. Omdat de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteen lopen, en het woord van klaagster niet meer of minder geloofwaardiger dan wel belangrijker is dan het woord van de verweerster, wordt er geconcludeerd dat er onvoldoende feitelijke grondslag is om het verwijt van klaagster te dragen. Het gevolg is dat klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard en voor het overige de klacht ongegrond wordt verklaard.

Klacht tegen directeur/eigenaar

Uitspraak 15 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven
(YG3263) (1327b)

Klaagster verwijt de tandarts dat hij in zijn hoedanigheid als directeur van de kliniek zich kleinerend en onprofessioneel tegenover klaagster zou hebben uitgelaten. De klacht is gebaseerd op de tweede tuchtrechtelijke norm die gaat om gedragingen die niet door de eerste norm (het tekort schieten ten opzichte van een patiënt op diens naaste betrekking) worden bestreken maar niettemin in strijd zijn met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Nu klaagster geen feiten en/of omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat de verwerende tandarts onder de tweede tuchtrechtelijke norm valt, althans waaruit valt af te leiden dat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld, oordeelt het College dat verweerder tuchtrechtelijk niet verwijtbaar heeft gehandeld en wijst de klacht af.

Opeenstapeling van fouten leidt tot schrapping

Uitspraak 22 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen
(YG3281 YG1701) (Rep.nrs. T2012/03, T2013/03, T2013/01)

Het komt niet vaak voor dat het Tuchtcollege een tandarts uit het BIG-register schrapt (in 2012 was dat slechts in 6% van de gevallen). In het onderhavige geval gaat het om een gecombineerde uitspraak in drie procedures tegen een tandarts. De klachten omvatten de volgende verwijten: onverantwoorde praktijkvoering, taakherschikking en -delegatie die niet voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden, geen adequaat toezicht op een mondhygiënist die tandheelkundige handelingen verrichtte ondanks signalen dat door hem uitgevoerde behandelingen niet goed werden uitgevoerd, onvoldoende dossiervoering, een onprofessionele klachtenafhandeling, onvoldoende toegankelijke spoedzorg en het verrichten van tandheelkundige handelingen door hemzelf van onvoldoende kwaliteit. Het College acht de drie klachten gegrond. Gezien de ernst van de feiten, het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, het feit dat vaststaat dat hij tijdens een eerder opgelegde schorsing ten minste één patiënt heeft behandeld en het door hem getoonde gebrek aan reflexie op zijn eigen professionele handelen is het College van oordeel dat doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register de passende maatregel is.

Wel of geen headgear?

Uitspraak 29 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam
(YG 3293)(2013/129T)

Klaagster verwijt de tandarts dat hij bij de orthodontiebehandeling van haar minderjarige dochter onzorgvuldig te werk is gegaan door een verkeerd behandelplan uit te voeren en geen informatie te verstrekken over de behandeling. Het College onderschrijft de gestelde diagnose maar niet het gekozen behandelplan. Voor het gebruik van de headgear ontbrak volgens het College de indicatie voor het gebruik daarvan. Ten aanzien van het informeren van de wettelijke vertegenwoordigers van de patiënten oordeelde het College dat de aantekeningen van het dossier dermate summier zijn dat niet duidelijk kan worden of het behandelplan en de te verwachten gevolgen daarvan zijn besproken met klaagster. Daarom oordeelt het College dat de tandarts tekort is geschoten in zijn informatieplicht (art. 17.448 BW) jegens de klaagster (ouder van de patiënte). Het gevolg is dat de tandarts de maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.

Te veel tanden getrokken?

Uitspraak 29 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam
(YG 3292)(2012/075T)

Klaagster verwijt de tandarts dat hij op onzorgvuldige wijze een orthodontiebehandeling heeft uitgevoerd. De tandarts heeft volgens klaagster te veel kiezen getrokken waardoor te grote afstanden tussen de tanden van klaagster zijn ontstaan en klaagster er niet meer representatief uitzag. Ook verwijt klaagster de tandarts dat hij verzekeringsfraude heeft gepleegd. Het College oordeelt dat de wijze waarop en masse elementen zijn verplaatst zeer ongebruikelijk is en getuigt van onvoldoende kennis op het gebied van orthodontische verplaatsingen van meerdere elementen tegelijkertijd. Daarnaast is ter zitting gebleken dat de tandarts opzettelijk allerlei niet verrichte behandelingen en onjuiste codes heeft opgevoerd. Het College bestempelt deze handelswijze als een geval van een zeer brutale benadeling van de ziektekostenverzekeraar zodat beide klachten gegrond zijn verklaard en de tandarts voor de periode van één maand wordt geschorst uit het register.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Kaakchirurgen strijken vijf ton op voor gebruik röntgenapparatuur

Vier kaakchirurgen van het Eindhovense Catharine Ziekenhuis ontvingen meer dan een half miljoen euro als vergoeding voor gebruik van röntgenapparatuur terwijl deze in het bezit was van het ziekenhuis. Dit meldt Medisch Contact aan de hand van informatie uit een vonnis van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg, een arbitragerechtbank voor conflicten tussen zorginstellingen en artsen.

Eigendom
De kaakchirurgen gebruikten eerder hun eigen apparatuur en ontvingen hiervoor een vergoeding voor aanschaf en onderhoud. Toen zij vijf jaar geleden de apparatuur wilden vervangen hield het Catharine Ziekenhuis de nieuwe apparatuur in eigendom vanwege haar aansprakelijkheid bij ongelukken door gebrekkig onderhoud. Het ziekenhuis kocht de nieuwe röntgenapparatuur maar ging ermee accoord dat de kaakchirurgen de vergoeding voor de apparatuur bleven ontvangen. De vergoeding bedroeg 540.000 tot 600.000 euro voor vier jaar terwijl het ziekenhuis het exploitatietekort betaalde.

Uitspraak
Bestuursvoorzitter Piet Batenburg, aangetreden na de gemaakte afspraak, maakte in januari een eind aan deze afspraak waarop de kaakchirurgen naar het Scheidsgerecht stapten. Het gerecht stelde het ziekenhuis in het gelijk.

Volgens de arbitragerechtbank speelt daarbij een rol dat de voor het ziekenhuis nadelige afspraak moeilijk uit te leggen is, zowel binnen als buiten de organisatie.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Meer rendement: 3 S’en model voor verhogen efficiëntie

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling. Met meer efficiëntie in uw praktijk vergroot u uw winst. Bekijk de kansen van het 3 S’en model: Simplificeer, Standaardiseer en Specialiseer.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Het verhogen van de productie is een voor de hand liggende manier om deze tendens te doorbreken. Meestal ziet het tandheelkundige team hier geen mogelijkheden voor omdat er al zo hard gewerkt wordt. Er wordt echter niet altijd efficiënt gewerkt en na analyse van het interne proces blijkt er in de praktijk veelal toch meer winst te behalen.

Efficiëntie

De stappen van het 3 S’en model bieden een eenvoudig handvat om zelf een efficiëntie slag te maken:

  1. Simplificeer
    “Als één stap voldoet, doe er dan geen twee”:

    Kijk kritisch naar de handeling in en rondom het behandelproces. Elke uitgevoerde handeling die niet bijdraagt aan het eindresultaat is overbodig en kan achterwege worden gelaten. Ook kleine en korte handelingen moeten eruit gehaald worden. Een handeling van 5 seconden lijkt niets uit te maken. Echter, tien van dergelijke handelingen op dagbasis kosten op jaarbasis toch al snel heel veel tijd. Tijd is geld en dus moet je hier kritisch op zijn.

  2. Standaardiseer
    “Doe het steeds op dezelfde wijze”:

    Door een handeling eenmaal uit te schrijven en vervolgens altijd op die manier uit te voeren, is de kans op een goed resultaat veel groter. Dit creëert duidelijkheid, wat vooral binnen een team belangrijk is. Denk bijvoorbeeld aan de klaarzet voor een endo behandeling, waarbij het dus ook niet gewenst is dat tandartsen verschillende endo trays hebben. Doe alles (praktijkbreed) op dezelfde wijze.

  3. Specialiseer
    “Doe de helft twee keer zo vaak”:

    Door te specialiseren op (be)handelingen wordt de kans op succes groter en tevens de kans op ‘failure’ kleiner. Het overdoen van een (be)handeling is een enorme verliespost (in tijd), dat vermeden moet worden. Ga maar eens na hoeveel tijd het kost als 20% van alle afdrukken twee keer gedaan moeten worden? ‘The first time right’ is heel belangrijk.

Succesvol veranderen
De grootste weerstand tot het succesvol doorvoeren van efficiëntie verbeteringen komt van de zucht naar het vertrouwde met de vaste routines als ook de angst dat veranderingen niet worden geaccepteerd door de patiënt. Hoe meer het team in staat is om buiten de vaste patronen te denken en te handelen – ‘out-of-the-box ’ te denken -, hoe grotere voordelen behaald kunnen worden. Daarnaast moet het team zich ook niet weerhouden voelen om verbeteringen door te voeren uit angst voor de patiënt. De patiënt heeft namelijk zijn of haar intrinsieke vertrouwen aan de tandarts geschonken. En dat vertrouwen zal niet beschadigd worden door aanpassingen in het proces, zolang de patiënt maar niet voor onverwachte gebeurtenissen komt te staan.

Door:
Sjoerd Kuiken

Lees meer over: Communicatie, Financieel, Ondernemen

Uitstraling: Kom ik over zoals ik wil?

U bent de tandarts eigenaar van de praktijk en dus de leidinggevende, maar zien uw medewerkers u niet als zodanig? Voelen mensen zich aangevallen, terwijl u het niet zo bedoelt? Misschien klopt uw uitstraling niet bij wat u voelt of wilt bereiken.

Persoonlijke uitstraling heeft alles te maken met hoe uw buitenkant overkomt op anderen. Dit is een combinatie van factoren. Denk hierbij aan lichaamstaal, stemgebruik en transparantie. Kortom passen de gedragingen bij de boodschap die u wilt overbrengen of bij uw gevoel?

U kunt uw uitstraling of hoe u overkomt aanpassen als u zich hier bewust van bent. Dit betekent niet dat u uw innerlijk of authenticiteit moet aanpassen.

Factoren van uitstraling
Er zijn verschillende factoren die gezamenlijk uw uitstraling bepalen. Als u weet wat deze factoren zijn en hoe deze effect hebben op uw omgeving, kunt u gaan spelen met de verhouding waarin ze zichtbaar zijn.

  • Houding: Hoe zit u erbij? Er is een wereld van verschil tussen voorover leunen en achterover leunen in een gesprek
  • Gebaren: Gebruikt u uw handen als u iets vertelt? Uw verhaal kan een stuk krachtiger overkomen als u deze bijzet met gebaren
  • Mimiek: Wat zegt uw gezicht? Als u glimlacht naar de medewerker wanneer u boos bent, dan komt uw boosheid niet over bij deze medewerker.
  • Verpakking: Heeft u een vies en oud schort aan tijdens het behandelen of een schone en frisse polo? Hoe denkt u dat dit verschil overkomt bij uw patiënt en klopt dit met uw ambitie als tandarts of mondhygiënist?
  • Stem: Praat duidelijk met de juiste intonatie. Als u aangeeft dat een implantologie behandeling niets is om bang voor te zijn, maar uw stem beeft en is wat zachter, dan zal de patiënt zich toch achter de oren krabben.

Werken aan overkomen
Nu u zich bewust bent van de factoren die uw uitstraling en overkomen beïnvloeden, kunt u er ook daadwerkelijk mee aan de slag.

  • Vraag aan een collega: “Wat dacht je toen je mij voor het eerst ontmoette?”
  • Vraag een collega om op te letten hoe u overkomt tijdens een werkoverleg of het bespreken van een behandelplan. Vraag na afloop feedback.
  • Kijk hoe anderen op u reageren. Is dit een logische reactie? Gebruik anderen als uw spiegel.
  • Ga na welke aspecten u moeilijk vindt. Bijvoorbeeld het maken van oogcontact, waar uw gevoel uit spreekt. Ga dit oefenen en zie wat het effect is.

Al deze aspecten kunt u overal oefenen het hoeft niet eens in de praktijk. Het gaat erom dat u veel oefent, want het leren veranderen van non- verbaal gedrag leert u gewoon door te doen.

Let wel: door het geven van alleen een stevige handdruk zorgt u er niet direct voor dat u daadwerkelijk kracht uitstraalt.

Door: Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl
Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen

Waarschuwingssyteem voor veroordeelde artsen in EU

Artsen en verplegers die in hun thuisland zijn veroordeeld, kunnen straks niet meer in een ander EU-land aan het werk. Het Europees Parlement stemde in met een nieuw waarschuwingssyteem hiervoor, meldt NU.nl

Misstappen
Het Europees parlement wil zeven beroepen automatisch erkennen: artsen, tandartsen, apothekers, verplegers, verloskundigen, dierenartsen en architecten. De zorgprofessionals kunnen hierdoor makkelijker in een ander EU-land werken.

Misstappen van zorgprofessionals worden dan via het nieuwe systeem snel kenbaar gemaakt om te voorkomen dat veroordeelden toch in een ander EU-land aan de slag gaan. Binnen drie dagen moeten lidstaten andere EU-landen informeren over een beroepsverbod of andere juridische of disciplinaire maatregel.

Ingang
Het nieuwe waarschuwingssyteem gaat vanaf 2015 in. Tot die tijd informeren de autoriteiten van een aantal landen (onder andere Nederland, luxemburg, Engeland en Zweden, Duitsland, België en Frankrijk) elkaar meteen over genomen maatregelen tegen medische professionals.

Bron:
NU.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
wet

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg september 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van september 2013.

Geen opinie in vakliteratuur voor uitspraak tuchtprocedure
Uitspraak 10 september 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag (YG 3232)(c2012.444)

De beklaagde tandarts heeft als adviseur opgetreden voor een rechtsbijstandsverzekeraar van een collega tandarts waartegen een tuchtprocedure was aangespannen. In de vakliteratuur heeft hij, voordat het Regionaal Tuchtcollege over deze zaak uitspraak deed, zich uitgelaten over de kwestie. De collega tandarts dient vervolgens een klacht in tegen de opiniërende tandarts/adviseur omdat hij het verloop van de tuchtrechtelijke procedure zou hebben beïnvloed.

Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt in eerste aanleg dat het handelen van de opiniërende tandarts geen betrekking heeft op enig handelen als bedoeld in artikel 47 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), zodat klager niet ontvankelijk kan worden verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt echter dat het Tuchtrecht mede dient als waarborg voor een zorgvuldige uitoefening van individuele gezondheidszorg. Het publiceren over een bij een Tuchtcollege lopende zaak door een tandarts die als adviseur rechtstreeks bij die zaak is betrokken op een zodanige wijze dat duidelijk is dat het artikel die lopende zaak betreft, schetst het risico dat het tuchtrecht door die publicatie wordt beïnvloed en daarmee de onafhankelijke tuchtrecht in het geding komt, althans de schijn kan worden gewekt dat zulks het geval is.

Conclusie
Ook als opiniërende tandarts kan men onder de hiervoor geschetste omstandigheden vallen onder de reikwijdte van artikel 47 wet BIG die bepaalt wie onderworpen is aan de tuchtrechtspraak.

Bekijk hier de uitspraak

Overnemen zonder opvragen patiëntendossier
Uitspraak 10 september 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag (YG 3237)(c2012.019)

De verwerende tandarts neemt een patiënt over van een andere tandarts en laat daarbij achterwege het dossier bij zijn voorganger op te vragen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat het opvragen van een dossier bij een vorige tandarts niet is voorgeschreven en dus geen onderdeel uitmaakt van de professionele standaard, zodat er mag en kan worden behandeld zonder voorgaand dossier.

Het Centraal Tuchtcollege oordeelt echter dat de NMT Praktijkrichtlijn Patiëntendossier stelt, dat voor het kunnen leveren van een continue en kwalitatief goede tandheelkundige zorg een tandarts zal moeten kunnen beschikken over relevante gegevens omtrent onderzoek en behandeling van de patiënt. In het kader van de zorgvuldige overdracht impliceert dit naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dat het in beginsel tot de professionele standaard behoort om (met toestemming van de patiënt) het patiëntendossier bij de vorige tandarts op te vragen, in het bijzonder indien de medische situatie van de patiënt daarom vraagt. Met deze overweging repareert het Centraal Tuchtcollege de overweging van het Regionaal Tuchtcollege. Daarbij moet de nuance worden gemaakt dat de overnemende tandarts nieuwe foto’s had gemaakt, welke nieuwe foto’s alle nodige informatie gaven voor een behandeling, zodat het niet opvragen van het patiëntendossier in het onderhavige geval geen tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Daarmee werd door het Centraal Tuchtcollege de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege onder verbetering van de gronden bekrachtigd.

Conclusie
In principe dient op grond van de NMT Praktijkrichtlijn Patiëntendossier bij overname van een patiënt standaard het patiëntendossier bij de vorige tandarts te worden opgevraagd. Echter, kan dit onder omstandigheden achterwege blijven.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Gerechtshof : 30%-regeling toegestaan door schaarste tandartsen

Een Duitse tandarts die in Nederland werkzaam is, mag gebruik maken van de 30%-regeling. Zo bepaalde het Gerechtshof in Den Bosch in een hoger beroep.

De Duitse tandarts mocht van de Belastingdienst geen gebruik maken van deze regeling waarop de tandarts naar de rechter stapte. Toen de rechter de tandarts in z’n gelijk stelde, tekende de Belastingdienst hoger beroep aan omdat er volgens hen geen tandartsentekort zou zijn, een voorwaarde voor toepassing van de 30%-regeling. Het gerechtshof heeft nu bepaald dat er wel een tekort aan tandartsen is. Doorslaggevend acht het gerechtshof dat in de afgelopen jaren in behoefte van tandartsen is voorzien door een instroom van buitenlandse tandartsen ter grootte van ongeveer de helft van het aantal benodigde tandartsen en dat deze situatie tot ongeveer 2028 onveranderd zal blijven.

30%-regeling
Werkgevers kunnen gebruik maken van de 30%-regeling voor buitenlandse werknemers die over specifieke, schaarse, deskundigheid beschikken. Hierbij krijgt de werknemer een belastingvrije vergoeding van 30% van het salaris.

Bekijk de uitspraak

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

De tandheelkunde van overmorgen

Google op ‘Toekomst Mondzorg’ en u vindt alleen maar gedoe over geld. Belangrijk, maar wat zijn de laatste technologische ontwikkelingen in de tandheelkunde? Hoe ziet een moderne praktijk er over een paar jaar uit?

Dentalaegis beschreef drie technologieën voor de praktijk van de toekomst: 3D-Printing, GelSight Scanning Material en Bioteeth.

3D-printen
3D-printen is een snel opkomende technologie. Er zouden kant- en klare beugels uit een 3D printer te voorschijn kunnen komen, zoals snurkbeugels. Of volledige protheses met prachtige en passende kleuren.

In 2012 heeft dr. Jules Poukens een volledige kaak vervangen door een 3D-geprinte onderkaak van titanium. Poukens is een cranio-maxillofaciale chirurg en hoogleraar aan de Universiteit van Hasselt in België. Poukens team is bezig met het 3D-printen van kunstbot doordrenkt met stamcellen van de patiënt. Dit materiaal herstelt niet alleen de functie , maar versnelt ook het genezingsproces van de patiënt. Poukens zegt dat 3D-printen hem in staat stelt om een reconstructieve prothese aan te passen aan de individuele patiënt.

Door 3D-printen verandert de productiestructuur van het tandtechnische laboratorium. 3D-printen maakt dat de tandtechnische laboratoria de productiviteit kunnen maximaliseren en tegelijkertijd handarbeid kunnen minimaliseren. 3D-printers kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week werken. Laboratoria zullen in de toekomst dus een veel grotere vraag aankunnen.

Op dit moment zijn 3D-printers nog niet klaar voor brede toepassing in de tandheelkunde. Met zirconium is al aardig goed te printen, maar er zullen nieuwe materialen moeten worden bedacht. Om goed te kunnen printen, moet er een composiet komen van tandpasta-achtige viscositeit. Daarnaast moet het materiaal sterk genoeg zijn voor permanente restauraties en dat vereist veel warmte. De machines die momenteel op de markt zijn, zijn nog niet uitgerust om op die temperatuur te kunnen printen. Ook moet een geschikte 3D-printer meerdere spuitarmen hebben om levensechte tinten op een kroon te kunnen spuiten

GelSight Scanning Material
GelSight wordt gebruikt om de oppervlakteruwheid van medische of tandheelkundige implantaten nauwkeurig te meten. GelSight zou net zoals traditionele afdrukmateriaal in aanraking komen met het oppervlak van de tanden. In tegenstelling tot het traditionele afdrukmateriaal zou de gel onmiddellijk topografische gegevens van het volledige tandoppervlak digitaal naar een computerscherm sturen. Daardoor verdwijnt de noodzaak voor patiënten om enkele minuten uithardingstijd te doorstaan.

GelSight registreert harde en zachte weefsels, ongeacht of het gaat om natte, droge, doorzichtige of glanzende oppervlakken. Dit product is dus een goede oplossing voor de problemen bij het gebruik van een mondscanner. GelSight kan op zeer gedetailleerd niveaugegevens vastleggen. Daardoor kunnen veranderingen in de mond worden opgespoord en gemonitord. Zo worden de gevolgen van bruxisme of parodontaal verlies zichtbaar. Er is momenteel geen digitale intraorale technologie op de markt met zo’n hoge resolutie.

Bioteeth: tanden uit stamcellen
Onderzoekers proberen een manier te vinden om volwassen stamcellen zich te laten gedragen als embryonale stamcellen van een tand. Wanneer dit is bereikt, kan mondweefsel geoogst worden voor de groei van menselijke tanden. Het zal een kosteneffectief alternatief worden voor implantaten.

Het kweekproces, de transplantatie en de groeiprocedure zouden ongeveer 9 tot 10 maanden in beslag nemen. De patiënt zou in de tandartspraktijk komen voor het oogstproces, waarbij de arts een kleine hoeveelheid gezond epitheel verwijdert. Vervolgens wordt het weefsel naar het laboratorium verzonden. Daar worden de cellen samengevoegd met stamcellen. In een periode van 4-6 weken groeien de cellen uit tot een oorspronkelijke tandvorm. Deze primaire biotooth (‘zaad’) zou dan terug worden gestuurd naar de tandheelkundige kliniek. Vervolgens wordt de tand in de edentate kaak geplaatst. Daar groeit de tand in vijf tot zes maanden uit om tot een volledig functionele tand . Maar dat is allemaal nog hele verre toekomstmuziek.

Bron:
Dentalaegis

Door: Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Actueel, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z