contract

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens tatoeages

Voor de cabin attendants van KLM gelden strikte kleding- en verzorgingsregels, die zijn opgenomen in het boek ‘uniform regulations’. Als een werkneemster zich bij herhaling niet aan de gestelde regels houdt, doet KLM een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De werkneemster is sinds 25 maart 1998 bij de KLM in dienst, laatstelijk in de functie van stewardess. In die functie is het niet toegestaan het haar extreem kort te dragen en/ of zichtbare tatoeages en piercings te dragen. De werkneemster heeft echter zichtbare tatoeages, heeft piercings en draagt het haar extreem kort.

Kledingvoorschrift
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever gerechtigd is voorschriften te geven over de uiterlijke verzorging van het personeel en de door hen tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is wel aan grenzen gebonden, maar die acht de kantonrechter hier niet overschreden.

Bedrijfsregels
Het hebben van zichtbare tatoeages, piercings en extreem kort haar bij cabinepersoneel past niet bij de uitstraling die KLM tegenover het publiek wil hebben en is om die reden ook door de KLM verboden. Wie kiest voor het beroep van stewardess, accepteert volgens de kantonrechter daarmee ook dat tijdens het werk een uniform moet worden gedragen en dat strenge regels aan het uiterlijk worden gesteld.

Voortzetting onmogelijk
De werkneemster heeft dat in feite ook geaccepteerd: naar aanleiding van waarschuwingen heeft zij keer op keer toegezegd dat zij de regels zou naleven. Vooral ook heeft zij toegezegd dat de lengte van haar haar ten minste 1 centimeter zou zijn. Door het haar toch dermate kort te laten knippen dat hierdoor discussie ontstond over de lengte, heeft de werkneemster het vertrouwen van de KLM zodanig beschaamd dat een vruchtbare samenwerking naar het oordeel van de kantonrechter niet meer mogelijk is. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, en kent de werkneemster een geringe vergoeding toe.

Tip
Deze zaak benadrukt dat werkgevers bij het stellen van kledingvoorschriften een gerechtvaardigd belang kunnen hebben, dat doorgaans door hun werknemers dient te worden gerespecteerd.

Door: mr Felix Chorus, Bingh Advocaten

Bron:
HR Praktijk

Kantonrechter Amsterdam, 24 september 2010, LJN BO 2066

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Producten met gevaarlijke stoffen

Binnenkort begint de VGT met de risicoanalyse van producten met gevaarlijke stoffen in de tandheelkunde branche. Via de groothandel worden folders verspreid over deze wettelijke verplichting.

EU-onderzoeken
Eén van de redenen waarom de wetgever steeds meer druk zet op het goed hanteren en beoordelen van producten met gevaarlijke stoffen (PGS’s) zijn o.a. onderzoeken van de Europese Commissie waaruit bleek dat er in 2007 in de EU-27-lidstaten 74.000 personen overleden waren direct ten gevolge van het gebruik van PGS’s op het werk. Een soortgelijk onderzoek in 2007 in de EU-27-lidstaten toonde aan dat, over dezelfde periode, er 43.000 verkeersslachtoffers in de EU-27 te betreuren waren. Het werken met PGS’s levert dus 72% meer dodelijke slachtoffers op dan deelnemen aan het verkeer.

Veiligheidsinformatiebladen
Vanaf 1991 bestaat er al wetgeving die voorschrijft dat eindgebruikers van PGS’s door de fabrikant geïnformeerd moeten worden over de risico’s van deze PGS’s voor mens en milieu. Deze informatie moest – en moet nog steeds – beschikbaar zijn via zogenaamde veiligheidsinformatie¬bladen (VIB’s). Deze VIB’s moeten voldoen aan strenge Europese eisen, neergelegd in diverse Europese Richtlijnen waaronder de Richtlijn 91/155/EG.

Problemen daarbij waren dat veel informatie niet in het Nederlands beschikbaar was (hetgeen een wettelijke eis is) en dat voor de fabrikant onbekend was wie nu de eindgebruikers van zijn producten waren. Deze informatie van de fabrikant kon (na vertaling in het Nederlands) de eindgebruiker alleen maar bereiken via de groothandel. Immers, de groothandel weet wél wie de eindgebruikers van de PGS’s zijn.

Digitaal systeem
Om deze informatie te stroomlijnen heeft de VGT vanaf 1997 een digitaal systeem ontwikkeld waarin eindgebruikers deze VIB’s in het Nederlands kunnen verkrijgen. Deze informatie werd eerst via een cd-rom verspreid en sinds 2001 via Internet.
Al snel bleek dat er door de eindgebruikers veel te weinig van deze informatie gebruik werd gemaakt. De belangrijkste reden hiervan was de complexiteit van de informatie op de VIB’s en (mede daardoor) de onmogelijkheid voor eindgebruikers om van deze producten een goede risicoanalyse op te zetten.

REACH-verordening
Eén van de maatregelen van de Europese Commissie om het gebruik van gevaarlijke stoffen drastisch terug te dringen is het uitvaardigen van de REACH-Verordening (EG) 1907/2006, waarbij REACH staat voor Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemical substances.

In deze verordening is onder andere bepaald dat alle fabrikanten hun chemische stoffen moeten melden voordat deze stoffen op de markt mogen komen. Deze melding behoort vergezeld te gaan van een zeer uitvoerige risicoanalyse. Een andere bepaling is dat er veel meer gedaan moet worden aan het updaten van de informatie op de veiligheidsinformatiebladen en het opzetten (door de eindgebruiker) van een goede risicoanalyse voor het gebruik van dergelijke producten.

Digitale hulpmiddelen
Voor de invulling van deze vereisten heeft de VGT, in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en alle andere brancheorganisaties in de dentale branche, een systeem opgezet waarin eindgebruikers op twee manieren de wettelijke aspecten ten aanzien van het gebruik van PGS’s kunnen invullen.

Veiligheidsinformatiebladen printen?
De wetgeving voor VIB’s steekt een beetje vreemd in elkaar. De fabrikant is wettelijk verplicht om te zorgen dat eindgebruikers via een VIB geïnformeerd worden over de risico’s van het gebruik van PGS’s. Wat de distributie van deze informatie betreft is de fabrikant afhankelijk van de groothandel. In het VGT systeem inzake VIB’s wordt in deze vereisten voorzien.
Maar de eindgebruiker kan met deze informatie weinig tot niets beginnen!
Sterker nog, de eindgebruiker hoeft deze VIB’s niet eens in huis te hebben, hij heeft de informatie van deze VIB’s alleen nodig om, vanuit het Register (zie verder), een arbo-beleid over PGS’s op te zetten.

Opmerkelijk
Maar met de informatie van de VIB’s is nog iets anders opmerkelijks aan de hand. De informatie op een VIB gaat uit van een maximale blootstelling van het product, maar dat is uiteraard vrijwel nooit het geval. Zo kunnen producten waarvan het risico groot is relatief ongevaarlijk zijn omdat ze (zeer) weinig gebruikt worden en relatief minder gevaarlijke producten kunnen juist een hoog risicoprofiel hebben omdat ze intensief gebruikt worden.
Dit zogenaamde ‘blootstellingscenario’ is verwerkt in het digitale hulpmiddel Dental Stoffenmanager.
Ondanks dat de VIB’s in beginsel alleen maar nodig zijn voor het opzetten van een risicoanalyse is het wél verstandig om alle VIB’s van de PGS’s die gebruikt worden wél uit te printen, zodat deze onder handbereik zijn in geval zich een calamiteit zoals huidcontact, oogcontact, breuk, morsen of brand voordoet. Dan heeft u de informatie direct beschikbaar.

Publichem
Publichem heeft een handige extra functionaliteit. Indien u gebruik maakt van de gratis functionaliteit ‘abonnement’ dan stuurt de VGT u een e-mail als een door u in gebruik zijnd veiligheidsinformatieblad wordt gewijzigd, zodat u dan het oude veiligheidsinformatieblad kunt vervangen. Zo hoeft u niet steeds zelf te zoeken naar updates. U moet dan alleen nog attent zijn op nieuwe PGS’s in uw gebruikersassortiment. Klik hier voor de gebruikershandleiding Publichem.

Het advies is wel om deze bladen pas te printen (via de software Publichem) nadat het Register is samengesteld, omdat dan gecontroleerd kan worden of alle bladen geprint zijn en kan dan ook dezelfde volgorde als het Register worden aangehouden.
Print, voordat u met Publichem begint, eerst de gebruikershandleiding van Publichem uit om bekend te worden met deze software. Deze handleiding staat op de website van de VGT.

De Dental Stoffenmanager
De wettelijke eis vanuit de Arbeidsomstandighedenwet voor het werken met PGS’s is het opzetten van een risicoanalyse voor deze producten. Dat is voor een eindgebruiker een vrijwel onmogelijke opgave.
Zo moet er eerst een Register Gevaarlijke Stoffen worden gemaakt, waarin de gegevens van deze producten – overgenomen vanuit de veiligheidsinformatiebladen – worden verwerkt.  Zonder een dergelijk Register kan een eindgebruiker geen arbo-beleid over het gebruik van PGS’s opzetten.

De Dental Stoffenmanager is zo opgezet dat een eindgebruiker op eenvoudige wijze een dergelijk Register kan aanmaken en ook kan vastleggen, zodat eventuele mutaties eenvoudig kunnen worden verwerkt of nieuwe producten kunnen worden ingevoerd. Via de Dental Stoffenmanager maakt u dus een individueel Register aan. Aan de hand van het Register kan dan een nadere risicoanalyse opgezet worden waarbij rekening gehouden wordt met de blootstellingsberekening van een product.
Ook kunnen er, als daartoe aanleiding is, met de Dental Stoffenmanager zgn. ‘werkplek¬instructie-kaarten’ (WIK’s) worden aangemaakt.

Print wel, voordat u met de Dental Stoffenmanager begint, eerst de gebruikershandleiding uit. Deze digitale tool is niet echt moeilijk te gebruiken, maar het is wel handig om de ‘route’ vanaf de gebruikershandleiding te volgen.

Eén loket, één systeem
Veel VIB’s van nieuwe producten moeten nog steeds door de VGT vertaald worden omdat deze informatie niet in het Nederlands verkrijgbaar is, hetgeen wel een wettelijk vereiste is. Fabrikanten zijn inmiddels ook begonnen met het maken van VIB’s in het Nederlands, plaatsen deze informatie zelf ook op hun website en beschouwen het als ‘afgedaan’. Strikt formeel gesproken is dit niet verkeerd, maar de eindgebruiker komt zo niet veel verder. Immers, de informatie moet verwerkt of toegevoegd worden in een Register en dat is voor de gemiddelde eindgebruiker niet alleen lastig, maar vaak gewoon schier onmogelijk.
Met het opzetten van de digitale hulpmiddelen Publichem (voor de veiligheidsinformatiebladen) en Dental Stoffenmanager (voor het aanmaken van het Register en de risicoanalyse) is gekozen voor één systeem en één loket.
U kunt daar een goede invulling geven aan de eisen die de wet aan de praktijkhouder stelt en hoeft niet verder op internet te gaan zoeken naar de beschikbare informatie.

Conclusie
Met het verscherpen van de wettelijke bepalingen ten aanzien van het produceren, verhandelen en gebruiken van producten met gevaarlijke stoffen denken wij – en dat zijn alle dentale branche-organisaties – met de beide nu beschikbare digitale hulpmiddelen een duidelijk signaal af te geven waar een gerichte samenwerking toe in staat is.

Eindgebruikers van dergelijke producten kunnen nu redelijk eenvoudig inspelen op de vereisten die de wet hieraan stelt. Ongelukken kunnen worden voorkomen en op calamiteiten kan snel ingespeeld of ingegrepen worden.

De REACH-wetgeving zal de komende tijd nog veel meer eisen gaan stellen aan dit onderwerp en in het verlengde daarvan aan producenten, verkopers en eindgebruikers, maar de dentale sector is er nu al klaar voor.

Bron:
E. Kolsteeg
Secretaris VGT

Lees meer over: Bedrijven, Ondernemen, Wet- en regelgeving
vakantiegeld

Pensioenfonds tandartsen kort onverwacht

De Stichting Pensioenfonds Tandartsen en Tandarts-specialisten (SPT) kort per 1 juli de pensioenen. De bekendmaking komt als een verrassing, omdat het fonds niet op de lijst van veertien staat waarmee De Nederlandsche Bank (DNB) sinds deze zomer in gesprek is.

De financiële positie van SPT staat onder druk door de sterk gestegen levensverwachting, meldde het fonds donderdag. Eind september bedroeg de dekkingsgraad 88%. Dat is ver onder de richtlijn van 105% die DNB hanteert. Het fonds is dus onvoldoende in staat om in de toekomst aan de verplichtingen te voldoen.

De korting bedraagt tussen de 9 en 15%. Volgens een woordvoerder scheelt een korting van 10% gemiddeld zo’n 130 euro op de uitkering van de huidige gepensioneerde.

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Ondernemen

Boekentip: Kleine gids pensioenen

Moeilijke zaken, makkelijk uitgelegd. Gids met informatie over het pensioenstelsel in Nederland, de AOW en ANW, aanvullend pensioen, individueel pensioen, pensioenuitvoerders

Pensioenen horen bij de grootste investeringen in een mensenleven. Nederlanders hebben naar schatting 40 procent van hun netto vermogen in pensioenen gestoken. De Nederlandse pensioenfondsen beheerden eind 2008 een vermogen van in totaal 575 miljard euro. Daarbij zijn pensioenen een onoverzichtelijk onderwerp. Hét pensioen bestaat namelijk niet. Er zijn vele vormen en varianten. Als mensen over pensioenen praten, bedoelen ze dan ook vaak niet hetzelfde. Het kan om de AOW gaan, het overheidspensioen, maar ook om het aanvullende pensioen dat je via de werkgever krijgt. Daarnaast is ook de lijfrente die je individueel van een verzekeraar krijgt uitgekeerd een pensioenvorm.

Al met al gaat het bij pensioenen dus om een ingewikkelde materie, waarbij de ‘Kleine Gids Pensioenen een goede leidraad kan bieden om alles van pensioenen te begrijpen. In simpele taal worden de verschillende pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel beschreven en heldere voorbeelden verduidelijken de tekst. ‘De Kleine gids pensioenen’ geeft de lezer een duidelijk overzicht zodat pensioenen een wat begrijpelijker gezicht krijgen.

Auteur dhr. G. Mooij

Lees meer over: Financieel, Folders, Ondernemen
duim-omhoog

Moet ik voor alles wat goed gaat een compliment geven?

Vraag
“Wij hebben onlangs functioneringsgesprekken gevoerd. Ik kreeg van enkele medewerkers te horen dat ze nooit horen dat ze iets goed doen. Ik wil het signaal serieus nemen, maar ik vind het eigenlijk onzin om voor alles wat goed gaat complimentjes te geven. Medewerkers zijn aangenomen om goed te presteren, daar worden ze voor betaald. Hoe ga ik hiermee om?”

Natuurlijk worden mensen aangenomen om goed te presteren. Echter wij mensen hebben niet alleen behoefte aan materiele zaken, zoals een goed salaris voor werk dat we doen, maar we willen ook een stuk waardering.

Waardering en bevestiging
Als leidinggevende ben je belangrijk in het toetsen en aansturen van prestaties van medewerkers. Soms hebben medewerkers een stuk bevestiging nodig om te weten dat ze goed bezig zijn. Ze voelen zich dan gewaardeerd in de manier waarop ze presteren. Daarmee neemt hun motivatie vaak toe om hun werk goed of nog beter te doen. Dat heeft weer weerslag op het teamfunctioneren, want een goede werksfeer leidt tot betere (werk)resultaten. Het is dus wel goed om zo nu en dan je waardering uit te spreken.

Waardering, erkenning en de relatie met de leidinggevende zijn belangrijke elementen om mensen te behouden en te binden. Als je geen waardering toont dan zijn mensen sneller geneigd uit te kijken naar een andere baan. In extreme situaties neemt het ziekteverzuim toe en de prestaties af als mensen zich niet belangrijk voelen.

Manieren om meer waardering uit te spreken
Hou het simpel en inhoudelijk. Ieder keer dat je iemand moet aanspreken op hun functioneren, begin je over een sterk punt van ze. Je geeft eerst positieve feedback en daarna pas wat ze beter moeten gaan doen. Geef een schouderklopje als je ziet dat iemand echt z’n best doe of iets bijzonders doet. Een ook als je verbetering opmerkt na feedback.
Laat medewerkers weten dat ze belangrijk zijn binnen het team voor wat ze doen. Doe dat bijvoorbeeld in een werkoverleg, als er iets bijzonders gepresteerd is of iets afgerond is. Vraag ze ook zo nu en dan om hun mening over zaken. Daarmee voelen ze zich belangrijk binnen het team en betrokken bij de praktijk.

Goede relationele verhouding met medewerkers
Jouw vraag kan iets zeggen over de relationele verhouding met je medewerkers. Streef niet alleen een inhoudelijke werkrelatie na. Zorg dat je ook de relationele kant aandacht geeft. Vraag zo nu en dan hoe het met iemand gaat. Bewaar dat niet alleen tot het functioneringsgesprek. Kijk ook naar de persoon als niet-werknemer.
Geef iets meer aandacht aan zaken die op het moment zelf plaats vinden, bijvoorbeeld een verjaardag van iemand, actueel nieuws of een belangrijk sportwedstrijd. Meng je zo nu en dan op een gepaste manier tussen gesprekken met collega’s onderling. En vertel zelf soms iets wat niet per se met het werk te maken heeft (persoonlijks).

Humor
Ga met humor met de situatie om. Erken de mensen voor hun feedback. Als je dat op een handige manier doet, dan kun je het ongemakkelijke gevoel bij het uitspreken van je waardering ook een plaats geven. Vertel ze bijvoorbeeld dat je zuinig bent met complimenten, maar omdat ze allemaal zo goed zijn, je niet onder stoelen en banken wilt steken hoe goed ze zijn…..(en met een knipoog) maar niet onmisbaar. Overdrijf het zo nu en dan een beetje en lach er zelf om. Voordat je het weet, gaat het uitspreken van je waardering je heel natuurlijk af.

Bron:
Managersonline.nl

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
diploma - geslaagd

Diplomaregister mondhygiënisten

Sinds 1 oktober 2010 is dit register online. De NVM publiceert een lijst van alle mondhygiënisten waarvan een kopie van het diploma is geregistreerd. Doel van het Diplomaregister is het tegengaan van titelmisbruik. Maandelijks zal deze lijst vernieuwd worden met de nieuwe aanmeldingen.

Beschermde titel
Te vaak ontvangt de NVM klachten van consumenten en beroepsbeoefenaren over titelmisbruik. In de praktijk gebeurt het weleens dat een (preventie)assistent of student Tandheelkunde of Mondzorgkunde zich uitgeeft als mondhygiënist. Dit terwijl de titel mondhygiënist een beschermde titel is welke alleen gebruikt mag worden na het behalen van het diploma van een door de overheid erkende HBO-opleiding tot mondhygiënist (de tegenwoordige opleiding Mondzorgkunde). De NVM verwijst de melders van titelmisbruik altijd door naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ onderzoekt de klachten en kan voor titelmisbruik een boete opleggen.

Met het lanceren van het DiplomaRegister is het voor patiënten en andere belangstellenden mogelijk om via de website www.mondhygienisten.nl na te gaan of de behandelaar ook daadwerkelijk in het bezit is van het diploma Mondhygiënist. De NVM hoopt dat hiermee titelmisbruik en verwarring hierover verleden tijd is.

Al geruime tijd roept de NVM alle mondhygiënisten op tot het insturen van een kopie van het diploma. Binnen enkele maanden stroomden de diploma’s binnen. De NVM is nu in het bezit van 2000 diploma’s. Mondhygiënisten die nog geen kopie van hun diploma hebben ingestuurd en dus niet in het Diplomaregister vindbaar zijn, worden opgeroepen dit alsnog te doen.

Het Diplomaregister Mondhygienisten is een openbaar register, lidmaatschap van de NVM is hiervoor niet noodzakelijk. De registratie is geheel gratis.

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u bellen 030-6571013 of mailen naar bureau@mondhygienisten.nl

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
belastingtarieven

Vennootschapsbelasting structureel omlaag

De vennootschapsbelasting (vpb) gaat structureel omlaag naar 20 procent, per 1 januari. Deze maatregel levert ondernemers jaarlijks een voordeel op van ongeveer euro 250 miljoen.

Tariefverlaging
De tariefverlaging geldt voor de eerste 200.000 euro winst die een bedrijf boekt. Dat levert een onderneming 8.050 euro winst op. Het tarief voor de eerste twee ton geldt al als tijdelijke maatregel voor 2009 en 2010. Voor deze maatregel betaalden ondernemers 25,5 procent belasting over winst boven 60.000 euro.

Nederland aantrekkelijk vestigingsland
Winstbelasting boven de 200.000 euro gaat met een half procentpunt omlaag naar 25 procent. De verlagingen van de belasting moet Nederland aantrekkelijker maken als vestigingsland.

Lastenverlichting
Het bedrijfsleven profiteert volgend jaar van een geringe lastenverlichting. De verruiming van de regeling voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) wordt volgend jaar voortgezet. Ook blijft het Rijk tot en met 2011 garant staan bij kredietverstrekking aan bedrijven.

Bron:
Zibb

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
pensioen

13 pensioenblunders

Wie later een royale appel voor de dorst wil hebben, moet nu niet onnodig veel geld naar de fiscus kruien. De veertien meest gemaakte pensioen- en lijfrenteblunders. En hoe u voorkomt dat u berooid sterft.

Als dga hebt u de mogelijkheid pensioen in eigen beheer op te bouwen. Waar moet u rekening mee houden en wat zijn de valkuilen?

  1. Mijn bedrijf is mijn pensioen
    U heeft geen pensioen opgebouwd omdat u straks van de opbrengst van uw bedrijf wilt leven. Als bij verkoop de opbrengst tegenvalt, heeft u veel minder pensioen dan verwacht.
  2. Pensioenen kosten alleen maar geld
    Niet waar. Pensioen opbouwen kan de liquiditeit juist verruimen omdat u er een aftrekpost mee creëert. De opbouw van een pensioenreserve in een bv kan beperkt blijven tot een boekhoudkundige handeling. Hetzelfde principe geldt voor de fiscale oudedagsreserve (FOR) bij vof’s en eenmanszaken. De opbouw van de pensioenreserve wordt van de winst afgetrokken, komt op de balans en is dus een fiscale aftrekpost.
  3. Mijn partner blijft goed achter
    Stel: uw partner heeft zich nooit met het bedrijf bemoeid en u komt te overlijden. Hij of zij zal het bedrijf dan vaak te snel en dus te goedkoop van de hand doen. Grote kans dat de opbrengst te klein is voor een leuk inkomen. Regel dus in privé een overlijdensrisicoverzekering. Na uw overlijden ontvangt uw partner dan een netto bedrag. De premies betaalt u ook netto. Of regel een partnerpensioen in een pensioenverzekering. Na uw overlijden ontvangt uw partner dan levenslang van te voren vastgestelde uitkeringen. De premies zijn aftrekbaar en over de uitkeringen betaalt uw partner inkomstenbelasting.
  4. Ik vertrouw op mijn pensioenverzekeringen
    Als u een pensioenverzekering sluit, wil dat niet zeggen dat u gegarandeerd een bepaald pensioen ontvangt. Wie een pensioenverzekering sluit met een gegarandeerde uitkering, komt een heel eind. In dat geval bent u alleen nog afhankelijk van de marktrente op uw pensioenleeftijd. Hoe hoger de marktrente, hoe hoger de pensioenuitkeringen.
  5. Ik ben en blijf kerngezond
    In een pensioenregeling wordt vaak het risico van arbeidsongeschiktheid gedekt. U spreekt met de bv af dat de pensioenopbouw gewoon doorgaat als u arbeidsongeschikt raakt. In de praktijk komt er weinig van terecht als er niets wordt geregeld. Verzeker dus het arbeidsongeschiktheidsrisico. De verzekeraar betaalt dan uw pensioenopbouw gewoon door.
  6. Er staat genoeg pensioenreserve op de balans
    De papieren pensioenreserve in een bv zal ooit gevuld moeten worden met geld. Want ook pensioenopbouw is niet meer dan uitstel van fiscale executie. Stel, de opgebouwde reserve in de bv is opgelopen tot 400.000 euro. De fiscus geeft u dan maar één optie: pensioen uitkeren. Want de fiscus aast op de inkomstenbelasting die u over de pensioenuitkering betaalt.
  7. Ik ben nu toch al te laat
    Wie hiervan uitgaat, laat een enorm belastingvoordeel liggen. Als u hier de middelen voor heeft, kunt u in één klap met terugwerkende kracht pensioen opbouwen over de complete periode dat het bedrijf in uw bezit is. Dit is in jaren van grote winst een gigantische aftrekpost waarvoor u niets hoeft te doen. De pensioenreserve opvoeren op de balans kan ook in een aantal stappen. Zo kunt u een aantal jaren de winst minimaliseren en die dus fiscaal optimaliseren.
  8. Ik laat mijn pensioenvermogen in de werk-BV
    Niet slim, want als u failliet gaat, is uw pensioen weg.
  9. Mijn geld is in de pensioen-BV onbereikbaar
    Geld in een pensioen-bv is niet ‘verloren’. U kunt het geld lenen, zoals u ook geld uit elke andere bv kunt lenen. Dat wil dus zeggen: onder bepaalde voorwaarden. Zo moet tegenover het geleende bedrag een zekerheid staan. Een pensioen-bv kan wel zonder problemen lenen aan een werk-bv, bijvoorbeeld om de grootste leemtes te dichten als de nood aan de man komt. Dit druist natuurlijk wel in tegen de gedachte achter een pensioen-bv, namelijk het veiligstellen van het vermogen.
  10. De FOR is mijn netto spaarpotje
    In een eenmanszaak of een VOF kan geen pensioenreserve worden opgebouwd. In plaats daarvan heeft u de Fiscale Oudedags Reserve (FOR), een papieren reserve. De papieren aftrek op de winst is jaarlijks maximaal 12 procent van de winst. Dit levert een aanzienlijk liquiditeitsvoordeel op zonder dat het u iets kost. Maar op het moment dat u uw bedrijf stopt, moet u iets met de FOR doen. En daar heeft u geld voor nodig.
  11. Ik kan de FOR pas gebruiken als ik met mijn bedrijf stop
    U doet mee aan de FOR-regeling en vindt het bedrag te hoog worden. Bovendien heeft u nu vermogen en wilt u dat veiligstellen. Stop het in een lijfrenteverzekering. De FOR neemt dan af met het bedrag dat u in de lijfrente stopt én het geld is veiliggesteld. Uiteraard kunt u de premie dan niet meer aftrekken. Dat heeft u immers al gedaan toen u het geld naar de FOR overhevelde.
  12. Mijn lijfrente-aftrek is beperkt
    Heeft u besloten de maximale lijfrenteaftrekposten te benutten, dóe dat dan ook. De basisaftrek is vervallen, maar u kunt de jaarruimte benutten. En er is ook nog de inhaalruimte. Deze biedt mogelijkheden als u in het verleden te weinig pensioen heeft opgebouwd.
  13. Ik stort jaarlijks een lijfrentekoopsom
    Lijfrenteverzekeringen zijn alleen zinvol als u gebruik kunt maken van het belastingvoordeel. U trekt u premie af tegen 52 procent. De lijfrente komt in de toekomst tot uitkering en u betaalt 42 procent. Andersom is geen optie: u maakt dan bij voorbaat al 10 procent verlies. Ook als u na uw pensionering in hetzelfde belastingtarief valt, zijn lijfrentes weinig zinvol. Door de hoge kosten maakt u weinig rendement. Wilt u er echter zeker van zijn dat er aan het einde van de rit vermogen is, kunt u toch een lijfrente overwegen. Bij een faillissement heeft u altijd uw lijfrente nog.

Aanbevolen websites
Pensioen Magazine
– PensioenPlatform
Pensioen opbouwen
DGA Pensioenopbouw
Pensioen en WAO

Bron:
Zibb.nl

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Rekening

De 10 meestgestelde vragen over deblokkeren spaarloon

Sinds 15 september 2010 mogen werknemers het spaarloon over de jaren 2006 tot en met 2009 zonder fiscale consequenties opnemen (deblokkeren). Wat moet een werknemer hiervoor doen en wanneer moet hij beslissen?

Tien meestgestelde vragen met antwoorden.

1. Ben ik verplicht de geblokkeerde spaarloontegoeden op te nemen?
Nee. Opname van het spaarloon is niet verplicht. Per 15 september 2010 kan het spaarloon dat in de jaren 2006 tot en met 2009 is opgebouwd worden gedeblokkeerd. Spaarders beslissen zelf wat er met dat geld gebeurt. De werknemer kan het spaarloon opnemen en uitgeven of overboeken op een eigen spaarrekening, maar het is ook mogelijk om het geld op de geblokkeerde rekening te laten staan. Zolang het geld op de speciale spaarloonrekening staat, profiteert de werknemer van de fiscale voordelen.

2. Wat moet een werknemer doen als hij het opgebouwde spaarloon wil opnemen?
Mensen met een spaarloonrekening ontvangen van de bank of verzekeraar een brief waarin wordt uitgelegd welke opties de werknemer heeft. Mogelijk moet hij een formulier invullen, waarna het geld op de vaste ‘tegenrekening’ wordt gestort.

3. Kan de werknemer ook later beslissen?
Ja. Het in de jaren 2006 tot en met 2009 opgebouwde spaarloon wordt op 15 september 2010 gedeblokkeerd. Veel mensen zullen direct in september een keuze maken, maar dat kan ook later. De werknemer kan het spaarloon uit de periode 2006 – 2009 dus ook in de loop van 2011 nog opnemen.

4. Mag de werknemer het geld ook over laten maken naar een eigen spaarrekening?
Ja, dat kan. Maar hij moet er in dat geval rekening mee houden dat het saldo op een reguliere spaarrekening (in tegenstelling tot het saldo van de spaarloonrekening) onderdeel is van het eigen vermogen. Over het eigen vermogen boven de vrijstelling (€ 20.661 voor alleenstaanden, € 41.322 voor fiscale partners) betaalt de werknemer belasting in de vorm van vermogensrendementsheffing.
5. Het spaarloon is direct op mijn betaalrekening gestort. Wat moet de werknemer doen?

Het kan zijn dat sommige banken ervoor kiezen om het spaarloon automatisch over te boeken naar de gekoppelde betaalrekening. Ook in dat geval ontvangt de werknemer een brief waarin de bank uitlegt wat de verschillende opties zijn. Als de werknemer wil blijven profiteren van de fiscale voordelen, kan hij het ontvangen bedrag terugstorten op de geblokkeerde spaarloonrekening.

6. Betekent dit het einde van de spaarloonregeling?
Nee. Het opgebouwde spaarloon over de jaren 2006 tot en met 2009 valt weliswaar vrij, maar de spaarloonregeling blijft bestaan.

7. Wat gebeurt er met het in 2010 opgebouwde spaarloon?
Het in 2010 opgebouwde spaarloon blijft geblokkeerd. Dat valt dus niet vrij. Voor het spaarloon dat in en na 2010 wordt opgebouwd, gelden de reguliere regels. Dat betekent dat dat deel na vier jaar automatisch wordt gedeblokkeerd. In bepaalde situaties kan de werknemer het geld ook tussentijds opnemen, bijvoorbeeld bij de aankoop van een woning of wanneer hij een eigen bedrijf begint.

8. Waarom is tot deblokkering van het spaarloon besloten?
Circa twee miljoen Nederlanders hebben een spaarloonrekening en het totale saldo op die rekeningen is ruim € 4 miljard. Door het spaarloon vrij te geven, kunnen mensen eerder dan gepland over het opgebouwde saldo beschikken. Dat leidt volgens het kabinet tot extra aankopen en een extra stimulans aan het prille herstel van de economie.

9. Er is al eerder voorgesteld om het spaarloon vrij te geven. Waarom toen niet en nu wel?
In 2008 en 2009 is ook gevraagd om deblokkering van het spaarloon. Dat lag toen niet voor de hand, gezien de onzekerheid op de financiële markten. Inmiddels is de financiële positie van de banken stabieler. En hoewel niet iedereen het opgebouwde spaarloon direct zal uitgeven, is de extra bestedingsruimte een prima stimulans de economie.

10. Hoe werkt de spaarloonregeling?
Met de spaarloonregeling kunnen werknemers belastingvrij een deel van hun brutoloon sparen. Het gaat daarbij om een bedrag van maximaal € 613 per kalenderjaar. Het geld moet op een aparte spaarrekening worden gestort en ten minste vier jaar vast staan. In bepaalde gevallen, zoals bij de aankoop van een eigen woning of de start van een eigen bedrijf, mag het geld eerder – belastingvrij – worden opgenomen.
­
Als de werknemer het spaarloon tussentijds opneemt op een wijze die niet binnen de voorwaarden valt, dan wordt het opgenomen spaarloon aangemerkt als ‘gewoon’ loon en is de werknemer via zijn werkgever loonheffingen verschuldigd. Geblokkeerde spaartegoeden zijn tot een gezamenlijk bedrag van maximaal € 17.025 vrijgesteld van belastingheffing.

Bron:
Plein+

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
geld

Verplichte bijtelling privégebruik auto van de zaak

Hoe zat het ook al weer met de bijtelling voor privégebruik auto van de zaak?

  • Zodra meer dan 500 privékilometers met de auto van de zaak wordt gereden, is de bijtelling verplicht.
  • De Belastingdienst gaat standaard uit van meer dan 500 privékilometers (en dus bijtellen), minder privékilometers moeten aannemelijk worden gemaakt.
  • De 500-kilometergrens geldt op jaarbasis, bij gebruik gedurende een gedeelte van het jaar moet naar een volledig jaar worden herleid.
  • Bij het volledig vergoeden van alle kosten van een privéauto is de bijtelling verplicht.
  • Een werkgever is verplicht de belasting over de bijtelling op het loon van de werknemer in te houden.
  • Een ondernemer/resultaatgenieter moet de bijtelling via zijn aangifte inkomstenbelasting afrekenen.

Bron:
Pleinplus

Sep 2010

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
documenten - database

Fiscale steunmaatregel versneld afschrijven met één jaar verlengd

Twee fiscale steunmaatregelen voor het bedrijfsleven worden met één jaar verlengd tot en met 2011. Het betreft de verruiming om verliezen te verrekenen met in het verleden betaalde belasting, en de mogelijkheid om investeringen sneller af te schrijven.

Demissionair minister van Financiën Jan Kees de Jager zal de verlenging van de in 2008 ingevoerde maatregelen op Prinsjesdag bekend maken, zo schrijft Het Financieele Dagblad. De maatregelen zijn bedoeld om de liquiditeit van bedrijven te versterken en bedrijfsinvesteringen te stimuleren.

Sneller afschrijven
De mogelijkheid om investeringen sneller af te schrijven (de zogeheten willekeurige afschrijving) houdt in dat bedrijven ervoor kunnen kiezen investeringen versneld (in twee jaar) kunnen afschrijven.

Verliezen verrekenen
De verruiming om verliezen te verrekenen met in het verleden betaalde belasting houdt in dat bedrijven een verlies niet één maar drie jaar terug kunnen verrekenen met de belastingen. Tegelijkertijd is de termijn voor verliesverrekening in de toekomst ingekort van negen naar zes jaar.

Bron:
Zibb

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
Geld

7 tips om te besparen op uw verzuimkosten

U kunt meer besparen op uw verzuimkosten dan u misschien wel denkt. Juist in deze tijden waar iedere euro telt, is het belangrijk om uw besparingsmogelijkheden op een rij te hebben. Welke besparingsopties heeft u wat verzuim betreft?

  1. Ten eerste moet u altijd nagaan of een werknemer recht heeft op loondoorbetaling bij ziekte. De werknemer kan bijvoorbeeld geen recht hebben op loondoorbetaling als hij zijn ziekte met opzet heeft veroorzaakt. Het kan ook zijn dat de werknemer recht heeft op een ander soort uitkering, bijvoorbeeld vanuit de WIA. U kunt deze de uitkering dan van de loondoorbetaling aftrekken.
  2. Verder is het belangrijk om te controleren of de kosten voor rekening komen van een andere partij. Dat kan het UWV zijn, een aansprakelijke derde of een particuliere verzekeraar.
  3. Op de derde plaats doet u er goed aan exact te bepalen wat de juiste hoogte is van het bedrag aan loondoorbetaling. Vanuit uw wettelijke verplichtingen en eventuele aanvullende cao-afspraken berekent u wat de hoogte van de loondoorbetaling moet zijn. Daarbij is van belang dat tussen de 50 en 80 procent van zieke werknemers nog deels werk kan doen. Als u zorgt dat de werknemer nog zoveel mogelijk actief blijft, krijgt u nog werk terug in ruil voor de loondoorbetaling. Daarbij blijft de werknemer betrokken bij het bedrijf en bij zijn collega’s.
  4. Ten vierde kijkt u of u de duur van het ziekteverzuim kunt beperken door het inzetten van re-integratie. Dit bevordert het herstel waardoor de werknemer sneller weer kan werken.
  5. Een vijfde besparing op loondoorbetaling is het treffen van een sanctie in alle gevallen dat u daar het recht toe heeft. Dat kan bijvoorbeeld als de werknemer zich niet houdt aan zijn plichten wat zijn re-integratie betreft. U mag de loondoorbetaling dan opschorten.
  6. Tot slot kunt u een beroep doen op premiekortingen en subsidies. Voor bepaalde doelgroepen waaronder jonggehandicapten gelden premiekortingen en kan u bij arbeidsverzuim een beroep doen op de Ziektewet. Ook dit scheelt in de kosten van loondoorbetaling.
  7. Ook een besparing is het voorkomen van eventuele loonsancties van het UWV. Vraag daarom standaard een deskundigenoordeel bij het UWV aan bij verzuim dat langer dan een jaar duurt om uw inspanningen als werkgever te toetsen. Dit kost maar 50 euro.

Bron:
HR Praktijk

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
baby

Kraamverlof voor de man

Tot vier weken na de geboorte van een kind heeft de vader (of de partner van de moeder die het kind erkent) recht op kraamverlof van twee werkdagen met doorbetaling van het salaris.

Voor de bevalling zelf en het doen van aangifte van de geboorte hoeft uw werknemer geen kraamverlof op te nemen. Hij kan hiervoor calamiteitenverlof opnemen. De twee dagen kraamverlof kan hierop aansluiten. Daarnaast is er het recht op ouderschapsverlof. Ook adoptieouders hebben voor wettelijke verplichtingen in verband met de komst van hun kind (zoals het doen van aangifte) recht op verlof.

Wanneer?
Als het kind thuis wordt geboren, moet uw werknemer het kraamverlof in de eerste vier weken na de geboorte opnemen. Als het kind in het ziekenhuis wordt geboren, neemt uw werknemer het verlof op in de vier weken na de thuiskomst van de baby uit het ziekenhuis.

Afwijkende afspraken
Werkgevers en werknemers kunnen in de CAO andere afspraken maken over recht, duur en betaling van het kraamverlof. Bij afwezigheid van een CAO of het ontbreken van een specifieke afspraak hierover in de CAO, mag u met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging afwijkende afspraken maken.

Aanbevolen websites
Postbus51
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Lees ook Alles over verlofregelingen

Bron:
Zibb

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
reizen

Adoptieverlof

Adoptieouders hebben ieder het recht op vier weken betaald adoptieverlof. Ook pleegouders kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op dit verlof.

Het adoptie- en pleegzorgverlof is bedoeld om het kind op te halen en om samen tijd door te brengen om aan elkaar te wennen. Voor pleegouders geldt als voorwaarde, dat er sprake is van duurzame plaatsing van het kind in het gezin. Als het kind al langer dan 16 weken in het gezin is opgenomen, is er geen recht meer op adoptieverlof. Bij adoptie van meer kinderen tegelijk bestaat er één maal recht op adoptieverlof.

Aanvraag verlof
Uw werknemer moet het verlof minimaal drie weken van tevoren bij u aanvragen. Is uw werknemer zelf nog niet eerder op de hoogte, dan kan hij het ook korter van tevoren melden. U krijgt een officieel document waaruit blijkt dat de werknemer een kind gaat adopteren of onlangs heeft geadopteerd. Dit kan zijn: een verklaring van de bemiddelingsorganisatie, een uittreksel uit het bevolkingsregister of een verklaring van de Vreemdelingenpolitie.

Uitkering
Tijdens het verlof ontvangen beide ouders een uitkering van Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV). De uitkering is gelijk aan het salaris met als maximum dagloon 172,48 euro per dag.

Vakantiedagen
Er is geen sprake van opname van vakantiedagen. U mag namelijk het verlof niet weigeren. Tijdens het verlof gaat de opbouw van vakantiedagen gewoon door.

Aanbevolen websites
Postbus51
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Uitkeringsinstantie UWV

Lees ook Alles over verlofregelingen

Bron:
Zibb

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Kind - ouder

Ouderschapsverlof

Ouders kunnen eenmaal ouderschapsverlof opnemen voor de opvoeding en verzorging van ieder kind onder de acht jaar. U hoeft ouderschapsverlof niet te betalen, maar doorbetaling van het loon wordt wel fiscaal gestimuleerd. Werknemers kunnen voor doorbetaling sparen via de levensloopregeling.

Ouderschapsverlof geldt ook voor adoptieouders, pleegouders of ouders van een stiefkind. Tijdens het verlof blijft de arbeidsovereenkomst gewoon gelden. Dit betekent dat de werknemer in principe zijn eigen functie behoudt.

Standaardvorm
De omvang van het verlof hangt af van het dienstverband: maximaal 13 keer het aantal uren dat een werknemer per week werkt. Het aantal uren verlof per week is maximaal de helft van het aantal uren dat de werknemer per week werkt. Als het totaal aantal verlofuren is gebruikt, gaat de werknemer over op de oude werkweek.

Andere vormen
Als werkgever kunt u toestemming geven om het verlof anders in te vullen, bijvoorbeeld meer uren verlof per week of minder uren verlof per week over een langere periode. Ook kunt u akkoord gaan met fulltime verlof. Het ouderschapsverlof mag in maximaal drie delen van ten minste een maand worden opgenomen tot het kind acht jaar is. U kunt zich tegen het splitsen van het verlof verzetten op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.

Afwijzen
Ouderschapsverlof in de standaardvorm kunt u nooit weigeren. De werknemer heeft altijd recht op de standaardvorm van de helft van de arbeidsduur per week. Tegen een andere vorm kunt u zich verzetten als daar ‘gewichtige redenen’ voor zijn. Samen met de werknemer zoekt u dan naar een oplossing die niet schadelijk is voor het bedrijfsbelang en evenmin voor het belang van de werknemer.

Afwijkende afspraken
In de CAO kan een andere ouderschapsverlofregeling worden vastgelegd. Bij afwezigheid van een CAO, mag de werkgever andere afspraken maken met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Het aantal verlofuren moet wel altijd minimaal overeenkomen met de wettelijke regeling.

Levensloopregeling
Uw werknemer kan voor het ouderschapsverlof gebruik maken van het tegoed uit de levensloopregeling. Hierbij kan een fiscaal voordeel worden verkregen van ongeveer 636 euro per maand bij voltijd ouderschapsverlof. Dit is een heffingskorting; dat wil zeggen dat de Belastingdienst dit bedrag aftrekt van de inkomstenbelasting. Om gebruik te kunnen maken van de ouderschapsverlofkorting, moet er wel in de levensloopregeling worden gespaard in hetzelfde jaar waarin het ouderschapsverlof wordt opgenomen. Er is geen minimale inleg vereist. De bestaande tegoeden op de verlofspaarregeling worden gezien als gespaarde levenslooptegoeden.

Aanbevolen websites
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Belastingdienst
Postbus51

Lees ook Alles over verlofregelingen

Bron:
Zibb

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Tijd - geld

Alles over verlofregelingen

Vakantie is de bekendste verlofregeling. Maar daarnaast zijn er nog veel meer. Acht verlofregelingen, van ouderschapsverlof tot de levensloopregeling.

Hieronder vindt u de verlofregelingen.

Adoptieverlof
Adoptieouders hebben ieder het recht op vier weken betaald adoptieverlof. Ook pleegouders kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op dit verlof.

Kraamverlof voor de man
Tot vier weken na de geboorte van een kind heeft de vader recht op kraamverlof van twee werkdagen met doorbetaling van het salaris.

Zwangerschapsverlof
Wanneer gaat zwangerschapsverlof in en hoelang is uw werkneemster uit de roulatie?

Ouderschapsverlof
Ouders kunnen eenmaal ouderschapsverlof opnemen voor de opvoeding en verzorging van ieder kind onder de acht jaar.

Levensloopregeling
Met de levensloopregeling kunnen werknemers een deel van hun brutosalaris sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren.

Kortdurend zorgverlof
De werknemer kan voor kortdurend zorgverlof in aanmerking komen als de zorg noodzakelijk is en hij of zij de enige is die de zieke kan verzorgen.

Langdurend zorgverlof
Zorgen voor een kind, partner of ouder die levensbedreigend ziek is, is zwaar en daarom kan een werknemer met langdurend zorgverlof tijdelijk in deeltijd gaan werken of fulltime verlof opnemen.

Calamiteitenverlof
Het calamiteitenverlof geeft werknemers het recht om in onvoorziene situaties die niet uitgesteld kunnen worden, korte tijd betaald verlof op te nemen

Bron:
Zibb

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Zwangerschap

Zwangerschapsverlof

Wanneer gaat zwangerschapsverlof in en hoelang is uw werkneemster uit de roulatie?

Zwangerschapsverklaring
Wanneer de werkneemster u op de hoogte stelt van de zwangerschap, geeft zij u een zwangerschapsverklaring van verloskundige, huisarts of specialist met de vermoedelijke datum van de bevalling. Deze verklaring geeft u aan het UWV, die de uitkering tijdens het verlof regelt. Ontvangt u als werkgever de uitkering, dan kunt u tijdens het verlof het salaris doorbetalen. Krijgt de werknemer de uitkering zelf, dan mag u deze op het salaris inhouden.

Wanneer gaat het verlof in?
De werkneemster bepaalt in overleg met u wanneer het zwangerschapsverlof precies ingaat. Dit is ergens tussen de vier en de zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De werkneemster mag in ieder geval niet werken vanaf vier weken voor die datum en tot zes weken na de bevalling. Wil zij toch eerder aan de slag dan mag dat pas 42 dagen na de bevallingsdatum.

Duur van het verlof
De werkneemster heeft altijd recht op minstens tien weken verlof na de bevalling. Is zij bijvoorbeeld zes weken van tevoren gestopt met werken en is de baby twee weken te laat, dan worden er twee weken opgeteld bij de acht verlofweken die nog over zijn. Na het zwangerschapsverlof kan een werkneemster ervoor kiezen tijdelijk minder te gaan werken.
Als de werkneemster na het zwangerschapsverlof nog niet kan werken als gevolg van de bevalling of zwangerschap, dan heeft zij maximaal twee jaar aaneengesloten recht op een ziektewetuitkering. De uitkering is gelijk aan haar salaris en maximaal het ziektewetdagloon. Heeft de ziekte niets met de zwangerschap te maken, dan valt zij onder de gebruikelijke regels.

Ontslag tijdens het verlof
U mag een zwangere werkneemster niet ontslaan, ook niet tijdens de eerste zes weken na hervatting van het werk na het bevallingsverlof. Alleen in speciale gevallen is ontslag mogelijk. Bijvoorbeeld bij ontslag op staande voet; bij ontslag om dringende redenen; bij een faillissement of als de werkneemster zelf ontslag neemt.

Aanbevolen websites
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Uitkeringsinstantie UWV

Bron:
Zibb

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Hoofdpijn

Het calamiteitenverlof

Het calamiteitenverlof geeft werknemers het recht om in onvoorziene situaties die niet uitgesteld kunnen worden, korte tijd betaald verlof op te nemen om de eerste noodzakelijke voorzieningen te treffen. Duidelijke voorbeelden zijn de bevalling van de partner, een sterfgeval in de familie, een plotseling ziek geworden kind of een gesprongen waterleiding. In al deze gevallen moet er onmiddellijk van alles worden geregeld.

Beperkte tijd
Bij calamiteitenverlof gaat het altijd om een beperkte tijd van een paar uur of hooguit enkele dagen. De duur van het verlof moet in ieder geval in verhouding staan tot de aard van het noodgeval en de hoeveelheid privé-verplichtingen die dat met zich meebrengt. Wanneer ook aan de voorwaarden van het kortdurend zorgverlof wordt voldaan, eindigt het calamiteitenverlof na één dag en gaat het over in kortdurend zorgverlof.

Afwijkende afspraken
Als werkgever moet u een redelijk verzoek om calamiteitenverlof altijd toekennen. Bovendien bent u verplicht het salaris gewoon door te betalen, tenzij in een persoonlijke arbeidsovereenkomst, de CAO, met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging andere afspraken zijn gemaakt. Daarnaast hebt u het recht om het calamiteitenverlof (binnen bepaalde grenzen) aan te merken als gewone vakantiedagen. De werknemer moet hiermee wel uitdrukkelijk akkoord gaan.

Aanbevolen websites
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
– Postbus 51

Bron:
Zibb

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
ziekteverzuim

Langdurend zorgverlof

Zorgen voor een kind, partner of ouder die levensbedreigend ziek is, is zwaar en daarom kan een werknemer met langdurend zorgverlof tijdelijk in deeltijd gaan werken of fulltime verlof opnemen. Bij een chronisch zieke kan het verlof ingaan als de zieke in de terminale fase komt.

Een werknemer kan gedurende 12 weken in deeltijd gaan werken of gedurende maximaal zes weken fulltime verlof opnemen. In ieder geval moet het altijd in overleg met u. Het verlof mag alleen niet over een langere periode dan 18 weken worden uitgesmeerd. Voor parttimers geldt het verlof naar rato: als een werknemer bijvoorbeeld 20 uur per week werkt, kan hij gedurende 12 weken verlof opnemen voor 10 uur per week.

Aanvraag
Het verlof moet minstens 2 weken vóór de datum van het verlof schriftelijk bij u worden aangevraagd. U moet binnen een week beslissen over het verzoek. Lukt dat niet, dan gaat het verlof in, volgens de regeling die de werknemer had voorgesteld.

Afwijkende afspraken
Het is mogelijk om in de CAO andere afspraken te maken over het recht op verlof en de duur. Bij afwezigheid van een CAO of het ontbreken van een specifieke afspraak over dit onderwerp in de CAO, mag u afwijkende afspraken maken met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.

Salaris
U betaalt geen salaris tijdens het verlof. Als de verlofnemer in deeltijd gaat werken, ontvangt hij uiteraard wel gewoon loon voor de uren die hij werkt. De werknemer bouwt wel gewoon vakantiedagen op, óók in de verlofuren. Sinds 1 januari 2006 kan uw werknemer gebruik maken van de levensloopregeling. Hij kan zo een deel van het brutoloon sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren.

Ontslag
Tijdens de verlofperiode kunt u uw werknemer niet ontslaan, omdat hij gebruik maakt van het langdurend verlof. Wel kunt u de arbeidsovereenkomst ontbinden om een andere reden of omdat er ten onrechte een beroep wordt gedaan op het langdurend zorgverlof.

Aanbevolen websites:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 51
Overheid.nl

Lees ook Alles over verlofregelingen

Bron:
Zibb

 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Kalender

Kortdurend zorgverlof

De werknemer kan alleen voor kortdurend zorgverlof in aanmerking komen als de zorg noodzakelijk is. Bovendien geldt dat hij of zij alleen de zieke kan verzorgen. De werknemer krijgt dus geen zorgverlof als bijvoorbeeld de partner de zorg ook op zich kan nemen.

Calamiteitenverlof
Voor de eerste noodmaatregelen die getroffen moeten worden, kan een werknemer calamiteitenverlof opnemen (in dit geval maximaal een dag). Daarna kan een werknemer kortdurend zorgverlof opnemen. Dit hoeft geen aaneengesloten periode te zijn.

Kosten
Werknemers die tiendaags zorgverlof opnemen, moet u 70 procent van het loon doorbetalen en minstens het minimumloon. U wordt voor de helft van de kosten gecompenseerd door een algemene lastenverlichting.

Deeltijd
Een werknemer die in deeltijd werkt, krijgt minder dagen verlof. Het verlof is gelijk aan twee maal het aantal uren van de werkweek.

Verzet
In principe heeft iedere werknemer in dienstverband recht op tiendaags zorgverlof en moet u een verzoek om verlof dat voldoet aan de voorwaarden, altijd toekennen. Eventueel kunt u vragen om aanvullende bewijzen dat het verlof echt noodzakelijk is. Dit kan bijvoorbeeld met een rekening van een consult of een afspraakbevestiging voor een medisch onderzoek. Alleen op grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang kunt u zich tegen het opnemen van het verlof verzetten. Is het zorgverlof eenmaal ingegaan, dan kunt u het niet meer terugdraaien.

Afwijkende afspraken
Het is mogelijk om in de CAO andere afspraken te maken over het recht op verlof, de duur en de betaling. Bij afwezigheid van een CAO of het ontbreken van een specifieke afspraak over dit onderwerp in de CAO, mag u afwijkende afspraken maken met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.

Aanbevolen websites
Postbus 51
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bron:
Zibb

Lees meer over: Ondernemen, Personeel