Tuchtklacht kan verjaring stuiten
Wanneer een patiënt een vordering op zijn arts stelt te hebben, dan verjaart deze vordering door verloop van tijd. Deze verjaring vangt doorgaans aan op het moment dat de patiënt bekend is met zowel de schade als de aansprakelijke persoon. Wil een patiënt verjaring van een vordering voorkomen, dan kan hij deze stuiten (opnieuw laten ingaan) door een aansprakelijkstelling. Recentelijk heeft het Hof van Arnhem geoordeeld dat het instellen van een tuchtklacht de verjaring kan stuiten.
Wat was het geval?
Een patiënte diende een klacht in tegen haar psychiater bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam. Zij stelde dat haar psychiater zijn zorgplicht jegens haar had geschonden door haar tijdens de beginperiode van haar zwangerschap medicatie voor te schijven die van negatieve invloed kon zijn op het ongeboren kindje. Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de klacht van mevrouw (deels) gegrond. De onzekerheid die dit met zich bracht vormde aanleiding om de psychiater schriftelijk aansprakelijk te stellen en vervolgens schadevergoeding van hem te vorderen bij de Rechtbank en later het Gerechtshof te Arnhem.
Stuitingsverweer
In de procedure bij de rechtbank voerde de psychiater het verweer dat er inmiddels meer dan vijf jaren waren verstreken, nadat de patiënt bekend was geraakt met de schade en de aansprakelijke persoon. De patiënte stelde dat de tuchtrechtelijke klacht de verjaring had gestuit, zodat de psychiater daar geen beroep op kon doen. Het gerechtshof oordeelde uiteindelijk dat de door de patiënte ingestelde tuchtklacht in dit geval de verjaring van haar rechtsvordering had gestuit.
Gerechtshof
Volgens het Gerechtshof was de tuchtklacht een voldoende duidelijke waarschuwing aan de psychiater dat hij zich (ook na het verstrijken van de initiële verjaringstermijn van vijf jaren) bedacht moest zijn op een eventuele civielrechtelijke aansprakelijkheid. Hierbij werd door het Gerechtshof van belang geacht dat in de tuchtprocedure door beide partijen werd gesproken over een mogelijke aansprakelijkheid van de psychiater.
Conclusie
Uit een tuchtklacht blijkt niet altijd of de klager – in een later stadium bij de gewone rechter – ook financiële gevolgen aan diens klacht wil verbinden. Dit is begrijpelijk als wordt bedacht dat in een klachtprocedure bij de tuchtrechter geen ruimte is voor toekenning van een schadevergoeding. Of een klager een schadevergoeding wenst te vorderen hangt doorgaans af van de inhoud van de klacht en de gedragingen van beide partijen tijdens de tuchtprocedure. Hoewel het in het arrest gaat om een psychiatrische behandeling, leert de uitspraak dat wanneer een (tand)arts zich tuchtrechtelijk dient te verantwoorden, de verjaring van een vordering tot vergoeding van schade (afhankelijk van de inhoud van de klacht) kan zijn gestuit.
Door: Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!