Tuchtrecht: berisping voor uitvoeren niet realiseerbare behandeling

Klaagster heeft zich in verband met klachten van haar bovenkaak gewend tot een tandarts (verweerder). Vanwege het verloop van de behandeling, de loszittende implantaten en een ondeugdelijke constructie in de bovenkaak heeft klaagster een klacht ingediend bij het tuchtcollege. De tandarts wordt berispt.

Klacht
De klacht houdt in dat verweerder een behandeling aan de bovenkaak van klaagster heeft uitgevoerd, waarvan hij had moeten weten dat die niet realiseerbaar was; de privacy van klaagster heeft geschonden en de klaagster na intimidatie en onder dwang een overeenkomst heeft laten tekenen.

Behandeling
De behandeling in de bovenkaak hield in het plaatsen van vier korte implantaten. Op de implantaten is een stegconstructie en een uitneembare gebitsprothese vervaardigd. In de onderkaak werden onder meer twee implantaten geplaatst en brugconstructies aangebracht.

Vergoeding afgewezen door verzekeraar
Verweerder heeft klaagster voorafgaand aan de behandeling drie offertes uitgebracht. Voordat daarover uitsluitsel van de verzekeraar is verkregen, is de verweerder gestart met de behandeling. De klaagster heeft hiervoor een behandelovereenkomst ondertekend, waar onder meer in stond “De risico’s van de behandelingen evenals de ontstane kosten zijn mij in een persoonlijk gesprek en verwijzend naar de persoonlijke situatie uitvoerig uitgelegd”. Klaagster heeft zich een halfjaar later met pijnklachten tot verweerder gemeld en na onderzoek bleek sprake van een niet in het bot vastgegroeid implantaat in de bovenkaak, dat daarop door verweerder is verwijderd. Snel daarna kreeg zij een rekening gestuurd voor de kosten voor het werkstuk in de onderkaak en de implantaten in de bovenkaak. Een maand later werd het definitieve werkstuk in de bovenkaak geplaatst. Ook hiervoor kreeg ze een rekening voor de behandeling aan en het werkstuk voor de bovenkaak. Na advies van een kaakchirurg is een implantaat in de bovenkaak verwijderd. Bijna een jaar na de start van de behandeling, heeft de verzekeraar het verzoek om vergoeding van de nota’s van verweerder afgewezen.

Beoordeling
Het college constateert dat verweerder slechts beperkt diagnostisch onderzoek heeft gedaan en dat er een behandelplan ontbrak. Zo was er sprake van een geringe hoogte en slechte kwaliteit van het bot in de bovenkaak, een slechte mondhygiëne en een betande onderkaak. Bovendien rookte klaagster twee pakjes sigaretten per dag. Dat alles maakte dat met de door verweerder bedachte behandeling, het aanbrengen van korte implantaten in de bovenkaak in redelijkheid niet kon worden begonnen. Evenmin heeft verweerder klaagster voorafgaand aan de behandeling onvoldoende geïnformeerd over de daaraan voor haar verbonden specifieke risico’s en het te verwachten resultaat daarvan. Omdat de klaagster tegen verweerder heeft gezegd dat haar vriendin de behandeling zou betalen indien de verzekering vergoeding daarvan zou weigeren, acht het college het aannemelijk dat deze betalingsafspraak gemaakt is. Dat verweerder dit vervolgens met die vriendin heeft besproken toen betaling door klaagster uitbleef, kan klaagster dan ook niet aan hem als schending van haar privacy verwijten. Het college heeft in de stukken geen aanknopingspunten kunnen vinden dat klaagster is geïntimideerd door verweerder en dat de verweerder de betaling alleen veilig wilde stellen door middel van de ondertekening van de verklaring door klaagster.

Conclusie
De verweerder is voorafgaand aan en tijdens de bij klaagster uitgevoerde behandeling tekortgeschoten in de zorg die klaagster van hem mocht verwachten, dus de eerste klacht is daarmee gegrond en de tandarts krijgt een berisping. De andere twee klachtonderdelen zijn afgewezen.

Bekijk de uitspraak

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving