Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg oktober 2013
Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van oktober 2013 over achterblijvende vijldeeltjes, klacht tegen directeur/eigenaar, BIG-schrapping, wel of geen headgear en te veel tanden trekken.
Achterblijven vijldeeltje is een complicatie die de tandarts niet kan worden verweten
Uitspraak 15 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven
(YG3264) (1327a)
Klaagster verwijt de tandarts dat zij bij de behandeling van een kies niet de juiste zorg heeft betracht waardoor de kies is ontstoken. Dit heeft geleid tot een wortelkanaalbehandeling waarbij een vijldeeltje is achtergebleven, vervolgens heeft een nieuwe wortelkanaalbehandeling moeten plaatsvinden en tot slot extractie van de betreffende kies. Hoewel de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteen lopen oordeelt het College dat het afbreken van een stukje vijl een complicatie is die de verweerster niet kan worden verweten. Het College oordeelt dat de beslissing van de tandarts om het stukje vijl te laten zitten, waardoor het onderdeel is gaan uitmaken van de kanaalvulling, juist is. Omdat de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteen lopen, en het woord van klaagster niet meer of minder geloofwaardiger dan wel belangrijker is dan het woord van de verweerster, wordt er geconcludeerd dat er onvoldoende feitelijke grondslag is om het verwijt van klaagster te dragen. Het gevolg is dat klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard en voor het overige de klacht ongegrond wordt verklaard.
Klacht tegen directeur/eigenaar
Uitspraak 15 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven
(YG3263) (1327b)
Klaagster verwijt de tandarts dat hij in zijn hoedanigheid als directeur van de kliniek zich kleinerend en onprofessioneel tegenover klaagster zou hebben uitgelaten. De klacht is gebaseerd op de tweede tuchtrechtelijke norm die gaat om gedragingen die niet door de eerste norm (het tekort schieten ten opzichte van een patiënt op diens naaste betrekking) worden bestreken maar niettemin in strijd zijn met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Nu klaagster geen feiten en/of omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat de verwerende tandarts onder de tweede tuchtrechtelijke norm valt, althans waaruit valt af te leiden dat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld, oordeelt het College dat verweerder tuchtrechtelijk niet verwijtbaar heeft gehandeld en wijst de klacht af.
Opeenstapeling van fouten leidt tot schrapping
Uitspraak 22 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen
(YG3281 YG1701) (Rep.nrs. T2012/03, T2013/03, T2013/01)
Het komt niet vaak voor dat het Tuchtcollege een tandarts uit het BIG-register schrapt (in 2012 was dat slechts in 6% van de gevallen). In het onderhavige geval gaat het om een gecombineerde uitspraak in drie procedures tegen een tandarts. De klachten omvatten de volgende verwijten: onverantwoorde praktijkvoering, taakherschikking en -delegatie die niet voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden, geen adequaat toezicht op een mondhygiënist die tandheelkundige handelingen verrichtte ondanks signalen dat door hem uitgevoerde behandelingen niet goed werden uitgevoerd, onvoldoende dossiervoering, een onprofessionele klachtenafhandeling, onvoldoende toegankelijke spoedzorg en het verrichten van tandheelkundige handelingen door hemzelf van onvoldoende kwaliteit. Het College acht de drie klachten gegrond. Gezien de ernst van de feiten, het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, het feit dat vaststaat dat hij tijdens een eerder opgelegde schorsing ten minste één patiënt heeft behandeld en het door hem getoonde gebrek aan reflexie op zijn eigen professionele handelen is het College van oordeel dat doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register de passende maatregel is.
Wel of geen headgear?
Uitspraak 29 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam
(YG 3293)(2013/129T)
Klaagster verwijt de tandarts dat hij bij de orthodontiebehandeling van haar minderjarige dochter onzorgvuldig te werk is gegaan door een verkeerd behandelplan uit te voeren en geen informatie te verstrekken over de behandeling. Het College onderschrijft de gestelde diagnose maar niet het gekozen behandelplan. Voor het gebruik van de headgear ontbrak volgens het College de indicatie voor het gebruik daarvan. Ten aanzien van het informeren van de wettelijke vertegenwoordigers van de patiënten oordeelde het College dat de aantekeningen van het dossier dermate summier zijn dat niet duidelijk kan worden of het behandelplan en de te verwachten gevolgen daarvan zijn besproken met klaagster. Daarom oordeelt het College dat de tandarts tekort is geschoten in zijn informatieplicht (art. 17.448 BW) jegens de klaagster (ouder van de patiënte). Het gevolg is dat de tandarts de maatregel van een waarschuwing wordt opgelegd.
Te veel tanden getrokken?
Uitspraak 29 oktober 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam
(YG 3292)(2012/075T)
Klaagster verwijt de tandarts dat hij op onzorgvuldige wijze een orthodontiebehandeling heeft uitgevoerd. De tandarts heeft volgens klaagster te veel kiezen getrokken waardoor te grote afstanden tussen de tanden van klaagster zijn ontstaan en klaagster er niet meer representatief uitzag. Ook verwijt klaagster de tandarts dat hij verzekeringsfraude heeft gepleegd. Het College oordeelt dat de wijze waarop en masse elementen zijn verplaatst zeer ongebruikelijk is en getuigt van onvoldoende kennis op het gebied van orthodontische verplaatsingen van meerdere elementen tegelijkertijd. Daarnaast is ter zitting gebleken dat de tandarts opzettelijk allerlei niet verrichte behandelingen en onjuiste codes heeft opgevoerd. Het College bestempelt deze handelswijze als een geval van een zeer brutale benadeling van de ziektekostenverzekeraar zodat beide klachten gegrond zijn verklaard en de tandarts voor de periode van één maand wordt geschorst uit het register.
Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V