De waterkwaliteit op orde: voor patiënt én mondzorgprofessional
Waterkwaliteit staat in de belangstelling: in de aankomende WIP-richtlijn zal dit worden opgenomen. Er moet dan naar gestreefd worden om water in mondzorgpraktijken aan de drinkwaterwet te laten voldoen en ook wordt aanbevolen het water periodiek microbiologisch te laten onderzoeken.
Waterkwaliteit staat in de belangstelling. In de aankomende WIP-richtlijn zal dit worden opgenomen in hoofdstuk 10, Kwaliteitsbeleid van water uit de mondzorgunit. Hierin wordt gesteld dat er naar gestreefd dient te worden het water uit een mondzorgunit te laten voldoen aan de drinkwaterwet. Naast beheersmaatregelen ter bevordering van de waterkwaliteit, wordt er aanbevolen het water periodiek microbiologisch te laten onderzoeken.
Periodieke controles
Tandheelkundige praktijken hebben een zorgplicht voor drinkwater. Dit betekent dat ze deugdelijk drinkwater dienen te leveren aan derden. Met de vergrijzing en toename van immunogecompromitteerde patiënten, is voorkomen beter dan genezen. Niet alleen de patiënt, maar ook het personeel komt in aanraking met het water uit een mondzorgunit.
Het is dus zaak de kwaliteit van het water binnen de mondzorgpraktijk in kaart te brengen. Dit kan het beste gedaan worden door periodiek controles uit te voeren. De uitslag van een analyse na monstername is, en blijft, uiteraard altijd een momentopname. Direct na een lang weekend of vakantie zal, zonder interventie, de microbiologische last vaak groter zijn. Vlak na een grondige desinfectie zal deze lager zijn. Het is daarom belangrijk niet alleen de momenten waar het slechtste beeld wordt verwacht, maar vooral ook het meest representatieve moment voor de normale gebruikssituatie in kaart te brengen.
Drinkwaterwet
De drinkwaterwet bepaalt dat er minder dan 100 kolonievormende eenheden per milliliter (KVE/ml) bij 22C, minder dan 20 KVE/ml bij 37°C en minder dan 100 KVE/l Legionella mogen voorkomen. Water bevat een breed scala aan aerobe micro-organismen die met behulp van een kiemgetalbepaling kwantitatief bepaald kunnen worden. Een kiemgetalbepaling is niet alleen nuttig voor het vaststellen van eventuele normoverschreidingen. Door te monitoren kan de effectiviteit van beheersmaatregelen getoetst worden. De bepaling van het kiemgetal ten behoeve van waterkwaliteit staat beschreven in ISO 6222.
Parameters kiemgetalbepaling
In ISO 6222 staan de parameters beschreven waaraan de kiemgetalbepaling dient te voldoen. Zo is het medium voor inoculatie vastgesteld evenals de incubatietijd en – temperatuur. De laatste twee zijn een belangrijk gegeven. Voor het kiemgetal bij 22C geldt, naast de reeds genoemde incubatietemperatuur, een tijd van 72 uur. Bij kortere incubatie, is het mogelijk dat er minder kolonievormende eenheden vastgesteld worden. Incubeert men langer, dan ligt het omgekeerde in de lijn der verwachting. Men zou kunnen zeggen; we willen toch weten hoeveel KVEs er in totaal inzitten, dus hoe langer hoe beter. Niet alle micro-organismen die aanwezig zijn in een watermonster verkeren in optimale conditie. Zij worden echter in een medium opgekweekt waar praktisch alle behoeften worden voorzien. Het fungeert dus eigenlijk deels als ziekenboeg voor minder gezonde micro-organismen. Wanneer deze micro-organismen maar genoeg tijd krijgen, dan zullen zij zich weer gaan vermeerderen. Een verzwakt micro-organisme, zal in het menselijk lichaam nooit de kans krijgen zich te delen. Deze wordt snel uitgeschakeld door het immuunsysteem, waardoor de kans op gevaar voor de gezondheid nihil is. Het is derhalve niet wenselijk dergelijke verzwakte micro-organismen mee te tellen bij een kiemgetalbepaling.
Legionella toetsing
De hoeveelheid Legionellabacteriën in watermonsters uit mondzorgpraktijken is doorgaans laag. Hierdoor is het wenselijk een groot volume monster te nemen en deze te concentreren ten gunste van het detectielimiet. Het concentreren gebeurt doorgaans door filtratie. De opbrengst van filtratie is echter nooit 100%. Dit komt omdat na filtratie niet alle bacteriën weer van het filter loslaten of simpelweg de procedure niet overleven.
Klassieke kweekmethode
Bij de klassieke kweekmethode, die door het RIVM wordt aangeraden, worden vervolgens de bacteriën gedurende zeven tot tien dagen opgekweekt op een selectief medium. De niet- levensvatbare bacteriën zullen zich niet delen en worden dus ook niet gedetecteerd. Dit is gunstig, want deze zouden geen gevaar vormen voor de gezondheid en geven dus geen vals-positieve uitslag.
PCR-techniek
Een andere methode is de PCR-techniek. Deze techniek maakt gebruik van vermeerdering van het DNA dat aanwezig is in de bacteriën. Het aantal kopieën van het DNA is vervolgens te meten en genereert een beeld van de hoeveelheid bacteriën die aanwezig zijn in een watermonster. Echter, DNA bevindt zich ook in eventueel dode bacteriën en is niet te onderscheiden van het DNA in levende bacteriën. Detectie daarvan leidt dus tot vals-positieven. Er worden veel studies gedaan naar verbetering om de selectiviteit te vergroten. Het grote voordeel van de PCR-methode is dat de uitslag doorgaans binnen een dag gegenereerd kan worden. Deze methode is wel prijzig.
Onderzoeken
Het komt er dus op neer dat de tandheelkundige praktijk zorg dient te dragen voor deugdelijk drinkwater. Door het drinkwater te laten onderzoeken kan worden vastgesteld of alles in orde is, of dat er correctieve maatregelen nodig zijn om ieders veiligheid te kunnen vergroten. Het geniet de voorkeur alle mogelijke risicos in kaart te brengen en de beheersmaatregelen in protocollen vast te leggen. Voor alle onderzoeken en analyses geldt uiteraard; des te completer, des te beter.
Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur
Lees ook: Autorisatieversie Richtlijn Infectiepreventie beschikbaar