Help, mijn patiënt heeft ADHD
Hoe uit ADHD zich en welk gedrag kunt u verwachten bij ADHD-kinderen? Achtergrondinformatie en tips bij de tandheelkundige behandeling van ADHD-kinderen.
Het eerste probleem waar u tegen aan kunt lopen als u een ADHD-patiëntje in de stoel krijgt, is dat u vaak niet weet dat het ADHD heeft. Immers in de gebruikelijke anamnese wordt niet gevraagd of er problemen zijn met het gedrag van het kind of met de geestelijke gesteldheid. Als u er wel van op de hoogte bent, is het vaak niet duidelijk om welk type ADHD het gaat. Terwijl dit belangrijk is te weten, zodat u het behandelplan hieraan kan aanpassen.
Hoe uit ADHD zich?
De twee kenmerken hyperactiviteit en impulsiviteit kunnen voor grote problemen zorgen in de praktijk. Alhoewel deze kenmerken niet hoeven voor te komen bij elk ADHD-kind, denk aan ADDers (één van de ADHD-types) die over het algemeen alleen een aandachtstekort hebben.
Bij de tandarts zal een kind in rap tempo van alles willen onderzoeken en aanraken, dingen omgooien zoals bekertjes water en AMA-setjes. Ook kan het ineens in een impuls opspringen uit de stoel alsof het iets fantastisch heeft bedacht. Het zal moeilijk zijn mond kunnen houden en overal op reageren. Het kan niet stil liggen en er bestaat een kans dat het zichzelf bezeerd gedurende de behandeling. Het kan zelfs voorkomen dat het kind de behandelaar uitscheldt omdat iets niet prettig aanvoelt of zich vreselijk gaat aanstellen en op-en-neer gaat dansen van de pijn. Misschien bestaat er bij u dan de neiging om in de lach te schieten of u juist beledigd te voelen en uw geduld te verliezen.
Concentratieproblemen
Door aandachtsproblemen kunnen deze kinderen niet lang hun aandacht houden bij één en hetzelfde ding. Vooral niet als het saai en langdradig is. Ze kunnen maar moeilijk hun aandacht houden bij wat het belangrijkste zou moeten zijn. Hierdoor is het zeer moeilijk dit kind een nuttige instructie te geven of te informeren en dus te motiveren. Er bestaat de kans dat kinderen met ADHD poetsen absoluut niet zien als iets leuks of spannends. Ze verliezen al snel hun aandacht bij het poetsen en pakken die game-boy die in het oog ligt op. De mondhygiëne kan bij deze kinderen dus te wensen over laten.
Mondhygiëne
Zoals ik hierboven schreef, kan de mondhygiëne niet optimaal zijn. Dit komt niet alleen omdat poetsen niet spannend is, maar ook door een slechte fijne motoriek. Kinderen met ADHD hebben meer kans op een slechte motoriek dan hun leeftijdsgenootjes.
Ook wordt de mondhygiëne beïnvloed door medicatie. Sommige medicijnen veroorzaken xerostomie. Ook kan het zijn dat het kind erosie heeft, omdat het vaak moet overgeven van de medicatie. In mijn omgeving hoor ik geluiden over veelvuldig knarsen en klemmen. Dit kwam pas nadat de kinderen aan de medicijnen waren begonnen. Later bleek dat ze dan verkeerde medicijnen hadden gekregen door een foutieve diagnose. De kinderen bleek PDD-NOS te hebben en juist Resperdal nodig te hebben in plaats van een oppeppend middel zoals Ritalin of Concerta.
Slecht zelfbeeld
Veel ADHD-ers hebben weinig zelfvertrouwen. Dit kan komen omdat ze een slechte motoriek hebben en dus niet zullen uitblinken in sport en vaak onhandig zullen zijn. Zij moeten vaak gecorrigeerd worden omdat zij veelvuldig de mist in gaan door hun gedrag. Of doordat ze spelfouten maken door dyslexie. Ze horen dus vaak dat ze het fout doen. Ook wij, als mondzorgers, zullen ze moeten corrigeren, bijvoorbeeld bij het tandenpoetsen. Dit kan dus tot een sacherijnig gezicht leiden of zelfs tot een uitspatting.
Andere stoornissen
Bij veel ADHD-ers is de ADHD niet het enige probleem. Sommige hebben Gilles de la Tourette. Hun tics zullen de behandeling erg moeilijk maken. Ze kunnen ze wel even tegenhouden, maar dat is niet prettig; er bouwt zich dan een spanning op in het lichaam en die moet er nou eenmaal uit via tics.
Soms is er ook sprake van autisme. Autisme heeft als hoofdkenmerk het niet kunnen verwerken van sociale informatie en een onvermogen de wereld om zich heen te kunnen doorgronden. Zij ervaren de wereld om zich heen als bedreigend en klampen zich vast aan regels en rituelen, die onder geen beding mogen worden doorbroken. Dus het poetsgedrag zal heel moeilijk zijn te veranderen en contact met deze kinderen te leggen. Het helpt om deze autisten te vertellen dat bepaald gedrag normaal is. Hier worden ze rustig en coöperatief van.
Verder kunnen ze geen gevoel leggen in hun woorden en zullen het gevoel in woorden van een ander ook niet herkennen.
De stoornis van Asperger heeft dezelfde symptomen als autisme. Het verschil is dat iemand met Asperger geen communicatieproblemen heeft. ADHD-kinderen kunnen ook een heel hoog IQ hebben, waardoor zij misschien meer weten dan u. Dit kan door u als bedreigend ervaren worden. Het omgekeerde is ook waar: Veel ADHD-ers hebben juist een laag IQ. Het is moeilijk om deze kinderen wat uit te leggen zonder geduld te verliezen. Dyslexie komt veelvuldig voor onder ADHD-ers. Foldermateriaal zal dan moeilijk te lezen zijn.
Tips bij de tandheelkundige behandeling van de ADHD-er:
- Geef aan wat er verwacht wordt van het kind
- Voorkom te veel of te weinig visuele en auditieve prikkels
- Geef korte kernachtige instructies zonder veel woorden
- Loop vooruit op moeilijke situaties en omschrijf wat er gaat gebeuren. Leg altijd uit wat u gaat doen, voor en tijdens de behandeling (stond als apart punt, erbij gezet)
- Negeer mild ongewenst gedrag
- Werk in kleine stapjes; maak duidelijk hoe lang het nog duurt
- Sta geregeld even motorische activiteit toe (indien mogelijk)
- Neem een een vriendelijke en accepterende houding aan
- Geef duidelijke opdrachten
- Gebruik humor
- Bied structuur !!!!
- Werk onder anesthesie
- Wees voorspelbaar
- Sluit de behandeling positief af
- Verwijder dingen uit de behandelruimte die het kind sterk kunnen afleiden
- Noem het kind continu bij de naam
- Wees complimenteus
Bron:
– Kinder- und Jugendpsychologie in der zahnärrztlichen praxis, blz.120 t/m 123, Almuth Künkel 2000
– Diagnose ADHD, Een gids voor ouders en hulpverleners, R.A. Barkley, 1999, , ISBN 9026514808, blz. 29,73 t/m 82, 122, 143, 222 hoofdstuk 9,11,12,16
– Kindertandheelkunde1 2001, Drs. J.S.J. Veerkamp Drs. W.E v. Amerongen, Drs. W.J.H. Berendsen, L.C. Martens .
– Tijdschrift Tandheelkunde, kinderen met ADHD, 1999, 106: blz. 222-225, Drs. P.P Prins. 1999
– Wat is ADHD? ADD of ADHD? Onderzoeksresultaten. Therapie en coaching. A. van der Gouw, 2002
– Praktische tips voor de dagelijkse praktijk: ADHD een hele opgave, Zorg primair nummer 9 blz123-126, Mevr. C. Janssen, 2000
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!