Bewijs voor orofaciale verschillen tussen defect-schizofrenie patiënten en andere mensen
Mensen met een bepaalde vorm van schizofrenie hebben een breder gehemelte. Dat is de conclusie van een internationale, interprofessionele groep onderzoekers die daarmee suggereert dat er fysieke verschillen bestaan tussen groepen mensen met bepaalde soorten schizofrenie.
Oorzaken schizofrenie nog onbekend
Schizofrenie is een chronische en ernstige psychische aandoening die wordt getypeerd door hallucinaties en waanbeelden. De oorzaken van schizofrenie worden nog niet goed begrepen, maar nieuw onderzoek onder leiding van Brian Kirkpatrick en Gary Hack werpt licht op het verband tussen de ziekte en de fysieke en neurologische ontwikkeling van de mens.
Internationaal, kwantitatief onderzoek
Kirkpatrick en Hack zijn respectievelijk de voorzitter van de afdeling Psychiatrie en Gedragswetenschappen van University of Nevada Reno School of Medicine, en universitair hoofddocent aan de University of Maryland School of Dentistry in Baltimore. Ze werkten samen met een internationaal team aan tandartsen en psychiaters aan een oraal gehemelteonderzoek bij schizofreniepatiënten.
Eerder was al op kwalitatieve en subjectieve wijze onderzoek gedaan naar een verband tussen gehemeltebreedte en schizofrenie. Recentelijk is nu dus voor het eerst kwantitatief onderzoek gedaan naar de afmetingen van het gehemelte in schizofreniepatiënten.
Kirkpatrick en zijn collega’s maakten onderscheid tussen twee groepen patiënten: die met en zonder defect-schizofrenie. Bij defect-schizofrenie staan de negatieve symptomen van schizofrenie meer op de voorgrond dan positieve. Het wordt gezien als een aparte ziekte dan niet-defect-schizofrenie.
Mensen met defect-schizofrenie hebben een breder gehemelte
Het resultaat van het onderzoek was dat mensen met defect-schizofrenie een breder gehemelte hebben dan andere mensen. Het team zegt dat dit verschil mogelijk een abnormale ontwikkeling tijdens de prenatale periode kan weerspiegelen. Het gehemelte ontwikkelt zich namelijk tijdens de eerste 6 tot 17 weken van de zwangerschap.
Als het onderzoek succesvol kan worden gerepliceerd, zou het concept ondersteunen dat defect-schizofrenie inderdaad een afzonderlijke ziekte is. Ook suggereert het dat deze groep patiënten zich al anders ontwikkelen aan het einde van het eerste trimester of het begin van het tweede trimester van de zwangerschap; redelijk vroeg dus.
Een toekomst met minder neuropsychiatrische aandoeningen
De onderzoekers zeggen dat de bevindingen hun geest verder openen over hoe complex de ontwikkeling van geest en lichaam is. Bovendien hopen ze dat ze leiden tot toekomstig onderzoek dat het aantal personen met neuropsychiatrische aandoeningen kan verminderen.